GEMENGD NIEUWS. 15= Philibert van Borsselen, een Zeeuws dichter uit de zeventiende eeuw. GOES. VLISSINGEN. ZUID-BEVELAND. aan het pogen de klanten aan zich te binden. Ten slotte zij heden nog ge noemd de firma De JagerTolhoek in de Wagenaarstraat, die vooral het nieuwste in muurbedekkingen naar vo ren brengt. Aanvankelijk dachten wij, dat de be doeling van de etalage bij den heer W. J. Camper was, dat na iedere seconde een der poppen verschijnt. Bij nadere beschouwing blijkt, dat het gaat om te bewijzen dat het „Junghans" horloge voor alle categoriën van personen het juist loopende horloge is. DE KLOKKEN BEPROEFD. Het w.as gisteren bezoekdag voor den Abdijtoren en op dien dag komt het nog al eens voor, dat bezoekers, niettegenstaande het verbod, hun krachten op de klokken probeeren. Toen het gisteren maar aan bleef hou den, zijn er verschillende minder vrien delijke woorden gesproken over de la waaimakende vreemdelingen en zelfs kwam de vr.aag tot ons of men het be zoek aan den toren maar niet geheel zou verbieden. Andere meenden, dat het klokgelui op iets ernstigs of prettigs wees, en vroegen ons telefonisch inlichtingen. Wij konden die toen niet verschaffen, doch thans weten wij het wel. Men was bezig.... de klokken te probeeren, die a.s. Maandag dienst moeten doen bij het Koninklijk bezoek. De rustige be zoekers van dezen dag gaan dus geheel vrij uit. De werklieden van gemeente werken waren de gedwongen rustver stoorders. MUZIEK. Hedenavond maken „Oefening na den Arbeid" en het pijperskorps „Juliana' een wandeling door de stad. Morgen, Zaterdagavond wacht Middelburg en haar gasten van elders iets heel bijzon ders op muzikaal gebied. Te 8 uur vangt op de Markt een con cert van het Middelburgsch Muziek korps aan, waarvan te ongeveer 9 uur als achtste nummer zal worden gegeven „De slag bij Waterloo". In dit bij vele ouderen nog van vroeger bekend stuk ontbreken ook de echte schoten niet en dank zij de medewerking van den gar nizoenscommandant mogen enkele leer lingen van de S.D.O.A. onder leiding van een onderofficier voor het geweer vuur zorgen. Voor een bijzondere ver lichting zal ook worden zorg gedragen. Na afloop van het concert wordt nog een muzikale ommegang gemaakt, waar aan de signaalafdeeling van „Achilles medewerkt. Maandagavond, den grooten dag, van de onthulling van het Monument op den Dam, zal op de Markt een concert van het Middelburgsch muziekkorps plaats hebben en wel van half 8 tot half tien, zoodat ook de gasten uit Goes dit ge heel kunnen medemaken, en die uit Westelijk Zeeuwsch Vlaanderen als zij met de boot van 9 uur overgaan, toch ook het eerste deel. Dr. P. E. Muller, De dichtwer ken van Philibert van Bors selen, Een bijdrage tot de studie van zijn taal en stijl (Ac. proefschriftl. Gronin- gen-Batavia, J. B. Wolters' U. M,, 1937. /(n.s.) Een der aantrekkelijkste figuren uit de dichterkring van de „Zeeuscne Nachtegael", de bundel waarmede de Zeeuwse dichters in 1623 acte de pré- sence gaven, is ongetwijfeld Philibert van Borsselen. Als afstammeling uit een zijtak van het bekende Zeeuwse geslacht werd hij, waarschijnlijk tussen 1570 en 1575, te Goes, waar zijn vader baljuw w.as, geboren. Hij studeerde te Leiden, vermoedelijk 'n de rechten, en vestig de zich vervolgens te Tholen, waar hij van 1617 tot 1625 met tussenpozen bur gemeester, en als zodanig tevens lid van de Staten van Zeeland was. In 1625 werd hij rentmeester-generaal beoosten Schelde; tengevolge van deze benoe ming verhuisde hij n,aar Zierikzee. maar hij stierf aldaar reeds op 17 Januari 1627. Adriaen Hoffer, een ander Zeeuws dichter, volgde hem op. Dit wat betreft de uiterlijke levens omstandigheden van deze zeventiende eeuwer, wiens naam stellig niet tot in onze eeuw zou zijn blijven voortleven als hij niet tevens de dichter was van een tweetal vrij uitvoerige gedichten, de „Strande" en „Den Binckhorst", die blijk geven van een onmiskenbaar poë tisch talent en hem onder de dichters uit het eerste kwart der zeventiende eeuw een vooraanstaande plaats ver lenen. Verheugend is daarom, dat de heer P. E. Muller, die onlangs aan de Universiteit van Utrecht op een stu die over Van Borsselen's taal en stijl de doctorsgraad verwierf, al het werk van deze dichter heeft herdrukt, en wel voorzover zijn beide grotere gedichten betreft in de vorm van fotocopieën We kennen van hem verder nog een lofdicht terwijl hij voor de „Zeeusche Nachte gael" een echo-dicht afstond. De „Strande" (1611) is geïnspireerd door het schelpenk,abinet van Cornelis van Blyenburgh, heer van Dortsmonde, door zijn huwelijk met Martina van Borsselen aan de dichter verzwagerd. DE COMMISSIE VOOR BIJZONDERE NOODEN. De heer P. A. E. Schrijver, secreta ris van de „Commissie van Samenwer king voor Bijzondere Nooden", ver zoekt ons opname van het volgende: Toen het Nationaal Crisis Comité werd opgeheven, is door den burge meester op aandrang van den Minister van Binnenlandsche zaken, 'n C-Com- missie in het leven geroepen om steun te verleenen aan kleine, middenstan ders die door bijzondere nooden (crisis, z ekte e.d.) in moeilijkheden verkeeren en die door een gift ineens, zoo moge lijk voor goed, in elk voor geval voor iangen tijd, kunnen worden behoed voor regelmatige ondersteuning door Armbestuur of Diaconie. Onder den naam van „Commissie van Samenwerking voor Bijzondere Nooden te Goes" is deze Commissie door het later opgerichte „Nationaal Fonds voor Bijzondere Nooden" te Den Haag, officieel erkend en kan daardoor onder bepaalde omstandigheden een beroep doen op dit fonds voor aanvul lenden steun. In deze Commiss'e hebben zitting: het bestuur van het voormalig Crisis Comité en 5 leden resp., aangeweïen door de Diaconie der Nederl. Hervorm de Kerk, de Diaconie der Geref. Kerk, de Diacon e der Vrij Evangelische Ge meente, het R.K. Armbestuur en het Burgerlijk Armbestuur. Door het college van B. en W. werd toestemming verleend tot het houden van een wekelijksche collecte. In het tijdvak van 1 Mei 1936 tot 1 Mei 1937 bracht deze collecte in totaal op f 2763,13; van het Nationaal Fonds voor Bijzondere Nooden werd een bedrag van f 1253 ontvangen, in totaal een ont vangst van f 4016,13. De uitgaven be droegen over d,at tijdvak f 4042,73. In totaal werden 76 aanvragen om steun ontvangen. Na ernstig onderzoek en in enkele gevallen in samenwerking met de betrokken Diaconie ol Armbestuur konden 43 gevallen van steun in aan merking komen. Deze steun w.as meest al een gift (ineens, terwijl in enkele gevallen een voorschot werd verleend. De Commissie betu'gt hierbij haar hartelijken dank aan allen, die de we kelijksche collecte steunen en daardoor dit werk mede mogelijk maken. Tot haar leedwezen ziet de commis sie echter de laatste weken (vacantie) een sterke achteruitgang in de op brengst der collecte en zij doet daarom een ernstig beroep op de Burgerij de collecte te blijven gedenken. Een voor treffelijk werk wordt hiermede ge steund. Naar Middelburg, Naar men ons mededeelt hebben reeds 800 personen, leden van allerlei vereenigingen zich aangemeld om op 6 September a.s. in verband met het Koninklijk bezoek, naar Middelburg te gaan. Door verschillende vereen'gingen zal bij het te onthullen monument een krans worden gelegd. Zijn belangrijke verzameling „schelpen, kinck-hornen, ende andere wonderlicke zee schepselen" is echter slechts het weefgetouw waarop Van Borsselen zijn weefsel uitspint, en zijn gedicht is het tegengestelde van een dorre op somming van rariteiten: het is een be zielde beschrijving geworden van de zee en haar schatten, „tot lof v,an den Schepper aller dingen". Al dadelijk treft de forse aanhef, waarin de dichter de ?eegod Neptunus aanroept: O die langs 't woeste Meyr met dijn geschubde Peerden In een blauw coets' omrenst den ronden cloot der Eerden, Vorst des asuren Velds, loss' eens den natten toom, Com spoel dijn souten b,aerd op desen soeten stroom Leg d' elger 1) uyt de hand, end laet d' halfvissche scharen Met uw' Meerminnen schoon hier haren reye paren Thoon my dijn rijcken schaft niet 't silver ofte goud Dat dijn ghelasen 2) huys voor ons verborghen houc Der Gierigaerden wensch, maer t' were van dijne handen T' gheen du werpst wijd end breed langs aen de dorre stranden Verleen my goeden wind, laet .dijner baren schuym T'wijl ick dijn rijck beseyl bevochten mijne pluym Het geslacht dat de alexandrijn in haar nauwsluitende keurs zou rijgen was nog niet geboren, en Van Borsselen weet de twaalfvoetige versregels met hun beurtelings staand en slepend rijm nog met die zwierigheid te hanteren die de besten onder de rederijkers ei gen was. Al dadelijk blijkt hier ook de invloed van de Franse dichter Du Bar tas, n gevoel voor de natuur en haar schoonheid en in verrijking van de taal met zelfgezochte woorden. Achtereenvolgens beschrijft Van Bors selen dan de dieren, de vogels en de gewassen der zee in het algemeen, en vervolgens de schelpen in het bijzonder Uit een groot aantal klassieke schrij vers over de natuur heeft hij zich de brede kennis verworven, waaruit hij te kust en te keur kan putten, maar ook het betrekkelijk recente „Reysbouck" De werkloozen, die in verenigingsver band naar Middelburg gaan, zullen door middel van hun vereeniging vrijstelling van stempelen kunnen krijgen, VREEMDELINGENMISèRE. De politie alhier heeft het den laatsten tijd weer erg druk met de vreemdelin gen. Het meest zijn het Duitschers, die naar Engeland oversteken, aldaar wor den geweigerd, waarop zij met de mail boot hier terugkeeren en aan de poli tie worden overgeleverd, die hen dan meestal weer over de grenzen des rijks geleid. Dit gaat echter niet altijd op en zoo ontstaan dan vaak voor de politie heel moeilijke situaties. Zoo bevindt zich reeds eenige dagen een Japanner op het bureau, die reeds 15 jaar in Duitschland woonde, doch om politieke redenen dit land. ontvluchtte en er niet meer heen wil, omdat hij door de politie aldaar wordt gezocht. In En geland werd hij echter geweigerd, an dere landen stellen geen prijs op hem, middelen van bestaan heeft hij niet, zoo dat dit één van de moeilijke problemen voor de politie is. Waarheen met dezen Japanner? Met drie Duitsche Joden verging het weer anders. Ook zij gaven voor politie ke vluchtelingen te zijn en in Engeland waren ook zij geweigerd. Twee van hen hadden echter geld genoeg, dus konden zij in ons land blijven, doch de derde had geen middelen van bestaan en daar om verkoos hij toch maar liever naar Duitschland terug te keeren, omdat het in een Nederlandsche politiecel ook niet zoo prettig is. Wij schetsen hier slechts enkele ge vallen van de velen die de Vlissingsche politie krijgt te behandelen. V reemdelingenbezoek. Hoewel thans het badseizoen, officieus is geëindigd, schijnen er aan de Belgi sche badplaatsen toch nog heel wat gas ten te verblijven. Gister toch vervoerde de provinciale boot Breskens-Vlissingen nog 2200 passagiers en 127 auto's, (vorig jaar op hetzelfde tijetstip resp. 2500 en 118). Zeebaden. dn de week van Vrijdag 27 Augs. tot en met Donderdag 2 September werden aan het gemeentelijk badbedrijf 4421 zeebaden genomen, waarvan 2891 in het gewone en 1530 in het volksbad, SCHORE. Gevonden voorwerpen: doos met vier groote gummi-ballen, por- temonnaie met inhoud, luchtdrukmeter voor autobanden. WEMELDINGE. De sleepboot „Zee hond" heeft het 145 ton metende mo torschip „Grietje", schipper van Poe- lie, dat reeds eenige dagen op een zandbank in de Oosterschelde, de zg. Haringvreter omhoog had gezeten, vlot gebracht. Het schip dat oogenschijnlijk geen bodemschade had bekomen, heeft de reis daarna voortgezet. 1) drietand 2) glazen van Van Linschoten behoort tot zijn bronnen. Geheel in overeenstemming met de geest van zijn tijd ziet hij de na tuur in de eerste plaats als terwille van de mens geschapen, om hem tot lering te strekken en God in haar 'e verheer lijken. Zo weet V,an Borsselen ook de zee een deel van Gods schepping, en zij is hem een middel Om Godt te maken groot door sijne schepsels schoon End d' werek-man wonderbaar te kennen aen sijn wereken Ons tot een onderwijs: want waer wij d' ooghe mereken Van s' hemels hooghsten sop 3) tot s' aerdrijcx diepsten grond Geen dingh so cleyn d,at ons niet een'ge Leer oorkond Nimmer verliest Van Borsselen dit beginsel uit het oog. Alles is er ten dien ste van de mens; het komt er maar op aan om de lering te vinden, die de Schepper in al het'geschapene heeft ge legd, soms meer, soms minder verbor gen, maar altijd aanwezig. De paarle moer, in de diepten der zee uit een vis geboren, maar b'estemd om in het licht v,an de bemel te schitteren, leert zij de mens niet om n,aar zijn ware vaderland te verlangen en, als de zonnebloem zich steeds weer te keren tot de godde lijke zon der gerechtigheid? Zo onder wijzen de pupervissen, die in de win ter elkaar mos en zeewier uitdelen tot wering van de koude, hem in het be trachten der naastenliefde. De kreeft die, hoe dikwijls verjaagd, steeds weer tot zijn oude huis weerkeert, stelt hem de vaderlandsliefde voor ogen; de ste- kelkrab, die elk jaar haar schild afwerpt is hem het beeld van de mens, die het oude kleed van zijn zonden moet afleg gen. Zo spreekt al de have der zee, be zield of onbez eld, haar eigen taal tot lering van de mens. Nadat Van Borsse len de inhoud van zijn zwagers schel penkabinet aldus uitvoerig heeft be zongen, eindigt hij zijn gedicht met een peroratie op het landleven, meer in t bijzonder op het leven dat Cornelis van Blyenburgh en zijn gez n op hun land goed leiden. In de kracht van zijn jeugd, nog slechts ,aan het begin van zijn amb telijke loopbaan staande, droomt de dichter alreeds van de tijd, waarin hij 3) top WEMELDINGE. Zaterdagavond om 8 30 uur geeft het tamboer, en pijper corps „Excelsior" uit Goes alhier een concert op de tent aan het kanaal. Voor af wordt een muzikale wandeling door iet dorp gemaakt, GROOTE BRAND TE STAPHORST. Zes boerderijen door het vuur vernield. Gistermiddag is vermoedelijk doordat kinderen met brandende lucifers heb ben gespeeld, brand uitgebroken in de woning van den landbouwer J. Brakke te Staphorst. In korten tijd was de ge- heele boerderij een prooi der vlammen. Aangewakkerd door den zuidwesten wind sloeg het vuur over naar de aan grenzende boerderijen. Het duurde nie^ lang, of niet minder dan zes boerderijen waren door den brand aangetast. De brandweer van Staphorst kon niets be ginnen, aangezien er te weinig druk op de waterleiding stond. Ook de man schappen van de motorspuit uit Meppel die gerequireerd was, stond machteloos daar er te weinig water in de naburige slooten was. Het staat dus wel vast, dat alle door het vuur aangetaste boerderijen, als verloren moeten worden beschouwd. Nader wordt gemeld: De brand heeft de verwoesting van zes boerderijen ten gevolge gehad. Kon den de brandweren van Meppel en Rou- veen aanvankelijk wegens den te gerin gen druk op de waterleiding niet vol doende tegen de vuurzee iets aanvangen, later werd de druk verhoogd en kon het vuur worden gestuit. De zes boerderijen die geheel door de vlammen zijn vernield, zijn van J. Brak ke, wed. H. Crediet, J. Dozeman, Koop Redder, J. Veijer en H. Kisteman. De vrouw van Brakke liep eenige brand wonden aan den arm op, welke door den plaatselijken geneesheer werden verbonden. Enkele paarden, kalveren en varkens zijn in het vuur omgekomen. Mede is de geheele oogst verloren gegaan. De boerderijen waren alle verzekerd, doch volgens plaatselijk gebruik was dit met geen der inboedels het geval. DE STRANDING VAN DE „VAN HEUTSZ". Van den Nederlandschen wd. consul- generaal te Hongkong heeft het depar tement van buitenlandsche zaken een tweede telegram over de aanvaring van het stoomschip Van Heutsz ontvangen. Hieruit blijkt, dat de officieren en de passagiers veilig konden overgaan naar het stoomschip Gertrudemaersk, waar door de „Van Heutsz" werd aangeva ren. Voorts wordt medegedeeld, dat de rui men 2 en 3 water maken en dat het schip vast op de rotsen zit met 14 graden slag zij aan stuurboord. Tenzij het schip om slaat, wordt berging mogelijk geacht. van zijn taak ontheven zich, palend aan de Blyenburgh, een landgoed zal kun nen stichten om daar het overschot van zijn jaren in rust en vrede door te bren gen: God gave, dat ick oyt sulck leven mochte leyden, De Weereld onbekend, end ergens my bereyden So soeten ballinghschap, verr' wt t' verwert ghejagh Des ongerusten volcks, end droeven klock-gheslagh Den vryen adem mocht in t' open Veld erlangen, Voor in een vuyle Stad de doode locht te vangen End tusschen muyren hoogh te swerven gins end weer So soud' ick wel-gherust danck singen God den Heer. De „Binckhorst" (1613), die twee jaar na de „Strande" het licht zag, is een uitwerking van het laatste gedeelte van dit gedicht, al heefl het niet het leven op Blyenburgh's landgoed, maar dat op de buitenplaats de Binckhorst onder Voorburg, tot onderwerp. Hier woonde Van Borsselen's vriend Jacob Snou- ckaert, een verre bloedverwant tevens, die als Rooms-Katholiek gedwongen was een ambteloos leven te leiden. In hoog-* gestemde bewoordingen heeft Van Bors- selen het leven van zijn vriend op dit kleine landgoed, „van 't borgerlick ge woel end stadsche lasten vry" bezon gen als het ideaal waarnaar hij zelf tevergeefs zou streven. Ook hier weer is hem de natuur, de bloemen en de planten in de hof, de vogels in het ge boomte, het vee in de weiden, tot le ring en vermaning, al bracht de aard van het onderwerp mee dat dit leerdicht tegelijk een hymne op het landleven kon worden, dat Van Borsselen hemel hoog verheft ten koste van het leven in de stad. De „Binckhorst" is het oud ste hofdicht in onze letterkunde, voor loper van de werken waarin Petrus Hondius, Huygens, Cats en anderen hun buitenplaatsen zouden bezingen. Tevens is Van Borsselen een der eerste dich ters van de jonge Republiek, die uiting geeft aan het gevoel van vrijheid en ont- wakend nationaliteitsbesef, dat de op stand tegen Spanje wakker had geroe pen. De wijze waarop hij, in de „Stran- Doodelijke val van een kloosterzuster. Gistermiddag om twee uur was in de kapel van het r.-k. weeshuis aan de St. Jansstraat te Breda, de 55-jarige zuster Pelagia bezig met de verzorging van de voorbereidingen voor een godsdienst oefening. Plotseling werd zij door een duizeling overvallen. De zuster viel dwars door een van de groote ramen van de kapel naar buiten en bleef op de binnenplaats van het gesticht bewuste loos liggen. Dr. Guns, die onmiddellijk te hulp was geroepen, gelastte overbrenging naar het St. Ignatius ziekenhuis. In den loop van den middag is de kloosterlinge daar zon der tot bewustzijn te zijn gekomen, over leden. Knaap uit roeiboot gevallen en verdronken. Gisteravond is de achtjarige zoon van den heer J. M., die met vriendjes in de Nieuwe Haven te Edam aan het roeien was, in een speelsch oogenblik uit de boot gevallen. Na eenige vergeefsché pogingen slaagde men er na tien minu ten in den jongen boven te brengen. Twee uur is men bezig geweest om de levensgeesten op te wekken, doch ten slotte heeft de geneesheer den dood moeten cónstateeren. Door den trein gegrepen en omgekomen- De ongeveer 45-jarige gehuwde schil der A. B. uit Rotterdam was gistermor gen bezig werkzaamheden te verrich ten op het viaduct bij de Binckhorst- laan te 's-G ravenhage. Terwijl de man aan den anderen kant van de spoorbaan even iets wilde halen, kwam in volle vaart de electrische trein Sche- veningenDen Haag aangereden. De schilder merkte den trein te laat op, kreeg een geweldigen klap van een treeplank en bleef zwaar gewond en in bewusteloozen toestand naast de spoorbaan liggen. De geneeskundige dienst vervoerde den ongelukkige naar het ziekenhuis ,aan den Zuidwal, waar hij spoedig, zon der tot bewustzijn te zijn gekomen, is overleden. Weduwe bedrogen. Een weduwe te Hilversum maakte eenigen tijd geleden kennis met een man, welke zich reeds kort nadien ontpopte als een huwelijks-pretendent. De man, die een gunstigen en betrouw baren indruk maakte, stelde na ver loop van tijd aan de weduwe voor haar meubilair te verkoopen en gestoffeerde kamers te betrekken bij kennissen van hem te Amsterdam, in welke stad, naar hij verklaarde, voor hem een goede kans voor een hem passende betrek king bestond. D weduwe liet zich bepraten, zegde haar woning op en liet haar ,a.s. echt genoot den inboedel verkoopen. De huwelijks-cand daat voerde prompt de opdracht uit, stak het geld in zijn zak, doch liet zich sedert niet meer zien. Aangifte bij de politie- volgde, wel ke de opsporing van den opl chter ter hand heeft genomen. de", over het „vruchtbaer Zeeuwsche Rijck" spreekt als „mijn lieve Vader land" is eveneens typerend in een tijd, waarin de liefde voor de geboortegrond een niet of nauwelijks ontdekt levensge voel is. De verleiding is groot, nog het een en ander aan te halen uit deze beide ge dichten om te wijzen op het plastisch vermogen van menige passage, maar het zou ons te ver voeren. Ik denk bijv, aan de beschrijving van een storm op zee, in de „Strande', aan de bekoorlijke schildering der boerenmeiden en -jon gens, die op zomerzondagavonden te Voorburg zich met dansen vermeien, uit de „Binckhorst", en aan zo menige an dere plaats, maar de volledige herdruk van het werk van Van Borsselen, thans voorzien van een degelijke en zeer uit voerige kommentaar, stelt ieder in staat om zelf van de inhoud kennis te nemen. Na zijn veertigste jaar heeft an Bors selen niets anders meer geschreven dan het „Galm-dicht ofte Minnaersklachte dat we in de „Zeeuwsche Nachtegael .aantreffen. Wellicht heeft zijn werk kring hem belet om zich vaker aan de muze te wijden, wellicht ook heeft zijn betrekkelijk vroege dood de uitvoering van grotere plannen verhinderd. Het is niet gemakkelijk, het stilzwijgen van een dichter te verklaren, wanneer men dienaangaande geen uitspraken van hemzelf tot zijn beschikking heelt. Uit een plaats in de „Binckhorst schijnt te moeten worden opgemaakt, dat hij he voornemen had de opstand tegen Span je te bezingen, m.aar in elk geval is dit dan bij een voornemen gebleven Intus sen is het betrekkelijk weinige, dat we van deze Zeeuwse dichter bezitten, ruimschoots voldoende om hem te le ren kennen als een der verdienstelijk ste d chters uit het eerste kwart der zeventiende eeuw, een dichter die, zeer ook beïnvloed (met name door uxi Bartas), niettemin oorspronkehjkheid genoeg bezat om zich een P lan* zekeren in onze literatuur, die hem lang onthouden is, maar -a*™00' re«*J meer dan één filoloog van gezag met nadruk heeft gepleit. Men magverwac

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 6