KH9NIËK van den DAG. ijk spel. ZEELAND, TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 8 DECEMBER 1937. No. 289. Uit het Eogeieeh vaa PAUL TREKT. GOES. Roode Kruis-avond. WALCHEREN. fWordt venvolgd). Wegen, die wel en die niet naar Rome leiden. Zuid-Slavië's minister-president, Sto jadinowitsj, vertoeft op 't oogenblik te Rome. Zijn reis op Italiaansch gebied was, als wij de berichten daaromtrent mogen gelooven, één demonstratie van de hartelijke betrekkingen, die er tegen woordig tusschen Zuid-Slavië en Italië bestaan. Vlaggen der beide naties aan alle stations, feestelijke begroetingen onderweg, het bleek alles zoo mooi als 't maar kon georganiseerd. Maar 't hoog tepunt. vormde de aankomst te Rome, waar Mussolini in eigen persoon zijn gast het welkom toeriep. Er heerschte zulk een uiterlijke sfeer van vriendschap en onderlinge waardeering, dat men bijna zou vergeten, dat een paar jaar te voren Rome en Belgrado gezworen vij anden waren en de fascistische bladen geen woorden genoeg vonden, om van de snoodheid der Zuid-Slaviërs, hun onder drukking van minderheden en hun wan beheer in onrechtmatig verworven land streken te getuigen. Sedert dien is er nogal wat water door Tiber en Save ge stroomd. De politiek des Duces heeft zich anders georiënteerd en aan 't hoofd der rëgeering te Belgrado is een man ge treden, bij wien de door dictatoren zoo gewaardeerde „realistische" politiek in hooge eere staat. Aan het niet bijster vriendschappelijk verleden herinnert ook de bekende Fransche journalist, Wladimir d'Ormes- son, in de „Figaro". Enkele malen, schrijft hij, is de spanning ItaliëZuid-Slavië zóó groot gebleken, dat de vrede gevaar scheen te loopen. Op 't oogenblik is de toestand anders en heeft de Italiaansche pers nog slechts glimlachjes voor het Zuid-Slavische volk. Frankrijk heeft natuurlijk dezen om mekeer niet zonder wantrouwen gecon stateerd. De min of meer officieuze „Pe tit Parisien" wijst er ter geruststelling op, dat Belgrado onlangs het verbond met Parijs heeft vernieuwd en er thans slechts op uit is, zijn vriendkring te ver- grooten, maar geen oude vriendschap voor nieuwe banden wil opgeven. In andere persorganen straalt evenwel on gerustheid door over Stojadinowitsj' ver dere gedragingen. Men kent zijn anti communistische gevoelens en verwacht nu Italiaansche pogingen, om hem bij 't anti-Kominternpact te betrekken. Iet wat al te loorzichtig-optimistisch schrijft de „Oeuvre", dat Mussolini in dit opzet waarschijnlijk niet zal slagen en de „Epoqueblijkt van dezelfde meening. Ook een erkenning van Franco door Z.- Slavië, verleden week reeds in een weer haastig tegengesproken bericht aange kondigd, zou thans nog niet te wachten zijn. t Hoofdpunt der te voeren bespre kingen zou op economisch terrein liggen. Zuid-Slavië zoü o.a. bestellingen kunnen doen bij de Italiaansche wapenindustrie, maar hier treedt Duitschland als mede dinger op. Zonder twijfel is de Zuid-Slavische pre mier een voorzichtig man, die zich niet spoedig de handen zal laten binden. Het liefst houdt hij alle wegen open, óók die welke niet naar Rome leiden. En ook hém zal het resultaat der Engelsch Fransche pourparlers niet zonder meer zijn voorbijgegaan, terwijl hij heel goed weet, met hoe weinig sympathie de openbare meening bij hem te lande zijn toenadering tot de Italianen gadeslaat. Ook zijn binnenlandsche politiek stuit op veel tegenkanting. Zonder de specia le op den Balkaan veel toegepaste re- geer-methoden en de bescherming van prins-regent Paul, zou Stojadinowitsj moeilijk staande kunnen blijven. Verle den week zijn weer ongeregeldheden voorgevallen en de betoogingen onlangs onder leiding van de Orthodoxe geeste lijkheid tegen het concordaat met den Heiligen Stoel gehouden, liggen nog 57). Sylvester kon ook de slaap niet vat en, Hij -wag zeer nieuwsgierig om te cw1* iTat er dien avond in juffrouw Glyn s kamers was voorgevallen, want hi, vermoedde wat haar bedoelingen wa ren Was zq er in geslaagd te maken dat Hallam haar lief kreeg? Hij had de grootste bewondering' voor haar slimheid en sympathiseerde in zekeren zin met haar en weuschte haar succes. Zij was het soort vrouw, dat hem aantrok, en juist de vrouw, die hij graag ais mede werkster zou hebben gehad, want ze be zat alle eigenschappen, die een geheim a£ent moet bezitten. Hij had gelijk met te zeggen dat zijn werk alle sentimen tele gevoelens in hem gedood had. Hij had geen tijd voor man of vrouw, tenzij hij ze dienbaar kon maken aan zijn eigen bedoelingen. Jaren in den geheimen dienst hadden hem zichzelf leeren be schouwen als anders dan de rest van de wereld. Hij stond zichzelf geen vrienden toe en zijn eenige genoegen was om zijn hersens te scherpen aan die van ande ren, En toch -had een ongelukkige liefde hem tot dit werk gebracht. Oorspronke lijk was hij bestemd voor advocaat en was al afgestudeerd, toen de vrouw, versch in 't geheugen, Vermoedelijk uit wrok over het feit, dat dit alles zoo spoe dig en zoo uitvoerig in 't buitenland be kend werd, heeft de correspondent van Reuter en van de „New-York Times", Harrison, een reeds dertien jaar te Bel grado gevestigd persman, vice-president van de EngelschZuid-Slavische club, aanzegging gekregen, Zuid-Slavië binnen drie dagen te verlaten. Iets dergelijks was hem reeds in Juli overkomen, maar toen werd de maatregel weer ingetrok ken. Nü echter schijnt het ernst en het officieele Ava;a-agentschapdeelt mede, dat de autoriteiten Harrison vérdere gastvrijheid hebben geweigerd „wegens de tendentieuze en de onjuiste strekking van de berichten, die hij aan de Britsche publieke opinie voorlegde". Dat klinkt niet vriendelijk en ten aan zien van een zoo langdurig op zijn stand plaats werkzaam journalist ook niet erg geloofwaardig. Maar Stojadinowitsj is uit den aard der zaak evenmin als zijn bui tenlandsche geestverwanten een voor stander van pers-zelfstandigheid. Trou wens, ook sommige zgn. democraten hul digen tegenwoordig op dit punt merk waardige theorieën. Getuige de Fran sche vice-minister-president Blum, die in een Maandag gehouden rede zich heeft afgevraagd, of de pers niet genationali seerd zou moeten worden. Inbreuk op de vrijheid van drukpers? Blum dénkt er niet aan! Maar ja, de kapitalistische bla den, die zich aan laster en hoon te bui ten gaan, daartegen moet worden opge treden! Men zal de redacties dwingen, voor den rechter te bewijzen, dat wat zij beweren, juist is. Inderdaad, leugen en laster verdienen bestraffing. De socialistische heer Blum heeft het echter alléén op de „kapitalis ten" gemunt en zou aldus komen tot een andere, vooral niet betere, censuur dan in zgn. autoritaire landen wordt toege past. - De werkzaamheden van het Roode Kruis en de bloedtrans fusiedienst. De af deeling Zuid-Beveland-West van het Ned. Roode Kruis organiseerde gis teravond een propagandavergadering in Schuttershof. Onder 'de aanwezigen merkten we ook vertegenwoordigers van zustervereenigingen op. De voorzitter der afdeeling, de heer Van Ballegoijen de Jong, opende de ver gadering, met een woord van welkom, in het bijzonder gericht tot de sprekers en den kringcommissaris. Spr. herinnerde er voorts aan dat de afdeeling in 1916 werd opgericht. Na den oorlog leidde de afdeeling een kwijnend bestaan, vooral door de pacifistische strooming. Thans is dat anders geworden, een gevolg van den wedloop in bewapening. De afdee ling Goes beschikt thans zelfs over een sportcolonne. Spr. wees er op, dat alle medewerkenden hun arbeid belangeloos verrichten. De taak van het Roode Kruis is: te dienen. Spr. herinnerde dan aan het ongeluk aan Prins Bemhard over komen, en stelde voor aan H. K. H. Prin ses Juliana, de voorzitster van 't Roode Kruis, een telegram van deelneming te zenden en de wenschen voor een spoe dig herstel. (Applaus). De kring'commissaris, mr. R. M. van Dusseldorp, ging hierna tot 't uitreiken van de diploma's over aan de geëxami neerde leden. Tevoren bracht spr. hul de aan de plaatselijke afdeeling en in het bijzonder aan haar voorzitter, voor hetgeen reeds bereikt werd, en vooral ook voor de uitstekende organisatie van den Rooden Kruisdag, die zoo vlot ver liep. Spr. richtte ook waardeerende woorden tot de geëxamineerden, die blijk gaven hun medemensch te willen dienen. Spr. bracht daarbij dank en hul de aan dokter Dikkenberg, die de candi- daten van voorlichting heeft willen die nen. De legercommissaris, overste J. de Waal, hield hierna een lezing over hei Roode Kruis en de transportcolonnes Spr. ving aan met een beknopt over zicht van de gesch edenis van he Roode Kruis, herinnerde daarbij aan de behoefte dergenen, die niet mede konden strijden, om iets te doen voor de gewonden, hetzij persoonlijk, hetzij door giften, In 1854, toen miss Floren ce Nightingale met een aantal ver pleegsters een hulpdienst voor de ge wonden 'n de Krim organiseerde. Hier na ging men geleidelijk verder op de zen weg, organiseerde men ook in an dere landiep dergelijke diensten en Nederland bleef daarbij niet achter. Spr. herinnerde er daarbij ,aan, hoe ook ons vorstenhuis dezen arbeid steeds steunde en er actief aan deel nam. Spr. noemde data van opr'chting van het Roode Kruis, goedkeuring statuten, enz., en wees er op, hoe h,aar taak reeds dadelijk veel omvangrijker werd, dan alleen het helpen van oorlogs ge wonden. Het Roode Kruis stelt zich o.a, tot taak: het oprichten en exploi- teeren van ziekenhuizen; de instelling van bloed-transfus'ediensten; het be schikbaar stellen van ziekenwagentjes, Roode Kruishonden, honden als blin- dëngeleiders, materiaal voor zieken verzorging, het zamelt geld in bij ram pen, organiseert inlichtingsdiensten door middel van radio en telefoon, enz. Het zoekt daarbij medewerking met het groene-, het geël-witte, het witte en het Oranje-kruis en E.H.B.O. Het Roo de Kruis zoekt ,allerwege het lijden der menschen te verlichten en kent daarbij sociale nog religieuze geschil len. Het wil ieder lijdend wezen die nen en heeft daarbij als richtsnoer: heeft Uw naaste lief als U zelve. Het Roode Kruis verricht daarbij niet alleen een menschlievend, maar ook een maatschappelijk werk. Het helpt n eigen land, en zoo noodig ook in bui tenland. De transportcolonnes van het Roode Kruis verrichten transport- en hulpdiensten bij rampen, branden, 'in oorlogstijd bij het vervoeren en onder brengen der gewonden. Spr. ging ver der op de werkzaamheden en het ka rakter der transportcolonnes in. Zij hebben geen oorlogstaak, doch treden wel in oorlogstijd op, evenals bij bin nenlandsche onlusten, Spr. zette voorts de bepalingen betreffende de gewone en buitengewone dienstplichtigen uit een, en behandelde ook de kwestie der uniformen. Deze d'enen de plaat selijke afdeelingen zelf aan te schaf fen, doch is er geen geld, dan kunnen ze zich tot het Ned. Roode Kruis wen den. Er is veel vraag naar uniformen, omdat men den band wil toonen, ilie allen bindt, en ook u t een oogpunl van tucht die er ook bij het Roode Kruis moet zijn wil dit goed kunnen fungeeren zijn ze wenschelijk, Spr, wees tenslotte op de belangrijke taak der helpsters. Meisjes van 16 jaar af kunnen zich daar reeds voor opgeven. Voor deze helpsters is 'n eenheidsdiplo ma ingesteld, dat men na 26 maal 2 les uren kan behalen. Spr. herinnerde daar bij aan de taak der helpsters bij de oefe ning te Goes. Ze richtte het noodzieken huis in, de Roode Kruissoldaten brach ten de gewonden tot de poort, en daarna i ving de taak der helpsters aan. Hierna werd een Roode Kruisfilm ver-1 toond, dié een duidelijk overzicht gaf v3n de Roode Kruisoefeningen, die dit jaar te Goes gehouden zijn. Nadat nu een pauze gehouden was, hield dr. Verspyck Mijnssen een lezing over de bloed-transfusiediensten. Spr. begon met op de belangrijkheid van het bloed te wijzen. Zonder een bepaalde hoeveelheid bloed kan de mensch niet leven. Spr. zette de functie van het bloed uiteen, als drager van het leven. De bloedtransfusie bedoelt hen, die door een of andere oorzaak bloed tekort komen, dat van een ander mensch te geven. De Nederlandsche bloedtransfusie-dienst heeft idealisten noodig. Er zijn landen, die betalen de bloedgevers, in Nederland staat men echter op het standpunt, dat het bloed, dat iemand geeft om een an der te redden, niet te betalen is. Toen de bloedtransfusiedienst opgericht werd, hoorden de menschen van de transport colonnes, dat ze zulke idealisten zijn, want 80 pet. gaf zich als bloedgever op. Ook in de groote steden was een spon tane medewerking, onder alle lagen der bevolking. Rotterdam telt b.v. van de eenvoudigste menschen, tot reedersvrou- wen. Ook Prinses Juliana gaf zich als geefster op. Wie zich opgeven worden streng en herhaaldelijk gekeurd, om hun gezondheid en hun bloedgroep vast te stellen. Dit, zoowel in het belang van den gever als den ontvanger. De bloed transfusie wordt zoo toegepast, dat de gever daar nimmer schade van onder vindt. Verder is de dienst zoo geregeld, dat men niet weet voor wie men zijn bloed afstaat. En ook de ontvanger weet niet van wie hij het krijgt. De bloed transfusiedienst is bij het Ned. Roode Kruis ondergebracht. Spr. wees er voorts op, dat van man nen hoogstens 400 cm8 en van vrouwen 300 cm8 afgenomen wordt. Dit is een hoeveelheid, die men altijd goed missen kan en in den regel merkt men er niet het minste van. Al geeft men zijn bloed gratis, de gever lijdt er toch nooit, b.v. door verzuim, of reiskosten schade van. Dit wordt hem vergoed. De gever, die ziek is, dient dat te melden, opdat men weet, dat hij niet beschikbaar is. Voor de transfusie wordt een z.g. kruis-proef genomen, d.w.z. tevoren wordt door den dokter de proef genomen, of het samen brengen van het bloed van gever en ont vanger geen ongelukken kan geven. Er bestaan vier bloedgroepen. Elk mensch behoudt, gedurende zijn geheele leven, de bloedgroep waarmede hij geboren wordt. Spr. ging nog op nadere bijzonderhe den, de bloedtransfusie betreffende, in en gaf tevens een overzicht van de daar toe getroffen, of te treffen organisatie. De dienst sluit b.v. aan op de E.H.B.O. (Ingez. Med.) met wie hij verloofd was, hem in den steek liet voor een rijker man. Toevallig was de minister van Buiten- landsche zaken een verre bloedverwant van hem en was hij naar Parijs gezonden om een diplomatieke kwestie uit te zoe ken. Hij had succes gehad en was on middellijk aangesteld. De betaling was goed, maar meer dan dat, het werk ont trok hem aan zijn eigen gedachten. Te gen dat hij zijn leed vergeten was, had het werk hem geheel gefascineerd. De studie van het menschelijk karakter werd een manie van hem en hij bewees zulke diensten aan het Britsche gouver nement, dat men hem beschouwde als één van de meest betrouwbare menschen. In baron Branden vond hij iemand van zijn eigen slag. Maanden lang had hij ge tracht den Duitschen agent te ontmas keren, maar tot Hallam kwam had hij nog geen succes gehad. „Maar nu zal ik hem te pakken krij gen grinnikte hij in zichzelf en viel toen in slaap. HOOFDSTUK XXX. Admiraal Langton legde het rapport van Sylvester, dat hij juist doorgelezen had, neer en glimlachte. „De zaken worden een beetje inge wikkeld", dacht hij en drukte op de bel. „Vraag of mijnheer Sylvester binnen komt", zei hij, maar toen de geheime agent er was, duurde het nog eenigen tijd voor hij sprak. „Wij zullen moeilijkheden krijgen. Er hangt veel van juffrouw Glyn af. Wat is uw opinie over haar?" vroeg hij. „U kunt alles met haar doen door middel van Hallam". „Ik vind dat geen prettig idee. Hallam is geen man om den spot mee te drij ven. We maken nu al gebruik van hem op een manier, die eigenlijk niet door den beugel kan". „Als juffrouw Glyn gelooft dat ze Hal lam kan winnen, zal ze bereid zijn om den baron te verraden, heelemaal. Ik wed, dat ze heel wat weet. Het zou me niets verwonderen als ze voor Branden veel werk heeft gedaan. Ze is één van de handigste vrouwen, die ik ooit ont moet heb". „Des te gevaarlijker is ze. Het feit, dat zij ons tegenover den baron kan verraden is ze zich werkelijk van die macht bewust?" viel de admiraal zich zelf in de reden, Sylvester knikte en glimlachte. „Ze ziet niet gauw wat over het hoofd". „Kunt u met haar telefoneeren? Goed, vraag haar dan om dadelijk hier te ko men. Waar is mijnheer Hallam?" ,.Op zijn kamers". „Bel hem ook op en zeg hem dat hij daar moet blijven tot u komt. Zoodra u met juffrouw Glyn heeft gesproken, moet u naar Hallam gaan en hem hier weg houden tot na de lunch". Sylvetser verliet de kamer en kwam een paar minuten later terug om te ver tellen dat juffrouw Glyn terstond zou komen. „Ik zal nu mijnheer Hallam gaan zoet houden, U wilt zeker niet, dat hij weet, dat u juffrouw Glyn heeft gesproken". „Nog niet". „Mag ik u een kleine waarschuwing geven? Pas op voor die dame!" De admiraal lachte, maar toen Syl vester weg was, dacht hij na. Er was tweestrijd in zijn geest, in hoeverre hij Valda zou kunnen gebruiken in zijn strijd tegen den baron, maai hij had nog geen besluit genomen, toen zij werd aange kondigd. Toen hij haar zag, verdween elke an dere gedachte uit zijn hoofd, behalve deze dat zij de doch'er was van zij-» jeugd vriend. Haar oogen waren de oogen van den Glyn, die hij gekend had „U is het kind van uw vader" zei hij en ze hield van hem, omdat hij zijn slem niet geheel In zijn macht had. „Mijnheer Hallam vertelde mij dat u een vriend van hem was en niet ge loofde „Ik heb nooit aan zijn onschuld ge twijfeld", viel de admiraal haar snel in de rede. „Dank u". „Ik kon helaas niet bij hem komen voor het ergste gebeurd was. Ik zal het tot mijn laatsten dag betreuren. Ik had hem misschien kunnen redden". Hij verlangde niet te leven onder die vreeselijke verdenking. Moeder heeft me De kosten worden o.a. gedekt door gif ten van de ontvangers. Spr. wees er voorts op dat men nog op diverse an dere wijzen de kosten tracht te dekken. Te Rotterdam b.v. wordt er jaarlijks een voetbalwedstrijd voor gespeeld. Verder is er het z.g. „Julianageld", Dit is een fonds, ingesteld na den dood van een oude dame, die, getroffen door het feit, dat ook Prinses Juliana zich als bloed- geefster beschikbaar stelde, elk jaar evenveel centen aan den bloedtransfusie dienst af wenschte te dragen, als Prinses Juliana jaren telt. Spr. besloot met een opwekking om dezen dienst op te rich ten en te steunen. Er gaven zich 23 personen als bloed- gever(ster) op. De voorzitter sloot den avond met een woord van dank aan de sprekers en al len die medewerkten om dezen avond te doen slagen. DOMBURG. Wijlen burgemeester Van Voorthuysen was beschermheer van het fanfarencorps „Apolio" alhier. Daartoe aangezocht is thans mevrouw Van Voort huysenVon Stein Callenfels bescherm vrouwe van het corps geworden. OOSTKAPELLE. Dinsdagavond ver gaderde het „Onderling Veefonds Oost- kapelle" onder leiding van haar vice- voorzitter, den heer J. Janse. Volgens de jaarverslagen telt het fonds 49 leden en was in kas 27. Als bestuurslid werd herkozen de heer G. de Visser, en geko zen de heeren J. de Visser en J. de Pag- ter. Tot voorzitter werd gekozen de hr. D. Coppoolse in de vacature van wijlen den heer Joh. Poppe. De contributie en vleeschprijzen werden vastgesteld gelijk vorig jaar. De bode, de heer C. Joeiasse werd voor een jaar herbenoemd. Ge sproken werd over de bestrijding vpn de t.b.c. bij het rundvee. 21 vein de 29 aanwezigen gaven zich als deelnemer op, de niet aanwezige leden zullen aan gezocht worden toe te treden. VEERE. De zendingscollecte in de Ned. Herv. gemeenten Veere en Klevers- kerke bracht in totaal ruim f 77 op, te weten ruim f 62 te Veere en f 15 te Kle- verskerke. De inzameling ten bate van het bijna volteekende orgelfonds heeft ongeveer f 20 opgebracht, zoodat thans nog slechts f 43 ontbreekt. KERK EN SCHOOL, In de Ned. Herv. Kerk te Kapel- 1 e is herkozen als ouderling Jn. Osse- waarde Sr. en als diaken W. Gysel Pz. Te V e e r e zijn gekozen als gemach tigden in het kiescollege der Ned. Herv. kerk de heeren W. Adamse, J. W. Mar- kusse en A. de Rijke, terwijl in de vaca tures J, Mesu en 'A. den Hoed gekozen werden de heeren P. Houterman en W, de Buck Pzn. Tenslotte werden tot notabelen geko zen de heeren C. Geldof en P, de Voogd. verteld van zijn wanhoop maar laten wij er niet meer over praten. U heeft me niet gevraagd om hier te komen, omdat ik de dochter van mijn vader ben. Verlangt u iets van me?" zei ze en haar manieren werden terughoudend en een weinig koel. ,JLk vermoed dat wij elkaar weder- keerig van nut kunen zijn. Het is en deli caat onderwerp. „O, u hoeft voor mij geen scrupules te hebben. Ik houdt van ronduit spre ken. Ik vermoed, dat mijnheer Sylves ter u van ons gesprek verteld heeft, We zijn tot eenige overeenkomst gekomen". „Omtrent mijnheer Hallam?" vroeg hij met ongewone nerveusheid. „Over mijnheer Hallam en andere din gen. Voor we gaan spreken stel ik één voorwaarde. Onder geen omstandighe den mag mijnheer Hallam worden ver teld, of mag hij vermoeden, dat ik ooit voor den Geheimen Dienst van Duitsch land heb gewerkt". „Waarom heeft u dat dan gedaan? U is toch een Engelsche?" „Kunt u dat niet raden?" zei ze met plotselinge passie. „Als uw vader in den dood was gejaagd door een land, zou u dan dat land niet haten? Als het niet om iets anders was, zou ik nog doorgaan om met hart en ziel mede te werken tot de vernietiging van Engeland". „U kunt uw vader toch niet herinne ren?"

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 5