ene Gevaarlijk spel. 1938. KRONIEK van den DAG. ZEEUMHL TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN VRIJDAG 5 NOVEMBER 1937. No. 261. BMNEtHAND. Verruiming kalvertoewijzing De beste v .evertraan De beste voor Uw kind De man die zijn ontslag niet kan krijgen. Het wordt zoo langzamerhand een gek geval met den heer Schacht. Dat hij reeds een tiental malen by geruchte zou zijn afgetreden, doch even zooveel ma len rustig op zijn post bleef, is daaraan toe. Over zooiets kan men zich moeilijk ▼erbazen voor een land met een gemuil korfde pers. Geruchten gedijen nergens beter dan in zulk een samenleving. Maar dat de heer Schacht een dag of tien ge leden zelf openlijk verklaarde, dat hij niet meer minister was en dat er des ondanks van zijn heengaan tot op dit •ogenblik officieel met geen woord is gerept, daarover verbaast men zich nog wel. Op wat voor wonderlijke verschijn selen men zich dan ook ten aanzien van het derde Rijk voorbereid waande. Schacht legde de genoemde verklaring af tijdens een feestje te Berlijn. Ten aan- hoore van buitenlandsche vertegenwoor digers. Met de kennelijke bedoeling blijkbaar, dat ze in de buitenlandsche pers zou worden afgedrukt, en dat de Duitsche regeering zich dan genood zaakt zou voelen het ontslag officieel hekend te maken. De verklaring ver scheen in de buitenlandsche pers. Maar de Duitsche regeering heeft er zich tot dusver niets van aangetrokken. Dr. Schacht, die zich zelf niet meer als mi nister beschouwt, wacht npg steeds op den officieelen ontslagbrief. Het is heel gek; en om te meesmuilen. Immers: het nationaal-socialistisch régi me, dat zoo verschrikkelijk doortastend kan zijn, daarop, scheldend naar ,,de de mocratie", prat pleegt te gaan, schijnt hier met politieke lamheid geslagen. Hitier durft het niet aan, tot op heden althans niet, zijn minister van economi sche zaken, het begeerde congé te geven. Maar het is voor 't overige een ver schijnsel, dat te denken geeft. Men weet, dat uit den boezem der nationaal-socia- listische partij al een paar jaar lang strijd tegen den minister van economi sche zaken wordt gevoerd. Zijn opvat tingen zijn den rasechten nazi's veel te conservatief. Inderdaad: Schacht behoort niet tot degenen, die het economische heil voor Duitschland zien in socialisa tie s en drastische autarkie. Hij is van meening, dat Duitschland geen volkomen gesloten gemeenschap kan vormen. Als vrijwel ieder land, heeft ook het Derde Rijk in economicis het buitenland noo- dig. De tegenwoordige koers van de Duitsche staatshuishouding vindt daarom bij dr. Schacht bestrijding. Hij verwacht dat het autarkische en socialistische streven van menschen als Goering (die het in economicis voor het zeggen heb ben, over het hoofd van den minister heen) op den duur Duitschland duur te staan zal komen. Schacht weet, dat hij ten deze de meeste groote industriëelen op zijn hand heeft. Blijkbaar deed hij den laatsten tijd verschillende pogingen, om van zijn functie ontheven te worden, een functie, welke al lang niet veel meer dan een wassen neus was. Zelfs nam hij zijn toe vlucht tot den bovengeschetsten nood maatregel: openlijke verklaring, dat hij zich niet langer meer als minister be schouwt. Maar Hitier blijft aarzelen. Op aandrang van zelkere partij-mannen liet de Führer wel toe, dat Schacht vrijwel alle macht werd ontnomen. Hij deinst er echter voor terug een officieel ontslarf te verleenen. j-PetJu*ste P0litieke situatie,die achter dit alles schuil gaat, is natuurlijk niet na te gaan. In 't bijzonder op de vraag, wel ke motieven het precies zijn, waar om Hitler niet doortast, moet onbeant woord blijven. De onderstelling, dat hij Schacht formeel minister zou willen la ten blijven, omdat deze nog al vertrou wen in het buitenland geniet, kan geen 29). Uit het Engelich van PAUL TRENT. „Waarom zegt u dat?" vroeg hij snel. Hi, werd nieuwsgierig. Zou ze den aard van de bezigheden van den baron ken nen. Hij kwam tot de conclusie dat dit geheel onmogelijk was. „Wat is de baron?" vroeg hij. „Een heer", antwoordde ze spottend. „Wat nog meer?" „Ik weet het werkelijk niet en het kan me niet schelen ook". „Waarom gelooft u dan dat hij ge vaarlijk voor mij is?" „Ik heb gegronde redenen om dat te gelooven. Laat u dat voldoende zijn. Als uw vriendin en als iemand die het goed' met u meent, vraag ik u hem te vermij den „Zonder mij daarvan de reden te noe men?" „Ja zei ze beslist. „Wees tevreden met uw werk bij de marine. Nu u niet ver oofd is. kunt u toch njet Z0Q naar 07,er^anêen- Wilt u Stella niet meer Z'ai V,roeg.Ze Plotseling'. s ik er iets aan kan doen, niet". „Ze gaan morgen naar Weyport terug. Mevrouw Cameron is dolblij. Ik blijf Londen. Ik heb weinig vrienden en me eenzaam voelen. Gaat u naar schip terug?" in zal uw reden van bestaan meer hebben, nade- maal men in het buitenland maar al te goéd weet, hóe de zaken staan. Mis schien mag men veronderstellen, dat van industrieele zijde nieuwe druk op Hitier wordt uitgeoefend. Hij zou dan dus nog geen besliste keus hebben gedaan; en dus zijn volle vertrouwen ook nog niet aan de rasechte nationaal-socialistische economen hebben geschonken. Het is een gek geval. Men deelt ons van bevoegde zijde mede, dat de minister van economische z,aken, na ingewonnen advies van de drie centrale landbouworgan saties en van den algemeenen Nederlandschen Zuivelbond (F.N.Z.) heeft besloten, voor het jaar 1938 de toewijizing van vaars kalveren met 25,000 stuks te verhoogen en mitsdien te brengen v,an circa 350,000 op -circa 375,000. In de be staande ossentoewijzing zal geen wijzi ging worden gebracht. H erbij werd in zooverre van het bovenbedoelde advies afgeweken, dat in plaats van een verruiming van 10 pet., een verhooging van ruim 7 pet. voldoende werd geacht. Bij het nemen van deze beslissing is rekening gehouden met de vleeschDO- sitie, de zuivelpositie en, de moeilijk heden, gerezen bij de uitvoering van de huidige teeltregeling. Vlees chpositle. De minister is van oordeel, dat een verdere inkrimping van den rundvee stapel bij de tegenwoordige toewijzing zou kunnen intreden. Gezien het nauwe verband tusschen de vieesch-productie en de grootte van den totalen rundvee stapel, kon, althans voor de naaste toe komst, tot eenige verruiming van de kalvertoewijzing worden overgegaan, waardoor voorkomen werd, dat dc- rundvleesch -productie ten opz chte van de behoefte te veel zal dalen. Bij het nemen van zijn beslissing heeft de minister terdege overwogen, dat een doelbewuste vergrooting van de vieesch-productie, als gevolg van de verhooging der kalvertoewijzing, het ris'co van een prijsdaling met zich me debrengt. Hoewel de minister op hef standpunt staat, dat, de huidige slacht- veeprijzen niet te hoog zijn. is hij niet temin tot verruim- ng van de kalvertoe wijzing voor 1938 overgegaan, daar hij v,an oordeel is, dat zonder deze ver ruiming de rundvleeschproductie te klein zal worden voor de binnenland- sche behoefte. Moeilijkheden b'J de uitvoering der huidige teeltregeling. Vele omstandigheden, zooals de oprichting van nieuwe bedrijven, het groote aantal kleine bedrijven, en- zoovoort maken, dat de toewij zing n 1938 zeer moeilijk uitvoerbaar zal zijn, indien de I,andbouw-crisisorga- nisaties niet over meer vaarskalveren zullen kunnen beschikken. De bezwaren doen zich het sterkst gevoelen n stre ken met veel kleine bedrijven. Een eventueele vergrooting van de ossen- toewijzing komt aan deze bezwaren niet UA4-0161G (Ingez. Med.) tegemoet, Zuivelpositie, Intusschen kan een verhooging var de toewijzing v,an vaarskalveren tenge volge hebben, dat het aantal melkkoe en toeneemt. De vraag kan worden ge steld, of het toewijzen van meer vaars kalveren verantwoord k.an worden ge acht met het oog op de zuivelpositie Hoewel niet kan worden gezegd, da* de zuivelpositie van dien aard is, dat de toekomst met gerustheid kan wor den tegemoetgez en, kan toch een groote verbetering worden geconsta teerd. Deze verbetering acht de minis ter van dien aard, dat een grootere toewijzing van vaarskalveren ook uit het oogpunt van de zuivelpositie ver antwoord s. De minister is mitsdien van meening, dat de toestand op de zuivelmarkt geen beletsel behoeft te zijn voor een ver hooging van de toewijzing met 25,000 stuks, welke verhooging, met het oog cp de vleeschpos'tie en de bezwaren, welke aan de uitvoering der teeltrege- "(;ng verbonden zijn, noodzakelijk ge acht moet worden. De zuivelpositie ;s evenwel niet zoo gunstjg, dat tot een grootere verruim ng dan 25,000 stuks kan worden overgegaan. Aangezien de verhoudingen v,an de rundvleesch. en zuivelmarkt voor een verdere toekomst dan 1938 geenszins voorspeld kunnen worden, zal de rege ling betreffende de toewijzing voor ossen en vaarskalveren vóór 1939 tc zijner tijd opnieuw onder de oogen moeten worden gezien, ALGEMEENE BOND VAN WERKNEMERS OP LIBERALEN GRONDSLAG, De Algemeene bond van werknemers op liberalen grondslag heeft aan de Ne- derlandsche werknemers een manifest gericht waaraan wij het volgende ont- leenen: Onze Maatschappij wordt beheerscht door organisaties. Op staatkundig ge bied zijn het geen personen meer doch organisaties die den loop der politieke gebeurtenissen bepalen. Op economisch gebied spelen de arbeiders-organisaties een steeds grootere rol. De problemen die moeten worden opgelost ter beharti ging der vakbelangen kunnen slechts in organisatorisch verband geschieden; voor den enkeling is deze taak te zwaar geworden. Helaas heeft ook op dit gebied veel versnippering plaats gehad en tot heden „Neen". „Zullen we vrienden zijn? Ik zou u graag nu en dan ontmoeten. We zouden af en toe eens samen ergens kunnen gaan eten in een rustig restaurant". „U is heel vriendelijk". „En dan kan ik u nieuws van Stella vertellen. Wij schrijven elkaar geregeld. Wilt u?" „Heel graag, juffrouw Glyn". „U moogt me gerust Valda noemen en ik zal Guy zeg'gen. Ziezoo, dat is dus af gemaakt. Morgen wordt moeder begra ven „Mag ik de begrafenis bij wonen?" 'k durfde je het niet te vra- £en' ïe geen boodschap voor Stella? „Neen, alleen dat ik hoop dat ze ge lukkig zal worden". ®fn w°ord -van waarschuwing. Wees op je hoede voor den baron", „Ik zal het niet vergeten. Goeden dag". Toen hij alleen was, begon hij na te denken over Valda's relaties met den baron. Er was ergens een geheim, dat misschien raadzaam zou zijn om op te lossen. HOOFDSTUK XVI. Er was een beminnelijke glimlach om het gelaat van den baron, toen hij zijn g'las naar de lippen bracht, „Prosit", zei hij en knikte Guy loe. „Prosit", „Nu zullen we aan tafe! gaan? Tk heb trek". (Ingez. Med.) De kok van den baron was ongetwij feld een kunstenaar in zijn vak, want hetgeen voorgezet werd, was volmaakt. Guy was geen lekkerbek, maar toch genoot hij van den maaltijd. De knecht vulde telkens zijn glas mei de uitge- zochtste champagne en de baron praat te geanimeerd. De koffie en likeur wer den in de rookkamer geb-uikt. Toen ie baron een groote Corona had opgesto ken. baalde hij de rook diep in en keek Guy welwillend aan. „Om te leven, zooals een mensch moet leven, is geld noodig. Om het leven vol komen te genieten, moet je arm zijn ge weest. Als we iederen dag dineerden z'ooals nu, zouden we het niet meer waardeeren". „Is u dan niet altijd rijk geweest?" vroeg' Guy beleefd. „Neen, ik ben zoo arm geweest als de spreekwoordelijke kerkmuis of was het een rat?" Eens jaren geleden heb ik een geheele week lang niet gegeten. Ik zal het nooit vergeten. Dat was in Buda pest". „Van welke nationaliteit is u? U spreekt uitmuntend Engelsch". „Ik ben wereldburger", zei de baron luchtig. Guy vond dat het tijd werd om, een zet te wagen. „Heeft u al over iets nagedacht?" „Ik heb over veel dingen gedacht. Als u wilt is het mogelijk om in den dienst die u liefheeft, te blijven en tegelijker is het niet gelukt op het gebied van vak organisatie de toch zoo dringend nood zakelijke eenheid te bereiken. Wij zijn van oordeel aldus het ma nifest dat de taak der vakbonden al lereerst moet bestaan in het behartigen van de belangen zijner leden waaraan nimmer de juiste aandacht geschonken kan worden indien politieke invloeden daarin een groote rol spelen. De be staande vakorganisaties zijn instituten geworden van de politieke partijen. Arbeiders van vrijzinnige beginselen zijn genoodzaakt zich aan te sluiten bij bonden waarmede zij niet geheel kun nen sympathiseeren. Om daaraan tege moet te komen, is na geruimen tijd van voorbereiding thans opgericht de Alge meene Bond van Werknemers (Al-Bo- We). In de ontwerp-statuten wordt uit drukkelijk als doelstelling tot uiting ge bracht e bevorering der stoffelijke en zedelijke belangen zijner leden op den grondslag der liberale beginselen. Deze Bond tracht voor zijn leden te bereiken wat sociaal-economisch en staatkundig mogelijk en verantwoord is, daarbij den klasse-strijd als middel verwerpend. In deze abnormale tijden zeker de noodzaak gevoelende zich tegen werk loosheid te verzekeren, is de keuze van neutrale organisaties slechts tot enkele vakken beperkt terwijl de invloedssfeer evenzeer beperkt is. Om in deze be staande leemte te voorzien is de Al-Bo- We opgericht. Deze Bond erkent het recht van iede re organisatie op welk gebied ook, doch eischt dit recht ook voor zich op, ge dachtig aan do -waarheid dab iedere werknemer, ongeacht zijn godsdienstige gezindheid, in de gelegenheid meet worden gesteld zich te kunnen organi- seeren in een Bond die niet alleen zijn vakbelangen behartigen kan, doch waar hij zich ook geestelijk thuis gevoelt. Wars van alle dogma's zal de Bond overal optreden voor datgene wat den werknemer ten goede kan komen en voor zijn belangen bevorderlijk zijn kan. De Bond zal voorts al zijn aandacht be steden aan de bestaansvoorwaarden zijner leden en actief medewerken om sociaal-economische problemen mede tot een oplossing te brengen. Wetenschappelijk geijkt per Kilo op: 1.200.000 Internationale eenheden vitamine A, de Sroeibevorderende en ziektewerende vitamine. 100.000 Intern, eenh. vitamine D, voor de vorming van krachtige beenderen en tegen Engelsche ziekte? Groote Flesch 60 ct. Dubbele Flesch 90 ct. (Ingez. Med.) tijd kan ik u van geld voorzien. Als u naar Zuid-Amerika ging, zoudt u toch al uw hersenen en verstand gebruiken voor den dienst van de republiek?" „Ja", zei Guy gretig. „Welnu, ik verlang dat u datzelfde verstand en diezelfde handigheid in En geland gebruikt". „Ik begrijp u niet". „Voor die republiek". „Welke?" vroeg Guy. „U moogt het nu wel weten. Chili". „Er zijn veel Chileensche officieren bij onze marine. Er was er een op het vorige schip, waarop ik diende". „Dat weet ik. Chili zal nooit iegen Engeland vechten, want ze hebben bei- Je een natuurlijken vijand in Duitsch land. Is het niet?'fc „Ja, Duitschland wil graig een stuk 'van Zu'd-Amerika hebben." „Daarom hebben de Zuid-Amerikuan- sche republieken zulk een sterke vloot. Vocra! Chili is graag geheel en a! op de hoogte. Ik ben gemachtigd u als advi seur aan te stellen. U moet wenken ge ven en rapporten uitbrengen. Boven dien zult u Chili alle inlichtingen moeten geven, die tot uw beschikking zijn", „Wat voor soort inlichtingen?" „Allerlei soort. U zou haar bv. iedere verbetering, die u in de draadlooze tele grafie maakt, kunnen mededeelen". „Natuurlijk met toestemming van de admiraliteit?" „Er wordt zooveel gepraat bij uw ad- EEN JUBILEUM BIJ P.T.T. Donderdagmorgen kwam in één der lokalen van het P.T.T.-gebouw te Vlis- singen het personeel van den techni- schen dienst der Telegrafie en Telefonie bijeen om het 25-jarig ambtsjubileum te vieren van den chef-monteur te Middel burg, den heer H. Hoonhoud. Nadat de heer en mevrouw Hoonhoud per auto van hun woning waren gehaald en het feestelijk versierde lokaal waren binnengeleid, werd allereerst het woord gevoerd door den heer J. W. Romijn, hoofd van het telefoondistrict te Vlissin- gen. In een vlot en geestig speechje gaf spr. een kort overzicht van den ambte lijken loopbaan van den heer Hoonhoud in de afgeloopen 25 jaar, waarna spr. den chef-monteur hulde bracht voor zijn dienstprestaties. Spr. vestigde er vooral de aandacht op, dat het, in verband met de groote evolutie op technisch gebied, voor een ambtenaar van den technischen dienst zoo noodzakelijk is, dat deze door zelfstudie steeds van de nieuwere tele- foontechnische zaken op de hoogte blijft. 'De heer Hoonhoud heeft getoond dit te begrijpen en steeds zijn studie bijgehou den. Als blijk van waardeering bood spr. daai-na namens het geheele technische personeel een leeslamp aan, daarbij de hoop uitsprekende, dat de heer Hoon houd daarvan nog vele jaren zal mogen genieten. Vervolgens werd het woord gevoerd door den heer P. J. van Dalsen, adj. re ferendaris der P.T.T. te Vlissingen, die, als de onmiddellijke chef van den heer Hoonhoud, uiting gaf aan zijn waardee- xrng voor heb werk van den jubilaris en daarbij nog de aandacht vestigde op de prettige verstandhouding, die er te Mid delburg heerscht, eenerzijds tusschen den heer Hoonhoud en spreker en anderzijds tusschen den heer Hoonhoud en het on der hem gestelde personeel. Ook de chef-telefoniste, mej. Belderok, gewaagde van de aangename samenwer king tusschen den jubilaris en het tele- fonistenpersoneel en bood namens dit personeel bloemen aan. Nadat de heer Hoonhoud zijn dank had betuigd voor de tot hem gerichte woorden en de hem aangeboden ca- deaux, bleef men nog eenigen tijd gezel lig bijeen. Onder de aanwezigen merkten wij nog op de heeren G. A. Schram de Jong, directeur van het P.T.T.-kantoor te Middelburg, en den hr. G. A. Klunhaar, referendaris der P.T.T. te Middelburg. Waterschappen. Bij Kon. besluit is benoemd met ingang van 1 November 1937, tot lid van hei bestuur der waterkeering van het calamiTeuze waterschap Tien honderd en Zwarte, I. de Bruijne Mzn„ te C a d z a n d; tot heemraad van het waterschap Schouwen, W. G. Boot, te Haamstede. miralileit. Ik zou liever direct met u zelf onderhandelen. Uw benoeming moet een geheim blijven. Dat is beslist noo dig". „Zulk een benoeming is tegen de voor schriften van onzen dienst". „Voorschriften mogen- wel eens ver broken worden. Er bestaat geen gevaar voor ontdekking'. En, zooals gezegd, de betaling zal schitterend zijn". „Het idéé bevalt me niet". „U moet niet al te nauw kijken. U moet het niet opvatten, alsof u ge vraagd werd voor een mogelijken vijand van Engeland te werken". „Dat is waar", zei Guy nadenkend. „Toch moet ik de zaak eerst goed van alle kanten bekijken. Als de admirali teit ontdekte wat ik deed, zouden ze me ontslaan". Best mogelijk". „Oneervol ontslag en waar zou ik dan heen moeten?" „U zoudt dan een positie krijgen in de Chileensche marine". „Kan ik dat zwart op wit krijgen van de Chileensche legatie?" „U kunt niets officieel krijgen. U zult me moeten vertrouwen", zei de baron beleefd. Guy vond dat hij wel wat te gemakke lijk aannam en het zou fataal zijn als hij den achterdocht van den baron op wekte, (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 5