Gevaarlijk spel. KRONIEK van den DAG. r ^TVr TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 21 DECEMBER 1937. No. 300. De politieke problemen onzer Zuider buren, voortspruitende uit het dualisme Vlaamsch-Waalsch, zijn momenteel wat naar den achtergrond gedrongen door nieuwe financieele moeilijkheden. De be grooting, welke minister De Man een week of zeven geleden indiende, had een provisorisch karakter. Ze sloot op papier min of meer, doch er werden een heele boel uitgaven, welke diverse in statu nascendi verkeerende sociale maatrege len zullen vereischen, niet in verdiscon teerd. Op 't oogenblik ziet men duidelijk aankomen, dat er groote tekorten zullen ontstaan, tenzij er nieuwe bronnen van inkomsten worden geschapen. Minister De Man heeft uit dezen hoofde reeds la ten weten, dat het zijn plan is, meer uit de indirecte belastingen te halen. Ver moedelijk zal hij niet minder dan een half milliard franken 30 millioen gul den) moeten probeeren te vinden, om aan het einde van het nieuwe begroo- tingsjaar de rekening te laten kloppen. BINHENL&N8L SPERREGELING 1 mmm, üt&DELBURG. DE COMMANDANT VAN DE Koninklijke belangstelling. VIJFJARIG BESTAAN LUTHERSCHE MEISJESCLUB. Opvoering van een bijbelspel. VUSStNGEtl, (Wordt vervolgd.) Financieele moeilijkheden in België. De regeering deelde ook bereids me de, dat zij geen enkele nieuwe uitgave meer zal toelaten, zonder dat het par lement tegelijkertijd aangeeft, hoe de gelden er voor gevonden moeten wor den. Daarover nu ontwikkelt zich een vinnigen politieken strijd tusschen de meerderheid van katholieken en libera len eener- v.n de socialisten anderzijds. Van katholieke zijde geeft men te ken nen, dat men onder geen enkele voor waarde nieuwe belastingen zal goedkeu ren, terwijl van socialistische zijde be toogd wordt, dat, wat er ook moge ge beuren, de sociale politiek moet worden voortgezet en dat de middelen maar moeten worden gehaald waar ze zijn. De socialisten zouden desnoods door stortingen van de bedrijven zelf de so ciale politiek welke zij voorstaan willen verwezenlijkt zien. Dergelijke heffingen én zuiver fiscale heffingen komen na tuurlijk op hetzelfde neer. Van liberalen kant is onen al even sterk tegen nieuwe belastingen, omdat deze ongetwijfeld het zakenleven opnieuw zouden hinderen en den middenstand treffen. Men vreest overigens ook een nieuwe uitbreiding van de werkloosheid, wat nieuwe uit gaven noodig zou maken. De begrooting voor 1937 bedroeg 10.904 millioen en het staat niet vast, dat er geen tekort zal zijn. Voor 1938 wordt aan uitgaven volgens de begroo ting. 11.317 millioen voorzien, doch in werkelijkheid zal het volgens bereke ningen van den katholiek De Winde 11.800 millioen worden. Men weet dat in België de loonen van het personeel in openbaren dienst mede berekend wor den naar de schommelingen van het in dexcijfer, zoodat, indien dit index-cijfer zooveel hooger wordt, dat bij de loonen 5 moet worden bijbetaald, het tekort i nog met ettelijke millioenen zal toene- i men. Er zijn thans 149.613 personen in Staatsdienst en in 1938 wordt 2.592 millioen geraamd voor hun loonen en sa larissen. De verschillende partijen die aan het bewind zijn, n.l. katholieken, socialisten en liberalen zouden in zekere mate nog wel een compromis kunnen vinden, des noods gesteund op de invoering van nieuwe belastingen, doch het publieks bevindt zich in een toestand dat het van j geen nieuwe belastingen wil weten, om- j dat een peil is bereikt dat het maximum schijnt van zijn draagkracht. Het onthaal dat is te beurt gevallen aan het gerucht alleen dat de minister van financiën met nieuwe belastingen op zak liep als kerst geschenk, heeft een storm van protest doen opgaan. Men zal er dus nog wel eens over nadenken. Het Belgische pu bliek is opnieuw ontredderd en heeft geen zin meer om te onderscheiden, te 68). Uit het Engelsch van PAUL TRENT. Hij keek haar na toen ze de kamer verliet en werd zeer ernstig. „Kom binnen, Sylvester." Een paneel in de wond gleed weg en Sy vester kwam te voorschijn, „Heb je alles opgeschreven?" vroeg de admiraal. „Ja mijnheer". „Wat denk je er van?" „Het beste werk, dat we in jaren ge had hebben. Maar ik heb de papieren niet gezien". «Je zult ze wel interessant vinden". Sylvester vertelde hem nu van het be zoek van Stella Cameron den vorigen avond. „Ik ben er van overtuigd, dat ze ge komen is om het weer goed te maken met Hal am", eind'gde hij. „Dat spijt me voor het meisje, maar er is geen gevaar. Ik ben zeker van Hal lam". ,Dus ik kan aan juffrouw Cameron te- lefoneeren?" „Zoo gauw als u wilt", antwoordde de admiraal opgewekt, maar hij werd weer spoedig ernstig. „We zullen Hal'am op een schip moeten benoemen, het is be ter, dat hij uit den weg is". „Dat is een góed idee, mijnheer. Als er oordeelen. Het heeft het gevoel dat alle billijkheid is verdwenen bij het beheer van de openbare belangen. Het ziet nog maar alleen dat b.v. degenen, die spaar zaam zijn geweest en renten hebben ge vestigd met hun spaarpenningen, in ar moede zijn gedompeld tengevolge van de devaluaties, en dat aan hen niet wordt gedacht. Het publiek is ook scherp gekant te gen een politiek, die de Spoorwegmaat schappij wil verplichten voor honderd duizenden oud-strijders, die reeds vele voordeelen genieten op het gebied van pensioenen, en openbare betrekkingen, belangrijke tariefsverlagingen toe te staan, en anderzijds den gewonen bur ger die niet om een of andere reden van een verlaagd of kosteloos tarief geniet, wil onderwerpen aan een verhooging van ongevper 20 percent. De regeering heeft deze tariefsverhooging nog niet goedgekeurd, doch zij schijnt een besluit in dezen zin te zullen nemen. Zoo is éen latente crisis ontstaan, wel ke tot conflicten kan leiden die een her groepeering van de politieke krachten in België tot gevolg kunnen hebben. DE VIERING VAN DE BLIJDE GEBEURTENIS. ,,De Princevlag" meldt: Nu de regeering tijdig heeft medege deeld, wat voor leger en vloot en voor alle regeerintfsdiensten- en instellingen de voorschriften zijn omtrent de viering van de geboorte van een prins of prin ses richt het hoofdbestuur van „De Princevlag' zich tot alle gemeentebe sturen en alle particuliere instellingen en bedrijven en óver «ons tot de «Jeh^e- le bevolking van Nederland en koloniën, met het verzoek in navolging van de overheid, eveneens den dag of indien niet anders mogelijk den middag van den dag volgende op dien van de ge boorte te bestemmen tot een clag van dankbaar gedenken en blijde feestv e- ring. Zou de geboorte op Zaterdag val len dan komt uiteraard de Maandag voor de viering in aanmerking. Indien zulks overal tijdig wordt bepaald, kun nen alle instanties en vereen gingen enz, enz* daarmede rekening houden. „De Princevlag" verzoekt de bevolking voorts, de vlaggen gereed te houden teneinde dezer zoodra er gelukkige tij ding komt uit het prinselijk gez n, on middellijk en overal te kunnen uitste ken, Waar bij vorige gelegenheden is gebleken, dat het verstrekken van staaltjes van het. historisch, luist ge kleurde vlaggedoek in een behoefte voorziet (inzonderheid w,at de kleur blauw van de rood-w t-blauwe vlag bs- treft) kan men deze ook thans weer aanvragen tegen inzending van 3 ct, aan postzegels voor portkosten. Men wende icn tot den secretaris v.an het hoofdbestuur den heer H, K. van Min nen, Hofsingel 18 te Vlaardingen. BROOD V EKKOQPERSBEBKIJF, De minister van economische zaken heeft bepaald, dat het verboden 's een inrichting, waarin het broóaverkoopers- bedrijf al dan niet uitsluitend zal wor den uitgeoefend, voor zoover die uit oefen ng betreft, te vestigen zonder vergunning v.an den minister. Onder de uitoefening van het brood- verkoopersbedrijf wordt voor de toe passing van deze beschikking verstaan het in voorraad hebben anders dan voor eigen gebru'k, of het aan het pu bliek verkoopen van brood, anders dan uit eigen bakkerij afkomstig, met uit zondering van het in voorraad hebben of het aan het publiek verkoopen van brood, uitslu tend dan wel in hoofd zaak bestemd voor verbruik ter plaat se. "Kt- n,ef Neder/ ^44^GfSppf„ °ndereZr:nd^-'ndië e„ 20 h """'Ogen h e"kele k Cen,ber nl'Chti»aen Janu*ri pp- (Ingez. Med. nu vanavond maar geen kink in den ka bel komt." „Bij de inbraak?" zei de admiraal la chend. „Ik moet nu weg, Hallam luncht thuis. Ik wil met hem in aanraking' blijven. Het is zenuwachtig werk mijnheer", „Dat is het. Maar het zal gauw gedaan zijn. Ze zijn niet op hun gemak op het ministerie van buitenlandsche zaken. Over een paar dagen zullen onze sche den „in <*ienst worden gesteld en „Dan komt de oorlog. Ik weet niet eens of ik het wel zoo naar vind We zullen dan tenminste de resultaten zien van al die jaren ingespannen arbeid" „Ik ben niet bang", zei de admiraal met rustig zelfvertrouwen. Sylvester ging naar Ryderstraat te rug, waar hij met Hallam lunchte. „Komt u van de admiraliteit?" vroeg de laatste. „Ja juffrouw Glyn is daar g'eweest. De resultaten overtreffen verre onze ver wachtingen. De admiraal is zeer in zijn schik". „Daar ben ik blij om", zei Guy, maar hij begreep dat dit zijn lot besliste. Valda had eerlijk haar deel van de overeenkomst uitgevoerd, nu was het zijn beurt. Wat voor reden kon er zijn om nog langer uit te steUen? „Wij weten nu, dat Furber het draad- 'ooze rapport aan de Duitschers gaf", g'"ng Sylvester voort. „Dus ik ga vrij uit?" j BURGERWACHT ONDERSCHEIDEN, j Alvorens gisterenavond de Middel- burgsche Burgerwacht met haar i oefening begon heeft in het oefenings- lokaal een plechtigheid plaats gehad, waarvoor niet alleen het bestuur der plaatselijke burgerwacht, doch ook de heer D. L. H. van Raalte uit Vlissin- gen voorzitter van de provinciale orga nisatie van burgerwachten en lid van net bestuur van den Nederl. Bond van Vrij willige Burgerwachten, naar de bijeen komst waren gekomen. De voorzitter van de plaatselijke bur gerwacht, mr. W. F. E. baron van der Feltz, heette allen welkom en dit spe ciaal den heer van Raalte, wijzende op de bijzondere aanleiding tot deze bij eenkomst, waarvoor hij den heer Van Raalte het v/oord verleende. Deze be gon met er aan te herinneren, dat het dag. bestuur kortgeleden een aantal on derscheidingen heeft toegekend, waar onder het kru;s van verdienste aan den heer Voorthuijzen, commandant der Mid- delburgscbe Burgerwacht. Alvorens over te gaan tot de uitrei king van dit Kruis, wat het Bondsbe- stuur hem had verzocht, gaf spr. nog een inzicht in hetgeen het instituut Bur gerwacht is. Het zijn zuiver olaatseliike organisaties en voor zoover dit met hun doelstelling is overeen te brengen, auto noom en geheel door particulier initia tief van onderop vrijwillig ontstaan. He! primaire doel was en is nog te zijn een steun voor den burgemeester, ter ondersteuning van zijn taak tot handha ven van de openbare orde. De Centrale regeering gaf spoedig leiding, steun werd verleend en het instituut van in specteur ingesteld. Een centraal li chaam werd ingesteld in den vorm van den Bond. Dat deze ten doel heeft de oprichting van burgerwachten te helpen bevorderen en het burgerwachtwezen zooveel mogelijk in goede banen te lei den, spreekt vanzelf. De onderscheidin gen zijn een blijk van waardeering en voor anderen een aansporing om goed voorbeeld te volgen. Dat deze onder scheidingen de instemming der regee ring hebben, moge blijken uit het fe t dat het militairen geoorloofd is, de er aan verbonden uiterlijke eereteekenen, op de uniform te dragen. „Ja, en ik feliciteer u hartelijk. Maar nog een woord van waarschuwing. Als u Furber ontmoet doe dan gewoon tegen hem. Hij mag niet vermoeden, dat wij iets weten. Er is besloten, dat hij in dienst blijft." „Is dat niet gevaarlijk?" „Gevaar'ijk voor onze vijandenzei Sylvester nijdig. „Hoe staat het met de plannen voor vanavond?" „Ik ga naar den baron om dien mijn heer Sinclair te ontmoeten. Hij telefo neerde me dat ik er om half drie moest zijn". „Ik zou dat heerschap ook wel eens willen zien". „Het moet iemand zijn, die op de hoogte is van marinezaken", zei Guy na denkend. Hij had een la opengetrokken en er een dikke bundel banknoten uit benomen, die hij aan Sylvester overhan digde. „Wi't u dit aan den admiraal geven?" „Van den baron?" „Ja. Hij is noSal royaal geweest", ant woordde Guy glimlachend. Een bediende meldde het bezoek van S-r George Grantson, „Ik maak dat ik weg'kom. Ik heb er niets geen behoefte aan om den ouden heer te z-en zei Sylvester haastig. Guy verlangde evenmin om zijn wel doener te ontmoeten, maar wilde he' qpderhoud niet vermijden. Sir Georgr keek hem verwijtend aan, toen hij ging' zitten. Zich richtende tot den heer Voort huijzen zeide hij, dat het hem werkelijk een groot genoegen is, in dit geval ah tolk van het Bondsbestuur op te treden, omdat aan den heer Voorthuijzen de hoogste onderscheiding van den Bond is toegekend. De Middelburgsche Burgerwacht heeft, na zijn oprichting, eind 1918, een korte periode van voor dien tijd be hoorlijke ontwikkeling gekend. Daarop s een inzinking gevolgd, die met slapen een zeer groote overeenkomst had, en een lid van het burgerwachtbestuur be weerde in den Gemeenteraad dat aan subsidie van gemeentewege geen be hoefte bestond, terwijl men toch beter zou kunnen organiseeren als de geld middelen beter vloeiden. Sedert de heer Voorthuijzen het commando op zich heeft genomen, is er te Middelburg een Burgerwacht ontstaan, die met die in de provinciesteden een vergelijking kan doorstaan. De heer Voorthuijzen heeft kans gezien van niet een belangrijk iet te maken en door zijn takt, de kunst om zijn medewerkers te bezielen, zijn ijver en volharding hebben er toe medege werkt, neen, hebben uitsluitend be werkt, dat de Middelburgsche Burger wacht, thans met zijn geüniformeerd mobiele Vendel, is gegroeid tot een or ganisatie, die in zijn handen voor de burgerij een geruststelling zal zijn, in dien de omstandigheden het onverhoopt nocdig zouden maken, dat de overheid een beroep op haar doet. Spr. reikte het Kruis van Verdienste over, onder het uit spreken van den wensch, dat het de Mid delburgsche Burgerwacht gegeven mo ge zijn, onder het toegewijd commando van den heer Voorthuijzen uit te groeien tot een in zijn soort modelorganisatie. Spr. had intusschen den heer Voort huijzen het kruis op de borst gespeld en de aanwezigen hadden ingestemd met een door hem ingesteld „Lang leve de heer, Voorthuijzen." De voorzitter wees er op, dat als de burgerwacht is, wat zij nu is, dit voer een groot deel te danken is aan het voortdurend werken van den comman dant, wat nu ook is doorgedrongen tot het bondsbestuur. Waar de huldignn zeker ook voor de burgerwacht zelve geldt brengt spr. daarvoor dank aan hei bondsbestuur. Een slaap kan goed zijn voor een her stel van krachten, Spr. brengt hulde aan den Commandant voor alles wat hij in het belang van dat herstel heeft gedaan. De heer Voorthuijzen zeide verrast te zijn, toen hij kort geleden het eerste be richt der ondersche:ding krëeg. De goe de slaap is gevolgd door een rustig en wel overwogen ontwaken. Spr. werkt met genoegen voor de Burgerwacht, maar zou niet s agen als er geen kern was en als hij geen steun had vooral var> den secretaris en den instructeur. Spr. was niet voor uniformeeren zoo lang' de goede kern ér nog niet was. Men is nu gereed doch rustig. Spr. hoop te, dat de Middelburgsche Burgerwacht moge uitgroeien tot een instituut zooals het behoort te zijn. Zij heeft zeker alle reden van bestaan, ai hoopt spr., dat zij nooit gebnrkt zal behoeven te worden. De secretaris, de heer I. S. B okpoel heeft gelegenheid gevonden nog eens de taak van den commandant uiteen te zet ten en er op te wijzen dat die taak n et altijd naar buiten blijkt. De comman dant heeft groote takt om met de men- schen om te gaan. Een der factoren is. dat men den tijd moet hebben om zich aan het werk te geven. Spr. wekt dan nog eens op tot groo- tere deelname aan de oefeningen en daardoor mede te helpen om de organi satie nog op hoog'er peil te brengen. Dit geldt niet het minst voor het zich be kwamen in den luchtbeschermingsdienst- „Je hebt me le.elijk verwaarloosd, jongmensch", begop hij. „Ik heb het ontzettend druk gehad. Ik heb juist gehoord, dat ze ontdekt hebben wie dat draadlooze rapport heeft over gebracht, dus ik ben onschuldig bevon den". „Het doet me buitengewoon veel ple zier om dat te hooren. Maar mijn jon gen, je ziet er niet opgewekt uit. Heb je het al aan juffrouw Cameron verteld? Het arme kind zal dol van blijdschap zijn". „U lvergeet mijnheer dat ze mei Furber gaat trouwen", „Die vervloekte Furber! Een aardig meisje als Stella kan niet van zoo'n ven houden", zei Sir George minachtend. „Toch heeft ze hem beloofd zijn vrouw- te zullen worden." „Uit dépit. Ze houdt van jou, Guy. Telegrafeer haar dadelijk. Waar is ze?' „In de stad. In het Langham hotel denk ik." „Dan gaan we daar dadelijk naar toe. Ga mee." „Dat kan ik niet. Ik ben verloofd met juffrouw Glyn". „Verduiveld!" Hij hield op. „Daar ge loof ik niets van', zéi sir 'George be slist. „Het is waar". „Dan ben je krankzinnig. Ik geef toe, dat juffrouw Glyn een. mooi meisje is, maar ik zou haar nooit tot jouw vrouw kiezen." „Ik heb haar gekozen, mijnheer, we De heer Van der Feltz bracht nog dank aan den heer van Raa.te voor hetgeen hij heeft gedaan in het belang van het verkrijgen van de uniformen. Nadat allen op de gevoel ge plaat wa ren vereeuwigd, werd met de schiet oefeningen een aanvang gemaakt. Naar wij vernemen heeft H.M. de Ko ningin door het schenken van een be langrijke gift blijk gegeven van Hare groote belangstelling in het 100-jarig ju bileum van de „Loterij van Vrouwelijke Handwerken". Deze instelling zal, zoo als reeds gemeld, in Februari a.s. voor de 100ste maal een loterij houden. De Luthersche meisjesclub viert dit jaar haar eerste lustrum. Dit heugelijke feit heeft men gisteravond op passende wijze in de Luthersche kerk herdacht met de opvoering van een bijbelspel, sa mengesteld door den heer A. Bosdijk. Dit bijbelspel „Alzoo lief had God de wereld" geheeten, is een aaneenschake ling van tableaux, niet behandelend een bepaald gedeelte uit den bijbel, doch als het ware verkondigend vele wonderen Gods, die de Bijbel tot ons brengt. De zonden der menschen vormden het eerste deel. der tableaux, opgevoerd door de oudere meisjes. De tableaux waar mede de meisjes de bijbelverhalen in de gedachten wisten op te roepen, gaven een zinnebeeldige voorstelling van de Schepping, de betreding van het pad der zonde en de toorn Gods. Het verhaal van Jozef, zijn droom, verstooten en ver kocht door zijn broeders en zijn verdere lotgevallen omvatten verschillende ta bleaux. En zoo waren er nog andere bij belverhalen die tot ons gingen spreken. Nu was dit bijbelspel geenszins een opeenvolging van tableaux zonder meer. Integendeel, de bij de tableaux behoo- rende tekst werd uitgesproken door ds. C. F. Nolte, hetgeen een aandachtig aan schouwen ten zeerste deed ten goede ko men. Afwisselend vioolsoli van mevr. Bonthuis-Dhont en solozang van mej. Riek Caro, hebben voorts tot de wijding van het geheel niet weinig bijgedragen. Ook heeft mej. Caro met eenige soli voor en na het spel, c.a. met Hirten Wiegen lied en met Panis Angelicus van Cesar Franck nog veel te genieten gegeven. Bovendien hebben het meisjeskoor en het strijkorkest onder leiding van den heer Bosdijk alsmede de begeleiding door de heeren v. Noppen en v. Vlaan deren, met hun muzikale illustraties de te aanschouwen gegeven tableaux nog in waarde doen toenemen. Na een korte pauze waren het voor namelijk de kleinere meisjes, die het -tweede deel „Christus' komst" in ta bleaux uitbeeldden. Het verhaal van Christus geboorte, door de solisten, het meisjeskoor en het orkest ten gehoore gebracht en door de meisjes in beelden, verkondigd, was in zijn eenvoud treffend en voL schoonheid. De aankleeding en de uitbeelding der groepen waren voortref felijk. Ds. Nolte was zeker de tolk van de zeer vele aanwezigen, toen hij allen uit voerenden dank bracht en in het bijzon der den heer Bosdijk en mevr. Bosdijk- Reijers voor hun stuwende kracht in deze. Een onwelkome bezoeker. Zondagavond werd de hulp der poli tie ingeroepen door den eigenaar van het café „De Beurs" op het Beursplein. Het bleek, dat één der bezoekers in dronkenschap het geheele café op stelte zette en niet alleen den boel vernielde, doch ook met de andere bezoekers aan het vechten was geraakt. Tot overmaat van ramp sloeg hij met zijn vuist een tweetal ruiten kapot, waa,rdoo!r de gaan gauw trouwen", zei Guy bedaard. „Als je niet krankzinnig bent, ben je idioot en dat is nog erger. Maar ik zal me niet kwaad op je maken. Je wilt me zeker niet alles vertellen?" „Onmogelijk. U moet niet aandringen. U is heel edelmoedig jegens mij ge weest. Misschien wilt u uw aanbod weer' intrekken?" „Praat geen onzin. Als ik jou niet kon vertrouwen, zou ik al mijn geloof in de mensohelijke natuitr. verliezen. Ik zal geduld hebben tot je me alles zult kun nen vertellen." „Dank u. Ik moet nu weg. Ik heb een afspraak om half drie". „Weet admiraal Langton alles van je privé aangelegenheden?" vroeg sir George scherp, „Ja", gaf Guy aarzelend toe, „Nu ga maar. Ik blijf hier een paar mi nuten rusten". Toen hij alleen was fronste sir George de wenkbrauwen. Nieuwsgierigheid was een gebrek van hem en hij haatte ge- heimzinnighe'd. Hij had geen bepaalde afkeer van Valda Glyn, maar hij had on eindig veel meer op met Stella mis schien om haar gelijkenis met Guy's moeder, die hij zich verbeeldde te zien. Kort daarna reed hij naar den admiraal en werd na een oogenblik wachten in de kamer van den admiraal gelaten.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 5