KRONIEK van den DAG. Onrechtmatig bezit BflMENUM. ZEELAND. ÏWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 20 SEPTEMBER 1937. No. 221. MIDDELBURG. een succesvolle muziek- en zanguitvoering in de abdu. zangschool „tot oefening en uitspanning". VUSSINGEN. Een goed seizoen. een brutale dief en een pootige kasteleines. lijk opgehaald. "kerk en school" NAAR HET STAMLAND DER ORANJE-NASSAU'S. 5TER leef- illeen 53, rg 40, R. te ïden: tl het tot ée- één Don- ruyti, zee. re en pak ken, elen. urg. lec- In- sma, le- var- okte oed- eis- L, Geduld, zegt Delbos. De Volkenbondsvergadering (de gewo ne najaarszitting der Assemblée), wekle sinds verleden week Maandag plaats vindt, is Zaterdag pas goed op gang ge komen. Voor dezen dag was het malaise te Genève. Er heerschte een soort van staking. Nadat in het begin der week de gedelegeerden van Chili, Iran en China het woord hadden gevoerd, konden de algemeene beschouwingen een paar da gen lang geen voortgang vinden; nade- maal zich geen sprekers opgaven, Blijk baar wilden de afgevaardigden der groo- te mogendheden stuk voor stuk afwach ten, wat de anderen zouden hebben te zeggen, Op die manier had de zitting tot Sint Juttemis kunnen duren, zonder dat er iets gebeurde. Zaterdag is er aan dit spelletje eindelijk een eind gekomen en heeft de Fransche minister van buiten- landsche zaken Delbos de algemeene zwijgzaamheid dan in Godsnaam maar verbroken; nadat de Spaansche minis ter-president Negrin evenals Donder dag reeds in den Raad tegen Duitsch- land en Italië was van leer getrokken Het gevalletje bewijst, hoezeer men te Genève beseft, dat de Volkenbond een machteloos instituut is geworden. Die machteloosheid verzwakt aller lust en moed, om nog wat te zeggen. Negrin vroeg zich o.a, af, waaraan Spanje eigenlijk een „aanvalsoorlog" van Italië en Duitschland heeft verdiend. Spanje heeft steeds vriendschappelijke betrekkingen met alle staten onderhou den en zelfs niet het vredesverdrag van Versailles onderteekend. De vriendschap van Duitschland en Italië voor de opstan delingen is, zoo zeide hij, niet anders dan een bezettingsverdrag. Duitschland en Italië zijn niet in Spanje gekomen om te helpen, maar om er te blij- v e n Negrin meent dat de verdere handha ving van de niet-inmengingsovereen- komst zou neerkomen op het bewust of onbewust laten voortduren van den oor log. Hij wees er op, dat het niet langer een burgeroorlog in Spanje is. De gene raals van de opstandelingen staan onder commando van Italiaansche generaals. Negrin verwachtte daarom dat de Vol kenbondsvergadering niet langer het fa len van het niet-inmengingssysteem over het hoofd zal zien. De niet-inmenging is dood. Italië is op het oogen- b 1 i k bezig, zoo riep hij tenslotte uit, een leger twee maal zoo groot als het er reeds heeft, naar Spanje over te brengen. Het zou al heel gek geweest zijn, als na deze rede geen enkele afgevaardigde der groote mogendheden het woord had gevoerd, Hoe gering' de ambitie der groo te heeren dan ook om veel te zeggen, op Negrin's woorden, moest wel eenig ant woord volgen, Delbos, de Fransche mi nister, is het geweest, die den last op zich nam. Zooals te verwachten viel, kon hij den Spaanschen minister niet veel hoop ge ven op resultaat van zijn beroep op Ge nève. Den Volkenbond ontbreken nu eenmaal de middelen, om iets te onder nemen. Het eenige, wat Genève over blijft is.... geduld oefenen. Men moet geduldig blijven zoeken naar mogelijk heden van verzoening tusschen de leden en de niet-leden van den bond, zoo zei Delbos. M.a.w., voorloopig heeft de As semblée als politiek instrument vrijwel afgedaan. Eerst wanneer buiten haar om, een betere internationale toestand zal zijn ontstaan, zal ze misschien weer voor name beteekenis kunnen krijgen. Mussolini heeft in het afgeloopen jaar eenige malen verkondigd, dat de Vol kenbond een levend lijk is. Men nam door i DOROTHEA GERARD. 70). Gedurende den ganschen namiddag bleef hij op den loer staan met de vol harding van een kat voor een muizen gaatje, soms uit het raam van het eet huis, dan weer van het trottoir tusschen de voetgangers. In al die uren van wachten had hij stof te over voor overpeinzingen. Van het oogenblik af, dat hij Klobinski herkend had,' was de zaak in een nieuw en on verwacht licht voor hem gekomen. Een gevoel van verraad, van misbruik van gastvrijheid gastvrijheid die bijne hei lig is in de oogen van eiken goeden Rus bracht zijn primitief eerlijke ziel in opstand. Hij was zich enkel bewust van de schrijnende noodzakelijkheid om wraak te nemen voor de beleediging, zijn genadige meesteres aangedaan door iemand, die haar brood en zout had ge geten. Bovendien een Pool en iemand, van wien de genadige meesteres zelve altijd een afkeer had gehad, gelijk hij zich nu herinnerde. Zelfs de uniform van Vadertje kon hem ditmaal niet bescher men. Voor eens en voor altijd had de trouw voor haaf, die hem het naaste stond, de overwinning behaald op een algemeen beginsel. Daartusschen mengde hem dat nog al kwalijk. Maar heeft Del bos nu iets anders gezegd? En men moet het wel met deze opvatting eens zijn: momenteel kan er van Genève niet veel uitgaan. De Volkenbond verkeert in een crisis, welke vermoedelijk nog lang zal aanhouden. Het heeft niet den minsten zin, daarvoor de oogen te sluiten, In een zoo verdeelde wereld als de onze, blijft er voor het instituut niets anders over dan te trachten het schamele le ven te rekken; te rekken tot er een ge schikte tijd komt voor zijn wederopstan ding. En dan in een nieuwe en gezon der gedaante: die der universaliteit. Del bos heeft niet voor niets een beroep op het geduld zijner toehoorders gedaan. Dit wachten op betere tijden, zal ge duld vergen, heel veel. DE SLUITINGSVERGADERING DER STATEN-GENERAAL, Met het gebruikelijke ceremonieel is de sluitingsvergadering van de Staten- Generaal Zaterdagmiddag gepaard ge gaan, met dien verstande, det het niet de minister van binnenlandsche zaken was, doch wegens ontstentenis van minister Van Boeijen de minister van algemeene zaken, dr. H, Colijn, die in naam der Koningin deze daad verricht te. Te kwart voor drie kwam minister Colijn per auto bij het paleis Noordein de aan, waar een escorte ditmaal van militaire politie te paard, (in plaats van de huzaren, die aan de manoeuvres deel nemen), op het voorplein was opgesteld. Enkele minuten vertoefde de minister in het paleis om vervolgens zich in de gereedstaande galakoets te begeven, waarin Z.Exc. naar het Binnenhof reed, voorafgegaan en gevolgd door de deelen van het escorte, Een paar honderd belangstellenden had zich bij den ingang van de Paleis straat en naaste omgeving geschaard. Ook op het Binnenhof waren tamelijk veel belangstellenden. Hier bracht een sectie politietroepen te voet de voorge schreven eerbewijzen. Na afloop van de korte plechtigheid vertrok de kleine stoet op gelijke wijze weder naar het paleis Noordeinde, Teraardebestelling Herman Robbers. Zaterdagmiddag is de romanschrijver Herman Robbers begraven. Zijn stoffe lijk overschot is ter ruste gelegd in den schoot van een hoogen duintop nabij Velsen. Over zijn graf ruischen eenige knoestige dennen, heen en weer bewo gen door den frisschen zeewind, die over de ruige hoogten van Westerveld scheert. Er was veel belangstelling. Tal van letterkundigen en bewonderaars hebben hem naar zijn laatste rustplaats geleid. De vier mijnvegers uit Napels vertrokkken. De vier Nederlandsche mijnvegers, die op weg naar Ned. Indië zijn, zijn Zater dagmiddag van Napels naar Alexandrië (Egypte) vertrokken. Fokveedag te Breda afgelast. De uitvoerende commissie voor den fokveedag te Breda heeft op advies van den inspecteur van den veeartsenijkun- dig'en dienst, wegens het gevaar, dat het heerschende mond- en klauwzeer met zich brengt, dezen fokveedag afgelast. HEFFING op MARGARINE, VETTEN EN OLIëN. Met 1 cent verhoogd. Van bevoegde zijde vernemen wij, dat de heffing op margarine, vetten en oliën met ingang van 19 Sept. 1937 zijn ver hoogd met 1 cent per kg. Aangezien door den minister van eco nomische zaken de wensch was uitge sproken, dat de per 29 Augs. 11. plaats gehad hebbende verlaging (met 5 cent) van bedoelde heffing geheel aan den consumnt ten goede Zou komen en dit ten aanzien van margarine en vetten niet mogelijk was voorzoover deze pro ducten in verpakkingen van Vu kg wor den gedetailleerd, (deze producten zijn met 4 cent venaagd) is het noodzake lijk de toegepaste verlaging van de hef fing op margarine en vetten tot 4 cent te beperken. In verband hiermede was het nood zakelijk ook de heffing' op oliën met een cent te verhoogen. zich ook een gevoel van verademing, dat er een eind zou komen aan de door hem ondernomen vervolging, Behoefde hij nog een oogenblik in twijfel te verkeeren omtrent den persoon, wien hij zijn sabel in het lichaam zou steken? Nog nooit had het noodlot zoo duidelijk de te vol gen gedragslijn aangegeven. Het tijger instinct in hem, dat maanden achtereen met stijgend verlangen had gewacht op een gelegenheid om zich te uiten, scheen nu naar zijn prooi te likkebaarden. Een paar maal, als iemand naar hem keek, trok hij zijn sabel een eindje uit de sche de, onderzocht hij met een vinger de scherpte van de snede. Zou die brave sabel, die zich in 1863 gebaad had in Poolsch bloed, er nog den smaak van beet hebben? Maar hier kon het niet gebeuren. Daarom had hij zelfs in het eerste oogenblik van verbazing zich in stinctmatig verstopt achter den rug van den portier en daarom wachtte hij zoo geduldig den loop der dingen af. De bureautijd was nog niet ten einde, toen Klobinski, op veiligen afstand on derkend, weer naar buiten kwam, met zulk een vertrokken gelaat, dat men het hem duidelijk kon aanzien, dat het hem dien dag onmogelijk was nog langer te werken. Timosh kon hem nog juist in een droschke zien stappen, waarna hij er zelf ook een nam om hem te volgen. De rit duurde slechts kort en weldra stond Timosh op de stoep van het huis, dat de commissaris was binnengegaan. Der traditie getrouw heeft het Mid delburgsch Mannenkoor zijn medewer king verleend aan de laatste uitvoering van het Middelburgsch Muziekkorps Deze uitvoering was gistermiddag vee beter bezocht dan de eerste drie in dit seizoen. Het was goed bezet in de Abdij en ook de banken vonden meer aftrek. Het was er over het algemeen stil en rustig, al blijven er nog altijd, vooral jeug dige personen, die het niet kunnen la ten om te loopen of nog liever te schui felen, dan wel te praten en te gichelen tijdens de uitvoering. Maar de honderden anderen luister den ook nu weer met groote aandacht en genoten wat de muziek betreft van de herhaling van het steeds zoo mooie „La voix des cloches" van A. Luigini; van „Szilietta" van Von Blon, en dan vooral van de „Fremersberg". Deze Ba- densche legende van Koennenmann is steeds weer een pakkend stuk en daarbij verleende het Mannekoor zijn steun door het zingen van een er in voorkomijd lied. Het zong onder leiding van den heer Joh. H. Caro ook twee liederen van J Ph. Neumann op muziek van Franz Schubert en wel „Wohin soli ich mich wenden?" en „Heilig ist der Herr". Het was in alle opzichten een succes volle uitvoering en als wij ons oor goed te luisteren hebben gelegd, heeft dit ook goede gevolgen gehad voor de opbrengst in de bussen. Wij durven wel te zeggen, dat die zoo was, dat wat het financieeele gedeelte betreft, de voortzetting der Abdijuitvoeringen in 1938 wel verze kerd is. Wij zijn overtuigd, dat de ge regelde bezoeksters en bezoekers, want dat zijn er toch enkele honderden, dit zeker met groote vreugde zullen verne men. Zaterdagavond had in de Concert zaal alhier de jaarlijksche uitvoering plaats van de Zangschool der ko ninklijke zangvereeniging „Tot Oefening en Uitspanning', welke wegens ziekte van den directeur, den heer Joh. H. Ca ro, in Juli niet had kunnen doorgaan. Het uitgebreid programma bevatte lie deren voor samenzang, voor één stem en voor twee stemmen, welke door de leerlingen der verschillende klassen op uitstekende wijze werden uitgevoerd ten aanhoore van een groot aantal be langstellenden. Tenslotte werd door al le leerlingen samen de cantate „Oud- Holland's Nieuwe Tijd" van Cath. van Rennes gezongen. Aan het eind deed de vice-vocrzitter der zangvereeniging, ds. Van Empel. mededeeling van de namen der leerlin gen, die het einddiploma verkregen en van hen, die bevorderd werden naar een hoogere klasse. Hij feliciteerde den heer Caro met het herstel van zijn korte, doch vrij ernstige ziekte en bracht hem Ook hier kwamen hem zijn voorzich tigheid en geduld, welke zich zoo won derlijk combineerden met zijn bloed dorst, goed te stade. Het huis had, gelijk gewoonlijk het geval was, een overdekte ingang, die naar een binnenplaats voerde. Het was niet moeielijk zich hier in de schaduw verdekt op te stellen. Een paar uur ver liepen, gedurende welken tijd Timosh zich amper verroerde, behalve om nu en dan in zijn handen te blazen, daar zij anders gevaar liepen door de koude te verstijven. Hij rekende op de onwaar schijnlijkheid, dat Klobinski )ils onge trouwd man den geheelen avond thuis zou blijven. Verscheidene personen gin gen in of uit, daar het perceel meer dan één woning telde. Telkens keek Timosh, in de schaduw staande, de voorbijgan gers aan, voorzichtig zijn hoofd naar voren stekend. De bevestiging van zijn vermoeden liet lang op zich wachten, doch kwam toch ten slotte. Met een zeldzaam verwilderd gelaat, de kraag van zijn jas zoo hoog over zijn ooren, als wilde hij er zich achter verbergen, ging Klobinski hem rakelings voorbij. Hem een paar schreden voorgevend, volgde Timosh hem de straat op, waar de lantarens reeds eenige uren brand den. Terwijl het voetgaingersverke.'er buitengewoon druk was, verloren de oogen van Timosh achter hem gestalte van den commissaris geen oogenblik uit het gezicht; bij het eerste restaurant,, dank voor de met de zangschool bereik te resultaten. De heer Caro had van de leerlingen een bloemenhulde met een cadeautje in ontvangst te nemen. Behalve voor het badbedrijf Het afgeloopen zomerseizoen is voor Vlissingen heel wat beter geweest dan het vorige jaar. De devalutatie van den gulden en de economische opleving zijn daarop zeer zeker van grooten invloed geweest. De hotels en pensions zijn ge durende het seizoen goed bezet geweest zelfs waren er hoogtijdagen dat ver schillende hotels en speciaal „Britannia' geheel volgeboekt waren. Opmerkelijk is daarbij dat de leuze „Breng Uw va- cantie in eigen land door", opgang heeft gemaakt, daar 80 van de logeergas ten landgenooten waren. Van de vreem delingen namen de Engelschen de voor naamste plaats in, hoewel bij een ver gelijking met de Belgische badplaatsen Vlissingen in het niet verzinkt. Het in vroegere tijden soms drukke bezoek van Duitschers is vanzelfsprekend ook dit jaar achterwege gebleven. Wanneer we het geheel gaan vergelij ken met het vorige jaar, blijkt dat het aantal logeergasten dit jaar met 25 is toegenomen. Ook het bezoek van de z.g.n. dagjes menschen was belangrijk grooter, hoe wel daarvoor uiteraard moeilijk vaste cijfers zijn te vergaren. Het badbedrijf heeft evenals het vo rige jaar, een slecht seizoen gehad Waar het totaal aantal genomen baden in 1935 ruim 72000, het vorige jaar liep dit aantal terug tot ruim 51000 en dit jaar is het cijfer wederom teruggeloopen en werden slechts ruim 50000 baders geboekt. De oorzaak daarvan moet ze ker gezocht worden in de slechte weersomstandigheden. Het gebeurde Vrijdagnacht. De kaste leines van het café „Admiraal de Ruij- ter" aan de Emmastraat, had tegen 12 uur haar café gesloten en ging nog even een luchtje scheppen. Het weer was echter niet erg aanlokkelijk, dus keer de zij vrij spoedig weer terug. Wie schetste haar verbazing, toen zij be merkte dat het licht in de gelagkamer weer brandde; haar verbazing weid nog grooter toen zij binnenstapte en daar achter het buffet een man ontdekte, die trachtte een goed heenkomen te vinden. Doch dat was niets voor de kasteleines: onvervaard pakte zij den indringer beet en weldra ontstond een worsteling, die echter in het voordeel van de cordate vrouw eindigde. Inmiddels was door anderen de politie gewaarschuwd en deze was spoedig ter plaatste om den indringer, het bleek een 32-jarige man te zijn, te arresteeren en naar het bureau over te brengen. Men bleek te doen te hebben met een lade lichter. Bijna was hij er in geslaagd zijn slag te slaan. De te vroege terugkeer van madame D werd hem noodlottig. Zondagmorgen omstreeks 8 uur is uit den Vlissingschen watergang, ter hoog te van „Goed Wonen" het lijk opge haald van den ruim 60-jarige petroleum- venter R., alhier, die sinds Dinsdag avond j.l. werd vermist. Geslaagd voor het examen 2e stuurman de heer K, van Megen, leer ling van de „de Ruijterschool" te Vlis singen. Ned. Herv. Kerk. H. van Loon, cand. te Renswoude heeft het beroep naar Grijpskerke aan genomen. dat hij langs kwam, bleef Klobinski staan en na een oogenblik aarzelen ging hij naar binnen. Langs de schitterend ver lichte ramen gaande en over de halve gordijnen kijkend, kon Timosh hem al leen aan een tafel zien zitten. Achter hem hing zijn met bont gevoerde jas aan een haak, voor hem stond 'n flesch wijn. „Goed zoo," zei hij in zichzelven. „Hoe meer hij daarvan drinkt, hoe beter, juist voor het geval, dat mijn arm werkelijk wat stram mocht zijn." En weder zocht hij een geschikt plek je om op de loer te gaan staan. Achter die verlichte ramen zat Klobinski; met groote slokken zwolg hij den zwaarsten wijn van de wijnkaart naar binnen, trachtend aldus de martelingen van dien langen dag te verdrinken. Welk een ontwaken was dat geweest, toen hij, na een paar uur loodzwaren slaap, zijn oogen weer opende, en met een aller- jammerlijkst gevoel zich de gebeurtenis sen van den nacht herinnerde! Na ze de revue te hebben laten passeeren, ver-'1 borg hij kreunend het gelaat in zijn kus sen. „Verloren! verloren! alles onherroe pelijk verloren!" Bij het kille daglicht de door hem in den nacht verrichte daden nagaande, had hij moeite te gelooven, dat hij dat alles werkelijk zelf had ge daan. Hij kon zich niet terugvinden in den dolleman in het restaurant. „Het is onmogelijk, dat zij mij dat ooit vergeeft, volslagen onmogelijk!" BB——WBg; De heer P. C. Labrijn schrijft ons: Van 11 tot 16 dezer maakte het Kon. Ned. Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde een excursie naar Nassau met 22 zijner leden onder de weten schappelijke leiding' van mr. E. J. Tho massen a Thuessink van der Hoop van Slochteren; technisch leider was mr. A. F. van Lakerveld. Het is de eerste maal dat een wetenschappelijk lichaam in Ne derland zulk een aanraking zoekt en in ruime mate vindt met geschiedkun dige kringen van het stamland van ons vorstenhuis. Van beide zijden was die aanraking allerhartelijkst; te weinig be seft men hier te lande de liefde en de vereering, welke ons koningshuis in de harten der huidige Nassauers wekt, hoe ook onze groote Oranjevorsten spreken tot verbeelding en gemoed der huidige bevolking yan Westerwald en Taunus en hoe nauwkeurig velen daar de ge schiedenis van Oranje-Nassau in de punt jes kennen. Binnen zes dagen werd een lange rij van historische plaatsen be zocht: Siegen, Dillenburg, Herborn, Ha- damar, Diez, Oranienstein, Usingen, Weilburg, de ruïnes van den Laurenburg en van den burcht Nassau, Idstein en Wiesbaden. De uitgebreide kennis van mr. v. d. Hoop, doch tevens de medewerking van oudheidkundigen en plaatselijke overhe den maakten de reis tot een doorloopend genot en leering. Wij doen slechts een greep uit de rij der bezochte plaatsen: Te Siegen bewon derden wij het Obere Schlosz, thans mu seum, waar eens Juliana van Stolberg en Willem de Rijke elkaar voor het eerst ontmoetten en in het huwelijk traden en dat later in handen van de Walramsche linie overging. Het bewaart een schat van herinneringen aan de oudste leden van het Oranjehuis, o.a. een pittig olie verfportret van Juliana van Stolberg en mogelijk haar portret als jonge vrouw doch dit laatste staat nog niet volkomen vast. In dit Obere Schlosz heerscht de geest van Johan Maurits van Nassau, ook ge naamd de Braziliaan, den stichter van het Mauritshuis. Hij stelde zich blijkbaar tot levenstaak de grootheid en de Euro- peesche beteekenis van zijn roemrucht geslacht voor den nazaat vast te leggen. Zijn rijk versierde grafmonument (van hetwelk te Kleef een copie staat) bevindt zich in het Untere Schlosz in de nabij heid van een lange rij vorsten en vor stinnen uit het Nassau-huis. In het middenpunt der belangstelling stond uiteraard de Dillenburg, de oude Nassauburcht, welke aan den Ottoni- schen tak haar naam meegaf, onder de regeering van Willem den Rijke gegroeid tot een strategisch bolwerk van den eer sten rang, een der sterkste vestingen van Europa dier dagen, zulks met het oog op den strijd om het bezit van het graaf schap Katzenellenbogen, Thans is de Dil lenburg een jammerlijk vernielde ruïne, steen voor steen afgebroken door de eigen landskinderen die weinig gevoelden voor het wonen onder de wallen eener onneembare veste practisch pacifisme der 17e eeuw. Dien vier meter dikken slotmuur kon den echter zelfs de Dillenburger boeren geen baas. Hij staat daar nog in zijn ge weldigheid, voorzien van honderden ka zematten en onderaardsche gewelven. Zoo kan men thans nog uren dwalen door de onbehaaglijk-griezelige gangen en zalen waar geen zonnestraal door dringt, onder de beproefde leiding van den voorzitter der Dillenburger vereeni- ging voor geschiedenis, den heer August Schneider, die zich buitengewoon ver dienstelijk heeft gemaakt voor de studie en het behoud van wat er nog van den burcht over is, alsmede voor het opspo ren, beschrijven en catalogiseeren van Maar als hij haar nu eens, om het onrecht goed te maken, dadelijk de vrij heid hergaf? En in koortsachtige haast had hij een boodschap gezonden naar het politie bureau, om evenwel als antwoord te vernemen, dat zij reeds naar de Pawiak was overgebracht. De Pawiak! De naam bracht hem nieu we zielesmart. Naar de Pawiak, waarin ook hij was opgesloten, waar het niet onmogelijk was, dat zij een blik zouden kunnen wisselen! Wel was dit de laatste dag van 's mans leven, doch zelfs die gedachte kon zijn brandende jalouzie niet verdragen. Uit het diepste van zijn benepen ziel misgunde hij hem dat en kele woord, dien enkelen blik die hij wellicht nog zou opvangen als teerpen ning der liefde op zijn weg naar de galg. Den ganschen dag had hij het gevoel alsof een nachtmerrie hem het leven on dragelijk maakte, maar daartusschen doemde telkens weer als een verlokking het gezicht op van den wijn, rood als robijnen, welken hij den vorigen nacht had gedronken. De wijn had hem wel tot een dwaasheid verleid, maar hij had hem ook voor eenigen tijd tot een ande ren man gemaakt, en als hij niet heele- maal krankzinnig wilde worden, dan moest hij zich, al ware het slechts voor enkele uren, los maken van zichzelven. De gister gedane ontdekking vroeg na der onderzocht te worden. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 5