wal een pijn!
Onrechtmatig bezit
ZEELAND.
KRONIEK van den DAG.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 13 SEPTEMBER 1937. No. 215.
MIDDELBURG.
GOES,
VLISSINGEN.
Frankrijk en Engeland zullen
jacht op de vrijbuiters maken.
De conferentie te Nyon, waaraan alle
belangrijke staten die aan de Middel-
landsche zee liggen uitgezonderd Ita
lië deelnemen, mitsgaders Engeland
en Sovjet-Rusland, heeft Zaterdag reeds
een door alle gedelegeerden goedge
keurd ontwerp tot bestrijding der vrij
buiterij in de Middellandsche zee opge
leverd. Het werd echter nog niet door
allen onderteekend, daar enkele afge
vaardigden ruggespraak met hun regee
ringen wenschten te houden. Men ver
wachtte, dat vandaag of morgen ook de
ontbrekende handteekeningen er zullen
zijn en dan kan het besluit onmiddellijk
in werking treden.
Het oorspronkelijke plan (een Britsch
voorstel), om de Middellandsche zee in
zones te verdeelen, waarin dan torpedo
jagers van bepaalde mogendheden zou
den patrouilleeren, is opgegeven, In de
plaats daarvan zal nu vrijwel het gehee-
le toezicht door Frankrijk en Engeland
worden uitgeoefend. Een vloot van niet
minder dan 60 torpedojagers zullen deze
mogendheden ter beschikking stellen.' de
geheele Middellandsche zee (buiten de
territoriale wateren: de strooken langs
de kusten) wordt operatie-terrein dezer
schepen. Elke onbekende duikboot, wel
ke voortaan een koopvaardijschip aan
valt het doet er niet toe van welke
nationaliteit de koopvaarder is stelt
zich bloot aan het onmiddellijk gevaar,
tot zinken te worden gebracht. De tor
pedojagers zullen de aanvallers zonder
vorm van proces beschieten, en zoo
noodig achtervolgen, tot ze onscha
delijk zijn gemaakt. Volgens marine-des
kundigen moet een vloot van 60 torpe
dojagers ruimschoots voldoende worden
geacht voor dit doeltreffend toezicht.
Daar komt dan nog bij, dat Zuid-Slavië,
Griekenland, Turkije enz. in hun terri
toriale wateren op dezelfde wijze con
trole zullen uitoefenen.
Het schijnt, dat men ter conferentie
nogal geruimen tijd beraadslaagd heeft
over de vraag, wat er moet gebeuren,
indien een koopvaardijschip niet bij wijze
van sluipmoord door een onbekende
duikboot, doch openlijk door een duik
boot, welke eerst haar nationaliteit be
kend maakt, wordt getorpedeerd, en na
dat de opvarenden van den koopvaarder
gelegenheid hebben gekregen, het schip
te verlaten. Het is immers denkbaar, dat
een dergelijke openlijke aanval zou ge
schieden door een der in Spanje strij
dende partijen. De oorlogsschepen van
Franco hebben al verscheidene malen
koopvaarders van vreemde nationaliteit,
die een lading naar het linksche Spanje
wilden brengen, aangehouden en de la
ding buit gemaakt. Waarom dan niet een
stapje verder gegaan? In tijden van oor
log moet men met dergelijke dingen nu
eenmaal rekening houden. In 1936 is het
z.g. protocol van Londen tot stand ge
komen, waarbij de mogendheden, welke
het onderteekenden (Frankrijk, Enge
land, Japan, de Ver. Staten, Italië en
Duitschland) hebben beloofd, in geval
van vijandelijkheden mekaars pas
sagiers- en koopvaardijschepen alleen
in den grond te zullen boren op de ge
schetste „humane" wijze, dus nadat pas
sagiers en bemanning van boord zouden
zijn gegaan.
De conferentie te Nyon besloot nu, om
te bepalen, dat bij zoo'n openlijken aan
val de patrouilleerende torpedojagers
niet de taak hebben, de aanvallende
duikboot (zoo mogelijk) tot zinken te
brengen. Óp 't eerste gezicht kan dit
schijnen een dwaze bepaling te zijn; een
bepaling, welke de beide Spaansche par
tijen als 't ware schijnt uit te noodigen,
om alle koopvaardijschepen, welke naar
Spanje varen, volgens de regelen van het
protocol van Londen maar in den grond
64).
door
DOROTHEA GERARSJÖ
Katya sloot een oogenblik haar oogen
met een gevoel alsof zij doodelijk ziek
was. „Binnen acht en veertig uur". Zij
ennnevde zich precies de woorden van
haar cavalier.
„Dus is ditdit plan de eenige*
hoop? i\
„Ja. \i V-l
„Wanneer zal het worden uitge
voerd?"
„Morgennacht".
„Dat is dus nog binnen de achtenveer
tig uur", zeide zij in zichz'elve. Daarop
ging zij hardop voort:
„Heeft men zijn naam op de lijst ge
zet?"
„'Nog' niet. De lijst is gesloten, gelijk
ik u zeide. Dat was vóór zijn doodvon
nis. Ze zeggen, dat zij er niemand meer
op kunnen brengen. Ik probeerde ze
over te halen, maar dat gelukte niet.
Daarom ben ik naar u toe gegaan. Als
a tracht ze te bepraten, dan geloof ik,
dat u dat wel lukken zal".
„Waar zijn zij?"
„In de woning van een partijgenoot,
waar zij op dit oogenblik de laatste
maatregelen bespreken, Wij komen nog
net bijtijds".
Met een snelle beweging, nam zij
te boren. Zoo is het echter geenszins.
Want elke torpedeering van dezen aard
blijft in elk geval een oorlogsdaad; een
oorlogsdaad tegen het land, onder welks
vlag het aangevallen schip vaart. Dat
wil zeggen, dat, gingen de Hf,witten" of
de „rooden" tot den maatregel over, zij
zonder twijfel in conflict met een of
meer mogendheden zouden komen. Het
recht van oorlogvoerenden werd hun
immers niet toegerekend: de Spaansche
burgeroorlog is formeel een binnenland
sche aangelegenheid van Spanje. Dit
wordt in de overeenkomst van Nyon
trouwens nog eens nadrukkelijk vastge
steld.
Men moet het zoo zien: de overeen
komst wil slechts de vrijbuiterij der
onbekende duikbooten bestrijden en
zoo mogelijk uitroeien. Openlijke aanval
len van Spaansche duikbooten zouden
een geheel ander soort van vrijbuiterij
zijn: een vrijbuiterij met politiek relief
Gezien de internationale spanningen, is
het te begrijpen, dat de conferentie alle
politieke eventualiteiten uit haar over
eenkomst heeft willen bannen. Duitsch
land en Italië zouden wellicht met be
zwaren en protesten komen aandragen
ook al namen ze niet aan de bespre
kingen deel indien deze voorzorgs
maatregel niet was genomen. De erva
ringen met de niet-inmengingsaffaire
hebben geleerd, wat voor rare interna
tionale haken en oogen de Spaansche
burgeroorlog vermag op te leveren. En
als gezegd men vreest niet, dat de
Spaansche partijen nu opeens wel Zou
den durven, wat ze vóór de conferentie
uit begrijpelijke voorzichtigheid nalie
ten. Alleen indien Mussolini zoo ver
mocht gaan Franco steun te beloven, ook
voor het geval het rechtsche Spanje in
conflict zou raken met een of meer mo
gendheden vanwege openlijke aanvallen
op vreemde koopvaarders, zouden er
ijselijke dingen kunnen gebeuren. De con
ferentie werd echter niet bijeengeroe
pen, om dergelijke ijselijkheden onder
het oog te zien.
KERK EN SCHOOL.
Met ingang van 16 Sept. a.s. is tot
tijdelijk onderzwijzer aan de Openbare
school te Wemielding'e benoemd de
heer A J. Jurrij te Hoek,
DOODENDAGBOEK VAN
HET VERKEER.
Kinswerd (Fr,): 2 dooden.
Hedennacht te ongeveer half drie reed
op den weg Harlingen-Zurich een
vrachtauto van de firma Vlietstrak in
vollen vaart over den weg. In de cabine
naast den chauffeur bevond zich een
matroos, terwijl in den aanhangwagen
een inwoner van Amsterdam met zijn
verloofde had plaats genomen. Toen de
auto ter hoogte van Kinswerd kwam,
heeft de bestuurder blijkbaar in de duis
ternis niet bemerkt, dat een andere
vrachtauto, welke bandenpech had ge
kregen, stil aan den kant van den weg
stond, zoodat hij met vollen vaart op
deze auto, zijnde eveneens een tractor
met aanhangwagen, stiet. De schok was
zoo hevig, dat deze aanhangwagen om
kantelde, terwijl de cabine van den aan-
rijdenden wagen geheel verbrijzeld werd.
Door den schok derden de beide passa
giers, de inwoner van Amsterdam en
diens verloofde, uit den wagen geslin
gerd. Beiden werden zoo goed als op slag
gedood. De matroos bekwam eenige ver
wondingen van niet ernstigen aard en
ook de autobestuurder kwam er met
eenige lichte verwondingen af.
Naar alle waarschijnlijkheid heeft de
stilstaande vrachtauto geen rood achter
licht gehad.
haar witte japon in de hand bijeen. Zij
was niet gaan zitten, toen zij binnen
kwam. Had zich niet niet eens den tijd
gegund om haar mantel af te doen.
„Waar wacht u op?" vroeg zij onge
duldig, „Breng me er dadelijk heen".
„Ah, ik hoopte al, dat u dat zou zeg
gen! Maar moet u niet eerst u wat ver-
kleeden?"
„Niemand zal mijn kleeren opmer
ken", zei Katya, den langen donkeren
mantel dichter om zich heen trekkend.
„Ik ben klaar om te vertrekken, Pan
Dembowski",
HOOFDSTUK VIL
Tien of elf?
Op een nauw portaal stond Katya, na
twee houten trappen bestegen te heb
ben^ in kostbaar bont gewikkeld, onge
duldig te wachten, terwijl Dembowski,
die een wachtwoord had gewisseld met
den man aan de deur, naar binnen was
gegaan om toegang voor haar te vragen,
vragen.
Zeer spoedig kwam Dembowski weer
naar buiten en hield zwijgend de deur
voor haar open. Snel en stil gingen zij
door een donker voorkamertje, waarin
een vettige etenslucht hing, naar een
paar grootere vertrekken, in de tweede
waarvan ongevieer een dozijn mannen
gezeten waren om een tafel met een
zeildoek bedekt, terwijl een walmende
petroleumlamp er boven hing. Er lagen
ook papieren op tafel, het leken of-
ficieele stukken en een aantal onge
wone voorwerpen, waarna Katya zelfs
JUBILEUM K. DEKKER.
Huldiging in de kweekschool.
Zaterdagmiddag was het gymnastiek
lokaal van de Rijkskweekschool te Mid
delburg in een feestelijk gewaad gesto
ken door planten en bloemen en daarin
bewoog zich een opgewekt gezelschap
ouderen en jongeren, die samen waren
gekomen, om het zilveren jubileum van
den heer K. Dekker, den directeur der
school te herdenken.
Wij merken er behalve leeraren en
oud-leeraren, onderwijzers en oud-on
derwijzers der leerschool, kweekelingen
en oud-kweekelingen, ook op den in
specteur van het L. O. in de inspectie
Middelburg, hoofden van andere inrich
tingen van onderwijs en enkele andere
belangstellenden.
De heeren C. J. Bakker en W. Spin-
naaij kwamen te half drie met den heer
Dekker, zijn echtgenoote, zijn dochter
en beide zoons de zaal in, waarna de
kweekelingen onder leiding van den
heer Joh. H. Caro een welkomstlied
zongen.
Toen allen gezeten waren, nam de
heer C. J. Bakker, leeraar aan de
Kweekschool het woord, heette allen
welkom en herinnerde aan de data uit
de loopbaan van den heer Dekker, die
wij reeds hebben vermeld. De heer Dek
ker is in 1912 uit 70 sollicitanten als op
volger van den heer Rank benoemd
tot leeraar en in 1928 tot direc
teur als opvolger van den heer
Zuiderveld. Men kon toen zichzelf, de
school en in de eerste plaats den heer
Dekker gelukwenschen met deze be
noeming. Spr. schetste den jubilaris als
een graag geziene collega. Spr. wees op
.de moeilijkheden, die ook op het gebied
van de kweekschool zich voordoen, en
die o.a. maakten, dat deze school de
Zeeuwsche Rijkskweekschool is gewor
den. Vooral brengt spr. den heer Dek
ker dank voor de wijze, waarop hij in
deze moeilijke jaren de school leidt. De
voornaamste eigenschappen van den ju
bilaris zijn: vertrouwen, accuratesse en
optimisme.
Namens leeraren en leeraressen der
kweekschool, onderwijzeressen en on
derwijzers der leerschool en oud-perso
neel van laatstgenoemde onderwijsin
richting bood spr. den heer Dekker een
fraaie electrische kroon aan.
De heer C. de Wit inspecteur van het
l.o. in de inspectie Middelburg zeide,
dat hij op Zaterdagmiddag anders niet
makkelijk van huis kan wegens zijn
spreekuur en hij niet rechtstreeks met
de Kweekschool te maken heeft, doch
dat de inspecteur van de onderwijzers
opleiding, de heer J. J. 't Hart, hem
verzocht had namens dezen te komen
getuigen van zijn groote waardeering'
voor den jubilaris. Spr, is zelf 23 jaar
bij het kweekschoolonderwijs wekrzaam
geweest en voelt zich daarom nog tot de
school, het personeel en in het bijzonder
den heer Dekker aangetrokken. Spr.
wenscht de jubilaris geluk met dezen
dag en uitte zijn beste wenschen voor
de toekomst.
Mej. M. Minderhoud, onderwijzeres
aan de leerschool, sprak namens hon
derden oud-kweekelingen en zeide, dal
de getuigenis van waardeering voor den
heer Dekker geen gelegenheidswoorden
zijn, maar oprechte woorden.
Spr, schetste den heer Dekker als een
vriendelijken leeraar, die zelfs minder
in de wiskunde begaafde leerlingen lief
de voor het vak weet bij te brengen.
Spr. stelde den jubilaris als voorbeeld
van een eerlijk mensch. Namens de oud-
leerlingen bood spr. een schilderij van
den heer Louis Heijmans aan, voorstel
lende een vaas met bloemen.
Mejuffrouw Caro, eveneens oud-kwee-
op dit gewichtige oogenblik met ver
bazing keek. Daar lagen scheermessen,
zakspiegeltjes, goedkoope beurzen naast
een stapel lucifersdoosjes en ongeopen
de pakjes sigaretten, gescheiden van die
waarvan op dit oogenblik druk gebruik
werd gemaakt. Ook stond er een fleschje
met een kleurlooze vloeistof, dat er als
een apothekersfleschje uitzag. Aan een
andere tafel waren twee jonge vrouwen
met kortgeknipt haar ijverig bezig met
het opvouwen van broeken en jassen in
verschillende kleuren en van verschil
lend snit, waaronder jassen van schapen
vacht haast even veelvuldig voorkwa
men als de gewone burgerkleeding.
Toen Kata achter Dembowsky de ka
mer betrad, richtte zich 'n kring' van oo
gen op haar, waarin verwondering en
nieuwsgierigheid" om den voorrang stre
den. Toen zij in het licht der lamp waren
gekomen, stonden de mannen op, som
migen haastig, anderen met tegenzin hun
voorbeeld volgend, terwijl de beide vrou
wen op de achtergrond even ophielden
met werken en haar oogen wijd open
sperden bij deze onverwachte verschij
ning.
,,U heeft ons iets te zeggen, wil plaats
nemen", zei de man aan het hoofd der
tafel, naar een onbezetten stoel wijzend.
Katya ging zitten en keek naar de ge
zichten voor haar. Een wonderlijke ver
zameling! Er waren nobele gezichten
onder en verloopen, roekeloosheid sprak
uit sommige blikken, anderen maakten
zenuwachtige gebaren. Alles bijeenge-
kelinge en onderwijzeres aan de leer
school, overhandigde een bouquet aan
mevrouw Dekker,
De volgende spreker was de heer C.
Leune, een der huidige kweekelingen
en voorzitter van de kweekelingen-ver-
eeniging „Concordia". Hij Wees erop,
dat de heer Dekker altijd gereed staat,
de kweekelingen met raad en daad te
helpen. Men is er trotsch op den heer
Dekker als directeur te hebben. Spr.
uitte ook de beste wenschen voor de
toekomst en bood een boekwerk aan,
terwijl een kweekelinge aan mevrouw
Dekker bloemen aanbood.
De heer A. G. J. Lichtendahl, een
der aanwezige oud-collega's van den
jubilaris sprak namens vele oud-leera
ren der school en verzekerde dat allen
groote waardeering hebben voor den
heer Dekker, Een der niet aanwezige
oud-collega's schreef o.a. „een hoog
staand iemand en een hartelijke colle
ga en mensch". Spr. hoopte, dat het
den heer Dekker ook in de toekomst
goed moge gaan en bood namens allen
een vulpen aan.
Ds. M. van Empel, godsd'enstleer-
aar aan de kweekschool verzekerde,
dat het nimmer zijn bedoeling is ge
weest een schootje te stichten in de
school, zooals men het wel eens wilde
doen voorkomen,. M.aar wel ziet spr.
de kweekelingen anders dan de ande
re, leeraren en ook de heer Dekker zal
dit doen en daardoor weet hij hoe die
leerl ngen van den jubilaris geen kwaad
kunnen hooren, Spr. meent, dat de heer
Dekker één fout heeft en wel dat hij
te bescheiden is. Dit k,an spr. zeggen
omdat hij en de jubilaris oude kennis
sen zijn. De heer Dekker had 10 jaar
eerder het zilveren feest moeten kun
nen vieren, opdat hij nog het 40-jarig
jubileum had kunnen bereiken. Spr,
hoopte, dat den jubilaris nog jaren van
veel levensblijheid geschonken moge
worden.
Mr. P. C. de Jonge, directeur v,an
de Handelsdag- en Avondschool voer
de het woord tot den -heer Dek
ker als oud-leeraar aan die school,
men spreekt daar altijd met groo
te waardeering over hem. Maar
spr. wil ook wijzen op de zware jaren,
die zoowel het kweekschool Ms het
handelsonderwijs doormaken en de
hoop uitspreken, dat de heer Dekker
die te boven zal komen.
De heer P. Luteijn, oud-hoofd der
leerschool wees er op, dat bij de komst
van den heer Dekker de verhouding
tusschen de personeelen van kweek
school- en leerschool heel anders was
dan nu. Toen kende men elkaar niet.
D,at is gelukk g grondig veranderd en
de omgang is nu als spr, het zeggen
mag, collegiaal.
De heer J. W, Almekinders, he*
nieuwe hoofd der leerschool, zeide niet
vergeten te zijn, dat hij zelf op de
kweekschool was en hij weet den heer
Dekker niet alleen te moeten beschou
wen als chef maar ook als medelevend-
onderwijs-man. Spr. verzekerde alles
te willen doen om den goeden naam
van de school hoog te houden.
De heer A. Petermeijer sprak als oud
ste vriend d e aanwezig kon zijn, en
herinnerde er aan, dat hij en de heer
Dekker samen de eerste schreden op
het levenspad hebben gezet. De heer
E, P. Zandijk wilde niet (achterblijven
met zijn gelukwensch, omdat hij eens
één dag de directeur van den heer
Dekker is geweest. Tenslotte sprak de
heer D, Kostenhoofd der school te
Oosterland als iemand, die kweekeling
was toen de heer Dekker aan de school
kwam. Ook hij kon verzekeren, d,at
men direct voelde een goed en humaan
docent te hebben gekregen.
Hierna heeft de heer Dekker dank
gebracht. Hij wilde eerst niets van een
huldiging weten, doch de leden van
het comité dachten er anders over en
nomen deden zij denken aan een hand
vol avonturiers van verschillende her
komst, maar zij hadden allen dien trek
gemeen, welke dweepzucht kenmerkt.
Doch de man aan het hoofd van de
tafel was g'een avonturier, of het moest
zoo diep in hem verborgen liggen, dat
het niet was na te gaan. Een groote,
vlaschblonde man, netjes maar eenvou
dig gekleed, met een kalm, ietwat alle-
daagsch gezicht, dat allen schijn had
van onverstoorbaar van uitdrukking te
zijn. Hij had Katya verzocht te gaan
zitten en nu, toen hij zag, dat zij het
nog steeds te kwaad had met haar ze
nuwen, op zeer kalme wijze zijn vraag'
herhaald, of zij wat te zeggen had. on-
dertusschen zijn horloge voor den dag
halend als om haar er aan te herinne
ren, dat de tijd kostbaar was. Terwijl
zij trachtte op adem te komen, begon zij
daar op te spreken, aanvankelijk zoó
zacht, dat zij, die aan het einde van de
iange, smalle tafel zaten, zich naar voren
bogen om haar te verstaan. Haar liefde
voor Tadeusz Swigeïlo, de verbreking
der verloving en de reden daarvan,
haar besluit om hem, 't koste wat het
wil, te redden, dat al'es werd door haar
voor die vreemden onthuld, onbarm
hartig zonder eenig schaamtegevoel,
zonder aan zich zelve te denken, enkel
met de bedoeling om hen warm te ma
ken voor hem. Toen de woorden sneller
over haar lippen kwamen, duidelijker
waren te verstaan, welsprekender wa
ren, begonnen de oogen der mannen, al-
Neem daar nu eens een paar "AKKERTJES"
voor en lol Uw verbazing en welbehagen
zal de pijn verdwijnen. AKKER-CACHETS
helpen uitslekend bij Rheumaliek, Rheuma-
tische zenuwpijn, Lendenpijn, Spit, Spier
pijn, Gevatte Koude, enz, "AKKERTJES"
kosten slechts 52 cent per 12 stuks. Overall
spr. brengt hen dank voor de gegeven
moeite. Spr. liet de verschillende spre
kers de revue passeeren, dankte allen
voor de woorden en geschenken. Spr.
herinnerde ook met waardeering aan
de vorige directeuren, de heer Nijk en
Zuiderveld. Op aandrang van laatstge
noemde solliciteerde spr. naar het di
recteurschap en hij heeft er later nooit
spijt van gehad. Tot de leerlingen zegt
spr., dat men wel eens straf moet uit-
deelen, maar „kleine geschenken onder
houden de vriendschap". Ten slotte
noodigde spr, alle u t op de des avonds
door Concordia te geven uitvoering
met feestavond aanwezig te willen zijn.
Hierna, werd de thé aangeboden.
Des avonds kwam men ter zelfder
plaatse weer bijeen en 's nog eenige
uren vroolijk het jubileum gevierd.
In vrijheid gesteld.
Zekere J L. B,, zonder vaste woon-
of verblijfplaats, die eenigen tijd gele
den door de politie te Axel, werd aan
gehouden als verdacht van oplichting
gepleegd in Zeeuwsch Vlaanderen, is
thans wederom op vrije voeten gesteld.
Ver. van Jong Hervormden,
Op initiatief van de dames P. Stok en
L. van Dalen werd te dezer stede een
„Vereeniging van Jong Hervormden" op
gericht. In de Vrijdagavond gehouden
vergadering, in welke de kerkeraad ver
tegenwoordigd was en ds. De Vries het
woord voerde, gaven zich 24 personen
als lid op. Een bestuur zal in een vol
gende vergadering worden gekozen.
BOVENHUIS UITGEBRAND,
Zondagmorgen, omstreeks kwart voor
elf werd door eenige omwonenden een
korte knal gehoord, terwijl onmiddel
lijk daarna de ruiten sprongen van het
bovenhuis St. Jacobstraat 3 en de
vlammen naar buiten sloegenj. In dit
pand is gevest'gd de vleeschhouwerij
van den heer W. A. te Roller, terwijl
de bovenwoning sedert korten tijd
werd verhuurd aan de familie Battem,
waarvan de vrouw het beroep van
„helderziende" uitoefent.
Onmiddellijk werd de politie gewaar
schuwd, d e binnen een paar minuten
met de spuit aanwezig w,as en spoedig
met één slang op de waterleiding het
vuur aantastte; onderwijl was ook de
brandweer gealarmeerd. Fel laaiden de
vlammen naar buiten en het z.ag er in
den beginne zeer angst'g uit, vooral
daar in deze nauwe winkelstraat het
gevaar voor uitbreiding niet denkbeel
dig mocht heeten. De aan de overzijde
gelegen bakkerswinkel v,an den heer
Bosselaar en de galanteriezaak van
den heer Van Boven, hadden het dan
ook spoed g zwaar te verduren. In een
len gericht op haar sprekend gelaat, dat
zooveel meer zei dan zij zelf in woorden
kon uitdrukken, te glinsteren, enkelen
te fonkelen, en de beide vrouwen kwa
men dichter bij, keken haar aan met 'n
belangstelling, die, wat meer kritisch,
toch niet minder oprecht was.
Toen zij ophield, met smeekende
oogen om zich heen ziende, heerschte er
eerst een oogenblik stilte, daarna ver-
anderde men algemeen van houding,
verschoof zijn stoel, alsof een betoove-
ring was geweken.
„Gij alleen kunt hem redden door hem
op uw lijst te zetten. Ge zult dat niet
weigeren, g'e kunt dat niet!"
Er volgde niet onmiddellijk antwoord.
Zij keken naar den vlasblonden leider,
alsof men van hem voorlichting ver
wachtte. Katya, die begreep, dat hij in
de eerste plaats de geestelijke leider
was, keek heel over de lange tafel me
de naar hem. Hij alleen had geen spier
op zijn gelaat vertrokken onder haar
woorden, hoewel zijn lichtblauwe oogen
haar even aandachtig als de anderen
hadden aangekeken. Hij sprak nu, rus
tiger dan ooit.
„Wij zouden hem redden als wij het
konden geloof dat wel. Maar de grens
moet ergens getrokken worden en dat
is reeds gebeurd. Zelfs tien is een g'root
getal om in den beschikbaren tijd er
door te sleepen",
„Welk verschil kan nu één opleveren,
één enkele persoon?"
(Wordt vervolgd).