ie eland. Echtscheiding. Sf931iil«, WEERBERICHT. NUMMER 266. TWEE BLADEN. DONDERDAG 11 NOVEMBER 1937. EERSTE BLAD. 180e JAARGANG. Prins Bernhard wordt Koninklijk commissaris bij de padvinders. Regeling van het betalingsverkeer met Duitschland. VERLAGING VAN HET INVOERRECHT OP RUNDVLEESCH. De steun aan de kleine boeren. MIDDELBURG. GOES. Spijsuitdeelmg. ZEEUWSCH-VLAANDEREH O.D. 1 WtovlncïHï MIDDELBUQGSCHE COURANT Dagblad Voor Middelburg, Goes en agent schap Vlissingen f 2.30, elders 2.50 por kwartaal Week-abonn. in Middelburg en Góes 18 ct. p. w. Advertentiën 30 ct. per regel, Ingez. mededeelingen 60 ct. p. r. Bij contr. voor beide veel lager; tar. op aanvr. GOESCHE COURANT^ Uitgeefster: Naamlooze Vennootschap „De Middelburgsche Courant"; Bureaux: Lange Sint Pieterstraat te Middelburg. Telefoon: Redactie 269, Administratie 139 Postrekening no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 17. Aangesloten bij het Bureau voor Publiciteitswaarde der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers. Familieberichten en dankbetuigingen 3—7 regels f 2.10, elke r. m. 30 ct. Rubriek „Kleine Advertentiën", ten hoogste 6 regels, a 75 ct. bij vooruitbetaling Adv. met „Brieven" of „Bevragen bureau dezer cou rant" 10 ct. extra Bewijsnommers 5 cent. i. Mr. N. J. C. M. Kappeyne van de Coppello schrijft ons: „De Zeeuw" van 25 en 26 October jl. bevatte omtrent de Echtscheiding een drietal korte artikelen, nadat zij er kort geleden ook al meer dan eenS over schreef. Het Burgerlijk Wetboek, zoo luidde het uitgangspunt, schrijdt voor, dat echtscheiding nimmer door onderl'nge toestemming kan plaats vinden. „In onzen tijd echter, nu het huwelijksleven almeer ontwricht wordt, tracht men deze bepaling op alle mo gelijke manieren te ontduiken. En zoo komt het naar het schijnt veelvuldig voor, dat wanneer echtgenooten van elkaar af willen, de een den ander van overspel beschuldigt en de ander het gestelde feit n et tegenspreekt of ook wel erkent, ook al is het niet gepleegd." In 1910 werd een poging gedaan aan dezen toestand een einde te maken, dóch het wetsontwerp werd niet afge daan. Nu is de tijd daarvoor wederom rijp, want de rechtsche partijen beschik ken over een flinke meerderheid." En heeft de Vrijheidsbond niet aangekon digd, dat hij mee wil werken om het levenspeil van de bevolking geestelijk en stoffelijk te verhoogen in een rechts staat op Christelijken grondslag?" Aldus „De Zeeuw De lezer van dit blad weet reeds (z e hoofdartikel van 2 November jl.) dat de laatstaange- haalde woorden zijn ontleend aan de eerste stelling van oud-minister Van Lidth de Jeude. Officieel aanvaard dooi de Liberale Staatspartij zijn de stellin gen van dezen staatsman niet, althans nog n et; dat zij echter in breeden kring instemming hebben verworven, mag zonder overdrijving worden opgemerkt. rj'st vraa£> degenen, die van ganscher harte met deze stellingen in stemmen, waaronder van meet af aan steller dezes, nu ook de consequentie die „De Zeeuw" daaraan hecht, kunnen aanvaarden, dat een eventueele poging van het kab net-Colijn om de materie der echtscheiding in den trant, zooals „De Zeeuw" aangeeft, te regelen, van liberale zijde behoort te worden onder steund? Wij meenen deze vraag niet zonder meer bevestigend te mogen be antwoorden. Hoe is de juridische stand van zaken? Er is inderdaad een wetsartikel, dat echtscheiding door onderlinge toestem ming verbiedt. De rechter heeft dus uit te m,aken, of in een bepaald geval bij toewijzing van den eisch de echt- sche ding in feite op onderlinge toe stemming zou berusten. Veilig is de rechtspraak slechts, wanneer haar or gaan in elk geval onderzoekt, of de grond tot echtscheiding deugdelijk is. In de eeuw, die ons Wetboek een vol gend jaar zal hebben .gegolden, is in de latere, grootste helft, deze veilige weg verlaten. Immers sedert het arrest van ons hoogste rechtscollege van 22 Juni 1883 pleegt een vordering tot echtscheiding (die vrijwel steeds op overspel is gegrond), wanneer ze niet is weersproken of wanneer het over spel wordt erkend, zonder nader on derzoek te worden toegewezen. Hoe is dit bij het bestaand verbod van echtscheiding-door-onderlinge-toe- stemming mogelijk? Omdat een vorde ring in rechte, wanneer de wederpar tij niet verschijnt, wordt toegewezen, wanneer zij den rechter n et onrecht matig of ongegrond voorkomt. In de tweede plaats, omdat een er kentenis (én daarmede had de Hooge Raad in 1883 te maken) volledig be wijs oplevert tegen dengeen, die haar heeft afgelegd. Ons hoogste rechtscol lege zag zich derhalve in 1883 voor een tegenstrijdigheid in rechtsregelen geplaatst. Volkomen juist is de regel, dat degeen, die ten processe feiten er kent, ook aan die feiten is gehouden. Stel U eens voor, dat de rechter er kende fe ten (koop en levering bv.) nog eens aan de waarheid zou moeten toetsen en het dus in de meest een voudige gevallen vrijwel steeds tot ge- tuigenbewijs zou moeten laten komen. Dat zou inderdaad een monnikenwerk zonder weerga worden, zoo voor den rechter (hoeveel meer zouden er niet moeten zijn!) als voor de getuigen. Om van de verhoogde kosten voor de arme rechtzoekenden maar niet te spreken! Maar ju st is, dat degeen, die kocht en geleverd kreeg, jiiet spoedig er toe over zal gaan den koop en de levering te erkennen, wanneer ze in feite niet heeft plaats gehad, terwijl daarentegen de echtgenoot, die van een kwellenden huwelijksband wenscht te worden be vrijd, maar al te gaarne bereid wordt gevonden het overspel op den koop toe te nemen. Inderdaad is h er een bijzonder geval aanwezig, waarin de wetgever niet heeft voorzien en waar van de oplossing des te meer rechts- waarde heeft, naar mate erkend wordt, dat een gereede instandhouding van het huwelijk niet alleen een aangelegen- he d is van de individuën, die zich tot dien hebben vereenigd en van de schep selen, die daaruit zijn ontsproten, maar als verschijning zeker niet minder eene, waaraan de gemeenschap als geheel vele harer schoonste waarden ont leent. Hoe loste de Hooge Raad deze tegen strijdigheid nu op? Eerlijk gezegd durf de hij de kwestie niet aan en dit is vol komen te billijken, wil men ons hoog ste rechtscollege tenslotte niet op de stoel van den wetgever zetten. De Hooge Raad zag in, dat door erkenning van het overspel door de wederpartij een samenspanning der echtgenooten om ondanks het wettelijk verbod de echtscheiding door onderlinge toestem ming te verkrijgen, zeer wel mogelijk is. Maar, redeneerde de Hooge Raad, uit het enkele feit der erkenning is niet noodzakelijk de onderlinge toestemming af te leiden. Het 's toch ook evengoed mogelijk, dat de wederpartij inderdaad overspel pleegde en de erkenning dus deugdelijk is. Had de wetgever nu ge wild te bepalen, dat de enkele beken tenis in echtscheidingszaken niet als bewijs mocht gelden, dan had hij dat ook maar moeten zeggen. Maar wij rech ters zijn niet bevoegd een dergelijk verbod buiten de woorden der wet om tot het terrein der echtscheiding u t te breiden. Gelijk reeds werd opgemerkt: deze overwegingen komen ons in een zoo gewichtige materie als d e der echt scheiding juist voor. De ontwrichting van het huwelijksleven door een alge- meenen regel tegen te gaan is een taak van zoo algemeene strekk'ng, dat zij niet ligt op den weg van den rech ter, doch van den wetgever. In het arrest van 1883 kan dus een duidelijke uitnoodiging aan den wetge ver worden gelezen, teneinde het twistpunt tot meer klaarheid te bren gen. De Regeering-Heemskerk Jr. heeft tot tweemaal toe getracht (en dat nog wel na meer dan vijf en tv/intig jaren, nadat nóch het rechtsche kabinet- Mackay, nóch de regeering van Kuy- per zich met de zaak hadden bemoeid) den wetgever te doen ingrijpen, echter zonder succes. Nadat het wetsontwerp van 1910 van minister Nel'ssen was in getrokken verscheen in 1912 een voor stel van de hand van Minister Regout. Het is ongetwijfeld de moeite waard er de hoofdtrekken van te noemen. Uitgaande van de stelling, dat de toenmalige en ook nog huidige stand van zaken „een beleediging was van het huwelijk en een bespotting van het recht" en dat „wat in Nederland thans rechtens is, in het rechtswezen der beschaafde maatschappij een uni cum" mocht worden genoemd, werd in hoofdzaak voorgesteld een tweetal nieuwe bepal ngen op geheel uiteen- liggende plaatsen in het wetboek, het welk het burgerlijk proces regelt, op te nemen. Het belangrijkste nieuw voorgestelde artikel luidde; ,,De vordering tot echt scheiding zal n et worden toegewezen, zoo de regter niet door wettelijke be wijsmiddelen is overtuigd van het be staan der gronden uit hoofde waarvan de echtsche ding wordt gevorderd." Als nevenvoorstel kwam dan nog: „De echtgenoot zal in zijne regtsvorde- ring niet ontvankelijk zijn, indien de daadzaken, welke grond tot dezelve hadden kunnen opleveren, met zijne uitdrukkelijke of stilzwijgende toestem ming hebben plaats gehad." Laat ons deze beide voorstellen nog eens met een enkel woord mogen ver duidelijken. De eerste bepaling voert een bewijsmethode in, die in strafzaken pleegt te worden gevolgd, doch die in het civiele recht vrijwel onbekend is. Het hoofdart kei omtrent het bewijs in het strafprocesrecht luidt toch, dat de rechter het bewijs, dat de verdachte het telastegelegde feit heeft begaan, slechts kan aannemen, indien hij daar van uit het onderzoek op de terecht zitting door den inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging heeft bekomen. Dat komt dus op hetzelfde De groote levenskunst is zichzelf te vinden. neer. Voor deze assimilatie valt inder daad wat te zeggen; de u tkomst is in ieder geval doeltreffend. Wordt een erkentenis in een echtscheiding afge legd, dan zou het dus mogelijk worden, dat, wanneer de rechter zich nog niet overtuigd acht, nader bewijs wordt verlangd; hij behoeft het in deze mate rie onverkwikkelijke hooren van ge tuigen echter niet te doen plaats vin den. Een nadeel van deze bepaling zou intusschen zijn, dat pp deze wijze zeer veel aan het subjectief oordeel van den rechter wordt overgelaten. Het gevaar toch is niet denkbeeldig, dat de ie- vensovertu ging van den eenen rechter hem spoediger doet aannemen, dat overspel inderdaad heeft plaats gevon den, wanneer de wederpartij bekent, dan van den magistraat, die deze zonde zoo zwaar telt, dat hij zijn medemensch slechts door gedetailleerd bewijs daar aan schuldig wil achten. De twéeare bepaling, welke m nister Regout voorstelde, verdient al evenzeer te worden aanvaard: Het meest frap pante voorbeeld van onrecht zou het toch zijn, wanneer de souteneur eerst voordeel zou mogen trekken van de ontucht, welke zijn vrouw op zijn ver langen bedreef, om daarna, wanneer dit bedrijf niet langer loonend mocht blijken, haar te verstooten en verder materieel in geen enkel opzicht meer verantwoordelijk voor haar te zijn, om dat zij op zijn verlangen overspel pleegde. Aldus is de fe telijke stand van za ken, waarop „De Zeeuw" het oog had. Zal nu, zoo luidt de vraag, welke dit blad heeft te beantwoorden, een libe raal mede willen werken, om in dezen toestand verbetering te brengen? Het antwoord moet ongetwijfeld positief luiden. Onze wet is van 1838. Het pro bleem der echtscheiding was toen gansch anders dan nu, een eeuw later. Herzien ng van het recht te dien aan zien is dus noodig, maar wanneer men herziet, moet men den toestand in zijn geheel voor oogen hebben en niet een speciaal gedeelte; wanneer de wetge ver een maatschappelijk zoo gew ch- tig vraagstuk ter hand neemt, dan zal de oplossing een nationale moeten zijn en niet die, welke beantwoordt aan de wenschen van de meerderheid in een bepaalde wetgevende periode. M.a.w. dan zal mede rechtswaarde moeten worden toegekend aan de verlangens van een belangrijke m nderheid, wan' neer deze althans niet het heele zijn der gemeenschap in gevaar brengt. Z. K. H. Prins Bernhard heeft zich be reid verklaard om met ingang van 22 November 1937 op te treden als konink lijk commissaris bij de „Nederlandsche padvinders" terwijl met ingang van dien datum staatsraad J. J. Rambonnet af treedt als hoofdverkenner, welke laat ste functie voorloopig onvervuld blijft. Landelijke bond van kruideniers opgericht. Woensdagmiddag werd te Utrecht de oprichtingsvergadering gehouden van den landelijken bond van kruideniersi Een 50-tal leden trad tot den bond toe. De statuten werden met algemeene stemmen goedgekeurd en achtereenvol gens werden bij acclamatie de leden van het bestuur, de voorzitter en de secre taris van den bond gekozen. Voorzitter van den bond werd de heer F. G. Leb- bing, Prinsengracht 807, Amsterdam, se- secretaris mr. G. J. F. Sluyters. Het secretariaat van den bond, dat te Utrecht is gevestigd, is; Mariahoek 8, Utrecht. De regeeringspersdienst meldt: Van 26 October tot 10 November von den in Den Haag besprekingen plaats tusschen een Nederlandsche en een Duit- sche delegatie over de regeling van het betalingsverkeer met Duitschland na 31 December 1937. De Duitsche delegatie is gisteren wederom naar Duitschland vertrokken. Beide delegaties zullen aan hunne regeering rapport uitbrengen over den stand van zaken. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp, houdende goedkeuring van het Kon. besluit van 4 Augustus 1937 tot verlaging van het invoerrecht op versch of gekoeld rundvleesch. De tariefovereenkomst op 29 Juni j 1, te Kopenhagen tusschen Nederland en Denemarken gesloten, houdt voor Ne derland een verbintenis in om voor Deensch rundvleesch het invoerrecht, bedragende per 100 kg bruto 20 pet. van de waarde, te verlagen tot 12 pet, dier waarde. Ten einde gevolg te geven aan de bij het sluiten van bovengenoemde overeen komst gemaakte afspraak om, in afwach ting van de nadere ratificatie, de over eengekomen verlaging van invoerrecht dadelijk toe te passen, is bij K.B. van 4 Augustus 1937 bovenbedoelde verla ging in werking gesteld. Het bepaalde bij bedoeld besluit behoeft ingevolge arti kel 2, vierde lid, van de tariefmachti gingswet 1934 goedkeuring bij de wet. De secretaris van de gewestelijke ad viescommissie voor steun aan de kieine boeren in Zeeland heeft aan de gemeen tebesturen in die provincie meegedeeld, dat bij de uitvoering van de steunmaat regelen eenig misverstand bestaat t.a.v. de berekening van de neveninkomsten. Speciaal is dat het geval met de onder groep B vallende personen. Zooals bekend zal zijn wordt in de be doelde steunregeling als principe aan genomen, dat alle klein-landbouwers gemiddeld per week op een inkomen zullen moeten kunnen rekenen van ten minste 9, waarbij dan nog komt een kleine toeslag voor gezinsleden boven een aantal van 2. Het spreekt dus van zelf, dat iemand, waarvan kan worden aangenomen, dat hij uit zijn bedrijfje en uit neveninkomsten reeds een inkomen heeft, dat grooter is dan het voor hem vastgestelde basisbedrag -f- toeslag, buiten de regeling valt. Voor groep C is dit zonder meer dui delijk, daar voor deze groep van perso nen de neveninkomsten worden ge fixeerd op grond van de gegevens over het afgeloopen jaar. Voor groep B echter worden door de betrokkenen de neveninkomsten elke week opgegeven en naar aanleiding daarvan telkens het steunbedrag vastge steld. Dit bedrag kan dus van week tot week verschillen. Indien echter de regeling voor groep B, zonder meer op deze wijze zou wor den uitgevoerd, zou dit tot onbillijkhe den kunnen leiden. Er zijn nl. diverse gevallen aan te wijzen van klein-land bouwers op grond van hun bedrijfsin- komsten vallende onder gjroep ,B j, die door de neveninkomsten reeds op een gezinsinkomen kunnen rekenen, dat grooter is dan het voor hen vastgestel de basisbedrag -f- toeslag. Deze perso nen vallen dus buiten de steunregeling. Zou men deze klein-landbouwers niet van steun uitsluiten, dan zou deze cate gorie daarmede uiteraard in een zeer bevoorrechte positie worden geplaatst, daar zij, in de weken waarin geen bij verdienste wordt verkregen, een steun bedrag zouden incasseeren. In verband hiermede komt het mij gewenscht voor, dat ook van de per sonen, vallende onder groep B., de ne veninkomsten over het afgeloopen jaar worden vastgesteld. De klein-landbou wers van deze groep, die gemiddeld per week met hun totaal inkomen nog blij ven onder het voor hen vastgestelde be drag, worden gesteund overeenkomstig de regelen vastgelegd in de circulaire van het departement van sociale zaken. Zij zvfllen derhalve elke week hun briefje moeten inleveren. Enkele dagen geleden namen wij 'n bericht op, volgens hetwelk zekere M. zou zijn aangehouden wegens openbare schennis der eerbaarheid. Dit moet zijn zekere De R. Dinsdagavond Ireld de commissie voor de economische spijsuitdeelmg (voorzitter de heer J, C. v, d. Velde), haar jaarlijksche vergadering. Aan het verslag van den secretaris, den heer Verwachting tot morgenavond! DE BILT: Zwakke tot matige N.O, tot N.W, wind, gedeeltelijk bewolkt, aanvankelijk weinig oi geen regen, iets kouder des nachts, overdag weinig ver andering in temperatuur. UKKEL: matige N, wind, afwisselend bewolkte en heldere hemel, regenbuien en zelfs sneeuw in Oost-België, koele temperatuur, nachtvorst, nachtelijk tem- peraiuursnrinimum van 0 tot -5 graden, Vr. 12 Nov, Zon op; 7 h 17; onder 16 h 11, Licht op; 16 h 41. Maan op: 13 h 19. V.M.: 18 Nov. - t Hoog- en Laag water te Vlissingen s October. Hoogwater. Do. 11 6.02 18.46 Vr. 12 7.07 19.56 Za. 13 8.21 21.13 Hoog- en Laagwater te October. Hoogwater. Do. 11 7.44 20.16 Vr. 12 8.43 21.24 Za. 13 9.55 22.42 Westkapelle is 28 min. 23 min. Vroeger; Veere (S springtij). Laagwater. 12.28 0.51 13.38 2,10 14.58 Wemeldingei Laagwater. 1.01 13.28 1.58 14.34 3.16 15.52 en Domburg 38 min. later T. Faberij de Jonge, over 1936-—1937 ontleenen wij. dat, dank zij de werk loosheid liet aantal aanvragen um voedsel steeg. Ter gelegenheid van het huwelijk van Prinses Jul ana en Prins Bernhard werd een extra bedeeling van krentenbrood' en kaas gehouden Uitgereikt zijn toen 1141 krentenbroo- den en 355 pond witte kaas. De kosten hiervan bedroegen f 436,31. Een welda dig stadgenoot stelde de commissie in staat nog een dergelijke extra-bedee- Lng te geven, waarvoor de commissie zeer dankbaar is. De gewone bedeelingen werden be gonnen Woeensdag 16 Dec. 1936 met 428 porties aan 150 hoofden van gezin nen, terwijl dit spoedig werd uitgebreid tot 522 porties aan 174 gez nnen, waar mee werd voortgegaan tot en met 10 April 1937. In totaal werden uitgereikt 16320 porties tegenover 13740 porties in het vorig jaar. De bedeeling werd 2 maal per week gehouden en bestond u t erw tensoep. De rekening sluit in uitgaaf met f 2106,16, ontvang f 2093,68, nadeelig saldo f 12,48. Onder de ontvangsten is echter f 700 begrepen, die uit de re serve genomen is. Het tekort s dus feitelijk 712,48. D commissie doet voor haar arbeid wederom een beroep op de weldadig heid der ingezetenen. (De Z.) Rijkspostspaarbank. In den loop der maand October 1937 werd aan liet kantoor alhier op spaar bankboekjes ingelegd f 150,075 en te rugbetaald f 92,786. Derhalve meer in gelegd dan terugbetaald f 57,289. Het aantal nieuw uitgegeven boek jes bedroeg 80. NIEUWE WEGEN GEOPEND. Op feestelijke wijze heeft de Com missaris der Koningin jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford, Woensdagmiddag de officieele opening verricht van een tweetal nieuwe wegen in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen, Ten gemeentehuize te Honteuisse vond een ontvangst plaats, waarbij o. m, aanwezig waren het gemeentebe stuur van Honten sse, de. besturen van den Kruispolder en het waterschap Lamswaarde, een eere-comité, onder voorzitterschap van burgemeester mr- R, J. J. Lambooy, den consul van den A.N.W.B., baron Collot d'Escury uit Kloosterzande, de feestcommissie on der voorzitterschap van den heer J. Bal, het bestuur van de boerenleen bank te Lamswaarde, e.a. Burgemeester Lambooy heette allèn welkom en schetste vervolgens de ge schieden s der totstandkoming van de nieuwe wegen door den Kruispolder en van Kuitaart naar Lamswaarde. Daarop sprak de Commissaris der Koningin. Allereerst bracht hij hulde aan den burgemeester voor diens ini tiatief tot aanleg van den weg Kuitaart Lamswaarde, alsook aan het bestuur der gemeente Hontenisse, die de noodi- ge gelden voteerde voor d't werk van groote beteekenis voor de landstreek Spr, memoreerde, dat Prov. Staten van Zeeland sedert eenige jaren geen ren-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 1