-GOESCHE COUQANT£!2£ BINNENLAND. WEERBERICHT. NUMMER 308. VIER BLADEN. VRIJDAG 31 DECEMBER 1937. EERSTE BLAD. 180e JAARGANG. Morgen, I Januari, zal ons blad niet verschijnen. Dr. Colijn over de vooruitzichten voor 1938. JE MANTIENDRAI IN 1938 N. TH. DE JONG. MIDDELBURGSCHE COURANT Dagblad Voor Miclderourg, Goes en agent schap Vlüging,.,, 2.30, elders f 2.50 per kwartaal Week-abonn. in Middelburg en Goes 18 ct. p. w. Ad vertent iën 30 ct. per 'n8ez. mededeelingen 60 ct. p. r. Bij cóntr. voor beide veel lager; tar. op aanvr. Uitgeefster: Naamlooze Vennootschap „De Middelburgsche Courant Bureaux: Lange Sint Pieterstraat te Middelburg. Telefoon: Redactie 269, Administratie 139 Postrekening no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 17. Aangesloten bij het Bureau voor Publiciteitswaarde der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers. Familieberichten en dankbetuigingen IJ regels 2.10, elke r. m. 30 ct. Rubriek „Kleine Advertentiën", ten hoogste 6 regels, a 75 ct. bij vooruitbetaling Adv. met „Brieven" of „Bevragen bureau dezer cou rant" 10 ct. extra Bewijsnommers 5 cent. HET PRINSELIJK PAAR VERMOEDELI IK VOLGENDE WEEK NAAR SOESTDIJK. Alhoewel een officieele. bpriissin'i in deze nog niet is genomen, kan thans worden aangenomen, dat Prinses Julia na en Prins Bernhard binnenkort naai bet Paleis Soestdijk zullen lerugkeeren De toestand van Prins Bernhard is zoo gunstig, dat tegen zijn overbrenging naar Soestdijk geen bezwaar meer be staat. Doch de behandelende medic achten het gewensclit - daar het nog slechts vier en een halve week geleden is, dat het ongeluk plaats had en bij een geval van hersenschudding ais dü een langere periode v.an absolute rust van den patiënt noodzakelijk is het oogenblik van vervoer zóó laat te stel len, als met het oog op den toestand van de Prinses, d e haar gemaal niet alleen in het Burgerziekenhuis wil ach terlaten, mogelijk is. Treden geen bijzondere omstandighe den op, dan is te verwachten, dat het Prinselijk Paar begin volgende week naar Soestdijk zal vertrekken. Het s de bedoeling zoodanige maat regelen te treffen, dat het vertrek on gemerkt zal plaats hebben, omdat men iedere opwinding, welke voor den pa tiënt schadelijk zou kunnen zijn, wil vermijden. (De Standaard). KERSTGROET VAN PRINS BERNHARD. Dichterlijke toespeling op het Hem overkomen auto-ongeval. Hel Handelsblad verneemt, dat Prins Bernhard aan den vooravond van hel Kerstfeest tezamen met Prinses Julia na een ged cht heeft vervaardigd, het welk hij aan al zijn vrienden heeft toe gezonden. Het gedicht, dat in de En- gelsche taal werd geschreven, is een geestige toespeling op het hem over komen auto-ongeval, vervat in een Kerstgroet en een Nieuwjaarswensen. Het blad meent niet onb'esche den ie zijn, wanneer het dit gedicht, dat on der Prins Bernhard's vriendenschaar zulk een succes heeft geoogst, publi ceert, temeer daar het zoo duidelijk ge tuigt van de opgewektheid van den pa tiënt en dus welsprekender is dan me nig officieel bulletin. De tekst van het gedicht ging vergezeld van een foto van de verongelukte auto van den Prins. Het gedicht luidde: You see here the wreck of a car, wh'ch one day Was smashed for maintaining the right of the way This right did not help the driver long He's in hospital now, just as if he'd been wrong. Let this be a lesson to all of us here And now I wish you. MERRY XMAS AND A HAPPY NEW YEAR. (Vertaling: Ge z et hier den puin hoop van een auto, die eens werd ver pletterd, omdat zij „het recht v,an den weg" (woordspeling voor: „rechts van den weg") handhaafde. Dit recht hielp den bestuurder niet veel verder; hij ligt nu in het z'ekenhuis, net alsof hij ver keerd gehandeld had. Laat dit een les zijn voor ons allen hier. En nu wensch ik u een Vroolijk Kerstfeest en een Ge lukkig Nieuwjaar). ZWEMMEN OP SCHOOL. Naar wij vernemen is dezer dagen een notarieele acte gepasseerd, waarbij in het leven werd geroepen de stichting „Zwemmen op school", welke stichting zich ten doel stelt het doen geven van zwemonderricht op de scholen in den meest uitgebreiden zin van het woord, waarbij men evenwel in het bijzonder het geven van zwemles aan leerlingen van alle lagere scholen in Nederland op het oog heeft. De stichting „Zwemmen op school" staat volkomen los van den K.N.Z.B., hoewel deze bond het initiatief tot de stichting heeft genomen. De Zwembond heeft steeds het ideaal „iedere Nederlan der zwemmer" voor oogen gehouden, doch de zoo verschillende werkzaamhe den maakten het moeilijk het doel ook maar eenigszins te benaderen. In een stichting zal het veel gemakkelijker zijn andere instanties bereid te vinden mede werking te verleenen, o.a. de gemeente lijke en onderwijsautoriteiten, besturen van neutrale en confessioneele organisa ties enz. Zoo spoedig mogelijk zal het voorloo- pig bestuur met de werkzaamheden een aanvang nemen. Belangrijk zal daarbij zijn bet oprichten van plaatselijke comi- té's. Alle richtingen en standen wil de stichting bereiken, en daarbij staat voor op, dat de kosten voor alle instanties zoo gering mogelijk moeten zijn. De leer krachten en de zweminstructeurs zullen een belangrijke rol hebben te spelen. Er is een kleine categorie van gemeenten, waar in alle scholen reeds zwemles wordt gegeven en daar behoeft de stich ting dus weinig meer te doen. Maar er is een groot aantal gemeenten, waar slechts aan een gedeelte van de school jeugd zwemles wordt gegeven en nog grooter is de categorie, waar men er heelemaal niets aan doet of kan doen. Want lang niet in alle gemeenten zijn zwembaden. GASMASKERS. Men zij voorzichtig bij het koopen. De minister van sociale zaken vestigt de aandacht van hen, die thans wen- schen over te gaan tot den aankoop van gasmaskers, bestemd voor bescherming tegen strijdgassen, erop. dat het Gas- maskerbesluit (Staatsblad 1937, no. 856) op grond van de Warenwet (Staatsblad 1935, no. 793), hetwelk eischen inhoudt omtrent de construct e en doe'marigheid van gasmaskers, op 1 Febr. 1938 in wer king treedt. Het is bekend, dat thans gasmaskers worden aangeboden,-welke De mensch bestaat om den mensch: de een moet den ander helpen. zéér waarschijnlijk niet aan de gestelde eischen van deugdelijkheid en doelma tigheid met betrekking tot de bescher ming tegen strijdgassen voldoen. De mi nister voornoemd geeft belanghebbenden derhalve met nadruk in overweging zich, alvorens tot aankoop over te gaan, te overtuigen of de gasmaskers voldoen aan de gestelde eischen. Bij twijfel kan zulks, onder opgave van merken en ge gevens, schrifte'ijk wordèn gevraagd bij de afdeeling volksgezondheid van zijn departement. Na 1 Febr. 1938 zullen de goedge keurde maskers van een stempel zijn voorzien en kan worden aangenomen, dat gasmaskers, welke niet voorzien zijn van dit stempel dat in de Staatscou rant van 16 December jl. is gepubliceerd niet aan de gestelde eischen voor wat betreft het bieden van bescherming tegen strijdgassen voldoen. F. J. van Zuilen. De heer F, J. van Zuilen, stations chef van het Staatsspoorstation 'n Den Haag, zal op 1 Januari 1938 den dienst met pensioen verlaten. De heer Van Zuilen is op 24 October 1877 in Den Haag geboren en op 1 Juli 1895 als surnumerair bij de Staatsspoor in d enst getreden met Woensdrecht als eerste standplaats. Nog in hetzelfde jaar werd hij naar K r a b b e n d ij,k e overgeplaatst in dezfclfde functie. Op 1 Januari 1896 werd hij aangesteld als klerk-telegrafist 3de klasse, in Maart 1896 ging hij naar Helmond en na ver- schillende rangen doorloopen te heb ben werd hij op 1 Juni 1928 benoemd tot stat onschef aan het station Staats spoor te 's-Gravenhage, waar hij thans nog werkzaam is. De belangrijkste episode in de loop baan van den heer Van Zuilen is wel zijn verblijf te Roosendaal gewêest waar hij veel heeft meegemaakt, o.a. de aankomst van Duitsche en Belgi sche vluchtelingen gedurende den we reldoorlog, eenige overstroomingen n "Zeeland en een aantal ontsporin gen. TIJDELIJKE BEPALINGEN DER VACCINATIE VERLENGD. De Eerste Kamer behandelde gister middag het wetsontwerp tot verlenging van de geldigheidsduur van de tijdelijke bepalingen betreffende de vaccinatie. De heer Kranenburg (v.d betoogde dat de gevaren, dat zooveel Nederlanders hiet gevaccineerd zijn niet onderschat mogen worden. Spr wilde de gevraagde verlenging niet toe staan. De heer De Zee u w (s.d.a.p.) verklaarde slechts voor de allerlaatste maal met d t verlengingsontwerp te zullen meegaan, doch de heer V ,a n In - een onderhoud van de „Agence écor.omique et finan- cière." Onze minister-president, dr. H. Coliju. heeft in een onderhoud met den vertegenwoordiger van het Fransche dagblad „Agence économique cn tinan- cière" te 's Gravenhage zijn indrukken weergegeven ten aanzien van de belang rijkste problemen in verband met de vooruitzichten voor 1938 op po), tiek en economisch gebied in Nederland, Ne der landsch-Indië en de wereld. Ten aanzien van de internationale economi sche positie merkt minister Coiijn op, dat deze in vergelijking met die van ein de 1936, was achteruitgegaan. Nadat de nog overgebleven goudlanden gedwon gen waren geworden den gouden standaard los te laten, was er, hoe men ook verder over die wijziging moge den ken, mede in verband met een verle vendiging der wereldconjunctuur eenige reden om aan te nemen, dat op eenigs zins ruime schaal zou worden overge gaan tot opheffing van handelsbelemme ringen. Dit was zelfs in uitzicht gesteld. Die verwachting is niet vervuld in den tijd, dat de gunstige wereldconjuctuur zich bleef voortzetten (tot den zomer 1937) en zal dus ook wel niet vervuld worden nu de stijging in de conjunctuur tot staan kwam en zelfs in sommige op zichten het omgekeerde viel te zien. De hoop op een algemeene verbetering der conjunctuur is verzwakt en die op ver mindering van handelsbelemmeringen is verdwenen. Daarom acht de minister over het algemeen den toestand thans ongunstiger dan een jaar geleden. Antwoordend op de vraag, of de han delsbelemmeringen in de wereld binnen afzienbaren tijd zouden kunnen worden verlicht of opgeheven, verklaarde dr. Colijn: „inderdaad. Alle oude obstakels zijn gebleven en enkele nieuwe ziin er bij gekomen. Het streven naar nationa le zelfvoorziening neemt hier en daar op beslissende wijze toe en dit kan geen ander gevolg hebben, dan dat het we- reldgoederenverkeer nog meer zal wer den afgesnoerd en de verarming der vol keren toeneemt. Wat betreft den inter nationalen politieken toestand verklaar de de hr. Colijn. dat het voor een staats man, die tot een der kleinere landen be hoort, voorzichtig is om zich maar niet al te veel uit te spreken over de „groo- te politiek''. Ook al omdat men slechts zeer ten deele ingelicht is over wat in de raadkamers der groote mogendheden behandeld wordt en dat men zich dus beperken moet tot wat men „gemeen plaatsen" pleegt te noemen. „Alweer vergelijkend met den toestand van een jaar terug, is er verslechtering te constateeren. De oude moeilijkheden zijn er alle nog. Geen een van betee- kenis is opgeruimd. In Spanje houdt de burgertwist aan en de non-interventie doet haar naam eer aan. Er wordt tot nog toe in geen enkel opzicht geinter- venieerd. Het Abessijnsche geval staat nog altijd op de dagorde. De vraag van Duitschland naar koloniën wordt nog even luid, zoo niet luider gehoord dan een jaar geleden." „En zoo is er meer. Maar naast de oude kwalen, die den patiënt kwellen, zijn er nog nieuwe en bijzonder pijnlijke bijgekomen. Pijnlijk vooral omdat de Oost-Aziatische gebeurtenissen en het uittreden van Italië uit den Volkenbond wel het overlijdensbericht van de collec tieve veiligheid mogen worden be schouwd". Aangaande de beteekenis en de gevolgen van dé beslissing van Ital'ë op 11 December 11. vooral wat betreft den Volkenbond, vervolgde de minister zijn exposé mt er opnieuw op te wijzen, dat de collectieve veiligheid begraven was. „Al was de laatste jaren de hoop. dat de idee der collectieve veiligheid gered kon worden al sterk verzwakt, nu naast Duitschland en Japan ook Ita lië den bond den rug toekeerde, moei men de hoop geheel laten varen. Behal ve Rusland zijn er nu nog maar twee groote mogendheden lid van den bond. Behalve Amerika zijn er drie buiten den bond. Indien er al menschen gebleven zijn, die, onder deze verhoudingen, nog geloof hechten aan collectieve veilig heid, dan zal het aantal verdwijnend klein zijn. Ik behoor er in elk geval niet toe. Zoolang Italië nog lid van den bond was kon men nog een zwakke hoop koesteren, dat het been nog wel eens in het lid zou komen, maar nu Italië uit de te Genève aangenomen houding deze consequentie heeft getrokken, mag men hierop m.i. niet meer rekenen." „Men ziet de aanhangers van een be paalde staatkundige ideologie steeds dichter elkaar naderen en wat nog meer zegt in zoodanige positie komen, dat zij door hunne verspreide ligging in twee werelddeelen, een merkwaardig over- heerschende positië 'nnemen. Dit is een kant van de zaak. De andere kant is, dat nu wel duidelijk gebleken is, d a t een Volkenbond, die rust op den in 1919 gelegden grondslag, geen levens vatbaarheid heeft. Dat te weten is intusschen misschien een voor deel, omdat daardoor de weg naar een beteren toestand kan worden geëffend." Daarna werd aangeroerd het pro bleem van een eventueele herverdeeling van mandaats- of koloniale gebieden en het grondstoffen-draagstuk. Hierom trent beperkte minister Colijn zich tot de volgende opmerkingen: „Men moe! zijn hand nimmer in een wespennest ste ken en dus moet een Nederlandsch mi- nister-president zich niet mengen in din gen, die hem niet aan gaan. Nederland heeft mets verworven van wat vroeger aan Duitschland behoorde en dus staan wij buiten het probleem van de terug gave der Duitsche koloniën. De oplos sing is moeilijk genoeg en daarom loen outsiders maar beter zich er heelemsal niet over uit te laten," Wat betreft de p'olitieke positie van Nederland, wees de minister er op, dat deze altijd dezelfde geweest is. Volko men vrij van alle banden met wie ook: geneigd om in vrede te leven met ieder, die ons met rust laat. Dat weet men in het buitenland sinds vele jaren en men waardeert dit standpunt. Het eenige zwakke punt in onze positie was wel licht, dat tot voor kort onze hulpmid delen onvoldoende waren om zekerheid te verschaffen, dat onze zelfstandig- heidspolitiek onder moeilijke omstandig heden ook feitelijk kon worden volge houden. Na hetgeen intusschen in 1936 en 1937 reeds geschied is op het stuk der militaire voorzieningen en nu de mi nister van defensie erin geslaagd is voor de, vóór de jongste verkiezingen geleg de, grondslagen voor verdere verster king der weermacht een belangrijke meerderheid in de Tweede Kamer te vinden (aan de goedkeuring der. Eerste Kamer behoeft niet getwijfeld te wor den), nu rust de zelfstandigheidspolitiek van Nederland op een stevigen grond slag, omdat we de middelen zullen be zitten deze zoo noodig kracht bij te zetten." „Op economisch gebied valt over den toestand van Nederland niets nieuws te zeggen. Invoer en uitvoer ziin beide be langrijk toegenomen, al hebben we het peil van 1929 nog lang niet bereikt. Let men hierop alleen, dan i§ de toestand in December 1937 beter dan in Decem ber 1936. Waagt men zich eind 1937 aan bespiegelingen voor de toekomst, dan heb ik evenwel het gevoel, dat wij blü mogen zijn, indien de lijn in 1938 van nu af aan horizontaal blijft loopen. Maar men moet er aan denken, dat een mi nister geen profetische gaven bezit en er eiken dag dingen gebeuren, die zelfs wel gefundeerde verwachtingen over hoop werpen." Tot besluit roerde dr. Colijn nog even den economischen en pol'tieken toe stand van Nederlandsch-Indië aan, op merkend, dat de economische situatie in Indië zeer sterk is verbeterd al ziet het er momenteel lang zoo rooskleurig niet meer uit als enkele maanden geleden. Gelukkig echter zijn er in de afgeloo- pen jaren enkele internationale regelin gen voor sommige belangrijke stapelpro ducten tot stand gekomen (tin, thee, rubber, suiker), die een terugval tot te lage prijzen zullen voorkomen. Dit zal in vele streken ook een ongunst'gen te rugslag op de bevolking voorkomen. De toestand is thans dus niet onbevredi gend; al zullen de jaren van hoogcon junctuur als wij na den oorlog nu en dan hadden, naar de meening van den mi nister niet terugkeeren. „In politiek op zicht is er niets bijzonders op te mer ken. De laatste tien a elf jaar was het in Indië volkomen rustig en nu de econo mische toestanden verbeterd zijn is er geen enkele aanleiding iets anders dan orde en rust te verwachten." de zeer laag gestelde prijzen; de vak kundige en coulante bediening; de on berispelijke afwerking; de correcte na koming van de garantie; de grote keur- collectie feestgeschenken; de hoogste koers voor oud goud. GRAVEUR - JUWELIER - HORLOGER. ST. PIETERSTR. 13 MIDDELBURG. (Ingez. Med.) Verwachting tot morgenavond: DE BILT: Meest matige, tijdelijk wel licht toenemende W. tot N., later verder ruimende wind, betrokken tot zwaar be wolkt met kans op eenige regen of sneeuw, lichte dooi tot temperatuur om het vriespunt in het Noorden, in het Zui den temperatuur om het vriespunt tot lichte dooL UKKEL: Matige wind uit N.W. tot N.O. richtingen, vrij schoon, maar plaat selijk sneeuw, gedurende den nacht be trokken hemel met sneeuw, gevolgd door regen, plaatselijk nachtvorst, met een nachtelijk minimum van 0 tot 5 graden. Morgen vrij sterke N. wind, bij tus- schenpoozen regen, stijging der tempe ratuur. Za. 1 Jan. Zon op: 8 h 12; onder: 15 h 55. Licht op: 16 h 25. Maan op: 7 h 42; onder: 15 h 59. Zo. 2 Jan, Zon op: 8 h 12; onder: 15 h 56. Licht op: 16 ;h 26. Maan op: 8 h 17; onder: onder: 17 h 01. Ma. 3 Jan. Zon op: 8 h 11; onder: 15 h 57. Licht op: 16 h 27. Maan op: 8 h 45; Hoog- eu Laagwatér te Vlisssngem December. Hoogwater. Laagwatér. Vr. 31 0.29 12.41 6:52 19.09 Januari. Za. 1 0.59 13.19 7.32 19.45 Zo. 2 1.33 13.56 8.10 20.20 Ma. 3 2.11 14.31 8.46 20.53 Hoog- en Laagwatér te Wemeidingct December. Vr. Hoogwater. Laagwatér. 31 2,16 14.29 8.00 20.10 Januari. Za. IS 2.54 15.11 8.32 20.50 Zo. 2 3.30 15.48 9.11 21.26 Ma. 3 4.07 16.23 9.47 22.01 Westkapelle is 28 min. en Domburg 23 min. vroeger: Veere 38 min. later. (S springtij.) Asch van Wijk i(a.r.) vond het, nu de omstandigheden niet veran derd zijn, logisch, dat de regeering ver dere verlenging vraagt. De minister van sociale zaken, de heer R o m m e, zeide, dat tot nu toe 6 maal één jaar en nu eenmaal twee jaar verleng ng wordt voorgesteld. De regeering blijft waakzaam en de vrij willige vaccinatie blijft haar volle aan dacht hebben. Het wetsontwerp werd z.h.s. aangenomen met aanteekening dat de heer Kranenburg tegen is. HOEVEEL EIEREN BARNEVELD VERHANDELT. In 1937 ruim 69 millioen, Op de grootste vrije eiermarkt, van Nederland, te Barneveld, zijn n het jaar 1937 verhandeld 65,560,000 eieren, en te Voorthuizen 4,355,000. De ge meente Barneveld leverde dus in dit jaar het respectabele aantal van 69,915,000 stuks eieren. De grootste aanvoer had plaats op 22 April, toen er op één dag 2,360,000 stuks werden aangevoerd. De hoogste maandaanvoer werd evenens in April bereikt met 11,050,000 stuks. De hoogste prijs werd besteed op Donderdag 9 December toen de gemid delde prijs der bru'ne eieren f 5,89 per 100 stuks was en die der witte f 5,62% Den minimumprijs brachten de eieren op tijdens de markt van 20 Mei, daar toen de gemiddelde prijs der bruine eieren f 3,30 per 100 stuks was, en die der witte f 2,52% per 100 stuks. Sterfgevallen mond- en klauwzeer. Het aantal sterfgevallen tengevolge van het mond- en k'auwzeer bedroeg in de week 1926 December: runderen, 123 (2626), kalveren, 172, (2895), var kens en biggen, 183 (2391), schapen 7 (181) en geiten 1 (46). De tusschen haakjes geplaatste cijfers geven de totalen tót 26 Dec. aan.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 1