=2* GOISCHE COU2ANT££ü Uitbreiding van de weermacht. NUMMER 225, TWEE BLADEN. VRIJDAG 24 SEPTEMBER 1937. EERSTE BLAD. 180e JAARGANG. By de Tweede Kamer is ingediend een wets ontwerp tot wijziging van de dienstplichtwet. Hierbij wordt het jaarlijksch contingent ver hoogd tot 32.000 man, de broederdienst en de loting worden afgeschaft en de eerste oefe- ningstijd voor de onbereden dienstplichtigen wordt verhoogd tot 11 maanden. Afschaffing broederdienst. Schifting inplaats van loting. Waarom de oefeningstijd moet worden verlengd. De kosten. KERK EN SCHOOL. N 8 u w e Kwartaalabonnees QINHEMlfillD. Med.) de zeer |nium- Van ver- |nium~ Van en de en MIDDELBUEGSCHE COURANT Dagblad Voor Middelburg, Goes en agent schap Vlissingen 2.30, elders 2.50 per kwartaal Week-abonn. in Middelburg en Goes 18 ct. p. w. Advertentiën 30 ct. per regel, Ingez mededeelingen 60 ct. p. r. Bij centr. voor beide veel lager; tar. op aanrr. Uitgeefster; Naamlooze Vennootschap ,,De Middelburgsche Courant Bureaux: Lange Sint Pieterstraat te Middelburg. Telefoon: Redactie 269, Administratie 139 Postrekening no. 43255 Kantoor te GOEIS: Turfkade, telefoon 17. Aangesloten bij het Bureau voor Publiciteitswaarde der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers. Familieberichten en dankbetuigingen I7 regels f 2.10, elke r. m. 30 ct. Rubriek „Kleine Advertentiën", ten hoogste 6 a 75 ct. bij vooruitbetaling Adv," Sflft „Brieven" of „Bevragen bureau dezer rant 10 ct. extra Bewijsnommers 5 cent. Aan de tóelichting van het wetsont werp ontleenen we het volgende: Het;s den loop der laatste jaren, a!s gevolg' van de ontwikkeling van het krijgswezen, vooral in technisch opzicht, onvermijdelijk gebleken uitbreiding te geven aan de oorlogssamenstelling van tal van wapens en diensten. Een en ander heeft er toe geleid, dat het jaar lijksch cont'ngent van 19,500 nvm (waarvan 1000 man voor de zeemacht! bij lange na niet meer toereikend is om in de behoefte aan geoefenden van de^ gemobiliseerde weermacht in haar huidige aamenstelling te voorzien. D't heeft o.m. ten gevolge gehad, dat de mankracht der compagniën infanterie met ongeveer K deel van de sterkte is moeten worden verminderd, om al thans de ernstige tekorten, welke door onvermijdelijke uitbre'dingen van de oorlogsorganisatie van andere onder- deelen van de weermacht waren ont staan, op te heffen. Het behoeft wel geen betoog, dat een dergelijke wijze van handelen, hoezeer zij door den be- staanden toestand geboden was, in het licht der huidige omstandigheden vol strekt verwerpelijk is geworden. Voorts d ent te worden voorzien in de behoeften aan personeel, zoowel voor uitbreiding van bestaande leger- onderdeelen als voor nieuwe onderdee- len, waarmede de oorlogsorganis,aties I moeten worden aangevuld. D't betreft J in de eerste plaats de luchtstrijdkrach ten, de artillerie, de pioniers en de lich te troepen, omdat de organisat'es voor al in dit opzicht niet meer beantwoor den ,aan de eischen, welke aan een weermacht, die op de hoogte van den tijd dient te zijn, moeten worden ge steld. Het voor deze uitbreidingen ver- e:schte materieel is of wordt ten laste van het defensiefonds of van den kapi- taaldienst aangeschaft. Om de geschetste reorganisatie bin nen korten tijd, in elk geval in ten hoog ste vijf jaren, tot stand te brengen, zal het noodig zijn, dat ook het voor de oorlogsorganisatie vere'schte per soneel binnen dezen tijd beschikbaar komt. Hiertoe is het onvermijdelijk, de sterkte" van de jaarlijksche lichting te stellen op een hooger getal dan dat, waarmede men zou kunnen volstaan, indien het meer benoodigde personeel zou worden geput u!t de eerstvolgende 15 lichtingen, "waardoor de reorganisa tie eerst na 15 jaren volledig tot stand zou kunnen komen. Op grond van het bovenstaande zal de vermeerdering van het contingent moeten bedragen; a, voor opheffing van de bestaande tekorten, waaronder begrepen het we derom op het oorspronkelijk peil bren gen van de mankracht der infanterie- compagnie rond 4,800 man; b, voor de behoefte aan personeel voor het herzien en uitbreiden van de oorlogsorganisatie, in de eerste plaats luchtstrijdkrachten, artillerie, pioniers en lichte troepen rond 3,200 man; c, voor een snellere voorziening dan normaal het geval zou zijn, in de be hoefte, onder b. bedoeld rond 4,600 man, totaal 12,600 man. ïn verband hiermede zal de sterkte van het jaarlijksch contingent dus moe ten worden gesteld op 19,500 12,600 32,100 of rond 32,000 man. Het ligt. voor de hand, dat zoowel de contingentsverhooging als de hierna te bespreken verlenging van den oefentijd mede zal bijdragen tot vermindering van het getal werkloozen. Indien de thans in de dienstplicht wet vermelde lichtingsterkte v.an 19,500 man zal plaats maken voor een sterkte van 32,000 man, zal de vrijstel ling wegens broederdienst niet ge handhaafd kunnen worden. Als men in aanmerking neemt, dat voor de lichting 1938 iets minder dan 72,000 personen zijn ingeschreven en dat het afkeuringspercentage de laat ste jaren ruim 40 bedraagt, kan het getal geschikte personen op niet meer dan 43,000 worden geschat. Bij. een dergelijken toestand is er geen ruimte meer voor een instituut als de vrijstel ling wegens broederdienst, noch in den trant van de tegenwoordige rege ling, waarbij uit elk gczin niet meer an een zoon behoeft te dienen noch op den voet van een der vroegere Ge sels van vrijstelling v.an de grootste of van de kleinste helft. -rootsi- vraaVofl?^ heCft §fmeend de den ziin t! g-eeP goede middelen zou- van A i VInden om tot afscr. - ij. van de loting te geraken met beh van een vast contingent, wederom ,aa- een onderzoek te moeten onde-we- zoekeontlen ten-UitS!?ug van dit onder- stellen 1 f Zl Vrifheid om voor te tinrf -t j bepalingen omtrent de 10- m. de wet te doen vervallen Zii deeienZzullen00b' ™schiVende mid- aeien zullen kunnen dienen om het overschot, dat er na het .afvall n door bestadartngal"°h f" beschikbare mannen Destaat, als het ware weg te werken ^nd? t hieru-i? het !'aten "itvall? van de mmst-geschikten. Gedoeld wordt hier met op ongeschikten, doch op personen, die, ofschoon geschikt e<A lageren geschiktheidsgraad bezittmr dan anderen Als voorbeeld kan lichaamsbouw, te be- oordeelen naar de onderlinge veriion- vantf r" »ewicht en borstom- Vang Hierbij doet zich een groote ver- scheidenheid voor, die het mogelijk zal maken, tot een schifting te komen Langs dezen weg zal tevens een Werl mt?MW°r-1n g6d Cnd' omdat het ge middelde peil van geschiktheid er door zal toenemen. Van de grootte van het overschot zal .afhangen of dit middel toereikend va> zijn. Mocht dit niet het geval zijn, dan middlll fPaSSlng van n°g andere ïddeien kunnen worden overgegaan, tot het vrijlaten bv. van leden van rfe- z nnen, waarv.an reeds 2 of 3 personen hebben gediend (neerkomende op een beperkte vrijstelling wegens broeder dienst) en leden van groote gezinnen aIIes, ware bij algemeenen maat regel van bestuur te regelen. De geoefendheid der onbereden bifde in <4lgefn T dH geldt' zooals bij de in September 1936 gehouden le- geroefen ngen wederom afdoende aan den dag is getreden, in de eerste plaats voor de dienstplichtigen van het hoofd wapen: de infanterie laat, hoewel met den beschikbaren oefentijd gewoe w/ns hWOrdt' in beIan«* mats te wenschen over. ge™eldi?a en nog Steeds toene mende uitwerk ng der moderne vuur wapenen is oorzaak, dat op het ge- vechtsveld een oordeelkundig gebruik en een doelmatige inrichting van he' terrein en derhalve, in vredestijd, een grondige oefen ng in het gebruik van het pioniersgereedschap, van aanmer kelijk grooter beteekenis is geworden dan voorheen en dat ook aan de mas keering en aan het gebruik van de d- ternis (jachtoefeningen en -marschen) sterk verhoogde aandacht moet worden geschonken. De ontwikkeling van het steeï^r?15611 6n d® "^breide werkings- pen tfatr Mn ZT °1orzaak' dat de troe- afst.and van s. °P grooten gelen moetin ^evechtsveld, maatre- vijands^ucMwaarT611- °m zkh aan 's hetgeen alsmede Tn TredelrT"^^60' zen en beoefend gebruik van het gasmasker en het n! men van verdere maatregelen ter be* scherming tegen strijdgassen vereLhen een grondige oplerding. Hoewel, ten einde de bediening der bijzondere wapenen en technische'hulp middelen naar behooren te verzekeren is overgegaan tot een vergaande spe- cialiseering bij de ople'ding, in dier voege, dat een bepaald aantal dienst plichtigen tot tirailleur, een ander aan tal tot zware-mitrailleur, weder een an der aantal tot mortierist en nog een olÏL-danlr-f!0tu verbmdingsman wordt opgeleid, blijft het toch in de eerste nallt8 dn0(ld!g' afn alle dienstpl:chtigen naast de bijzondere opleiding de alge- meene m,lit,aire opleiding te geven,, Het leven is een rekensom,, die nie mand ten tweede male kan maken. weike den man tot een gedisP'plineer- den soldaat vormt en hem die zaken leert, die iedere dienstplichtige aan het !..mcie van zijn eerste oefening grondig moet kennen, waaronder bv. den zooveel tijd vorderende cple ding tot geweer- of karabijnschutter, Daarenieg-ii zijn de oefenicgs- en opleidingsvoorwaarden bij het thans gel dende legerstelsel aanmerkelijk minder gunstig dan die, welke het leger- ste sel van voor den wereldoor log bood. Geschiedde toen de op leiding uitsluitend door in het vak doorkneed beroepskader, thans is de ople ding der dienstplichtigen voor een deel gelegd in handen van dienstplich tige onder-officieren, die, zelf ternau wernood de recrutenschool doorloopen hebbende, reeds voor de taak worden gesteld als onderwijzer op te treden. Hoewel de minister van defensie, zoo wel uit hoofde van de door toepassing v.an het thans geldende stelsel verkre gen bezuiniging, als uit hoofde van de daardoor bereikte grootere geoefend heid van het dienstplicht'g kader, er niet aan denkt dit stelsel prijs te ge ven, kan niet worden ontkend, dat de opleiding der dienstplicht'ge soldaten hierdoor ongunstig wordt beïnvloed. Zou derhalve, reeds op grond van de beide hierboven vermelde omstandig heden (uitbre ding van de leerstof en ongunstiger opleidings-voorwaarden) een terugkeer tot ten minste den in de militiewet van 1912 vastgelegden duur der eerste oefening van 8 lA maand on vermijdelijk nood'g zijn, daarbij komt nog, dat thans aan de geoefendheid v,an den soldaat aanmerkelijk hoogere eischen worden gesteld dan vroeger. Aangezien vele lichtingen benoodigd zijn om de strijdmacht op voet van oorlog te brengen, moet de soldaat bij het einde der eerste oefening een zon danige geoefendheid hebben verkregen, dat hij niet alleen de hem op het ge- vechtsveld wachtende taak volkomen beheerscht, doch ook de verworven kennis en bekwaamheid gedurende een groot .aantal jaren, waarin slechts drie korte herhalingsoefeningen, behoudt. De oorlogservaring heeft uitgewezen dat een te korte en daardoor onvol doende opleiding 'n vredestijd, op het gevechtsveld door den troep met stroo men bloed moet worden geboet. Daar om heeft de dienstplichtige, die, als ge volg van de aan hem door de wet opge legde verplichtingen tot verdediging van de onafhankelijkhe'd v.an den staat, de verschrikkingen van den modernen oorlog tegemoet treedt, er recht op, niet alleen voldoende bewapend en uit gerust, doch ook voldoende geoefend in den strijd te worden gezonden. Voorts brengt de omstandigheid, dat bij de gemobiliseerde strijdmacht, in het bijzonder bij de lagere onderdeelen, de le'ding zal berusten bij de reserve officieren, de noodzakelijkheid mede om dezen officieren in vredestijd ruim schoots gelegenheid te geven practi- schen dienst 'n den troep te verrichten. Een verlenging van de eerste oefening zal de gelegenheid daartoe belangrijk vergrooten. Ook de verhooging van de lichtingsterkte is hierbij van groote be teekenis. Voor de over'ge onbereden wapens, in de eerste plaats de onbereden artil lerie en de genie, gelden overeenkom stige overwegingen. Ook daar heeft de leerstof, door de steeds voortschrijden de ontwikkeling der techniek, een .aan merkelijke nitbre ding ondergaan en worden aan den soldaat eischen ge steld, welke zóó hoog zijn, dat een op pervlakkige en vluchtig verkregen ken nis en bekwaamheid tot ernstige teleur stelling moet leiden en zelfs tot ramp spoedige gevolgen aanle ding kan ge- ven. Op grond van al hetgeen hierboven is uiteengezet, is de regeering, na rijp beaad en na de verschillende hierbiji betrokken belangen nauwgezet tegen elkander te hebben afgewogen, tot de overtuiging gekomen, dat de duur der eerste oefening voor de onberedenen moet worden verlengd tot 11 maanden. Zij heeft gemeend met een eerste oefening van 11 maanden te mogen en tje moeten volstaan en geen eerste oefening v.an 12 maanden te moeten voorstellen, zooals in de meeste Euro- peesche rijken is ingevoerd. Een oefen tijd van 12 maanden heeft nl. één na deel en wel dit, dat, aangezien de ka zernes dan gedurende het geheele jaar ten volle bezet zijn, voor de legering van de voor herhalingsoefeningen in werkeiijken dienst komende dienstplich tigen bijzondere maatregelen genomen moeten worden, waarvan de kosten vrij aanzienlijk zijn. Naast de behoefte om den duur dei- eerste oefening te verlengen ter verhoo ging van de geoefendheid der d enst- plichtigen staat de noodzakelijkheid, een einde te maken aan den toestand, dat het grootste gedeelte v,an het jaar niet over zelfs ook maar eenigermate ge oefende troepn wordt beschikt. In de zen toestand mag in verband met de internationaal-politieke verhoudingen niet langer worden berust. De grooie vredessterkte der legers van de ons land omringende rijken en de mogelijk heid, welke de tegenwoordige midde len van versneid vervoer bieden cm een plotselinge, krachtige overvalling te ondernemen, nopen ook ons land afgezien van de reed? genomen maat regelen om in tijden van spanning be paalde deelen der weermacht met da grootste snelheid op voet van oorlog te brengen ten behoeve van de grensbe waking steeds een iroepenm.acht in werkeiijken dienst te hebben van zoo danige sterkte en zoodan g peil van geoefendheid, dat hiermede ook in vol len vredestijd aan verrassende aansla gen aanvankelijk het hoofd kan worden geboden en dat zij tevens de onontbeer lijke kern kan vormen van de in tijden van ernstige spanning op te roepen grensbeveiligingstroepen. Een verlen ging van de eerste oefen ng voor de onberedenen tot 11 maanden brengt de bate, dat ook aan dezen eisch kan wor den voldaan. Door den verlengden oefentijd za1 derhalve de paraatheid van de weer macht aanzienlijk worden verhoogd. Bovendien zal het mogelijk zijn, beier d,an bij den bestaanden toestand, een eventueele mobilisatie veilig te stellen. De regeering zou het zeer gewenscht hebben geacht, indien zoodanige maat regelen hadden kunnen worden getrof fen, dat ook de geoefendheid van de dienstplichtigen, beboerende tot reeds met groot verlof zijnde lichtingen, op een hooger pe l werd gebracht. Het be hoeft echter geen betoog, dat zoodanige maatregelen, op grond van de kosten, welke het gevolg zouden zijn van de alsdan noodzakelijke .aanmerkelijke uit breiding van het beroepspersoneel en van de beschikbare legeringsruimte, niet wel uitvoerbaar zijn, nog afgeschei den van de bezwaren om hen, die de eerste oefen ng hebben volbracht, ten tweeden m.ale voor eenige maanden uit hun burgerwerkkring te rukken. Met hetgeen kan worden bereikt door ^de wederinvoering van de derde herha lingsoefening zal mitsdien in d't op zicht genoegen genomen moeten wor den. De jaarlijksche kosten voor de uit breiding van het contingent en van de verlengde eerste oefening worden be rekend op 12,512,000,i vermeerderd met 5 m'llioen gulden wegens vermeer dering van beroepspersoneel. Daarbij komt een uitgaaf ineens van 22 milli- oen gulden voor uitbreiding' van kazer- neering. Het wetsontwerp geeft tevens aan de Kroon de bevoegdheid na aanneming er van het cont ngent van de lichting 1938 tot het nieuwe aantal van 32,000 op te voeren, de tot buitengewoon dienst plichtige personen nader tot gewoon dienstplichtigen te bestemmen en voor zoover noodig reeds verleende vrijstel lingen wegens broederdienst te doen vervallen. De wet z,al 'n werking treden op 'n nader door de Kroon te bepalen datum. Op 81-jarigen leeftijd is te Utrecht overleden ds. J. Willemse Hz., sinds 1923 emerituspredikant der Ned. Herv. Kerk De overledene werd op 10 Januari 1886 te 's Heerenhoek in het ambt bevestigd, welke gemeente in 1890 met Hardinxveld verwisseld werd. In 1894 deed ds. Willemse zijn intrede te Krui- ning'en waar hij bleef tot 1916 toen een beroep naar Óudenbosch werd aan genomen. Bij Kon. besluit is een eervol ont slag verleend uit den militairen dienst, aan den reserve-luitenant J. S. Pontier, van het 14e reg. inf. Benoemd tot kweekeling met akte aan de Geref. Ulo-school te Coevorden de heer D. H. Schuitmaker te Goes. Zij, die zich met irc§£ng van 1 Cct. a.s. op ons blad abonneeren, ont vanger; de tat dien datum ver schijnende nummers GRATIS Verwachting tot morgenavond; DE BILTZwakke tot matige wind uit W. richtingen, tijdelijk toenemende bewolking in hei Westen, Meest zwak ke wind uit Zuidelijke richtingen, neve lig tot licht bewolkt ia het Oosten, wei nig of geen regen, weinig verandering in temperatuur, UKKEL: Lichte wind uit Z.W. rich tingen, schoon en zacht weer, ochtend nevel, nachtelijk temperatiiursminimum ongeveer 5 graden, Vr, 24 Sept. Zon op: 6 h 50; onder: 18 h 54. Licht op: 19 h 24. Maan op: 20 h 38; onder: 12 h 01. L.K. 27 Sept. Hoog- en Laagwater te Vlissingen; September. Hoogwater. Laagwater. Vr. 24 4.26 16.41 10.50 23.25 Za. 25 5.10 17.27 11.36 24.09 Zo. 26 5.57 18.17 12.26 24.58 Hoog- en Laagwater te Wemeldinge: September. Hoogwater. Laagwater. Vr. 24 6.27 18.41 11.54 24.21 Za. 25 7.08 19.23 12.42 Zo. 26 7.52 20.09 1.07 13.33 Het Prinselijk paar te Soestdijk. Prinses Juliana en Prins Bernhard zijn gisteravond per auto op het paleis Soestdijk teruggekeerd. De Prins zat zelf aan het stuur van zijn auto, naast hem zat de Prinses, terwijl bovendien nog twee hofdames in den wagen geze ten waren. Een talrijk publiek juichte het prinselijk paar luide toe. a EEN „WEERBELASTING?" Naar het „Vaderland" vernam, over weegt de Regeering ten ernstigste de dekking van een deel der verhoogde de fensieuitgaven te vinden in den vorm eener weerbelasting, drukkende op hen, die vrijgesteld zijn van militairen dienst plicht. Ook aan opcenten op een of meer di recte belastingen schijnt te zijn gedacht. BEGROOTING VERKEERSFONDS Een nieuw werkprogram voor wegenaanleg; 245 millioen in 15 jaar. Naar de minister van waterstaat in zijn toelichting op de begrooting 1938 van het verkeersfonds uiteenzet, is een onderzoek ingesteld naar hetgeen voor verbetering en afwerking van het rijks wegennet moet geschieden en aan de hand van de gegevens is een nieuw werkprogramma ontworpen. Dit pro gram beoogt voltooiing van het rijks wegennet in 15 jaar, dus eind 1952. De kosten voor uitvoering van dit plan worden geraamd op rond 245 millioen. In het plan is er op gerekend in 1938 rond 26 millioen voor de wegen te ver werken. Op de huidige begrooting wordt ter aansluiting aan het werkprogramma voor de rijkswegen in totaal 25.733.000 aangevraagd. De bruggenbouw vindt re gelmatig voortgang. Verwacht wordt dat de brug te Hedel eind van dit jaar en de brug te Dordrecht eind 1938 voor het verkeer opengesteld kunnen worden. Motor- en rijwielbelasting. De opbrengst van de motorrijtuigen en rijwielbelasting is voor 1938 geraamd op 31 millioen. Evenals in 1937 is een post ten bedrage van 4 pet. van de op brengst voor vergoeding van kosten van inning der belastingen uitgetrokken. De netto-opbrengst is dus geraamd op 29.760.000. Het wettelijk minimum be draagt bij deze opbrengst 9.5/30 van 29.760.000 of 9.424.000. De uitkee- ringen aan de provinciën zijn in deze begrooting geraamd op 40 pet. van 21/30 van de netto opbrengst, of 8.332.800. De vergoedingen en uitkeeringen aan de provinciën over 1936 bedragen Gro ningen 647.856.33; Friesland een be drag van 504.031,73; Drenthe 338.850,86; Overijssel 490.384.09; Gelderland 720.980,32; Utrecht 315.344,06; Noord-Holland een bedrag van 1.262.158,72; Zuid-Holland

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 1