GEMENGD NIEUWS.
15=
Philibert van Borsselen,
een Zeeuws dichter uit de
zeventiende eeuw.
GOES.
VLISSINGEN.
ZUID-BEVELAND.
aan het pogen de klanten aan zich te
binden. Ten slotte zij heden nog ge
noemd de firma De JagerTolhoek in
de Wagenaarstraat, die vooral het
nieuwste in muurbedekkingen naar vo
ren brengt.
Aanvankelijk dachten wij, dat de be
doeling van de etalage bij den heer W.
J. Camper was, dat na iedere seconde
een der poppen verschijnt. Bij nadere
beschouwing blijkt, dat het gaat om te
bewijzen dat het „Junghans" horloge
voor alle categoriën van personen het
juist loopende horloge is.
DE KLOKKEN BEPROEFD.
Het w.as gisteren bezoekdag voor
den Abdijtoren en op dien dag komt
het nog al eens voor, dat bezoekers,
niettegenstaande het verbod, hun
krachten op de klokken probeeren.
Toen het gisteren maar aan bleef hou
den, zijn er verschillende minder vrien
delijke woorden gesproken over de la
waaimakende vreemdelingen en zelfs
kwam de vr.aag tot ons of men het be
zoek aan den toren maar niet geheel
zou verbieden.
Andere meenden, dat het klokgelui
op iets ernstigs of prettigs wees, en
vroegen ons telefonisch inlichtingen.
Wij konden die toen niet verschaffen,
doch thans weten wij het wel. Men was
bezig.... de klokken te probeeren, die
a.s. Maandag dienst moeten doen bij
het Koninklijk bezoek. De rustige be
zoekers van dezen dag gaan dus geheel
vrij uit. De werklieden van gemeente
werken waren de gedwongen rustver
stoorders.
MUZIEK.
Hedenavond maken „Oefening na den
Arbeid" en het pijperskorps „Juliana'
een wandeling door de stad. Morgen,
Zaterdagavond wacht Middelburg en
haar gasten van elders iets heel bijzon
ders op muzikaal gebied.
Te 8 uur vangt op de Markt een con
cert van het Middelburgsch Muziek
korps aan, waarvan te ongeveer 9 uur
als achtste nummer zal worden gegeven
„De slag bij Waterloo". In dit bij vele
ouderen nog van vroeger bekend stuk
ontbreken ook de echte schoten niet en
dank zij de medewerking van den gar
nizoenscommandant mogen enkele leer
lingen van de S.D.O.A. onder leiding
van een onderofficier voor het geweer
vuur zorgen. Voor een bijzondere ver
lichting zal ook worden zorg gedragen.
Na afloop van het concert wordt nog
een muzikale ommegang gemaakt, waar
aan de signaalafdeeling van „Achilles
medewerkt.
Maandagavond, den grooten dag, van
de onthulling van het Monument op den
Dam, zal op de Markt een concert van
het Middelburgsch muziekkorps plaats
hebben en wel van half 8 tot half tien,
zoodat ook de gasten uit Goes dit ge
heel kunnen medemaken, en die uit
Westelijk Zeeuwsch Vlaanderen als zij
met de boot van 9 uur overgaan, toch
ook het eerste deel.
Dr. P. E. Muller, De dichtwer
ken van Philibert van Bors
selen, Een bijdrage tot de
studie van zijn taal en stijl
(Ac. proefschriftl. Gronin-
gen-Batavia, J. B. Wolters'
U. M,, 1937.
/(n.s.) Een der aantrekkelijkste figuren
uit de dichterkring van de „Zeeuscne
Nachtegael", de bundel waarmede de
Zeeuwse dichters in 1623 acte de pré-
sence gaven, is ongetwijfeld Philibert
van Borsselen. Als afstammeling uit een
zijtak van het bekende Zeeuwse geslacht
werd hij, waarschijnlijk tussen 1570 en
1575, te Goes, waar zijn vader baljuw
w.as, geboren. Hij studeerde te Leiden,
vermoedelijk 'n de rechten, en vestig
de zich vervolgens te Tholen, waar hij
van 1617 tot 1625 met tussenpozen bur
gemeester, en als zodanig tevens lid
van de Staten van Zeeland was. In 1625
werd hij rentmeester-generaal beoosten
Schelde; tengevolge van deze benoe
ming verhuisde hij n,aar Zierikzee. maar
hij stierf aldaar reeds op 17 Januari
1627. Adriaen Hoffer, een ander Zeeuws
dichter, volgde hem op.
Dit wat betreft de uiterlijke levens
omstandigheden van deze zeventiende
eeuwer, wiens naam stellig niet tot in
onze eeuw zou zijn blijven voortleven
als hij niet tevens de dichter was van een
tweetal vrij uitvoerige gedichten, de
„Strande" en „Den Binckhorst", die
blijk geven van een onmiskenbaar poë
tisch talent en hem onder de dichters
uit het eerste kwart der zeventiende
eeuw een vooraanstaande plaats ver
lenen. Verheugend is daarom, dat de
heer P. E. Muller, die onlangs aan de
Universiteit van Utrecht op een stu
die over Van Borsselen's taal en stijl de
doctorsgraad verwierf, al het werk van
deze dichter heeft herdrukt, en wel
voorzover zijn beide grotere gedichten
betreft in de vorm van fotocopieën We
kennen van hem verder nog een lofdicht
terwijl hij voor de „Zeeusche Nachte
gael" een echo-dicht afstond.
De „Strande" (1611) is geïnspireerd
door het schelpenk,abinet van Cornelis
van Blyenburgh, heer van Dortsmonde,
door zijn huwelijk met Martina van
Borsselen aan de dichter verzwagerd.
DE COMMISSIE VOOR
BIJZONDERE NOODEN.
De heer P. A. E. Schrijver, secreta
ris van de „Commissie van Samenwer
king voor Bijzondere Nooden", ver
zoekt ons opname van het volgende:
Toen het Nationaal Crisis Comité
werd opgeheven, is door den burge
meester op aandrang van den Minister
van Binnenlandsche zaken, 'n C-Com-
missie in het leven geroepen om steun
te verleenen aan kleine, middenstan
ders die door bijzondere nooden (crisis,
z ekte e.d.) in moeilijkheden verkeeren
en die door een gift ineens, zoo moge
lijk voor goed, in elk voor geval voor
iangen tijd, kunnen worden behoed
voor regelmatige ondersteuning door
Armbestuur of Diaconie.
Onder den naam van „Commissie
van Samenwerking voor Bijzondere
Nooden te Goes" is deze Commissie
door het later opgerichte „Nationaal
Fonds voor Bijzondere Nooden" te Den
Haag, officieel erkend en kan daardoor
onder bepaalde omstandigheden een
beroep doen op dit fonds voor aanvul
lenden steun.
In deze Commiss'e hebben zitting:
het bestuur van het voormalig Crisis
Comité en 5 leden resp., aangeweïen
door de Diaconie der Nederl. Hervorm
de Kerk, de Diaconie der Geref. Kerk,
de Diacon e der Vrij Evangelische Ge
meente, het R.K. Armbestuur en het
Burgerlijk Armbestuur.
Door het college van B. en W. werd
toestemming verleend tot het houden
van een wekelijksche collecte. In het
tijdvak van 1 Mei 1936 tot 1 Mei 1937
bracht deze collecte in totaal op
f 2763,13; van het Nationaal Fonds voor
Bijzondere Nooden werd een bedrag van
f 1253 ontvangen, in totaal een ont
vangst van f 4016,13. De uitgaven be
droegen over d,at tijdvak f 4042,73. In
totaal werden 76 aanvragen om steun
ontvangen. Na ernstig onderzoek en
in enkele gevallen in samenwerking met
de betrokken Diaconie ol Armbestuur
konden 43 gevallen van steun in aan
merking komen. Deze steun w.as meest
al een gift (ineens, terwijl in enkele
gevallen een voorschot werd verleend.
De Commissie betu'gt hierbij haar
hartelijken dank aan allen, die de we
kelijksche collecte steunen en daardoor
dit werk mede mogelijk maken.
Tot haar leedwezen ziet de commis
sie echter de laatste weken (vacantie)
een sterke achteruitgang in de op
brengst der collecte en zij doet daarom
een ernstig beroep op de Burgerij de
collecte te blijven gedenken. Een voor
treffelijk werk wordt hiermede ge
steund.
Naar Middelburg,
Naar men ons mededeelt hebben
reeds 800 personen, leden van allerlei
vereenigingen zich aangemeld om op 6
September a.s. in verband met het
Koninklijk bezoek, naar Middelburg te
gaan.
Door verschillende vereen'gingen zal
bij het te onthullen monument een
krans worden gelegd.
Zijn belangrijke verzameling „schelpen,
kinck-hornen, ende andere wonderlicke
zee schepselen" is echter slechts het
weefgetouw waarop Van Borsselen
zijn weefsel uitspint, en zijn gedicht is
het tegengestelde van een dorre op
somming van rariteiten: het is een be
zielde beschrijving geworden van de
zee en haar schatten, „tot lof v,an den
Schepper aller dingen". Al dadelijk treft
de forse aanhef, waarin de dichter de
?eegod Neptunus aanroept:
O die langs 't woeste Meyr met
dijn geschubde Peerden
In een blauw coets' omrenst
den ronden cloot der Eerden,
Vorst des asuren Velds, loss' eens
den natten toom,
Com spoel dijn souten b,aerd
op desen soeten stroom
Leg d' elger 1) uyt de hand,
end laet d' halfvissche scharen
Met uw' Meerminnen schoon
hier haren reye paren
Thoon my dijn rijcken schaft
niet 't silver ofte goud
Dat dijn ghelasen 2) huys
voor ons verborghen houc
Der Gierigaerden wensch,
maer t' were van dijne handen
T' gheen du werpst wijd end breed
langs aen de dorre stranden
Verleen my goeden wind,
laet .dijner baren schuym
T'wijl ick dijn rijck beseyl
bevochten mijne pluym
Het geslacht dat de alexandrijn in
haar nauwsluitende keurs zou rijgen
was nog niet geboren, en Van Borsselen
weet de twaalfvoetige versregels met
hun beurtelings staand en slepend rijm
nog met die zwierigheid te hanteren
die de besten onder de rederijkers ei
gen was. Al dadelijk blijkt hier ook de
invloed van de Franse dichter Du Bar
tas, n gevoel voor de natuur en haar
schoonheid en in verrijking van de taal
met zelfgezochte woorden.
Achtereenvolgens beschrijft Van Bors
selen dan de dieren, de vogels en de
gewassen der zee in het algemeen, en
vervolgens de schelpen in het bijzonder
Uit een groot aantal klassieke schrij
vers over de natuur heeft hij zich de
brede kennis verworven, waaruit hij te
kust en te keur kan putten, maar ook
het betrekkelijk recente „Reysbouck"
De werkloozen, die in verenigingsver
band naar Middelburg gaan, zullen door
middel van hun vereeniging vrijstelling
van stempelen kunnen krijgen,
VREEMDELINGENMISèRE.
De politie alhier heeft het den laatsten
tijd weer erg druk met de vreemdelin
gen. Het meest zijn het Duitschers, die
naar Engeland oversteken, aldaar wor
den geweigerd, waarop zij met de mail
boot hier terugkeeren en aan de poli
tie worden overgeleverd, die hen dan
meestal weer over de grenzen des rijks
geleid. Dit gaat echter niet altijd op en
zoo ontstaan dan vaak voor de politie
heel moeilijke situaties.
Zoo bevindt zich reeds eenige dagen
een Japanner op het bureau, die reeds
15 jaar in Duitschland woonde, doch om
politieke redenen dit land. ontvluchtte
en er niet meer heen wil, omdat hij door
de politie aldaar wordt gezocht. In En
geland werd hij echter geweigerd, an
dere landen stellen geen prijs op hem,
middelen van bestaan heeft hij niet, zoo
dat dit één van de moeilijke problemen
voor de politie is. Waarheen met dezen
Japanner?
Met drie Duitsche Joden verging het
weer anders. Ook zij gaven voor politie
ke vluchtelingen te zijn en in Engeland
waren ook zij geweigerd. Twee van hen
hadden echter geld genoeg, dus konden
zij in ons land blijven, doch de derde
had geen middelen van bestaan en daar
om verkoos hij toch maar liever naar
Duitschland terug te keeren, omdat het
in een Nederlandsche politiecel ook niet
zoo prettig is.
Wij schetsen hier slechts enkele ge
vallen van de velen die de Vlissingsche
politie krijgt te behandelen.
V reemdelingenbezoek.
Hoewel thans het badseizoen, officieus
is geëindigd, schijnen er aan de Belgi
sche badplaatsen toch nog heel wat gas
ten te verblijven. Gister toch vervoerde
de provinciale boot Breskens-Vlissingen
nog 2200 passagiers en 127 auto's, (vorig
jaar op hetzelfde tijetstip resp. 2500 en
118).
Zeebaden.
dn de week van Vrijdag 27 Augs. tot
en met Donderdag 2 September werden
aan het gemeentelijk badbedrijf 4421
zeebaden genomen, waarvan 2891 in het
gewone en 1530 in het volksbad,
SCHORE. Gevonden voorwerpen:
doos met vier groote gummi-ballen, por-
temonnaie met inhoud, luchtdrukmeter
voor autobanden.
WEMELDINGE. De sleepboot „Zee
hond" heeft het 145 ton metende mo
torschip „Grietje", schipper van Poe-
lie, dat reeds eenige dagen op een
zandbank in de Oosterschelde, de zg.
Haringvreter omhoog had gezeten, vlot
gebracht. Het schip dat oogenschijnlijk
geen bodemschade had bekomen, heeft
de reis daarna voortgezet.
1) drietand
2) glazen
van Van Linschoten behoort tot zijn
bronnen. Geheel in overeenstemming
met de geest van zijn tijd ziet hij de na
tuur in de eerste plaats als terwille van
de mens geschapen, om hem tot lering
te strekken en God in haar 'e verheer
lijken. Zo weet V,an Borsselen ook de
zee een deel van Gods schepping, en
zij is hem een middel
Om Godt te maken groot door
sijne schepsels schoon
End d' werek-man wonderbaar
te kennen aen sijn wereken
Ons tot een onderwijs: want waer
wij d' ooghe mereken
Van s' hemels hooghsten sop 3)
tot s' aerdrijcx diepsten grond
Geen dingh so cleyn d,at ons
niet een'ge Leer oorkond
Nimmer verliest Van Borsselen dit
beginsel uit het oog. Alles is er ten dien
ste van de mens; het komt er maar op
aan om de lering te vinden, die de
Schepper in al het'geschapene heeft ge
legd, soms meer, soms minder verbor
gen, maar altijd aanwezig. De paarle
moer, in de diepten der zee uit een vis
geboren, maar b'estemd om in het licht
v,an de bemel te schitteren, leert zij de
mens niet om n,aar zijn ware vaderland
te verlangen en, als de zonnebloem
zich steeds weer te keren tot de godde
lijke zon der gerechtigheid? Zo onder
wijzen de pupervissen, die in de win
ter elkaar mos en zeewier uitdelen tot
wering van de koude, hem in het be
trachten der naastenliefde. De kreeft
die, hoe dikwijls verjaagd, steeds weer
tot zijn oude huis weerkeert, stelt hem
de vaderlandsliefde voor ogen; de ste-
kelkrab, die elk jaar haar schild afwerpt
is hem het beeld van de mens, die het
oude kleed van zijn zonden moet afleg
gen. Zo spreekt al de have der zee, be
zield of onbez eld, haar eigen taal tot
lering van de mens. Nadat Van Borsse
len de inhoud van zijn zwagers schel
penkabinet aldus uitvoerig heeft be
zongen, eindigt hij zijn gedicht met een
peroratie op het landleven, meer in t
bijzonder op het leven dat Cornelis van
Blyenburgh en zijn gez n op hun land
goed leiden. In de kracht van zijn jeugd,
nog slechts ,aan het begin van zijn amb
telijke loopbaan staande, droomt de
dichter alreeds van de tijd, waarin hij
3) top
WEMELDINGE. Zaterdagavond om
8 30 uur geeft het tamboer, en pijper
corps „Excelsior" uit Goes alhier een
concert op de tent aan het kanaal. Voor
af wordt een muzikale wandeling door
iet dorp gemaakt,
GROOTE BRAND TE STAPHORST.
Zes boerderijen door het vuur
vernield.
Gistermiddag is vermoedelijk doordat
kinderen met brandende lucifers heb
ben gespeeld, brand uitgebroken in de
woning van den landbouwer J. Brakke
te Staphorst. In korten tijd was de ge-
heele boerderij een prooi der vlammen.
Aangewakkerd door den zuidwesten
wind sloeg het vuur over naar de aan
grenzende boerderijen. Het duurde nie^
lang, of niet minder dan zes boerderijen
waren door den brand aangetast. De
brandweer van Staphorst kon niets be
ginnen, aangezien er te weinig druk op
de waterleiding stond. Ook de man
schappen van de motorspuit uit Meppel
die gerequireerd was, stond machteloos
daar er te weinig water in de naburige
slooten was.
Het staat dus wel vast, dat alle door
het vuur aangetaste boerderijen, als
verloren moeten worden beschouwd.
Nader wordt gemeld:
De brand heeft de verwoesting van
zes boerderijen ten gevolge gehad. Kon
den de brandweren van Meppel en Rou-
veen aanvankelijk wegens den te gerin
gen druk op de waterleiding niet vol
doende tegen de vuurzee iets aanvangen,
later werd de druk verhoogd en kon
het vuur worden gestuit.
De zes boerderijen die geheel door de
vlammen zijn vernield, zijn van J. Brak
ke, wed. H. Crediet, J. Dozeman, Koop
Redder, J. Veijer en H. Kisteman. De
vrouw van Brakke liep eenige brand
wonden aan den arm op, welke door
den plaatselijken geneesheer werden
verbonden.
Enkele paarden, kalveren en varkens
zijn in het vuur omgekomen. Mede is de
geheele oogst verloren gegaan.
De boerderijen waren alle verzekerd,
doch volgens plaatselijk gebruik was dit
met geen der inboedels het geval.
DE STRANDING VAN DE
„VAN HEUTSZ".
Van den Nederlandschen wd. consul-
generaal te Hongkong heeft het depar
tement van buitenlandsche zaken een
tweede telegram over de aanvaring van
het stoomschip Van Heutsz ontvangen.
Hieruit blijkt, dat de officieren en de
passagiers veilig konden overgaan naar
het stoomschip Gertrudemaersk, waar
door de „Van Heutsz" werd aangeva
ren.
Voorts wordt medegedeeld, dat de rui
men 2 en 3 water maken en dat het schip
vast op de rotsen zit met 14 graden slag
zij aan stuurboord. Tenzij het schip om
slaat, wordt berging mogelijk geacht.
van zijn taak ontheven zich, palend aan
de Blyenburgh, een landgoed zal kun
nen stichten om daar het overschot van
zijn jaren in rust en vrede door te bren
gen:
God gave, dat ick oyt sulck
leven mochte leyden,
De Weereld onbekend, end
ergens my bereyden
So soeten ballinghschap,
verr' wt t' verwert ghejagh
Des ongerusten volcks,
end droeven klock-gheslagh
Den vryen adem mocht in
t' open Veld erlangen,
Voor in een vuyle Stad de doode
locht te vangen
End tusschen muyren hoogh te
swerven gins end weer
So soud' ick wel-gherust danck
singen God den Heer.
De „Binckhorst" (1613), die twee jaar
na de „Strande" het licht zag, is een
uitwerking van het laatste gedeelte van
dit gedicht, al heefl het niet het leven
op Blyenburgh's landgoed, maar dat op
de buitenplaats de Binckhorst onder
Voorburg, tot onderwerp. Hier woonde
Van Borsselen's vriend Jacob Snou-
ckaert, een verre bloedverwant tevens,
die als Rooms-Katholiek gedwongen was
een ambteloos leven te leiden. In hoog-*
gestemde bewoordingen heeft Van Bors-
selen het leven van zijn vriend op dit
kleine landgoed, „van 't borgerlick ge
woel end stadsche lasten vry" bezon
gen als het ideaal waarnaar hij zelf
tevergeefs zou streven. Ook hier weer
is hem de natuur, de bloemen en de
planten in de hof, de vogels in het ge
boomte, het vee in de weiden, tot le
ring en vermaning, al bracht de aard
van het onderwerp mee dat dit leerdicht
tegelijk een hymne op het landleven
kon worden, dat Van Borsselen hemel
hoog verheft ten koste van het leven
in de stad. De „Binckhorst" is het oud
ste hofdicht in onze letterkunde, voor
loper van de werken waarin Petrus
Hondius, Huygens, Cats en anderen hun
buitenplaatsen zouden bezingen. Tevens
is Van Borsselen een der eerste dich
ters van de jonge Republiek, die uiting
geeft aan het gevoel van vrijheid en ont-
wakend nationaliteitsbesef, dat de op
stand tegen Spanje wakker had geroe
pen. De wijze waarop hij, in de „Stran-
Doodelijke val van een kloosterzuster.
Gistermiddag om twee uur was in de
kapel van het r.-k. weeshuis aan de St.
Jansstraat te Breda, de 55-jarige zuster
Pelagia bezig met de verzorging van de
voorbereidingen voor een godsdienst
oefening. Plotseling werd zij door een
duizeling overvallen. De zuster viel
dwars door een van de groote ramen
van de kapel naar buiten en bleef op de
binnenplaats van het gesticht bewuste
loos liggen.
Dr. Guns, die onmiddellijk te hulp was
geroepen, gelastte overbrenging naar het
St. Ignatius ziekenhuis. In den loop van
den middag is de kloosterlinge daar zon
der tot bewustzijn te zijn gekomen, over
leden.
Knaap uit roeiboot gevallen en
verdronken.
Gisteravond is de achtjarige zoon van
den heer J. M., die met vriendjes in de
Nieuwe Haven te Edam aan het roeien
was, in een speelsch oogenblik uit de
boot gevallen. Na eenige vergeefsché
pogingen slaagde men er na tien minu
ten in den jongen boven te brengen.
Twee uur is men bezig geweest om
de levensgeesten op te wekken, doch
ten slotte heeft de geneesheer den dood
moeten cónstateeren.
Door den trein gegrepen en omgekomen-
De ongeveer 45-jarige gehuwde schil
der A. B. uit Rotterdam was gistermor
gen bezig werkzaamheden te verrich
ten op het viaduct bij de Binckhorst-
laan te 's-G ravenhage. Terwijl
de man aan den anderen kant van de
spoorbaan even iets wilde halen, kwam
in volle vaart de electrische trein Sche-
veningenDen Haag aangereden.
De schilder merkte den trein te laat
op, kreeg een geweldigen klap van een
treeplank en bleef zwaar gewond en
in bewusteloozen toestand naast de
spoorbaan liggen.
De geneeskundige dienst vervoerde
den ongelukkige naar het ziekenhuis
,aan den Zuidwal, waar hij spoedig, zon
der tot bewustzijn te zijn gekomen, is
overleden.
Weduwe bedrogen.
Een weduwe te Hilversum
maakte eenigen tijd geleden kennis met
een man, welke zich reeds kort nadien
ontpopte als een huwelijks-pretendent.
De man, die een gunstigen en betrouw
baren indruk maakte, stelde na ver
loop van tijd aan de weduwe voor haar
meubilair te verkoopen en gestoffeerde
kamers te betrekken bij kennissen van
hem te Amsterdam, in welke stad, naar
hij verklaarde, voor hem een goede
kans voor een hem passende betrek
king bestond.
D weduwe liet zich bepraten, zegde
haar woning op en liet haar ,a.s. echt
genoot den inboedel verkoopen.
De huwelijks-cand daat voerde prompt
de opdracht uit, stak het geld in zijn
zak, doch liet zich sedert niet meer
zien.
Aangifte bij de politie- volgde, wel
ke de opsporing van den opl chter ter
hand heeft genomen.
de", over het „vruchtbaer Zeeuwsche
Rijck" spreekt als „mijn lieve Vader
land" is eveneens typerend in een tijd,
waarin de liefde voor de geboortegrond
een niet of nauwelijks ontdekt levensge
voel is.
De verleiding is groot, nog het een en
ander aan te halen uit deze beide ge
dichten om te wijzen op het plastisch
vermogen van menige passage, maar het
zou ons te ver voeren. Ik denk bijv,
aan de beschrijving van een storm op
zee, in de „Strande', aan de bekoorlijke
schildering der boerenmeiden en -jon
gens, die op zomerzondagavonden te
Voorburg zich met dansen vermeien, uit
de „Binckhorst", en aan zo menige an
dere plaats, maar de volledige herdruk
van het werk van Van Borsselen, thans
voorzien van een degelijke en zeer uit
voerige kommentaar, stelt ieder in staat
om zelf van de inhoud kennis te nemen.
Na zijn veertigste jaar heeft an Bors
selen niets anders meer geschreven dan
het „Galm-dicht ofte Minnaersklachte
dat we in de „Zeeuwsche Nachtegael
.aantreffen. Wellicht heeft zijn werk
kring hem belet om zich vaker aan de
muze te wijden, wellicht ook heeft zijn
betrekkelijk vroege dood de uitvoering
van grotere plannen verhinderd. Het is
niet gemakkelijk, het stilzwijgen van
een dichter te verklaren, wanneer men
dienaangaande geen uitspraken van
hemzelf tot zijn beschikking heelt. Uit
een plaats in de „Binckhorst schijnt te
moeten worden opgemaakt, dat hij he
voornemen had de opstand tegen Span
je te bezingen, m.aar in elk geval is dit
dan bij een voornemen gebleven Intus
sen is het betrekkelijk weinige, dat we
van deze Zeeuwse dichter bezitten,
ruimschoots voldoende om hem te le
ren kennen als een der verdienstelijk
ste d chters uit het eerste kwart der
zeventiende eeuw, een dichter die,
zeer ook beïnvloed (met name door uxi
Bartas), niettemin oorspronkehjkheid
genoeg bezat om zich een P lan*
zekeren in onze literatuur, die hem lang
onthouden is, maar -a*™00' re«*J
meer dan één filoloog van gezag met
nadruk heeft gepleit. Men magverwac