Gevaarlijk spel.
KRONIEK vaa den DAG.
ppmc BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDBELBURGSCHE COURANT (W.O. DE QQEXBE (X T.) VAN ZATERDAG 27 NOVEMBER 1937.
No. 280.
i™,bSarE^hi ,ot G°y 2ii-
De leening aan de Fransche
Spoorwegen.
IN T KIELZOG VAN DE WEEK.
De doodstraf in Frankrijk
Men kan nog zooveel praten van ge
lijkstelling van man en vrouw, men kan
jJ theorie, voorzoover dit het sociale
aanzicht der zaak betreft, eenvoudig
ontkennen dat er mannen en vrouwen,
met recht op verschillende wijze van
behandeling, en met verschillende plich
ten ook, zouden bestaan de natuur
blijkt toch immer weer sterker dan de
leer te zijn, en de oude gevoelens van
ridderlijkheid, niet tegenover deze of
gene vrouw, maar tegenover de vrouw
als zoodanig, ten aanzien van het ge
nus en niet van 't specimen, komen op
't onverwachtst boven. Zelfs waar het
geldt, de ijselijkste misdaad te bestraf-
Onlangs is in Frankrijk Josephine Mo-
ry ter dood veroordeeld, Maar zoo
voegde men er direct aan toe: ze krijgt
natuurlijk gratie. De nuchtere Nederlan
der zal denken: daar heb je die galante
Franschen weer, met hun bovenmatige
waardeering voor het genus vrouw!
Zoo is het nu echter eens niet. Pier
re Malo geeft in een Parijsch dagblad
namelijk het volgende antwoord op de
vraag, waarom de vrouw in Frankrijk
niet meer onthoofd wordt.
Tegen het einde der vorige eeuw had
den een broer en zuster, Thomas gehee-
ten, hun oude moeder vermoord om een
paar honderd franken. Daar ze den ei
genlijken spaarpot van het oudje niet
konden vinden, scheurden ze haar van
heur bed, overgoten haar met petroleum,
zetten haar onder de schouw en ver
brandden haar levend! Twee maanden
later bekende de broer zijn misdaad aan
een priester en deze, het biechtgeheim
schendend, klaagde de beestmenschen
bij de justitie aan. Het Hof in Blois ver
oordeelde beiden tot de doodstraf door
middel van de valbijl of guillotine.
Den 24en Januari 1887 beklom Tho
mas onverschrokken het voor de gevan
genis te Blois opgestelde schavot. Toen
kwam de beurt aan de vrouw, die,
slechts in een hemd gekleed, met bloote
voeten en op het hoofd den zwarten
doek der oudermoordenaars, naar de
plaats der terechtstelling geleid werd.
Daar aangekomen brak deze furie ech
ter in zulk een verzet los, dat de beul,
Louis Deibier, en zijn helper, haar eerst
in een worsteling overweldigen en vast- j
binden moesten; daarop werd zij op de
ligplank geworpen en geguillotineerd. I
Toen de valbijl gevallen was, ontdekte
de beulshelper Bergé dat de heks hem
een zijner duimen afgebeten had
Den volgenden morgen moest Deibier
in Limoges een terechtstelling verrich
ten. Maar in plaats van daarheen, ging
hij naar Parijs, en daar had hij een lang
durig onderhoud met den grootzegelbe
waarder. Sinds dien dag breekt de
schrikwekkende aube grise het krie
ken van den ochtend, waarop terecht
stellingen plegen plaats te vinden
voor vrouwen in Frankrijk niet meer
aan. De president van Frankrijk ver
leent ze gratie, maar in werkelijkheid
weigert de beul op vrouwelijke boosdoe
ners zijn handwerk te verrichten.
Of ridderlijkheid hier echter de hand
in heeft?
LEGER EN VLOOT,
Bij Kon. besluit is met ingang van
den lsten Dec. a, s. aan den officier van
den marinestoomvaartdienst le kl. W.
van Leeuwen Hzn. op zijn verzoek, eer
vol ontslag uit den zeedienst verleend
wegens langdurigen dienst, is met ingang
van den lsten Jan. a.s. aan den kapitein
ter zee A. C. Wakerlin op zijn verzoek
eervol ontslag uit den zeedienst ver
leend wegens langdurigen dienst.
Vit het Engtlach vaa
PAUL TRENT.
48).
"Heeft u hem herkend?"
„Ik wist dat hij hier was als graaf Fel-
denstein. Het is niet de eerste keer, dat
hij den baron bezoekt Wilt u me nu al
les vertellen of zal ik wachten tot u ad
miraal Langton heeft gesproken? Ik
moet bekennen, dat ik zeer nieuwsgierig
ben. Ik dacht niet, dat de baron u aan
den prins zou voorstellen".
„De admiraal heeft me gezeg'd, dat ik
U xt J110®?* vertellen".
„Nu begrijpen we elkaar", zei Sylves-
er met een glimlach en luisterde met
£'Sek-d| mijnheer, uitstekend",
Di-in 6 t j'L^eet u zeker, dat u den
prins overtuigd Heeft?"
nin? Êel°,0f h?ï we'' maar de inspan-
mng was geweldig".
ne'émtS!.e^ voor' dat u een whisky soda
raadzaam gaat' Het k'*1* me
baron "e7aa7^en°?tend naar den
voor dit laatste werk"
nacht".e6^ Ik zal gaan. Goeden
chaamaJn moa nuar U"
vreeselijk geweest t telear.®tel lnê was
l geweest, toen hij, thuis ko
weekoveraMht.
Waarom de Ned, Bank haar
toestemming gaf De stem
ming ter beurze bleef flauw.
Het heeft hier te lande zeer de aan
dacht getrokken, dat een consortium
onder leiding van de Nederlandsche
Handel-Maatschappij en Mendelssohn
en Co; aan de Fransche Spoorwegen,
welke n,aar bekend, krachtens een in
den zomer doorgevoerd reoirganisatie-
besluit, tot een groote nationale maat
schappij werden vereenigd, een crediet
hebben verleend van f 150 millioen.
Hoewel dit er n et met zooveel woor
den werd bijgezegd, mag men veiligl
aannemen dat dit crediet moet dienen
tot aflossing v,an het destijds in 193ü
bij een groep van Engelsche banken
opgenomen crediet tot een bedrag van
40 mil loen Pond Sterling. Indien zulks
zoo is, dan doet 't toch wel eenigszins
vreemd aan den Franschen minister van
financiën te hooren verklaren d,at de
positie van het Fransche ru lmiddei
aanmerkelijk is versterkt, want eerst
dan toch zou men van een reëele ver
sterking van het Fransche ruilmiddel
mogen spreken, indien de Staat met
behulp natuurlijk van het egalisatie
fonds, of de Banque de France, om het
even n staat was geweest zondei
buicenlandsche hulp het geheele of al
thans een belangrijk gedeelte van het
crediet terug te betalen. Wanneer men
echter bij genoemde 1 150 millioen optelt
het bedr.ag van 200 millioen Zwitser-
sclie franken, dat dezelfde spoor
wegen enkele weken geleden bij een
Zwitsersch bankconsortium, hebben
geleend, dan komt men tot een bedrag
dat zeer wein'g afwijkt van de reejls
genoemde 40 millioen Pond, welke de
Spoorwegen in December a.s, aan de
Engelschen banken moeten terugbeta
len. Het is te begrijpen dat men zich
allerwegen er over heeft verwonderd
dat de Nederlandsche Bank, welke zich
ten opzichte van de plaatsing van ver
scheidene bu tenlandsche leeningen op
onze markt, steeds vrij gereserveerd
heeft getoond, bare toestemming tot
dit crediet heeft gegeven. Toch geloo-
ven wij dat de zaken eenigszins anders
staan dan bij genoemde leeningen. Im
mers het betreft hier de verstrekking
van een crediet op korten termijn, in
tegenstelling tot de leeningen welke al
tijd een lang karakter hebben en w,aar
door het risico juist op dien langeren
termijn zooveel moeilijker is te over
zien. Het geldt h er een promessen-
crediet, dat een looptijd heeft van drie
maanden en gedurende drie maal, ach
tereenvolgens voor een zelfde termijn
kan worden verlengd M.a.w. 't geheele
crediet kan maximum 1 jaar loopen.
Men zal om die reden dan ook mogen
aannemen dat de Nederlandsche Bank
een gedeelte van deze wissels, prin-
cip eel tot baar disconto heeft toege
laten. Het hoeft wel geen betoog dat
een dergelijke transactie, indien het
crediet voldoende zekerheden biedt,
voor ons land als zoodanig zeer welkom
mag worden genoemd. Immers hier
door worden de banken in staat gesteld
tot het bedrag van het crediet een be
hoorlijker rente te maken dan sedert
tijden het geval was; op de markt wordt
de eerste tranche althans op een bas's
van 3 pet. verhandeld: een rente wel
ke we! zeer gunstig afsteekt bij de 14
pet. welke op de open markt valt te
maken. Gezien de vragen welke in de
Tweede Kamer naar aanleiding van dit
crediet aan den Minister zijn gesteld,
m,ag men aannemen dat men zich ta
melijk ongerust over d't crediet maakt.
Zooals we reeds opmerkten lijkt daar
weinig aanleiding toe; eerstens behoeft
men er niet aan te twijfelen dat het be
trokken consortium alle garantie's heeft
verkregen welk he^, maar eenigszins
kon wenschn op het stuk van de inte
grale terugbetal ng immers hoe zou
de Nederlandsche Bank zich anders
hier achter hebben kunnen plaatsen
maar daarnaast heeft het toch deze
gunstige werking dat een verdere ver
ruiming van de geldmarkt er door
wordt tegengegaan.
Op de obligatiemarkt valt een steeds
makkelijker wordende tendenz waar te
nemen, tot uitdrukking komende in het
steeds grootere bedrag aan 3 pet. lee
ningen welke hier op de markt wor
den aangeboden. Men vraagt zich dan
ook af of het moment nog ver af is
waarop de Staat der Nederlanden met
haar monster-conversie zal komen. Een
feit is dat de stemming daartoe allengs
gunst ger wordt. Toch zal de minister
zich nog wel twee maal bedenken al
vorens hij zich andermaal aan échec
zal willen blootstellen gelijk dat hij
heeft geleden bij de f 900 millioens con
versie ten laste van Nederlandsch-Indië.
Niet alleen de prima publiekrechtelij
ke 1 chamen komen thans met leeningen
van een laag rente-type, ook onderne
mingen met een conjunctuurgevoelig
karakter durven tegen voor den cre
diteur steeds ongunstiger voorwaarden.
emissie's .aan de markt te brengen.
Om ten slotte tot onze beurs te ko
men, de stemming aldaar blijft mat;
toch dient men te erkennn dat in aan
merking genowen de vrijwel onafgebro
ken flauwe tendens van New-York,
onze Amsterdamsche beurs z ch zeer
behoorlijk heeft weten te handhaven.
Natuurlijk waren de Amerikanen hiet
ook op lager peil, doch toch bleven
zen nog altijd boven New Yorksche pa
riteit, wel een bewijs dus dat men zich
hier niet geheel door het defaitisme
dat z'ch geleidelijk van Amerika mees
ter maakt, wil laten meesleuren.
Industrieele waarden w.aren tameTTjk
flauw, waarbij Philips vooraan ging en
zelfs op 271 gelaten werd. Relatief het
best brachten aandeelen Koninklijke
het er nog af; deze konden zich hand
haven op cirqa 320.
Ook rubberwaren waren flauw in de
markt, hoewel de we nig opwekkende
situatie van dit product voor oogen, de
koersverliezen voor een fonds als Am
sterdam Rubber toch binnen redelijke
grenzen bleef.
Hoewel de suikerpositie nog steeds,
niet bijster fleurig kan worden genoemd
valt het toch op dat er vrijwel geen
product is d,at zich zoo goed heeft we
ten te onttrekken aan de algemeene
prijsdaling als suiker.-"Ten opzichte van
September is de Londensche noteering
slechts ingezakt van 6 sh 60 6 sh. Men
mag aannemen dat het zeer gun'sTTge
resultaat v,an de Londensche conven
tie hier toe heeft medegewerkt, térwij!
om bij Java te blijven, de export, wel
ke een tijd lang had gestagneerd, on
der den invloed van het Japansche
conti ct, geleidelijk weer begint op te
leven, getuige de hernieuwde afdoenin
gen van de Niv/as.
Koersverloop:
Kon. St. Mij. 116-110
Amst. Bank 149148
HVA 402—385
Deli Bat. 197—192
Senembah 274251
Kon. Petr. 327—316
U. Steel 37—36
Anaconda 1819
KUNST EN WETENSCHAPPEN.
Onderscheidng.
Op de Parijsche wereldtentoonstelling
is een gouden medaille in de afdeeling
grafische kunsten toegekend aan de uit
geverij fa. G. W. den Boer te Mid
delburg en aan den illustrator Frits
Lensvelt.
mende, Stella niet g'evonden had. Eerst
had hij gemeend, dat ze van gedachten
veranderd was en weg gegaan, maar het
was nog erger te hooren, dat 2'e er in
het geheel niet geweest was. Geduren
de de rit was hij do] van opwinding ge
weest en zijn ontgoocheling was des te
grooter geweest.
Den volgenden morgen kwam Sylves
ter reeds aan het ontbijt bij hem. De
laatste was zeer opgewekt, en was
schijnbaar zeer ingenomen met den gang
van zaken, doch Guy was verbaasd dat
hij nog vermomd was en maakte daar 'n
opmerking over.
„Als mijnheer Hallam kan ik ongehii>-
derd gaan en komen en dat is een groot
voordeel", antwoordde Sylvester.
Terwijl hij sprak ging de telefoon. Het
was de baron,
„Ik ben van plan u te komen opzoe
ken met mijn vriend graaf Feldenstein,
maak dus dat u om één uur op uw ka
mers bent".
De baron wachtte niet op antwoord
en Guy glimlachte toen hi/ Sylvester
vertelde wat er gezegd was.
„Hij schijnt heel zeker van me te
zijn", zei hij boos.
„Des te beter, Ik raad u aan zoo gauw
mogelijk naar admiraal Langton te gaan.
Bestel eerst een lunch, die geschikt is
voor zulke voorname gasten en reken
er op. dat ik ook van de partij ben".
Hallam volgde dien raad zoncler aan
merkingen te maken op en g'ng toen
naar de admiraliteit, waar hij op den
komst van admiraal Langton wachtte. De
ze was zeer verrast te hooren, dat de
prins in Londen was en zijn belangstelling
groeide, toen hij alles hoorde. Nu en dan
grinnikte hij om de antwoorden, die Guy
gegeven had. „Heel handig, heel han
dig", zei hij eindelijk. „Maar ik betwij
fel het of u den prins overtuigd hebt. Hij
zal u nog verder op de proef stellen,
vandaar dat bezoek van vanmorgen. Als
u er in slaagt.
„Ja, wat dan mijnheer?" riep Guy
gretig toen de admiraal ophield.
„Dan zult u uw land een zeer grooten
dienst bewijzen", zei hij zeer ernstig en
ging toen voort met de houding' te be
spreken, die Guy bij het volgende inter
view moest aannemen. „De Duitscherè
beseffen, dat hun eenige kans op succes
is ineens aanvallen, vóór onze vloot ge
legenheid heeft gehad zich te concen-
treeren. Al hun plannen zijn daarop ge
baseerd Zij zouden zelfs niet aarzelen
om aan te vallen zelfs vóór de oorlog
verklaard was, als ze er kans op slagen
mee hadden".
„Ik ben blij, dat de vloot den vijftien
den gevechtklaar is", zei Guy. „Ik ben
benieuwd of ik op een schip geplaatst
zal worden".
„Dat hangt er van af of u uw werk
goed hebt uitgevoerd of niet. Mag ik'
vragen waarom u daar zoo benieuwd
naar is?"
Hallam aarzelde en de admiraal be
duidde hem voort te gaan.
„Ik heb den indruk gekregen, dat er
De mensch leeft naar den ka
lender, en omdat het bijna December
is, zijn de besturen der vaderlandsche
ijsclubs druk met vergaderen om zoo
noodig de grillen van koning Winter het
hoofd te kunnen bieden. Maar het ziet
er vooralsnog niet naar uit, dat zij hun
vele voornemens in daden behoeven om
te zetten. Het barre jaargetijde zegt het
nog slechts met dichte mistbanken en
met niet al te schrale winden, hetgeen
enkele weerkundigen aanleiding heelt
gegeven te voorspellen, dat ons een
zachten winter te wachten staat. Vol
gens andere insiders loopt de natuur
tegenwoordig echter geregeld ongeveer
2 maanden achter, zoodat we met jui
chen of treuren over de afwezigheid van
den ijzigen vorst tot omstreeks Febru
ari dienen te wachten. Wat niet is, kan
komen, en de haastige Friezen, die bij
de eerste schijn manoeuvre van den
winter het vet van de ijzers hebben ge
poetst, kunnen de vaseline-doos nog
rustig even gesloten houden.
Wat niet is, kan komen. En
daarom zit Europa met spanning te
wachten op de mededeeling of lord Ha
lifax inderdaad de eerste Engelschman
is, die de kunst verstaat in het diploma
tieke hart van het tegenwoordige
Duitschland te lezen, en of hij er in
geslaagd is den eersten steen te leggen
voor een nieuwe samenwerking, waar
naar geheel Europa de handen uitstrekt.
John Buil en mejuffrouw Germania hou
den de lippen echter nog stijf op elkaar,
en de ietwat nerveuse Marianne, die
den laatsten tijd in haar huishouding
zooveel te beredderen had, dat haar
hoofd niet naar verkeeren stond, klopt
thans net hart in de keel alleen al bij
de gedachte dat John achter haar rug
met de forsche Germania hand in hand
zal gaan zitten. Het is geenszins onver
klaarbaar, dat zij besloot zelf pools
hoogte te gaan nemen door den heer
Bull in zijn woning op te zoeken.
Wat niet is, kan komen. Dit zal
ook de gedachte geweest zijn van de
autobus-houders toen zij met de directie
der Nederlandsche spoorwegen aan de
conferentie-tafel schoven om te bera
den hoe het reizend publiek na de op
heffing van 150 stations en halteplaat
sen het best naar en van de dan nog
restende stopplaatsen der treinen zal j
kunnen worden vervoerd. De bittere,
niet altijd met fraaie middelen gevoer
de strijd tusschen spoor en bus, sedert
eenigen tijd onderbroken door een wa
penstilstand, is dus tenslotte toch op
vrede en samenwerking uitgedraaid
Weliswaar laat, maar nog niet te laat
hebben beide partijen blijkbaar ingezien
dat de twee elkaar oorspronkelijk vij
andige vervoermiddelen elk een eigen
terrein kunnen bestrijken, en dat het be
ter kersen eten is met een vriend dar.
met een vijand. Als zij in vreugde over
de nieuwe vriendschap het publiek nv
maar niet voor het gelag laten op
draaien kan Nederland tevreden zijn
over het organisatorisch resultaat, dat
onze spoor aan de spits van de Euro-
peesche zuster-maatschappijen brengt
Wat niet is. kan komen. Mijn
heer Janson (gedenk de „o", zetter1
bleef na zijn eerste mislukkig niet bij de
scherven neerzitten, doch zorgde er
voor, dat België toch weer een regee
ring kreeg. Een een zekere mijnheer
Hyon, die iets hoogs is bij het Fransche
belasting-wezen, en die van oordeel
was, dat de wijze van optreden der
Fransche douane-beambten tegenover
toeristen nogal eens te wenschen over
laat, gaat een school stichten,die de be
doeling heeft louter beleefde en pyscho-
groote gebeurtenissen op til zijn".
„Zooals bijvoorbeeld.
„Oorlog een groote Europeesche
oorlog".
„Heeft de baron iets gezegd?"
„Niets definitiefs, mijnheer, maar dik
wijls zeggen manieren meer dan woor
den. Het is wel eigenaardig dat hij er,
evenals u, zoo op gesteld is dat ik vlug
zal werken. Heeft u daar een reden
voor?" vroeg Hallam kalm,
„Het Kieler kar aal is reeds open voor
de doortocht van de dreadnoughts", was
het veelbeteekende antwoord,
„Duitschland zou geen zee-oorlog
kunnen voeren vóór dat gebeurd was.
Ik heb altijd geloofd, dat ze alleen maar
wachten tot zij in staat zouden zijn hun
schepen van de Noordzee naar de Balti-
sche zee te brengen. Zij zullen nooit in
zoo'n sterke positie zijn als nu. Wij heb
ben veel meer dreadnoughts in aanbouw
dan zij. Volgend jaar om dezen tijd zal
onze superioriteit veel meer blijken
Daarom is de tegenwoordige tijd volgens
hen de beste".
„Duitschland heeft geen reden om oor
log te voeren", zei de admiraal. Op het
oogenblik staat Engeland op den besten
voet met iedereen".
„Nog nooit heeft een groote natie,
die begeering was naar veroveringen, ge
brek gehad aan een excuus. Daar heb
ie bv. de moord op den aartshertog'
Franz Ferdinand, Oostenrijk zal de be
velen van Duitschland gehoorzamen
logisch getrainde douaniers af te leve
ren. Opdat de vreemdeling, die in
Frankrijk zijn goede geld gaat verteren
of verteerd heeft, en die nu eenmaal
niet anders kan dan wat sigaren of wat
snuisterijen smokkelen, niet meer zal
worden afgeschrikt door een behande
ling, welke in strijd is met de spreek
woordelijke Fransche hoffelijkheid. En
tevens opdat de toeristenstroom, die
vroeger hoofdzakelijk naar Frankrijk
leidde, doch die de laatste jaren zooveel
vertakkingen heeft gekregen, dat er
niet heel veel goud meer iu de lichtstad
aanspoelt, weer in de oude bedding zal
gaan vloeien. Geen kwaad idee van mr.
Hyon, die zijn aandacht toch ook nog
eens een keer aan de Parijsche garejons
moet wijden....
Wat niet is, kan komen. De vo
rige week moest ons land het zonder
een enkele internationale fimster stel
len, en deze week schitterden niet min
der dan drie groote planeten aan het
firmament. Waarvan vooral de Roberti
Taylorius zulk een fel licht uitstraalde,
dat de vrouwelijke harten in de hoofd
stad van dit nuchtere land 'n driekwarts
maat sloegen, en de politie eraan te pas
moest komen. Maar in Meppel, gelegen
in de rustig'e contreien, waar 't licht der
filmsterren niet pleegt door te dringen,
heerscht vreugde over het onverwachte
bezoek van een appelvink, die naar men
zegt in ons land tegenwoordig nog zeld
zamer is dan een bont gevederde van
het witte doek.
Wat niet is, kan komen. Meneer
Rambonnet, met wiens kuiten alle bios
coop-bezoekers tijdens de Jamboree
vertrouwd zijn geraakt, heeft de korte
padvindersbroek aan den kapstok ge
hangen, en in zijn fraai afscheidscadeau
op wielen heeft hij zich verwijderd van
de beweging, die hij een groot aantal ja
ren met enthousiasme en beleid heeft
geleid. In Finsterwolde is het gekomen.
N.L. het verbod van het college van bur
gemeester en wethouders om een col
lecte te houden voor de bekende baby-
uitzetten, verband houdend met de op
handen zijnde blijde gebeurtenis in ons
vorsten-huis. De burgemeester dezer ge
meente, die een wel toepasselijke naam
voert, is moeten zwichten voor zijn me-
de-bestuurderen, die in hun politieke
schild den sikkel als hoofdmotief voe
ren.
En in Den Haag vraagt men zich
af óf zij nog zal komen. N.L de griep,
bij het personeel van de tram. Want de
H.T.M.-directie, in den lande om haar
hygiënisch streven reeds beroemd door
haar stelling volgens welke een goed
Hagenaar slechts met de hand voor den
mond hoest, heeft andermaal de hand
schoen voor de gezondheid opgevat, en
een gevecht op knock-out met den kwa
den tegenstander Griep ingeluid. De
residentie-bewoners leven met hun pil
len slikkende conducteurs en wagenbe
stuurders innig mee, en alleen de aan
dacht van de Hagenaars, die 1 m 58 of
minder meten gaat nog naar iets anders
uit. En wei-naar de poging te hunnen
behoeve ondernomen door het kleine
Haagsche raadslid Stokvis, vermoede
lijk te kort gelenkt die B. en
W. probeert te bewegen de toestellen in
de publieke telefoon-cellen zoo te doen
aanbrengen, dat zij ook binnen het be
reik van den kleinen Hagenaar ko
men
Kwartiermeester
Bij Kon. besluit is J. R. Kornacker,
voorzitter van de Kon. Zangvereeniging
„Rotte's Mannenkoor" te Rotterdam en
voorzitter van het Kon. Nederlandsch
Zangersverbond, benoemd tot ridder in
orde van Oranje-Nassau.
Rusland mag niet aanzien, dat Servië
verpletterd wordt".
„Je hebt gelijk, Hallam, maar we zijn
op onzen hoede."
„Ik ben er van Overtuigd, dat het de
bedoeling van Duitschland is om te mo-
biliseeren, anders zou de baron er niet
zoo op gesteld zijn dat ik voor hem
werk. Hij heeft me met nadruk gezegd,
dat ik over een paar wéken vrij zal zijn.
Me dunkt de reden is duidelijk genoeg".
„Je moet zien achter de feiten te ko
men. Je bent de eenige man. die in
contact is met baron Branden. Tusschen
twee haakjes, heb je Furber ook ge
zien?"
„Niet meer sinds we hem in het Lang
ham hotel ontmoetten", zei Hallam stug.
„Je zoudt hem wel eens kunen opzoe
ken".
Guy's gezicht verried hoe weinig hij
met dit voorstel ingenomen was en de
admiraal glimlachte, toen hij hem liet
gaan.
„Naar wat ik weet. geloof ik niet, dat
je jaloersch op hem behoeft te zijn. Het
zal me genoegen doen te hooren, hoe je
met den prins bent opgeschoten".
Het was twaalf uur toen Hallam terug
ging naar Ryderstraat en tot zijn verba
zing vond hij daar Valda op haar gemak
in ziin kamer zitten
„Waarom ben je me niet komen op
zoeken?" vroeg ze dadelijk.
„Ik heb het druk gehad".
Wordt vervolgd)