Onrechtmatig bezit A id KRONIEK van den DAG. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 6 JULI 1937. No. 156. EN >ES 10, 11. PERSKRONIEK. Vetwormpjes en huiduitslag? REINIGT ALLES bo- jhem, lestie |n al ten- op pndz. Ibg- fcn v. bn in stas- |/7. lerg. beter met (fen, bmh. ?I®S< be- ,an- op |En- Iken ien- :lse, irg. |tal- 737. Men ond Inze ptu- en I bij ile. ar. Rondom Luxemburgs Regeeringscrisis. Luxemburgs groothertogin heeft onlangs de partijleiders in audiëntie ontvangen, teneinde hun adviezen inzake de regee ringscrisis te vernemen. Behalve de- lei ders der rechtsche partij en der libera len, waren dat ook de leider der sociaal democratische arbeiderspartij, het Ka merlid P. Krier, een vertegenwoordiger der onafhankelijke afgevaardigden ui het Moezelgebied, en de zich steeds als democraat" aandienende afgevaardigde Leo Müller. Laatstgenoemde is echter eerder hoe merkwaardig t ook klinken moge, als fascist te beschouwen; hij is hoofdredacteur van het Luxemburger Volksblatt, hetwelk tot voor kort sterke sympathie voor een Luxemburgsch ge tint Rexisme gevoelde. Op grond dezer mondelinge en schrif telijke adviezen heeft de groothertogin nu den reeds een twaalftal jaren aan het hoofd der regeering staanden staatsman, minister Jos. Bech, opgedragen, te on derzoeken, of het mogelijk en gewenscht is, een regeering op nog breederen grondslag dan thans, te vormen. Dit beteekent niet anders, dan dat de mogelijkheid van deelname der sterke sociaal-democratische partij aan de re geering onderzocht zal dienen te wor den. Naar het soc.-dem. Escher Tageblatt officieel mededeelt, heeft de woordvoer der. der arbeiderspartij de Groothertogin als zijn meening kenbaar gemaakt, dat de uitslag van het referendum bewijst, dat de volkswil van de tegenwoordige rechtsch-liberale regeeringscoalitie niet meer gediend is. Onder voorbehoud van goedkeuring der deelname aan de regee ring door een partijcongres (hetwelk in middels binnen enkele dagen gehouden zal worden) heeft de soc.-dem. partij in Luxemburg verklaard bereid te zijn, aan het oplossen der regeeringscrisis mede te werken, mits binnen het kader der grondwettelijke vrijheden des volks en indien rekening gehouden worde met de rechtmatige eischen van de breede mas sa des volks. In een hoofdartikel verklaart het blad verder, dat het niet zoozeer aankomt op een nieuwe verdeeling der regeeringsze- tels, maar op een vernieuwing der bin- nenlandsche politiek. Deze eisch wordt dan nader omschreven als een, tezamen met de vakverbonden, opkomen voor een realiteitspolitiek in dienst van het wer kende, en daarmee van 't gansche, land Deze politiek moet op Luxemburgsche toestanden, niet op buitenlandsche ex perimenten gegrondvest zijn. Zonder eenige reserve willen de soc.-democra ten staan op den vasten bodem der de mocratie, welke van de politiek over het geheele sociale en econmische le ven uitgebreid dient te worden. De volksfrontgedachte naar Fransch model wijst de Luxemburger sociaal-de mocratie als niet passend op de binnen- landsche toestanden, van de hand zij het dan met een hoffelijk gebaar in de richting van de voormalige regeering- Blum. Maar als de eventueele nieuwe regee ring een sociale regeering zal zijn, dan is de soc.-dem. partij, nadat zij bij het referendum „neen" gezegd heeft, nu ook, zich harer verantwoordelijkheid bewust, bereid „ja" te zeggen. Niet onaardig, in verband met heel deze zaak, is het volgende: Onder de tegenwoordige regeering zijn destijds twee communistisch gezinde leeraren, Kill en Urbany geheeten, van hoogerhand ontslagen. Enkele professo ren, advocaten, Kamerleden en andere intellectueelen, hebben thans in een open brief eerherstel voor deze twee leeraren geëischt, op grond van het feit, dat in de dossiers tegen hun geen enkele be schuldiging inzake hun bekwaamheid of door DOROTHEA GERARD. 7). Het daglicht had nu de laatste scha duwen van den nacht verjaagd, doch geen zonnestraaltje viel op de eindeloo- ze vlakte der steppe. Boven hen welfde zich een egaal grijs wolkendek, rechts en links van den breeden weg strekten zich van horizon tot horizon eindelooz'e grasvelden uit, thans in het voorjaar nog licht van tint, doch tengevolge van den nachtelijken regen tegen den grond geslagen. Op een oogenblik stokte veler adem. Want in de verte was een troep ruiters zichtbaar geworden. „De ko zakken! was onvermijdelijk de eerste gedachte, en na een haastige blik. om zich heen ten einde evenwel tot de er kentenis te komen, dat er geen spoor van eenige dekking was te bekomen, greep ieder naar zijn wapen. Doch gelukkig duurde de ongerustheid niet lang. Weldra hadden de hoofddek sels alles duidelijk gemaakt. Kozakken dragen geen stroohoeden zoomin als vil ten mutsen. Het was ongetwijfeld een troep boeren te paard, op weg naar ver afgelegen akkers „Maak de vlag klaar". bevH Stas, ier.wijl hij intusschen zijn keel schraapte voor ziin te verwachten toespraak. Toen de beide groepen elkaar onL 1 DE POSTCHèQUE. EN GIRODIENST. De 30o7o90ste. De postcheque- en girodienst heeft gister de 300.000ste postrekening ge opend. Hoewel de dienst nog geen volle twintig jaren geleden werd geopend, staat Nederland in vergelijking met het buitenland met 35 rekeningen op de dui zend inwoners of één rekening op elke 5 a 6 gezinnen op de tweede plaats. Be- hoorende tot de landen, welke het laatst tot de instelling van het postgiroverkeer zijn overgegaan, heeft ons land deson danks in relatieven zin bijna al zijn voorgangers, waaronder Duitschland, Zwitserland en Oostenrijk de baker mat van dit verkeer verre voorbijge streefd. Dagelijks worden 300 a 400 duizend betalingen door middel van postreke ningen verricht, ONZE HANDELSBETREKKINGEN MET BELC-Ië EN LUXEMBURG, De regeeringspersdienst deelt mede: Dezer dagen is te Brussel een nieuwe contingenteeringsovereenkomst tusschen Nederland en de Belgisch-Luxemburgsch economische unie onderteekend. Deze overeenkomst komt in de plaats van de op 30 April jl. afg'e'oopen overeenkomst van 6 Mei 1936. De nieuwe overeenkomst komt in groote trekken met de oude overeen. Wijzigingen van ingrijpende beteekenis zijn er niet in aangebracht. In overeenstemming met den huldigen gang van zaken is, daar waar zulks ver antwoord was, over en weer een aantal contingenten verhoogd, teneinde de handelsbeweging te verruimen. De be staande bepalingen over de wederzijd- sche steenkolen-invoeren werden aan de sindsdien gewijzigde maikt-situatie aan gepast. Teneinde mogelijke te piotseling'e prijsstoringen voor enkele tuinbouwar- tikelen op de Belgische markt te voor komen, is men overeengekomen, een ge mengde commissie in te stellen, die tot taak zal hebben de belangen van de beide landen op dit speciale gebied te gen elkander af te wegen en met elkan der in overeenstemming te brengen. De nieuwe overeenkomst geldt tot 1 Mei 1938. INTERNATIONAAL CONGRES VAN LANDBOUWINDUSTRÏEëN. Reeds meer dan duizend deel nemers. Voor het vijfde internationale tech nische en chemische congres van land bouwindustrieën, dat de volgende week in Scheveningen wordt gehouden, heeft zich gister de duizendste deelnemer la ten inschrijven. Aangezien in de komen de dagen nog tal van inschrijvingen ver wacht kunnen worden zal het aantal deelnemers derhalve aanzienlijk boven de duizend komen. Het congres wordt Maandag 12 Juli a.s. des morgens te half elf in de Kurzaal te Scheveningen door den minister van economische zaken, mr. M. P. L. Steen- berghe, geopend. hun moraliteit voorkomt, zoodat hun ontslag enkele op politieke gronden ver leend is. En de uitspraak van 6 Juni in zake de wet op de politieke orde en het verbod van de communistische partij in Luxemburg heeft, aldus adressanten, dui delijk genoeg bewezen dat men daar te lande van zulk een uitzonderingswet niet gediend is. Inmiddels heeft de gemeenteraad van de plaats, waar een dezer leeraren ont slagen was, geweigerd diens plaats va cant te verklaren, integendeel den niet- ontslagene herbenoemd! moeiten, wapperde de witte adelaar weer in den wind. Zelfs zonder het be velende gebaar van Stas, zou het ge ychl er van de boeren er toe gebracht hebben in hun verbaz.ug hun paarden in te houden. Kioeders", ge moet niet verder gaan alvorens het „Gulden Nieuws" gehoord te hebben, dat wij ine' gevaar voor ons lever, tot u willen brengen". Reeds bij de eerste woorden gevoelde Stas, hoe een grijsharige boer, die tot de voorste ruiters behoorde, zijn scherp zinnige oogen in een aandachtig luiste ren op hem vestigde. Het waren zulke verstandige oogen, dat hij bij zijn ver dere rede voortging alsof hij alleen tot hem sprak, en hij gaf daarom van grooter geestdrift en warmte blijk dan tevoren. Het waren betere, gloedvoller woorden dan hij op het marktplein had gesproken en ditmaal werden de in spanning af- wachtenden voor hun moeite beloond. Op de oudere gezichten begon zooiets van ontroering te komen, terwijl de oogen onder de borstelige wenkbrauwen en tusschen de door wind en weer ver bleekte oogwimpers nu eens naar den een dan weer naar den anderen jongen man keken, „Ge zijt een nobele jonge kerel", zeide de schrander uitziende boer, die het eerst Stas' aandacht had getrokken, „doch veroorloof mij een enkele vraag: hebt ge een vader?" „Mijn vader werd drie weken geleden begraven op het slagveld bij M.", zeide INZAKE; BE VRIJZINNIG DEMOCRATEN, „De geestelijke ondergrond der dingen." In het vervolg op zijn antwoord aan „De Avondpost" inzake de door dat blad evenals door ons voorgeslagen her- eeniging van de twee „liberale" par tijen 'n ons land, schrijft mr. P. J. Oud in „De vrijzinnig-Democraat" over „den diepen geestelijken ondergrond" der dingen. „Ik ben van oordeel .aldus mr. Oud dat men in vrijzinnige krin gen dikwijls veel te huiverig is geweest om over den geestelijken ondergrond der dingen te spreken. In de redevoe ring, die ik in het najaar van 1935 voor onze Haagsche afdeeling heb gehouden over „De vrijzinnig-democratie in ver leden, heden en toekomst", heb ik om trent de verhouding tusschen gods dienst en politiek het volgende gezegd: „Waarom is onze democratie vrijzin nig? Ik raak hier aan het moeilijke vraagstuk der verhouding tusschen godsdienst en politiek, een vraagstuk, waarover, om de teerheid van het on derwerp, friet groote voorzichtigheid moet worden gesproken. De grondleg gers onzer richting hebben, met uit te spreken, dat wij vrijzinnig zijn, onge twijfeld te kennen willen geven, dat godsdienst en politiek gesche'den za ken dienen te zijn. Vrijzinnig-democra tie zij, zoo hebben zij het ons geleerd, ondogmatisch. Noch het godsdienstige, noch het economische dogma mag haar beïnvloeden. Wanneer wij die verhou ding tusschen godsdienst en politiek wat nader bezien, dan bemerken wij echter, dat deze zaak n et zoo eenvou dig is, als vroeger, ook in onzen kring, wel is geleerd. Natuurlijk is die schei ding tusschen godsd enst en politiek juist, voor zoover men er mede be doelt, dat men geen kerkelijke inmen ging wenscht in Staatszaken, evenmin als de Staat zich moet bemoeien met de inwend ge aangelegenheden der Kerk. Deze opvatting is echter volstrek! niet het monopolie der vrijzinnge par tijen, Zij is bij de toonaangevende par tijen in Nederland gemeen goed. De vrije Kerk 'n den Vrijen Staat is een beginsel, dat in ons land het overheer- schende is, al moeten wij er tegen wa ken, dat het niet door de opkomst van richtingen, die de Staatsalmacht procla- meeren, in gevaar wordt gebracht. Met het uitspreken van d't beginsel zijn wij er echter niet. Wij zijn in onzen kring toch wel eens verder g'egaan. Wij heb ben ook wel verkondigd, dat gods dienstige begrippen er eigenlijk voor de staatkunde n ets toe doen, dat men den godsdienst, als zaak van het ge moed, terzijde zou moeten stellen als het over de politieke vragen gaat. Be kend is de formule, dat als godsdienst en politiek zich vermengen, beide be derven. Zoo scherp kan men het ech ter n et stellen. De staatkundige be grippen van den mensch moeten wel in sterke mate worden beïnvloed door zijn godsdienstige overtuiging. Onze le vensbeschouwing bepaalt mede ons po litiek nzicht. Het is eigenlijk zoo, dat godsdienstige en staatkundige overtui ging twee verschillende facetten zijn van eenzelfde levensbeschouwing. Wij, vrijz nnig-democraten, zien het nu zoo. dat men op verschillende wijze kan komen tot het besef, dat onze staat kundige beginselen de juiste zijn. Er zijn er velen in onze rijen, die juist op grond van hun godsdienstige begr'ppen er toe gekomen zijn ons staatkundig be ginsel te aanvaarden. Wij vragen daar naar niet. Omdat onze partij vrijzin nig is, is het haar voldoende, dat men haar beg'nselen aanvaardt en er zich naar wenscht te gedragen. Hoe hij tot die beginselen heeft meenen te moeten komen make ieder voor zichzelf uit. Stas trots, „en mij zou niets liever zijn dan wanneer mij eenmaal een dergelijk levenseinde werd beschoren". „Maar moet dat dan reeds zoo vroeg plaats vinden?" De oude man zuchtte en wees daarop naar „de boterhem", die in gespannen aandacht over den rand van den wagen keek, „Hoe oud is hij nu? Niet ouder dan mijn Wasyl, zou ik denken". „Hij is oud g'enoeg om, als het noodig is, voor zijn land te sneven!" riep Stas uit, tot groote voldoening van „de Bo terham", die had gegruwd, toen er met minachting over zijn jeugd werd gespro ken. „Ge zijt dappere jonge edellieden", zeide de boer zacht. „De rechtvaardigheid van onze taak maakt ons dapper. Mocht ge daaraan nog twijfelen, dan vindt ge dit hierin nader uiteengezet". Hij haalde nog een exem plaar van het „Gulden Nieuws" voor den dag. „Ik weet, dat uw harten zich aar. onze zijde zullen scharen. Is dat niet reeds nu het geval?" „Onze harten zijn aan uw zijde, broe ders!" werd in koor geantwoord, en niet alleen de verstandige oogen van den man, die had gesproken waren vochtig. In werkelijkheid hadden zij niet veel meer van het „Gulden Nieuws" begre pen dan de inwoners van D. Maar velen hunner waren vaders, terwijl ook andere bijzonderheden hen hadden getroffen. Na herhaalde verzekering van broeder lijke gevoelens en vurige aanroepingen Daarom is er bij ons plaats voor ieder, tne onze beginselen onderschrijft, wat ook zijn godsd'enstige ^rertuiging moge Het staat voor mij vast, dat onze democr.atie moet wortelen in een gees telijken ondergrond. Ik ben er stellig van overtuigd, dat dit bij alle vrijzin nig-democraten het geval is, ook al is niet ieder zich daarvan in dezelfde mate bewust. Ik heb dan ook nimmer ge schroomd daarvan rekenschap te geven, ja, ik heb het noodig geacht daarop in dezen moeilijken tijd nu zooveel dat vast verzekerd scheen slaat te wankelen meer dan vroleger den nadruk te leggen. Maar dit beteekent niet, dat wij daarom allen over deze geestelijke vragen gelijk behoeven te denken. Wij vinden dan ook in onze gelederen personen van zeer verscha lende godsdienstige opvattingen die al len even overtuigde vrijzinnig-democra ten zijn. Kan het verschil in godsd enstige overtuiging dus leiden tot de slotsom, dat eenzelfde staatkundige gedragslijn kan worden gevolgd, het omgekeerde kan zich evenzeer voordoen De redac tie van „De Avondpost" herinnert aan de woorden, die door mij zijn gespro ken op den avond van het jubileum van den Vrijzinnig-Protestantschen Ra dio-Omroep. Ik heb daar gesproken over de groote egensteilingen in dezë wereld. Over den geweldigen vooruit gang van de techniek, over de verbe ter ng der productie-methoden. Ik wees er op, hoe alle voorwaarden voor het geluk en de welvaa-t van den mensch schijnen verwezenlijkt. Daarop moest ik echter terstond de tegenstelling la- ;en volgen. Hoe velen er gebrek iii- den in deze wereld met haar overvloed. Hoe velen graag aan het werk zou den gaan en geen werk kunnen vinden. Hoe de techniek het verkeer tusschen de volken heeft vergemakkelijkt, en hoe ondanks dat de slagbocmen Lus- s-Sen die volken met den dag in aan tal schijnen toe te nemen. Hoe de vraag bij ons opkomt, of de mensch niet te veel op zich zelf heeft vertrouwd. Ik heb daaraan een oproep verbonden om ons d eper te bezinnen dp den onder grond der dingen, om ons leven te doen leiden door een hongeren geest, opdat wij ons vertrouwen niet verliezen, daarbij verwijzend naar het oude woord uit het Nieuwe Testament, dat het ge loof is de vaste grondslag der dingen, men hoopt en een bewijs der d:n- gen, die men niet ziet. Het is deze overtuiging men mag dl,o dogmatisch of ondogmatisch zoo inkleeden als men wil die wij behoe ven om ook in de staatkunde onze taak, onzen strijd voor een betere we reld te kunnen vervullen. Maar, dit bedenke men goed, allen, die deze over tuiging ten volle belijden, behoeven- volstrekt niet te komen tot dezelfde opvattingen op het terrein der staat kunde. Men k.an de juistheid van dit alles erkennende, de meening zijn toe gedaan, dat de verbetering moet komen langs omen weg der vrijz nnige demo cratie, maar men kan ook even eerlijk en oprecht kiezen voor iets anders: voor terugdringing van den volksin vloed, voor de socialistische produc- t'ewijze of voor wat niet ,al. Ligt het dus naar mijn meening zeker op den weg van hem, die leiding wil geven in het staatkundige leven, het volle li-lit op de geestelijke vragen te doen val len, hij vermijde daarbij ieder exclu sivisme. Hij begrijpe, dat het aan ons menschen niet gegeven is de waarheid te vinden. Hij begrijpe ook, dat een gelijk inzicht in de groote geestelijke vr,agen, niet waarborgt een gelijke hou ding in de problemen van staatkundi gen aard. Het verband tusschen gees telijke en staatkundige vragen is onmis kenbaar, doch niet ieder legt dit ver band op dezelfde wijze. van de Voorzienigheid om de avonturiers te beschermen, gingen de beide groe pen uiteen. „Zeide ik niet, dat zij niet allen var; hetzelfde maaksel konden zijn?" zeiden de jongelui tot elkaar, terwijl nieuwe moed hen allen vervulde. Het was een lichtstraal op hun pad, de eenige dien zij zouden ontmoeten", Er, met frissche moed hobbeMen de verloren schapen" weer verder. Zij hadden dien moed wel van noode. Met b'iksemsnelheid had zich de tijding van hun tocht en het doel er van ave de steppe verspreid. Bij eik dorp, dat zij b i nenreae.i, konden zij bemerken, dat hun komst verwacht werd doch c- s ook gevreeio. ITet was inderdaad niet moeielijk om de menschen bij elkaar te krijgen, nieuwskierigheid vervulde daarbij een belangrijke rol, maar zij be leefden geen enkele maal een oogenblik als zij op den weg hadden meegemaakt. Zoo zij al niet stieten op botte onver schilligheid, gevoelden zij op tegenstand te stuiten, een tegenstand, waaraan de politie zoowel als de pope schuld droeg. Soms werd een hand uitgestoken om het „Gulden Nieuws" in orvfvangst te nemen, doch vaker liet men het blad papier weg- fladderen in de modder. Tegen dat de avond viel, gevoelde menigeen zich ontmoedigd. Vele dezer knapen hadden gedurende de laatste twee nachten niet geslapen, en geen hunner had sinds den vorigen dag vol doende voedsel genoten; want men had, Alleen wanneer wij dit niet u*t het oog verliezen, blijven wij er voor be waard bijeen te brengen, wat niet bij een behoort. Ook wie uitgaat van het zelfde geestelijk beginsel kan tot een zeer verschillend resultaat komen." Purol reinigt en zuivert de huid. (Ingez. Med.) VEREENIGING TOT CHRISTELIJKE VERZORGING VAN KRANKZINNIGEN Maandag hield de Vereeniging tot Christelijke verzorging van krankzinni gen in Zeeland haar zeer druk bezochte 33ste jaarvergadering in het kerkge bouw van de Stichting „Vrederust" te Bergen op Zoom. De aan de vergadering voorafgaande bidstond werd geleid door ds. W. F. M. Lindeboom van Seroosker- ke (W.J, die sprak naar aanleiding van Romeinen 12 8, de laatste woorden. De jaarvergadering stond onder lei ding van den voorzitter minister J. J. C, van Dijk. Vertegenwoordigd waren 52 afdeelingen en 27 corporatiën. Uit de door secretaris en penning meester uitgebrachte jaarverslagen ver melden wij, dat aan het einde van het verslagjaar de vereeniging 68 afdeelin gen en 41 corporatiën telde, benevens een aantal afzonderlijke leden, in totaal 3686 leden. Aan het eind van het ver slagjaar werden in de Stichting „Vrede rust" met inbegrip van de gezinsver pleging, verpleegd 868 patiënten, waar van 300 in de „open" afdeeling, 548 in de gestichtsafdeeling en 20 in géz nnen. Het verpleegpersoneel bestond uit 68 verplegers en 127 verpleegsters. In den loop van het jaar werden als hersteld ontslagen uit de „open" afdeeling 17 pa tiënten, uit de gestichtsafdeeling 28 pa tiënten; als niet hersteld, doch verbe terd, uit de „open' afdeeling 13 patiën ten en uit de gestichtsafdeeling 10 pa tiënten. De buitendienst met de provin cie Zeeland, omvattende zoowel voor als nazorg, bleef zich gestadig ontwik kelen; in de consuliatiebureaux hadden 54 consulten plaats, terwijl ten behoeve van de nazorg 99 personen en ten be hoeve van de voorzorg 48 personen wer den bezocht. De centrale keuken werd verbouwd en vergroot, de keukeninstal latie werd voor een groot dejel ver nieuwd. De inwendige verbetering van één der paviljoenen kwam gereed, aan een ander paviljoen werd met net het zelfde werk een aanvang gemaakt. Hoewel met ingang van 1 Juli 1936 het verpleeggeld weder werd verlaagd (met ingang van 1 April 1937 werd tot nog verdere verlaging besloten ondanks de prijsstijging voor verschillende onder deden) kon de exploitatie der stichting sluitend worden gemaakt, zoodat een batig saldo werd verkregen van 357. Gelet op het feit, dat de onderhouds werken, mede in verband met de verbouwing van de centrale keuken maa? /wast nooit (Ingez. Med.) vervuld van patriottische gevoelens, slechts bescheiden gezorgd voor de ma- terieele eischen van de expeditie. Het lag voor de hand, dat het lichaam zon der versterking niet ver meer mee kon. Maar toch bleek die onderstelling on juist te zijn. Want bij het vallen van den nacht werd het, toen twee der paarden kreupel bleken, terwijl een der wagens een wiel had verloren bij het passeeren van een sloot, duidelijk, dat de meer derheid van de troep van de beenen ge bruik z'ou moeten maken om verder te gaan. Toch werd er geen stem gehoord om de ondankbare taak maar op te ge ven, In de verte zag men de lichten van een dorp schijnen en dat leek niet te ver weg' om te voet bereikt te worden. En dus strompelden de „verloren schapen weer verder. Wanneer zij geweten hadden, welk dorp, daar in de verte lag, zouden zij, hoe vermoeid zii ook waren, zeker een grooten omweg hebben gemaakt om het te vermijden. Want S. had een slechten naam in de streek, daar het was bewoond door de nakomelingen van bandieten, welke in vroegere eeuwen het doortrek ken van de steppen oneindig veel ge vaarlijker hadden doen zijn dan een zee reis. Het beste wat er nu van kon ge zegd worden was, dat het een dievennest was. T' (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 5