Wees
Gevaarlijk spel.
KRONIEK van den DAG.
ZEELAND.
UW EICjEN
ERf-OOM
LeVENSVE R2E kE Rl Nq - Ban k RotteRd am
KUNST EN WETENSGHAF.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIODELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 7 OCTOBER 1937. No. 236.
VLISS1NGEN.
ZüiD-BEVELAND.
Sluit een verzekering bij de Nationale
met uitkering op 65 jarige leeftijd.
Vraagt inlichtingen
„Ik den bouw van de Engelsche
taal openbaren zich de meest
sprekende eigenschappen van
het Engelsche volk".
De Duce en de Paus.
Voordat Mussolini laatst zijn Duitsche
reis aanvaardde, hoorde men o.a. als
onderstelling verkondigen, dat hij zou
probeeren, Hitier tot inkeer te brengen
op het stuk van de nationaal-socialisti-
sche politiek tegen de roomsch-katho-
lieke kerk. Mussolini heeft gedurende
de eerste jaren van zijn bewind, zooals
men zich zal herinneren, ook voortdu
rend met den Paus overhoop gelegen;
totdat hij in de gaten kreeg, dat het
voor de welvaart van zijn fascisme ver
kieselijker was het met den Heiligen
Stoel op een accoordje te gooien. Wat
daarop prompt is geschied: beide par
tijen deden wat water bij hun politieken
wijn (maar de Duce het meest) en alles
was, naar buiten althans, pais en vrêe
De onderstelling, dat Mussolini Hit
ler zou adviseeren, zijn voorbeeld na te
volgen, klonk nog zoo gek niet. Het Ita-
liaansche volk, dat door en door katho
liek is, vindt het naar, dat de groote
Duitsche „vriend" zoo weinig eerbied
voor het heilige goed van de roomsche
kerk aan den dag legt. Het compromit
teert het Italiaansche fascisme bijna, dat
het desondanks zoo op het nationaal-so-
cialisme gesteld zou zijn.
Naar alle waarschijnlijkheid is de on
derstelling echter valsch geweest. Men
heeft niet alleen nog geen enkel ver
schijnsel kunnen waarnemen van eeni-
gen inkeer bij Hitier, doch gisteren publi
ceerde de Duce in de „Popoio d'Italia
een artikel, waarin sprake is van een
zeker „grillig katholicisme", dat gelijk
gesteld wordt met de „vormen van re
actie, welke het fascisme vijandig ge
zind zijn". „Wij zullen op den een of an
deren dag zoo vervolgt Mussolini
onze rekeningen daarmede vereffenen
volgens onzen stijl."
Men krijgt uit deze tirades eerder den
indruk, dat Hitier er in geslaagd is den
Duce de nationaal-socialistische opvat
tingen ten aanzien van de r.k. kerk bij
te brengen, dan dat het den laatste ge
lukt zou zijn den Führer de wenschelijk-
heid van matiging duidelijk te maken.
Weliswaar kan, wat Mussolini pleegt te
zeggen en te schrijven, gewoonlijk niet
op een goudschaaltje gewogen worden,
maar in geen jaren heeft men van zijn
pen iets gelezen, dat zoo demonstratief
tegen het roomsch-katholicisme gericht
was.
Het is mogelijk, dat de aangehaalde
zinsneden een antwoord beteekenen op
de jongste encycliek van den Paus,
waarin gewaarschuwd werd tegen ze
kere excessen van totalitaire régimes.
1 e merkwaardiger moet de reactie dan
echter heeten, omdat vrij algemeen de
indruk was gewekt, dat de Paus uitslui
tend het oog had op het nationaal-soci-
alisme. Blijkbaar vatte de Italiaansche
dictator het anders op, meende ook hij
zich de vermaning aan te moeten trek
ken en is hij met de fascistische klom
pen aan er maar meteen tegen van
leer getrokken.
Vermoedelijk zal het artikel wel eeni-
ge nieuwe wrijving tusschen het Vati-
caan en de regeering te Rome tenge
volge hebben. Echter lijkt het niet waar
schijnlijk, dat daaruit een herhaling van
s,\r')d tusschen kerk en staat, zooals
die tijdens Mussolini's eerste bewinds
jaren woedde, komt voort te vloeien.
Noch de kerk noch het fascisme hebben
daar belang bij. De gereserveerde vrede,
waaronder ze de laatste jaren samen
leefden, is voor beiden veel profijtelijker
dan de vroegere vijandelijkheden. Maar
wel kan men aannemen, dat Mussolini,
in de geestesgesteldheid, waarvan zijn
artikel blijk geeft, zich weinig gelegen
laat liggen aan het conflict tusschen het
nationaal-socialisme en de r.k. kerk.
Misschien vindt hij het persoonlijk zelfs
wel aardig, dat „Rome" daar in Duitsch-
land zoo leelijk in de knel is geraakt. En
moet zijn artikel opgevat worden als
een dreigement, dat hij zich nu eens
meende te kunnen veroorloven, in ver
band met de moeilijkheden, welke voor
den Paus uit de Duitsche toestanden zijn
voortgevloeid. Zoo gaat het nu eenmaal
in de politiek. Maar waarom nemen
staatslieden van Mussolini's slag dan
toch telkens weer dat woordje moraal
in den mond.
4).
Uit het Engelsch van
PAUL TRENT.
De heer Hallam keek zijn zoon in
spanning aan. Guy's gezicht stond strak
en het was hem aan te zien dat hij moei
lijke oogenblikken doorleefde.
„Voor mezelf vind ik het zoo erg niet.
Ik ben een oude man, maar jij staat aan
het begin van je loopbaan. Is het erg
moeilijk bij de marine zonder geld? Is
het niet mogelijk van je tractement rond
te komen?" vroeg mijnheer Hallam be
zorgd.
„Gemakkelijk is het niet, maar het is
mogelijk. Vader, tob maar niet over mij,
ik zal er wel doorrollen", zei Guy met
goed voorgewende opgewektheid, maar,
voortdurend waren zijn gedachten bij!
Stella.
„Ik zal probeeren op de een of andere
manier geld te verdienen. Ik vrees datl
het te laat is om weer als advocaat te
gaan practiseeren.Hoe moet het r"
met Stella?"
„Ik weet het niet! We ziiru jong en
kunnen wachten". t.
„Je bent dapper mijn jongen. Je
neemt het erg licht op. Ik ben róo:t
heel rijk geweest. Ik was eerzuchtig voor
jou. Ik dacht, dat geld-je helpen zou in
je carrière en het was voor jou, dat ik
speculeerde", verontschuldigde mijnheer
Waterschappen,
Bij K. B zijn benoemd: a. met ingang
van 12 November 1937, tot dijkgraaf
van het waterschap Groede en BaansL.
P. Lombaard, te Groede, uiterlijk tot
het einde van het zittingjaar, waarin
hij 70 jaar zal zijn geworden;-
b. met ingang van 1 November, tot
lid van het bestuur der waterkeering
van het calamiteuze waterschap Oud
en Jong Breskens, I. A. Becu te Groe
de;
c. met ngang van 1 November, tol
lid v,an het bestuur der waterkeering
van den calamiteuzen Vlietepolder, C.
Dieleman te Wissekerke;
d. met ingang van 1 November tof
lid van het bestuur der waterkeering
van het calamiteuze waterschap Scher-
pen'sse, J. Rijstenbil Hzn., te Scherpe-
nisse;
e. met ingang van 1 November tol
lid van het bestuur der waterkeering
van de calamiteuze polders Hoofdplaat
en Thomaes, H. J. Cammaert te Hoofd
plaat;
f. met ingang van 1 November tot lid
van het bestuur der waterkeering van
het calamiteuze waterschap Bruinisse
P. L. Krepel te Bruinisse;
g. met ingang van 1 November, tot
lid van het bestuur der waterkeering
van den calamiteuzen Leendert-Abra
hampolder A. Visser te Kats, uiterlijk
tot het e nde van het zittingjaar, w,aar-
in hij 70 jaar zal zijn g'eworden;
h. met ingang van 1 November tot
lid van het bestuur der waterkeering
van den calamiteuzen Jonkvrouw An-
papolder J, Vogelaar te Kortgene.
DE GEDUPEERDE
MOSSELKWEEKERS,
Men schrijft ons uit Bruinisse:
Het door den regeeringspersdienst
aan de dagbladen verstrekte bericht
over de maatregelen voor het mossei-
kweekersbedrijf moet voor een buiten
staander den indruk wekken, dat de
door het Centraal Verkoopkantoor te
Bergen op Zoom genomen maatregelen
de eenige ju ste en in het belang var-
den handel niet voor verandering vat
baar zijn.
Immers schrijft men, dat handhaving
van het thans bestaande systeem in
het belang van het mosselkweekersbe-
drijf geboden is. Wanneer men net in
het belang van het mosselkweekersbe-
drijf ,acht, dat een aantal kweekers hun
bedrijf zullen moeten opheffen is men
inderdaad op den goeden weg, men kan
ook redeneeren hoe meer varkens hoe
dunner de spoeling, dus 's het in het
belang van het bedrijf, dat een aantal
kleine kweekers verdwijnen.
Wanneer echter, zooals het toch im
mers is voorgegeven het C. V. K. is op
gericht in het belpng van de kleine
kweekers, dan dient men onverwijld
tot verandering der thans geldende le
ver ngseischen over te gaan.
Dit behoeft niet te geschieden ten
koste van den consument, de kwali
teit der op de Grevelingen geteelde
mosselen is voor het overgroote deel,
dezelfde als waarmede meer dan 40
jaar de verzending naar Parijs en el
ders heeft plaats gehad. Wat meer dar
40 jaar gekund heeft, kan nu nog, doel
het is het C. V. K. die het monopol t
van den handel bezit en dus de leve
ring belet omdat een kweeker inplaati
van 65 pet. slechts 62 of 63 pet. mos
selen heeft met een lengte van 55 mm
terwijl de overige 52 of 53 mm zijn
Men kweekt op de Grevelingen nu een
maal mosselen, die ongelijker van maa*
zijn, omdat ze minder hard groeien,
dan op de Oosterschelde. En het s
zeer moeilijk te zeggen of deze mosse
len dit seizoen nog de vereischte maa'
zullen bereiken, Hierdoor worden Ier-
seke en Zierikzee ten koste van Brui
nisse, door het C. V. K. bevoordeeld
Een andere kwestie is: hulp aan
kweekers, wier product inderdaad van
dien aard is, dat bet moeilijk verhan
delbaar Is. Dit betreft slechts een zeer
kleine categorie, waarom laat men deze
geen vracht varen. De firma Joh. Pad
mos te Ierseke ontving alleen aan
vracht, dus boven den prijs voor de
vele duizenden jonnen mosselen die
door deze firma werden verzonden een
bedrag van naar men zegt eenige dui
zenden guldens.
Het C. V. K. heeft door het vaststel
len van 'n behoorlijken prijs inderdaad
nuttig werk verricht, laat men nu ook
zorgen, dat iedere kweeker een be
hoorlijk kwantum mosselen. k,an ver-
koopen of in elk geval voorkomen dal
emand tengevolge van het bestaan van
het C. V. K. te gronde gaat.
25 Jaar concierge.
De heer P. Sinke alhier herdacht den
dag waarop hij voor 25 jaar werd aan-
gescteld als concierge van de Avond
school voor Nijverheidsonderwijs.
Het was de wethouder van onderwijs
de beer W. P. Edelman, die den jub
laris heeft toegesproken namens B. en
W., de commissie van toezicht op het
N, O. en het personeel der school et>
hem daarbij een schilderstuk heeft aan
geboden als blijk van waardeering. He*
schilderstuk is vervaardigd door don
kunr-tsch Ider A. v. d. Zee, tevens leer-
aar aan genoemde school.
DIEFSTAL.
Door een landbouwer in deze ge
meente werd bij de politie aangifte ge
daan, dat tijdens zijn afwezigheid on-
gew. nsihte gasten een bezoek aan zijn
won ng hadden gebracht en aldaar eer-
vrij belangrijk bedrag hadden ont
vreemd. De politie stelt een onderzoek
in.
De werkloosheid,
Het aantal werkioozen is deze week
nagenoeg gelijk gebleven. Het aantal
verminderde nl. slechts met 1 en werd
dus gebracht van 539 op 538. In de
werkverschaffing werden 90 personen
geplaatst.
HANSWEERT. De Belgische sleep
boot Jetie op weg met sleep n.aar Ant
werpen kreeg op de Oosterschelde pech
doordat men de schroef verloor. De
De sleepboot Liège heeft de sleep op
gepikt en naar Antwerpen gesleept. De
Jette werd met de sleepboot Ciienee
weggesleept.
De Belgische slhepboot August
kreeg nabij Bath machineschade. De
sleepboot Adelaar heeft de sleep mei
de boot opgepikt en naar Antwerpen
gesleept.
Het motorschip Broedertouw 10,
geladen met stukgoed v,an Tilburg naar
Antwerpen kreeg op de Oosterschelde
machineschade. De sleepboot Telefoon
2 heeft de boot opgepikt en naar Ant
werpen gesleept.
NÏSSE. Alhier is het eerste geval van
mond- en klauwzeer aangegeven. Het
vee van den veehandelaar J. Jeronimus
is hier aan le dende.
(Ingez. Med.)
Hallam zich zwakjes.
„U is altijd een bovenste beste vader
g'eweest. Het is pech, anders niet. We
moeten het maar van den besten kant
bezien. Ik zal weer bij de luchtvaart
gaan. Tusschen twee haakjes.... ik heb
een paar schulden die ik graag zou wil
len betalen".
„Hoeveel?"
„Twaalf honderd gulden zou meer dan
genoeg zijn voor alles. Mijn chèque is
vervallen",
„Ik ben bang, dat ik het niet heb. Ik
ij?,en cent meer en zit zelf in de
schuld
„En u logeert toch in dit hotel?"
De opmerking ontviel hem. Het was
het eemgste verwijt dat Guy zijn vader
maakte en hij had er onmiddellijk spijt
van.
„Vergeef me, vader", zei hij impul
sief. „Ik zal er me wel uitredden".
„Als ik niet direct geld kan krijgen,
vrees ik. dat ze me failliet zullen ver
klaren. Zou je dat veel kwaad doen?"
„Neen. Bij de marine kom je vooruit
door kennis, bekwaamheid en goed ge-j
drag. Maar ik denk er over of ik niet
eigenlijk den dienst uit moet gaan".
.,Doe dat niet. Als je dat doet, zal ik
het me nooit vergeven. Als die aandee-
len inaar omhoog gingen".
Beiden zwegen. Guy s voorhoofd was
gefronsd in diepe gedachten, Over een
paar uur zou hij bij Stella zijn. Wat kon
hii tegen haar zeggen? Zijn oogen ont
moetten die van zijn vader.
Arme, oude heer", zei hij vriende
lijk en stak zijn hand uit.
HOOFDSTUK III
Mark Furber was klaar met zijn och
tendwerk en slenterde de officierskajuit
binnen, waar hij een whisky soda be
stelde. De kamer was vol officieren, die
met elkander zaten te praten met de
luchthartigheid, hun stand eigen. De
„Drietand" was, wat men gewoonlijk
noemt, een „gelukkig" schip en bijge
volg had het een bijzonder goeden naam.
Bij de kort geleden plaats gehad hebben
de schietoefeningen was het nummer één
geweest en van den commandant tot de
kleinste scheepsjongen was trotsch op
het schip, dat hen droeg.
Nu maakten zij zich gereed voor de
groote revue, die binnenkort gehouden
zou worden. De commandant kwam
snel binnen en ging naar Furber toe.
„'Ga je aan wal? Zie je Hallam?"
vroeg hij.
„Ik heb niet met hem afgesproken".
„De admiraal heeft geseind, dat hij
een rapport verlangt over een draad-
looze proef. Als je Hallam- ontmoet, zeg
het hem dan".
„Uitstekend, commandant".
Vóór hij aan wal ging, liep Furber de
Marconikamer binnen en vroeg den on
derofficier, die daar de wacht had:
„Weet je ook of luitenant Hallam het
draadlooze rapport voor den admiraal
klaar heeft?"
„Ik denk het wel, mijnheer".
DE ENGELSCHE TAAL EN DE
LANDAARD VAN DEN
ENGELSCHMAN.
In de eerste gewone vergadering van
het Zeeuwsch Genootschap der Weten
schappen in het seizoen 1937-'38 heeft
de heer P. A. ter Weer een voordracht
gehouden over: de Engelsche taal en
den landaard van den Engelschman.
Spr. ving aan met de opmerking dat,
van de twee aspecten van het taalpro
bleem of de taalwetenschap, de phy-
siologische en de psychologische, in de
19e eeuw wel zeer de nadruk op het
eerste aanzicht werd gelegd. Weliswaar
is er daardoor uitstekend taalweten
schappelijk werk verricht, maar ten
slotte is de taal geen mekaniek, doch
een levend psychisch iets; het wezen
der taal zelf is wat de Duitsche taalwe
tenschap noemt de „innere Sprachform'
Zich tot de Engelsche taal bepalende,
gaat spr, in het kort na de oorsprong
van het oud-Engelsch, het hieruit, met
het Normandische Fransch ontstane
Middel-Engelsch en het daa>ruit weer
voortgekomen moderne Engelsch, Merk
waardig is, dat er nog restanten van
dien Normandischen tijd tot op vandaag
aan den dag zijn overgebleven, zoo in
de formules, waarmede de Koning in
door het parlement aangenomen wets
ontwerpen bewilligt etc.
Men vindt in de Engelsche taal wei
nig streven naar purisme, integendeel,
een gulle opname van vreemde elemen
ten. Dit is in overeenstemming met het
geweldige assimilatievermogen van het
Engelsche volk. Merkwaardig staat, in
taal en in landaard, naast dit absorbtie-
vermogen van 't vreemde een ontzagwek
kende vereering voor veel wat oud is,
en traditie.
De schrijfwijze van het Engelsch is in
vier eeuwen zoo goed als niet veranderd
en de geringe verandering, onder The
odore Roosevelt in de U. S, ingevoerd
(Labor i.p.v. labour etc.) ontketende bij;
na een revolutie. In Engeland zou zulk
een poging stellig mislukt zijn.
Spr. illustreert aan verscheidene
voorbeelden het conservatieve volkska
rakter van den Engelschman (kleedij
Speaker House of Commons; The
Gentleman Usher of the Black Rod, de
overbekende Yeomen of the Guard, etc.
etc.)
55 van de Engelsche taal is van Ro-
maanschen, 35 pet. van Germaanschen
oorsprong. Maar het geraamte en het
meer essentieele van de taal zijn toch
Germaansch. Merkwaardig is aldus, dat
bij dichters en prozaschrijvers het Ger-
maansche element sterk spreekt, ter
wijl in wetenschappelijke verhandelingen
„De laatste proef is een succes ge
weest, hè?"
„Ja, mijnheer".
„Dus luitenant Hallam heeft het vraag
stuk opgelost?"
„Ja, mijnheer",
„Ik ben benieuwd hoe hij het gedaan
heeft", zei Furber nadenkend.
De onderofficier antwoordde niet en
Furber ging naar zijn hut, Iedereen wist,
dat de draadlooze experts aan het zoe
ken waren naar een middel om bood
schappen te verzenden, die niet konden
worden gelezen door den vijand. En
Hallam was er klaarblijkelijk in ge
slaagd.
Een half uur later landde Furber en
stapte in zijn auto, die uit de garage
naar hier was gebracht om hem af te
halen. Nadat hij den chauffeur had weg
gestuurd, reed hij langzaam over den
weg naar Dörhampton. Een eind buiten
de stad zag h$ een dame loopen en hij
reed sneller om haar in te halen. Het
was Valda Glyn, gekleed in een grijs
wandelcostuum en met een voile voor.
„Stap in", zei hij kortaf.
Een tijd lang reden zij stilzwijgend
verder.
„Wel?" vroeg ze toen kalm.
„Hier kunnen wij niet praten. Wacht
tot we in het hotel zijn".
Furber versnelde zijn vaart tot ze
Dorhampton bereikten, waar hij voor 'n
hotel stopte. Zij gingen samen de hall in
en hij nam een privé zitkamer.
„Is dat niet wat ongepast?" vroeg ze
het Romaansch vaak overheerscht. Ten
nyson, evenals de tegenwoordige Poet
Laureate, gaan er prat op, de Saksisch-
Germaansche elementen op den voor
grond te stellen.
Wat de landaard, het karakter van de
Engelsche natie betreft: de Engelsch
man is in de eerste plaats individualist;
ook zijn uitingen van socialen zin zijn
op het individu gericht. Dit komt in
kunst, politiek overal tot uiting,
's Engelschmans geestdrift pleegt min
der de idee, dan deszelfs drager te gel
den. Toch is dit niet verderfelijk voor
de gemeenschap, want de Engelschman
kent daarnaast, schoon individualist,
slechts zelden den drang anders te zijn
dan de anderen. De Engelsche public
school vormt allereerst het type, nl. dat
van den gentleman. Spr. ontleedt d t
begrip nader als het oude ridderlijk-
heidsideaal, door humanistischen invloed
veredeld. Verder is de Engelschman
concreet, heeft zin voor objectiviteit, en
voor traditie.
Deze eigenschappen vinden veelvul
dig aantoonbaar hun afspiegeling in dc
taal.
Maar achter den ridder-gentlemans
masker of vizier woeden nog dikwijls
ongebroken de hartstochten van
heersch- en strijdzucht, van machtswel
lust en wereldveroveringszucht. Onmid
dellijk echter weer getemperd door uit
den objectivite tszin voortvloeiende
sportiviteit en fairness; in dit verband
heruitjcr. f i-. aan de zeer spoedig ont
stane waardeering voor de Boerenge
neraals. En ook de zachtere en hoogere
eigenschappen: godsdienstzin, liefde
voor den scnoonen vorm treft men er
aan; bij de volksmassa overgaande in
licht ontvlambaar sentimenteel erbar
men. (Engeland was het land waar de
dierenbescherming ontstond.)
De macht van den Staat tegenover
den enkeling is gering, de Engelschman
is ten zeerste aan zijn persoonlijke vrij
heid gehecht, en toch, aldus spr., bindt
deze vrijheid het Angelsaksische wereld
rijk hechter bijeen dan welk geweld ook
zoude kunnen.
De Engelsche taal blijkt daarin een le
vend geheel te zijn, die als voertuig van
gedachten zijn evenknie niet vindt en
die met recht een wereldtaal geheeten
mag worden, die door een kwart der in
woners van de aarde, verdeeld over een
kwart der aardoppervlakte, gebruikt
wordt. In zijn bouw en wezen heeft deze
Engelsche taal de sprekende eigen
schappen van het Engelsche volk in zich
opgenomen.
De voorz tter des Genootschaps, jhr.
mr. J. W. Quarles van Ufford, heeft den
heer Ter Weer dank gezegd voor zijn
belangwekkende voordracht, en daar
aan een opwekking toegevoegd, als goe
de en belangstellende leden van het.
Zeeuwsch Genootschap der Weten
schappen, de gewone vergaderingen re
gelmatig te bezoeken, medeleden tot
zoodanig bezoek aan te sporen.
spottend.
„Niemand kent je en wat mij be
treft, dat geeft niets".
De kellner bracht een flesch cham
pagne en verliet de kamer, nadat hij de
glazen gevuld had. Zoodra ze alleen
waren wendde Furber zich tot haar en
zei ruw:
„Wat doet u in Weyport?"
„Ik ben hier voor zaken. Lees dezen
brief eens".
Hij werd bleek toen hij de weinige
reg'els gelezen had.
„Dus, ik moet van u instructies ont
vangen?"
„Ja, ik ben hier voor die draadlooze
geschiedenis".
„U heeft niet veel tijd verloren laten
gaan. Ik geloof dat Hallam dat ding ver
leden week pas klaar heeft gekregen".
„Het is onze gewoonte niet om tijd te
verliezen. Kunt u me inlichtingen ge-
11
ven
„In het geheel niet. Ze zijn vreeselijk
voorzichtig. De proeven worden geheim
gehouden. Hallam en een paar van zijn
mannen zijn de eenigen, die het weten".
„En die mannen?" vroeg ze snel.
„Absoluut nutteloos, die zijn niet om
te koopen".
„En Hallam.maar nee, ik ken hem-
Toch moet u een copie van zijn rapport
zien te krijgen; ik heb het direct noodig
(Wordt vervolgd]