KRONIEK van den DAG.
Onrechtmatig bezit
BINNENLAND.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 16 SEPTEMBER 1937. No. 218.
DOODENDAGBOEK VAN
HET VERKEER.
Slapershil (Gr.) 1 doode.
vergeten zou zijn, dat hij nu Oos-i straatwe£ bi, Slapershil, gem. Hoogkerk,
tenrijk feil zou hebben voor de opoor- "f onverminderde vaart sterk naar
DE RADIO-UITZENDING VAN DE
TROONREDE.
BEVOLKINGSDICHTHEID
Amsterdam: 1 doode.
LANDBOUW EN MAATSCHAPPIJ.
De Ned, Herv. predikanten uit-
genoodigd tot bijwoning eener
veréadering van den Zeeuw-
schen Agrarischen Bond,
Het dagelijksch bestuur van den
Zeeuwschen Agr. Bond, afdeeling' Zee
land van den Nationalen Bond „Land
bouw en Maatschappij", heeft alle Ned.
Herv. predikanten in ons gewest uitge-
noodigd tot het bijwonen eener verga
dering op Zaterdag 25 Sept, in „De
Prins van Oranje" te Goes,
NEEM VOOR DE WASMACHINE
ALLÉÉN „OVERVETTE RINSO"!
cmecoette
Mussolini en Hitler.
Men schijnt in Engeland en Frankrijk
te vreezen, dat de Duitschers zich bin
nenkort, als Mussolini bij Hitier op
bezoek komt, schadeloos zullen stel
len voor de matiging, welke zij met
het oog op de aanwezigheid der bui-
tenlandsche diplomaten, te Neuren
berg moesten betrachten. Volgens som-
miger angstige voorstelling gaat de
wereld daveren van de krijgshaftig
heid welke dan gedemonstreerd zal
worden. De beide dictatoren zouden
het geplaagde menschdom nog eens
wat willen laten zien: zooveel dat het
een heele poos noodig zou hebben,
om van zijn consternatie te bekomen.
Men k,an als nuchtere Nederlander
een glimlach moeilijk onderdrukken bij
het lezen van zooveel fantasie. Uiter
aard zullen de Führer en de Duce
een ietwat luidruchtig, en soldatesk
schouwspel bij hun ontmoeting ten bes
te laten geven M.aar om de wereld
den schrik op het lijf te jagen, daar
voor is op 't oogenblik een beetje
meer noodig. De wereld is zoozeer ge
wend geraakt aan dit soort van schouw
spelen en de redevoeringen en pol tie-
ke verklaringen, waarvan ze vergezeld
plegen te gaan, dat ze er koud noch
Warm meer van wordt. Bij benadering
valt nauwelijks te schatten, wat de
beide dictatoren zouden moeten pres-
teeren, om werkelijke consternatie te
verwekken. Het is trouwens niet in
te zien, waarvoor ze daartoe zooveel
lust zouden hebben.
In de Engelsche pers houdt men zich
ook reeds bezig met de vraag, wat H t-
ber en Mussolini wel allemaal zullen
bespreken. Er is stof genoeg: de- Spaan -
sche burgeroorlog, de Japansche expe
ditie in China, met de anti-bolsjewis
tische leuzen, de gemeenschappelijke
pol tieke ondernemingen contra Frank
rijk en Engeland, de toestand in Mid-
den-Europ,a.Tja, Midden-Europa,
en dan vooral: Oostenrijk. Een der En
gelsche bladen heeft als zijn meening
ten beste gegeven, dat de Duce spe
ciaal naar zijn Duitschen collega gaat,
om Oostenrijk te verkwanselen. De
hulp, welke Duitschland aan Italië heeft
verstrekt in het internationale politieke
schaakspel om Spanje, zou betaald
moeten worden met dat arme, geteis
terde Oostenrijk.
Dat lijkt ons een duren prijs. Toen
een jaar of drie geleden de Oostenrijk-
sche nazj's Dollfuss vermoordden en
hun l.and bij het Derde Rijk schenen te
zullen inlijven, trok Mussolini onmid
dellijk een groote troepenmacht bij den
Brenner samen. Het scheelde maar wei
nig, of er was een Duitsch-Itaraansche
ook niet, dat Duitschland, kreeg het
Oostenrijk er bij, evenzeer uit anderen
hoofde, een geduchte bedreiging voor
Italië zou gaan worden: In Midden- en
Zuid Oost Europa zijn en blijven de
beide mogendheden mekaars mededin
gers. Niemand heeft hier meer een
uitbreiding van de Duitsche invloeds
sfeer te vreezen dan Mussolini.
Men zal zich het politieke tafereel
van de ontmoeting der beide staatslie-
dus naar alle waarschijnlijkheid voor
oogen moeten stellen met uitsluiting
v,an Oostenrijk. En men kan zich dan
van de vriendschap der beide dictato
ren een beeld vormen, dat een beetje
afwijkt van wat nu eenmaal onder
werkelijke vriendschap wordt verstaan.
Wij hebben altijd het gevoel, dat Mus
solini in zijn hart min of meer gering
schattend over Hitier denkt, dat hij
den Duitscher Füihrer op het stuk der
buitenlandsche politiek een d lettant
acht, die zijn (Mussol ni's) spel niet
dóór heeft. Men verlieze nooit uit het
oog, dat de politieke samenwerking
tusschen Duitschland en Italië tot dus
ver verweg de grootste winst voor
Italië heeft opgeleverd. Tegenover, d*
Italiaansche occupatie van Abessynië
vermag Du tschland feitelijk alleen de
verbreking van de boeien v,an Versail
les te plaatsen. Zonder Italië's steun
zou het zich echter ook aan die boeien
ontworsteld hebben. Maar Mussolini
kan moeilijk beweren, da! zijn Abes-
sijtnsche avontuur goed ou zijn afge-
loopen, ind en Engeland en Frankrijk
geen rekening met Duitschland hadden
moeten houden. En nu weer: als Fran
co in Spanje overwint, is het Italië, dat
daarbij de meeste zij spint.
Men kan het dus zoo zien, dat de
Duce listig van het optreden van Hit-
Ier in Europa is 'gaan profiteeren; dat
hij 't er op waagt, ten deze hoog spel
te spelen, doch geenszins van plan is,
om heeft hij zijn winst eenmaal bin
nen zijn collega erg veel te gunnen.
Temeer dringt zich deze onderstell'ng
op, nademaal het nationaal-socialisme
met zijn rassen-theorie voor de Itali
anen al even bedenkelijk moet heeten als
voor alle zuidelijke volkeren. De ,-Nor-
dische" hoovaardij der Duitschers komt
op de keper beschouwt ook het fas
cisme te na. Het s trouwens nog niet
i zoo heel lang geleden, dat er in de
Italiaansche pers over dien ..Nordischen
waanzin" heel smalend werd geschre
ven.
Gisteravond reed een groote bestel
auto van de firma Van Doorn te Gro-
oorlog ontbrand. Er zhn natuurlijk hee- geladen met stukgoederen, van
le rare dingen mogelijk: maar dat Mus- j Grom£fn ,naar Leeuwarden. Plotseling
solini die episode nu ineens heelcmaal zwenkte de -wa^elL °P den Fneschen
tnnist'sche liefde van het nat <oc 1J,nks' ™ak.\e ee[s\ ?en 'U1S,t, Passeeren"
Duitschland. neen, dat wil er bij ons den wielrijder, botste vervolgens tegen
nog steeds niet in. Een inlijving van f.el} bo°m Z -°é A* "Vw"™
Oostenrijk bij Duitschland zou voor j fietser, de 24-,ange smidsknecht J. Wes-
Italië nog veel bedenkelijker zijn dan terhof ult
een overwinn'g der „communisten" in
Spanje. Zuid-Tirol, dat Italië o.m. als
oorlogsbuit toeviel, heeft nu eenmaal
een Oostenrijksche, alias „Duitsche"
bevolking, welke heel graag van de
Italiaansche heerschappij bevrijd zou
worden. Zoolang Oostenrijk kie n en
zwak blijft als nu, hoeft Mussolini niets
te vreezen. Maar als Hitier er kwam
te gebieden
Neen, het is o.i. ondenkbaar, dat
Mussolini geneigd zou zijn, Oostenrijk
te verkwanselen. Hij kan om poli
tieke redenen een tijdlang doen als- l
eegkerk, die van zijn werk
te Aduard op weg naar huis was, werd
verscheidene meters weggeslingerd. Door
omwonenden, die kwamen toesnellen,
werd hij na eenig zoeken in een sloot
gevonden; hij bleek reeds overleden te
zijn. De 24-jarige bestuurder van de be
stelauto is De V, uit Groningen en een
naast hem zittende vriend H. P. uit Zuid-
horn, die voor plezier meereed, wisten
zich, hoewel zwaar gewond, uit de ge
heel vernielde en brandende cabine te
werken. De V. kon nog mededeelen, dat
er iets aan de stuurinrichting had geha
perd, doch daarna verloor hij het be-
of. In werkelijkheid moet de onafhan- wustzijn. De beide zwaar gewonden zijn
kelijkheid van het kleine land hem nog s naar Eet academisch ziekenhuis te Gro
even na aan het hart liggen als drie j vervoerd. De bestelauto is geheel
jaar geleden. Men vergete tenslotte I verbrand.
door
DOROTHEA GERARD.
67).
Ondanks zijn ongeduld waren be
roepsbezigheden oorzaak, dat hij tot de
laatkomers behoorde. Zij was niet in de
zaal, maar zij was er wel geweest, gelijk
hij weldra vernam, terwijl hij tevens
hoorde van haar onverwacht vroegtijdig
heengaan. De oplossing van dat raadsel
lag voor de hand! Ze was zonder van
iets af te weten op het bal verschenen,
en was weer heengegaan zoodra zij op de
hoogte was. Maar waarheen? Naar haar
kamer, om in haar eentje te weenen?
Het was 'n onderstelling, welke zijns in
ziens echter niet strookte met haar ka
rakter, Het leek hem veel aannemelij
ker, dat zij een of andere wanhopige
poging zou doen om het vonnis onge
daan te maken. Hij moest, gevoelde hij,
er achter komen, wat het ook mocht
zijn.
In het hotel, dat hij kort na haar be
trad, ontving' hij de teleurstellende me-
dedeeling, dat zij er een oogenblik was
geweest, maar daarna weer was heen
gegaan. Waarheen? De portier kon het
hem niet zeggen. Hij had den koetsier
geen adres hooren opgeven. Met ge
fronste wenkbrauwen en opeengekne-
pen lippen stond Klobinski een oogen
blik na te denken. Haar volgen? Maar
waarheen? Er waren zooveel adressen,
waarheen zij zich kon begeven en als hij
naar het eene ging', dan had zij zich
misschien aan een ander vervoegd. Of
misschien zou zij o ontzettende ge
dachte. overtuigd van het hopelooze
van een appèl, pogen nog voor de laat
ste maal haar beminde te zien. Zou zij
misschien nu in de Pawiak zijn, met
goud zich een weg banend tot de cel
van den ter dood veroordeelde? Bij die
gedachte gevoelde hij zijn hart met ja-
louzie vervuld. Het zou toch maar het
verstandigst zijn om direct naar de Pa-
wia te rijden. En misschien zou zij dan
i) aar terugkeer juist zijn weg krui-
s\nV V n,eenJ was toch wel de onge-
schikste daad.
Neen, het bleek uit alles, dat in het
midden van die zee van onzekerheid het
hotel het eenige vaste punt was, daar
zij toch vroeg of laat daar ten 'slotte
moest terugkeeren,
„Ik zal haar wachten", zeide hij tot
den portier, die rustig zijn orders had
afgewacht, „maar", zeide hij, zich naar
het restaurant begevend, „ge moet aan
Panna Malkoff alleen zeggen, dat een
heer haar wenscht te spreken, niets an
ders. Begrepen?"
,,Ik heb het begrepen", zei de por
tier met een onderdanigen blik naar de
donkergroene uniform, welke hij in het
diepst van zijn ziel verachtte, daar hij
een Pool was en een broeder in Siberië
had.
In het restaurant gekomen, dat al bij-
Zooals reeds eerder werd bekend ge
maakt, zal de troonrede door H.M. de
Koningin op Dinsdag 21 September uit
te spreken bij gelegenheid van de ope
ning van de Staten-Generaal, door mid
del van den radio-omroep worden uit
gezonden.
Voor wat Nederland betreft, zal dit
geschieden door de A.V.R.O. en de
K.R.O., die verder aan de uitzending
ieder een eigen reportage verbinden,
aanvangende te 12.30 uur.
Door de rijkszenders PCK op 16,3 m
en PCV op 16,6 m golflengte zal de
troonrede naar Indië worden uitgezon
den, aangevuld met de A.V.R.O.-repor
tage.
VAN NEDERLAND.
Blijkens de publicatie Bevolking en
bevolkingsdichthe d der Nederlandsche
gemeenten van het Centraal bureau
vcor de statistiek bedroeg het aantal
inwoners in 'Nederland op 1 Januari
1937 8,556,920 d.i. 260,3 per km2. Met
betrekking tot de provincies bedroeg
het aantal 'nw. per km2: Zuid-Holland
717,3 (dichtst bevolkt), Noord-Holland
553,2; Utrecht 337,7Limburg 270,5;
Noord-Brabant 198,9; Groningen 180,7
Gelderland 179; Overijssel 165,9; Zee
land 142,2; Friesland 125,6 en Drenthe
90,6 (dunst bevolkt).
De bevolkingsdichtheid van Amster
dam bedraagt 5220,6 per km2; van Rot
terdam 5707,2; Den Haag 7355; Utrecht
7036,1; Gron ngen 4170,8; Haarlem
5432,3; Eindhoven 1626,5. De overige
provinciale hoofdsteden, die een klei
ner inwonertal dan 100,000 hebben, no-
teeren per km2: Leeuwarden 3198,9; I
Assen 356,3; Zwolle 2167,5; Arnhem
1283,4; Middelburg 1338,4; Den Bosch
2094,7; Maastricht 2066,9.
De dichtst bevolkte gemeente van
Nederland 's Schiedam met 7668,1 inw.
per km2, hierop volgen Den Haag met
7355; Ut.recht met 7036,.1; Leiden met
6102; en Maassluis met 6045,9; de
dunst bevolkte gemeente ia Schiermon
nikoog met 5,2 inw. per km2, waarop
volgen Vlieland met 9,6; Rozendaal
(Gld.) met 14,3 en 's-Heer Abtskerke
(Zld.) met 28,4.
De bevolkingsdichtheid van Neder
land 's de laatste eeuw geweldig toe-
genotnen. Op 1 Januari 1830 had Ne
derland per km2 nog slechts 80,2 inw.
en thans 260,3. Bij beschouwing van de
provincies blijkt, dat Zuid-Holtand en
Noord-Holland, die in 1830 de groot
ste dichtheid der bevolking aanwezen
(Noord-Holland 166 en Zu d-Hollanö
158,1), dat ook thans nog doen. Utrecht
steeg van 96,5 tot 337,7Limburg van
83,9 tot 270,5; Zeeland van 82,8 tot
142,2; Noord-Brabant van 68,3 tot 198,9;
Groningen van 67,3 tot 180,7; Friesland
van 62,7 tot 125,6; Gelderland van 61,1
tot 179; Overijssel van 53 tot 165,9 en
Drenthe van 24 tot 90,6.
De afstand, die de inwoners van el
kaar zou scheiden, als de geheele Ne
derlandsche bevolking gelijdelijk over
ons land was verdeeld, zou in 1830 heb
ben bedragen 120 m en thans 67 m. We
kruipen dus aardig naar elkaar toe.
De 37-jarige J. S. uit Zaandam is gis
terochtend op den Oostzanerdijk te Am
sterdam bij het per rijwiel oversteken
van den weg door een auto uit Kromme
nie overreden. Met een ernstige hersen
schudding is hij naar het binnengasthuis
vervoerd, waar hij na korten tijd na aan
komst aldaar is overleden.
Het bestuur doet dit, aldus de uitnoo-
diging op de volgende gronden:
„Naar de stellige overtuiging van het
Bestuur is een der oorzaken van „de
nood der Kerk" het feit, dat de diena
ren der Kerk zich te weinig interessee
ren voor althans te weinig op de
hoogte zijn met de maatschappelijke
toestanden, waarin hunne gemeentele
den verkeeren.
De verg'dering nu, waartoe Gij bij de
zen zijt uitgenoodigd, is uitermate ge
schikt U eenigsz'ns in te licditen over
de oeconomische omstandigheden, waar
in het platteland zich bevindt, zijnde Gij
toch herders en leeraars ten plattelan-
de of in steden, die (gelijk alle steden)
geheel afhankelijk zijn van het platte
land. Want het is met de plaats van den
landbouw in de samenleving en de
functie van den plattelander in de volks
gemeenschap, dat „Landbouw en Maat
schappij" zich bezighoudt. Daarom heeft
deze organ satie ook bestaansrecht
naast de bestaande landbouw-organisa-
tie's, houdende deze laatste zich bezig
met de technische oeconomische zijde
van het landbouw-bedrijf en richtende
deze zich op de bedrijfsvoering, waar
Landbouw en Maatschappij zich richt op
de sociaal-oeconomische zijde van het
landbouwbedrijf en er (mede blijkens
dit schrijven) voor ijvert om de publieke
opinie zich te doen bezinnen op het ge
wicht van den landbouw voor de maat
schappij,
Gij vraagt: Maar van welke levens
beschouwing gaat Landbouw en Maat
schappij uit? Onderg'eteekenden ant
woorden: Wij respecteeren ieders gods
dienstige overtuiging, maar godsdienst
wordt verondersteld. H0t medehelpen
aan de vorming van iemands levensbe
schouwing is taak der Kerk. Maar eene
levensbeschouwing wordt van de leden
van L. en Ml verwacht, omdat wij uit
gaan van een wereldbeschouwing, geliik
die laatst eens met het volgende beeld
geformuleerd is door onzen propagan
dist, den heer J. de Lange:
Dë samenleving vormt een organisch
geheel. De raderen der verschillende
bedrijfstakken moeten geruischloos en
in een zelfde rythme in elkaar grijpen,
opdat de geheele gemeenschap als een
goed gesmeerde machine op haar best
zal kunnen „draaien". Echter vraagt de
Nationale Bond „Landbouw en Maat
schappij" aandacht van alle leden der
maatschappij voor het feit, dat de ra
deren van industrie en handel door
menschenhanden stopgezet en in bewe
ging gebracht kunnen worden, terwijl
het rad der primaire voortbrenging niet
door menschenhanden kan worden be-
heerscht.
Want „Wij polegen en wij eggen, wij
[zaaien op het land,
Maar wasdom en g'edijen staat
[in des Hoogsten hand".
Daarom zullen de raderen van in
dustrie en handel zich moeten aanpas
sen aan het rythme van dat eerste rad
in de samenlev ng dat niet door men
schenhanden in beweging gebracht
wordt, doch door den grooten Schepper
aller dingen. Waar Landbouw en Maat
schappij aldus eene wereldbeschouwing
en maatschappijleer voorstaat, die van
zijn leden eene levensbescho«wing
eischt, in dewelke de groote Schepper
aller dingen gekend moet worden, en
waar Gij dienaars der Kerk zijt, die de
menschheid omtrent dien Schepper
moogt leeren en ook wilt leeren, daar
meent de Nationale Bond Landbouw en
Maatschappij terecht Uwe belangstel
ling voor zijn streven te mogen vragen.
Maar daar ig nog meer. Want „naast
de plaats van den landbouw in de sa
menleving' vraagt Landbouw en Maat
schappij aandacht voor de functie van
den plattelander in de volksgemeen
schap" laast Gij hierboven
Inderdaad. Landbouw en Maatschap
pij aanschouwt de crisis der huidige cul
tuur en de cultuurverwarring, waar
onder deze wereld gebukt gaat. Naar
zijne meening is de oorzaak dezer crisis
het niet meer aanleggen der zedelijke
maatstaven, die aan alle cultuur moeten
worden aangelegd. De Cultuurwaardee-
ring is verwaarloosd. Daarom zijn ook
vele goede gevolgen van het aanleggen
dier zedelijke maatstaven, die in een
bepaalde volkscu tuur volksdeugden ge
noemd mog'en worden, verloren gegaan,
of bezig te verdwijnen. Landbouw en
Maatschappij is van meening, dat het
platteland deze goede oude waarden
nog het meest bewaard heeft, omdat het
platteland als het conservatieve deel
van de volksgemeenschap nog het meest
vastgehouden heeft aan de. zedelijke
maatstaven, die een volk 'n den op
bouw zijner cultuur heeft aan te leggen.
Landbouw en Maatschappij ziet dus de
na ledig was, had Klobinski een flesch
wijn gesteld, in de eerste plaats oihdat
het onvermijdelijk was iets te bestellen
en hij zich niet hij machte gevoelde wat
te eten. Voor hij de flesch half ledig
had, wenschte hij zich geluk met zijn
inval. Het bloed stroomde hem nu vlot
ter door de aderen en de wijn bewerk
te wonderen bij hem, gelijk hij altijd
doet bij doorgaans matige drinkers, Als
hij zijn gevoelens van het oog'enblik
vergeleek met die van een half uur ge
leden, herkende hij zichzelven haast
niet. Die verkillende vrees, waarmede
hij tegen de ontmoeting met Katya had
opgezien, was vrijwel verdwenen. Hij
gevoelde zelfvertrouwen, was bijna
heldhaftig. Blijkbaar had hij een nieuwe
kostelijke ontdekking gedaan, die van
een onuitputtelijke bron van geest
kracht," waaruit hij naar hartelust kon
putten. Toen Katya's droschke voor het
hotel stil hield, gevoelde hij zich to*t
alles in staat.
,,Ja, dat ben ik!" zei hij, eenigszins
waggelend opstaande. „Is u verbaasd?"
Zij was dat meer dan zij zelve zeggen
kon, niet alleen over den persoon van
haar bezoeker doch ook over zijn uiter
lijk. Zijn tahlg rg'elaat had een hooge
kleur gekregen, zijn kleine, zwarte
oogen keken haar zoo glazig aan, als zij
nog nooit had gezien. Zelfs het' sluike
haar was op bijna onherkenbare wijze
in de war. In het eerste oogenblik
bracht zij, uit onbekendheid met derge
lijke verschijnselen, ze niet in verband
Eindelijk een speciaal wasmiddel, waarbij nu eens
terdege rekening is gehouden met de mogelijkheden,
die de wasmachine biedt. De nieuwe Rinso lost on
middellijk in lauw water op en geeft een overvloedig
schuim, omdat zij ,,overvet" is. Bovendien bevat
Rinso bijzonder werkzame bestanddelen, die het tijd
rovende voorweken van de was overbodig maken.
En het Rinso-sop, waarin U heeft gewassen, behoeft U niet
weg te doen! Na hét witte goed kunt U achtereenvolgens nog
het gekleurde goed, het flanel en het tricotgoed in hetzelfde Rinso-
sop wassen voor slechts 1 2| ets. Lees slechts de eenvoudige
gebruiksaanwijzing. Als U een wasmachine bezit, neem dan
voortaan geen ongeschikte wasmiddelen meer, maar uitsluitend:
SPECIAAL VOOR DE WASMACHINE
met de flesschen, die op tafel stonden.
„Ja, ik ben verbaasd, ik dacht, dat ge
de advocaat waart".
„De advocaat? Hi, hi!" (hoe afschu
welijk klonk onder deze omstandighe
den zijn gehinnik, veel luidruchtiger dan
anders!) „De advocaat van hem, den
verrader, die zijn verdiende loon heef!
of op het punt staat te krijgen?"
„Durft gij van verrader spreken?"
barstte zij los, terwijl haar oogen met
ongewonen g'lans in haar bleek gelaat
schitterden. Als hij zich geen moed had
ingedronken, zou hij haar blik nooit
hebben kunnen trotseeren. Maar thans
had hij de kracht snoevend te antwoor
den:
„Waarom niet? Ik durf alles; zelfs
durf ik u vragen, waar u thans vandaan
komt",
„Het gaat u niets aan, waar ik van
daan kom".
„O, zoo! Nu, wij zullen eens zien!
Waar ben je geweest, Katya, waar ben
je geweest? Toch niet in de Pawiak?"
Hij had een paar onvaste schreden in
haar richting gedaan en stond nu zoo
dicht bij haar,' dat zijn met wijngeur
bezwangerden adem tot haar neus door
drong en zij ineens den toestand be
greep.
-* „Goedenavond, P/an Klobinski", zei
de ze kortaf. „Ik ga naar bed en zou u
willen raden hetzelfde te doen".
Zij ging naar de deur, maar dat was
voor hem een aanleiding om al zijn
krachten in te spannen. Tot haar ont
(Ingez. Med.)
steltenis ging hij voor haar staan, ver
sperde haar den doortocht.
„Neen, Katya.... neen! Ge gaat niet
heen zonder eerst op mijn vraag te heb
ben geantwoord. Waar ben je geweest?
Bij je minnaar? Je trouweloozën min
naar, die je versmaad heeft, den man,
aan wiens voeten ik je in het woud heb
zien kruipen? Zullen je kussen hem het
sterven verlichten? Och, stakkerd, hpe
zou hij ze verdiend hebben?"
„Laat me door!" zei Katya, ijzig van
stem en blik.
„Wat? Nog altijd zoo trotsch en
koud? En dat tegenover mij, Katya, mij,
die je nooit heb aangedaan wat die man
je heeft berokkend, die maanden, neen
jaren je slaaf is geweest! Ah, wat zou
ik niet hebben gedaan voor één dier
kussen, die je aan hem hebt verspild!"
Hij was zelf niet er op verdacht, dat
hij dergelijke woorden zeide. Hij was
niet hierheen gekomen om zijn ilefde te
verklaren. Wanneer hij „volkomen bij
zijn positieven ware geweest, zou hij het
oogenblik daarvoor niet bij uitstek ge
schikt geacht hebben. Maar wijn is wel
een voortstuwende, doch geen verstan
dige raadgever. De minachtende blik
ken, de tril'ende neusvleugels, het ge
zicht van blanke armen en van een
blanken hals, welke uit den los om haar
hangenden mantel te voorschijn kwa
men, dat alles deed hem zijn bezinning
verliezen.
(Wordt vervolgdl.