SficcJiboeJye
Herman Snijders tachtig jaar.
DeeI uw
ikETiTsjTO
Gevaarlijk spel.
N.V. UNIE-WINKEL-MAATSCHAPPIJ
KRONIEK van den DAR.
VERMOQEIM
dooR jjo
LEVENSVERZEkERINq-BANk- RottercJam
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 1 NOVEMBER 1937. No. 257.
Is innige vriendschap luidruchtig? Als
men hoort en ziet, wat Mussolini en Hit-
Ier den laatsten tijd presteeren, zou men
het haast gaan gelooven. Maar waarom
hebben zij er dan toch zoo n behoefte
aan, voortdurend de wereld met veel
omslag te vertellen, dat ze zooveel van
elkaar houden? Openbare vrijages zijn
nooit leuk; vaak een beetje weerzinwek
kend. Verstolen op een bank in het
park, verdraagt men ze beter; met een
glimlach. We hebben eens twee mannen
zingende over de straat zien zwalken,
gearmd en met luidruchtig vertoon van
broederlijke eensgezindheid. Een oogen-
blik later probeerden ze mekaar de
schedels in te slaan.
De uitkomst geeft U het bedrag, waar
van Uw gezin, na Uw overlijden, per
maand zal moeten rondkomen, indien
gij niet verzekerd zijt
Uit het Engelsch van
PAUL TRENT.
(Ingez. Med.)
U kunt nog
3 weken profiteeren
van onze 4-weeksche reclame
VRAAGT ONS SPAARBOEKJE MET WAARDEVOLLE BONS, DIB
U ACHTEREENVOLGENS DE VOLGENDE VOORDEELEN BIEDEN:
Bij aankoop van ƒ1.— winkelwaren*) ontvangt men GRATIS
Van Maandag 1 t/m Zaterdag 6 November
TWEE PAKKEN CUSTARDPOEDER
Van Maandag 8 t/m Zaterdag 13 November
EEN HALF POND KOFFIE PAARSMERK a 60 c«. p. p. i
Van Maandag 15 t/m Zaterdag 20 November
EEN HALF POND FONDANT BORSTPLAAT
(Ingez. Med.)
(Wordt vervolgd).
Italië en Duitschland.
Dit tafereel komt ons telkens weer
voor den geest, als we de beide dicta
toren hooren verzekeren, dat ze door
zulke hechte banden van vriendschap
verbonden zijn. Mischien bestaat er een
politieke dronkenschap, welke schijnhei
lig voorwendt, wat de door sterke drank
veroorzaakte roes de beide genoemde
mannen deed gelooven. Maar misschien
is er ook wel veel grooter overeenkomst.
Mussolini heeft zich thans opgewor
pen als kampvechter voor Hitler's kolo
niale eischen. In zijn redevoering, de vo
rige week ter gelegenheid van den 15en
verjaardag van den opmarsch naar Ro
me gehouden, trad hij in deze gedaante
op. Duitschland moet weer koloniën
in Afrika hebben, verklaarde hij.
Men zal er hem te Berlijn zonder twij
fel dankbaar voor zijn. De koloniale
kwestie is op 't oogenblik Duitschland's
voornaamste onderwerp van buitenland-
sche politiek. Voortdurend wordt er
voor de teruggave van een deel der
voormalige koloniën actie gevoerd; in
het binnen-, zoowel als in het buiten
land. Maar zou de Duce werkelijk zon
der listige berekening deze actie nu gaan
steunen? Hij weet, dat er voorloopig al
heel weinig kans op verwezenlijking der
Duitsche. wenschen bestaat. Hij weet dus
ook, dat de zaak naar alle waarschijn
lijkheid Hitier heel langen tijd bezig zal
kunnen houden, als hij, de Duce, maar
medehelpt het vuurtje aan te wakkeren.
Er blijft dan als 't ware geen tijd voor
den Führer over zich duchtig met andere
dingen te bemoeien, als midden-Europa
b.v.; midden-Europa, waar de Duitsche
en Italiaansche belangen concurrenten
zijn. Niet waar, het is profijtelijk voor
Italië, dat het Derde Rijk zich vast-
wurmt in aangelegenheden, waarbij voor
Italië geen belangen op het spel staan.
Hoe meer Afrikaansche beslommeringen
Hitier aan zijn hoofd krijgt, hoe vrijer
de Duce zich kan voelen. En bovendien
speelt Duitschland dan nog Italië in zijn
Afrikaansche kaart. Immers: de onrust,
welke Italië in Afrika zaaide, kan hee
goed wat afleiding verdragen. Het is
nooit voordeelig alleen de boeman te
zijn.
Politieke vriendschap komt altijd
voort uit zakelijke overwegingen. Ver
moedelijk is de stelling te verdedigen,
dat hoe luidruchtiger, hoe zakelijker zij
is. In Mussolini's en Hitler's telkens her
haalde betuigingen van genegenheid en
hartelijke samenwerking zit heel duide
lijk een element van intimidatie. Het is
een bekend verschijnsel, dat groote
woorden gemeenlijk een holte bedekken.
Ook in politicis. Werkelijke bondgenoot
schappen, die er op gericht zijn, een be
paald doel door samenwerking te be
reiken, geven zoo weinig mogelijk ge
rucht. Want de deelnemers aan zulk een
bondgenootschap vreezen niets zoozeer
dan dat tegenover hen een blokvorming
ontstaat. Mussolini weet drommels goed,
dat op den duur Italië's belan
gen door geen land erger bedreigd kun
nen worden dan door Duitschland. Zijn
uitgebazuinde sympathie voor Hitier
V 7nf I r- C Olïo L*'£3 sol ri'
blijft ons daarom volkomen opportunis
tisch lijken. De voorgewende vriend
schap tusschen het Derde Rijk en Italië
brengt tijdelijk voordeel. Er zijn voor
al op 't oogenblik politieke aangele
genheden (Spanje en zoo) welke een
samengaan der beide fascistische mo
gendheden natuurlijkerwijs te voor
schijn roepen. Maar daartegenover staan
tal van andere, welke zoodra ze aan
de orde zouden komen voor ons ge
voel onverbiddelijk een nieuwe schei
ding moeten bewerkstelligen. Achter
alle bombastische vertooning pleegt een
grimmige werkelijkheid te staan. Een
zoo macchiavellistisch type als Mussolini
zal dien achtergrond nooit uit het oog
verlezen, tenzij zijn imperialistische droo-
men hem in het gebied van den waan
zin zouden voeren.
25),
,,'Guy, je moet je tot den krijgsraad
wenden zei sir George woedend.
„Als ik dat doe, zullen die vervloekte
bewijzen teg'en me zijn".
„Door mijn voorstel aan te nemen,
zult u een kans hebben om achter de
waarheid te komen", zei admiraal Lang
ton ernstig.
Toen stond hij op en keek Guy aan
met een vriendelijken blik in de oogen.
„Het spijt me voor u. Ik geloof niet
dat u een verrader is. Het is geen prettig
werk, maar ik raad u toch sterk aan het
te doen".
„U zegt, dat ik onder verdenking sta.
Hoe kunt u me dan vertrouwen? Hoe
zult u weten dat ik niet den verrader
speel".
„Officieel staat u onder verdenking.
Persoonlijk vertrouw ik u. Ik ben bereid
u alle mogelijken bijstand te verleenen.
U kunt Sylvester in alles gebruiken.
Denk er eens over".
„Het is e zwaar baantje. De baron
is zeer sluw zei Guy weifelend.
,,U heeft ook hersens. Ik geloof dat de
baron de fout begaat te meenen, dat u
alleen knap is in uw werk. Als u uw
kaarten slim uitspeelt, zult u zeker zijn
vertrouwen kunnen winnen. En dan nog
De heer Herman Snijders, thans
wonende te Heemstede, die echter meer
dan de helft van zijn leven te Middel
burg woonde en daar zooveel voor het
algemeen welzijn heeft gewerkt, bereikt
heden den tachtigjarigen leeftijd. Er is
zeker alle reden daarbij een oogenblik
stil te staan en een terugblik te werpen
op het vele, dat hij heeft gedaan en het
vele 't welk hij, ondanks het klimmen
der jaren, nóg doet.
Wijden we eerst een enkel woord aan
den band, die er bestaat met ons blad.
De heer Snijders het moge dan reeds
enkele tientallen jaren geleden zijn
heeft deel uitgemaakt van het college
van hoofdcommissarissen onzer Ven
nootschap en hij deed dit op een wijze
overeenkomstig al zijner verdere werk
zaamheden; voor onze belangen heeft
hij steeds pal .gestaan. Tot op heden mo
gen wij hem nog rekenen tot onze ge
trouwe en belangstellende lezers, gelijk
wij nog enkele dagen geleden uit zijn
eigen mond mochten vernemei).
De thans 80-jarige, is geboren te Nieu
we Tonge, waar zijn vader geneesheer
was. Door familierelaties met Zeeland,
kwam Herman Snijders hier als leerling
op de R.H.B.S. Op 18 Januari 1882, dus
op 24-jarigen leeftijd, werd hij benoemd
tot leeraar aan die school en daar heeft
hij gedurende meer dan 40 jaar aan hon
derden jongens (en ten slotte ook aan
meisjes) les gegeven in geschiedenis,
staathuishoudkunde en staatsinrichting.
Eerst met ingang van 1 Januari 1923,
toen hij dus den 65-jarigen leeftijd had
bereikt, legde hij zijn taak als leeraar
neer. Toen reeds is van vele zijden, ook
van collega's, leerlingen en oud-leerlin
gen, met woord en daad ervan getuigd,
hoe hoog hij als docent stond aangeschre
ven.
Het is hier de plaats er aan te herin
neren, dat de heer Snijders ook korten
tijd leeraar is geweest aan het gymnasi
um. Zijn liefde voor het onderwijs deed
hem in het departement van de Maat
schappij tot Nut van het Algemeen de
krachtige leider der Nutsbewaarscholen
zijn en het zal ook hem bedroeven, dat
deze thans door de crisis in zulk een
benarde positie verkeeren. Dat ook het
Handelsonderwijs zijn belangstelling had,
spreekt welhaast vanzelf en het valt niet
te verwonderen, dat hij vele jaren deel
uitmaakte van net bestuur van de Ver-
eeniging voor Handelsonderwijs, evenals
van dat der Industrie- en huishoudschool
en van de commissie van toezicht op het
L.O.
Dit alles betreft zijn werk voor we
tenschappelijke ontwikkeling der jeugd,
maar ook op dat terrein zijn wij nog niet
aan het einde. Toen in verschillende an
dere plaatsen instellingen en vereenigin-
gen ontstonden, die ten doel hadden
kennis over vele zaken ook onder dat
deel der bevolking te verspreiden, dat
tot toen daar vrijwel van verstoken was,
was het voor het grootste deel aan den
heer Snijders te danken, dat de vereeni-
ging „Ons Huis" (aanvankelijk in het
pand tusschen Wagenaarstraat 25, later
in het pand Molstraat 13 (Leeszaal) ge
vestigd), werd opgericht. Vele cursussen
zijn daar gegeven, een leeszaal stond ter
beschikking en zeer velen zullen zich
nog de leerzame reizen van „Ons Huis"
iets. Niemand mag weten wat u doet,
niemand", herhaalde hij met nadruk,
„Juffrouw Cameron?"
„Niemand, Allerminst een vrouw".
„Dat is een moeilijk geval", zei Guy en
keek vragend naar sir George.
„We zullen daar onder den lunch nog
eens over praten. U zult ons besluit
hebben vóór vier uur; is dat tijdig ge
noeg?" vroeg sir George.
„Ben ik vrij om overal te gaan, of sta
onder arrest?" vroeg Guy kalm.
„U is vrij", zei de admiraal kalm.
c- r> XlVe HOOFDSTUK.
oir George Granston en Guy keerden
naar mijnheer Hallam's kamer terug Nu
en dan schraapte de oude heer zijn kee'
maar hij sprak niet, vóór zij in de zit
kamer waren.
„Guy, ik zou het doen. Het is geen
prettig werk, maar het geeft je een kans
uit die warboel te komen. Je kunt je
geweten gerust stellen met te denken,
dat je voor je land werkt".
„Ik haat de gedachte", zei Guy driftig.
„Natuurlijk. Maar ik zie geen andere
weg voor je. Stel je voor dat je naar den
krijgsraad gaat. De schijn is absoluut te
gen en ik twijfel er niet aan of ze zullen
je schuldig verklaren. Als je tijd en ge
legenheid hebt, krijg je misschien de
kans den verrader te pakken te krijgen
Het zou niet prettig zijn naar je schip
terug te keeren als die beschuldiging op
ie drukt".
„Nee, dat zou het zeker niet", zei
herinneren, die onder leiding van den
heer en mevrouw Snijders werden ge
maakt. Verschillende andere instellin
gen, als de Openbare Leeszaal en Bi
bliotheek, in wier bestuur de heer Snij
ders ook zitting heeft gehad, hebben het
werk van „Ons Huis" overgenomen, maar
dat neemt niet weg, dat gedurende ver
scheidene jaren die vereeniging nuttig
werk heeft verricht.
Een der nog daaraan herinnerende
spruiten was de turnvereeniging „Ons
Huis"; dit brengt ons op de groote be
langstelling, die de heer Snijders steeds
(ook nu nog) heeft betoond voor de li
chamelijke ontwikkeling van de jeugd.
Hij heeft dit getoond bij zijn werken in
't Koninklijk Nederlandsch Gymnastiek-
verbond; van het toenmalige geweest
Zeeland van dit verbond was hij vele
jaren voorzitter.
De Dienstdoede Schutterij moge al
heel wat jaren zijn verdwenen, vele
ouderen herinneren zich heel goed, dat
de heer Snijders daarvan de laatste ma
joor is geweest. Het valt te verstaan,
dat hij daardoor ook groot belang stelde
in het Schutterijmuziekkorps onder lei
ding van wijlen Jan Morks. En ook hier
was het weer zijn vermogen om aan te
pakken, dat leidde tot de oprichting van
de Vereeniging tot instandhouding van
het Middelburgsch Muziekkorps. Dat
Middelburg dit goede korps nog steeds
heeft, is zeker aan hem te danken, die
op het juiste oogenblik reddend wist op
te treden.
Wat de muziek verder aanbelangt,
ook de zang had zijn volle belangstel
ling in de Koninklijke Zangvereeniging
„Tot Oefening en Uitspanning" Jaren
lang heeft hij die als voorzitter gediend.
Hiermede is het terrein van den plaat
selijken arbeid van den heer Snijders
nog niet uitgeput. Wij komen nu op een
heel ander terrein en gewagen van de
jaren, dat hij voorzitter van het bestuur
der Godshuizen is geweest. Dat later
van boven af krachtige maatregelen tot
reorganisatie van het Gasthuis zouden
moeten worden genomen, was tijdens
zijn voorzitterschap nog niet te voorzien
en zijn stuwkracht heeft destijds een be
langrijken stoot gegeven aan de vorige
uitbreidingen. Dit geldt niet minder voor
het oude mannen- en vrouwenhuis, wier
bejaarde bewoners' vriend de heer Snij
ders langen tijd is geweest.
Zijn medegevoel voor de lijdende
menschheid plaatste den heer Snijders
aan het hoofd van vereenigingen, die
verzachting van dat leed ten doel heb
ben en dan denken wij aan het Middel
burgsch Ziekenfonds en aan de afdeeling
Middelburg der Vereeniging voor Kin
der Herstellings- en vacantiekolonies.
Van al deze plaatselijke werkzaamheden
nam de heer Snijders in April 1928 af
scheid, toen hij de stad verliet.
Bepaalden wij ons tot nu toe tot die
functies van den hr. Snijders, welke een
meer plaatselijk karakter droegen, thans
willen wij ook wijzen op hetgeen meer
uitsluitend of tevens een algemeen lands
belang betreft. Als wij dan even hebben
aangestipt, dat de heer Snijders landelijk
en plaatselijk een belangrijke plaats heeft
ingenomen en nog inneemt op het ter
rein der Vrijmetselarij, dan herinneren
wij hier vervolgens aan zijn krachtig pal
staan voor de vrijzinnige gedachten op
staatkundig terrein.
Bij zijn komst te Middelburg maak
te de heer Snijders deel uit van de Li
berale Kiesvereeniging „Eendracht
maakt M,acht"; :'n die vereeniging, en
ook in de toenmalige Liberale Unie,
heeft hij een voorname plaats ingeno
men. Maar hij was er in het begin de
zer eeuw ook de voorman der oppo
santen tegen den toenmaligen gang
v,an zaken in de partij, die z cli niet
kon vereenigen met de urgentie van
het algemeen kiesrecht; hij was een
dergenen die begrepen dat het zoo niet
langer kon. Hij wist de Middelburgsche
kiesvereen ging het eerst tot afschei
ding te bewegen en gevolgd door ande
re, kwam men toen tot de oprichting
van den Vrijzinnig Democratischen
Bond. Wat hij voor dien Bond, ook .als
hoofdbestuurslid en zelfs enkele jaren
als voorzitter 's geweest, heeft mr. P.
J. Oud in het jongste nummer van „De
Vrijzinnig-Democraat" uitvoerig uiteen
gezet; voor de Zeeuwen en de Middel
burgers leeft ook op dit terrein de her-
nnering aan den voorzitter van de V.
D, Kiesvereeniging en van de Federatie
Zeeland nog in dankbare herinnering
voort.
Het jongste nummer van het Week
blad voor Gymnasiaal en Middelbaar
Onderwijs bevat een artikel van den
heer Bolkeste'n, dat getuigt van de
groote waardeering voor alles wat de
thans 80-jarige in een lang en vrucht-
Guy huiverend. Hoe zou de baron dat
draadlooze rapport in handen hebben
gekregen?"
„Verdenk je iemand op de „Drietand?"
„Nee, mijn kameraden staan boven
verdenking".
„Het is niet waarschijnlijk dat er bij
de admiraliteit iets is uitgelekt. Maar je
kunt nooit zeggen, waar de Duitschers
hun spionnen hebben. Het wordt tijd dat
Engeland het gevaar inziet. We hebben
veel te lang geslapen. Het land is over
stroomd met hunne agenten en het zijn
niet allemaal Duitschers. Ik heb er tal-
looze keeren over geschreven, maar ze
denken dat ik een oude g'ek ben".
Guy stond op en streek ongeduldig
met zijn hand over het haar,
„Laten we het dan maar voor afge
maakt houden. Ik zal het aannemen".
„Goed, Geef er je met hart en ziel
aan. Je moet niet te kieskeurig zijn, mijn
jongen. Bevecht ze met hun eige.i wa
penen. Je moet met mij in contact blij
ven. Ik ben wel oud, maar ik heb mijn
hersens nog goed bij elkaar. Ik ken den
eenigen persoon, die je in je vertrouwen
zult kunnen nemen".
„Ik had Stella vergeten. Wat moet ik
aan haar zeggen?" vroeg Guy verslagen.
„Laat dat aan mij over. Je moet haar
niet laten vermoeden wat je gaat doen.
Je hebt het den admiraal beloofd, denk
daarom".
„Zal ze het niet erg vreemd vinden?"
„Laat het aan mij over", herhaalde
Sir George met vertrouwen. En nu ter
Uitgezonderd Suiker, Roomboter, Margarine. -
Deze reclame geldt uitsluitend in onze winkel, Lange Delft SóiMIDDELBURG
„J
zake. Je gaat met me mee naar de bank
en ik zal een crediet voor je openen. Het
zou wel eens een kostbare geschiedenis
kunnen worden en je moet over al het
g'eld dat je noodig hebt kunnen beschik
ken".
„U is verbazend goed".
„Geld is bijzaak. Waarachtig ik voel
me jaren jonger. Je hebt me bezigheid
gegeven op mijn ouden dag". Hij zweeg
en scheen tot een besluit te komen.
„Je moogt het ook eigenlijk net zoo
goed weten. Jaren geleden had ik je
moeder lief. Zij koos je vader hij was
meer van haar eigen leeftijd. Ik heb je
moeder nooit kunnen vergeten, dat is
alles.".
„Ik heb haar nauwelijks gekend; ik
was nog een babij toen ze stierf."
„Het is altijd mijn bedoeling geweest
dat jij mijn erfgenaam zoudt worden.
Hoewel we elkander nooit veel hebben
gezien sedert je bij 3e mairne ging, heb
ik je toch in het oog gehouden. Alles,
wat ik over je heb gehoord, is goed ge
weest. Je bent. de zoon van je moeder.
Je hebt haar sterke karakter gelukkig.
Ik bedoel hiermede geen onvriendelijk
heid aan het adres van je vader", voeg
de hij er snel bij.
Er werd aan de deur geklopt en Stella
kwam binnen, gevolgd door Valda. „Wat
is er gebeurd", vroeg de eerste bezorgd.
Sir George ging naar haar toe en
klopte haar op de schouder.
„Alles is in orde, lieve .Er is niets om
over te tobben".
„Goddank", zei Stella uit den grond
van haar hart.
„Ze hebben hem een speciaal baantje
gegeven bij de admiraliteit. Nu zullen we
gaan lunchen."
Sir George nam hen mee naar het
Ritz Hotel en voerde onder tafel bijna
alleen de conversatie. Guy was stil en
nadenkend en voelde dat Stella bezorgd
over hem was. Tevergeefs trachtte hij
zichzelf op te vroolijken en opgewekt te
praten, maar er moest een gewichtige
vraag beslist worden en vlug. Op het
oogenblik was hij onder verdenking den
meest ernstigen misdaad te hebben be
gaan, waaraan een zeeofficier zich kan
schuldig maken. Het was waarschijnlijk
dat hij nog eenigen tijd onder die ver
denking zou staan. Was het goed, dat hij
met Stella verloofd zou blijven? Er
kon maar één antwoord op die vraag
zijn. Het zou nog erger worden, want
het was onmogelijk om eerlijk met haar
te zijn en haar zijn redenen uit te
leggen.
Onmiddellijk na den lunch excuseerde
hij zich en ging naar de admiraliteit.
Nadat hij een kwartier gewacht had,
ontving admiraal Langton hem.
„Heeft u uw besluit genomen?" vroeg
hij scherp.
„Ja, mijnheer. Ik ben bereid te doen
wat u wenscht", antwoordde Guy vast.