Gevaarlijk spel.
VERDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 31 DECEMBER 1937. No. 308.
1937hel jaar van op- en
neergang.
behoeft niet van blu-
a*s>
WAT GING EN WAT K0ME.
Financier? economisch
Jaaroverzicht
IN AMERIKA DEED EEN
NIEUWE DEPRESSIE HAAK
INTREDE MAAK DEZE
VENDEN AARD TE ZIJN
BELANGRIJKE OPLEVING
IN ONS LAND EN INOIë
Het 3 KENTE-TïPE VOND
INGANG.
I*t jaar 19u7 s in verschillende op-
mpktea een merkwaardig jaar geweest.
Ingezet met de beste verwachtingen,
sloot het onder zoodanige omstandighe
den, dat men zich alweer min of meer
in depress e-toestand waant. Wij ge-
looven dat de situatie ook thans nog
Steeds te donker wordt ingezien; in
derdaad zijn er aanwijzingen te over
dat het met de conjunctuur niet m^er
wil zooals. wij dat gaarne zouden zien,
maar .laten wij ons daarbij n et te veel
leiden door de angst? Angst is een
slechte raadgeefster; tenslotte is het
geheel economische leven ingesteld op
een sfeer van vertrouwen; ontbreekt
deze, dan is een der voornaamste be
staansvoorwaarden voor een rustige
ontwikkeling om hals gebracht en kan
men verwachten dat dit zijn nvloed op
de göederenprijzen en de industrieele
ontwikkeling zal hebben. Nu dient men
toe te geven, dat er in het achter ons
liggende jaar met man en macht is ge
werkt, om dit zoo onm share vertrou
wen in den kiem te smoren. En dan
gaan onze gedachten in de eerste plaats
naar de in April door den President
van de Vereenigde Staten afgelegde
verklaring dat het niveau der prijzen
van grondstoffen, nood g voor de pro
ductie der kapitaalgoederen, te hoog
moeejt worden geacht. Dit was het
eerste alarm-sein, weldra gevolgd door
de Regeering aan den dag legde voo
de vakbeweging welke zich onder leiding
van het Comittee of Industrial Organiza
tion in dit jaar tot een zeer be.angrijke
macht .n den staat wist op te werken
dan heeft men het beeld vrijwel voi
ledig; er aan toegevoegd behoeven dai
slechts te worden de bepalingen welk*
de Regeering afkondigde op het stui
van minimale loonen en maximale
werktijden, gecombineerd met een ver
bod tot tariefsverhooging voor die be
drijven welke hun bestaansrecht hier
door z,agen aangetast. Brengt men a.
deze factoren tezamen, dan kan hei
toch waarlijk geen verwondering baren
dat het Amerikaansche bedrijfsleven
hiervan den terugslag moest ondervin
den en ook heeft ondervonden. N,aai
bekend, beweegt de activiteit der staal
industrie zich bij het scheiden van het
jaar op een niveau van nauwelijks 25
der productie-capaciteit.
Datgene wat wij in Amerika waar
nemen, valt tot op zekere hoogte ook
in ons land te constateeren en het is
hierom dat wij op Amerika, welks n-
dustr'ee;e ac'iviteit tot op zekere hoog
te ook bepalend is voor die van an
dere landen, iets dieper zijn ngegaan.
Als eigenaardig verschijnsel, dat in
dit verband ten zeerste de aandacht
verdient, is dan nog het steeds groo-
tere bedrag aan besparingen, welke in
overhe dsleeningen worden belegd,
hetgeen niet te onderschatten gevaren
voor de toekomst in zich bergt, omdat
immers een steeds grooter gedeelte
van ons volksvermogen wordt vastge
legd in deels improductieven staatslee-
ningen.
Over de beleggingsmarkt n het afge-
locpen jaar sprekende, kan men con
stateeren,, dat deze. werd gekenmerkt
door een nauwelijks onderbroken pro
ces v,an rentedaling, waarvan het einde
nog steeds niet in zicht is. In den loop'
van dit jaar werd dan ook het enorme
een tweede niet minder ernstige waar- bedrag van ruim f 2 mill ard tot con-
schuwing van den overkant van den versie gebracht, een cijfer dat in verge-
oceaan, dat het niet uitgesloten moest j lijking tot het vorige jaar toen slecnts
worden geacht, dat de Am er kaansche f 60 millioen in de zelfde periode werd
.autoriteiten zich- genoodzaakt zouden j geconverteerd, wei scherp afsteekt. De
kunnen zien den goudprijs, die feitelijk Staat kw,im naar Dakend, n dit jaar
alleen nog door hen gefixeerd wordt op I met de 3% leening 1937 ter conversie
een vasten prijs, te verlagen. Men her - j van de spoorwegfondsen, terwijl Indiè
inp'ert zich de oorzaak van deze waar- j met de bekenae „monster conversie
schuwing; onder den nvloed van del van ruim f 900,000,000 een beroep op
betere conjunctuur vond het gcudop
potten allengs zijn einde terwijl een
groot gedeeltè van dit gepotte goud
tot liquidatie werd gebracht. W,aar al
leen de Vereenigde Staten, nog koo-
pers waren van goud tot een vasten
prijs, leidde dit er toe dat alle goud
zijn weg naar dit land vond met het
h'eraan verbonden niet denkbeeldige,
geiwar, dat hiervan een ongewenschie
crediet-inflatie het gevolg zou kunnen
zijn. Hadden de Engelsche autoriteiten
wat eerder water in den wijn gedaan,
in dier voege dat zij zich bere d zouden
hebben verklaard ook hunnerzijds goud
op te nemen, zeer waarschijnlijk zou
het dan niet zoo ver zijn gekomen. Nu
echter werd er een groote onrust ge
schapen omdat men zich terecht reali
seerde dat een dergelijken stap op
nieuw tot groote verstoringen aanlei
ding zou geven. Daarbij kwam echter
nog een andere factor en wel de moe -
lijkheden welke de Amerikaansche
overheid het particuliere bedrijfsleven
in den weg legde in de vrije uitoefè-
ning van het bedrijf, terwijl d,aarnaast
een niet te loochenen drang naar staats-
social sme viel waar te nemen. Wel
moet worden toegegeven dat den laat-
sten tijd dit streven minder sterk op
den voorgrond treedt, maar in de pe
riode dat het Amerikaansche bedrijfs
leven bloeide, bjeteekende dit duide
lijk waarneembare streven een ernsti
ge rem voor een rust'ge ontwikkeling
van het particulier initiatief. Brengt
men voorts nog in herinnering de zeer
groote blijken van instemm'ng welke
Uit het Engelsch van
PAUL TRENT.
76).
„Je moest heel gelukkig zijn. Ik zou
graag willen dat je me vergaf wat ik
gezégd heb toen we elkaar de eerste
keer spraken. ïk was mezelf niet. Ik heb
Guy daarna ontmoet. Ik ging er heen
met de bedoeling hem terug te krijgen.
Ik schaam me voor mezelf. Ik had beter
moeten weten. Ik heb hem één keer in
den steek gelaten toen hij mij noodig
had. Hij zat in groote moeilijkheden en
ik vergrootte die nog inplaats van hem
te troosten. Maar ik ben niet jaloersch
op jou. Valda, Guy heeft mij lief".
Stella sprak met zoo'n kalme zeker
heid, dat Valda zich bitter gegriefd
voelde. „Ja, maar toch gaat hij met mij
trouwen", zei ze heftig.
„Ja, en Guy zal een goede man voor
ie .fijn. Maar altijd zal hij in zijn droomen
mijn gezicht zien. Hij zal altijd mij blij
ven lief hebben. Vindt jij dat Guy er den
man^ naar is om ooit te veranderen?"
eindigde Stella minachtend.
„Waarom zeg je, dat Guy van jon
houdt? Heeft hij dat gezegd?" vroeg
Valda zenuwachtig.
„Wat ken j'e hem weinig als je dat ge
looft, Hij is gebonden aan jou en zou
liever sterven dan een woord zeggen
de markt deed. Het is bekend dat deze
laatste emissie geen onverdeeld succes
is geworden en dat er nog een zeer
behoorlijk bedrag van „boven de markt
hangt," Toch kon worden onbemerkt,
dat die debiteuren t.w. publiekrech
telijke lichamen welke met een- 3
leening kwamen en een betrekkelijk
korten looptijd,' bv. 20 jaren, op pari
koers, zeer goed terecht konden. Een
zeer duidelijk voorbeeld hier van vorm
de de recente uitgifte der 3 leening
Zeeland a 100 Op de vrije -inschrij-
v ngen konden slechts zeer beperkte
bedragen worden toegewezen. Het wa
ren echter niet alleen de publiekrechte
lijke lichamen welke, met uitzondering
van den Staat vrijwel alle hun lèenin
gen in het 3 of 3h type .wisten te
converteeren, maar evenzeer de hy
potheekbanken, welke, nog niet zoolang
geleden, voor werkelijk groote proble
men stonden. Momenteel is de s tuatie
aldus dat zelfs de eerste scheepshypo-
theekbank het aandurft met een pand
brief van het 3 V> type te komen tot
den koers van 99 H En het gold
in dezen niet slechts conversie's van
uitgelote pandbrieven in die van een
lager rente type, maar evenzeer de nog
niet u tgelote of aflosbare pandbrie
ven, waartoe men langs het instituut
der vrijwillige conversie, zijn toevlucht
nam. Het hoeft wel geen betoog dat de
ze gang van zaken op de beleggings
markt niet weinig heeft bijgedragen tot
een verbetering van het hypotheekbank-
bedrijf.
Onder den invloed van bovengenoem
de tendens, kon een stijging van de
lager rentende leeningen natuurlijk niet
uitblijven; vandaar dan ook dat integra
len een vaste stemming ,aan den dag
legden. Wat het jaar echter nog niet
heeft gebracht is de lang verbeide con
vers e der Nederlandsche Staatslee-
ning, waarmede een bedrag van
t 1,800,060,WO is gemoeid. Op du
oogenblik tast men omtrent het oogen
blik en de voorwaarden nog steeds ii.
het duister. Als vaststaand zal men
echter wel mogen aannemen dat het
vrijwel onmogelijk lijkt dat het Rijk,
waar andere en minder goede debiteu
ren zijn voorgegaan, tegen een hooger
rente type dan 3 zou willen conver
teeren.
Het grootste probleem zal echter wel
de looptijd blijven.
Om eindelijk tot de economische si
tuatie van ons land te komen, kan men
opmerken, dat deze bij het scheiden
van het jaar intusschen nog steeds be
vredigend kan worden genoemd.. En
kel cijfers mogen, dit onderstreepen.
In onze zeehavenè bedroeg het goede
renverkeer ruim 30 meer dan het
vorige jaar. De n aanbouw zijnde
scheepsruimte bedroeg dit jaar 60
meer dan het vorige jaar; terwijl ,aan
steenkool voor industrie-doeleinden
ruim 20 meer werd afgeleverd dan
het vorige jaar; voor electrischen
stroom bedroeg het cijfer 12 meer
Onze handelsbeweging stelt echter
duidelijk in het licht dat het met in
zoowel als met uitvoeren, bergafwaarts
gaat. Zoo waren voor het eerste half
jaar 1936 onze invoeren naar het
kwantum gemeten bv. 19 hooger dan
in het overeenkomstige tijdvak van
het vorige jaar; voor November 1937
bedroeg de mport naar kwantum nog
slechts 3 meer dan in November
1936. Voor de exporten staan de zaken
al niet gunstiger; voor de zelfde perio
den waren de cijfers resp. 30 en 5
D t neemt' natuurlijk niet weg dat voot
de afgelöopen 11 maanden van 193?
het totale beeld natuurlijk veel gunsti
ger was dan dat van 1936, Het handels
balanstekort blijkt nl. met niet minder
dan r 137 milKoen te zijn gestegen tol
f 374 millioen. Uit i economisch oogpuni
moet een dergelijke gang van zaken
natuurlijk wordeii toegejuicht gn s
verre te verkiezen boven een eenzij
dige toename van onze exporten. Dit'
neemt niet weg, dat onze exporten
naar verhouding sterker zijn gestegen
dan onze importen. Alles bij elkaar ge
nomen mogen wij- dus over de ont
wikkeling van ons handelsverkeer in
het afgeloopen jaar n et klagen. Deze
betere gang van zakenkwam ook tot
uitdrukking in het terugloopen v.an het
tekort op onze clearing met Duitsch-
land. Door de ^aanzienlijk vergroote
importen uit difHand nl. werd het mo
gelijk de achterstallige vorderingen in
den vorm van „Sonder- en Treuh&hoer
konto" tot l'quidatie te brengen, waar
van zooals te begrijpen viel, een be
drag vrij kwam dat kon worden aange
wend voor het vergrooten van onze
exporten op dit land. Het is nu maar
te hopen d.at de stagnatie welke onze
importen en exporten in de laatste
maanden ondervinden, niet van blij
venden invloed zijn en dat het zoo
mist afgesloten clear'ng-verdrag mei
Duitschland tot de wederzijdsche goe
derenruil tusschen beide landen za
mogen bijdragen.
Wat onze groothandelsindex betreft
deze steeg sedert de depreciatie me
rond 22 pet.; in het afgeloopen jaa
echter nog slechts met 4 pet;; voordien
dus met 18 pet. Waar gjsnoemde 27
pet, ongeveer correspondeert met het
depreciat e percentage van den gulden
ad 18 pet., kan men dus stellen, dat
momenteel de prijzen van groothandels
goederen in goud uitgedrukt zich onge
veer op het niveau van vóór de de
preciatie bewegen. Het hoeft wel geen
dat niet eerlijk tegenover jou was. Maar
er zijn geen woorden noodig. Zijn oogen
hebben gesproken. Ik heb in zijn ziel ge
zien en wat ik daar zag, heeft mij gerust
gesteld. Ik haat je zelfs niet, Valda Ik
heb eigenlijk meer medelijden met je.
Je zult spoedig ervaren dat je alleen
maar een schim van een- man hebt, en
dat alles, wat de moeite waard is om te
bezitten, aan mij toebehoort".
„Gu'y wordt mijn man. Hij zal altijd
bij mij zijn. Zijn kussen zullen voor mij
zijn".
„Maar zijn z;el zal van mij zijn", rier
Stella met plotselinge drift. „En als hij
sterft zullen zijn gedachten naar mi;
gaan en niet naar de vrouw aan zijn zij
de"
„Ik haat je. Maar je liegt. Kijk mij
aan".
Valda stond op, bewust van haar
schoonheid.
„Kijk naar mij. Kijk naar mij en ont
ken eens dat ik zijn liefde kan winnen.
Ik ben niet bang voor je. Hij heeft mijn
lippen gekust met hartstocht. Ik zal hem
gauw met vaste banden gebonden heb
ben".
„Maar mijn banden zijn die van den
geest", antwoordde Stella kalm en haar
oogen gingen langs Valda's mooie ge
zicht. Toen voegde ze er beslist bij: „Je
hebt Guy door een of andere truc ge
wonnen".
„Dat is een leugen. Ik heb hem zijn
vrijheid aangeboden".
Weer is een jaar voorbij en gaat een nieuw beginnen,
Een ander tijdsbestek gaat 't oude overwinnen.
Het oude jaar gaat heen; het legt het bijltje neer.
We hebben het gehad en krijgen 't nimmer weer.
We peinzen even na, wat het ons in het leven
Aan voor- en tegenspoed zooal wel heeft gegeven.
We kijken even om en zien het oude jaar
En alles wat het gaf en nam zoo na elkaar.
Veel hoop werd niet vervuld; illusies zijn ontnomen.
Heel veel, dat werd verwacht is anders uitgekomen.
Een zaak, met zorg gebouwd, viel waardeloos ineen,
Een band werd losgerukt, die hecht en stevig scheen.
Een vriendschap ging teloor, een liefde werd verbroken,
Die eens in zonneschijn en vreugde was ontloken.
Een kind, een bloedverwant, is van ons heengegaan,
Een bede om behoud werd somtijds niet verstaan.
Zoo ging het oude jaar, zoo vloden de getijden.
We hebben 't zoo aanvaard, 't verdriet met al zijn lijden,
En ookde vele vreugd, die 't oude jaar ons bracht,
Een zorg, die werd verlicht, herstel van lichaamskracht,
Een held're dageraad, die velen zagen gloren,
Een onverwacht geluk, een kind, dat werd geboren,
'n Succes, dat werd behaald, een werk, dat werd bekroond,
Een studie, lang en zwaar, die glansrijk werd beloond,
Een rampdie werd verhoed, een echt die werd verbonden,
Een bede, die verhoord, een hart, dat werd gevonden.
We hebben 't zoo aanvaard, zoo voor- als tegenspoed
We werken immer door, we zijn van goeden moed.
We trachten, waar het kan, het goede na te streven,
Want dat slechts kan op' 't end den mensch voldoening geven.
We zijn van goeden moed en staan opnieuw weer klaar.
Dus zien we met een lach naar 't komend nieuwe jaar.
Lange Jan.
betoog dat voor zoover in dezen in
dex, in- en u tvqergouderen te laman
zijn verwerkt, eerstgenoemde een be
langrijkere stijging in gedeprecieerde
guldens te zien geven d.an laatstge
noemde.
Onder den invloed van de stijging
van den groothandelsindex kon het niet
uit blijven dat ook de kleinhandels-in
dex, aangevende de kosten van levens
onderhoud een stijging moesten onder
gaan. In het algemeen kan men zeggen
dat deze binnen zeer redelijke grenzen
bleef. Sedert den 26 September 1936
bedroeg de stijging voor voedingsmid
delen n.l. niet meer dan 5% pet.
Dat ook onze goederenmarkten de
reactie's welke in het"': buitenland vie
len waar te nemen, moésten meemaken,
is tp begrijpen; een bééld van deze
prijsdal'ng geeft het door Moody bere
kende indexcijfer. Dit bereikte in April
met een cijler van 228.1 den hoo<fsteis
stand, om daarna geleidelijk te dalen
tot 145; een teruggang dus van niet
minder dan 35 pet.
Zeer gunstig kon het jaar 1937 v:.or
Indië worden genoemd. D't land kreeg
de volle baten te incasseeren voor de
offers welke het gedurende de depres
siejaren in groote lijdzaamheid had
gebracht. Waar het Neder!,andsch-In-
dische volksinkomen vrijwel geen an
dere bron kent dan de arbeid besteed
aan alle producten, den exportsfeer be
treffende, kan men de welvaart v.an
dit land feitelijk zonder meer aflezen
aan de grootte van zijn exporten. En
dan leeren de besch'kbare cijfers van
de eerste 9 maanden van 1937 dat de
uitvoer steeg van f 416 millioen tot
f 746 millioen, terwijl de invoeren
slechts toenamen met f 165 mili'oen
tot f 365 millioen. Aldus kon het ex
portoverschot de kurk voor alle aan
het buitenland te verrichten betalingen
toenemen v.an f 200 millioen tot
f 330 millioen. Deze gunst'ge gang van
zaken moest behalve op een snelle ver
mindering van de schuld aan het moe
derland, leiden tot een zeer sterke
koersstijging van- de Indische cultuur
fondsen hetgeen ook inderdaad het ge
val was. Met uitzondering van de sui
kerfondsen -welk product eerst in
een veel latere fase een belangrijke
prijsverbetering te zien gaf, en daarna
weer ten zeerste w rd gehandicapt door
het conflict in het Verre Oosten kan
men zeggen dat vrijwel alle andere
fondsen van dezen gunstigen gang van
zaken hebben "geprofiteerd. Hieraan
kw,am pas een einde toen onder den in
vloed van omstandigheden, welkt wij in
het heg n van ons betoog naar voren
brachten, de prijsdalende tendens inzet
te, een tendens die daarna nog dooi
de groot politieke 'strubbelingen werd
verscherpt en dfé cr tenslotte toe leid
de clat op verschil],ende dagen van het
j&ar, op de beurs stemnmigen,..vielen
waar te nemen de in ernstige mate
herinneringen aan het- catastrofale jaar
1929 w,akker riepen.
Begin Januari ingezet op eeri niveau
van 251 de zgn. Telegraaf index
voor eene combinatie van u teenloo-
pende fondsen steeg deze in Maart
tot 265, daalde daarna in April weer
tot 236, cui ten slotte in Augustus' bel
hoogtepunt met 273 te registreeren. Op
26 November was dit cijfer reeds ge
daald tot 206. Eerst in December kon
er onder den invloed van de m nder
alarmeerende berichten uit - Arne hka
eenig herstel plaats vinden waardoor
de index het einde van het jaar toch
nog met 230 sloot. Men kan dus stel
len dat het gemiddelde koerspeil thans
cTea 80 pet. van het hoogste in 1937
bereikte niveau bedraagt, doch nóg al
tijd 40 pet. boven het nive,au van voor
de depreciatie.
Tenslotte laten we nog enkele koer
sen volgen, van einde 1936 en einde
1937. Unilever 167146; HVA 457-
448; Amsterdamsche Bank 159154;
Rotterd. Droogdok 194199; Java
Cultuur 187—171; ATTU 44%—46J4:
Philips 288—302; Kon, Petr. 415—<373;
Del' Mij. 317297;i Holl, Am. Dijn
129113; Scheepvaart Unie 108125,
„Toen hij wist dat ik vrij was?"
„Ja".
„Dan beschouwde hij zichze'f nog aan
;ou gebonden met zijn eer, en ik respec
teer er hem te meer om, dat hij jou niet
voor mij heeft opgegeven. Ga zitten en
schrijf hem. APeen maar om te zeggen
dat je je vergist hebt dat je ontdekt
hebt, dat je eigenlijk niet van hem
houdt. Over een uur zal hij in mijn ar
men zijn Je durft hem die kans niet ge
ven. Waarom vroeg je me om hier te
komen?"
„Dat weet ik niet".
„Een onrustig geweten, vermoed ik.
Ie hebt eens van me gehouden".
„Ik wou dat je wegging", zei Valda
driftig.
„Ieder woord, dat Stella gezegd had,
had haar wreed gewond, want ze wist
-lat ze waar waren. Ze had haar mede
dingster laten komen en die had langs
de geheele lijn gewonnen. Dit was de
laatste keer dat ze Stella wilde ont
moeten.
„Goeden dag", zei ze koel en verge-
ze'de haar naar de gang.
Zij schrokken van een luid gebel en
Valda's eerste gedachte was, dat het
Guy wel eens kon zijn. Wat moest ze
doen? Ze moest in ieder geval 'n ontmoe
ting vermijden tusschen hen.
„Wil je even in mijn s'aaokamer
wachten? Je kunt er uit gaan als da be
zoeker binnen is", stelde ze nerveus
voor.
„Goed", zei Stella koel.
Het licht werd opgedraaid en de deur
zacht gesloten. Er werd weer gebeld
en ze haastte zich open te doen.
Baron Branden stond voor haar en
glim achte minzaam.
„Trek uw mantel aan en ga terstond
mee naar mijn huis", zei hij en de woor
den waren een bevel.
„Ik kan niet meegaan. Ik ben moe",
antwoordde zij ongeduldig.
„Hallam is er. Mischieji maakt dat
verschil. De prins wil je spreken."
„Ik wensch hem niet te zien".
„Dat is-niet eerbiedig. Hallam moet
doorgaan met voor ons te werken. Hij
heeft het prachtig klaargespeeld van
avond. Ik heb de oorlogsplanne: van
den admiraal".
„Praat, niet zoo hard", riep Valda
verschrikt.
„Is er iemand hier?" vroeg de baron
achterdochtig,
„Niemand".
„Dan is het in orde. De prins heeft
besloten dat u en Hallam samen moe
ten werken. Het kan noodig zijn. dat
Hallam weet, dat u in Duitschen dienst
®s"'
„Stil toch", riep ze scherp.
„Hei geeTt niets Hij is absoluut
in onze macht en u ook. Ik ben nu niet'
in een stemming voor nonsens. Ga da
delijk mee. U moet Hallam overhalen
en als u daar niet in slaagt, des te erger
voor u".
„Goed, ik zal meegaan", zei ze ze
nuwachtig. Ga naar beneden en ik zal
volgen. Ik kom dadelijk".
„Goed".
Valda wachtte tot hij buiten was en
bleef toen voor de deur van haar ka
mer staan. Maar ze kon niéts winnen
met uitstel, dus ze ging naar binnen. Ze
hoefde niets te vragen.
„Heb je het gehoord?" vroeg ze ma
chinaal.
„Alles. Ik zal wachten tot je terug
komt".
„Dat kon wel eens heel laat zijn",
„Ik zal toch wachten. Tijd komt er nu
niet op aan", zei Stella vermoeid.
Valda wierp een avondmantel om en
snelde den baron achterna.
Dat Stella alles wist was gevaarlijk,
maar dat was van later zorg, want nu
was er een nog dringender probleem*
Guy mocht niet weten dat zij o-oit in Ge
heimen Dienst was geweest.
„Ik heb er nog eens over gedacht", zei
ze tegen den baron, toen de auto weg
reed. „Hallam hoeft niet te weten dat
ik ooit voor u gewerkt heb. Laat hij den
ken dat ik pas begin. Wilt het aan mij
overladen om met hem te onderhande
len? Alleen zal ik meer kans op succer
hebben".
en
fWordt vervolgd).