D H H P O
Het Liberalisme en het Agrarische vraagstuk
LANDBOUW.
INBEZONOEN STUKKEN.
DERDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE COESCHE CRT.) VAN DINSDAG 30 NOVEMBER 1937. No. 282.
LEURDERS EN BEDELAARS.
EEN ENQUêTE,
LEGER EN VLOOT.
Twee ton voor het kind.
Verkouden kinderen?
door J. SMID.
"MS
'X.
Mr, F, B, Evers, voorzitter van den
Armenraad:
Iedereen kent hen wel - zij komen in
alle standen voor die zielige figuren,
die door een tekort .aan begrip onge
schikt zijn voor elk beroep en weerloos
staan in de maatschappij. Zij zijn on
toegankelijk voor goeden raad, zij be
amen alles, omdat zij niets begrijpen.
Voor hunne verwanten zijn zij een
bron van voortdurende bezorgdhe'd,
men weet niet wat met hen ,aan te
vangen en prijst zich ten slotte geluk-,
kig. als een goedhartig patroon, des
noods tegen eenige vergoeding, genegen
is hen in zijn kantoor of werkplaats
bezigheid te verschaffen; het duurt ge
woonlijk n et lang. Het zijn de stum
pers, over wie men niet spreekt, maar
die men vriendelijk bejegent, ,als men
ze ontmoet. Alleen ongevoelig'en nemen
een loopje met hen.
Behooren zij tot de minder bedeel
den, dan is goede raad duur. Men kan
hen niet onderhouden; zij moeten hun
eigen kostje opscharrelen. Om te voor
komen dat zij als bedelaars of landloo-
pers gestraft worden, zendt men hen
met een kist kramerijen de b.aan op.
Nergens zijn deze venters welkom.
In de stad staan zij bloot aan de plage
rijen der straatjeugd; d'enstboden zijn
uil haar humeur, als zij zien wie haai
in h,aar werk heeft gestoord. Neen, van
de stad moeten zij het niet hebben,
daar blijven zij slechts als_^ zij dooi
ouderdom hun marschvaardigheid heb
ben verloren.
Buiten gaat het hun beter; daar heb
ben zij de ruimte, daar worden zij met
rust gelaten. Voor d,ag en dauw trek
ken zij er op uit om eerst tegen den
avond in de stad terug te keeren. Zij
kennen de adressen, waar een goedhar
tige vrouw hun iets te eten geeft en
soms wel iets afkoopt. Een aalmoes
is hun liever dan een koopprijs. Het
zwerven schenkt hun bevrediging; na
een vermoeienden dag hebben zij het
gevoel iets gedaan te hebben.
Waarom zou men deze stakkers hun
bestaan misgunnen? Zij zijn het n et,
die veel last veroorzaken en voorat
niet in onze provincie, waar hun .aan
tal niet groot is.
Maar er zijn onder de venters typen,
die wel lastig kunnen zijn. Dat zijn de
menschen, d e, hoewel verstandelijk
niet misdeeld, van hun jeugd af weer
zin hebben gevoeld tegen elke inspan
ning'. Misschien b.ad bij goede leiding
wel iets beters u t hen kunnen groei
en, maar op school en later als loop
jongen hebben zij hun kansen verbruid
door luiheid en onverschilligheid en ten
slotte zijn zij de baan opgegaan, omdat
zij toch eten moeten. In tegenstelling
met bovenomschreven goedige soort
zijn zij ontevreden, brutaal en onbe
trouwbaar. Zij durven wel te gappen,
als zij de kans schoon zien, en hun
dreigementen maken indruk op alleen-
wonenden.
In de stad wordt hun het leven door
de politie spoedig ondragelijk gemaakt,
maar den buitenman tegen hunne prak
tijken te beschermen is een minder
eenvoudige opgaaf. Wel bestaat in na
genoeg elke gemeente een ventverbod,
tengevolge waarvan men een vergun
ning noodig heeft om te mogen venten,
zoodat door vergunn'ng te weigeren de
lastige elementen geweerd kunnen wor
den, De moeilijkheid zit evenwel in de
handhaving van dergelijke bepalingen in
buiten-gemeenten, waar het bewakings
gebod der politie zoo groot is.
Dat evenwel de bewoners der hof
steden tegenwoordig terecht van een
kooplieden-plaag kunnen spreken, ligt
niet zoozeer aan het aantal venters of
marskramers dan wel aan een nieuwe
groep: de werkloozen. die een handel
tje begonnen zijn. Het eindelooze stem
pelen moede, bedanken deze lieden
voor den werkloozensteun en trachten
m hun onderhoud te voorzien door per
f ets met koopwaar het land in te trek
ken. Deze pogingen mislukken gewoon
lijk binnen korten tijd, maar intusschen
hebben onze buitenmenschen den last
te verduren van deze overbodige be
zoekers.
Van geheel .anderen aard zijn de be
zoeken, welke wij, stedelingen, ontvan
gen van lieden, die meneer te spreken
vragen, aanvankelijk trachten onze be
langstelling op te wekken voor een of
ander boekwerk, doch ,al spoed g met
het ware doel van hun bezoek voor
den dag komen: belangstelling en hulp
te vragen voor de geldelijke moeilijk
heden, waarin zij buiten hun schuld
zijn geraakt.
Zijn deze personen ons volmaakt on
bekend, d.an mogen wij zonder onder
zoek geen hulp verleenen. Voor dit on
derzoek is de Armenraad het aange
wezen adres. Tallooze malen is reeds
gewezen op het kwaad, aan onbeken
den zonder onderzoek te geven, maar
in dit opz cht is het publiek hard-
leersch. Men ontziet de moeite v.an het
onderzoek, men laat zich beïnvloeden
door de tegenwerping van den bezoe
ker, dat hij den uitslag van het onder
zoek niet kan afwachten en dat .alleen
onmiddellijke hulp kan baten, men gaat
argumenteeren, laat z'ch in het n.auw
drijven en ten slotte offert men been
zilverling om van den man af te komen.
Nauwelijks is hij vertrokken, of men
gevoelt twijfel rijzen aan de waarheid
van het .aangehoorde verhaal; niets
waarborgt, dat men niet bedrogen is;
men gevoelt zich beschaamd, omdat
men moet erkennen in het gunst'gste
geval te hebbn gehandeld uit een ge
voel van medelijden, het welk niet op
de feiten doch op praatjes berust. Mis
schien heeft men dienzelfden d,ag ge
weigerd in te teekenen op een contr bu-
tielijst eener vereeniging, welke on
der vertrouwde leiding aan uw geld een
goede bestemming had kunnen geven
Een eerlijk mensch zal bij eenig naden
ken erkennen u t zwakheid te hebben
gehandeld.
Een aanbeveling van een vriend of
ambtgenoot heeft .alleen dan waarde,
indien zij de verzekering "oevat, dat
men op grond van een betrouwbaar
onderzoek tot de overtuigTrig is geko
men, dat de aanbevolene verdient ge
holpen te worden. 'Berust de aanbe-
vel ng op de klakkeloos aangenomen
verhalen van den bezoeker, dan dient
de vriend ter dege de ooren gewas-
schen te worden.
Chr. Boeren- en Tuindersbond.
In de Vrijdag gehouden vergadering
van het Bestuur der Zeeuwsche afd,
van den Chr. Boeren- en Tuindersbond
werden mededeelingen gedaan over 't
te stichten pachtbureau voor de pro
vincie Zeeland. Accoord werd gegaan
met de verdeeling der zetels. Het
voorzitterschap wordt waargenomen
door de Z, L. M., het secretariaat door
den kring Hulst v,an den N. C. B.
Besloten werd alsnog aan te slu ten
bij de vereeniging tot bestrijding van
tuberculose onder het rundvee.
cBBHBBaanaBnmnBHBBMR
Bij Kón. besluit is aan den gepen-
sionneerde kapitein ter zee J. van Ree-
de vergunning verleend tot het aanne
men van het ordeteeken van comman
deur der orde van de kroon v.an Italië
hem geschonken door den Koning van
Italië.
„NACHTBRIGADE" VAN DE
PLUIMVEECENTRALE.
Crisis-controleurs contra „ver
lichte"' kippen.
Naar het Hbld. verneemt, heeft de
Pluimveecentrale een „nachtbrigade"
ingesteld. Het is nl. aan „erkende" fok
kers en vermeerderaars verboden, om
den „werkdag" der kippen kunstmatig
te verlengen door electr'sche verlich
ting van de hokken. Weliswaar wordt
de eieren-productie daardoor gestimu
leerd, omd.at de dieren langer „op" zijn
en dus ook meer voedsel tot zich ne
men, doch de broedresultaten der eie
ren van zulke „verlichte" kippen kun
nen volgens deze crisiscentrale
daardoor ongunst g worden beinvloed.
Dies tijgen thans de crisisambtenaren
er bij donker op uit 's avonds en
's morgens vroeg om te speuren naar
verlichte kippenhokken van erkende
fokkers en vermeerderaars. De eerste
delinquent is reeds gesnapt in de om
geving van Barneveld.
Het w 1 ons voorkomen, aldus het
Hbld., dat hiermede de grens óók van
de crisisoverheidsbemoeiïng is bereikt,
tenzij hier van werkverschaffing spra
ke is
Smokkelaffaire in gloeilampen ontdekt.
Vrijdag is door den crisis-opsporings
dienst te Roos en daal een
zekere S. uit Roosendaal aangehouden.
Hij bleek een aant.al gloe lampen le
vervoeren, welke van smokkelarij af
komstig bleken te zijn. Bij 'n u'tvoerig
onderzoek is de bedoelde dienst op het
spoor gekomen van een uitgebreiden
smokkelhandel in gloeilampen. In ver
band h ermede is een inval gedaan in
een pakhuis van een zekeren M. van
L. te Roosendaal, waar o.a. de vloer
en de zoldering werden opengebroken.
Bij dit onderzoek kwamen tienduizen
den gloeilampen voor den dag. Het on
derzoek duurt voort.
Autodieven na wilde jacht gearresteerd.
Zondagnacht merkte een nachtwaker
van de A.G.P., V., die zijn ronde in de
Oude Hoogstraat te Amsterdam deed,
een zespersoons auto op, die met open
staand portier in snelle vaart de Klove
niersburgwal in verboden richting op
reed. Bovendien voerde de wagen ach
terop den bumper een passagier mee.
De nachtwaker bezon zich geen moment
en achtervolgde de auto en zag hoe deze
voor perceel 95 stopte.
Twee jongemannen sprongen uit den
wagen en gingen er vandoor. De man
achter op den bumper verliet haastig zijn
ongemakkelijke zitplaats, rende den
voortvluchtigen na onder het geroep
van: houdt de dieven". De nachtwaker
en een agent van politie namen als spoe
dig aan de achtervolging door de stra
ten deel en het gelukte hun de beide
mannen aan te houden. De eene werd
gegrepen in de Blindemansteeg, de ander
in de Regulierdwarsstraat.
Inmiddels had de eigenaar van de auto,
die deze had geparkeerd op de Prins
Hendrikkade aangifte van den diefstal
gedaan.
Twee jeugdige inbrekers op heeterdaad
betrapt.
In verband met de vele in den laatsten
tijd in Hilversum gepleegde inbraken,
zoowel in woningen als in fabrieksge
bouwen, waren door den commissaris
van politie uitgebreide maatregelen ge
troffen teneinde de daders op heeter
daad te betrappen. Zaterdagavond werd
een tweetal inbrekers ontdekt door een
agent van politie, die met zijn zoon (leer
ling politieman) zich verdekt had opge
steld in een der fabrieksgebouwen aan
den Simon Stevijnweg.
De inbrekers namen de vlucht naar
het dak van het fabrieksgebouw, waarop
de agent assistentie verzocht. Onmiddel
lijk begaf zich een aantal politiemannen
per politieauto naar de fabriek en wer
den de uitgangen bewaakt en de fabriek
omsingeld.
De daders, die geen kans hadden ge
zien te ontvluchten, werden met behulp
van schijnwerpers op het dak der fabriek
gearresteerd en overgebracht naar het
hoofdbureau van politie.
Beiden waren door den agent en zijn
zoon reeds in de kantoren der fabriek
gezien, waar zij verschillende bureaux
doorzochten. Bij fouilleering werden op
hen sleutels gevonden, afkomstig uit an
dere fabrieken.
Uit het onderzoek is komen vast te
staan, dat zij zich aan verscheidene in
braken in fabrieksgebouwen hebben
schuldig gemaakt.
De daders bleken te zijn de 16-jarige
J. B. en de 17-jarige Th. E„ beiden wo
nende te Hilversum.
v-
Twee deserteurs gearresteerd.
Dé Oostenrijksche politie heeft te
Linz twee Duitsche deserteurs, een on
derofficier en een soldaat van de lucht
macht, gearesteerd. Zij verklaarden op
dracht te hebben ontvangen naar Spanje
te gaan en van het verlof, dat zij voor
hun vertrek hadden ontvangen, gebruik
te hebben gemaakt om te deserteeren.
Het is niet mogelijk uit te maken of zij
waarheid spreken.
Vermoedelijk zal de Oostenrijksche
politie beide deserteurs naar de Duit
sche grens terugleiden, wanneer zij geen
middel van bestaan in Oostenrijk heb
ben.
De jaarlijksche actie voor de
weldadigheidspostzegels en brief
kaarten.
De secretaresse van de centrale pro
paganda commissie voor den verkoop
der weldadigheidspostzegels in Neder
land schrijft ons:
Woensdag a.s. zullen aan alle post
kantoren in ons land en ook aan heel
veel daartoe opgerichte „tentjes" in de
kantoren, wederom de welda,digheids-
postzege'ls en prentbriefkaarten ver
krijgbaar gesteld worden, waarvan de
toeslag komt ten bate van het misdeel
de kind
Bedroeg verleden jaar de bruto-op-
brengst aan toeslagen ruim 140.000 en
de opbrengst der prentbriefkaarten on
geveer 40.000 zoodat aan ongeveer
350 vereenigingen een bedrag van ruim
163.000 kon worden uitgekeerd, dit
jaar hoopt de commissie twee ton te
kunnen bereiken.
De uitgifte geschiedt van 1 December
tot èn met 5 Januari. j
Er zijn ditmaal voor het eerst vijf ze
gels, welke alle het vriendelijke kinder
kopje vertoonen, naar een schilderij
van Frans Hals uit de tentoonstelling te
Haarlem. De geheele serie is voor
slechts 38 cent verkrijgbaar. In verband
met de op 1 September j.l. door de P.
T. T. ingevoerde verlaging van het por
to is de toeslag van de kinderzegels
verminderd.
Naast de gewone propaganda, waar
voor alle radio-vereenigingen haar me
dewerking toezegden, zal een eenvou
dige ,,'tw:ee-ton"-puzzle worden uitge
schreven, waarvoor Prinses Juliana
den hoofdprijs heeft willen schenken.
Naast vele andere prijzen zijn niet min
der dan twintig van de nieuwste Phi-
lipsradiotoestellen beschikbaar. Nadere
mededeelingen over deze puzzle zullen
spoedig volgen.
Van H. K. H. Prinses Juliana en Z. K.
H. Prins Bernhard mocht reeds een be
langrijke bestelling voor weldadigheids
postzegels worden ontvangen.
Ter illustratie diene, als slot, dat
thans in ons land in de onderscheidene
inrichtingen zijn: 4000 achterlijke, zwak
zinnige, idiote kinderen, 28.000 zieke,
zwakke, prae-tuberculeuze kinderen,
17.000 verlaten, verwaarloosde, misda
dige kinderen en 1000 blinde, doove,
doofstomme kinderen.
Het lijkt de commissie bijna overbodig
er nogmaals op te wijzen dat het hier een
nationaal belang betreft. Haar werk is
in elk opzicht onpartijdig, alle gezind
ten deelen in de opbrengst, die ditmaal
de twee ton moge overschrijden.
Het secretariaat der centrale propa-
ganda-commissie is gevestigd: Nicolai-
straat 17, Den Haag.
/ZD Wrijf dan dadelijk rug en borstje in met
Wonderlijk zooals dat helpt)
Pot 50 ct Doos 30. Bij Apoth. en Drogisten
(Ingez. Med.)
GEEN WIJZIGING DER ECHT-
SCHEIDINGSWET?
Niettegenstaande het feit, dat de pro
testen tegen de huidige echtscheidings-
wet steeds dringender en menigvuldige!'
worden, heeft de minister van justitie
verklaard, dat onder zijn beleid geen
wijziging der echtscheidingswet is te
verwachten. Toch is deze wijziging meer
dan noodzakelijk, want men zal zeer
bezwaarlijk de omstandigheid kunnen
negeeren, dat zeer vele huwelijken, bv.
door ongeneeslijke krankzinnigheid, ho
peloos mislukken, zoodat wat overblijft,
slechts een verhouding is, die alleen
krachtens de wet als huwelijk wordt be
schouwd, maar in wezen niets meer
daarvan heeft en dus gevoeglijk een hu
welijk door wettelijke fictie of fictief
huwelijk kan worden genoemd. Deze
fictieve huwelijken zijn het, waarin man
en vrouw men excuseere mij de uit
drukking als kat en hond samenleven,
tot groot nadeel en 'vaak tot verderf van
al degenen, die daarbij zijn betrokken,
Het fictieve huwelijk heeft dan ook na-
melooz'e el'.ende veroorzaakt, veroor
zaakt het nog en zal het blijven veroor
zaken, zoolang de bestaande echtschei
dingsregeling n:et door een meer men-
schelijke is vervangen.
Namelooze ellende....! Is dit de
grondslag, waarop de regeering de uit
voering van haar programpunt: „Zorg
voor een gezonde ontwikkeling van hu
welijks- en gezinsleven" wil baseeren?
En dit is niet de eenige vraag, die zich
bij ons opdringt. Is het dan niet bekend,
dat de tegenwoordige echtscheidingswet
oorzaak is geweest van zelfmoord en
vele op andere wijze vernietigde men-
schenlevens, omdat het verblijf in de
door deze wet geschapen fictieve gezin
nen dikwijls erger is dan een marteling
in een middeleeuwsche folterkamer?
Zijn er redenen dergelijke fictieve gez'n-
nen te handhaven en is een echtschei
dingswet, die het vernietigen van men-
schenlevens in de hand werkt, zonder
dat er van schuld sprake is, verant
woord en geen afschuwelijk anachron s
me in een tijd, waarin het vernietigen
van menschenlevens, zelfs wegens zwa
re misdrijven, ten zeerste wordt verooi -
deeld? Verantwoord, als deze wet, door
vele gezinnen tot ficties, tot vooze
uiterlijkheden te maken, den staat treft
in een van zijn primaire bestaansvoor
waarden: 't gezin? Zijn buitenechtelijke
verhoudingen immoreel of de wet, die
de menschen hiertoe drijft, door hun in
een fictief huwelijk een tegennatuurlijke
levenswijze op te leggen? Is er voorts
in geval van bv. ongeneeslijke krankz'n-
nigheid van den eenen echtgenoot, vol
doende reden den anderen in feite le-
.tigaM^riiirw—nwr mtmn miwaKmmiMKBimtnmmnmmm
4). -
Deze in economischen zin liberale menschen wachten reeds ja
ren op eene partij, die de problemen, waarvoor zij staan, ter hand
neemt. Dit verklaart de toeloop naar de N. S. B.
Indien de liberalen in 1918 hunne taak in dezen hadden be
grepen, zou de partij niet tot 4 leden zijn geslonken, maar vermoe
delijk wel 20 zetels in de Kamer bezetten.
Het is moeilijker begane fouten te herstellen dan ze te voorko
men, Toch ligt in dit streven naar herstel de eenige uitkomst. Doen
de liberalen wat ik wil, dan zullen zij tal van menschen uit andere
partijen naar zich toe halen.
De liberalen dienen dan echter te beginnen met veel van hun
oude plunje weg te gooien, waarmede zij niet anders hebben be
reikt, dan de groepen, die voor de liberale politiek in aanmerking
komen, tegen elkaar op te zetten.
Behalve herorienteering op sociaal gebied, waarover ik het
reeds had, is het noodig de in liberale kringen gangbare opvatting
in zake 'den vrijhandel en de verhouding tusschen landbouw en in
dustrie te herzien.
Wat den vrijhandel betreft, wordt deze thans misbruikt, om de
wanverhouding tusschen de belooning van landbouwarbeid en an
deren arbeid in stand te houden, terwijl het oorspronkelijk liberalis
me de ook in de 18de eeuw bestaande wanverhouding juist beoogde
weg te nemen. Men leze maar eens de merkwaardige beschouwingen
daaromtrent in the Wealth of Nations van Adam Smith.
jL^en f°en evenals thans een toestand, waarbij voor den
landbouw de vrije concurrentie, bij de prijsbepaling gold, terwijl die
ten aanzien van de niet-landbouwende bevolking was uitgesloten.
De liberalen wilden, dat voor de stad zoowel als voor het land
de vrijhandel, d.i. de vrije concurrentie, zou gelden. En zij begrepen
heel goed, dat daarvoor noodig was aan hen, die eenzelfde bedrijf
uitoefenden, te verbieden, zich te vereenigen ten einde invloed uit
te oefenen op hunne loonen en prijzen. Deze coalitieverboden zijn
m.i. eene absolute voorwaarde voor de goede werking der vrije prijs-
voiming. De coalitieverboden hebben echter niet voldaan. Men heeft
ze dan ook in de Ï9de eeuw afgeschaft, maar daarbij tevens een der
voornaamste pijlers van den vrijhandel doorgezaagd. Deze afschaf
fing der coalitieverboden is gevolgd door allerlei sociale maatrege
len. die ingingen tegen de vrije loonvorming, Het is dan ook zeer
verklaarbaar, dat met deze sociale politiek in verschillende landen
ook het protectionisme weer opleefde. Naar het mij voorkomt heb
ben de vrijhandelaren dit verband hier te lande nooit begrepen of
willen begrijpen. Men kan niet de loonen aan de vrije concurrentie
op de wereldmarkt onttrekken en de prijzen daaraan blijven prijs
geven.
Tot 1918 kwamen de gevolgen van deze fout niet aan het licht.
Sedert het midden der negentiger jaren had men eene geleidelijke en
sedert 1914 eene sterke stijging der groothandelsprijzen, speciaal van
landbouwproducten, waardoor de kosten der nog in de kinderschoe
nen staande sociale actie werden opgevangen. Toen beging men
echter eene groote, onvergeeflijke dwaasheid. Men paste loonen eri
salarissen definitief aan aan het abnormaal hooge prijspeil der oor-
logsjaren. Ik moet eerlijk bekennen, dat ik daar toen in hooge mate
van ben geschrokken.
Ik heb er van meet af aan op gewezen, dat zich groote moei
lijkheden zouden voordoen, indien het wereldmarktprijspeil weer
daalde, wat toch wel te voorzien was. De daling der loonen en sa
larisseri zou dan, zoo betoogde ik, moeilijk zijn te verkrijgen. Met het
gevolg, dat de landbouwende bevolking eerst het kind van de re
kening zou worden, maar ook de geheele maatschappij zou vast
loopen.
Blijkbaar dacht men daaraan niet eens. Gesprekken, die ik had
met vooraanstaande personen, leerden mij, dat zij raar opkeken van
wat ik hun vertelde. Ik. schrijf dit toe aan het feit, dat zij eenzijdig
industrieel en stedelijk georienteerd waren.
Ik herinner in dezen aan den heer Dresselhuijs, die in 1918 het
instemmen met allerlei dwaze eischen vergezeld deed gaan van de
verklaring, dat hij in 24 uur meer had geleerd dan vroeger in 24 jaar.
En ik herinner ook aan den heer D. W. Stork, die voorzitter was der
commissie voor de herziening der ambtenaarssalarissen en daarmede
de verantwoordelijkheid op zich nam voor de ingevoerde reorgani
satie der salarissen van het overheidspersoneel. Het is dwaas, zoo
heb ik toen met het oog op de salarisregeling gezegd, het dak van zijn
huis te gaan herstellen, als het stormt.
M.i. had men door tijdelijke toeslagen de loonen en salarissen
moeten aanpassen aan de hooge prijzen der levensmiddelen, tijdelijke
toeslagen, die weer automatisch daalden met de prijzen.
Mijne voorspelling kwam wel ter dege uit. Reeds kort na 1920
daalden de prijzen der landbouwproducten aanzienlijk. Toen onstond
reeds een latente landbouwcrisis, die de boerenstand te boven kwam
met behulp van in de oorlogsjaren gemaakte reserves en door genoe
gen te nemen met eene belooning die reeds toen te laag was in ver
houding tot de belooning van andere groepen. Deze latente land
bouwcrisis ging door de verdere geweldige prijsdaling in 1919 over
in een acute crisis, die den toestand onhoudbaar maakte.
Het bleek toen, dat de vrijhandelsgedachte op het punt der prijs
vorming niet meer werkte. De loon- en salaristrekkende groepen, die
wel hadden verlangd, en terecht, dat hunne loonen en salarissen bij
de hooge prijzen van den oorlogs- en na-oorlogstijd werden aange
past, waren nu in eens het besef inzake het verband tusschen loonen
en salarissen kwijt. Aanpassing van de loonen en salarissen aan de
gedaalde prijzen der landbouwproducten werd door den politieken in
vloed der loon- en salaristrekkende groepen, waartoe feitelijk ook de
leden der volksvertegenwoordiging behoorden, politiek onmogelijk,
De kortingen, die werden toegepast, mochten in de meeste gevallen
geen naam hebben in vergelijking met de gedaalde prijzen.
Verder werd aanpassing der prijzen aan het hooge loon- en
salarispeil tegengegaan doordien men nog altijd de vrijhandelsgedach
te wilde handhaven, voorbijziende, dat deze hare doelmatigheid ver
loren had door het achterwege blijven der aanpassing.
(Wordt verwolgd).