Hi'
PI8I3
W.odc
MENLAND.
WEERBERICHT.
NUMMER 217»
TWEE BLADEN»
WOENSDAG
15 SEPTEMBER 1937» EERSTE BLAD»
180e JAARGANG.
De Nieuwe Belgische
Gezant.
ehte.
Izeer
ge-
|hool
ïker
op
leeft
|ng<e-
het
on-
dat
stuk
Mr.
J zijn
lijge-
was
|em.
7,
twinrittfe
Seevwgcht
elöurgsche courant
Id&gbiad Voor Middelburg, Goes en egent-
ichap Vli^singen 2-3 9, elders 2.50 per
^wartaal Week-abonn. in Middelburg en
-5-ts IS ct. p w. Advertentiën 30 ct. pet
ie el, ingez. mededeeüngen 60 ct. p. r.
- cu*ni< "oot beide veei lager; tar. op aanvT.
Uitgeefster; Naxralooze Vennootsckap „De MidJelburgsche Courant"; Bureaux: Lange Sint Pieterstraat te Middelburg.
Telefoon: Redactie 269, Administratie 139 Postrekeni ng no. 43255 Kantoor te GOES: Tarfkade, telefoon 17.
Aangesloten by het Bureau Toor Publiciteitswaarde der Vereeniging de Nederlandscke Dagbladpers.
Familieberichten en dankbetuigingen 1
mgola f 2.10, elke r. m. 30 ct, Rubriek
„Kleine Advertentiën", ten hoogste 6 regels,
a 75 ct. bij vooruitbetaling Adv. mag
„Brieven" of „Bevragen bureau dezer cou»
rant" 10 ct. extra Bewijsnummers 5 cong.
De uitdrukking dat, wie A gezegd
heeft, nu ook B moet zeggen, wordt wel
eens ten onrechte gebruikt om in een
dolle onderneming door te zetten, waar
terugkeer nog zeor wel mogelijk ware,
zij 't misschien met een beetje waar of
vermeend prestige-verlies voor den A-
B-C zegger. Maar er kunnen zich ook
andere gevallen voordoen, waarin het
werkelijk volstrekt noodzakelijk is, eens
A gezegd hebbende, nu ook de B daar
op te doen volgen ook al zijn de om
standigheden sindsdien zoo geheel ver
anderd, dat A noch B meer leuk zijn.
Eenigen tijd geleden, toen de benoeming
van een nieuwen Belgischen gezant in
Den Haag nog hangende was, hebben wij
over deze ietwat delicate zaak deli
caat vanwege het verband dat zij houdt
met de Nederlandsch-Belgische cultu-
reele betrekkingen met de, naar wij
meenen, hier vereischte omzichtigheid
en hoffelijkheid, onze meening ten beste
gegeven; een meening die mede steun
de op wat ons van welingelichte Belgi
sche zijde hieromtrent ter oore was ge
komen.
Sindsdien zijn er twee nieuwe facto
ren in het spel gekomen, waarvan de
eerste den oorspronkelijken knoop in
middels heeft doorgehakt, de tweede
echter een wel héél ander licht op de
aangelegenheid werpt. En deze laatste
factor, n.l. de veronderstelde houding
van Nederland, maakt het nu n o o-
d i g ook „B te zeggen"
De eerste en belangrijkste factor is
•natuurlijk het thans vaststaande feit van
de reeds eenigen tijd geleden afgekomen
benoeming van baron Herry tot Bel
gisch gezant in Den Haag. De Neder
landsche regeering heeft, naar interna
tionaal gebruik, desgevraagd, de Belgi
sche tevoren doen weten, dat zij zich
met deze benoeming vereenigen kon, en
dit alleen al legt ons den plicht op, dezen
vertegenwoordiger van een goed be
vriend buurvolk vriendelijk en met den
besten wil te bejegenen. Dat zulks ook
omgekeerd van baron Herry te ver
wachten valt, is onzen lezers bekend: wij
hebben reeds geruimen tijd geleden, toen
de geruchten omtrent zijn benoeming
vasten vorm in de buitenlandsche pers
aannamen, in onze kolommen gewag ge
maakt van de buitengewoon goede pers
die baron Herry in Luxemburg waar
hij voor dezen Belgisch gezant was
had, en hoe zoowel de r.k. rechtsche
pers als de liberale en socialistische pers
de beminnelijkheid en de bekwaamheid
van dezen diplomaat gelijkelijk prezen,
Dit laatste is ons thans ter plaatse nog
van meer dan één zijde bevestigd en we
mogen er dus zeker van zijn dat, wat
den persoon van den nieuwen gezant be
treft, er bij niemand voor eenige ont
stemming reden mag zijn. Integendeel
zelfs: de verhouding tusschen Nederland
en België, die het laatste dozijn jaren
zoo zeer verbeterd is, dient ook in de
toekomst, dunkt ons, nog steeds beter,
hartelijker en inniger te worden, en
daartoe dienen wij, met volkomen be
houd van eigen oordeel en eigen vrijheid,
de gezanten van dat buurland als vriend
schapsboden ook onzerzijds met goeden
wil tegemoet te treden. Dat is niet en
kel onze gastheersplicht, maar 't is ook
plicht tegenover het nabuurland en zelfs
tegenover diegenen in dat land, waar
aan wij door een taal- en cultuurgemeen
schap ons enger verbonden gevoelen dan
aan de anderen. Zoo ergens, dan past hier
dikkoppigheid", zooals een wel
willende en scherpzinnige neutrale bui
tenlander ons Nederlanders en de Vla
mingen eens, misschien niet op alle
punten ten onrechte, voor de voeten
wierp.
Daarmede kan dus, dunkt ons, dit punt
a s afgedaan beschouwd worden.
Maar ook deze vrucht heeft een bit
tere nasmaak voor ons Nederlanders.
Men zal zich herinneren, dat wij des
tijds, op grond van inlichtingen uit goede
bron, den strijd om de benoeming van
den nieuwen gezant schilderden als op
Belgisch terrein liggende, namentlijk als
een strijd tusschen de „carrière" en de
„buitenstaanders", waarbij laatstgenoem
den een g'ezienen en hooggeplaatsten
Vlaamschen bestuursambtenaar tot can-
didaat voor den post hadden.
Sindsdien echter is zoo een en ander
doorgelekt, dat een heel ander licht op
de zaak werpt, In de Brusselsche pers
hebben wij n.l ronduit kunnen lezen, dat
de Nederlandsche regeering zich
in Brussel verzet had tegen de benoe
ming van een gezant buiten de carrière
hij mocht dan Vlaming wezen of niet.
En de „Maasbode" moet, naar luid der
berichten, hieromtrent gemeld hebben
dat zulks, volgens haar goede inlichtin
gen, inderdaad het geval geweest was:
Nederland zou een beroepsdiplomaat ge-
eischt hebben.
Daarméé wordt de zaak anders. Héél
anders. Daarmee komt zij binnen het ter
rein der geoorloofde politieke discussie.
Want zoolang het een aangelegenheid
der Belgische regeering betrof,
moesten wij ons, uit een oogpunt van
hoffelijkheid, van internationale zeden en
gebruiken, onthouden van elke openlijke
oordeelsvorming omtrent wat wij, over
eenkomstig onzen vasten en bekenden
stelregel in dezen, niet anders dan als
tenslotte een aangelegenheid van Belgi
sche binnenlandsche politiek wenschen
te beschouwen. Maar wanneer het een
daad van de Nederlandsche re
geering betreft, en nog wel een daad
waarmede zij zelve zijdelings zij 't dan
misschien ongewild, maar desalniettemin
invloed in een brandende Belgisch-
binnenlandsche politieke enculturee-
1 e aangelegenheid zou hebben uitge
oefend, dan is het ons stellig niet alleen
geoorloofd, doch zelfs plicht, ons hier
omtrent een oordeel te vormen en dit
uit te spreken ook.
En zou dan blijken, dat de Brusselsche
pers de waarheid verklapt had, de
„Maasbode" goed ingelicht was, n.l. dat
de benoeming van een Vlaming op den
Haagschen post inderdaad afgestuit is op
een onzerzijds gestelde voorwaarde, dan
zou het oordeel hierover toch moeilijk
anders dan afkeurend kunnen uitvallen,
nademaal Nederland daardoor, dunkt
ons, tekort geschoten zou zijn in zijn
plicht cultureel aan de zijde der stam
broeders te staan. Juist waar wij ons als
Nederlanders van elke politieke be
moeienis met Belgisch-politieke zaken,
ten strengste dienen te onthouden, rust
op ons daarnevens de verplichting overal
waar wij zulks, zonder met dezen re
gel in strijd te geraken, kunnen doen, in
taal- en cultureele vraagstukken onver
saagd aan de zijde der Vlamingen te
staan, voor onze gezamenlijke taalrech
ten op te komen, en ons ervoor te hoe
den dat wij van onzen kant in Neder
land hun of hunne zaak schade toebren
gen. Zooals tegenwoordig nog herhaalde
lijk geschiedt.
Evenwel: dit is tot dusverre nog slechts
onderstelling, zij het dan op goede gron
den berustende, onderstelling. In elk ge
val dient onze regeering echter hierom
trent volle klaarheid te verschaffen; als
het niet waar is, dan moet dat duide
lijk gezegd worden, als het w e 1 waar
is, dan dient zij zich in elk geval te
rechtvaardigen, op welke gronden zij dit
zoo op 't eerste gezicht onverklaarbare
standpunt innam.
Maar hier moet geen plek voor oud-
zeer onuitgesneden blijven.
KERK EN SCHOOL.
Naar gemeld wordt, hoopt ds. J.
van Woerden, Ned. Herv. pred. te
Zwammerdam, 26 Sept. afscheid te ne
men van zijn gemeente. Op 3 Oct. hoopt
hij te Middelburg intrede te doen
na bevestigd te zijn door ds. L. Boer
van Scheveningen.
DOODENDAGBOEK VAN
HET VERKEER.
Oldenzaal; 1 doode.
Op den Losserschestraatweg,1 'tus
schen Oldenzaal en Losser, stond een
tractor met aanhangwagen, welke gela
den was met zakken suiker. De chauf
feur de 27-jarige ongehuwde F. W. uit
Boxtel stond op den wagen om het dek
zeil over de zakken te leggen. Van uit
de richting Losser naderde een vracht
auto, beladen met dennen. De dennen
staken aan beide zijden ver uit den wa
gen. Bij het passeeren werd de op den
vrachtwagen staande chauffeur van de
auto geworpen, waardoor hij terecht
kwam tusschen den tractor en den aan
hangwagen. Het slachtoffer werd naar
het r k. ziekenhuis te Oldenzaal ver
voerd, waar hij in den loop van den
middag is overleden.
De auto, welke het ongeluk veroor
zaakte is doorgereden. Uit het onder
zoek van de marechaussee is gebleken^,
dat de auto toebehoort aan de firma
Weijtenkamp te Zaandam, bestuurd
door den chauffeur B. uit Westzaan.
Arbeid is de trouwste vriend en de
beste trooster voor den naderenden
ouderdom.
DE „MAASBODE" IN DUITSCHLAND
VERBODEN.
In overleg met liet ministerie van bui
tenlandsche zaken heeft Himmler, de
chef der Duitsche politie, de „Maasbo
de" in Duitschland verboden.
DE SLUITING VAN DE KAMERS.
Bij; Kon. besluit van 10 September
1937 is bepaald, dat de tegenwoordige
zitting der Staten-Generaal zal wor
den gesloten op Zaterdag 18 Septem
ber des m dd.ags om 3 uur.
De minister van binnenlandsche za
ken is in dit besluit gemachtigd deze
zitting in naam der Koningin te slui
ten, terwijl voorts is bepaald, dat bij
ontstentenis van minister Van Boeijen
de machtiging overgaat op den minis
ter v,an algemeene zaken, dr. H, Co-
lijn.
Generaal C, J, Snijders 85 jaar.
Naar wij vernemen wenscht de ge-
pensionneerde generaal C. J. Snijders
zijn a.s. 85sten verjaardag (29 Septem
ber a.s.) liefst onopgemerkt te laten
voorbijgaan en z,al hij zich n verband
hiermede op 15 dezer naar het buiten
land begeven en aldaar enkele weken
vertoeven.
WERKGROEP „DE LIBERALE
VERGADERING".
Op uitnoodiging van het bestuur van
de werkgroep „De Liberale Vergade
ring", die in vergadering bijeen komt op
Zaterdag 18 dezer te Utrecht, zal dr. B
D, Eerdmans, hoogleeraar te Delft, stel
lingen verdedigen over het onderwerp:
„De liberale beginselen en het politieke
vertrouwen".
DE VRIJHEIDSBOND.
Het Hoofdbestuur stelt zijn ze
tels niet ter beschikking.
Naar gemeld wordt, heeft het hoofd
bestuur van de Liberale Staatspartij „De
Vrijheidsbond" een buitengewoon par
tij-congres uitgeschreven tegen 16 en 17
Oct, a.s. in het Jaarbeursrestaurant te
Utrecht.
Aan de orde zullen daar komen een
rapport van het hoofdbestuur alsmede
voorstellen, welke het resultaat zijn
van langdurige besprekingen van den
voor de liberalen zoo teleurstellenden
uitslag der jongste Kamerverkiezingen.
Hoewel een oppositioneele groep,
welke zich onlangs in de partij ge
vormd heeft, het aftreden van 't huidi
ge hoofdbestuur eischt, moet het niet
in de bedoeling van dit college liggen,
om op dit congres zijn zetels ter be
schikking te stellen.
De reorganisatie der partij en de ver
andering' van het program zullen voor
namelijk op dit buitengewone partij
congres behandeld worden,
GASMASKERS.
Het Handelsblad i(lib.) is r'etwat ver
wonderd over het dezer dagen versche
nen Koninklijk Besluit, bevattende
voorschriften over den verkoop en de
inrichting van gasmaskers. Het blad
wijst er op, dat zoowel in Engeland
als in Duitschland m'llioenen gasmas
kers door de overheid aan de bevol
king zijn uitgereikt of voor deze ter
beschikking worden gehouden.
„Beide landen weten zonneklaar, dat
zij opeens aan gasaanvallen kunnen
blootstaan. En met groot ongeduld
heeft de lezer zich afgevraagd, wanneer
in Nederland, dat m dden tusschen die
twee landen ligt, nu ook eens iets der
gelijks gedaan zou worden, Hij zag wel
eens in de courant eenige foto's van
oefeningen met gasmaskers door de
Burgerwachten etc. M,aar nergens ver
nam hij, waar hij deze levenreddende
maskers kon betrekken, laat staan als
burger kon gaan afhalen.
Het bedoelde Koninklijk Besluit geeft
geen inlichting omtrent het laatste,
maar vertelt zeer nauwkeur'g welke
gasmaskers verboden zijn, wien het
verboden is gasmaskers,, welke dan
ook, in voorraad te hebben stelt
straffen vast op overtreding, enz. Het
is dan ook uitgevaardigd via het de
partement van Sociale Zaken.
Natuurlijk is zulk een omschrijving
nutt'g en noodig, omdat toch eerlang
de dag komt, dat de burgerij begrijpen
zal, dat men maar niet altijd den zoe
ten droom kan doordroomen, dat Ne
derland „toch wel buiten den oorlog
zal blijven." Komt dat bewustzijn, dan
weet de burgerij ook, dat ons sterkste
wapen tegen gasaanvallen, een krach
tige luchtvloot, ons ontbreekt, terwijl
de luchtartillerie nog zeer onvolledig
is. Het is begrijpelijk, dat dan het ter
rein rijp is voor zwendelaars met on
deugdelijke gasmaskers Wat zeil
doek, een paar watten of een pijpje
met stukjes kool, gesneden en genaa'd
in een of anderen opvallenden vorm,
worden dan aan de lichtgeloovige, on
rustige bevolking gesleten met tiendui
zenden. Waardelooze prullen, te ge
vaarlijker, omdat zij tijdelijk de voor
zichtigheid bannen,
üp zich zelf is het dus juist, dat ons
ijverig departement van Sociale Zaken
zoo iets wil voorkomen het verdient
dus allen lof. Maar een mededeeling
van de overheid, waar de juiste gasmas
kers in groote hoeveelheden gratis of
zeer goedkoop ter beschikking staan,
ontbreekt. Heel langzaam beginnen de
gemeenten, aan wie de luchtbescher
ming is opgedragen, hier en daar wat
te doen, doch van ingrijpende, dwin
gende maatregelen hoort men nog niets.
Daarom doet dit Koninklijk Besluit wel
wat denken aan strenge voorschriften
tegen kwakzalverij in een belegerde
stad, waar .alle geoorloofde geneesmid
delen ontbreken, of aan een verbod
om consistentvet op het brood te sme
ren, terwijl nergens boter of margarine
te krijgen is.
Wij hopen inmiddels, dat dit Konin
klijk Besluit zoo duidelijk aan de be
voegde autoriteiten zal zeggen hoe de
maskers moeten samengesteld zijn en
wie ze mag invoeren of vervaardigen,
dat deze autoriteiten onverwijld zullen
zorgdragen, dat de bevolking ze ook
krijgt. Want het staat vast, dat deze
in het algemeen nog volkomen onbe
kend is met dit thans onmisbare be-
schermmiddel."
HET ONDERBRENGEN VAN
DIENSTWEIGERAARS.
In een kamp op hst eiland Ro
zenburg.
Op schriftelijke vragen van den heer
Albarda in verband met het voornemen
der regeering, dienstweigeraars onder
te brengen in een kamp op het eiland
Rozenburg en betreffende den aard van
den door hen aldaar te verrichten ar
beid heeft de minister van defensie ge
antwoord:
Het ligt 'n het voornemen de dienst
weigeraars, wier gewetensbezwaren
overeenkomstig de wet van 13 Juli
1923, zijn erkend, te werk te stellen in
een speciaal voor hen iin te richten
werkkamp op het eiland Rozenburg.
Hun arbeid aldaar zal bestaan in het
vastleggen van sterk in verstuiving
verkeerende duingroepen, in. bebos-
sching, in vei-betering van den Zomer-
polder enz. Werk van milita'ren aard
zal, gelijk wel vanzelf spreekt, van
hen niet worden gevQrderd. Het noo-
dige toezicht in het kamp zal niet door
militairen worden uitgeoefend. De d -
rectie van het kamp zal berusten bij
den rentmeester der domeinen te
Klundert.
Krachtens artikel 3 van het Kon. be
sluit van 3 Mei 1924, houdende maat
regelen ter uitvoering van de wet van
13 Jul: 1923, betreffende dienstweige
ring, geschiedt de nadere regeling van
de in die wet bedoelde tewerkstelling
door den minister van defensie. De noo-
dige wettelijke grondslag voor de hier
boven geschetste tewerkstell'ng, waar
omtrent voor zooveel noodig overleg
wordt gepleegd met den minister van
financiën, onder wien het werkkamp
zal ressorteeren, is derhalve aanwezig
en eenige wijziging of aanvull ng van
de dienstweigeringswet is niet noodig.
De voor de tewerkstelling noodige
kred eten zullen, zooals steeds, in de
ontwerp-rijksbegrooting worden aan-
'gevraagd.
Ongeregeldheden aan boord van een
schip te Soerabaia.
De Chineesche bemanning van de
„Tjileboet", van de JavaChinaJa
pan-lijn, heeft geweigerd met dit schip
naar Japan te gaan. Onder politiegelei-
de is de bemanning te Soerabaia van
boord gehaald en geïnterneerd in de ge
vangenis, daar op het politiebureau geen
ruimte is.
De directie van de K. P. M. bood hulp
aan de J. C. J. L., waardoor de „Tjile
boet" met een Javaansche bemanning
kon vertrekken, hetgeen vermoedelijk
hedenmiddag is geschied.
De JavaChinaJapan-lijn deelde
Aneta mede, dat slechts een gedeelte
der Chineesche bemanning weigerde
met dit schip mee te gaan. De gemelde
- maakt wat smaakt
(Ingez. Med.)
Verwachting tot morgenavond:
DE BILT. Zwakke tot hatige Z. W.
tot W.. wind, zwaar bewolkt met tijde
lijke opklaringen, waarschijnlijk regen
buien, iets zachter des nachts, overdag
zelfde temperatuur,
UKKEL: vrij sterke wind uit Z. tot
Z.W., aanvankelijk betrokken hemel en
regen, des nachts afwisselend heldere
en bewolkte hemel met plaatselijk re
gen, matige temperatuur met een nach
telijk minimum van ongeveer 8 graden.
Wo, 15 Sept. Zon op: 6 h 35; onder:
19 h 15. Licht op: 19 h 45. Maan op: 16
h 44. V.M.: 20 September,
Hoog- en Laagwater te Vlissingen:
September.
Hoogwater. Laagwater,
Wo, 15 10.01 22.46 3.42 16.25
Do. 16 11.19 23.52 5.11 17.50
Vr. 17 12.14 24.43 6.19 18.49
Hoog- en Laagwater te Wemeldinge:
September.
Hoogwater. Laagwater.
Wo. 15 11.31 24.14 4.44 17.22
Do. 16 12.56 6.12 18.47
Vr. 17 1.28 13.58 7.23 19.47
Westkapelle is 28 min. en Domburg
23 min. vroeger; Veere 38 min. later
(S springtij).
interneering geschiedde in verband met
het feit, dat bedoelde personen niet in
het bezit waren van toelatingskaarten.
SMAKELOOS GEDOE,
Als de winzucht de Oranje
liefde tracht uit te buiten.
Wij lezen in de Haagsche Post:
„Denzelfden dag, waarop de Staats
courant het eerste officieele bericht der
Prinses vermeldde, verschenen ook de
eerste teekenen van commercieele va
derlandsliefde op straat en in de win
kels: een cartonnen insigne met toe
passelijke emblemen en een aantal
prentbriefkaarten. Op een hiervan
staan twee ooievaars, elk met een net
verpakten rozigen baby, respectievelijk
gemerkt „Hij" en „Zij", en vragen el
kander:
,,'t Is tijd om te beslissen hier:
Wie onzer wordt Hof-lev'rancier?"
Op een andere klepperen zes ooie
vaars in koor om één zuigeling, in na
tionale linten verpakt:
„Wij zijn, met zes van zessen klaar;
Wie onzer wordt DE ooievaar?"
Een volgende langsnavel zegt het nog
duidelijker:
„Van waar dit mooi Oranje-lint?
't Past bij dit lief Oranje-kind".
Dat de dichter van deze stuntelige rij
melarij, de nationale bard Clinge Doo-
renbos, rijmpjes fabriekt, ter aanbeve
ling van Amstel Bier of Dalmeyer's cur
sussen, zij hem van harte gegund. Maar
wanneer' hij de majesteit van het moe
derschap befrunnikt met geestlooze rij
men bij wansmakelijke plaatjes, dan
past een woord van protest. De blijde
verwachting van het Nederlandsche
volk is waarlijk te hoog gestemd om te
worden gestoord door dergelijke uitin
gen, waarachter meer gore winzucht
dan oprechte vreugde schuil gaat. Wie