Tienduizenden Zeeuwen juichen H. M. tijdens haar rit door de Zeeuwsche hoofdstad enthousiast toe. Een schoone, ontroerende plechtigheid. De drukte in de morgenuren. De plechtigheid. Het groote moment. BSMSai MIDDELBURGSCHE COURANT dagblad Voor Middelburg, Goes en agent schap Vlissingen 2.30, elders 2.50 per wartaal Week-abonn. in Middelhui g en 3oes 18 ct. p. w. Advertentiën 30 ct. per ?sgel, Ingez. mededeelingen 60 ct. p. r. - Sjj contr. voor beide veel lager; tar. op aanvr. DE GOiSCHE COULANT Uitgeefster: Naamiooze Vennootschap ,,De Middelhurgsche Courant"; Bureaux: Lange Sint Pieterstraat te Middelburg. Telefoon: Redactie 269, Administratie 139 Postrekening no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 17, Aangesloten bij bet Bureau voor Publiciteits waarde der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers. VAN MET KONINGIN EMfU-HINIMENT TE Familieberichten en dankbetuigingen 1—>i regels 2.10, elke r. m. 30 ct. Rubriek „Kleine Advertentiën", ten hoogste 6 regeU, 75 ct. bij vooruitbetaling Adv. Kt! „Brieven" of „Bevragen bureau dezer cou rant" 10 ct. extra Bewijsnommers 5 Van de vroege morgenuren af, wees vandaag alles er in onze stad op, dat er iets zeer bijzonders stond te gebeuren; dat men zich opmaakte om onze geliefde Koningin Wilhelmina na ruim 13 jaar weder binnen de gemeentelijke grenzen te kunnen begroeten, en dat wel juist op den dag, dat Hare Majesteit nu juist 39 jaar geleden op 18-jarigen leeftijd de teugels van het bewind overnam van Haar zoo hoog geëerde moeder, Ko ningin Emma, wier nagedachtenis de Zeeuwen heden op indrukwekkende wijze hebben herdacht. Alles werkte mede om den dag tot een onvergetelijke te maken. Aan den heerlijken blauwen hemel straalde de zon, alsof zij er plei- zier in had haar onontbeerlijk aandeel in het onvoorwaardelijk welslagen bij te dragen. Maar al stond de officieele gebeur tenis op den Dam in het middelpunt der belangstelling, men moest ook zorgen voor de duizenden, die uit geheel Zee land en van buiten de provincie ver wacht werden om de paar uur, die onze Landsvrouwe in ons midden zou zijn, bij te wonen en te kunnen getuigen van hunne aanhankelijkheid. Vooral op den Dam waren vele rappe handen bezig om de laatste toebereid selen te maken, en dit plein voor de toe komst 'n bijzondere Eeteekenis te geven, niet alleen voor stadgenooten, maar voor ieder rechtgeaard Nederlander, die Zeelands hoofdstad komt bezoeken. Alom zag men de vlaggen ontplooien, oud en jong vertoonden zich al spoedig met oranje getooid op de straat en in den loop van den morgen en tegen den middag kwamen de Zeeuwen in steeds grooter aantal de straten vullen en wij, die dit schrijven, dachten terug aan den morgen in Augustus 1924 toen men ook met heele troepen naar het Molenwater trok om te défileeren voor de Konink lijke familie. Wie dat heeft mede ge maakt, vergeet het nimmer. Wel zou het hier een meerstemmige huldebetooging worden, maar een 12000 personen, die door de goede leiding van den heer J. J. Meijboom, hopman der padvinders en zijn vele helpers, langs den weg van den Koninklijken stoet wer den opgesteld, vertegenwoordigden ge heel de Zeeuwsche bevolking. Deze groepen kwamen successieve lijk binnen met treinen, bussen, booten, auto's en fietsen, en op de verschillende aangewezen parkeerterreinen heerschte groote drukte, terwijl zich in de hoofd straten onophoudelijk heele troepen ni n"S^a(^^enoo^en z' voortbewogen. •■i jmeen^e"P°litie, versterkt met 60 rijksveldwachters en 60 maréchaussée's, nam achtereenvolgens de voorgeschre ven maatregelen om het verkeer niet te veel te stagneeren en toch te zorgen, dat tegen het uur van aankomst van de Koningin, alles geregeld was om een af werking van de plechtigheid volgens het programma te verzekeren. Het uur van aankomst nadert. Uit Vlissingen kwam op het ver wachte uur het bericht, dat de motor boot „Prins Willem I" van den Provin cialen Stoombootdienst op de Wester- schelde met de Koningin en gevolg aan boord aan den ponton was gemeerd en dat spoedig de autorit naar Middelburg zou aanvangen. Op den Vlissingschen weg hoorden wij eemgen tijd later de juichtonen, die bij het passeeren van den stoet uit de daar verzamelde personen opstegen. Even later zwenkte de Koninklijke auto den Vlissingschen Singel op. De Koningin was op Middelburgsch grond gebied en voorafgegaan door een auto, waarin de commissaris van politie had plaats genomen, waarop volgden twee agenten te paard en dan de auto met den commandant der rijksveldwacht, werd de glorieuze tocht door Middel burg aangevangen langs de vereeni- gingen, sc olen enz., die man aan man, vrouw aan vrouw, in zes rijen dik langs de route stonden opgesteld en langs de vele honderden die zich zelf een plaatsje hadden weten te verschaffen of die van de woningen uit het voorbijtrekken van den stoet gadesloegen. Het werd een aaneenschakeling van huldebetuigingen aan Haar, die door alle tijden en moeilijkheden heen als de Ko ninklijke beschermster van alle Neder landers, de kroon van Nederland met eere draagt. De klokken van den Langen Jan beierden als teeken dat de Koningin door Middelburg reed. Op den Dam. Op den Dam waren intusschen reeds de vele autoriteiten aangekomen, die op het voor hen bestemde deel hadden plaats genomen, evenals zij, die zich tegen betaling een plaats hadden verze kerd. Aan de ramen en op de stoepen van particulieren hadden velen zich een plaatsje veroverd. De ouden van dagen hadden een afzonderlijke ruimte gereser veerd gevonden. Bij een der particulieren hadden ge- brekkigen gelegenheid om de plechtig heid te volgen. In de tot kiosk herschapen graanbeurs zaten zangeressen uit alle deelen dei- Provincie en het 40 personen sterke or kest gereed om het hun toegedachte deel van het programma uit te voeren onder leiding van den heer A. Bosdijk, terwijl terzijde van de beurs stond opgesteld het Middelburgsch Muziek korps onder leiding van den heer Joh. H. Caro. Onder de wachtenden merkten wij o.a, op den beeldhouwer, den heer H. J. Etienne uit Delft met zijn ouders, zijn vrouw en zijn leermeester prof. Odé, oud- hoogleeraar aan de Technische Hooge- school te Delft, verder leden van Ged. Staten, burgemeesters van tal van Zeeuwsche gemeenten, leden van den gemeenteraad van Middelburg, bestuurs leden van Uit het Volk-Voor het Volk, leden van het Provinciaal en van het plaatselijk comité voor de oprichting van het Monument en vele militaire en civiele autoriteiten. Het is hier nog wel de plaats er op te wijzen, dat zoowel onderweg als hier op het plein alom leden van de trans portcolonne en van de damesafdeeling van het Roode Kruis gereed stonden om zoo noodxg hulp te verleenen en dat bij den waterkant en ook in bootjes in het water leden van de Middelburgsche red dingsbrigade met hetzelfde doel op hun post waren. Uit de verte klonken de juichtonen ten teeken, dat H.M. de Koningin den Dam naderde en even later reed de Ko ninklijke auto voor de tribune, die juist tegenover het monument bij de Graan beurs was opgesteld. Zeeland's Oranje liefde kwam bij deze aankomst wel heel duidelijk tot uiting. Juichend en nog eens juichend verwelkomden de duizenden H.M. in een ontzaglijk enthousiasme. De burgemeester van Middelburg, de heer M. Fernhout, heette de hooge be zoekster hartelijk welkom, terwijl des burgemeesters dochtertje, de jongejuf frouw A. M. A. J. Fernhout, H.M. bloe men aanbood. Het Muziekkorps zette het staande aangehoorde Wilhelmus in. Aan de Koningin werd een luxe uit voering van het programma, voor zoover het de te zingen liederen betrof, aange boden, gebonden in een keurige Oranje omslag. De leden van de hofhouding ont vingen ook den tekst der liederen op fijn papier doch zonder oranje-omslag. Na het Wilhelmus volgde het muziek korps met het Volkslied van Waldeck Op plechtige wijze zongen de zange ressen daarop het steeds zoo mooie „Wilt heden nu treden voor God den Heere". Het was de heer W, de Graaf, voor zitter van het plaatselijk comité en voor' zitter van Uit het Volk-Voor het Volk, wien vervolgens de éer te beurt viel het eerst H.M. toe te spreken. Hij deed dit als vlogt: Rede De Graaf. Majesteit, Het moge mij vergund zijn, U namens 't Plaatselijk Comité voor de oprichting van een monument in Zeeland voor wijlen Hare Majesteit de Koningin- Moeder eerbiedig welkom te heeten. Uwe bereidwilligheid de daad der ont hulling te willen verrichten geeft aan deze plechtigheid meerdere wijding en stemt het Comité tot groote dankbaar heid. Spoedig na het overlijden van Hare Majesteit de Koningin-Moeder nam de Middelburgsche vereeniging „Uit het Volkvoor het Volk", die in haar 70- jarig bestaan bij belangrijke gebeurte nissen in ons geliefd Vorstenhuis immer leiding gaf aan de herdenkingen hier ter stede, het initiatief tot de oprichting van een standbeeld voor Haar, die voor ge heel ons volk een Moeder is geweest. Overeenkomstig het leven en werken van de geliefde Landsvrouwe is in alles de grootste eenvoud betracht. De inza meling bestond hoofdzakelijk uit vele kleine giften, o.m. hebben leerlingen van alle inrichtingen van onderwijs hun pen ningske geofferd. Hoe treffend bleek, dat wij ons niet in onze provinciegenooten hadden ver gist; uit alle 106 gemeenten kwamen uit de meest uiteenloopende kringen sympa thiebetuigingen met en bijdragen voor de oprichting van een gedenkteeken binnen. En nu Uwe Majesteit tot ons zijt ge komen om de onthulling van het monu ment Uwer geliefde Moeder te ver richten, hebben de Zeeuwen steeds verknocht aan hun dierbaar Vorstenhuis zich bij duizenden opgemaakt, om door hun tegenwoordigheid bij deze plechtigheid te getuigen van hun groote dankbaarheid en liefde voor wijlen Hare Majesteit de Koningin-Moeder; met recht kan hier worden gesproken van een Zeeuwsch Monument. Eenstemmig werd uit de inzendingen het ontwerp gekozen van den begaafden beeldhouwer Etienne uit Delft; mogen wij den kunstenaar dankzeggen voor de wijze, waarop hij het ontwerp tot uit voering bracht. Wederom éénstemmig besloot het Prov. Comité tot plaatsing van het mo nument in de hoofdstad die gedurende eenige jaren inwoning mocht verleenen aan den Vader des Vaderlands. Het Comité aan het einde van haar taak met liefde en toewijding ver vuld brengt dank aan allen, die door hun steun de totstandkoming van het monument hebben mogelijk gemaakt. Moge dit gedenkteeken, dat door een drachtige samenwerking is verrezen, aan het nageslacht getuigen van de liefde en dankbaarheid der Zeeuwen voor wijlen Uwer Majesteits Koninklijke Moeder. Nadat de heer De Graaf had uitge sproken nam de Commissaris der Ko ning, jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford, het woord en sprak de volgende rede uit. Rede jhr, Quarles van Ufford. Majesteit! Het zij mij vergund mij allereerst aan te sluiten bij de woorden van welkom, welke de voorzitter van de plaatselijke vereeniging „Uit 't VolkVoor 't Volk" tot Uwe Majesteit heeft gesproken. Zee land, dat sedert eeuwen steeds zoo nauw verbonden is geweest aan het Huis van Oranje, stelt het op zeer hoogen prijs Uwe Majesteit binnen zijne hoofdstad te mogen begroeten en is Uwe Majesteit bijzonder erkentelijk, dat het Haar be haagd heeft aan de plechtigheid, welke straks voltrokken zal worden, door Hare tegenwoordigheid grooten luister bij te zetten. Ons Vorstenhuis en ons Vaderland hebben gedurende de laatste jaren, da gen van diepe smart en rouw gekend, welke, Gode zij dank, gevolgd zijn dooi dagen van onuitsprekelijke vreugde. De tijd moge een heelmeester voor vele onzer smarten zijn, de vreugde moge ons leed doen verzachten, ons dage- lijksch werk moge ons ten volle op- eischen, dit alles neemt niet weg, dat nimmer in ons kan worden uitgewischt de ons zoo dierbare herinnering aan hen, die ons lief waren en die ons met op rechte liefde hebben omringd. De nage dachtenis in het bijzonder aan onze moeder is ons heilig en in het diepste van onze ziel blijft het vuur van innige vereering voor haar, die ons met hare teedere zorgen omgaf, onuitbluschbaar branden. Dit geldt ook de Hooge Lands vrouwe, die voor Haar volk de Konink lijke Moeder is geweest. De golf van op rechte vreugde, die aan het einde van het vorige jaar en bij den aanvang van dit jaar over ons Volk is heengestreken, heeft evenmin als de jaren die voorbij gingen, ook maar in eeniger mate kunnen dooven de innige gevoelens van liefde, toegenegenheid en dankbaarheid, welke ons volk heeft gekoesterd en steeds za! blijven koesteren voor wijlen Koningin Emma. De ruime plaats, welke Zij in de harten van het Nederlandsche Volk in nam, zal ons steeds met eerbied en er kentelijkheid aan Haar doen terug denken. Groot en algemeen was de ontroering en verslagenheid, die zich in Maart 1934 ook van de ingezetenen van het Zeeuw Ook Zeeland, dat het voorrecht heeft gehad, wijlen H.M. eenige malen binnen zijne grenzen te mogen ontvangen, zal steeds de meest dankbare herinnering aan Haar behouden. Het laatste bezoek van H.M. de Ko ningin-Moeder aan Zeeland vond plaats op 1521 Mei 1928. Onder streng in cognito logeerde H.M. toen in het Grand Hotel Britannia te Vlissingen, van waar uit meerdere deelen der provincie wer den bezocht. Incognito wandelde H.M. over het drukke Middelburgsche marktplein; in cognito schaarde H.M. zich in het Kerk gebouw te Vlissingen en te Middelburg onder de toehoorders eener godsdienst oefening, incognito bezocht H.M. o.a. de inrichting „Kinderzorg" en onderhield zich aldaar op Haar eigen vriendelijke en minzame wijze met de talrijke aan wezige kinderen. Incognito als Vorstin, maar overal toch herkend door de Ma jesteit van Haren eenvouü en Hare lief talligheid. Op de velen in deze provin cie, die Haar in die dagen hebben mogen aanschouwen, heeft dit bezoek een on- vergetelijken indruk gemaakt. Alhoewel H.M. zichzelve reeds in den loop van Haar leven een gedenkteeken heeft opgericht in de harten van onze landgenooten, zoo fneende men toch ook in de!ze provincie, die in liefde voor het Vorstenhuis voor geen der zusterge- westen wil onderdoen, een eenvoudig, maar H.M. waardig monument, te Harer sche Gewest meester maakten, toen de j nagedachtenis ie moeten oprichten, tot treurige mare werd vernomen, dat het stand gebracht door een zoo groot moge- God behaagd had onze Koningin-Moeder[ijk aantal Zeeuwen, die gaarne bereid tot een hooger leven op te roepen. In i waren zich voor dat doel eene opoffe- woord en geschrift kwamen de gevoe- j rjng te getroosten. Uit alle Zeeuwsche lens van deernis, smart en rouw op treffende wijze tot uiting en daarnaast ook de gevoelens van dankbaarheid en erkentelijkheid voor al hetgeen de ont slapen Vorstin als Koningin, als Ko ningin-Moeder, als Koningin-Regentes, als Grootmoeder onzer Prinses en als de edele, hoogstaande Landsvrouwe, steeds bereid om hulp en troost te brengen aan zieken, armen en treurenden, voor ons land en voor ons volk is geweest. Een ieder prees Hare groote gaven van hart en hoofd en de nobele karaktereigen schappen, welke Haar tijdens Haar zegenrijk, Haar rijk en dienend leven steeds hebben gesierd. „Groot, zoo sprak wijlen H. M. eenmaal zij een volk in alles, waarin een klein volk groot kan zijn." De groot heid van ons Volk komt ook tot uiting in de mate van liefde en trouw, waar mede het zijn Vorstenhuis omringt, als mede in de oprechte en blijvende ver eering voor Haar, die meer dan een halve eeuw in onovertroffen toewijding aan Hare hooge roeping ons Volk ten zegen is geweest. Is het noodig de groote beteekenis, welke het leven van H.M. de Koningin- Moeder voor ons vaderland heeft ge had, thans nog uiteen te zetten? Haar beeld dragen wij in ons hart. Het wil mij voorkomen, dat een ieder onzer nog er van doordrongen is, hoe Zij, die nooit zich zelve zocht, steeds het welzijn van het Huis van Oranje en van Haar Volk met al de kracht van Haar onuitputte lijke liefde voor oogen had en hoe Zij lief en leed steeds met ons heeft ge deeld. De rijke vruchten, welke Hare groote toewijding aan 's lands belangen en aan het Nederlandsche Volk in breede kringen heeft geschonken, zijn onsterfelijk. Haar troostvolle woorden blijven ons naklinken, Haar vriendelijk oog, al moge het voor eeuwig zijn ge sloten, heeft in veler hart een lichtstraal doen opgaan, Haar werk in het bijzonder op het gebied der liefdadigheid en der weldadigheid houdt stand, Haar groote eenvoud, Haar vroomheid, Haar min zaamheid, Haar warme en oprechte be langstelling in het lot van zieken en on- gelukkigen, zullen immer onvolprezen blijven. Wanneer men in stilte een terugblik werpt op de jaren, welke wijlen Koningin Emma in ons vaderland heeft doorge- gemeenten kwamen bijdragen binnen, de meest uiteenloopende kringen der be volking, de geheele burgerij omvattende, hier en daar door schoolkinderen bijeen gebracht. De keuze der Commissie viel op het ontwerp van den heer Etienne. Namens het Comité moge ik dien beeldhouwer dank zeggen voor de wijze, waarop hij zich van zijn taak heeft gekweten. En hem hulde brengen voor zijn werk. Met meesterlijke hand is de heer Etienne er in geslaagd een m.i. treffende gelijkenis te bereiken. Naast Koninklijke rust en Koninklijke waardigheid, straalt van het gelaat de lieftalligheid en vroomheid, die Koningin Emma in zoo ruime mate eigen waren. Ook aan de Comité's die zich met de inzameling der bijdragen en met de uit werking der plannen hebben heiast, breng ik hierbij oprechten dank. In het bijzonder geldt dit het Middelburgsch Werkcomité, dat met zoo groote toe wijding zich voor het beoogde doel heeft ingespannen. Moge dit gedenkteeken, dat in een drachtige samenwerking is opgericht, onder God's hoede steeds blijven ge tuigen van onze liefde voor het Huis van Oranje, alsmede van onze liefde en dankbaarheid jegens de Koninklijke Moeder, wier liefdhebbend hart ons allen heeft omvat. Het zij mij thans veroorloofd Uwe Majesteit uit te noodigen tot de onthul ling van het monument te doen over gaan. H. M. betuigde hierop haar grooten dank en erkentelijkheid voor de aanhan kelijkheid der Zeeuwen jegens Hare komnklijke Moeder, blijkende zoo overtuigend uit de oprichting van dit gedenkteeken. H.M, ging daarop over tot de onthulling. Zij deed dit door op een bel- knopje te drukken, waarop een zestal Middelburgsche jongedames en wel T. Graafhuis, R. Hoogstra, T. Huizinga, A. Lambermont, T. Snethlage en H. Weijl, ieder een der zes deelen van het doek dat het monument nog aan het oog ont trok wegnamen; direct daarop werd de mast, waaraan het kleed bevestigd was, gestreken. Het monument was nu voor aller bracht, dan worden wij vervuld met dankbaarheid allereerst jegens God die aanschouwen Hare Majesteit aan ons land en volk^ heeft geschonken, maar daarnaast ook innige dankbaarheid jegens Haar, voor wie, hoe afwisselend Haar leven ook is geweest, hoe veelvuldig en zwaar de taak, welke op Haar schouders rustte, geen moeite, geen arbeid, geen liefde volle zorg ooit te veel zijn geweest. Na de onthulling verliet de Koningin de tribune en begaf zich over den looper, die ter plaats was gelegd, naar het Mo nument, om als eerste een krans neer te leggen aan den voet van het monu ment ter eere van Haar onvergetelijke Vorstelijke Moeder.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 1