Gevaarlijk spel.
KRONIEK van den DAG.
r ^TVr
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 21 DECEMBER 1937. No. 300.
De politieke problemen onzer Zuider
buren, voortspruitende uit het dualisme
Vlaamsch-Waalsch, zijn momenteel wat
naar den achtergrond gedrongen door
nieuwe financieele moeilijkheden. De be
grooting, welke minister De Man een
week of zeven geleden indiende, had een
provisorisch karakter. Ze sloot op papier
min of meer, doch er werden een heele
boel uitgaven, welke diverse in statu
nascendi verkeerende sociale maatrege
len zullen vereischen, niet in verdiscon
teerd. Op 't oogenblik ziet men duidelijk
aankomen, dat er groote tekorten zullen
ontstaan, tenzij er nieuwe bronnen van
inkomsten worden geschapen. Minister
De Man heeft uit dezen hoofde reeds la
ten weten, dat het zijn plan is, meer uit
de indirecte belastingen te halen. Ver
moedelijk zal hij niet minder dan een
half milliard franken 30 millioen gul
den) moeten probeeren te vinden, om
aan het einde van het nieuwe begroo-
tingsjaar de rekening te laten kloppen.
BINHENL&N8L
SPERREGELING
1 mmm,
üt&DELBURG.
DE COMMANDANT VAN DE
Koninklijke belangstelling.
VIJFJARIG BESTAAN LUTHERSCHE
MEISJESCLUB.
Opvoering van een bijbelspel.
VUSStNGEtl,
(Wordt vervolgd.)
Financieele moeilijkheden
in België.
De regeering deelde ook bereids me
de, dat zij geen enkele nieuwe uitgave
meer zal toelaten, zonder dat het par
lement tegelijkertijd aangeeft, hoe de
gelden er voor gevonden moeten wor
den. Daarover nu ontwikkelt zich een
vinnigen politieken strijd tusschen de
meerderheid van katholieken en libera
len eener- v.n de socialisten anderzijds.
Van katholieke zijde geeft men te ken
nen, dat men onder geen enkele voor
waarde nieuwe belastingen zal goedkeu
ren, terwijl van socialistische zijde be
toogd wordt, dat, wat er ook moge ge
beuren, de sociale politiek moet worden
voortgezet en dat de middelen maar
moeten worden gehaald waar ze zijn.
De socialisten zouden desnoods door
stortingen van de bedrijven zelf de so
ciale politiek welke zij voorstaan willen
verwezenlijkt zien. Dergelijke heffingen
én zuiver fiscale heffingen komen na
tuurlijk op hetzelfde neer. Van liberalen
kant is onen al even sterk tegen nieuwe
belastingen, omdat deze ongetwijfeld het
zakenleven opnieuw zouden hinderen en
den middenstand treffen. Men vreest
overigens ook een nieuwe uitbreiding
van de werkloosheid, wat nieuwe uit
gaven noodig zou maken.
De begrooting voor 1937 bedroeg
10.904 millioen en het staat niet vast,
dat er geen tekort zal zijn. Voor 1938
wordt aan uitgaven volgens de begroo
ting. 11.317 millioen voorzien, doch in
werkelijkheid zal het volgens bereke
ningen van den katholiek De Winde
11.800 millioen worden. Men weet dat
in België de loonen van het personeel in
openbaren dienst mede berekend wor
den naar de schommelingen van het in
dexcijfer, zoodat, indien dit index-cijfer
zooveel hooger wordt, dat bij de loonen
5 moet worden bijbetaald, het tekort i
nog met ettelijke millioenen zal toene- i
men. Er zijn thans 149.613 personen in
Staatsdienst en in 1938 wordt 2.592
millioen geraamd voor hun loonen en sa
larissen.
De verschillende partijen die aan het
bewind zijn, n.l. katholieken, socialisten
en liberalen zouden in zekere mate nog
wel een compromis kunnen vinden, des
noods gesteund op de invoering van
nieuwe belastingen, doch het publieks
bevindt zich in een toestand dat het van j
geen nieuwe belastingen wil weten, om- j
dat een peil is bereikt dat het maximum
schijnt van zijn draagkracht. Het onthaal
dat is te beurt gevallen aan het gerucht
alleen dat de minister van financiën met
nieuwe belastingen op zak liep als kerst
geschenk, heeft een storm van protest
doen opgaan. Men zal er dus nog wel
eens over nadenken. Het Belgische pu
bliek is opnieuw ontredderd en heeft
geen zin meer om te onderscheiden, te
68).
Uit het Engelsch van
PAUL TRENT.
Hij keek haar na toen ze de kamer
verliet en werd zeer ernstig.
„Kom binnen, Sylvester."
Een paneel in de wond gleed weg en
Sy vester kwam te voorschijn,
„Heb je alles opgeschreven?" vroeg
de admiraal.
„Ja mijnheer".
„Wat denk je er van?"
„Het beste werk, dat we in jaren ge
had hebben. Maar ik heb de papieren
niet gezien".
«Je zult ze wel interessant vinden".
Sylvester vertelde hem nu van het be
zoek van Stella Cameron den vorigen
avond.
„Ik ben er van overtuigd, dat ze ge
komen is om het weer goed te maken
met Hal am", eind'gde hij.
„Dat spijt me voor het meisje, maar er
is geen gevaar. Ik ben zeker van Hal
lam".
,Dus ik kan aan juffrouw Cameron te-
lefoneeren?"
„Zoo gauw als u wilt", antwoordde de
admiraal opgewekt, maar hij werd weer
spoedig ernstig. „We zullen Hal'am op
een schip moeten benoemen, het is be
ter, dat hij uit den weg is".
„Dat is een góed idee, mijnheer. Als er
oordeelen. Het heeft het gevoel dat alle
billijkheid is verdwenen bij het beheer
van de openbare belangen. Het ziet nog
maar alleen dat b.v. degenen, die spaar
zaam zijn geweest en renten hebben ge
vestigd met hun spaarpenningen, in ar
moede zijn gedompeld tengevolge van
de devaluaties, en dat aan hen niet
wordt gedacht.
Het publiek is ook scherp gekant te
gen een politiek, die de Spoorwegmaat
schappij wil verplichten voor honderd
duizenden oud-strijders, die reeds vele
voordeelen genieten op het gebied van
pensioenen, en openbare betrekkingen,
belangrijke tariefsverlagingen toe te
staan, en anderzijds den gewonen bur
ger die niet om een of andere reden van
een verlaagd of kosteloos tarief geniet,
wil onderwerpen aan een verhooging
van ongevper 20 percent. De regeering
heeft deze tariefsverhooging nog niet
goedgekeurd, doch zij schijnt een besluit
in dezen zin te zullen nemen.
Zoo is éen latente crisis ontstaan, wel
ke tot conflicten kan leiden die een her
groepeering van de politieke krachten
in België tot gevolg kunnen hebben.
DE VIERING VAN DE BLIJDE
GEBEURTENIS.
,,De Princevlag" meldt:
Nu de regeering tijdig heeft medege
deeld, wat voor leger en vloot en voor
alle regeerintfsdiensten- en instellingen
de voorschriften zijn omtrent de viering
van de geboorte van een prins of prin
ses richt het hoofdbestuur van „De
Princevlag' zich tot alle gemeentebe
sturen en alle particuliere instellingen
en bedrijven en óver «ons tot de «Jeh^e-
le bevolking van Nederland en koloniën,
met het verzoek in navolging van de
overheid, eveneens den dag of indien
niet anders mogelijk den middag van
den dag volgende op dien van de ge
boorte te bestemmen tot een clag van
dankbaar gedenken en blijde feestv e-
ring. Zou de geboorte op Zaterdag val
len dan komt uiteraard de Maandag
voor de viering in aanmerking. Indien
zulks overal tijdig wordt bepaald, kun
nen alle instanties en vereen gingen
enz, enz* daarmede rekening houden.
„De Princevlag" verzoekt de bevolking
voorts, de vlaggen gereed te houden
teneinde dezer zoodra er gelukkige tij
ding komt uit het prinselijk gez n, on
middellijk en overal te kunnen uitste
ken, Waar bij vorige gelegenheden is
gebleken, dat het verstrekken van
staaltjes van het. historisch, luist ge
kleurde vlaggedoek in een behoefte
voorziet (inzonderheid w,at de kleur
blauw van de rood-w t-blauwe vlag bs-
treft) kan men deze ook thans weer
aanvragen tegen inzending van 3 ct,
aan postzegels voor portkosten. Men
wende icn tot den secretaris v.an het
hoofdbestuur den heer H, K. van Min
nen, Hofsingel 18 te Vlaardingen.
BROOD V EKKOQPERSBEBKIJF,
De minister van economische zaken
heeft bepaald, dat het verboden 's een
inrichting, waarin het broóaverkoopers-
bedrijf al dan niet uitsluitend zal wor
den uitgeoefend, voor zoover die uit
oefen ng betreft, te vestigen zonder
vergunning v.an den minister.
Onder de uitoefening van het brood-
verkoopersbedrijf wordt voor de toe
passing van deze beschikking verstaan
het in voorraad hebben anders dan
voor eigen gebru'k, of het aan het pu
bliek verkoopen van brood, anders dan
uit eigen bakkerij afkomstig, met uit
zondering van het in voorraad hebben
of het aan het publiek verkoopen van
brood, uitslu tend dan wel in hoofd
zaak bestemd voor verbruik ter plaat
se.
"Kt-
n,ef Neder/ ^44^GfSppf„
°ndereZr:nd^-'ndië e„
20 h """'Ogen h e"kele
k Cen,ber
nl'Chti»aen Janu*ri
pp-
(Ingez. Med.
nu vanavond maar geen kink in den ka
bel komt."
„Bij de inbraak?" zei de admiraal la
chend.
„Ik moet nu weg, Hallam luncht thuis.
Ik wil met hem in aanraking' blijven. Het
is zenuwachtig werk mijnheer",
„Dat is het. Maar het zal gauw gedaan
zijn. Ze zijn niet op hun gemak op het
ministerie van buitenlandsche zaken.
Over een paar dagen zullen onze sche
den „in <*ienst worden gesteld en
„Dan komt de oorlog. Ik weet niet
eens of ik het wel zoo naar vind We
zullen dan tenminste de resultaten zien
van al die jaren ingespannen arbeid"
„Ik ben niet bang", zei de admiraal
met rustig zelfvertrouwen.
Sylvester ging naar Ryderstraat te
rug, waar hij met Hallam lunchte.
„Komt u van de admiraliteit?" vroeg
de laatste.
„Ja juffrouw Glyn is daar g'eweest. De
resultaten overtreffen verre onze ver
wachtingen. De admiraal is zeer in zijn
schik".
„Daar ben ik blij om", zei Guy, maar
hij begreep dat dit zijn lot besliste.
Valda had eerlijk haar deel van de
overeenkomst uitgevoerd, nu was het
zijn beurt. Wat voor reden kon er zijn
om nog langer uit te steUen?
„Wij weten nu, dat Furber het draad-
'ooze rapport aan de Duitschers gaf",
g'"ng Sylvester voort.
„Dus ik ga vrij uit?"
j BURGERWACHT ONDERSCHEIDEN,
j Alvorens gisterenavond de Middel-
burgsche Burgerwacht met haar
i oefening begon heeft in het oefenings-
lokaal een plechtigheid plaats gehad,
waarvoor niet alleen het bestuur
der plaatselijke burgerwacht, doch ook
de heer D. L. H. van Raalte uit Vlissin-
gen voorzitter van de provinciale orga
nisatie van burgerwachten en lid van net
bestuur van den Nederl. Bond van Vrij
willige Burgerwachten, naar de bijeen
komst waren gekomen.
De voorzitter van de plaatselijke bur
gerwacht, mr. W. F. E. baron van der
Feltz, heette allen welkom en dit spe
ciaal den heer van Raalte, wijzende op
de bijzondere aanleiding tot deze bij
eenkomst, waarvoor hij den heer Van
Raalte het v/oord verleende. Deze be
gon met er aan te herinneren, dat het
dag. bestuur kortgeleden een aantal on
derscheidingen heeft toegekend, waar
onder het kru;s van verdienste aan den
heer Voorthuijzen, commandant der Mid-
delburgscbe Burgerwacht.
Alvorens over te gaan tot de uitrei
king van dit Kruis, wat het Bondsbe-
stuur hem had verzocht, gaf spr. nog
een inzicht in hetgeen het instituut Bur
gerwacht is. Het zijn zuiver olaatseliike
organisaties en voor zoover dit met hun
doelstelling is overeen te brengen, auto
noom en geheel door particulier initia
tief van onderop vrijwillig ontstaan. He!
primaire doel was en is nog te zijn een
steun voor den burgemeester, ter
ondersteuning van zijn taak tot handha
ven van de openbare orde. De Centrale
regeering gaf spoedig leiding, steun
werd verleend en het instituut van in
specteur ingesteld. Een centraal li
chaam werd ingesteld in den vorm van
den Bond. Dat deze ten doel heeft de
oprichting van burgerwachten te helpen
bevorderen en het burgerwachtwezen
zooveel mogelijk in goede banen te lei
den, spreekt vanzelf. De onderscheidin
gen zijn een blijk van waardeering en
voor anderen een aansporing om goed
voorbeeld te volgen. Dat deze onder
scheidingen de instemming der regee
ring hebben, moge blijken uit het fe t
dat het militairen geoorloofd is, de er
aan verbonden uiterlijke eereteekenen,
op de uniform te dragen.
„Ja, en ik feliciteer u hartelijk. Maar
nog een woord van waarschuwing. Als u
Furber ontmoet doe dan gewoon tegen
hem. Hij mag niet vermoeden, dat wij
iets weten. Er is besloten, dat hij in
dienst blijft."
„Is dat niet gevaarlijk?"
„Gevaar'ijk voor onze vijandenzei
Sylvester nijdig.
„Hoe staat het met de plannen voor
vanavond?"
„Ik ga naar den baron om dien mijn
heer Sinclair te ontmoeten. Hij telefo
neerde me dat ik er om half drie moest
zijn".
„Ik zou dat heerschap ook wel eens
willen zien".
„Het moet iemand zijn, die op de
hoogte is van marinezaken", zei Guy na
denkend. Hij had een la opengetrokken
en er een dikke bundel banknoten uit
benomen, die hij aan Sylvester overhan
digde.
„Wi't u dit aan den admiraal geven?"
„Van den baron?"
„Ja. Hij is noSal royaal geweest", ant
woordde Guy glimlachend.
Een bediende meldde het bezoek van
S-r George Grantson,
„Ik maak dat ik weg'kom. Ik heb er
niets geen behoefte aan om den ouden
heer te z-en zei Sylvester haastig.
Guy verlangde evenmin om zijn wel
doener te ontmoeten, maar wilde he'
qpderhoud niet vermijden. Sir Georgr
keek hem verwijtend aan, toen hij ging'
zitten.
Zich richtende tot den heer Voort
huijzen zeide hij, dat het hem werkelijk
een groot genoegen is, in dit geval ah
tolk van het Bondsbestuur op te treden,
omdat aan den heer Voorthuijzen de
hoogste onderscheiding van den Bond
is toegekend.
De Middelburgsche Burgerwacht
heeft, na zijn oprichting, eind 1918, een
korte periode van voor dien tijd be
hoorlijke ontwikkeling gekend. Daarop
s een inzinking gevolgd, die met slapen
een zeer groote overeenkomst had, en
een lid van het burgerwachtbestuur be
weerde in den Gemeenteraad dat aan
subsidie van gemeentewege geen be
hoefte bestond, terwijl men toch beter
zou kunnen organiseeren als de geld
middelen beter vloeiden. Sedert de heer
Voorthuijzen het commando op zich
heeft genomen, is er te Middelburg een
Burgerwacht ontstaan, die met die in
de provinciesteden een vergelijking kan
doorstaan. De heer Voorthuijzen heeft
kans gezien van niet een belangrijk iet
te maken en door zijn takt, de kunst om
zijn medewerkers te bezielen, zijn ijver
en volharding hebben er toe medege
werkt, neen, hebben uitsluitend be
werkt, dat de Middelburgsche Burger
wacht, thans met zijn geüniformeerd
mobiele Vendel, is gegroeid tot een or
ganisatie, die in zijn handen voor de
burgerij een geruststelling zal zijn, in
dien de omstandigheden het onverhoopt
nocdig zouden maken, dat de overheid
een beroep op haar doet. Spr. reikte het
Kruis van Verdienste over, onder het uit
spreken van den wensch, dat het de Mid
delburgsche Burgerwacht gegeven mo
ge zijn, onder het toegewijd commando
van den heer Voorthuijzen uit te groeien
tot een in zijn soort modelorganisatie.
Spr. had intusschen den heer Voort
huijzen het kruis op de borst gespeld en
de aanwezigen hadden ingestemd met
een door hem ingesteld „Lang leve de
heer, Voorthuijzen."
De voorzitter wees er op, dat als de
burgerwacht is, wat zij nu is, dit voer
een groot deel te danken is aan het
voortdurend werken van den comman
dant, wat nu ook is doorgedrongen tot
het bondsbestuur. Waar de huldignn
zeker ook voor de burgerwacht zelve
geldt brengt spr. daarvoor dank aan hei
bondsbestuur.
Een slaap kan goed zijn voor een her
stel van krachten, Spr. brengt hulde aan
den Commandant voor alles wat hij in
het belang van dat herstel heeft gedaan.
De heer Voorthuijzen zeide verrast te
zijn, toen hij kort geleden het eerste be
richt der ondersche:ding krëeg. De goe
de slaap is gevolgd door een rustig en
wel overwogen ontwaken. Spr. werkt
met genoegen voor de Burgerwacht,
maar zou niet s agen als er geen kern
was en als hij geen steun had vooral var>
den secretaris en den instructeur.
Spr. was niet voor uniformeeren zoo
lang' de goede kern ér nog niet was.
Men is nu gereed doch rustig. Spr. hoop
te, dat de Middelburgsche Burgerwacht
moge uitgroeien tot een instituut zooals
het behoort te zijn. Zij heeft zeker alle
reden van bestaan, ai hoopt spr., dat zij
nooit gebnrkt zal behoeven te worden.
De secretaris, de heer I. S. B okpoel
heeft gelegenheid gevonden nog eens de
taak van den commandant uiteen te zet
ten en er op te wijzen dat die taak n et
altijd naar buiten blijkt. De comman
dant heeft groote takt om met de men-
schen om te gaan. Een der factoren is.
dat men den tijd moet hebben om zich
aan het werk te geven.
Spr. wekt dan nog eens op tot groo-
tere deelname aan de oefeningen en
daardoor mede te helpen om de organi
satie nog op hoog'er peil te brengen. Dit
geldt niet het minst voor het zich be
kwamen in den luchtbeschermingsdienst-
„Je hebt me le.elijk verwaarloosd,
jongmensch", begop hij.
„Ik heb het ontzettend druk gehad. Ik
heb juist gehoord, dat ze ontdekt hebben
wie dat draadlooze rapport heeft over
gebracht, dus ik ben onschuldig bevon
den".
„Het doet me buitengewoon veel ple
zier om dat te hooren. Maar mijn jon
gen, je ziet er niet opgewekt uit. Heb je
het al aan juffrouw Cameron verteld?
Het arme kind zal dol van blijdschap
zijn".
„U lvergeet mijnheer dat ze mei
Furber gaat trouwen",
„Die vervloekte Furber! Een aardig
meisje als Stella kan niet van zoo'n ven
houden", zei Sir George minachtend.
„Toch heeft ze hem beloofd zijn vrouw-
te zullen worden."
„Uit dépit. Ze houdt van jou, Guy.
Telegrafeer haar dadelijk. Waar is ze?'
„In de stad. In het Langham hotel
denk ik."
„Dan gaan we daar dadelijk naar toe.
Ga mee."
„Dat kan ik niet. Ik ben verloofd met
juffrouw Glyn".
„Verduiveld!" Hij hield op. „Daar ge
loof ik niets van', zéi sir 'George be
slist.
„Het is waar".
„Dan ben je krankzinnig. Ik geef toe,
dat juffrouw Glyn een. mooi meisje is,
maar ik zou haar nooit tot jouw vrouw
kiezen."
„Ik heb haar gekozen, mijnheer, we
De heer Van der Feltz bracht nog dank
aan den heer van Raa.te voor hetgeen
hij heeft gedaan in het belang van het
verkrijgen van de uniformen.
Nadat allen op de gevoel ge plaat wa
ren vereeuwigd, werd met de schiet
oefeningen een aanvang gemaakt.
Naar wij vernemen heeft H.M. de Ko
ningin door het schenken van een be
langrijke gift blijk gegeven van Hare
groote belangstelling in het 100-jarig ju
bileum van de „Loterij van Vrouwelijke
Handwerken". Deze instelling zal, zoo
als reeds gemeld, in Februari a.s. voor
de 100ste maal een loterij houden.
De Luthersche meisjesclub viert dit
jaar haar eerste lustrum. Dit heugelijke
feit heeft men gisteravond op passende
wijze in de Luthersche kerk herdacht
met de opvoering van een bijbelspel, sa
mengesteld door den heer A. Bosdijk.
Dit bijbelspel „Alzoo lief had God de
wereld" geheeten, is een aaneenschake
ling van tableaux, niet behandelend een
bepaald gedeelte uit den bijbel, doch als
het ware verkondigend vele wonderen
Gods, die de Bijbel tot ons brengt.
De zonden der menschen vormden het
eerste deel. der tableaux, opgevoerd door
de oudere meisjes. De tableaux waar
mede de meisjes de bijbelverhalen in de
gedachten wisten op te roepen, gaven
een zinnebeeldige voorstelling van de
Schepping, de betreding van het pad der
zonde en de toorn Gods. Het verhaal van
Jozef, zijn droom, verstooten en ver
kocht door zijn broeders en zijn verdere
lotgevallen omvatten verschillende ta
bleaux. En zoo waren er nog andere bij
belverhalen die tot ons gingen spreken.
Nu was dit bijbelspel geenszins een
opeenvolging van tableaux zonder meer.
Integendeel, de bij de tableaux behoo-
rende tekst werd uitgesproken door ds.
C. F. Nolte, hetgeen een aandachtig aan
schouwen ten zeerste deed ten goede ko
men. Afwisselend vioolsoli van mevr.
Bonthuis-Dhont en solozang van mej.
Riek Caro, hebben voorts tot de wijding
van het geheel niet weinig bijgedragen.
Ook heeft mej. Caro met eenige soli voor
en na het spel, c.a. met Hirten Wiegen
lied en met Panis Angelicus van Cesar
Franck nog veel te genieten gegeven.
Bovendien hebben het meisjeskoor en
het strijkorkest onder leiding van den
heer Bosdijk alsmede de begeleiding
door de heeren v. Noppen en v. Vlaan
deren, met hun muzikale illustraties de
te aanschouwen gegeven tableaux nog
in waarde doen toenemen.
Na een korte pauze waren het voor
namelijk de kleinere meisjes, die het
-tweede deel „Christus' komst" in ta
bleaux uitbeeldden. Het verhaal van
Christus geboorte, door de solisten, het
meisjeskoor en het orkest ten gehoore
gebracht en door de meisjes in beelden,
verkondigd, was in zijn eenvoud treffend
en voL schoonheid. De aankleeding en de
uitbeelding der groepen waren voortref
felijk.
Ds. Nolte was zeker de tolk van de
zeer vele aanwezigen, toen hij allen uit
voerenden dank bracht en in het bijzon
der den heer Bosdijk en mevr. Bosdijk-
Reijers voor hun stuwende kracht in
deze.
Een onwelkome bezoeker.
Zondagavond werd de hulp der poli
tie ingeroepen door den eigenaar van
het café „De Beurs" op het Beursplein.
Het bleek, dat één der bezoekers in
dronkenschap het geheele café op stelte
zette en niet alleen den boel vernielde,
doch ook met de andere bezoekers aan
het vechten was geraakt. Tot overmaat
van ramp sloeg hij met zijn vuist een
tweetal ruiten kapot, waa,rdoo!r de
gaan gauw trouwen", zei Guy bedaard.
„Als je niet krankzinnig bent, ben je
idioot en dat is nog erger. Maar ik zal
me niet kwaad op je maken. Je wilt me
zeker niet alles vertellen?"
„Onmogelijk. U moet niet aandringen.
U is heel edelmoedig jegens mij ge
weest. Misschien wilt u uw aanbod weer'
intrekken?"
„Praat geen onzin. Als ik jou niet kon
vertrouwen, zou ik al mijn geloof in de
mensohelijke natuitr. verliezen. Ik zal
geduld hebben tot je me alles zult kun
nen vertellen."
„Dank u. Ik moet nu weg. Ik heb een
afspraak om half drie".
„Weet admiraal Langton alles van je
privé aangelegenheden?" vroeg sir
George scherp,
„Ja", gaf Guy aarzelend toe,
„Nu ga maar. Ik blijf hier een paar mi
nuten rusten".
Toen hij alleen was fronste sir George
de wenkbrauwen. Nieuwsgierigheid was
een gebrek van hem en hij haatte ge-
heimzinnighe'd. Hij had geen bepaalde
afkeer van Valda Glyn, maar hij had on
eindig veel meer op met Stella mis
schien om haar gelijkenis met Guy's
moeder, die hij zich verbeeldde te zien.
Kort daarna reed hij naar den admiraal
en werd na een oogenblik wachten in de
kamer van den admiraal gelaten.