Slapeloosheid LAATSTE BERICHTEN. CEMENGD NIEUWS. RECHTSZAKEN. DE JAMBOREE IS TEN EINDE. Gisteren was het de laatste dag van de jamboree en, zooals de laatste dagen wel vanzelf spreekt, met een stralend zonnetje. Ook gisteren waren er reeds vroeg tal van bezoekejrs. Zoo druk als Zondag werd het echter niet. Want Zondag was het de recorddag van de jamboree. Niet minder dan 125.000 personen bezochten het terrein. De sporwegen vervoerden dien dag 40 tot 50.000 bezoekers, terwijl er 78 extra-treinen reden. Aan belang stelling heeft het de jamboree dus niet ontbroken. In het kamp waren de jongens des morgens al begonnen met afscheid ne men. Zingende trokken vroolijke groep jes rond om nog een laatste bezoek te brengen aan de vele vrienden, die zij in den loop van de week hebben leeren kennen en waardeeren. Hier en daar werd reeds een tent on der gejuich, maar tegelijkertijd met een zekere weemoed, opgebroken. De chief scout, Baden Powell, bracht een afscheidsbezoek aan het voortrek kerskamp, waar hij de jongens dank ibracht voorhet werk dat zij aan de vooi bereiding en tijdens de jamboree verricht hebben. Het laatste défilé. Tegen half drie des middags begonnen de arena-tribunes vol te loopen. Op de eere-tribune hadden de chief scout, Ba den Powell, en generaal Behrens bene vens eenige andere autoriteiten plaats genomen. Dan begon de muziek en trok ken de contingenten de arena binnen. Vocrop de kampleider en de sub-kamp leiders en dan in omgekeerde alphabeti- sche volgorde de padvinderscontingen ten: de blauwe Zweden, de IJslanders, de Venezolanen enzoovoort. Staande aanschouwde de chief scout zijn voorbij trekkende jongens, voor iedere nationa le vlag het padvinderssaluut brengende. Onafgebroken rukten de duizenden scouts op, marcheerden de arena rond, tot zij aan den ingang de volgende groe pen ontmoetten, en sloten dan aan de binnenzijde aan, zoodat steeds breeder rijen onder een steeds kleuriger beweeg van vlaggen, zich langs de tribunes be wogen een machtig schouwspel. In het midden van het terrein stond de „Raadsrots" opgesteld, omringd door een cordon voortrekkers. Toen de laatste defileerenden zich hadden aangesloten, was het groote mo ment aangebroken, waarop de chief scout zijn jongens zou toespreken. De chief liet toen de duizenden padvinders op den grond plaats nemen, en schreed onder luide toejuichingen naar de Raads rots, gevolgd door een staf van officials. Op de Raadsrots staande zeide Lord Baden Powell o.m.: „Gedurende de kor te dagen van deze wereldjamboree, heb ben tot mijn vreugde alle padvinders het grootste deel van hun tijd besteed aan het sluiten van vriendschappen. Dat is ook het doel der padvinders. De dag bladen hebben geschreven over een kin derkruistocht. Dit is een zeer juiste be schrijving, omdat jullie werkzaam zijt voor een groote zaak, de kruistocht voor den vredfe^ Probeer zooveel mogelijk vrienden te maken in andere landen. Over enkele jaren zijn jullie volwassen mannen in jullie land. Dan zullen de moeilijkheden komen dan zullen zich conflicten voordoen, dan zal wellicht weer gesproken worden over oorlog en vrede. Maar als je veel vrienden hebt in andere landen, zul je geen oorlog met hun willen maken. Dan weet je, dat er een betere weg is tot oplossing van de conflicten: onderling overleg en vriend schappelijke regeling". Na deze rede reikte de chef scout de jacobstaven uit aan den leider van ieder contingent en richtte toen voor de tweede maal, zeer ontroerd het woord tot de jongens: De chief scout zeide daarbij o.a.: „De tijd is nu voor mij ge komen om vaarwel te zeggen! Ik hoop, dat jullie een gelukkig leven zullen lei den. Jullie weet, dat ik in mijn een- en tachtigste jaar ben en het einde van mijn leven nader. De meeste van jullie staan aan het begin en ik wensch, dat jullie leven gelukkig en vol succes zal zijn. Je kunt dit bereiken door de padvin- derswet uit te dragen. Mijn boodschap aan jullie is vriendschap te verspreiden en broederschap over de geheele wereld. Vaarwel en God zegene jullie allen". Drie geestdriftige cheers volgden na n ontroerende stilte op deze indrukwek kende woorden, nog drie cheers voor den Nederlandschen hoofdverkenner en het laatste défilé was ten einde. Diep onder den indruk verlieten de padvin ders langzaam het terrein, PRINSES JULIANA EN PRINS BERNHARD WONEN LAAT STE KAMPVUUR BIJ. Tot groote vreugde van de duizenden padvinders, die gisteravond om acht uur rondom het groote kampvuur zaten geschaard, verschenen plotseling en zon der dat iemand hun komst had kunnen bevroeden, Prinses Juliana en Prins Bernhard met een klein gevolg, ten ein de volkomen in den geest van dit kameraadschappelijke padvindersfeest eenvoudig onder de menigte knapen te maken 'n^eme kampvuur mede geen^niihlf»!, V* dï* laatste kampvuur wildpn rt t oeëelaten. De padvinders wdden dit afscheidsfeest liever rfeheel onder elkander blijven. Zooals gebruikelijk werd het vuur ontstoken door middel van Indiaansche vuurbogen. Vervolgens werd de Baden Powell- yell uitgebracht en zouden de jongens beginnen met het zingen van het jam- boere-lied in het Engelsch, Fransch en Nederlandsch, toen plotseling m 'n uit hoek van den duinpan, langs welke hel lingen de tienduizenden scout gelegerd waren, groote beroering ontstond, die zich al spoedig over de aanwezigen ver spreidde. Hoeden en mutsen werden in de lucht geworpen, heele groepen ston den te dansen van opgetogenheid en plotseling begonnen ongeveer vijf en twintigduizend frissche jongensstemmen spontaan het „Wilhj^lmu^" te zingen, dat ontzaglijk en indrukwekkend over het stille duinlandschap, waar de avond al begon te schemeren, weerklonk. Een oogenblik om nooit te vergeten. En toen wisten alle jongens het zonder dat iemand het hun gezegd had: Prin ses Juliana en Prins Bernhard waren komen binnenvallen in het groote pad vindersgezin om gezamenlijk met de jongens in ongedwongen vreugde dit laatste feest van de jamboree mede te vieien. Prinses Juliana zocht lachend en ver heugd over de hartelijke ontvanqst, eer, plaatsje in het zand. Zij wilde er niet van weten plaats te nemen op de eere zetels. Prins Bernhard zette zich even eens in het zand neer, aan de voeten van Baden Powell en Prins Gustaaf Adolf van Zweden, den kleinzoon van den Zweedschen koning, kwam naast hem zitten. Onmiddellijk daarna werd het programma voortgezet, nadat eerst nog uiting aan de blijheid was gegeven door het uiten van den hallo-yell, (wij zijn blij je te zien, wij zijn blij te verwelkomen, hallo, hallo, hallo). Het Tsjecho-Slowaaksche padvinders orkest zette toen een aantal Holland- sche liedjes in, die door allen, ook door de koninklijke gasten lachend er, ver heugd werden meegezongen. Er volgde toen een uitgebreid pro gramma van opvoeringen, de een al aardiger dan de ander. Zoo werd het bekende Farialied gezongen, waarbij het geheele kamp aan het schuitjevaren sloeg, de rij van Prinses Juliana, Prins Bernhard en Gustaaf Adolf al even vroo- lijk meedeinende als ieder ander. En zoo ging het den geheelen avond door. Achter elkaar volgden de Franschen, de Polen, verschillende yells, o.a. een Hongaarsche,. waarbij de naam Vogelen zang niet werd uitgesproken, maar door vogelgefluit werd aangegeven, 'n clown, het Piet-Heinlied, het Poolsche orkest, te veel om allemaal op te noemen en eigenlijk te aardig om niet stuk voor stuk te bespreken en nog eens op te ha len. De Syriërs zongen en dansten, een Hongaar gaf een solo op een oud natio naal instrument, de Belgen gaven een aardig, op muziek gedanst kwajongens gevecht te zien, canons werden gezon gen, Indianen lieten een adelaarsdans zien en zoo verliep deze laatste avond van de wereldjamboree in een feest stemming, die door de aanwezigheid van Prinses Juliana, tot zoo'n hoogtepunt gestegen was, dat wel niemand onder de padvinders zal zijn, die er niet mee zal instemmen, wanneer wij schrijven, dat het slot tevens het hoogtepunt ge worden is van dit op zoo grootsche wij ze geslaagde padvindersfeest. Excursies van buitenland- sche padvinders. Al heeft de chief-scout de wereldjam boree te Vogelenzang gisteren gesloten, toch zijn de buitenlandsche padvinders nog niet alle naar hun landen terugge keerd. Vandaag, morgen en overmorgen, ma ken de buitenlandsche padvinders naar de drie groote steden en naar enkele hoofdplaatsen in de provincie excursies, In totaal nemen ongeveer 15.000 pad vinders hieraan deel. Een derde van dit aantal bezoekt beurtelings Rotterdam, Den Haag en Scheveningen. KERK EN SCHOOL. Leerplan H. B. S. A en B. Gisteren verscheen een Staatsblad nr. 363 met een K.B. van 28 Juli 1937 tot wijziging ,'en aanvulling van het K.B. van 27 Mei 1937. Het bepaalt, dat aan artikel 4 van laatstgenoemd K.B., be vattende het leerplan voor de H. B. S.-en A en B zal worden toegevoegd het bekende Marchant-Slotemakerssche spel lingbesluit. Te 's-Gravenhage slaagde voor het examen Duitsch M. O. akte A (huis akte) mej. A. J. Dieleman te Middel burg. Te Utrecht slaagde voor het exa men Engelsch L. O. de heer J. W. Pie- ters teVlissingen. Geslaagd voor het diploma Boek houden van de Vereen, van Leeraren in de Handelswetenschappen, de heeren F. Geluk te K a 11 e n d ij k e, M. de Ja ger en C. de Klerk te K a p e 11 e. Ds, E. P. Borgman, Ned, Herv. pre dikant te Wirdum (Fr.) die zijn benoe ming tot voorganger bij de Vereeniging van Vrijzinnig Hervormden te Middel- b u r g heeft aangenomen, zal zich op 1 October aan de vereeniging verbinden. Ned. Herv. Kerk. Cand. A. Donker te Alphen a. d. Rijn is beroepen te Retranchement. tengevolge van de zomerwarmte, over wint men spoedig door het gebruik van een paar Mijnhardt's Zenuwtabletten. Buisje 75 ct. (Ingez. Med.) DE PADVINDERS KOMEN TERUG. Woensdagmiddag met den trein van 17.21 komt het contingent Middelburg- sche padvinders, dat aan de jamboree heeft deelgenomen, terug. Aan het station zal dan de signaal-af- deeling van Achilles aanwezig zijn om de jeugdige stadgenooten langs Stations straat, Londensche Kade, Nieuwstraat en Lange Delft vooraf te gan naar de Markt, van waar ieder zijn woning zal opzoe ken. EEN INBRAAK OP KLAARLICHTEN DAG. Hulp van burgerij en padvinders. Het bureau Marnixstraat der Amster- damsche politie had gisteren een succes, aangezien de daders aangehouden kon den worden van een inbraak. Het doel van deze inbraak was een woning aan het begïn der Bilderdijkkade, waar, bij uitstedigheid der bewoners, twee per sonen door verbreking van het slot der buitendeur zijn binnengedrongen ter wijl 'n derde op den uitkijk was blijven staan. Deze laatste trok de aandacht van een bewoonster aan den overkant, die haar huis verliet en op het Kwakersplein een agent waarschuwde. Deze spoedde zich naar de aangewezen plaats, waarop hij dezen man inrekende, voordat die op eenig gevaar bedacht was! De flinke vrouw had echter even te voren ook nog een 16-jarigen padvinder, die in de buurt van het bewuste perceel woont, verteld dat zich vermoedelijk in het tijdelijk verlaten bovenhuis verdachte personen bevonden. De jongen trok er ook dade lijk op uit en vond weldra ook een agent met wien hij zich naar het huis begaf. Hier werden inderdaad twee mannen aangetroffen, die met de hulp van den knaap konden worden aangehouden. Het bleken te zijn twee mannen resp. dertig en' drie en dertig jaar oud, beken den van politie en justitie. De man, die op den uitkijk had gestaan is 23 jaar oud met een vrijwel blanco strafregister, IN „DE DUINTJES" VERDRONKEN. Te Woensdrecht is gisteravond omstreeks half zes de 26-jarige Jos. van N. uit Dalem bij Mechelen (België) in 't zwembad „De Duintjes" verdronken. Het ongeluk geschiedde onder de oogen van zijn metgezellin, een 20-jarig meisje uit Edeghem. Zij had den jongeman nog korten tijd vastgehouden, doch toen op haar geroep hulp was genaderd, ver keerde zij zelfs reeds in zinkenden toe stand. Een der employé's van het restau rant „De Duintjes", de kellner A. Hey- gen, die ijlings per kano was toegesneld, sprong haar na en kon haar nog in tijds grijpen. Zij had het bewustzijn reeds verloren, doch na toepassing van kunstmatige iidemhaling gelukte het aan een in het bad vertoe venden Ant- werpschen dokter het me:sje bij te brengen. Tot 's avonds elf uur zijn nog ver schillende pogingen in het werk gesteld, om den jongeman te vinden, doch men heeft zijn lijk nog niet kunnen bergen. Vandaag zou het zoeken worden hervat. Men vermoedt, dat een plotselinge ongesteldheid Van N. tot dit noodlottig einde heeft geleid. De Colorado was een lieveheersbeestje. De heer K. Onrust te Oudenbosch, Technisch Ambtenaar van den Planten- ziektenkundigen Dienst, deelt aan De Grondwet mede dat een bericht omtrent de Coloradokever die te Bergen op Zoom zou zijn zijn aangetroffen, een storm in een glas water is geweest. Bij nader onderzoek bleken de gevon den larven en poppen te zijn van dood gewone.... lieveheersbeestje. Voor de aardappeltelers in West- Bra bant is de verzekering' dat de Colorado kever nog niet binnen onze grenzen is aangetroffen, een heele geruststelling. DOODENDAGBOEK VAN HET VERKEER. Nijmegen: 1 doode. Zondagavond is op den HeemstraWeg tusschen Nijmegen en Beuningen de 15- jarige M. Schiks uit Beuningen, die per fiets uit een zijweg kwam, gebotst tegen de auto van den heer S. Het slachtoffer bekwam een schedelfractuur en inwen dige kneuzingen. In den afgeloopen nacht is de jongen aan de gevolgen over leden. Garijp 1 doode. Bij het spelen op den weg is het 2%- j,arig zoontje van de fam. K, te Garijp door een autobus overreden en kort daarop overleden, Hooger Smilde 1 doode. Gistermiddag stortte nabij de steen fabriek te Hooger Smilde de 20-jarige arbeider J. B. die op de treeplank van de zwaarbeladen vrachtauto der fa briek mocht meerijden, van de auto Hij, kwam onder de achterwielen van den wagen terecht en was op slag dood. Rechtbank te Middelburg. Z tting van 10 Augustus. DE DOODSLAG TE ARNEMUIDEN, Als verdacht van doodslag subs zware mishandeling den dood ten gevolge heb bende had zich voor de Rechtbank te verantwoorden G. de H. 34 jaar, tim merman wonende te Arnemuiden, thans in voorloopige hechtenis in het Huit van Bewaring te Middelburg. Volgens de dagvaarding was aan ver dachte tenlaste gelegd dat hij op 24 Mei 11. te Arnemuiden opzettelijk J. Francke van het leven heeft beroofd door hem opzettelijk gewelddadig met een mes of scherp voowerp te steken in zijn hals, waardoor de linker sleutel beenslagader is doorgesneden benevens enkele kleine andere vaten, en J. F. tengevolge van verbloeding' kort daarna is overleden. Verdachte was verschenen en werd rechtskundig bijgestaan door mr. A. H. Kuipers advocaat te Middelburg. ,Van de zijde van het O, M. waren in deze zaak een 9 tal getuigen gedag vaard, terwijl de verdedig ng een ge tuige a decharge had voorgebracht, Als eerste getuige werd gehoord de rijksveldwachter Snoep, die na het ple gen van het misdrijf in de nabijheid van de plaats een hamer had gevonden, wel ke ter terechtzitting aanwezig is. De getuige D. A, Dijke, landbouwers knecht te Arnemuiden, was op den 'avond van 23 Me: 11, in het cafe „Spoor- zicht" te A]rnemuiden geweest, met nog eenige andere jongens. Toen het elf uur sluiten was zijn zij naar buiten gegaan waaronder zich bevond de ver- slagene Francke, Terwijl zij daar eeni- gen tijd op straat vertoefden is ver dachte gekomen, die door Francke werd gefeliciteerd, en die verdachte bij zijn handen pakte. Waarom deze felic - tatie plaats vond weet getuige niet. Verdachte rukte de handen los, waarop hij een klap kreeg van Francke. Ver dachte zeide daarop „dat is gemeen, we zullen elkaar nog wel eens zien". De verdachte de H. is darop weggegaan, hij heeft niet teruggeslagen. Op een vraag van den President aan get. of de Hamer aanleiding had gegeven om zoo'n slag te krijgen, kan get. geen ant woord geven. Op een vraag van den President, ant woordt get., dat Francke geen vechters baas was, doch wel driftig. Verdachte De H. had genoeg gedronken. Verdachte gehoord, heeft geen aan merkingen op deze verklaringen. Pr. tot verdachte: Nadat u dien slag had gekregen, was u toen duizelig? Verdachte: Neen. De get. J. van de Ketterij, arbeider te Arnemuiden, was eveneens met eenige jongens op den bewusten avond in het café geweest. Niemand was dronken. Get. kan niet zeggen of verdachte dron ken was. De verslagene F. heeft H. ge feliciteerd, waarop verdachte zeide: „Laat mijn hand los". Verdachte had nog tegen F. gezegd: „ik ben op stap ge weest". Op een vraag van den Pr, aan get., indien hij een klap had gekregen, wat hij zou hebben gedaan, antwoordt get.: dan had ik het aangegeven. Verdachte heeft omrede hij veel bloedde, nog een zak doek gekregen van een der aanwezigen. Op een vraag van den President hoe Francke bekend stond, antwoordt get.: „driftig". De get. C. de Nooijer, kantoorbedien de, legt een gelijkluidende verklaring af, er aan toevoegende, dat hij van meening was dat de felicitatie betrof een verhou ding tusschen verdachte en de dienst bode van den dokter. De get. P. J. Kousemaker, slager te Arnemuiden, achterneef van verdachte, heeft niet gezien dat verdachte een slag kreeg. Op een vraag van den President hoe de verslagene en verdachte bekend stonden, zegt get. hen niet te kennen. Op een vraag van den verdediger aan get. of hij aanleiding vond dat Francke zoo optrad, zegt get. in een en ander geen aanleiding te hebben gezien om zoo op te treden. De verdediger merkt aan get. op, dat hij voor den Rechter-com- missaris destijds heeft verklaard, dat hij het optreden van Francke de perken te buiten achtte te gaan. De get. deskundige, dr. P. E. M. Teen stra, destijds geneesheer te Maasoord, in het gesticht alwaar verdachte ter ob servatie geruimen tijd werd opgenomen, heeft verdachte onderzocht. De deskun dige is tot de conclusie gekomen dat verdachte tijdens het plegen van het feit waarvan hij wordt verdacht, lijdende was aan ziekelijke stoornissen van zijn geestvermogens en wel door: a. een ongeval omstreeks 1927 met deszelfs gevolgen; b. de 's avonds tevoren hem toege brachte verwondingen aan zijn neus. Deze maken hem' niet geheel ontoereken baar, maar wel in verminderde mate toerekenbaar. De getuige C. Boone, timmerman, te Arnemuiden, zag verdachte en verslage ne op 24 Mei 1.1. weggaan in de richting van den overweg te Arnemuiden. Gef. wist niet dat er zich den vorigen avond moeilijkheden hadden voorgedaan. Op een gegeven moment zag get. verschil lende menschen, de verslagene riep: '„Kees kom eens want hij steekt mij dood". Bij een in de nabijheid staande schuur zakte F. ineen. De president merkte aan getuige op, dat het van hem een moreele plicht is om de waarheid te vertellen, aange zien Fr. is overleden en deze thans niet meer getuigen kan. Op een vraag aan get. B. hoe Francke bekend stond, zegt get), dat hij voor hem een aardige kerel was. Get. had niet den indruk dat de verdachte en de verslagene opgewonden waren, hij dacht echter wel dat er iets gebeuren zou. De get. L. de Rijke, landbouwer te Arnemuiden, was op 24 Mei 1.1. op weg naar zijn broer toen verdachte hem per rijwiel achterop reed in de richting van het spoor. Later is Francke nagekomen. Get. is den weg ingeslagen en doorge- loopen en had niet het minste vermoe den dat er iets zou gebeuren. In een tijd van ommezien hoorde get. roepen: ,fcLeunis haal den dokter, hij steekt mij dood". Get. liep op Fr. toe en zeide tegen dezen: „ga op den grond liggen want je bloedt dood". Francke heeft verder niets gezegd. Get. is daar op den dokter gaan waarschuwen. Op een vraag van den Officier van Justitie aan get. of hij een hamer in het bezit van Fr. heeft gezien, blijft get. het antwoord schuldig, hij heeft daarop niet gelet. Verdachte gehoord, heeft geen aan merkingen op deze verklaringen. De getuige, C. Schipper, rijksveld wachter te Arnemuiden, kende beide personen. Bijzonder lastig waren ze niet, doch dronken nog al. Verdachte is vol gens get, bang. Vechtersbazen zijn 't ook niet, doch de verslagene was voor geen geruchtje vervaard. De getuige a décharge, dr. De Haas te Arnemuiden, verklaart dat verdachte gedurende eenige weken bij hem aan huis werkzaamheden heeft verricht. Get. had aan verdachte een prettig iemand in huis. Op een vraag van den President, of hij iets abnormaals aan verdachte heeft be speurd, antwoord deze ontkennend. Pr. ook geen driftbuien? Get. Neen. De get. H. Cozijn, winkelier te Mid delburg, verklaarde op 24 Mei 11 messen te hebben verkocht, doch kan niet zeg gen dat hij aan verdachte er een ver kocht heeft. Op een vraag van den Pr. aan ver dachte, antwoordt hij een mes bij get. te hebben gekocht, geen dolk of iets dergelijks, maar een gewoon knipmes. Alsnu wordt verdachte ondervraagd. Hij verklaarde op 23 Mei naar Middel burg te zijn gegaan met zekere Cop- poolse, omstreeks 214 uur, verder naar Souburg, alwaar hij eenige consumpties heeft gebruikt, het aantal kan hij zich echter niet herinneren. Later is hij weer teruggegaan naar M'burg en heeft daar ook nog eenige café's bezocht. Nuch ter was hij niet, doch ook niet dronken. In Arnemuiden gekomen zijnde trof hij eenige personen aan nabij 't café Spoor- zicht, heeft daar staan te praten en zijn er eenige woorden gevallen. Verdachte weet echter van gelukwenschen niets af. Wel weet hij dat hij een klap van Francke heeft gekregen. Hij was nadien niet versuft. Verdachte weet zich te herinneren dat hij niets kon terugdoen omreden hij zoo erg bloedde. Verdachte verklaart verder dat het de bedoeling is geweest die klap welke hij had ont vangen terug te geven doch niet dien avond. Den daarop volgenden morgen is hij naar Middelburg gegaan teneinde een pak te passen, doch niet met de be doeling om een mes te koopen. In Middelburg zijnde, is pas de ge dachte tot het koopen van een mes bij hem opgekomen. In Arnemuiden geko men, is hij toen naar de woning gegaan van Fr. om te kijken of deze thuis was, hij wilde met hem afrekenen van den vorigen avond. Hij heeft Fr. toen uit gedaagd om te gaan vechten. Hij heeft toen tegen Francke gezegd: „nu moet je mij eens een klap op mijn hersens geven zooals gisteravond." Verd. dacht toen, dat Fr. met een hamer zou slaan. Op een vraag van den president waar hij Fr. heeft gestoken, antwoordt verd. dat hij niet heeft gestoken, doch ge zwaaid. Pres.: Je hebt toch gedacht, die moet ik onschadelijk maken? Verd,: We stonden met opgeheven armen tegenover elkander. Pr.: Wat heb je na het gebeurde ge daan, weggeloopen en het slachtoffer laten liggen? Verdachte weet zich verder niets meer te herinneren. Officier van Justitie tot verdachte: Als U een mes in Uw zak had, waarom gaat U dan naar Middelburg om een tweede te koopen? Verdachte: Omdat ik het thuis noodig had. Vervolgens wordt nogmaals de getui- ge-deskundige dr. Teenstra gehoord, deze blijft bij zijn rapport, en is van meening dat bij verdachte voor heeft gezeten dat de schande welke hem was aangedaan moest worden uitgevochten. Op een vraag of verdachte voor alles wat hij doet ontoerekenbaar is, ant woordt get. dat hij niet geheel verant woordelijk is voor hetgeen hij deed. De vedediger vraagt aan dr. Teenstra of bij verdachte in de gegeven situatie ook het idee van een noodzakelijke zelfverdediging kan zijn opgekomen, of wel dat de vergeldingsgedachte den bo ventoon voerde. De get. antwoordt hier op, dat de mogelijkheid bestaat dat in derdaad ook het idee van zelfverdedi ging bij verdachte kan hebben- voorge zeten. De verdediger vraagt aan dr. Teenstra den geneesheer of de afzondering waar-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 3