Gevaarlijk spel. KRONIEK vaa den DAG. ppmc BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDBELBURGSCHE COURANT (W.O. DE QQEXBE (X T.) VAN ZATERDAG 27 NOVEMBER 1937. No. 280. i™,bSarE^hi ,ot G°y 2ii- De leening aan de Fransche Spoorwegen. IN T KIELZOG VAN DE WEEK. De doodstraf in Frankrijk Men kan nog zooveel praten van ge lijkstelling van man en vrouw, men kan jJ theorie, voorzoover dit het sociale aanzicht der zaak betreft, eenvoudig ontkennen dat er mannen en vrouwen, met recht op verschillende wijze van behandeling, en met verschillende plich ten ook, zouden bestaan de natuur blijkt toch immer weer sterker dan de leer te zijn, en de oude gevoelens van ridderlijkheid, niet tegenover deze of gene vrouw, maar tegenover de vrouw als zoodanig, ten aanzien van het ge nus en niet van 't specimen, komen op 't onverwachtst boven. Zelfs waar het geldt, de ijselijkste misdaad te bestraf- Onlangs is in Frankrijk Josephine Mo- ry ter dood veroordeeld, Maar zoo voegde men er direct aan toe: ze krijgt natuurlijk gratie. De nuchtere Nederlan der zal denken: daar heb je die galante Franschen weer, met hun bovenmatige waardeering voor het genus vrouw! Zoo is het nu echter eens niet. Pier re Malo geeft in een Parijsch dagblad namelijk het volgende antwoord op de vraag, waarom de vrouw in Frankrijk niet meer onthoofd wordt. Tegen het einde der vorige eeuw had den een broer en zuster, Thomas gehee- ten, hun oude moeder vermoord om een paar honderd franken. Daar ze den ei genlijken spaarpot van het oudje niet konden vinden, scheurden ze haar van heur bed, overgoten haar met petroleum, zetten haar onder de schouw en ver brandden haar levend! Twee maanden later bekende de broer zijn misdaad aan een priester en deze, het biechtgeheim schendend, klaagde de beestmenschen bij de justitie aan. Het Hof in Blois ver oordeelde beiden tot de doodstraf door middel van de valbijl of guillotine. Den 24en Januari 1887 beklom Tho mas onverschrokken het voor de gevan genis te Blois opgestelde schavot. Toen kwam de beurt aan de vrouw, die, slechts in een hemd gekleed, met bloote voeten en op het hoofd den zwarten doek der oudermoordenaars, naar de plaats der terechtstelling geleid werd. Daar aangekomen brak deze furie ech ter in zulk een verzet los, dat de beul, Louis Deibier, en zijn helper, haar eerst in een worsteling overweldigen en vast- j binden moesten; daarop werd zij op de ligplank geworpen en geguillotineerd. I Toen de valbijl gevallen was, ontdekte de beulshelper Bergé dat de heks hem een zijner duimen afgebeten had Den volgenden morgen moest Deibier in Limoges een terechtstelling verrich ten. Maar in plaats van daarheen, ging hij naar Parijs, en daar had hij een lang durig onderhoud met den grootzegelbe waarder. Sinds dien dag breekt de schrikwekkende aube grise het krie ken van den ochtend, waarop terecht stellingen plegen plaats te vinden voor vrouwen in Frankrijk niet meer aan. De president van Frankrijk ver leent ze gratie, maar in werkelijkheid weigert de beul op vrouwelijke boosdoe ners zijn handwerk te verrichten. Of ridderlijkheid hier echter de hand in heeft? LEGER EN VLOOT, Bij Kon. besluit is met ingang van den lsten Dec. a, s. aan den officier van den marinestoomvaartdienst le kl. W. van Leeuwen Hzn. op zijn verzoek, eer vol ontslag uit den zeedienst verleend wegens langdurigen dienst, is met ingang van den lsten Jan. a.s. aan den kapitein ter zee A. C. Wakerlin op zijn verzoek eervol ontslag uit den zeedienst ver leend wegens langdurigen dienst. Vit het Engtlach vaa PAUL TRENT. 48). "Heeft u hem herkend?" „Ik wist dat hij hier was als graaf Fel- denstein. Het is niet de eerste keer, dat hij den baron bezoekt Wilt u me nu al les vertellen of zal ik wachten tot u ad miraal Langton heeft gesproken? Ik moet bekennen, dat ik zeer nieuwsgierig ben. Ik dacht niet, dat de baron u aan den prins zou voorstellen". „De admiraal heeft me gezeg'd, dat ik U xt J110®?* vertellen". „Nu begrijpen we elkaar", zei Sylves- er met een glimlach en luisterde met £'Sek-d| mijnheer, uitstekend", Di-in 6 t j'L^eet u zeker, dat u den prins overtuigd Heeft?" nin? Êel°,0f h?ï we'' maar de inspan- mng was geweldig". ne'émtS!.e^ voor' dat u een whisky soda raadzaam gaat' Het k'*1* me baron "e7aa7^en°?tend naar den voor dit laatste werk" nacht".e6^ Ik zal gaan. Goeden chaamaJn moa nuar U" vreeselijk geweest t telear.®tel lnê was l geweest, toen hij, thuis ko weekoveraMht. Waarom de Ned, Bank haar toestemming gaf De stem ming ter beurze bleef flauw. Het heeft hier te lande zeer de aan dacht getrokken, dat een consortium onder leiding van de Nederlandsche Handel-Maatschappij en Mendelssohn en Co; aan de Fransche Spoorwegen, welke n,aar bekend, krachtens een in den zomer doorgevoerd reoirganisatie- besluit, tot een groote nationale maat schappij werden vereenigd, een crediet hebben verleend van f 150 millioen. Hoewel dit er n et met zooveel woor den werd bijgezegd, mag men veiligl aannemen dat dit crediet moet dienen tot aflossing v,an het destijds in 193ü bij een groep van Engelsche banken opgenomen crediet tot een bedrag van 40 mil loen Pond Sterling. Indien zulks zoo is, dan doet 't toch wel eenigszins vreemd aan den Franschen minister van financiën te hooren verklaren d,at de positie van het Fransche ru lmiddei aanmerkelijk is versterkt, want eerst dan toch zou men van een reëele ver sterking van het Fransche ruilmiddel mogen spreken, indien de Staat met behulp natuurlijk van het egalisatie fonds, of de Banque de France, om het even n staat was geweest zondei buicenlandsche hulp het geheele of al thans een belangrijk gedeelte van het crediet terug te betalen. Wanneer men echter bij genoemde 1 150 millioen optelt het bedr.ag van 200 millioen Zwitser- sclie franken, dat dezelfde spoor wegen enkele weken geleden bij een Zwitsersch bankconsortium, hebben geleend, dan komt men tot een bedrag dat zeer wein'g afwijkt van de reejls genoemde 40 millioen Pond, welke de Spoorwegen in December a.s, aan de Engelschen banken moeten terugbeta len. Het is te begrijpen dat men zich allerwegen er over heeft verwonderd dat de Nederlandsche Bank, welke zich ten opzichte van de plaatsing van ver scheidene bu tenlandsche leeningen op onze markt, steeds vrij gereserveerd heeft getoond, bare toestemming tot dit crediet heeft gegeven. Toch geloo- ven wij dat de zaken eenigszins anders staan dan bij genoemde leeningen. Im mers het betreft hier de verstrekking van een crediet op korten termijn, in tegenstelling tot de leeningen welke al tijd een lang karakter hebben en w,aar door het risico juist op dien langeren termijn zooveel moeilijker is te over zien. Het geldt h er een promessen- crediet, dat een looptijd heeft van drie maanden en gedurende drie maal, ach tereenvolgens voor een zelfde termijn kan worden verlengd M.a.w. 't geheele crediet kan maximum 1 jaar loopen. Men zal om die reden dan ook mogen aannemen dat de Nederlandsche Bank een gedeelte van deze wissels, prin- cip eel tot baar disconto heeft toege laten. Het hoeft wel geen betoog dat een dergelijke transactie, indien het crediet voldoende zekerheden biedt, voor ons land als zoodanig zeer welkom mag worden genoemd. Immers hier door worden de banken in staat gesteld tot het bedrag van het crediet een be hoorlijker rente te maken dan sedert tijden het geval was; op de markt wordt de eerste tranche althans op een bas's van 3 pet. verhandeld: een rente wel ke we! zeer gunstig afsteekt bij de 14 pet. welke op de open markt valt te maken. Gezien de vragen welke in de Tweede Kamer naar aanleiding van dit crediet aan den Minister zijn gesteld, m,ag men aannemen dat men zich ta melijk ongerust over d't crediet maakt. Zooals we reeds opmerkten lijkt daar weinig aanleiding toe; eerstens behoeft men er niet aan te twijfelen dat het be trokken consortium alle garantie's heeft verkregen welk he^, maar eenigszins kon wenschn op het stuk van de inte grale terugbetal ng immers hoe zou de Nederlandsche Bank zich anders hier achter hebben kunnen plaatsen maar daarnaast heeft het toch deze gunstige werking dat een verdere ver ruiming van de geldmarkt er door wordt tegengegaan. Op de obligatiemarkt valt een steeds makkelijker wordende tendenz waar te nemen, tot uitdrukking komende in het steeds grootere bedrag aan 3 pet. lee ningen welke hier op de markt wor den aangeboden. Men vraagt zich dan ook af of het moment nog ver af is waarop de Staat der Nederlanden met haar monster-conversie zal komen. Een feit is dat de stemming daartoe allengs gunst ger wordt. Toch zal de minister zich nog wel twee maal bedenken al vorens hij zich andermaal aan échec zal willen blootstellen gelijk dat hij heeft geleden bij de f 900 millioens con versie ten laste van Nederlandsch-Indië. Niet alleen de prima publiekrechtelij ke 1 chamen komen thans met leeningen van een laag rente-type, ook onderne mingen met een conjunctuurgevoelig karakter durven tegen voor den cre diteur steeds ongunstiger voorwaarden. emissie's .aan de markt te brengen. Om ten slotte tot onze beurs te ko men, de stemming aldaar blijft mat; toch dient men te erkennn dat in aan merking genowen de vrijwel onafgebro ken flauwe tendens van New-York, onze Amsterdamsche beurs z ch zeer behoorlijk heeft weten te handhaven. Natuurlijk waren de Amerikanen hiet ook op lager peil, doch toch bleven zen nog altijd boven New Yorksche pa riteit, wel een bewijs dus dat men zich hier niet geheel door het defaitisme dat z'ch geleidelijk van Amerika mees ter maakt, wil laten meesleuren. Industrieele waarden w.aren tameTTjk flauw, waarbij Philips vooraan ging en zelfs op 271 gelaten werd. Relatief het best brachten aandeelen Koninklijke het er nog af; deze konden zich hand haven op cirqa 320. Ook rubberwaren waren flauw in de markt, hoewel de we nig opwekkende situatie van dit product voor oogen, de koersverliezen voor een fonds als Am sterdam Rubber toch binnen redelijke grenzen bleef. Hoewel de suikerpositie nog steeds, niet bijster fleurig kan worden genoemd valt het toch op dat er vrijwel geen product is d,at zich zoo goed heeft we ten te onttrekken aan de algemeene prijsdaling als suiker.-"Ten opzichte van September is de Londensche noteering slechts ingezakt van 6 sh 60 6 sh. Men mag aannemen dat het zeer gun'sTTge resultaat v,an de Londensche conven tie hier toe heeft medegewerkt, térwij! om bij Java te blijven, de export, wel ke een tijd lang had gestagneerd, on der den invloed van het Japansche conti ct, geleidelijk weer begint op te leven, getuige de hernieuwde afdoenin gen van de Niv/as. Koersverloop: Kon. St. Mij. 116-110 Amst. Bank 149148 HVA 402—385 Deli Bat. 197—192 Senembah 274251 Kon. Petr. 327—316 U. Steel 37—36 Anaconda 1819 KUNST EN WETENSCHAPPEN. Onderscheidng. Op de Parijsche wereldtentoonstelling is een gouden medaille in de afdeeling grafische kunsten toegekend aan de uit geverij fa. G. W. den Boer te Mid delburg en aan den illustrator Frits Lensvelt. mende, Stella niet g'evonden had. Eerst had hij gemeend, dat ze van gedachten veranderd was en weg gegaan, maar het was nog erger te hooren, dat 2'e er in het geheel niet geweest was. Geduren de de rit was hij do] van opwinding ge weest en zijn ontgoocheling was des te grooter geweest. Den volgenden morgen kwam Sylves ter reeds aan het ontbijt bij hem. De laatste was zeer opgewekt, en was schijnbaar zeer ingenomen met den gang van zaken, doch Guy was verbaasd dat hij nog vermomd was en maakte daar 'n opmerking over. „Als mijnheer Hallam kan ik ongehii>- derd gaan en komen en dat is een groot voordeel", antwoordde Sylvester. Terwijl hij sprak ging de telefoon. Het was de baron, „Ik ben van plan u te komen opzoe ken met mijn vriend graaf Feldenstein, maak dus dat u om één uur op uw ka mers bent". De baron wachtte niet op antwoord en Guy glimlachte toen hi/ Sylvester vertelde wat er gezegd was. „Hij schijnt heel zeker van me te zijn", zei hij boos. „Des te beter, Ik raad u aan zoo gauw mogelijk naar admiraal Langton te gaan. Bestel eerst een lunch, die geschikt is voor zulke voorname gasten en reken er op. dat ik ook van de partij ben". Hallam volgde dien raad zoncler aan merkingen te maken op en g'ng toen naar de admiraliteit, waar hij op den komst van admiraal Langton wachtte. De ze was zeer verrast te hooren, dat de prins in Londen was en zijn belangstelling groeide, toen hij alles hoorde. Nu en dan grinnikte hij om de antwoorden, die Guy gegeven had. „Heel handig, heel han dig", zei hij eindelijk. „Maar ik betwij fel het of u den prins overtuigd hebt. Hij zal u nog verder op de proef stellen, vandaar dat bezoek van vanmorgen. Als u er in slaagt. „Ja, wat dan mijnheer?" riep Guy gretig toen de admiraal ophield. „Dan zult u uw land een zeer grooten dienst bewijzen", zei hij zeer ernstig en ging toen voort met de houding' te be spreken, die Guy bij het volgende inter view moest aannemen. „De Duitscherè beseffen, dat hun eenige kans op succes is ineens aanvallen, vóór onze vloot ge legenheid heeft gehad zich te concen- treeren. Al hun plannen zijn daarop ge baseerd Zij zouden zelfs niet aarzelen om aan te vallen zelfs vóór de oorlog verklaard was, als ze er kans op slagen mee hadden". „Ik ben blij, dat de vloot den vijftien den gevechtklaar is", zei Guy. „Ik ben benieuwd of ik op een schip geplaatst zal worden". „Dat hangt er van af of u uw werk goed hebt uitgevoerd of niet. Mag ik' vragen waarom u daar zoo benieuwd naar is?" Hallam aarzelde en de admiraal be duidde hem voort te gaan. „Ik heb den indruk gekregen, dat er De mensch leeft naar den ka lender, en omdat het bijna December is, zijn de besturen der vaderlandsche ijsclubs druk met vergaderen om zoo noodig de grillen van koning Winter het hoofd te kunnen bieden. Maar het ziet er vooralsnog niet naar uit, dat zij hun vele voornemens in daden behoeven om te zetten. Het barre jaargetijde zegt het nog slechts met dichte mistbanken en met niet al te schrale winden, hetgeen enkele weerkundigen aanleiding heelt gegeven te voorspellen, dat ons een zachten winter te wachten staat. Vol gens andere insiders loopt de natuur tegenwoordig echter geregeld ongeveer 2 maanden achter, zoodat we met jui chen of treuren over de afwezigheid van den ijzigen vorst tot omstreeks Febru ari dienen te wachten. Wat niet is, kan komen, en de haastige Friezen, die bij de eerste schijn manoeuvre van den winter het vet van de ijzers hebben ge poetst, kunnen de vaseline-doos nog rustig even gesloten houden. Wat niet is, kan komen. En daarom zit Europa met spanning te wachten op de mededeeling of lord Ha lifax inderdaad de eerste Engelschman is, die de kunst verstaat in het diploma tieke hart van het tegenwoordige Duitschland te lezen, en of hij er in geslaagd is den eersten steen te leggen voor een nieuwe samenwerking, waar naar geheel Europa de handen uitstrekt. John Buil en mejuffrouw Germania hou den de lippen echter nog stijf op elkaar, en de ietwat nerveuse Marianne, die den laatsten tijd in haar huishouding zooveel te beredderen had, dat haar hoofd niet naar verkeeren stond, klopt thans net hart in de keel alleen al bij de gedachte dat John achter haar rug met de forsche Germania hand in hand zal gaan zitten. Het is geenszins onver klaarbaar, dat zij besloot zelf pools hoogte te gaan nemen door den heer Bull in zijn woning op te zoeken. Wat niet is, kan komen. Dit zal ook de gedachte geweest zijn van de autobus-houders toen zij met de directie der Nederlandsche spoorwegen aan de conferentie-tafel schoven om te bera den hoe het reizend publiek na de op heffing van 150 stations en halteplaat sen het best naar en van de dan nog restende stopplaatsen der treinen zal j kunnen worden vervoerd. De bittere, niet altijd met fraaie middelen gevoer de strijd tusschen spoor en bus, sedert eenigen tijd onderbroken door een wa penstilstand, is dus tenslotte toch op vrede en samenwerking uitgedraaid Weliswaar laat, maar nog niet te laat hebben beide partijen blijkbaar ingezien dat de twee elkaar oorspronkelijk vij andige vervoermiddelen elk een eigen terrein kunnen bestrijken, en dat het be ter kersen eten is met een vriend dar. met een vijand. Als zij in vreugde over de nieuwe vriendschap het publiek nv maar niet voor het gelag laten op draaien kan Nederland tevreden zijn over het organisatorisch resultaat, dat onze spoor aan de spits van de Euro- peesche zuster-maatschappijen brengt Wat niet is. kan komen. Mijn heer Janson (gedenk de „o", zetter1 bleef na zijn eerste mislukkig niet bij de scherven neerzitten, doch zorgde er voor, dat België toch weer een regee ring kreeg. Een een zekere mijnheer Hyon, die iets hoogs is bij het Fransche belasting-wezen, en die van oordeel was, dat de wijze van optreden der Fransche douane-beambten tegenover toeristen nogal eens te wenschen over laat, gaat een school stichten,die de be doeling heeft louter beleefde en pyscho- groote gebeurtenissen op til zijn". „Zooals bijvoorbeeld. „Oorlog een groote Europeesche oorlog". „Heeft de baron iets gezegd?" „Niets definitiefs, mijnheer, maar dik wijls zeggen manieren meer dan woor den. Het is wel eigenaardig dat hij er, evenals u, zoo op gesteld is dat ik vlug zal werken. Heeft u daar een reden voor?" vroeg Hallam kalm, „Het Kieler kar aal is reeds open voor de doortocht van de dreadnoughts", was het veelbeteekende antwoord, „Duitschland zou geen zee-oorlog kunnen voeren vóór dat gebeurd was. Ik heb altijd geloofd, dat ze alleen maar wachten tot zij in staat zouden zijn hun schepen van de Noordzee naar de Balti- sche zee te brengen. Zij zullen nooit in zoo'n sterke positie zijn als nu. Wij heb ben veel meer dreadnoughts in aanbouw dan zij. Volgend jaar om dezen tijd zal onze superioriteit veel meer blijken Daarom is de tegenwoordige tijd volgens hen de beste". „Duitschland heeft geen reden om oor log te voeren", zei de admiraal. Op het oogenblik staat Engeland op den besten voet met iedereen". „Nog nooit heeft een groote natie, die begeering was naar veroveringen, ge brek gehad aan een excuus. Daar heb ie bv. de moord op den aartshertog' Franz Ferdinand, Oostenrijk zal de be velen van Duitschland gehoorzamen logisch getrainde douaniers af te leve ren. Opdat de vreemdeling, die in Frankrijk zijn goede geld gaat verteren of verteerd heeft, en die nu eenmaal niet anders kan dan wat sigaren of wat snuisterijen smokkelen, niet meer zal worden afgeschrikt door een behande ling, welke in strijd is met de spreek woordelijke Fransche hoffelijkheid. En tevens opdat de toeristenstroom, die vroeger hoofdzakelijk naar Frankrijk leidde, doch die de laatste jaren zooveel vertakkingen heeft gekregen, dat er niet heel veel goud meer iu de lichtstad aanspoelt, weer in de oude bedding zal gaan vloeien. Geen kwaad idee van mr. Hyon, die zijn aandacht toch ook nog eens een keer aan de Parijsche garejons moet wijden.... Wat niet is, kan komen. De vo rige week moest ons land het zonder een enkele internationale fimster stel len, en deze week schitterden niet min der dan drie groote planeten aan het firmament. Waarvan vooral de Roberti Taylorius zulk een fel licht uitstraalde, dat de vrouwelijke harten in de hoofd stad van dit nuchtere land 'n driekwarts maat sloegen, en de politie eraan te pas moest komen. Maar in Meppel, gelegen in de rustig'e contreien, waar 't licht der filmsterren niet pleegt door te dringen, heerscht vreugde over het onverwachte bezoek van een appelvink, die naar men zegt in ons land tegenwoordig nog zeld zamer is dan een bont gevederde van het witte doek. Wat niet is, kan komen. Meneer Rambonnet, met wiens kuiten alle bios coop-bezoekers tijdens de Jamboree vertrouwd zijn geraakt, heeft de korte padvindersbroek aan den kapstok ge hangen, en in zijn fraai afscheidscadeau op wielen heeft hij zich verwijderd van de beweging, die hij een groot aantal ja ren met enthousiasme en beleid heeft geleid. In Finsterwolde is het gekomen. N.L. het verbod van het college van bur gemeester en wethouders om een col lecte te houden voor de bekende baby- uitzetten, verband houdend met de op handen zijnde blijde gebeurtenis in ons vorsten-huis. De burgemeester dezer ge meente, die een wel toepasselijke naam voert, is moeten zwichten voor zijn me- de-bestuurderen, die in hun politieke schild den sikkel als hoofdmotief voe ren. En in Den Haag vraagt men zich af óf zij nog zal komen. N.L de griep, bij het personeel van de tram. Want de H.T.M.-directie, in den lande om haar hygiënisch streven reeds beroemd door haar stelling volgens welke een goed Hagenaar slechts met de hand voor den mond hoest, heeft andermaal de hand schoen voor de gezondheid opgevat, en een gevecht op knock-out met den kwa den tegenstander Griep ingeluid. De residentie-bewoners leven met hun pil len slikkende conducteurs en wagenbe stuurders innig mee, en alleen de aan dacht van de Hagenaars, die 1 m 58 of minder meten gaat nog naar iets anders uit. En wei-naar de poging te hunnen behoeve ondernomen door het kleine Haagsche raadslid Stokvis, vermoede lijk te kort gelenkt die B. en W. probeert te bewegen de toestellen in de publieke telefoon-cellen zoo te doen aanbrengen, dat zij ook binnen het be reik van den kleinen Hagenaar ko men Kwartiermeester Bij Kon. besluit is J. R. Kornacker, voorzitter van de Kon. Zangvereeniging „Rotte's Mannenkoor" te Rotterdam en voorzitter van het Kon. Nederlandsch Zangersverbond, benoemd tot ridder in orde van Oranje-Nassau. Rusland mag niet aanzien, dat Servië verpletterd wordt". „Je hebt gelijk, Hallam, maar we zijn op onzen hoede." „Ik ben er van Overtuigd, dat het de bedoeling van Duitschland is om te mo- biliseeren, anders zou de baron er niet zoo op gesteld zijn dat ik voor hem werk. Hij heeft me met nadruk gezegd, dat ik over een paar wéken vrij zal zijn. Me dunkt de reden is duidelijk genoeg". „Je moet zien achter de feiten te ko men. Je bent de eenige man. die in contact is met baron Branden. Tusschen twee haakjes, heb je Furber ook ge zien?" „Niet meer sinds we hem in het Lang ham hotel ontmoetten", zei Hallam stug. „Je zoudt hem wel eens kunen opzoe ken". Guy's gezicht verried hoe weinig hij met dit voorstel ingenomen was en de admiraal glimlachte, toen hij hem liet gaan. „Naar wat ik weet. geloof ik niet, dat je jaloersch op hem behoeft te zijn. Het zal me genoegen doen te hooren, hoe je met den prins bent opgeschoten". Het was twaalf uur toen Hallam terug ging naar Ryderstraat en tot zijn verba zing vond hij daar Valda op haar gemak in ziin kamer zitten „Waarom ben je me niet komen op zoeken?" vroeg ze dadelijk. „Ik heb het druk gehad". Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 9