KRONIEK van den DAG. Gevaarlijk spel. JCoMHekjyJk&U mm TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE HDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG Z NOVEMBER 1937. No. 258. m Wapenen uit het arsenaal van den tegenstander. „Drogredenen". Zondag heeft de Belgische oud-minis ter van onderwijs Hoste in de algemee- ne vergadering van het Willemsfonds te Gent een rede gehouden over de taak van deze vereeniging in verband met de voorlichting van de openbare meening. ,Deze voorlichting", zoo verklaarde Hoste, „is thans meer dan ooit noodig, want rumoerige minderheden leggen het er op aaan in ons land een atmosfeer te scheppen, .waarin de avonturen kunnen gedijen, die andere naties hebben ge bracht naar de wurging van de vrijheid en de instelling van de diktatuur. In de zestiende eeuw verrees, te mid den van de troebele tijden, de edelste figuur, die deze eeuw naast Willem den Zwijger heeft gekend', wij bedoelen Mar- nix van St. Aldegonde, die door zijn ver draagzaamheid en zijn vaderlandsliefde onze gewesten wou vrijwaren tegen het Spaansche geweld. Maar het lukte niet. En de vreemde régimes, waaronder wij voornamelijk sedert de 16e eeuw hebben geleefd, hebben slechts den zin voor de kritiek, voor het neerhalen, bij onze voorouders ontwikkeld. Wij namen niet deel aan de uitoefening van het gezag. Het waren steeds vreemden, die hier in feite de wet kwamen stellen. Zelfs in deze dagen kunnen we nog niet besef fen, dat wij een werkelijk vrij volk zijn, dat zijn eigen zaken bereddert, met het gevolg, dat men maar al te licht gehoor verleent aan diegenen, die onze meest verdienstelijke mannen willen neerha len." Vervolgens bracht de oud-minister den veldtocht, die „met zulke schandelijke middelen is gevoerd tegen den heer Van Zeeland", ter sprake. Deze veldtocht, zeide hij, staat in het teeken van dezelf de laagheid waartegen onze bevolking in opstand moet komen indien zij zich wer kelijk gedragen wil zooals een natie, die kaar vrijheden wil vrijwaren. De aan vallen tegen den heer Van Zeeland ge richt, golden veel minder hemzelf dan de gedachten, die hij als hoofd van de regeering verpersoonlijkte en sommigen, die daaraan hebben meegedaan, zouden wel eens hun gekonkel zwaar kunnen betreuren." „Dezelfde drogredenen, die ons poli tiek leven trachten onveilig te maken, komen soms naar voren in verband met de taalkwestie. Het extremisme heeft slechts tot gevolg gehad, dat jonge Vlaamsche krachten zich niet evenwich tig. konden ontwikkelen en dat het zelfs nu, terwijl de vervlaamsching van het onderwijs zich sedert verschillende ja ren laat gelden, heel moeilijk is de krachten te vinden, die niet alleen be hoorlijk hun taal machtig zijn, maar die ook in die taal iets leveren kunnen in het vak waartoe ze geroepen worden. Naties die zichzelf niet eerbiedigen, wor de» door de anderen niet geëerbiedigd. Onder de leiding van" den heer Van Zeeland heeft België zich een volkomen onafhankelijk statuut weten te verzeke ren. Overal weet men thans, dat ons land geen opmarschgebied is en tot in Genève, waar aan ons land een zetel in den Volkenbondsraad werd aangeboden, werd de hooge moreele rol erkend die België, door zijn opbouwenden zin voor den vrede, onder de naties vervult. De opgang van het Vlaamsche volk wordt niet gediend door een dweepzuch tig en ziekelijk separatisme. Wij bren gen niets naar voren dat schoon en edel is wanneer wij geen broederlijke ver standhouding met onze Waalsche land- genooten nastreven, die met ons de som bere tijden van een ondankbare geschie denis hebben meegemaakt. Europa heeft in de eerste plaats vrede en verstand houding noodig. Maar hoe zullen wij daartoe bijdragen terwijl wij in een zoo gevaarlijk oord van Europa leven, indien wij zelf onderling verdeeld blijken?" Uit het EngeUch van PAUL TRENT. 26). „Goed. Je kunt in eens beginnen. We verlangen er naar den baron in handen te krijgen. Misschien zal het nog een g'oed ding voor het land blijken te zijn, dat u verdacht is geworden. Waarschijn lijk zal hij u geld aanbieden. U heeft mijn toestemming om het aan te nemen 11 moet bij voorkeur wat hebzuchtig doen. U moet alles in het werk stellen om zijn argwaan in slaap te sussen. Het zal niet zoo gemakkelijk zijn". „Ik heb één verzoek. Mag ik juffrouw Cameron alles vertellen". „Neen. dat verbied ik absoluut. In zulke zaken kan geen enkele vrouw vertrouwd worden, vooral niet als ze verliefd is". „Het zal mijn positie zeer moeilijk ma ken. mijnheer", proteseerde Guy. „Daar is niets aan te doen". „Wat moet ik aan mijn vrienden, mijn collega's zeggen?" „U kunt hen zeggen, dat u bij mijn staf benoemd is, als dat beslist noodig is. Het zou mogelijk goed zijn den baron te laten denken dat je uit den dienst bent. Maar wacht eens. Waarom zoudt u het aanbod van dienstnemen bij de Zuid- Tot zoover de heer Hoste. Men kan het principieel veelszins met zijn be schouwingen eens zijn. Maar vergeet deze Vlaming niet te veel, dat „de vreemde régimes" waaraan België zoo veel eeuwen was overgeleverd, zich nu feitelijk nog voortzetten ten aanzien van Vlaanderen? Het Belgische gouverne ment is heden ten dage nog steeds Fransch georiënteerd: de Vlaamsche fac tor komt weliswaar allengs meer en meer tot uitdrukking, maar nog op geen stukken na voldoende, om de bewuste Vlamingen te kunnen bevredigen. Het „dweepzuchtig" en „ziekelijk" separatis me", waarover de oud-minister het had, is een volkomen natuurlijke en gezonde reactie geweest van een volk, dat zich onderdrukt voelde. Het ligt op den weg der Belgische regeering de oorzaken daarvan weg te nemen. Als ze zich er eerst maar eens rekenschap van gaf, dat het met de geconstateerde „ziekelijk heid" zoo'n vaart niet loopt, dat niet die Vlaamsche strijd voor eigen cultuur voor eigen volkskarakter ziekelijk en dweep zuchtig moet heeten, doch een Belgische staat die een geheel volk van zijn stam dacht te kunnen afsnijden en het te en ten op een vreemden zijn natuur weer- sprekenden stam. Een instelling, welke enkel ten bate van den middenstand werkt. Mr. M. Visser schrijft ons: De Fransche fabeldichter La Fon- ta ne verhaalt in een zijner fabels van een eenzamen boschbewoner, die vriendschap gesloten had met een beer. Dit dier -bewijst hem allerlei diensten en houdt de wacht als hij ligt te sla pen. Dan komt een lastige vlieg de slaap v.an den boschmensch storen. Om d e vlieg van 's mans hoofd te verjagen neemt de beer een groote kei en sloot daarmede met geweld op het hoofd van den slaper, met het gevolg dat met de vlieg ook de man zijn leven ein digt. De dichter knoopt hieraan de les vast, d.at een verstandige tegenstander meer waard is dan een domme vriend. .En inderdaad. Van een verstand gen tegenstander valt wat te leeren. Al zou het alleen m.aar zijn, hoe men zich moet verdedigen. Ook de middenstand heeft zulke tegenstanders, althans als hij zich sommige bedrijfsvormen als zoodanig beschouwt. Speciaal is dat met het grootwinkelbedrijf het gev,al. Valt er nu voor den m ddenstand van dit bedrijf iets te leeren? Zonder twij fel. Er is natuurlijk geen sprake van, dat de middenstander door het groot bedrijf in alles getrouw te imiteeren gesteld hij ware daartoe in staat in betere condit e zou komen. Maar in velerlei opzicht kan de mid denstander van zijn tegenstander lee ren. Een afzonderlijke afdeeling bij de administratie v.an het grootbedrijf bv. doet niets anders dan de cijfers van omzet enz. der versch'llende filialen of, is het bedrijf een warenhuis, van de verschillende afdeelingen, nagaan om daaruit de bedrijfsuitkomsten af te lei den en die met de gelijksoortige cijfers van andere fil'alen_of afdeelingen te vergelijken. Het nut daarvan is, dat op deze wijze gecontroleerd kan wor den of het filiaal of de afdeeling goed wordt beheerd en winst, of liever nog voldoende winst oplevert. Zelfs kan het grootbedrijf nog verder gaan en de resultaten van zijn eigen onderneming vergelijken met d e van soortgelijke on dernemingen en d.aaruit lessen trekken voor eigen bedrijfspolitiek. Hoe dat al les gebeurt kan hier onbesproken blij yen, als niet ter zake dienende. Twee punten slechts zijn in deze zaak voor den middenstander van belang Amerikaansche marine niet aannemen? maar enfin, doet wat u het beste vindt. U mogt zich laten leiden door de omstandigheden. Ik dring alleen op spoed aan. Het is mogelijk dat alles in een maand afgeloopen zal zijn". „Ik begrijp u niet, mijnheer". „Misschien is het maar het beste dat u dat niet doet. Ga nu aan het werk en laat me zoo gauw mogelijk van u hoö- ren". De admiraal stak zijn hand uit en Guy vatte die. „Nog één woord Hallam persoon lijk ik vertrouw je". „Ik ben ii zeer dankbaar, mijnheer". Guy verliet de admiraliteit met ge mengde gevoelens. Het ergste was niet gebeurt, maar toch was zijn toestand treurig genoeg. Vóór hij zijn gedachten ten volle aan zijn werk kon geven, moest hij eerst Stella zien. Hij moest noodzakelijk eerst nadenken over wat hij zou vertellen. Daarom keerde hij naar Ryderstraat terug om een uurtje rustig alleen te kunnen zijn. Tot zijn verras sing vond hij daar Stella, „Ik voelde dat ik je moest zien, daar om zond ik Valda naar het hotel terug. Je kunt. mij niet om den tuin leiden, Guy, lieveling. Ik weet dat er iets niet in or de is, Ga zitten, liefste, en vertel het me", z'ei ze innig. En dat was nu juist dat hij niet kon doen. Hij wilde niet gaan zitten, maar bleef naar haar staan kijken en ze ont Ten eerste, dat het grootbedrijf van elk zijner zaken nauwkeur g weet, wat de omzet en de onkosten zijn, en mitsdien de winstmogelijkheden kent, ja zel£s <an con roleeren of deze ten volle be nut worden. Het tweede punt is: wat kan de mid denstander van dezen „verstnadigen te genstander" leeren en kan hij diens methodes tot de zijne maken. De concurrentiestrijd in den tegen- woordigen tijd is zoo hevig, dat slechts met de uiterste krachtsinspanning, li chamelijk, maar vooral geestelijk, de middenstand zich kan handhaven. Elk wapen, dat hem daar bij kan helpen, moet aangegrepen worden. Al komt het uit het arsenaal van den tegenstander. Hoe komt echter de middenstander aan dit wapen? Hij drijft zijn e:gen zaak naar eigen inzicht zoo goed mo gelijk en is bereid van zijn collega's, of wil men, van zijn concurrenten te lee ren. Maar de gedachte, dat deze hun inzicht in hun boeken en de resulta ten van hun zaken zullen geven, moet hij ,als belachelijk en onvervulbaar ver werpen. Bovend en, gesteld het moeilijk te verwachten geval, dat eenige onderne mers van dezelfde branches, hun re sultaten onderling zouden willen ver gelijken. den middenstanders ontbreekt tijd en geld en de dikwijls noodige speciale scholing om deze cijfers met vrucht te verwerken. Toch bestaat er reeds enkele jaren gelegenheid voor den middenstand, dat bij uitstek jjractische wapen uit het ar senaal van den tegenstander te han- teeren. In dit opzicht is de midden stand zich nog grootendeels niet be wust, welk een machtig wapen hem ten dienste st.aat. En geheel gratis. Een zevental jaren geleden hebben zich enkele vooraanstaande mannen u t de middenstandsbeweging in ver binding gesteld met de Regeering en de Kamers van Koophandel en Fabrie ken, ten einde de middenstand gelegen heid te geven dieper inzicht 'n het eigen bedrijf te verschaffen. Het gevolg was de oprichting van de Stichting Economisch Inst tuut voor den Midden stand te 's-Gravenhage. Dit instituut verricht al den statis- tischen arbeid van het grootbedrijf voor den middenstand geheel grfetis, daar toe 'n staat gesteld door subsidies van de Kamers van Koophandel en Fabrie ken, waaraan het Rijk een "ffelijk be drag toevoegt. Het is mogelijk voor den slager, den kruidenier, den winkelier in manufac turen, den kleinhandelaar in brandstof fen, den ondernemer in de centrale verwarm ngs- en die in de waschindu- strie zijn bedrijf sink omsten met die van overeenkomstige ondernemingen in dezelfde branche te vergelijken. Het groote nut hiervan springt ter stond in het oog. De zelfstandige on dernemer, d e zijn zaak niet kan toet sen aan andere dergelijke ondernemin gen, is te vergelijken bij den zeeman, vóór de uitvinding van het kompas Die kwam wel eens te land in een ha ven, waarheen hij geen koers had ge zet. De oneindige zee strekte zich rond om hem u t en wee, zoo het gesternte hem in den steek liet. Zoo ook de za kenman, wee, als /ijn goed gesternte hem in den steek laat en hij geen kom pas heeft om zijn zakenkoers naar te richten. Maar thans is er gratis, ,althans voor den geringen prijs der publicaties, een betrouwbaar kompas voor hem te ver krijgen. Het genoemde inst tuut ont vangt namelijk, omdat het een geheel altruïstisch doel heeft en geen winst of voordeel voor zichzelf beoogt, van talrijke ondernemers in de bovenge noemde branches, de cijfers van hun zaken onder strikte verplichting tot geheimhouding. Elk d e gegevens verschaft, ontvang een nummer en onder dit nummer wor roerde bij het zien van het verdriet in zijn oogen. „Guy", zei ze smeekend, „ik dacht dat je zoo gelukkig zoudt zijn. Sir Geor ge is zoo goed voor je geweest. Al je zorgen zijn nu toch voorbij, J'e kunt in dienst blijven". „Liefste, ik weet niet wat ik zeggen moet. Ik kan het niet uitleggen; ik kan alleen zeggen. Hij hield op en wendde zich af. Zijn g'ezicht vertrok pijnlijk. „Stella, je moet weggaan. Wij moeten elkaar niet weerzien", zei hij met in spanning. Eerst begreep ze hem niet en lachte. „Je praat onzin, Guy. Ga zitten en wees verstandig. Moeder zal blij genoeg zijn, als ze hoort dat je geld hebt". „Onze verloving is verbroken". Hii sprak bijna koel en toch verlangde hij al dien tijd om haar in zijn armen te nemen en de tranen uit haar oogen te kussen. „Ik moet afstand van je doen, Er is geen andere weg", antwoordde hij dof. Stella uitte een kreet, die uit haar hart kwam. Ze wilde niet gelooven wat hij zei en sloeg haar armen om zijn hals. „Zoo wreed kun je niet zijn. Ben ik onaardig tegen je geweest? Moeder houdt van me en toch was ik bereid le gen haar wenschen in te g'aan. Ik heb je lief, Guy. Ik zou met je willen trouwen, ook al had je geen cent in de wereld Als je onteerd was, zou ik aan je zijde den de cijfers van zijn zaak vermeld in de statistieken van het instituut, zoo dat alles voor derden geheim blijft. Het instituut controleert deze cijfers nauwkeurig, zoodat zij betrouwbaar zijn. Het rangschikt deze opgaven om trent de bedragen van omzet, onkos ten, bruto en netto winst in staten, waardoor het ieder zakenman moge lijk is de resultaten van zijn eigen zaak te toetsen aan die van een of meer zaken van gelijken omvang. Bovendien worden de cijfers nog eens door de des kundigen getoetst en gewogen en be-, vatten de opmerkingen, welke naar aan- leid'ng daarvan gemaakt worden, vele nuttige wenken voor den zakenman. Het practische nut van de bestudee ring dezer gegevens is groot. Vindt bv. een ondernemer in een dezer staten een of meer 'zaken met denzelf- j den omzet als de zijne en ziet hij daarbij belangrijke verschillen met de cijfers van zijn eigen zaak. dan zal hij de oorzaken dezer verschillen trachten op te sporen. Bv. zijn bruto winst is nagenoeg gelijk, maar Zijn netto-winst is lager. Dan zal hij het eerst naar de onkosten der andere za ken zien. Zijn zijn onkosten hooger, dan zit daar de fout en zal hij daarop moeten bezunigen. Zijn de onkosten gelijk, dan is er een „lek" in zijn z.aak, dat hij zal moeten trachten op te spo ren. Is zijn bruto-winst te laag, dan zal hij op middelen moeten peinzen om daarin verbetering te brengen. En zoo is voor den oplettenden zakenman nog velerlei meer uit deze gegevens te halen. Voor de deelnemers, degenen die de cijfers v.an hun zaak verschaffen aan het instituut, is aan de medewerking nog een ander voordeel verbonden. Het instituut controleert bv. zeer nauw keurig, of wel alle onkosten voor de zaak. ook in rekening worden ge bracht. Blijkt of vermoedt men, dat er iets wordt vergeten, dan maakt men den deelnemer daarop opmerkzaam. Meernyalen komt het voor men kan d t in de publicaties van het instituut lezen dat bv. het schoonhuoden van winkel, magazijn of dergelijke uitgaven niet onder de onkosten worden opge nomen. Met het gevolg, dat netto winst te hoog wordt becijferd en de winkelier teveel belasting betaalt. Talrijk zijn d.an ook de dankbetuigin gen mij anoniem getoond van deelnemers, d e met een en ander hun voordeel deden en een beter inzicht in hun eigen zaak verwierven ten profij- te van hun beurs Verder uitweiden over de voordée- le>r> eener dergelijke bédrijfsvergelijkio'5 hier uiteen te zetten, is niet noodig. Al leen wijzen wij er nog op, dat. wat het grootbedrijf zelf met groote moeite en kosten 'elf tot gtand moet brengen, den middenstand do/or den steun van Kamers van Koophandel en Rijk gïa- tis uitgezonderd den luttelen prijs -Gr nVolicnti'"-, wordt aangeboden. Aan den middenstand zelve nu het ini tiatief om de aangeboden hand vast te grijpen en een der wapenen, welke hem in eigen" land ten dienste staan, nuttig aan te wenden in den bervtaansstrr.d Een volgende maal iets over de lessen, w de vi ddenstand van de over eenkomstige ondernemers uit het bui tenland kan leeren. (Nadruk verboden.) AFLOOP VERKOOPING. Ten overstaan van notaris H. van Mazijk te Sluis had de toewijzing plaats in het hotel de Korenbeurs van 10,92,20 h.a bouwland onder Sluis, nabij het pensionaat St. Joseph en nabij den weg van Sluis naar Draaibrug. Kavel I: 1,84,10 ha en Kavel II: 3.67,80 ha aan A. J, E. Temmerman te IJzendijke voor samen f 12700; Ka vel III: 5,40,30 ha aan P. Solvaij te Brussel voor f 13300. staan. Ik weet dat je moeilijkheden hebt. Vertel me ze, liefste. Ik houd van je, door dik en dun. Ik verlang er naar je te troosten. Wat er ook gebeurd is of wat er ook gebeuren zal, ik ben toch van jou" „Je maakt het me zoo moeilijk", ant woordde hij en zijn stem beefde. Maar hij werd niet vermurwd, want hij wist dat het laf zou zijn haar vast te houden, terwijl er zoo'n zware verden king op hem rustte. Het is waar, admi raal Langton had gezegd, dat hij in zijn onschuld geloofde, maar bij de admirali teit waren de bezwarende bewijzen en eer die waren opgehelderd, had hij geen recht de aanstaande echtgenoot van 'n vrouw te zijn. Hij verhardde zichzelf voor de taak, die hem wachtte. Plotseling veranderde haar stemming. „Je geeft niets meer om me", riep ze uit. Mocht hij haar dat laten denken? Hij kende haar trots en hij wist dat ze hem zonder een woord zou verlaten, maar haar hart zou gebroken zijn. „Ik heb je met hart en ziel lief", en zijn stem was vol hartstocht. „Dan komt de rest er niet op aan", riep ze verheugd en trachtte hem op nieuw te omhelzen. Maar Guy bedwong zichzelf en maakte vriendelijk maar be slist haar armen los. Hun oog'en ont moetten elkander en ze zag, dat zijn be sluit vast stond, dat hij niet was over te halen. „fèedeh^ke\se zegt het oude rijmpje. Het beoefenen der „uiterlijke wel sprekendheid' maakte de kelen van de leden dezer oude tooneelvereenigingen dorstig en die moesten ge smeerd worden Maar hun goede gedachten zogen ze uit hun heerlijke, milde tabak. Die échte Oud- Hoiiandsche mélange moet U ook eens probeeren. Douwe Egberts maakt ze. n ANNO 1753 SCHOUT 15ct. COOPVAERT lOct.p.'/ao. U- (Ingez. Med.) HET KLEEDING-, SCHOEISEL- EN DEKKINGFONDS VOOR WERKLOOZEN. De verdeeling van de natio nale inzameling. De minister van sociale zaken heeft aan de gemeentebesturen medegedeeld, dat in verband met geuite wenschen, de minister nader heeft overwogen, de ver deeling van het in totaal door de lande lijke inzameling voor het kleeding-, schoeisel- en dekkingfonds voor werk- loozen ingekomen bedrag in afwijking met het dienaangaande bepaalde in de circulaire van 1 Octoher j.l. te doen ge schieden op de volgende wijze: Elke gemeente, welke aan de actie heeft medegewerkt, zal als vaste uitkee- ring ontvangen 25 pet. van het in eigen gemeente ingezamelde bedrag. Bovendien zal aan de gemeente van de gaven, welke door haar inwonenden rechtstreeks zijn gestort op de postreke ning van het kleeding-, schoeisel- en dekkingfonds no. 141400 voor zoover zij althans niet, zooals de giften van het Koninklijk Huis, als zuiver nationaal be doeld moeten worden beschouwd eveneens 25 pet. worden afgedragen. Het daarna overblijvende bedrag zal over bovenbedoelde gementen worden verdeeld naar rato van het gemiddelde aantal werkloozen, ovr het tijdvak van 1 October 1936 tot en met 31 Juli 1937 bij de plaatselijke organen van de ar beidsbemiddeling als werkzoekende in geschreven. Binnen korten tijd zal aan de gemeen tebesturen worden bericht hoe groot dit „Je zegt dat je me lief hebt en je kunt me toch zoo'n verdriet- doen?" riep ze boos. „een raar soort liefde". „Ik doe mijn plicht". „Plicht", herhaalde zij minachtend, „is het je plicht om mij ellendig te maken? Als je me aan den dijk zet, zweer ik je, dat ik den eersten den besten man, die om me komt, zal trouwen", „Zoo dom zul je wel niet zijn". „Het moet dus een afscheid zijn?" „Ja", z'ei hij dof. Ze liep naar de deur en er was ge wonde trots in elk harer bewegingen. Natuurlijk zou hij haar volgen hij kon het niet meenen. Haar stap werd langzamer toen ze de gang bereikte en tenslotte stond ze stil. Ze liep gebogen en weifelde. Met een snik, die ze tevergeefs trachtte in te houden, keerde ze naar de z:tkamer te rug- Guy zat in een leunstoel, het gelaat bedekt met de handen. „Mijn arme jongen het is alles een booze droom. Daar hadden we bijna on ze eerste ruzie. Hoe belachelijk om te ■-ierken dat wij ooit van e'kaar zonder, kunnen gaan". Ze ging op de leuning' van zijn stoel zitten en streek zacht over zijn haar. (Wordt vervoG et).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 5