KRONIEK van den DAG.
Ook ditmaal leverde de raming een tekort op.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 22 SEPTEMBER 1937. No. 223.
De Rijksbegrooting 1938.
De inkomsten zullen vermoedelijk 59 millioen
meer bedragen dan in 1937, doch daartegen
over verwacht de minister een stijging der uit
gaven met 39 millioen.
Uitgaven 703.195.931
Inkomsten 689.950.275
Nadeelig saldo 13.245.656
De uitzonderlijke maat
regelen gehandhaafd.
Het werkelijke tekort be
loopt ruim 84 millioen.
De dekking van het te
kort.
Defensie vraagt ƒ18 mil
lioen meer dan in 1937.
De Rijkssteun aan de
noodlijdende gemeen
ten.
Werkloosheidssubsidie
fonds.
Weer een slag gewonnen
door de Vlamingen.
Bij regeringsmaatregel is thans een
hervorming tot stand g'ekomen in België
"Welke voor het vernederlandschings-
proces in Vlaanderen, van het openbare j
leven, zijn beteekenis heeft. Het betreft
de moderne spelling van de Vlaamsche
gemeentenamen. Er was tot dusver geen
vaste spelling van dezen, bijgevolg' kon
men een naam als Diksmuide onder ve
lerlei vormen aantreffen: Diksmuide,
Dixmuide, Dixmuiden, Diksmuiden. Of,
voor de gemeente Koekelare, waarvan
de naam werd geschreven: Couckelaere,
Couckelare, Coukelaere, Coekelaere,
enz. Daaraan is nu een einde gemaakt,
althans in officieele stukken.
Men moet het Vlaamsche standpunt
in deze zaak begrijpen. De Vlamingen
streven Tiaar normale en gezonde toe-
standen in cultureel en politiek opzicht,
voor hun volk. Zij willen meer waardig- j
heid, meer ontwikkeling. Afgezien van
de politieke maatregelen, waardoor
vorm moet worden gegeven aan dezen
I wil moet het doel worden nagestreefd j
door alle andere middelen. Ook door
dat van de spelling der plaatsnamen.
Juist op dit gebied hebben de franskil
jons zich steeds sterk gevoeld. De Vla
mingen zijn er sedert vijftig jaar voor
opgekomen dat de spelling moest wor-
den veranderd naar de geldende taalre
gels van de Vries en Te Winckel, maar
de franskiljons wisten alle voor de hand
liggende middelen te gebruiken om dit
te beletten, Zij beschouwden de hand
having van een verouderde spelling, sa-
"^en met het onvaste karakter van die
sPelling' als een middel om het Neder
lands^ te doen aanzien voor een ar- j
cbaische merkwaardigheid in België, j
maar zonder intellectueele beteekenis,
als een levend bewijs van achterlijkheid.
Men kwam daar niet openlijk voor uit,
natuurlijk Maar men heeft van alles uit- j
gevonden, *om de zaak te vertroebelen, j
Zoo Werd met eenig succes het eer-
biedwaardig gevoel uitgebuit van dor-
pelingen die hun geheele leven lang hun ij
dorpsnaam op een bepaalde manier
schreven en het nu als een heiligschen- j
nis zouden kunnen beschouwen, dat j
daarin een wijziging wordt gebracht.
Bovendien werd de omstandigheid uit- j
gebuit, dat tijdens den oorlog de Duit- j
schers onder den invloed van de Vlaam- J
sche activisten de plaatsnamen in Vlaan- i
deren overal volg'ens de moderne gel- j
dende spelling lieten schrijven.
Maar dit alles heeft geen succes ge- j
had. De Vlamingen hebben den slag ge-
wonnen. De verbetering van de officieele
spelling der plaatsnamen is een feit ge
worden.
De gemeenten hebben intusschen nog
niet de verplichting de moderne spelling
toe te passen. Het staat hen vrij te kie
zen tusschen de oude en de nieuwe. Van
Vlaamsche zijde, of liever van Vl.-na-
tionalistische zijde is hiertegen -nogal
heftig geprotesteerd, maar het is o.i. vrij
verstandig te noemen den maatregel niet
als verplicht aan de gemeentebesturen
op te leggen Immers het is een ieit dat
in sommige gemeenten anti-Vlaamsche
invloeden van een franskiljonschen bur
gemeester werkzaam zijn. waartegen de
bevolking zich niet zal verzetten. Het
gaat immers slechts om de schrijfwijze
van een naam.Indien de verplichting
werd opgelegd dan zouden zoovele
haarden van nieuwe agitatie ontstaan.
Dat is tenslotte niet gewenscht. De cen
trale besturen geven het voorbeeld. Het
publiek, het ontwikkelde Vlaamsche pu
bliek, gebruikt de nieuwe spelling. Wel
nu, daar zal zoon invloed van uitgaan
dat de archaische manier van de plaats
namen te schrijven na enkele jaren zoo
achterlijk zal blijken dat in de gemeen-
Gistermiddag heeft de minister van
financiën, mr. J. A. de Wilde, aan de
Tweede Kamer aangeboden: de rijksbe
grooting voor het dienstjaar 1938, ver
gezeld van de gebruikelijke toelichting,
de z.g. millioenennota.
Tegen veler verwachting in moet he
laas geconstateerd worden, dat ook deze
begrooting nog een tekort laat zien, zij
het dan veel geringer dan in de jaren der
diepste depressie.
De geraamde cijfers luiden als volgt:
In deze cijfers is verdisconteerd het
tekort, dat volgens de voorloopige
gegevens het dienstjaar 1937 zal opleve
ren en dat ruim 33 millioen bedraagt.
Het geraamde tekort ad 13 millioen
over 1938 kan dan als volgt uit dat over
1937 worden afgeleid:
Nader berekend tekort
1937 33.250.061
Hoogere raming der uitga
ven 1938, in vergelij
king met 1937 39.086.848
72.336.909
Hoogere raming der in
komsten 1938, in verge
lijking met 1937 59.091.253
Geraamd tekort 1938
13.245.656
Aanstonds moge er op worden gewe
zen, aldus de minister in zijn millioenen
nota, dat dit resultaat is bereikt door
handhaving van de verschillende maat
regelen, op een enkele uitzondering na,
die in den loop der laatste jaren zijn ge
nomen tot vermindering van het tekort
op de begrootingen, doch waarmede
geen reëele verbetering van den finan-
cieelen toestand is verkregen. Deze
maatregelen vonden uitsluitend in den
exceptioneelen financiëelen toestand hun
oorzaak. Het is zeer te betreuren, dat
zij niettemin bij de opstelling van de
rijksbegrooting voor het tweede jaar van
het economisch herstel vrijwel inte
graal moeten gehandhaafd blijven. Voor
het juiste inzicht in den werkelijken toe
stand van het rijksbudget is kennis van
de financieele beteekenis dezer maatre
gelen dan ook onontbeerlijk. In het hier
volgende overzicht zijn deze maatrege
len beknopt weergegeven met vermel
ding van de bedragen, waarmede, indien
zij werden ingetrokken, het tekort op
den gewonen dienst der begrooting zou
worden vergroot.
72).
door
DOROTHEA GERARD.
HOOFDSTUK X
De laatste nacht,
„Een, twee, drie passen naar den
muur pas op voor den hoek van de
brits rechtsomkeert, een, twee, drie
passen naar de deur terug, rechtsom
keert weder; een, twee, drie.."
Als een onbewuste onderstroom van
de gedachten, die als een bovenlaag de
hersenen van de gevangene doorflitsen,
zoo onvermoeid deed hij zijn drie passen
door de cel en omgekeerd steeds de
goede richting in het oog houdend. Dat
was niet overbodig, daar het eenige
licht, dat hij kreeg, was de weerschijn
van de lamp in de gang, welke door een
nauw getralied gat naar binnen viel
Geen slaap had Tadeusz' oogen geloken
in dezen laatsten nacht, dat hij tot de|
levenden behoorde. De uren, die hem
restten waren als het ware te kort voor
de ordening zijner gedachten, voor den
onvermijdelijken blik in het verleden,
en voor dien anderen blik in het duis
ter, naar dat wat was of niet was aan
gene zijde van zijn misdadigersgraf.
Het doffe ongeloof, dat men voor den
krijgsraad in de balzaal den mond had
gesnoerd, was nu verdwenen. In de stille
eenzaamheid van zijn cel was hij tot be
grijpen gakomen en als eerste gevolg
ten waar eenig verzet zou kunnen zijn,
ook wel de moderne spelling zal wor
den gevolgd. Wat meer is, binnen een
paar jaren zal de regeering zonder de
minste moeilijkheden veel gemakkelijker
de verplichting kunnen opleggen, welke
nu bij sommigen slecht zou kunnen wor
den onthaald, hoe gering tenslotte hun
aantal ook kan zijn.
ciaarvan had hij zijn verloren leven op
woeste, opstandige wijze betreurd. Als
onder een langzaam voortbewegend
zoeklicht zag hij nu volkomen duidelijk
wat hij met eigen hand had weggewor
pen. Ter wille waarvan? Om zijn ge'
kwetsten trots evenals om zijn gewonde
liefde. Het onbarmhartige zoeklicht liet
hem dat zoo duidelijk zien, dat er niet
aan te twijfelen viel. Zonder de verne
dering, die hij had gevoeld bij de ont
dekking, dat Katya in de eerste plaats
belangstelling had gekoesterd voor zijn
naam in plaats van voor zijn persoon,
z°u hij zeker anders hebben gehandeld
als hij thans had gedaan hij vergeleek
zich nu met een stout kind, dat zijn
speelgoed weggooit en zou zeker
nooit gekomen zijn waar hij nu was,
De onevenredigheid in het geval ver
bitterde nog' meer de gedachte aan zijn
verwoest leven, maar daarachter stond
een bitterder overweging. Het offer was
niet noodig geweest, ten eenen male
overbodig, daar zij hem lief had. Kon
hij daar nog een oogenblik aan twijfe
len? Zij had hem lief, gelijk hij in het
diepst van zijn hart altijd geweten had,
dat z'ij hem lief had; alleen die belee-
digde trots had die gedachte gesmoord.
„Een, twee, drie passen naar den
muur, pas op den hoek van de brits,
0011, twe©, drie**.
Voortdurend 'was hij sjneliler [gaan
loopen onder den prikkel van deze
nieuwe smart, die toch al zoo oud was.
Bij al dien begrijpelijken, bijna dier
lijken hang naar het leven, doemde al
1. Stopzetting van de
uitkeering der annuïteit
aan het spoorwegpensi
oenfonds ft 9.000.000
2. Ontlasting van den
gewonen dienst van het
werkloosheidssubsidiefonds
door voorschotten ten las
te van den kapitaaldienst
te verstrekken8.550.000
3. Overbrenging van uit
gaven van den gewonen
dienst van het verkeers-
fonds naar den kapitaal-
dienst 8.000.000
4. Idem van uitgaven
van den gewonen dienst
van het departement van
sociale zaken naar den
kapitaaldienst (kosten van
werkverschaffing) 1.825.000
5. Overbrenging naar de
ontvangsten van den ge
wonen dienst van de rente
der beleggingen naar het
Nederlandsche muntfonds 2.880.000
6. Gedeeltelijke achter
wege laten van de stortin
gen in de sociale verze
keringsfondsen 31.000.000
7. Stopzetting van de
bijzondere reserveering bij
de staatsbedrijven 7.720.000
8. Stopzetting van de
reservevorming ten aan
zien van woningenbouw-
voorschotten 2,500.000
Totaal 71.475.000
Bij de beoordeeling van deze zwakke
plekken in de begrooting dient even
wel ie worden onderscheiden tusschen
die posten, waarvoor de opneming in
den g'ewonen dienst volstrekt onvermij
delijk is te achten en zulke, waarvan de
onbetwistbaarheid niet zoo zeker is.
Tot de eerste groep behooren de
stopzetting van de uitkeering der annuï
teit aan het spoorwegpensioenfonds; de
ontlasting van den gewonen dienst van
het werkloosheidssubsidiefonds, door
voorschotten ten laste van den kapitaal
dienst te verstrekken en het gedeeltelijk
achterwege laten van de stortingen in
de sociale verzekeringsfondsen, te za-
men een bedrag vormend van
43.550.000. Omtrent de overige, pos
ten, te zamen groot 22.925.000, zal de
regeering nauwkeurig doen nagaan, in
hoeverre ook van deze de onbetwist
baarheid van opneming in den gewonen
dienst moet worden aangenomen.
Voorshands meent de regeering, tot
dat het onderzoek is afgeloopen, echter
te moeten vasthouden aan het bedrag
van 71.475.000. Het eigenlijke tekort
is dus te stellen op 84.720.656.
In de eerste plaats doet dit zeer on
gunstige begrootingsbeeld nog eens dui
delijk de noodzakelijkheid zien van de
maatregelen, welke het vorige kabinet
voor de verbetering van den budgetairen
toestand heeft moeten treffen. Dal des
ondanks op dit oogenblik de positie n;et
gunstiger is, 'moet o.a, toegeschreven
worden aan de gesiaag voortgeschre
den verslechtering gedurende de laatste
jaren, veroorzaakt door de afnemende
welvaart, welke bij voortduring belette,
dat het gunstig effect van de pogingen
ter \trbetering van de imanciee e po
sitie zich in de eindcijfers der begroo
ting demonstreerde. En verder aan ver
tijd weer een naam op met de hardnek
kigheid van een voortdurende kwelling
maar ook met de straling van een ster,
die de duitsernis van het oog'enblik
doorboort.
Katya!
Ach, als het neerhalen dezer muren
met deze handen hem in haar bijzijn had
kunnen brengen, dan zou hem, dat voelde
hij, de kracht daartoe verleend worden.
Als jaren van marteling hem haar aan
wezigheid voor een enkele minuut had
den kunnen schenken, niet om haar ver
geving te schenken, maar om die van
haar af te smeeken, met welk een
vreugde z'ou hij zich op de pijnbank
hebben gelegd!
„Wat ben je toch hard!" had Witek
eens tot hem gezegd, in deze cel.
Tadeusz had dat woord toen hard ge
vonden, nu echter niet meer. Ja, hoe
hard was hij geweest, hoe meedoogen-
loos! Hij zag dat alles met een duide
lijkheid, die op zich zelve reeds een
marteling was. Hij gevoelde zich nu op
hetzelfde sttandpunt staan als waarop
Kazimira stond, toen zij hem de bood
schap liet overbrengen betreffende dat
eene, dat het leven waarde deed heb
ben en dat geen trots was. Ook hij zag
nu alle bijkomstigheden des levens ver
dwijnen en slechts de belangrijke essen
tialia bleven over.
„Een, twee. drie stappen naar den
muur.
Hij liep teg'en de scherpe punt van de
brits aan zonder het te voelen.
Ja, die rechters in uniform, achter de
schillende bijzondere omstandigheden,
welke zich in de naaste toekomst zullen
laten gelden, en waarvan wegens haar
beslissenden invloed op het begrootings
beeld afzonderlijk moeten worden ge
noemd: de prijsstijging der materialen,
de hoogere uitgaven voor de defensie en
het natuurlijk accres.
Thans komende tot de bespreking van
de voorziening in het tekort op de be
grooting ad 13.245.656 brengt de mi
nister allereerst onder de aandacht, dat
van de dekkingsmiddelen welke voor
de dekking van het tekort op de be
grooting van 1937 in aanmerking zijn
genomen, in dat dienstjaar geen effect
hebben gehad:
le de besparing, te verwachten van
de herberekening der pensioenen van
burgerlijke en militaire ambtenaren,
2e. de verhooging van inkomsten als
gevolg van een bij de Staten-Generaal
aanhangig gemaakt wetsontwerp, strek
kende tot tijdelijke verhooging van som
mige Nederlandsche invoerrechten. Van
deze dekkingsmiddelen werd een verbe
tering van plm. 5,4 millioen verwacht.
Het overleg omtrent beide wetsont
werpen tusschen de Staten-Generaal en
de regeering is nog niet geemdigd. \i aar
de regeering het voornemen heeft eerst
genoemd wetsontwerp in te trekken en
het laatstgenoemd wetsontwerp nog in
beraad heeft gehouden, meent de mi
nister met geen van beide maatregelen
bij de opstelling van het dekkingsplan
voor 1938 rekening te moeten houden.
Wat nu ten slotte de zg. perspectief
besparingen (bezuinigingen, welke eerst
na verloop van tijd effect opleveren)
aangaat, welke tot een bedrag van 27,8
millioen tegenover het tekort op de be
grooting van 1937 waren gesteld, wóidt
in de eerste plaats opgemerkt, dat voor
1938 met een deel van dit bedrag, na
melijk 3,3 millioen, als besparing, wel
ke in dat jaar werkelijk effect zal heb
ben, is rekening gehouden. Er resteert
dan nog 24.5 millioen aan perspectief-
besparingen.
Naar het oordeel van den minister be
hooren alleen de besparingen, weike in
het begrootingsjaar werkelijk effect zul
len hebben, bij de opstelling van een
dekkingsplan in aanmerking te we
den genomen. Zoo spoedig mogelijk zal
naar zijn oordeel dan ook teruggekeerd
moeten worden tot de z.i. alleen juiste
methode om de perspectiefbesparingen
eerst in het dekkingsplan te verwerken
van het jaar, waarin zij effect zullen
hebben.
Voor het jaar 1938 kunnen evenwel
de perspectief besparingen bij de opstel
ling van het dekkingsplan nog niet ge
heel ontbeerd worden. Na ernstige over
weging kaa de minister aanleiding vin
den de niet geëffectueerde 24.5 mil
lioen tot het bedrag van het tekort ad
13.245.656 als dekkingsmiddel aan te
merken. (Er ontstaat dan dus een denk
beeldig overschot van 11 millioen).
De hoogere uitgaven voor defensie
beloopen plm. f 25,5 millioen. Daar in
deze verhooging mede zijn begrepen
kosten van aanbouw van nieuwe mate
rieel voor de mar ne, waartegenover
een ander hoofdstuk een verlichting
ondergaat, kan de nieuwe last uit
hoofde van de aanspraken, welke de
defensie, in vergelijking met de be
grooting van 1937, stelt op plm. f 18,2
millioen worden aangenomen. Bij de
beoordeel ng van dit bedrag mag in
tusschen niet uit het oog worden ver
loren, dat dit, hoewel het in zijn ge
heel voor den gewonen dienst een
tafel met het velvet kleed, hadden ge
lijk gehad. Hun vonnis was geen carri-
catuur der rechtspraak, Alleen de dood
was een vergelding voor die ergste
soort van moord, den moord van een
hart. Het waren geen monsters, maar
spreekbuizen en werktuigen van dien
God, van Wiens bestaan hij steeds in
het diepst van zijn ziel overtuigd was
geweest, hoewel Hij in zijn bedrijvig le
ven slechts een latente rol had ge
speeld.
„Een, twee, drie.... rechtsomkeer.."
Hij stapte nu langzamer heen en weer,
eindelijk was zijn opstandig gevoel var
spijt, dat het zoo was geloopen, nage
noeg overwonnen, bijna had hij in vrede
de straf als verdiend aanvaard. Als hij
nog maar eenmaal haar gelaat had kun
nen aanschouwen, zou de dood hem zoet
zijn geweest, één blik op die zoo reine
lippen, waarvan de druk hem steeds in
zijn droomen vervolgde, één blik in die
donkere oogen, vol hartstocht, waaruit
de ziel sprak van de eenige vrouw
waarmede zijn ziel zich één gevoelde.
Het was niet mogelijk, natuurlijk, maar
als hét! mogelijk ware gew.'eesit, waar
bleef dan het afgrijselijke van de galg?
„O. Katya, Katya! dat steen en kalk
ons kunnen scheiden! Kan uw ziel dan
niet dat enkele woord, dat de mijne
zoo ganschelijk vervult, in zich opne
men: „vergiffenis". Hij leunde met het
hoofd op zijn ineengestrengelde armen
tegen den muur, opgaande in de innig
heid van zijn wensch. Zoo stond hij,
toen de klok sloeg, hem als 't ware
hoogere uitgaaf is, ook betrekking
heeft op uitgaven, welke eveneens,
doch niet ten laste van den gewonen
dienst, in 1937 zijn gedaan. Het eind
cijfer der begrooting 1937 voor defen-
isie kan nl. lager worden gesteld in
verband met de omstandigheid, dat in
1937 nog een gedeelte der kosten ver
bonden aan de verbetering en aanvul
ling van het bestaande materieel der
weermacht ten laste van het defensie
fonds kon worden gebracht.
(Ter voorkom'ng van misverstand zij
er nog op gewezen, dat deze verhoo
ging der defensie-uitgaven geen be
trekking heeft op de in de Troonrede
aangekondigde verbetering en uitbrei
ding van de weermacht. Daarvoor zul
len bijzondere financieele voorzienin
gen moeten worden getroffen. En daar
zullen vermoedelijk nog wel enkele
millioenen meer mee gemoeid zijn).
Aan V minirters toelichting ontlee-
ne" wij ter.-'i-fte nog:
Voor den rijkssteun aan de noodlij
dende gemec werd voor 1937 een
bedrag geraamd, dat beduidend lager
was dan het in tap.! van de door de^e
groep van gemeenten benoodigde m'.3
delen. Tengevolge hiervan zal de schuld
v,an deze gemeenten worden verhoogd
met bet hedra*. dat zij voor het slui
tend maken van den gewonen dienst
harer begrootingen meer behoeven
dan het rijk 1-3" verst~ekken. Naar
het oordeel van dar minister kan deze
maatregel wegens de groote moeilijk
heden, daaraan voor de betrokken ge
meenten verbonden niet gecontinueerd
worden. Bereids is in het ontwerp-be-
grooting voor steun aan hoodlijdende
gemeenten het bedrag uitgetrokken, dat
in verband met de behoeften van de
gemeenten roodig wordt geoordeeld.
Dit bedrag ","5 millioen hooger dan
het voor 1937 gevoteerde bedrag.
Van de bij de rijksbegrooting tegelij
kertijd ingediende begrootingen der af-
zonder'ijke fondsen en staatsbedrijven
maakt de minister de volgende opmer
kingen over de begrooting van het-werk-
loosheidssubsidiefonds.
Moest voor d t fonds voor 1937 een
begroot n,g "/orden opgeste d, welke na
ontlast te zijn van de helft der bijzon
dere bijdragen, waaraan de gemeenten
voor 1937 naar raming behoefte had
den, toch nog een nadeelig saldo liet
zien van f77 millioen,. waarvoor in het
geheel g'een dekkingsmiddelen aanwe
zig waren, thans kan een begrooting
worden aangeboden, welke gunstiger is.
Bij de handhaving van den maatregel,
dat de helft van het totaal aan bijzon
dere bijdragen, waaraan de gemeenten
behoefte hebben, weder in den vorm van
voorschotten ten laste van den kapitaal
dienst van de fondsbegrooting zullen
worden verleend, zullen de uitgaven, het
begrootingsjaar zelf betreffende, door de
(Ingez. Med.)
bij verrassing het gevoel bijbrengend,
dat de tijd voortgaat. Twee uur!
Met een lichte trilling, echter onmid
dellijk onderdrukt, begon Tadeusz weer
heen en weder te loopen. Acht uur
's morgens zou de executie plaats vin
den. Dat beteekende, gelijk hij had be
grepen, dat om zeven uur de ter dood
veroordeelde gevangenen naar de Cita
del werden overgebracht. Dus nog vijf
heele, uren! Het gevoel van de kortheid
van den tijd, die hem restte, had plotse
ling plaats gemaakt voor het tegenover
gestelde gevoel Vijf uren keek hem
plotseling een haast onberekenbaar lan
ge tijd. Er was bijna niets wat hij niet
in dien tijd zou kunnen doen. Volkomen
ernstig begon hij na te gaan, hoe hij het
dit kapitaal aan minuten wel zou kun
nen benutten. Zou hij al dien tijd heen
en weer loopen als een gekooide leeuw.
Zijn vermoeid lichaam kwam er tegen
op. Na de crisis van ontroering, die hij
had doorgemaakt, was een groote ver
moeidheid, lichamelijk zoowel als gees
telijk, over hem gekomen. Niet alleen
zijn lichaam maar ook zijn geest had
zich sinds de avond was gevallen als
het ware in een kring rondgedraaid,
telkens weer zich pijn doende aan de
zelfde gedachten. Alles in hem verzet
te zich teg'en de gedachte om weer met
dat sombere heen en weer gedrentel te
beginnen. Hij had nog Zooveel uren tot
zijn beschikking, dat er best een af kon
voor de noodige rust.
(Wordt vervolgd).