wal een pijn! Onrechtmatig bezit ZEELAND. KRONIEK van den DAG. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 13 SEPTEMBER 1937. No. 215. MIDDELBURG. GOES, VLISSINGEN. Frankrijk en Engeland zullen jacht op de vrijbuiters maken. De conferentie te Nyon, waaraan alle belangrijke staten die aan de Middel- landsche zee liggen uitgezonderd Ita lië deelnemen, mitsgaders Engeland en Sovjet-Rusland, heeft Zaterdag reeds een door alle gedelegeerden goedge keurd ontwerp tot bestrijding der vrij buiterij in de Middellandsche zee opge leverd. Het werd echter nog niet door allen onderteekend, daar enkele afge vaardigden ruggespraak met hun regee ringen wenschten te houden. Men ver wachtte, dat vandaag of morgen ook de ontbrekende handteekeningen er zullen zijn en dan kan het besluit onmiddellijk in werking treden. Het oorspronkelijke plan (een Britsch voorstel), om de Middellandsche zee in zones te verdeelen, waarin dan torpedo jagers van bepaalde mogendheden zou den patrouilleeren, is opgegeven, In de plaats daarvan zal nu vrijwel het gehee- le toezicht door Frankrijk en Engeland worden uitgeoefend. Een vloot van niet minder dan 60 torpedojagers zullen deze mogendheden ter beschikking stellen.' de geheele Middellandsche zee (buiten de territoriale wateren: de strooken langs de kusten) wordt operatie-terrein dezer schepen. Elke onbekende duikboot, wel ke voortaan een koopvaardijschip aan valt het doet er niet toe van welke nationaliteit de koopvaarder is stelt zich bloot aan het onmiddellijk gevaar, tot zinken te worden gebracht. De tor pedojagers zullen de aanvallers zonder vorm van proces beschieten, en zoo noodig achtervolgen, tot ze onscha delijk zijn gemaakt. Volgens marine-des kundigen moet een vloot van 60 torpe dojagers ruimschoots voldoende worden geacht voor dit doeltreffend toezicht. Daar komt dan nog bij, dat Zuid-Slavië, Griekenland, Turkije enz. in hun terri toriale wateren op dezelfde wijze con trole zullen uitoefenen. Het schijnt, dat men ter conferentie nogal geruimen tijd beraadslaagd heeft over de vraag, wat er moet gebeuren, indien een koopvaardijschip niet bij wijze van sluipmoord door een onbekende duikboot, doch openlijk door een duik boot, welke eerst haar nationaliteit be kend maakt, wordt getorpedeerd, en na dat de opvarenden van den koopvaarder gelegenheid hebben gekregen, het schip te verlaten. Het is immers denkbaar, dat een dergelijke openlijke aanval zou ge schieden door een der in Spanje strij dende partijen. De oorlogsschepen van Franco hebben al verscheidene malen koopvaarders van vreemde nationaliteit, die een lading naar het linksche Spanje wilden brengen, aangehouden en de la ding buit gemaakt. Waarom dan niet een stapje verder gegaan? In tijden van oor log moet men met dergelijke dingen nu eenmaal rekening houden. In 1936 is het z.g. protocol van Londen tot stand ge komen, waarbij de mogendheden, welke het onderteekenden (Frankrijk, Enge land, Japan, de Ver. Staten, Italië en Duitschland) hebben beloofd, in geval van vijandelijkheden mekaars pas sagiers- en koopvaardijschepen alleen in den grond te zullen boren op de ge schetste „humane" wijze, dus nadat pas sagiers en bemanning van boord zouden zijn gegaan. De conferentie te Nyon besloot nu, om te bepalen, dat bij zoo'n openlijken aan val de patrouilleerende torpedojagers niet de taak hebben, de aanvallende duikboot (zoo mogelijk) tot zinken te brengen. Óp 't eerste gezicht kan dit schijnen een dwaze bepaling te zijn; een bepaling, welke de beide Spaansche par tijen als 't ware schijnt uit te noodigen, om alle koopvaardijschepen, welke naar Spanje varen, volgens de regelen van het protocol van Londen maar in den grond 64). door DOROTHEA GERARSJÖ Katya sloot een oogenblik haar oogen met een gevoel alsof zij doodelijk ziek was. „Binnen acht en veertig uur". Zij ennnevde zich precies de woorden van haar cavalier. „Dus is ditdit plan de eenige* hoop? i\ „Ja. \i V-l „Wanneer zal het worden uitge voerd?" „Morgennacht". „Dat is dus nog binnen de achtenveer tig uur", zeide zij in zichz'elve. Daarop ging zij hardop voort: „Heeft men zijn naam op de lijst ge zet?" „'Nog' niet. De lijst is gesloten, gelijk ik u zeide. Dat was vóór zijn doodvon nis. Ze zeggen, dat zij er niemand meer op kunnen brengen. Ik probeerde ze over te halen, maar dat gelukte niet. Daarom ben ik naar u toe gegaan. Als a tracht ze te bepraten, dan geloof ik, dat u dat wel lukken zal". „Waar zijn zij?" „In de woning van een partijgenoot, waar zij op dit oogenblik de laatste maatregelen bespreken, Wij komen nog net bijtijds". Met een snelle beweging, nam zij te boren. Zoo is het echter geenszins. Want elke torpedeering van dezen aard blijft in elk geval een oorlogsdaad; een oorlogsdaad tegen het land, onder welks vlag het aangevallen schip vaart. Dat wil zeggen, dat, gingen de Hf,witten" of de „rooden" tot den maatregel over, zij zonder twijfel in conflict met een of meer mogendheden zouden komen. Het recht van oorlogvoerenden werd hun immers niet toegerekend: de Spaansche burgeroorlog is formeel een binnenland sche aangelegenheid van Spanje. Dit wordt in de overeenkomst van Nyon trouwens nog eens nadrukkelijk vastge steld. Men moet het zoo zien: de overeen komst wil slechts de vrijbuiterij der onbekende duikbooten bestrijden en zoo mogelijk uitroeien. Openlijke aanval len van Spaansche duikbooten zouden een geheel ander soort van vrijbuiterij zijn: een vrijbuiterij met politiek relief Gezien de internationale spanningen, is het te begrijpen, dat de conferentie alle politieke eventualiteiten uit haar over eenkomst heeft willen bannen. Duitsch land en Italië zouden wellicht met be zwaren en protesten komen aandragen ook al namen ze niet aan de bespre kingen deel indien deze voorzorgs maatregel niet was genomen. De erva ringen met de niet-inmengingsaffaire hebben geleerd, wat voor rare interna tionale haken en oogen de Spaansche burgeroorlog vermag op te leveren. En als gezegd men vreest niet, dat de Spaansche partijen nu opeens wel Zou den durven, wat ze vóór de conferentie uit begrijpelijke voorzichtigheid nalie ten. Alleen indien Mussolini zoo ver mocht gaan Franco steun te beloven, ook voor het geval het rechtsche Spanje in conflict zou raken met een of meer mo gendheden vanwege openlijke aanvallen op vreemde koopvaarders, zouden er ijselijke dingen kunnen gebeuren. De con ferentie werd echter niet bijeengeroe pen, om dergelijke ijselijkheden onder het oog te zien. KERK EN SCHOOL. Met ingang van 16 Sept. a.s. is tot tijdelijk onderzwijzer aan de Openbare school te Wemielding'e benoemd de heer A J. Jurrij te Hoek, DOODENDAGBOEK VAN HET VERKEER. Kinswerd (Fr,): 2 dooden. Hedennacht te ongeveer half drie reed op den weg Harlingen-Zurich een vrachtauto van de firma Vlietstrak in vollen vaart over den weg. In de cabine naast den chauffeur bevond zich een matroos, terwijl in den aanhangwagen een inwoner van Amsterdam met zijn verloofde had plaats genomen. Toen de auto ter hoogte van Kinswerd kwam, heeft de bestuurder blijkbaar in de duis ternis niet bemerkt, dat een andere vrachtauto, welke bandenpech had ge kregen, stil aan den kant van den weg stond, zoodat hij met vollen vaart op deze auto, zijnde eveneens een tractor met aanhangwagen, stiet. De schok was zoo hevig, dat deze aanhangwagen om kantelde, terwijl de cabine van den aan- rijdenden wagen geheel verbrijzeld werd. Door den schok derden de beide passa giers, de inwoner van Amsterdam en diens verloofde, uit den wagen geslin gerd. Beiden werden zoo goed als op slag gedood. De matroos bekwam eenige ver wondingen van niet ernstigen aard en ook de autobestuurder kwam er met eenige lichte verwondingen af. Naar alle waarschijnlijkheid heeft de stilstaande vrachtauto geen rood achter licht gehad. haar witte japon in de hand bijeen. Zij was niet gaan zitten, toen zij binnen kwam. Had zich niet niet eens den tijd gegund om haar mantel af te doen. „Waar wacht u op?" vroeg zij onge duldig, „Breng me er dadelijk heen". „Ah, ik hoopte al, dat u dat zou zeg gen! Maar moet u niet eerst u wat ver- kleeden?" „Niemand zal mijn kleeren opmer ken", zei Katya, den langen donkeren mantel dichter om zich heen trekkend. „Ik ben klaar om te vertrekken, Pan Dembowski", HOOFDSTUK VIL Tien of elf? Op een nauw portaal stond Katya, na twee houten trappen bestegen te heb ben^ in kostbaar bont gewikkeld, onge duldig te wachten, terwijl Dembowski, die een wachtwoord had gewisseld met den man aan de deur, naar binnen was gegaan om toegang voor haar te vragen, vragen. Zeer spoedig kwam Dembowski weer naar buiten en hield zwijgend de deur voor haar open. Snel en stil gingen zij door een donker voorkamertje, waarin een vettige etenslucht hing, naar een paar grootere vertrekken, in de tweede waarvan ongevieer een dozijn mannen gezeten waren om een tafel met een zeildoek bedekt, terwijl een walmende petroleumlamp er boven hing. Er lagen ook papieren op tafel, het leken of- ficieele stukken en een aantal onge wone voorwerpen, waarna Katya zelfs JUBILEUM K. DEKKER. Huldiging in de kweekschool. Zaterdagmiddag was het gymnastiek lokaal van de Rijkskweekschool te Mid delburg in een feestelijk gewaad gesto ken door planten en bloemen en daarin bewoog zich een opgewekt gezelschap ouderen en jongeren, die samen waren gekomen, om het zilveren jubileum van den heer K. Dekker, den directeur der school te herdenken. Wij merken er behalve leeraren en oud-leeraren, onderwijzers en oud-on derwijzers der leerschool, kweekelingen en oud-kweekelingen, ook op den in specteur van het L. O. in de inspectie Middelburg, hoofden van andere inrich tingen van onderwijs en enkele andere belangstellenden. De heeren C. J. Bakker en W. Spin- naaij kwamen te half drie met den heer Dekker, zijn echtgenoote, zijn dochter en beide zoons de zaal in, waarna de kweekelingen onder leiding van den heer Joh. H. Caro een welkomstlied zongen. Toen allen gezeten waren, nam de heer C. J. Bakker, leeraar aan de Kweekschool het woord, heette allen welkom en herinnerde aan de data uit de loopbaan van den heer Dekker, die wij reeds hebben vermeld. De heer Dek ker is in 1912 uit 70 sollicitanten als op volger van den heer Rank benoemd tot leeraar en in 1928 tot direc teur als opvolger van den heer Zuiderveld. Men kon toen zichzelf, de school en in de eerste plaats den heer Dekker gelukwenschen met deze be noeming. Spr. schetste den jubilaris als een graag geziene collega. Spr. wees op .de moeilijkheden, die ook op het gebied van de kweekschool zich voordoen, en die o.a. maakten, dat deze school de Zeeuwsche Rijkskweekschool is gewor den. Vooral brengt spr. den heer Dek ker dank voor de wijze, waarop hij in deze moeilijke jaren de school leidt. De voornaamste eigenschappen van den ju bilaris zijn: vertrouwen, accuratesse en optimisme. Namens leeraren en leeraressen der kweekschool, onderwijzeressen en on derwijzers der leerschool en oud-perso neel van laatstgenoemde onderwijsin richting bood spr. den heer Dekker een fraaie electrische kroon aan. De heer C. de Wit inspecteur van het l.o. in de inspectie Middelburg zeide, dat hij op Zaterdagmiddag anders niet makkelijk van huis kan wegens zijn spreekuur en hij niet rechtstreeks met de Kweekschool te maken heeft, doch dat de inspecteur van de onderwijzers opleiding, de heer J. J. 't Hart, hem verzocht had namens dezen te komen getuigen van zijn groote waardeering' voor den jubilaris. Spr, is zelf 23 jaar bij het kweekschoolonderwijs wekrzaam geweest en voelt zich daarom nog tot de school, het personeel en in het bijzonder den heer Dekker aangetrokken. Spr. wenscht de jubilaris geluk met dezen dag en uitte zijn beste wenschen voor de toekomst. Mej. M. Minderhoud, onderwijzeres aan de leerschool, sprak namens hon derden oud-kweekelingen en zeide, dal de getuigenis van waardeering voor den heer Dekker geen gelegenheidswoorden zijn, maar oprechte woorden. Spr, schetste den heer Dekker als een vriendelijken leeraar, die zelfs minder in de wiskunde begaafde leerlingen lief de voor het vak weet bij te brengen. Spr. stelde den jubilaris als voorbeeld van een eerlijk mensch. Namens de oud- leerlingen bood spr. een schilderij van den heer Louis Heijmans aan, voorstel lende een vaas met bloemen. Mejuffrouw Caro, eveneens oud-kwee- op dit gewichtige oogenblik met ver bazing keek. Daar lagen scheermessen, zakspiegeltjes, goedkoope beurzen naast een stapel lucifersdoosjes en ongeopen de pakjes sigaretten, gescheiden van die waarvan op dit oogenblik druk gebruik werd gemaakt. Ook stond er een fleschje met een kleurlooze vloeistof, dat er als een apothekersfleschje uitzag. Aan een andere tafel waren twee jonge vrouwen met kortgeknipt haar ijverig bezig met het opvouwen van broeken en jassen in verschillende kleuren en van verschil lend snit, waaronder jassen van schapen vacht haast even veelvuldig voorkwa men als de gewone burgerkleeding. Toen Kata achter Dembowsky de ka mer betrad, richtte zich 'n kring' van oo gen op haar, waarin verwondering en nieuwsgierigheid" om den voorrang stre den. Toen zij in het licht der lamp waren gekomen, stonden de mannen op, som migen haastig, anderen met tegenzin hun voorbeeld volgend, terwijl de beide vrou wen op de achtergrond even ophielden met werken en haar oogen wijd open sperden bij deze onverwachte verschij ning. ,,U heeft ons iets te zeggen, wil plaats nemen", zei de man aan het hoofd der tafel, naar een onbezetten stoel wijzend. Katya ging zitten en keek naar de ge zichten voor haar. Een wonderlijke ver zameling! Er waren nobele gezichten onder en verloopen, roekeloosheid sprak uit sommige blikken, anderen maakten zenuwachtige gebaren. Alles bijeenge- kelinge en onderwijzeres aan de leer school, overhandigde een bouquet aan mevrouw Dekker, De volgende spreker was de heer C. Leune, een der huidige kweekelingen en voorzitter van de kweekelingen-ver- eeniging „Concordia". Hij Wees erop, dat de heer Dekker altijd gereed staat, de kweekelingen met raad en daad te helpen. Men is er trotsch op den heer Dekker als directeur te hebben. Spr. uitte ook de beste wenschen voor de toekomst en bood een boekwerk aan, terwijl een kweekelinge aan mevrouw Dekker bloemen aanbood. De heer A. G. J. Lichtendahl, een der aanwezige oud-collega's van den jubilaris sprak namens vele oud-leera ren der school en verzekerde dat allen groote waardeering hebben voor den heer Dekker, Een der niet aanwezige oud-collega's schreef o.a. „een hoog staand iemand en een hartelijke colle ga en mensch". Spr. hoopte, dat het den heer Dekker ook in de toekomst goed moge gaan en bood namens allen een vulpen aan. Ds. M. van Empel, godsd'enstleer- aar aan de kweekschool verzekerde, dat het nimmer zijn bedoeling is ge weest een schootje te stichten in de school, zooals men het wel eens wilde doen voorkomen,. M.aar wel ziet spr. de kweekelingen anders dan de ande re, leeraren en ook de heer Dekker zal dit doen en daardoor weet hij hoe die leerl ngen van den jubilaris geen kwaad kunnen hooren, Spr. meent, dat de heer Dekker één fout heeft en wel dat hij te bescheiden is. Dit k,an spr. zeggen omdat hij en de jubilaris oude kennis sen zijn. De heer Dekker had 10 jaar eerder het zilveren feest moeten kun nen vieren, opdat hij nog het 40-jarig jubileum had kunnen bereiken. Spr, hoopte, dat den jubilaris nog jaren van veel levensblijheid geschonken moge worden. Mr. P. C. de Jonge, directeur v,an de Handelsdag- en Avondschool voer de het woord tot den -heer Dek ker als oud-leeraar aan die school, men spreekt daar altijd met groo te waardeering over hem. Maar spr. wil ook wijzen op de zware jaren, die zoowel het kweekschool Ms het handelsonderwijs doormaken en de hoop uitspreken, dat de heer Dekker die te boven zal komen. De heer P. Luteijn, oud-hoofd der leerschool wees er op, dat bij de komst van den heer Dekker de verhouding tusschen de personeelen van kweek school- en leerschool heel anders was dan nu. Toen kende men elkaar niet. D,at is gelukk g grondig veranderd en de omgang is nu als spr, het zeggen mag, collegiaal. De heer J. W, Almekinders, he* nieuwe hoofd der leerschool, zeide niet vergeten te zijn, dat hij zelf op de kweekschool was en hij weet den heer Dekker niet alleen te moeten beschou wen als chef maar ook als medelevend- onderwijs-man. Spr. verzekerde alles te willen doen om den goeden naam van de school hoog te houden. De heer A. Petermeijer sprak als oud ste vriend d e aanwezig kon zijn, en herinnerde er aan, dat hij en de heer Dekker samen de eerste schreden op het levenspad hebben gezet. De heer E, P. Zandijk wilde niet (achterblijven met zijn gelukwensch, omdat hij eens één dag de directeur van den heer Dekker is geweest. Tenslotte sprak de heer D, Kostenhoofd der school te Oosterland als iemand, die kweekeling was toen de heer Dekker aan de school kwam. Ook hij kon verzekeren, d,at men direct voelde een goed en humaan docent te hebben gekregen. Hierna heeft de heer Dekker dank gebracht. Hij wilde eerst niets van een huldiging weten, doch de leden van het comité dachten er anders over en nomen deden zij denken aan een hand vol avonturiers van verschillende her komst, maar zij hadden allen dien trek gemeen, welke dweepzucht kenmerkt. Doch de man aan het hoofd van de tafel was g'een avonturier, of het moest zoo diep in hem verborgen liggen, dat het niet was na te gaan. Een groote, vlaschblonde man, netjes maar eenvou dig gekleed, met een kalm, ietwat alle- daagsch gezicht, dat allen schijn had van onverstoorbaar van uitdrukking te zijn. Hij had Katya verzocht te gaan zitten en nu, toen hij zag, dat zij het nog steeds te kwaad had met haar ze nuwen, op zeer kalme wijze zijn vraag' herhaald, of zij wat te zeggen had. on- dertusschen zijn horloge voor den dag halend als om haar er aan te herinne ren, dat de tijd kostbaar was. Terwijl zij trachtte op adem te komen, begon zij daar op te spreken, aanvankelijk zoó zacht, dat zij, die aan het einde van de iange, smalle tafel zaten, zich naar voren bogen om haar te verstaan. Haar liefde voor Tadeusz Swigeïlo, de verbreking der verloving en de reden daarvan, haar besluit om hem, 't koste wat het wil, te redden, dat al'es werd door haar voor die vreemden onthuld, onbarm hartig zonder eenig schaamtegevoel, zonder aan zich zelve te denken, enkel met de bedoeling om hen warm te ma ken voor hem. Toen de woorden sneller over haar lippen kwamen, duidelijker waren te verstaan, welsprekender wa ren, begonnen de oogen der mannen, al- Neem daar nu eens een paar "AKKERTJES" voor en lol Uw verbazing en welbehagen zal de pijn verdwijnen. AKKER-CACHETS helpen uitslekend bij Rheumaliek, Rheuma- tische zenuwpijn, Lendenpijn, Spit, Spier pijn, Gevatte Koude, enz, "AKKERTJES" kosten slechts 52 cent per 12 stuks. Overall spr. brengt hen dank voor de gegeven moeite. Spr. liet de verschillende spre kers de revue passeeren, dankte allen voor de woorden en geschenken. Spr. herinnerde ook met waardeering aan de vorige directeuren, de heer Nijk en Zuiderveld. Op aandrang van laatstge noemde solliciteerde spr. naar het di recteurschap en hij heeft er later nooit spijt van gehad. Tot de leerlingen zegt spr., dat men wel eens straf moet uit- deelen, maar „kleine geschenken onder houden de vriendschap". Ten slotte noodigde spr, alle u t op de des avonds door Concordia te geven uitvoering met feestavond aanwezig te willen zijn. Hierna, werd de thé aangeboden. Des avonds kwam men ter zelfder plaatse weer bijeen en 's nog eenige uren vroolijk het jubileum gevierd. In vrijheid gesteld. Zekere J L. B,, zonder vaste woon- of verblijfplaats, die eenigen tijd gele den door de politie te Axel, werd aan gehouden als verdacht van oplichting gepleegd in Zeeuwsch Vlaanderen, is thans wederom op vrije voeten gesteld. Ver. van Jong Hervormden, Op initiatief van de dames P. Stok en L. van Dalen werd te dezer stede een „Vereeniging van Jong Hervormden" op gericht. In de Vrijdagavond gehouden vergadering, in welke de kerkeraad ver tegenwoordigd was en ds. De Vries het woord voerde, gaven zich 24 personen als lid op. Een bestuur zal in een vol gende vergadering worden gekozen. BOVENHUIS UITGEBRAND, Zondagmorgen, omstreeks kwart voor elf werd door eenige omwonenden een korte knal gehoord, terwijl onmiddel lijk daarna de ruiten sprongen van het bovenhuis St. Jacobstraat 3 en de vlammen naar buiten sloegenj. In dit pand is gevest'gd de vleeschhouwerij van den heer W. A. te Roller, terwijl de bovenwoning sedert korten tijd werd verhuurd aan de familie Battem, waarvan de vrouw het beroep van „helderziende" uitoefent. Onmiddellijk werd de politie gewaar schuwd, d e binnen een paar minuten met de spuit aanwezig w,as en spoedig met één slang op de waterleiding het vuur aantastte; onderwijl was ook de brandweer gealarmeerd. Fel laaiden de vlammen naar buiten en het z.ag er in den beginne zeer angst'g uit, vooral daar in deze nauwe winkelstraat het gevaar voor uitbreiding niet denkbeel dig mocht heeten. De aan de overzijde gelegen bakkerswinkel v,an den heer Bosselaar en de galanteriezaak van den heer Van Boven, hadden het dan ook spoed g zwaar te verduren. In een len gericht op haar sprekend gelaat, dat zooveel meer zei dan zij zelf in woorden kon uitdrukken, te glinsteren, enkelen te fonkelen, en de beide vrouwen kwa men dichter bij, keken haar aan met 'n belangstelling, die, wat meer kritisch, toch niet minder oprecht was. Toen zij ophield, met smeekende oogen om zich heen ziende, heerschte er eerst een oogenblik stilte, daarna ver- anderde men algemeen van houding, verschoof zijn stoel, alsof een betoove- ring was geweken. „Gij alleen kunt hem redden door hem op uw lijst te zetten. Ge zult dat niet weigeren, g'e kunt dat niet!" Er volgde niet onmiddellijk antwoord. Zij keken naar den vlasblonden leider, alsof men van hem voorlichting ver wachtte. Katya, die begreep, dat hij in de eerste plaats de geestelijke leider was, keek heel over de lange tafel me de naar hem. Hij alleen had geen spier op zijn gelaat vertrokken onder haar woorden, hoewel zijn lichtblauwe oogen haar even aandachtig als de anderen hadden aangekeken. Hij sprak nu, rus tiger dan ooit. „Wij zouden hem redden als wij het konden geloof dat wel. Maar de grens moet ergens getrokken worden en dat is reeds gebeurd. Zelfs tien is een g'root getal om in den beschikbaren tijd er door te sleepen", „Welk verschil kan nu één opleveren, één enkele persoon?" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 5