Mr. P. Dielemans Antwoord „Het wordt hier een Eerezaak". WEERBERICHT. DAMPO BINNENLAND. NUMMER 9. TWEE BLADEN. WOENSDAG 12 JANUARI 1938. EERSTE BLAD. 181e JAARGANG. Nederlandsch schip getorpedeerd bij de Spaansche kast. Verslapte hoogspanning te Baarn. Neus en Hoofd verstopt. rcwmdMe ELBUBQSCHE COURANT Dagblad Voor Middenurg, Goes en ageat- ichap Vlisaingen f 2.3*0, elders 2.50 per kwartaal Week-abonn. in Middelburg c*i Goes 18 ct. p. w. Advertentiën 30 ct. per regel, Ingez. mededeelingen 60 ct. p. r. Bij coatr. voor beide veel lager; tar. op aaavr. =2^ GOESCHE COUGANT^»» Uitgeefster: Naamlooze Vennootschap ,,De Middelburgsche Courant Bureaux: Lange Sint Pieterstraat te Middelburg. Telefoon: Redactie 269, Administratie 139 Postrekening no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 17. Aangesloten bij het Bureau voor Publiciteitawaarde der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers. Familieberichten en dankbetuigingen IJ regels 2.10. elke r. m. 30 ct. Rubriek .Kleine Advertentiën", ten hoogste 6 regels, a 75 ct. bij vooruitbetaling Adv. met „Brieven" of „Bevragen bureau dezer cou rant" 10 ct. extra Bewijsnommers 5 cent. ,Jk ben bij de waarneming van mijn ambt steeds zeer ernstig te rade gegaan met mijn consciëntie. Dat is mij heilig. Meer dan persoonlijke eer ol geldelijk voordeelIk meen het welzijn van de provincie en 'l Zeenwsche volk te hebben nagestreeid en behartigd." (Ingezonden) Nog nimmer heb ik, voorzoover ik mij kan herinneren, in mijn 40-jarig open baar optreden, naar de pen gegrepen ter verdediging van mij zelf of ter ver duidelijking van wat ik zeide of ter ver betering van wat verkeerdelijk in een persverslag soms mij in den mond was gelegd, wanneer dat mij zelf raakte. Nu ik echter in een artikel van mr. Adriaanse over de ZEGAM wederom er bij gehaald word, acht ik mij verplicht dat wel te doen. Eer is teer. En het wordt hier een eerezaak. Ik verklaar dan dat ik niet advocaat van de Imperial was noch ben in haar aangelegenheid met de ZEGAM. Ik ben reeds eenige tientallen jaren rechtskun dig raadsman van de gemeente Vlissin- gen. De Imperial had van deze gemeen te de concessie voor gasleverantie. De termijn daarover liep ten einde. De ge meente en de Imperial traden in onder handeling over een nieuwe concessie. Bij deze onderhandelingen stond ik rechtskundig de gemeente terzijde. De Imperial was dus mijn tegenpartij, als men wil. Zij werd bijgestaan door mr. Vonck uit Amsterdam. Men kon ondanks lange en moeizame onderhandelingen het met eens worden. Zij werden dan ook van de zijde der gemeente afgebro ken. Door bemiddeling van haren gas- technischen adviseur Sissingh, kwam zij in betrekking met de Ned. Ind. Gas Mij. te Rotterdam. Deze en de gemeente Vlissingen traden met elkander in on derhandeling over het leveren van gas aan de gemeente, na afloop der conces sie aan de Imperial. Ik stond rechtskundig weder Vlissin gen hierin bij. De partijen werden het eens. De gemeentewet eischte op het ac- coord de goedkeuring van Ged. Staten. Deze waren van oordeel dat hier een taak voor de provincie lag. Dit heeft geleid tot voorstellen aan de Staten, tot oprichting der ZEGAM. De samensprekingen werden daarbij door de betrokkenen zelf gevoerd, n.l. Ged. Staten, B. en W. van Vlissingen en directie der Ned. Ind. Gas Mij., wel ke laatste echter als juridisch raadsman mr. Baars had. Mijn werk was afgeloo- pen. Ik had verder met d'e zaak niets meer te maken dan ieder ander lid van Ged. Staten. In de op te richten ZEGAM werden door Ged. Staten als commissarissen aangewezen den heer Van Bommel van Vloten en den chef der le afd. der Prov. Griffie, den heer Van Tuinen. De ge meente wees den heer Sissingh, haren gasdeskundige aan, en de Ned. Ind. Gas Mij. haren rechtskundigen adviseur mr. Baars. Ik maakte dus niet deel uit van het bestuur of college van commissarissen der ZEGAM en doe dat nog niet. I De Ned. Ind. Gas Mij. ging nog voor de oprichting der ZEGAM, maar toef voor deze komende maatschappij, met de Imperial onderhandelen over aankoop harer goederen in Vlissingen. Men kwam tot overeenstemming over een prijs, en terens, dat de Imperial haar bedrijf eenige maanden eerder zou staken dan het einde der concessie. N.l. in Novem ber inplaats van met daaropvolgenden Juli. Tijdens die onderhandelingen liepen, naar mijn meening, de belangen van het personeel gevaar. De Ned. Ind. Gas Mij. toch wilde niet formeel het bedrijf van de Imperial overnemen. Deze moest dan ook haar personeel ontslaan, omdat haar bedrijf zou eindigen en de Ned. Ind. Gas Mij. dit niet overnam. Wel is toen aan gedrongen op weder in dienststelling van dat personeel. De pensioneering was niet geregeld. Tijdens de onderhan delingen tusschen de gemeente en de Imperial was daaromtrent tusschen par tijen wel overeenstemming gekomen, n.l. iïat het personeel, wanneer soms Vlis singen en de Imperial samen als aan deelhouder een N.V. zouden exploitee- ren, zou blijven en gepensioneerd zou worden in den trant van het personeel der gemeente Vlissingen. Dat zou dus aanvankelijk rusten als te voren op de exploitatiekosten, welke regeling er misschien later voor vorming van een pensioenfonds ook zou getrof fen worden. Ik vreesde dat het personeel wel eens benadeeld kon worden en vond dat on rechtvaardig. Daarom vestigde ik de aandacht van G.S. hierop, die daarnaar dan ook geluisterd hebben. Sommige arbeiders, die aL gepensio neerd waren, waren ongerust en vroegen mij hieromtrent raad. Natuurlijk behan delde ik dit niet als advocaat. Ik schreef er over aan de Imperial en met succes. Deze moest intusschen met de Ned. Ind. Gas Mij. verder over enkele dingen voor definitief accoord, en spe ciaal ook over het personeel, onderhan delen en vroeg mij of ik eventueel be middelend wilde optreden als zij het niet eens konden worden. Men vroeg mijn bemiddeling' en later het stellen der kennisgeving aan het personeel omdat ik alle vroegere onder handelingen daaromtrent had bijgewoond en volkomen er mede op de hoogte was en daardoor "de secretaris der directie mij had leeven kennen. Ik had daartegen geen bezwaar. Ik deed dat niet als advocaat, maar als so ciaal gevoelend man, die zijn verant woordelijkheid als publiek persoon ken de. Natuurlijk belangeloos. Dit heeft niet tot overeenstemming geleid. De Ned. Ind. Gas Mij. meende, dat de nieuw te komen Mij. geen pen sioensverplichtingen op zich had te ne men, daartoe rechtens niet verplicht was en de Imperial oordeelde dat ook zij, genoodzaakt haar personeel te ontslaan, dit rechtens niet verplicht was, gelijk naar haar oordeel zij ook te voren daar toe geen rechtsplicht had. Toen vroeg dus de Imperial mij, nu zij toegezegd had met November haar per soneel te zullen ontslaan, omdat het be drijf dan geëxploiteerd zou worden door de Ned. Ind. Gas Mij. of ik de annonce aan dat personeel voor haar zou willen stellen, omdat zij dat in den juisten vorm wilde hebben en daarbij ook onomwon den wilde te kennen geven geen verdere pensioenverplichtingen te hebben. Aan dit verzoek voldeed ik. Echter wederom niet als advocaat. Het is trouwens niets juridisch; zuiver uit welwillendheid deed ik dat. En daarin is zeker niets laak baars. Ik vroeg daarvoor noch kreeg daarvoor dan ook geenerlei honorarium of ander voordeel. Wettelijk zoude ik volkomen bevoegd geweest zijn als advocaat op te treden. Ik deed het niet. Toen naderhand de ZEGAM het per soneel aannam maar alleen een gedeel telijke pensioneering voor de vorige dienstjaren toezegde, als het wilde pro- cedeeren tegen de Imperial, en die pro cedures, waarover mr. Adriaanse ook schreef, begonnen, trad als advocasTT voor de ZEGAM cp, gelijk bekend is, haar comm'ssaris mr. Baars en voor de Imperial mr. Offerhaus in Rotter dam. Al zou het mij zeker weinig moeite gekost hebben om in dezen ,als advocaat op le treden voor de Imperial, ik heb mij expres daarvan geheel afzijdig ge houden, ofschoon-'ik als jurist in die procedures voor de ZEGAM geen heil ooit heb gezien. Lof verdient dit niet, want ik meen de als lid van G. S. mij te moeten hou den bu:ten een procedure, w.aarin, zij het niet officieel, een N.V. betrokken was, waarin de provincie belangrijk aandeelhoudster is. Is er geen lof verdiend, een blaam is hier toch ook allermnst op zijn plaats. Ik vraag hier echter geen lof, maar weer ook absoluut alle blaam af, daar Eene goede daad, die men achter zich *heeft, is een spaarpenning, wel ken men vroeg of laat terugvindt. die zeer onrechtvaardig is. Toen nu in de laatste Statenzitting door de vraag van den heer Dekker, die blijkbaar dacht dat k als advocaat die verklaring had- gesteld, ook de heer V,an Vloten dientengevolge van die meening bleek, had ik dadelijk kunnen opvliegen en zeggen dat dit onjuist was. Ik heb er spijt van dat n et gedaan te hebben, want het had mij veel onaan genaams bespaard. Ik ben nu eenmaal wein'g geschikt mij zelf te verdedigen. Dat deek ik ook niet tot mijn scn.ade inzake de Z.V.T.M. Nu ik toch schrijf, wil ik v erkant aan die legende een einde maken als zoude ik destijds be doeld hebben dat ik de vergoeding die ook aan mij als oprichter der Z.V.T.M. voor de waarneming v,an commissar aat en lidmaatschap van den Raad van toe zicht (tegenwoordig advies geheeten) en het secretariaat gegeven wordt, voor miin leeftocht niet zou kunnen missen. Ik heb, gelijk destijds een inzender 'n Uw blad d,ai naar ik mij meen te herinneren schreef daarmêe, hoe onge lukkig ik het ook in de haast van het oogenblik uitdrukte, niets anders be doeld dan dat het honorarium aan- het lidmaatschap v,an G. S. verbonden zoo danig ger'ng was, dat men waarlijk niet kon vergen dat een lid daarvan geener lei inkomsten voor velerlei werkzaam heden zou mogen trekken in dergelijke particuliere maatschappijen. Deze die nen wel het publiek belang, maar zijn toch geen overhe'dslichamen, zelfs niet semi.-officieele lichamen:, De publieke lichamen geven subsidie of renteloos voorschot, omdat zij het publiek belang er van erkennen, maar hier zijn net- temin zuiver particuliere ondernemin gen. En bij tramwegen heeft zelfs de provincie geenerlei zeggenschap, dewijl het rijk dit geheel en al aan z ch heeft getrokken, reeds jaren geleden en juist na een ntet gering verzet van mijn^zijde, en nu deze ondernemingen ook tinan- tieel geheel onder rijkstoezicht staan en de Minister een en ander telkens moet goedkeuren. Dat en n:eis .anders heb ik daarmede bedoeld. Over de Z.V.T.M, zijn ook meerdere onjuiste denkbeelden gelanceerd. Ver geten is bv, altijd dat zij in den tijd van haar bestaan millioenen guldens voor deel beeft opgeleverd aan talloos ve len, doordat er bv. millioenenkilogr.am- men meer suikerbieten konden worden verbouwd dan vroeger, hetgeen aan ontelbaar veel personen meerdere in komsten gedurende tal van jaren g.af en aan Staat en provincie en gemeenten dientengevolge meerdere belastingin komsten. Echter niet hierover wil ik thans schrijven. Al schrijvende meende ik dat het rechtvaard'g was deze keerzijde der medaille te laten zien, Intusschen behoeft mr. Adriaanse, ook nu hij geen advocaat en dus geen confrère meer is, zich er niet ongerust over te maken dat ik mijn eed en plicht èn als advocaat èn als lid van Prov. Staten afgelegd, niet zou kennen en n:et behoorlijk zou weten te onderschei den en zelf niet consciëntieus zou na gaan welke zaken, ook al is dat wette lijk geoorloofd, ik al dan niet als ad vocaat z,al kunnen behandelen, Ik meen bet „wie wel onderscheidt, wel leert" in dezen zeer angstvallig "n acht te hebben genomen en wensch dan ook niet anders" in den \rervolge te doen, gelijk ik bij de waarneming van mijn ambt steeds deed: zeer ern stig te rade gaan met mijn consciëntie. Dat is mij he'lig. Meer dan persoonlijke eer of geldelijk voordeel. En bij al mijn fouten en dwalingen en verkeerdheden meen ik, op deze wijze het welzijn van de provincie en het Zeeuwsche volk te hebben nagestreefd en behartigd. Daarom griefde mij het verdachtm.a- kend geschrijf van dezen en genen in positieven of vragenden vorm zeer. Verder kan ik natuurlijk hierop -niet ingaan. Ik meende echter om velerlei rede nen verplicht te zijn het bovenstaande te schrijven en dank U dat U mij daar voor dé gelegenheid hebt gegeven. P, Dieleman, Middelburg, 12 Januari 1938. sria' Door onbekenden onderzeeër. Alle leden der bemanning gered. Volgens via Barcelona te Londen uit Alicante ontvangen berichten, later be vestigd door een mededeeling van het Spaansche persagentschap te Valencia, is het Nederlandsche s.s, „Hannah" van de N.V. Stoomschip Maatschappij Han nah (F, W. Uittenbogaart) te Rotterdam, door een onbekenden onderzeeër op 47 mijl van Valencia, tusschen deze stad en Alicante, zes mijl buiten den kaap San Antonio, getorpedeerd. De onbe kende duikboot verdween onmiddellijk na den aanval. Het kustwachtstation vein den kaap San Antonio nam het eerste het ge beurde waar. Het was toen 12.30 uur. De „Hannah" had de machines reeds stop gezet en was bezig de reddingbooten uit te zetten. Terstond werd door de scheep vaartautoriteiten van Alicante en uit Ja- vea, een visschersdorp, assistentie der waarts gezonden. Spoedig was het schip bereikt. Alle opvarenden konden in vei ligheid worden gebracht. De „Hannah" was op weg naar Valencia met levensmid delen. De „Hannah" meet bruto 3730 ton, netto 2311 en is in 1913 te New Castle gebouwd. Het schip beoefende de wilde vaart, hoofdzakelijk op de havens van de Middellandsche en de Zwarte zee. De laatste maal dat het in de thuishaven, Rotterdam, geweest is, was in Mei van het vorige jaar. Het was toen op den 11 den van die maand met een lading graan uit Breila (Roemepië) in de Maas haven aangekomen. Öp 22 Mei daarop volgend was het in ballast naar Bremen vertrokken en sindsdien niet meer naar Nederland teruggekeerd. Op 1 Januari j.l. echter was het schip uit Antwerpen naar Barcelona vertrokken. Uit het telegram van het Spaansche persagentschap te Valencia blijkt, dat de „Hannah" een lading tarwe en boonen aan boord had, terwijl dit telegram als plaats van bestemming Valencia noemt. In het gezicht van de haven is de „Han nah" dus in den grond geboord. Bemanning van 31 koppen. Naar de N.V. Stoomvaartmaatschappij „Hannah" te Rotterdam mededeelt, had zij hedenochtend nog geen bericht van den gezagvoerder van het getorpedeer de s.s. „Hannah" ontvangen. De bemanning van het schip bestaat uit 31 koppen en is slechts voor een deel van Nederlandsche nationaliteit. Broederlijke stemming tusschen militairen en burgers. Men meldde ons hedenmorgen uit Baarn: Wij wachten nog. Wij hebben reeds lang gewacht. We zullen nog wel lan ger wachten, althans zoo heeft het com muniqué van dr. J. de Groot ons giste ren verteld. Toen in het Badhotel te Baarn, het hoofdkwartier van wachtende hofdigni- tarissen, officieren en journalisten van allerlei pluimage, gisteren de mededee ling van den geneesheer bekend werd, en toen het dientengevolge bij de wach tende persmenschen klaar werd, dat hun verblijf te Baarn nog lang zou kunnen duren verdween een oogenblik de hoog spanning, die in de laatste dagen wel wat erg was opgeloopen. De aankomst van H. M. de Koningin, de aankomst te vens van verschillende hofdignitarissen, het bezetten van het „bijkantoor" van het A.N.P., de aankomst van verschillen de anderen, wier aanwezigheid met de blijde gebeurtenis in verband kon wor den gebracht, dat alles had de stem- ming gewekt, dat het nu ernst ging wor den. In het paleis gaat het dagelijksch le ven zijn gang, als ware er niets aan de hand. Alleen reed tweemaal de Konin gin en eenmaal de Prins uit, hetgeen den fotografen bij het stralende winterweer een aardig plaatje, doch den verslagge vers weinig kopij verschafte: de vorste lijke personen immers verdwenen in een oogwenk in ongeziene verten. Verwachting tot morgenavond: DE BILT: Meest matige W. tot Z. wind, aanvankelijk tijdelijk opklarend, later weer toenemende bewolking 'en waarschijnlijk weer regen, iets zachter des nachts, overdag weinig verandering in temperatuur. UKKEL: Vrij sterke tot sterke wind nit Z.W. richtingen, stormachtig, vooral aan de kust, over het algemeen betrok ken met regen of motregen, later opkla ringen, misschien plaatselijk onweer, aanhoudend matige temperatuur met een nachtelijk minimum van ongeveer 5 gr. Do. 13 Jan. Zon op: 8 h 06; onder: 16 h 11. Licht op: 16 h 41. Maan op: 13 h 24; onder: 5 h 04. V.M. 16 Jan. Hoog- en Laagwater te Vlissingan, Januari. Hoogwater. Laagwater. Wo. 12 9.05 21.55 2.57 15.45 Do. 13 10.23 22.58 4.18 17.01 Vr. 14 11.27 23.55 5.31 18.03 Hoog- en Laagwater te Wemeldingei Januari. Hoogwater. Laagwater. Wo. 12 10.38 23.32 4.03 16.41 Do. 13 12.07 5.21 18.03 Vr. 14 0.48 13.16 6.33 19.05 Westkapelle is 28 min. en Domburg 23 min. vroeger; Veere 38 min. later. (S springtij.) Dan Dampo inademen door middel van deze practisehe in- halatorwelke U gratis ontvangt doos 30 ct. of pot 50 ct. De taptoe gisteravond op de Brink te Baarn, welke de stafmuziek van „de i veld" uit Utrecht blies, was een bewijs van erkentelijkheid van de te Baarn ge- 1 nen ontzegelen (Ingez. Med.) legerde bedieningsmanschappen der saluutbatterij, voor de hartelijke ont vangst, welke hun van de zijde der Baarnsche bevolking is ten deel geval len. Het was een ware verrassing voor degenen, die van de Brink na afloop der taptoe terugkeerden, daar wederom de stafmuziek met bazuinen en pauken te zien opgesteld. De blazers waren per auto naar het Badhotel vooruit gereden en bliezen op het terras van het hotel tot groot genoegen van zijn bewoners nogmaals de taptoe. Het spreekt van zelf, dat zooveel longenkracht, terwille der vriendschap aangewend, beloond diende te worden met een glaasje bier, dat den muzikanten werd aangeboden in een der zalen van het badlsoteL Het gewei, dat de zaal, welke den mannen van „de veld" ,een gastvrij onderdak bood, juist de zaal was, waar de twee telexm'achines staan opgesteld, welke zijn aangesloten op de zendmachine in de werkkamer van het A.N.P. Natuur lijk viel nieuwsgierigheid rond dit tech nisch v/onder. Het duurde niet lang of een afgevaardigde werd naar het A.N, P. gestuurd, met een verzoek om een demonstratie. De man van het persbu reau overwoog, dat een proefuitzending op het Baarnsche telexnetje nut kon hebben en dat daarvoor geen beter tekst kon worden gekozen dan een hul de aan de blazers, die dezen avond zoo duidelijk van de vriendschap tusschen militairen en burgers hadden getuigd en' er werd een tot nu toe ongekende dich ter gevonden, die hiervoor een versje uit zijn mouw schudde. De tekst van de ze proefuitzending verdween als sou venir naar het eerste regimentveldartil lerie. Zoo verdrijft Baarn en zoo ver drijft het wachtende Badhotel zijn tijd, in vriendschap en genoegen. Versterking der Rijksveldwacht te Soestdijk. In verband met de te verwachten blij de gebeurtenis in het Prinselijk gezin is de rijksveldwacht te Soestdijk ver sterkt met. 20 man, twee motorrijwielen en een auto. JA* INTREKKING KARNVERBOD. Medegedeeld wordt, dat door de wij ziging van het crisis-zuivelbesluit 1935 I bij K.B, van den 21sten December 1937, formeel het zg. karnverbod is ingetrok ken. Dientengevolge behoeven de kar nen niet meer verzegeld te zijn. Belang hebbenden kunnen thans zelf de kar-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1938 | | pagina 1