Slapeloosheid
LAATSTE BERICHTEN.
CEMENGD NIEUWS.
RECHTSZAKEN.
DE JAMBOREE IS TEN EINDE.
Gisteren was het de laatste dag van
de jamboree en, zooals de laatste dagen
wel vanzelf spreekt, met een stralend
zonnetje.
Ook gisteren waren er reeds vroeg tal
van bezoekejrs. Zoo druk als Zondag
werd het echter niet. Want Zondag was
het de recorddag van de jamboree. Niet
minder dan 125.000 personen bezochten
het terrein. De sporwegen vervoerden
dien dag 40 tot 50.000 bezoekers, terwijl
er 78 extra-treinen reden. Aan belang
stelling heeft het de jamboree dus niet
ontbroken.
In het kamp waren de jongens des
morgens al begonnen met afscheid ne
men. Zingende trokken vroolijke groep
jes rond om nog een laatste bezoek te
brengen aan de vele vrienden, die zij in
den loop van de week hebben leeren
kennen en waardeeren.
Hier en daar werd reeds een tent on
der gejuich, maar tegelijkertijd met een
zekere weemoed, opgebroken.
De chief scout, Baden Powell, bracht
een afscheidsbezoek aan het voortrek
kerskamp, waar hij de jongens dank
ibracht voorhet werk dat zij aan de
vooi bereiding en tijdens de jamboree
verricht hebben.
Het laatste défilé.
Tegen half drie des middags begonnen
de arena-tribunes vol te loopen. Op de
eere-tribune hadden de chief scout, Ba
den Powell, en generaal Behrens bene
vens eenige andere autoriteiten plaats
genomen. Dan begon de muziek en trok
ken de contingenten de arena binnen.
Vocrop de kampleider en de sub-kamp
leiders en dan in omgekeerde alphabeti-
sche volgorde de padvinderscontingen
ten: de blauwe Zweden, de IJslanders,
de Venezolanen enzoovoort. Staande
aanschouwde de chief scout zijn voorbij
trekkende jongens, voor iedere nationa
le vlag het padvinderssaluut brengende.
Onafgebroken rukten de duizenden
scouts op, marcheerden de arena rond,
tot zij aan den ingang de volgende groe
pen ontmoetten, en sloten dan aan de
binnenzijde aan, zoodat steeds breeder
rijen onder een steeds kleuriger beweeg
van vlaggen, zich langs de tribunes be
wogen een machtig schouwspel. In
het midden van het terrein stond de
„Raadsrots" opgesteld, omringd door
een cordon voortrekkers.
Toen de laatste defileerenden zich
hadden aangesloten, was het groote mo
ment aangebroken, waarop de chief
scout zijn jongens zou toespreken. De
chief liet toen de duizenden padvinders
op den grond plaats nemen, en schreed
onder luide toejuichingen naar de Raads
rots, gevolgd door een staf van officials.
Op de Raadsrots staande zeide Lord
Baden Powell o.m.: „Gedurende de kor
te dagen van deze wereldjamboree, heb
ben tot mijn vreugde alle padvinders het
grootste deel van hun tijd besteed aan
het sluiten van vriendschappen. Dat is
ook het doel der padvinders. De dag
bladen hebben geschreven over een kin
derkruistocht. Dit is een zeer juiste be
schrijving, omdat jullie werkzaam zijt
voor een groote zaak, de kruistocht voor
den vredfe^ Probeer zooveel mogelijk
vrienden te maken in andere landen.
Over enkele jaren zijn jullie volwassen
mannen in jullie land. Dan zullen de
moeilijkheden komen dan zullen zich
conflicten voordoen, dan zal wellicht
weer gesproken worden over oorlog en
vrede. Maar als je veel vrienden hebt
in andere landen, zul je geen oorlog met
hun willen maken. Dan weet je, dat er
een betere weg is tot oplossing van de
conflicten: onderling overleg en vriend
schappelijke regeling".
Na deze rede reikte de chef scout
de jacobstaven uit aan den leider
van ieder contingent en richtte toen voor
de tweede maal, zeer ontroerd het woord
tot de jongens: De chief scout zeide
daarbij o.a.: „De tijd is nu voor mij ge
komen om vaarwel te zeggen! Ik hoop,
dat jullie een gelukkig leven zullen lei
den. Jullie weet, dat ik in mijn een- en
tachtigste jaar ben en het einde van mijn
leven nader. De meeste van jullie staan
aan het begin en ik wensch, dat jullie
leven gelukkig en vol succes zal zijn.
Je kunt dit bereiken door de padvin-
derswet uit te dragen. Mijn boodschap
aan jullie is vriendschap te verspreiden
en broederschap over de geheele wereld.
Vaarwel en God zegene jullie allen".
Drie geestdriftige cheers volgden na
n ontroerende stilte op deze indrukwek
kende woorden, nog drie cheers voor
den Nederlandschen hoofdverkenner en
het laatste défilé was ten einde. Diep
onder den indruk verlieten de padvin
ders langzaam het terrein,
PRINSES JULIANA EN PRINS
BERNHARD WONEN LAAT
STE KAMPVUUR BIJ.
Tot groote vreugde van de duizenden
padvinders, die gisteravond om acht
uur rondom het groote kampvuur zaten
geschaard, verschenen plotseling en zon
der dat iemand hun komst had kunnen
bevroeden, Prinses Juliana en Prins
Bernhard met een klein gevolg, ten ein
de volkomen in den geest van dit
kameraadschappelijke padvindersfeest
eenvoudig onder de menigte knapen
te maken 'n^eme kampvuur mede
geen^niihlf»!, V* dï* laatste kampvuur
wildpn rt t oeëelaten. De padvinders
wdden dit afscheidsfeest liever rfeheel
onder elkander blijven.
Zooals gebruikelijk werd het vuur
ontstoken door middel van Indiaansche
vuurbogen.
Vervolgens werd de Baden Powell-
yell uitgebracht en zouden de jongens
beginnen met het zingen van het jam-
boere-lied in het Engelsch, Fransch en
Nederlandsch, toen plotseling m 'n uit
hoek van den duinpan, langs welke hel
lingen de tienduizenden scout gelegerd
waren, groote beroering ontstond, die
zich al spoedig over de aanwezigen ver
spreidde. Hoeden en mutsen werden in
de lucht geworpen, heele groepen ston
den te dansen van opgetogenheid en
plotseling begonnen ongeveer vijf en
twintigduizend frissche jongensstemmen
spontaan het „Wilhj^lmu^" te zingen,
dat ontzaglijk en indrukwekkend over
het stille duinlandschap, waar de avond
al begon te schemeren, weerklonk.
Een oogenblik om nooit te vergeten.
En toen wisten alle jongens het zonder
dat iemand het hun gezegd had: Prin
ses Juliana en Prins Bernhard waren
komen binnenvallen in het groote pad
vindersgezin om gezamenlijk met de
jongens in ongedwongen vreugde dit
laatste feest van de jamboree mede te
vieien.
Prinses Juliana zocht lachend en ver
heugd over de hartelijke ontvanqst, eer,
plaatsje in het zand. Zij wilde er niet
van weten plaats te nemen op de eere
zetels. Prins Bernhard zette zich even
eens in het zand neer, aan de voeten
van Baden Powell en Prins Gustaaf
Adolf van Zweden, den kleinzoon van
den Zweedschen koning, kwam naast
hem zitten. Onmiddellijk daarna werd
het programma voortgezet, nadat eerst
nog uiting aan de blijheid was gegeven
door het uiten van den hallo-yell,
(wij zijn blij je te zien, wij zijn
blij te verwelkomen, hallo, hallo, hallo).
Het Tsjecho-Slowaaksche padvinders
orkest zette toen een aantal Holland-
sche liedjes in, die door allen, ook door
de koninklijke gasten lachend er, ver
heugd werden meegezongen.
Er volgde toen een uitgebreid pro
gramma van opvoeringen, de een al
aardiger dan de ander. Zoo werd het
bekende Farialied gezongen, waarbij
het geheele kamp aan het schuitjevaren
sloeg, de rij van Prinses Juliana, Prins
Bernhard en Gustaaf Adolf al even vroo-
lijk meedeinende als ieder ander. En zoo
ging het den geheelen avond door.
Achter elkaar volgden de Franschen,
de Polen, verschillende yells, o.a. een
Hongaarsche,. waarbij de naam Vogelen
zang niet werd uitgesproken, maar door
vogelgefluit werd aangegeven, 'n clown,
het Piet-Heinlied, het Poolsche orkest,
te veel om allemaal op te noemen en
eigenlijk te aardig om niet stuk voor
stuk te bespreken en nog eens op te ha
len. De Syriërs zongen en dansten, een
Hongaar gaf een solo op een oud natio
naal instrument, de Belgen gaven een
aardig, op muziek gedanst kwajongens
gevecht te zien, canons werden gezon
gen, Indianen lieten een adelaarsdans
zien en zoo verliep deze laatste avond
van de wereldjamboree in een feest
stemming, die door de aanwezigheid van
Prinses Juliana, tot zoo'n hoogtepunt
gestegen was, dat wel niemand onder
de padvinders zal zijn, die er niet mee
zal instemmen, wanneer wij schrijven,
dat het slot tevens het hoogtepunt ge
worden is van dit op zoo grootsche wij
ze geslaagde padvindersfeest.
Excursies van buitenland-
sche padvinders.
Al heeft de chief-scout de wereldjam
boree te Vogelenzang gisteren gesloten,
toch zijn de buitenlandsche padvinders
nog niet alle naar hun landen terugge
keerd.
Vandaag, morgen en overmorgen, ma
ken de buitenlandsche padvinders naar
de drie groote steden en naar enkele
hoofdplaatsen in de provincie excursies,
In totaal nemen ongeveer 15.000 pad
vinders hieraan deel. Een derde van dit
aantal bezoekt beurtelings Rotterdam,
Den Haag en Scheveningen.
KERK EN SCHOOL.
Leerplan H. B. S. A en B.
Gisteren verscheen een Staatsblad nr.
363 met een K.B. van 28 Juli 1937 tot
wijziging ,'en aanvulling van het K.B.
van 27 Mei 1937. Het bepaalt, dat aan
artikel 4 van laatstgenoemd K.B., be
vattende het leerplan voor de H. B.
S.-en A en B zal worden toegevoegd het
bekende Marchant-Slotemakerssche spel
lingbesluit.
Te 's-Gravenhage slaagde voor
het examen Duitsch M. O. akte A (huis
akte) mej. A. J. Dieleman te Middel
burg.
Te Utrecht slaagde voor het exa
men Engelsch L. O. de heer J. W. Pie-
ters teVlissingen.
Geslaagd voor het diploma Boek
houden van de Vereen, van Leeraren
in de Handelswetenschappen, de heeren
F. Geluk te K a 11 e n d ij k e, M. de Ja
ger en C. de Klerk te K a p e 11 e.
Ds, E. P. Borgman, Ned, Herv. pre
dikant te Wirdum (Fr.) die zijn benoe
ming tot voorganger bij de Vereeniging
van Vrijzinnig Hervormden te Middel-
b u r g heeft aangenomen, zal zich op 1
October aan de vereeniging verbinden.
Ned. Herv. Kerk.
Cand. A. Donker te Alphen a. d. Rijn
is beroepen te Retranchement.
tengevolge van de zomerwarmte, over
wint men spoedig door het gebruik van
een paar Mijnhardt's Zenuwtabletten.
Buisje 75 ct.
(Ingez. Med.)
DE PADVINDERS KOMEN TERUG.
Woensdagmiddag met den trein van
17.21 komt het contingent Middelburg-
sche padvinders, dat aan de jamboree
heeft deelgenomen, terug.
Aan het station zal dan de signaal-af-
deeling van Achilles aanwezig zijn om
de jeugdige stadgenooten langs Stations
straat, Londensche Kade, Nieuwstraat en
Lange Delft vooraf te gan naar de Markt,
van waar ieder zijn woning zal opzoe
ken.
EEN INBRAAK OP KLAARLICHTEN
DAG.
Hulp van burgerij en padvinders.
Het bureau Marnixstraat der Amster-
damsche politie had gisteren een succes,
aangezien de daders aangehouden kon
den worden van een inbraak. Het doel
van deze inbraak was een woning aan
het begïn der Bilderdijkkade, waar, bij
uitstedigheid der bewoners, twee per
sonen door verbreking van het slot der
buitendeur zijn binnengedrongen ter
wijl 'n derde op den uitkijk was blijven
staan. Deze laatste trok de aandacht van
een bewoonster aan den overkant, die
haar huis verliet en op het Kwakersplein
een agent waarschuwde. Deze spoedde
zich naar de aangewezen plaats, waarop
hij dezen man inrekende, voordat die op
eenig gevaar bedacht was! De flinke
vrouw had echter even te voren ook nog
een 16-jarigen padvinder, die in de buurt
van het bewuste perceel woont, verteld
dat zich vermoedelijk in het tijdelijk
verlaten bovenhuis verdachte personen
bevonden. De jongen trok er ook dade
lijk op uit en vond weldra ook een agent
met wien hij zich naar het huis begaf.
Hier werden inderdaad twee mannen
aangetroffen, die met de hulp van den
knaap konden worden aangehouden.
Het bleken te zijn twee mannen resp.
dertig en' drie en dertig jaar oud, beken
den van politie en justitie.
De man, die op den uitkijk had gestaan
is 23 jaar oud met een vrijwel blanco
strafregister,
IN „DE DUINTJES" VERDRONKEN.
Te Woensdrecht is gisteravond
omstreeks half zes de 26-jarige Jos. van
N. uit Dalem bij Mechelen (België) in 't
zwembad „De Duintjes" verdronken.
Het ongeluk geschiedde onder de oogen
van zijn metgezellin, een 20-jarig meisje
uit Edeghem. Zij had den jongeman nog
korten tijd vastgehouden, doch toen op
haar geroep hulp was genaderd, ver
keerde zij zelfs reeds in zinkenden toe
stand. Een der employé's van het restau
rant „De Duintjes", de kellner A. Hey-
gen, die ijlings per kano was toegesneld,
sprong haar na en kon haar nog in
tijds grijpen. Zij had het bewustzijn
reeds verloren, doch na toepassing van
kunstmatige iidemhaling gelukte het
aan een in het bad vertoe venden Ant-
werpschen dokter het me:sje bij te
brengen.
Tot 's avonds elf uur zijn nog ver
schillende pogingen in het werk gesteld,
om den jongeman te vinden, doch men
heeft zijn lijk nog niet kunnen bergen.
Vandaag zou het zoeken worden hervat.
Men vermoedt, dat een plotselinge
ongesteldheid Van N. tot dit noodlottig
einde heeft geleid.
De Colorado was een lieveheersbeestje.
De heer K. Onrust te Oudenbosch,
Technisch Ambtenaar van den Planten-
ziektenkundigen Dienst, deelt aan De
Grondwet mede dat een bericht omtrent
de Coloradokever die te Bergen op Zoom
zou zijn zijn aangetroffen, een storm in
een glas water is geweest.
Bij nader onderzoek bleken de gevon
den larven en poppen te zijn van dood
gewone.... lieveheersbeestje.
Voor de aardappeltelers in West- Bra
bant is de verzekering' dat de Colorado
kever nog niet binnen onze grenzen is
aangetroffen, een heele geruststelling.
DOODENDAGBOEK VAN
HET VERKEER.
Nijmegen: 1 doode.
Zondagavond is op den HeemstraWeg
tusschen Nijmegen en Beuningen de 15-
jarige M. Schiks uit Beuningen, die per
fiets uit een zijweg kwam, gebotst tegen
de auto van den heer S. Het slachtoffer
bekwam een schedelfractuur en inwen
dige kneuzingen. In den afgeloopen
nacht is de jongen aan de gevolgen over
leden.
Garijp 1 doode.
Bij het spelen op den weg is het 2%-
j,arig zoontje van de fam. K, te Garijp
door een autobus overreden en kort
daarop overleden,
Hooger Smilde 1 doode.
Gistermiddag stortte nabij de steen
fabriek te Hooger Smilde de 20-jarige
arbeider J. B. die op de treeplank van
de zwaarbeladen vrachtauto der fa
briek mocht meerijden, van de auto
Hij, kwam onder de achterwielen van
den wagen terecht en was op slag dood.
Rechtbank te Middelburg.
Z tting van 10 Augustus.
DE DOODSLAG TE ARNEMUIDEN,
Als verdacht van doodslag subs zware
mishandeling den dood ten gevolge heb
bende had zich voor de Rechtbank te
verantwoorden G. de H. 34 jaar, tim
merman wonende te Arnemuiden, thans
in voorloopige hechtenis in het Huit van
Bewaring te Middelburg.
Volgens de dagvaarding was aan ver
dachte tenlaste gelegd dat hij op 24
Mei 11. te Arnemuiden opzettelijk J.
Francke van het leven heeft beroofd
door hem opzettelijk gewelddadig met
een mes of scherp voowerp te steken
in zijn hals, waardoor de linker sleutel
beenslagader is doorgesneden benevens
enkele kleine andere vaten, en J. F.
tengevolge van verbloeding' kort daarna
is overleden.
Verdachte was verschenen en werd
rechtskundig bijgestaan door mr. A. H.
Kuipers advocaat te Middelburg.
,Van de zijde van het O, M. waren in
deze zaak een 9 tal getuigen gedag
vaard, terwijl de verdedig ng een ge
tuige a decharge had voorgebracht,
Als eerste getuige werd gehoord de
rijksveldwachter Snoep, die na het ple
gen van het misdrijf in de nabijheid van
de plaats een hamer had gevonden, wel
ke ter terechtzitting aanwezig is.
De getuige D. A, Dijke, landbouwers
knecht te Arnemuiden, was op den
'avond van 23 Me: 11, in het cafe „Spoor-
zicht" te A]rnemuiden geweest, met
nog eenige andere jongens. Toen het
elf uur sluiten was zijn zij naar buiten
gegaan waaronder zich bevond de ver-
slagene Francke, Terwijl zij daar eeni-
gen tijd op straat vertoefden is ver
dachte gekomen, die door Francke
werd gefeliciteerd, en die verdachte bij
zijn handen pakte. Waarom deze felic -
tatie plaats vond weet getuige niet.
Verdachte rukte de handen los, waarop
hij een klap kreeg van Francke. Ver
dachte zeide daarop „dat is gemeen,
we zullen elkaar nog wel eens zien". De
verdachte de H. is darop weggegaan,
hij heeft niet teruggeslagen. Op een
vraag van den President aan get. of
de Hamer aanleiding had gegeven om
zoo'n slag te krijgen, kan get. geen ant
woord geven.
Op een vraag van den President, ant
woordt get., dat Francke geen vechters
baas was, doch wel driftig. Verdachte
De H. had genoeg gedronken.
Verdachte gehoord, heeft geen aan
merkingen op deze verklaringen.
Pr. tot verdachte: Nadat u dien slag
had gekregen, was u toen duizelig?
Verdachte: Neen.
De get. J. van de Ketterij, arbeider te
Arnemuiden, was eveneens met eenige
jongens op den bewusten avond in het
café geweest. Niemand was dronken.
Get. kan niet zeggen of verdachte dron
ken was. De verslagene F. heeft H. ge
feliciteerd, waarop verdachte zeide:
„Laat mijn hand los". Verdachte had nog
tegen F. gezegd: „ik ben op stap ge
weest".
Op een vraag van den Pr, aan get.,
indien hij een klap had gekregen, wat hij
zou hebben gedaan, antwoordt get.: dan
had ik het aangegeven. Verdachte heeft
omrede hij veel bloedde, nog een zak
doek gekregen van een der aanwezigen.
Op een vraag van den President hoe
Francke bekend stond, antwoordt get.:
„driftig".
De get. C. de Nooijer, kantoorbedien
de, legt een gelijkluidende verklaring af,
er aan toevoegende, dat hij van meening
was dat de felicitatie betrof een verhou
ding tusschen verdachte en de dienst
bode van den dokter.
De get. P. J. Kousemaker, slager te
Arnemuiden, achterneef van verdachte,
heeft niet gezien dat verdachte een slag
kreeg. Op een vraag van den President
hoe de verslagene en verdachte bekend
stonden, zegt get. hen niet te kennen.
Op een vraag van den verdediger aan
get. of hij aanleiding vond dat Francke
zoo optrad, zegt get. in een en ander
geen aanleiding te hebben gezien om zoo
op te treden. De verdediger merkt aan
get. op, dat hij voor den Rechter-com-
missaris destijds heeft verklaard, dat hij
het optreden van Francke de perken te
buiten achtte te gaan.
De get. deskundige, dr. P. E. M. Teen
stra, destijds geneesheer te Maasoord, in
het gesticht alwaar verdachte ter ob
servatie geruimen tijd werd opgenomen,
heeft verdachte onderzocht. De deskun
dige is tot de conclusie gekomen dat
verdachte tijdens het plegen van het feit
waarvan hij wordt verdacht, lijdende
was aan ziekelijke stoornissen van zijn
geestvermogens en wel door:
a. een ongeval omstreeks 1927 met
deszelfs gevolgen;
b. de 's avonds tevoren hem toege
brachte verwondingen aan zijn neus.
Deze maken hem' niet geheel ontoereken
baar, maar wel in verminderde mate
toerekenbaar.
De getuige C. Boone, timmerman, te
Arnemuiden, zag verdachte en verslage
ne op 24 Mei 1.1. weggaan in de richting
van den overweg te Arnemuiden. Gef.
wist niet dat er zich den vorigen avond
moeilijkheden hadden voorgedaan. Op
een gegeven moment zag get. verschil
lende menschen, de verslagene riep:
'„Kees kom eens want hij steekt mij
dood". Bij een in de nabijheid staande
schuur zakte F. ineen.
De president merkte aan getuige
op, dat het van hem een moreele plicht
is om de waarheid te vertellen, aange
zien Fr. is overleden en deze thans niet
meer getuigen kan.
Op een vraag aan get. B. hoe Francke
bekend stond, zegt get), dat hij voor
hem een aardige kerel was. Get. had
niet den indruk dat de verdachte en de
verslagene opgewonden waren, hij dacht
echter wel dat er iets gebeuren zou.
De get. L. de Rijke, landbouwer te
Arnemuiden, was op 24 Mei 1.1. op weg
naar zijn broer toen verdachte hem per
rijwiel achterop reed in de richting van
het spoor. Later is Francke nagekomen.
Get. is den weg ingeslagen en doorge-
loopen en had niet het minste vermoe
den dat er iets zou gebeuren.
In een tijd van ommezien hoorde get.
roepen: ,fcLeunis haal den dokter, hij
steekt mij dood". Get. liep op Fr. toe en
zeide tegen dezen: „ga op den grond
liggen want je bloedt dood". Francke
heeft verder niets gezegd. Get. is daar
op den dokter gaan waarschuwen.
Op een vraag van den Officier van
Justitie aan get. of hij een hamer in het
bezit van Fr. heeft gezien, blijft get.
het antwoord schuldig, hij heeft daarop
niet gelet.
Verdachte gehoord, heeft geen aan
merkingen op deze verklaringen.
De getuige, C. Schipper, rijksveld
wachter te Arnemuiden, kende beide
personen. Bijzonder lastig waren ze niet,
doch dronken nog al. Verdachte is vol
gens get, bang. Vechtersbazen zijn 't ook
niet, doch de verslagene was voor geen
geruchtje vervaard.
De getuige a décharge, dr. De Haas
te Arnemuiden, verklaart dat verdachte
gedurende eenige weken bij hem aan
huis werkzaamheden heeft verricht. Get.
had aan verdachte een prettig iemand
in huis.
Op een vraag van den President, of hij
iets abnormaals aan verdachte heeft be
speurd, antwoord deze ontkennend.
Pr. ook geen driftbuien?
Get. Neen.
De get. H. Cozijn, winkelier te Mid
delburg, verklaarde op 24 Mei 11 messen
te hebben verkocht, doch kan niet zeg
gen dat hij aan verdachte er een ver
kocht heeft.
Op een vraag van den Pr. aan ver
dachte, antwoordt hij een mes bij get.
te hebben gekocht, geen dolk of iets
dergelijks, maar een gewoon knipmes.
Alsnu wordt verdachte ondervraagd.
Hij verklaarde op 23 Mei naar Middel
burg te zijn gegaan met zekere Cop-
poolse, omstreeks 214 uur, verder naar
Souburg, alwaar hij eenige consumpties
heeft gebruikt, het aantal kan hij zich
echter niet herinneren. Later is hij weer
teruggegaan naar M'burg en heeft daar
ook nog eenige café's bezocht. Nuch
ter was hij niet, doch ook niet dronken.
In Arnemuiden gekomen zijnde trof hij
eenige personen aan nabij 't café Spoor-
zicht, heeft daar staan te praten en zijn
er eenige woorden gevallen. Verdachte
weet echter van gelukwenschen niets af.
Wel weet hij dat hij een klap van
Francke heeft gekregen. Hij was nadien
niet versuft. Verdachte weet zich te
herinneren dat hij niets kon terugdoen
omreden hij zoo erg bloedde. Verdachte
verklaart verder dat het de bedoeling is
geweest die klap welke hij had ont
vangen terug te geven doch niet dien
avond. Den daarop volgenden morgen is
hij naar Middelburg gegaan teneinde een
pak te passen, doch niet met de be
doeling om een mes te koopen.
In Middelburg zijnde, is pas de ge
dachte tot het koopen van een mes bij
hem opgekomen. In Arnemuiden geko
men, is hij toen naar de woning gegaan
van Fr. om te kijken of deze thuis was,
hij wilde met hem afrekenen van den
vorigen avond. Hij heeft Fr. toen uit
gedaagd om te gaan vechten. Hij heeft
toen tegen Francke gezegd: „nu moet je
mij eens een klap op mijn hersens geven
zooals gisteravond." Verd. dacht toen,
dat Fr. met een hamer zou slaan.
Op een vraag van den president waar
hij Fr. heeft gestoken, antwoordt verd.
dat hij niet heeft gestoken, doch ge
zwaaid.
Pres.: Je hebt toch gedacht, die moet
ik onschadelijk maken?
Verd,: We stonden met opgeheven
armen tegenover elkander.
Pr.: Wat heb je na het gebeurde ge
daan, weggeloopen en het slachtoffer
laten liggen?
Verdachte weet zich verder niets
meer te herinneren.
Officier van Justitie tot verdachte:
Als U een mes in Uw zak had, waarom
gaat U dan naar Middelburg om een
tweede te koopen?
Verdachte: Omdat ik het thuis noodig
had.
Vervolgens wordt nogmaals de getui-
ge-deskundige dr. Teenstra gehoord,
deze blijft bij zijn rapport, en is van
meening dat bij verdachte voor heeft
gezeten dat de schande welke hem was
aangedaan moest worden uitgevochten.
Op een vraag of verdachte voor alles
wat hij doet ontoerekenbaar is, ant
woordt get. dat hij niet geheel verant
woordelijk is voor hetgeen hij deed.
De vedediger vraagt aan dr. Teenstra
of bij verdachte in de gegeven situatie
ook het idee van een noodzakelijke
zelfverdediging kan zijn opgekomen, of
wel dat de vergeldingsgedachte den bo
ventoon voerde. De get. antwoordt hier
op, dat de mogelijkheid bestaat dat in
derdaad ook het idee van zelfverdedi
ging bij verdachte kan hebben- voorge
zeten.
De verdediger vraagt aan dr. Teenstra
den geneesheer of de afzondering waar-