KRONIEK van den DAG.
Onrechtmatig bezit
BflMENUM.
ZEELAND.
ÏWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 20 SEPTEMBER 1937. No. 221.
MIDDELBURG.
een succesvolle muziek- en
zanguitvoering in de abdu.
zangschool „tot oefening en
uitspanning".
VUSSINGEN.
Een goed seizoen.
een brutale dief en een
pootige kasteleines.
lijk opgehaald.
"kerk en school"
NAAR HET STAMLAND DER
ORANJE-NASSAU'S.
5TER
leef-
illeen
53,
rg 40,
R. te
ïden:
tl het
tot
ée-
één
Don-
ruyti,
zee.
re
en
pak
ken,
elen.
urg.
lec-
In-
sma,
le-
var-
okte
oed-
eis-
L,
Geduld, zegt Delbos.
De Volkenbondsvergadering (de gewo
ne najaarszitting der Assemblée), wekle
sinds verleden week Maandag plaats
vindt, is Zaterdag pas goed op gang ge
komen. Voor dezen dag was het malaise
te Genève. Er heerschte een soort van
staking. Nadat in het begin der week de
gedelegeerden van Chili, Iran en China
het woord hadden gevoerd, konden de
algemeene beschouwingen een paar da
gen lang geen voortgang vinden; nade-
maal zich geen sprekers opgaven, Blijk
baar wilden de afgevaardigden der groo-
te mogendheden stuk voor stuk afwach
ten, wat de anderen zouden hebben te
zeggen, Op die manier had de zitting tot
Sint Juttemis kunnen duren, zonder dat
er iets gebeurde. Zaterdag is er aan dit
spelletje eindelijk een eind gekomen en
heeft de Fransche minister van buiten-
landsche zaken Delbos de algemeene
zwijgzaamheid dan in Godsnaam maar
verbroken; nadat de Spaansche minis
ter-president Negrin evenals Donder
dag reeds in den Raad tegen Duitsch-
land en Italië was van leer getrokken
Het gevalletje bewijst, hoezeer men te
Genève beseft, dat de Volkenbond een
machteloos instituut is geworden. Die
machteloosheid verzwakt aller lust en
moed, om nog wat te zeggen.
Negrin vroeg zich o.a, af, waaraan
Spanje eigenlijk een „aanvalsoorlog" van
Italië en Duitschland heeft verdiend.
Spanje heeft steeds vriendschappelijke
betrekkingen met alle staten onderhou
den en zelfs niet het vredesverdrag van
Versailles onderteekend. De vriendschap
van Duitschland en Italië voor de opstan
delingen is, zoo zeide hij, niet anders dan
een bezettingsverdrag. Duitschland
en Italië zijn niet in
Spanje gekomen om te
helpen, maar om er te blij-
v e n
Negrin meent dat de verdere handha
ving van de niet-inmengingsovereen-
komst zou neerkomen op het bewust of
onbewust laten voortduren van den oor
log. Hij wees er op, dat het niet langer
een burgeroorlog in Spanje is. De gene
raals van de opstandelingen staan onder
commando van Italiaansche generaals.
Negrin verwachtte daarom dat de Vol
kenbondsvergadering niet langer het fa
len van het niet-inmengingssysteem over
het hoofd zal zien. De niet-inmenging is
dood.
Italië is op het oogen-
b 1 i k bezig, zoo riep hij tenslotte uit,
een leger twee maal zoo
groot als het er reeds
heeft, naar Spanje over
te brengen.
Het zou al heel gek geweest zijn, als
na deze rede geen enkele afgevaardigde
der groote mogendheden het woord had
gevoerd, Hoe gering' de ambitie der groo
te heeren dan ook om veel te zeggen, op
Negrin's woorden, moest wel eenig ant
woord volgen, Delbos, de Fransche mi
nister, is het geweest, die den last op
zich nam.
Zooals te verwachten viel, kon hij den
Spaanschen minister niet veel hoop ge
ven op resultaat van zijn beroep op Ge
nève. Den Volkenbond ontbreken nu
eenmaal de middelen, om iets te onder
nemen. Het eenige, wat Genève over
blijft is.... geduld oefenen. Men moet
geduldig blijven zoeken naar mogelijk
heden van verzoening tusschen de leden
en de niet-leden van den bond, zoo zei
Delbos. M.a.w., voorloopig heeft de As
semblée als politiek instrument vrijwel
afgedaan. Eerst wanneer buiten haar om,
een betere internationale toestand zal
zijn ontstaan, zal ze misschien weer voor
name beteekenis kunnen krijgen.
Mussolini heeft in het afgeloopen jaar
eenige malen verkondigd, dat de Vol
kenbond een levend lijk is. Men nam
door i
DOROTHEA GERARD.
70).
Gedurende den ganschen namiddag
bleef hij op den loer staan met de vol
harding van een kat voor een muizen
gaatje, soms uit het raam van het eet
huis, dan weer van het trottoir tusschen
de voetgangers.
In al die uren van wachten had hij stof
te over voor overpeinzingen. Van het
oogenblik af, dat hij Klobinski herkend
had,' was de zaak in een nieuw en on
verwacht licht voor hem gekomen. Een
gevoel van verraad, van misbruik van
gastvrijheid gastvrijheid die bijne hei
lig is in de oogen van eiken goeden Rus
bracht zijn primitief eerlijke ziel in
opstand. Hij was zich enkel bewust van
de schrijnende noodzakelijkheid om
wraak te nemen voor de beleediging, zijn
genadige meesteres aangedaan door
iemand, die haar brood en zout had ge
geten. Bovendien een Pool en iemand,
van wien de genadige meesteres zelve
altijd een afkeer had gehad, gelijk hij
zich nu herinnerde. Zelfs de uniform van
Vadertje kon hem ditmaal niet bescher
men. Voor eens en voor altijd had de
trouw voor haaf, die hem het naaste
stond, de overwinning behaald op een
algemeen beginsel. Daartusschen mengde
hem dat nog al kwalijk. Maar heeft Del
bos nu iets anders gezegd? En men moet
het wel met deze opvatting eens zijn:
momenteel kan er van Genève niet veel
uitgaan. De Volkenbond verkeert in een
crisis, welke vermoedelijk nog lang zal
aanhouden. Het heeft niet den minsten
zin, daarvoor de oogen te sluiten, In
een zoo verdeelde wereld als de onze,
blijft er voor het instituut niets anders
over dan te trachten het schamele le
ven te rekken; te rekken tot er een ge
schikte tijd komt voor zijn wederopstan
ding. En dan in een nieuwe en gezon
der gedaante: die der universaliteit. Del
bos heeft niet voor niets een beroep
op het geduld zijner toehoorders gedaan.
Dit wachten op betere tijden, zal ge
duld vergen, heel veel.
DE SLUITINGSVERGADERING DER
STATEN-GENERAAL,
Met het gebruikelijke ceremonieel is
de sluitingsvergadering van de Staten-
Generaal Zaterdagmiddag gepaard ge
gaan, met dien verstande, det het niet
de minister van binnenlandsche zaken
was, doch wegens ontstentenis van
minister Van Boeijen de minister van
algemeene zaken, dr. H, Colijn, die in
naam der Koningin deze daad verricht
te. Te kwart voor drie kwam minister
Colijn per auto bij het paleis Noordein
de aan, waar een escorte ditmaal van
militaire politie te paard, (in plaats van
de huzaren, die aan de manoeuvres deel
nemen), op het voorplein was opgesteld.
Enkele minuten vertoefde de minister
in het paleis om vervolgens zich in de
gereedstaande galakoets te begeven,
waarin Z.Exc. naar het Binnenhof reed,
voorafgegaan en gevolgd door de deelen
van het escorte,
Een paar honderd belangstellenden
had zich bij den ingang van de Paleis
straat en naaste omgeving geschaard.
Ook op het Binnenhof waren tamelijk
veel belangstellenden. Hier bracht een
sectie politietroepen te voet de voorge
schreven eerbewijzen. Na afloop van de
korte plechtigheid vertrok de kleine
stoet op gelijke wijze weder naar het
paleis Noordeinde,
Teraardebestelling Herman Robbers.
Zaterdagmiddag is de romanschrijver
Herman Robbers begraven. Zijn stoffe
lijk overschot is ter ruste gelegd in den
schoot van een hoogen duintop nabij
Velsen. Over zijn graf ruischen eenige
knoestige dennen, heen en weer bewo
gen door den frisschen zeewind, die over
de ruige hoogten van Westerveld
scheert.
Er was veel belangstelling. Tal van
letterkundigen en bewonderaars hebben
hem naar zijn laatste rustplaats geleid.
De vier mijnvegers uit Napels
vertrokkken.
De vier Nederlandsche mijnvegers, die
op weg naar Ned. Indië zijn, zijn Zater
dagmiddag van Napels naar Alexandrië
(Egypte) vertrokken.
Fokveedag te Breda afgelast.
De uitvoerende commissie voor den
fokveedag te Breda heeft op advies van
den inspecteur van den veeartsenijkun-
dig'en dienst, wegens het gevaar, dat het
heerschende mond- en klauwzeer met
zich brengt, dezen fokveedag afgelast.
HEFFING op MARGARINE, VETTEN
EN OLIëN.
Met 1 cent verhoogd.
Van bevoegde zijde vernemen wij, dat
de heffing op margarine, vetten en oliën
met ingang van 19 Sept. 1937 zijn ver
hoogd met 1 cent per kg.
Aangezien door den minister van eco
nomische zaken de wensch was uitge
sproken, dat de per 29 Augs. 11. plaats
gehad hebbende verlaging (met 5 cent)
van bedoelde heffing geheel aan den
consumnt ten goede Zou komen en dit
ten aanzien van margarine en vetten
niet mogelijk was voorzoover deze pro
ducten in verpakkingen van Vu kg wor
den gedetailleerd, (deze producten zijn
met 4 cent venaagd) is het noodzake
lijk de toegepaste verlaging van de hef
fing op margarine en vetten tot 4 cent te
beperken.
In verband hiermede was het nood
zakelijk ook de heffing' op oliën met
een cent te verhoogen.
zich ook een gevoel van verademing, dat
er een eind zou komen aan de door hem
ondernomen vervolging, Behoefde hij nog
een oogenblik in twijfel te verkeeren
omtrent den persoon, wien hij zijn sabel
in het lichaam zou steken? Nog nooit
had het noodlot zoo duidelijk de te vol
gen gedragslijn aangegeven. Het tijger
instinct in hem, dat maanden achtereen
met stijgend verlangen had gewacht op
een gelegenheid om zich te uiten, scheen
nu naar zijn prooi te likkebaarden. Een
paar maal, als iemand naar hem keek,
trok hij zijn sabel een eindje uit de sche
de, onderzocht hij met een vinger de
scherpte van de snede. Zou die brave
sabel, die zich in 1863 gebaad had in
Poolsch bloed, er nog den smaak van
beet hebben? Maar hier kon het niet
gebeuren. Daarom had hij zelfs in het
eerste oogenblik van verbazing zich in
stinctmatig verstopt achter den rug van
den portier en daarom wachtte hij zoo
geduldig den loop der dingen af.
De bureautijd was nog niet ten einde,
toen Klobinski, op veiligen afstand on
derkend, weer naar buiten kwam, met
zulk een vertrokken gelaat, dat men
het hem duidelijk kon aanzien, dat het
hem dien dag onmogelijk was nog langer
te werken. Timosh kon hem nog juist in
een droschke zien stappen, waarna hij
er zelf ook een nam om hem te volgen.
De rit duurde slechts kort en weldra
stond Timosh op de stoep van het huis,
dat de commissaris was binnengegaan.
Der traditie getrouw heeft het Mid
delburgsch Mannenkoor zijn medewer
king verleend aan de laatste uitvoering
van het Middelburgsch Muziekkorps
Deze uitvoering was gistermiddag vee
beter bezocht dan de eerste drie in dit
seizoen. Het was goed bezet in de Abdij
en ook de banken vonden meer aftrek.
Het was er over het algemeen stil en
rustig, al blijven er nog altijd, vooral jeug
dige personen, die het niet kunnen la
ten om te loopen of nog liever te schui
felen, dan wel te praten en te gichelen
tijdens de uitvoering.
Maar de honderden anderen luister
den ook nu weer met groote aandacht
en genoten wat de muziek betreft van
de herhaling van het steeds zoo mooie
„La voix des cloches" van A. Luigini;
van „Szilietta" van Von Blon, en dan
vooral van de „Fremersberg". Deze Ba-
densche legende van Koennenmann is
steeds weer een pakkend stuk en
daarbij verleende het Mannekoor
zijn steun door het zingen van
een er in voorkomijd lied. Het
zong onder leiding van den heer
Joh. H. Caro ook twee liederen van J
Ph. Neumann op muziek van Franz
Schubert en wel „Wohin soli ich mich
wenden?" en „Heilig ist der Herr".
Het was in alle opzichten een succes
volle uitvoering en als wij ons oor goed
te luisteren hebben gelegd, heeft dit ook
goede gevolgen gehad voor de opbrengst
in de bussen. Wij durven wel te zeggen,
dat die zoo was, dat wat het financieeele
gedeelte betreft, de voortzetting der
Abdijuitvoeringen in 1938 wel verze
kerd is. Wij zijn overtuigd, dat de ge
regelde bezoeksters en bezoekers, want
dat zijn er toch enkele honderden, dit
zeker met groote vreugde zullen verne
men.
Zaterdagavond had in de Concert
zaal alhier de jaarlijksche uitvoering
plaats van de Zangschool der ko
ninklijke zangvereeniging „Tot Oefening
en Uitspanning', welke wegens ziekte
van den directeur, den heer Joh. H. Ca
ro, in Juli niet had kunnen doorgaan.
Het uitgebreid programma bevatte lie
deren voor samenzang, voor één stem
en voor twee stemmen, welke door de
leerlingen der verschillende klassen op
uitstekende wijze werden uitgevoerd
ten aanhoore van een groot aantal be
langstellenden. Tenslotte werd door al
le leerlingen samen de cantate „Oud-
Holland's Nieuwe Tijd" van Cath. van
Rennes gezongen.
Aan het eind deed de vice-vocrzitter
der zangvereeniging, ds. Van Empel.
mededeeling van de namen der leerlin
gen, die het einddiploma verkregen en
van hen, die bevorderd werden naar
een hoogere klasse. Hij feliciteerde den
heer Caro met het herstel van zijn korte,
doch vrij ernstige ziekte en bracht hem
Ook hier kwamen hem zijn voorzich
tigheid en geduld, welke zich zoo won
derlijk combineerden met zijn bloed
dorst, goed te stade.
Het huis had, gelijk gewoonlijk het
geval was, een overdekte ingang, die
naar een binnenplaats voerde. Het was
niet moeielijk zich hier in de schaduw
verdekt op te stellen. Een paar uur ver
liepen, gedurende welken tijd Timosh
zich amper verroerde, behalve om nu en
dan in zijn handen te blazen, daar zij
anders gevaar liepen door de koude te
verstijven. Hij rekende op de onwaar
schijnlijkheid, dat Klobinski )ils onge
trouwd man den geheelen avond thuis
zou blijven. Verscheidene personen gin
gen in of uit, daar het perceel meer dan
één woning telde. Telkens keek Timosh,
in de schaduw staande, de voorbijgan
gers aan, voorzichtig zijn hoofd naar
voren stekend. De bevestiging van zijn
vermoeden liet lang op zich wachten,
doch kwam toch ten slotte. Met een
zeldzaam verwilderd gelaat, de kraag
van zijn jas zoo hoog over zijn ooren,
als wilde hij er zich achter verbergen,
ging Klobinski hem rakelings voorbij.
Hem een paar schreden voorgevend,
volgde Timosh hem de straat op, waar
de lantarens reeds eenige uren brand
den. Terwijl het voetgaingersverke.'er
buitengewoon druk was, verloren de
oogen van Timosh achter hem gestalte
van den commissaris geen oogenblik uit
het gezicht; bij het eerste restaurant,,
dank voor de met de zangschool bereik
te resultaten.
De heer Caro had van de leerlingen
een bloemenhulde met een cadeautje in
ontvangst te nemen.
Behalve voor het badbedrijf
Het afgeloopen zomerseizoen is voor
Vlissingen heel wat beter geweest dan
het vorige jaar. De devalutatie van den
gulden en de economische opleving zijn
daarop zeer zeker van grooten invloed
geweest. De hotels en pensions zijn ge
durende het seizoen goed bezet geweest
zelfs waren er hoogtijdagen dat ver
schillende hotels en speciaal „Britannia'
geheel volgeboekt waren. Opmerkelijk
is daarbij dat de leuze „Breng Uw va-
cantie in eigen land door", opgang heeft
gemaakt, daar 80 van de logeergas
ten landgenooten waren. Van de vreem
delingen namen de Engelschen de voor
naamste plaats in, hoewel bij een ver
gelijking met de Belgische badplaatsen
Vlissingen in het niet verzinkt. Het in
vroegere tijden soms drukke bezoek van
Duitschers is vanzelfsprekend ook dit
jaar achterwege gebleven.
Wanneer we het geheel gaan vergelij
ken met het vorige jaar, blijkt dat het
aantal logeergasten dit jaar met 25
is toegenomen.
Ook het bezoek van de z.g.n. dagjes
menschen was belangrijk grooter, hoe
wel daarvoor uiteraard moeilijk vaste
cijfers zijn te vergaren.
Het badbedrijf heeft evenals het vo
rige jaar, een slecht seizoen gehad
Waar het totaal aantal genomen baden
in 1935 ruim 72000, het vorige jaar liep
dit aantal terug tot ruim 51000 en dit
jaar is het cijfer wederom teruggeloopen
en werden slechts ruim 50000 baders
geboekt. De oorzaak daarvan moet ze
ker gezocht worden in de slechte
weersomstandigheden.
Het gebeurde Vrijdagnacht. De kaste
leines van het café „Admiraal de Ruij-
ter" aan de Emmastraat, had tegen 12
uur haar café gesloten en ging nog even
een luchtje scheppen. Het weer was
echter niet erg aanlokkelijk, dus keer
de zij vrij spoedig weer terug. Wie
schetste haar verbazing, toen zij be
merkte dat het licht in de gelagkamer
weer brandde; haar verbazing weid nog
grooter toen zij binnenstapte en daar
achter het buffet een man ontdekte, die
trachtte een goed heenkomen te vinden.
Doch dat was niets voor de kasteleines:
onvervaard pakte zij den indringer beet
en weldra ontstond een worsteling, die
echter in het voordeel van de cordate
vrouw eindigde.
Inmiddels was door anderen de politie
gewaarschuwd en deze was spoedig ter
plaatste om den indringer, het bleek een
32-jarige man te zijn, te arresteeren en
naar het bureau over te brengen. Men
bleek te doen te hebben met een lade
lichter. Bijna was hij er in geslaagd zijn
slag te slaan. De te vroege terugkeer
van madame D werd hem noodlottig.
Zondagmorgen omstreeks 8 uur is uit
den Vlissingschen watergang, ter hoog
te van „Goed Wonen" het lijk opge
haald van den ruim 60-jarige petroleum-
venter R., alhier, die sinds Dinsdag
avond j.l. werd vermist.
Geslaagd voor het examen 2e
stuurman de heer K, van Megen, leer
ling van de „de Ruijterschool" te Vlis
singen.
Ned. Herv. Kerk.
H. van Loon, cand. te Renswoude
heeft het beroep naar Grijpskerke aan
genomen.
dat hij langs kwam, bleef Klobinski staan
en na een oogenblik aarzelen ging hij
naar binnen. Langs de schitterend ver
lichte ramen gaande en over de halve
gordijnen kijkend, kon Timosh hem al
leen aan een tafel zien zitten. Achter
hem hing zijn met bont gevoerde jas aan
een haak, voor hem stond 'n flesch wijn.
„Goed zoo," zei hij in zichzelven. „Hoe
meer hij daarvan drinkt, hoe beter, juist
voor het geval, dat mijn arm werkelijk
wat stram mocht zijn."
En weder zocht hij een geschikt plek
je om op de loer te gaan staan. Achter
die verlichte ramen zat Klobinski; met
groote slokken zwolg hij den zwaarsten
wijn van de wijnkaart naar binnen,
trachtend aldus de martelingen van
dien langen dag te verdrinken. Welk een
ontwaken was dat geweest, toen hij,
na een paar uur loodzwaren slaap, zijn
oogen weer opende, en met een aller-
jammerlijkst gevoel zich de gebeurtenis
sen van den nacht herinnerde! Na ze de
revue te hebben laten passeeren, ver-'1
borg hij kreunend het gelaat in zijn kus
sen.
„Verloren! verloren! alles onherroe
pelijk verloren!" Bij het kille daglicht de
door hem in den nacht verrichte daden
nagaande, had hij moeite te gelooven,
dat hij dat alles werkelijk zelf had ge
daan. Hij kon zich niet terugvinden in
den dolleman in het restaurant.
„Het is onmogelijk, dat zij mij dat ooit
vergeeft, volslagen onmogelijk!"
BB——WBg;
De heer P. C. Labrijn schrijft ons:
Van 11 tot 16 dezer maakte het Kon.
Ned. Genootschap voor Geslacht- en
Wapenkunde een excursie naar Nassau
met 22 zijner leden onder de weten
schappelijke leiding' van mr. E. J. Tho
massen a Thuessink van der Hoop van
Slochteren; technisch leider was mr. A.
F. van Lakerveld. Het is de eerste maal
dat een wetenschappelijk lichaam in Ne
derland zulk een aanraking zoekt en
in ruime mate vindt met geschiedkun
dige kringen van het stamland van ons
vorstenhuis. Van beide zijden was die
aanraking allerhartelijkst; te weinig be
seft men hier te lande de liefde en de
vereering, welke ons koningshuis in de
harten der huidige Nassauers wekt, hoe
ook onze groote Oranjevorsten spreken
tot verbeelding en gemoed der huidige
bevolking yan Westerwald en Taunus en
hoe nauwkeurig velen daar de ge
schiedenis van Oranje-Nassau in de punt
jes kennen. Binnen zes dagen werd een
lange rij van historische plaatsen be
zocht: Siegen, Dillenburg, Herborn, Ha-
damar, Diez, Oranienstein, Usingen,
Weilburg, de ruïnes van den Laurenburg
en van den burcht Nassau, Idstein en
Wiesbaden.
De uitgebreide kennis van mr. v. d.
Hoop, doch tevens de medewerking van
oudheidkundigen en plaatselijke overhe
den maakten de reis tot een doorloopend
genot en leering.
Wij doen slechts een greep uit de rij
der bezochte plaatsen: Te Siegen bewon
derden wij het Obere Schlosz, thans mu
seum, waar eens Juliana van Stolberg
en Willem de Rijke elkaar voor het eerst
ontmoetten en in het huwelijk traden en
dat later in handen van de Walramsche
linie overging. Het bewaart een schat
van herinneringen aan de oudste leden
van het Oranjehuis, o.a. een pittig olie
verfportret van Juliana van Stolberg en
mogelijk haar portret als jonge vrouw
doch dit laatste staat nog niet volkomen
vast.
In dit Obere Schlosz heerscht de geest
van Johan Maurits van Nassau, ook ge
naamd de Braziliaan, den stichter van
het Mauritshuis. Hij stelde zich blijkbaar
tot levenstaak de grootheid en de Euro-
peesche beteekenis van zijn roemrucht
geslacht voor den nazaat vast te leggen.
Zijn rijk versierde grafmonument (van
hetwelk te Kleef een copie staat) bevindt
zich in het Untere Schlosz in de nabij
heid van een lange rij vorsten en vor
stinnen uit het Nassau-huis.
In het middenpunt der belangstelling
stond uiteraard de Dillenburg, de oude
Nassauburcht, welke aan den Ottoni-
schen tak haar naam meegaf, onder de
regeering van Willem den Rijke gegroeid
tot een strategisch bolwerk van den eer
sten rang, een der sterkste vestingen van
Europa dier dagen, zulks met het oog
op den strijd om het bezit van het graaf
schap Katzenellenbogen, Thans is de Dil
lenburg een jammerlijk vernielde ruïne,
steen voor steen afgebroken door de
eigen landskinderen die weinig gevoelden
voor het wonen onder de wallen eener
onneembare veste practisch pacifisme
der 17e eeuw.
Dien vier meter dikken slotmuur kon
den echter zelfs de Dillenburger boeren
geen baas. Hij staat daar nog in zijn ge
weldigheid, voorzien van honderden ka
zematten en onderaardsche gewelven.
Zoo kan men thans nog uren dwalen
door de onbehaaglijk-griezelige gangen
en zalen waar geen zonnestraal door
dringt, onder de beproefde leiding van
den voorzitter der Dillenburger vereeni-
ging voor geschiedenis, den heer August
Schneider, die zich buitengewoon ver
dienstelijk heeft gemaakt voor de studie
en het behoud van wat er nog van den
burcht over is, alsmede voor het opspo
ren, beschrijven en catalogiseeren van
Maar als hij haar nu eens, om het
onrecht goed te maken, dadelijk de vrij
heid hergaf?
En in koortsachtige haast had hij een
boodschap gezonden naar het politie
bureau, om evenwel als antwoord te
vernemen, dat zij reeds naar de Pawiak
was overgebracht.
De Pawiak! De naam bracht hem nieu
we zielesmart. Naar de Pawiak, waarin
ook hij was opgesloten, waar het niet
onmogelijk was, dat zij een blik zouden
kunnen wisselen! Wel was dit de laatste
dag van 's mans leven, doch zelfs die
gedachte kon zijn brandende jalouzie
niet verdragen. Uit het diepste van zijn
benepen ziel misgunde hij hem dat en
kele woord, dien enkelen blik die hij
wellicht nog zou opvangen als teerpen
ning der liefde op zijn weg naar de galg.
Den ganschen dag had hij het gevoel
alsof een nachtmerrie hem het leven on
dragelijk maakte, maar daartusschen
doemde telkens weer als een verlokking
het gezicht op van den wijn, rood als
robijnen, welken hij den vorigen nacht
had gedronken. De wijn had hem wel
tot een dwaasheid verleid, maar hij had
hem ook voor eenigen tijd tot een ande
ren man gemaakt, en als hij niet heele-
maal krankzinnig wilde worden, dan
moest hij zich, al ware het slechts voor
enkele uren, los maken van zichzelven.
De gister gedane ontdekking vroeg na
der onderzocht te worden.
(Wordt vervolgd).