Onrechtmatig bezit
A
id
KRONIEK van den DAG.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEÜWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DINSDAG 6 JULI 1937. No. 156.
EN
>ES
10,
11.
PERSKRONIEK.
Vetwormpjes en huiduitslag?
REINIGT ALLES
bo-
jhem,
lestie
|n al
ten-
op
pndz.
Ibg-
fcn v.
bn in
stas-
|/7.
lerg.
beter
met
(fen,
bmh.
?I®S<
be-
,an-
op
|En-
Iken
ien-
:lse,
irg.
|tal-
737.
Men
ond
Inze
ptu-
en
I bij
ile.
ar.
Rondom Luxemburgs Regeeringscrisis.
Luxemburgs groothertogin heeft onlangs
de partijleiders in audiëntie ontvangen,
teneinde hun adviezen inzake de regee
ringscrisis te vernemen. Behalve de- lei
ders der rechtsche partij en der libera
len, waren dat ook de leider der sociaal
democratische arbeiderspartij, het Ka
merlid P. Krier, een vertegenwoordiger
der onafhankelijke afgevaardigden ui
het Moezelgebied, en de zich steeds als
democraat" aandienende afgevaardigde
Leo Müller. Laatstgenoemde is echter
eerder hoe merkwaardig t ook klinken
moge, als fascist te beschouwen; hij is
hoofdredacteur van het Luxemburger
Volksblatt, hetwelk tot voor kort sterke
sympathie voor een Luxemburgsch ge
tint Rexisme gevoelde.
Op grond dezer mondelinge en schrif
telijke adviezen heeft de groothertogin
nu den reeds een twaalftal jaren aan het
hoofd der regeering staanden staatsman,
minister Jos. Bech, opgedragen, te on
derzoeken, of het mogelijk en gewenscht
is, een regeering op nog breederen
grondslag dan thans, te vormen.
Dit beteekent niet anders, dan dat de
mogelijkheid van deelname der sterke
sociaal-democratische partij aan de re
geering onderzocht zal dienen te wor
den.
Naar het soc.-dem. Escher Tageblatt
officieel mededeelt, heeft de woordvoer
der. der arbeiderspartij de Groothertogin
als zijn meening kenbaar gemaakt, dat
de uitslag van het referendum bewijst,
dat de volkswil van de tegenwoordige
rechtsch-liberale regeeringscoalitie niet
meer gediend is. Onder voorbehoud van
goedkeuring der deelname aan de regee
ring door een partijcongres (hetwelk in
middels binnen enkele dagen gehouden
zal worden) heeft de soc.-dem. partij in
Luxemburg verklaard bereid te zijn, aan
het oplossen der regeeringscrisis mede
te werken, mits binnen het kader der
grondwettelijke vrijheden des volks en
indien rekening gehouden worde met de
rechtmatige eischen van de breede mas
sa des volks.
In een hoofdartikel verklaart het blad
verder, dat het niet zoozeer aankomt op
een nieuwe verdeeling der regeeringsze-
tels, maar op een vernieuwing der bin-
nenlandsche politiek. Deze eisch wordt
dan nader omschreven als een, tezamen
met de vakverbonden, opkomen voor een
realiteitspolitiek in dienst van het wer
kende, en daarmee van 't gansche, land
Deze politiek moet op Luxemburgsche
toestanden, niet op buitenlandsche ex
perimenten gegrondvest zijn. Zonder
eenige reserve willen de soc.-democra
ten staan op den vasten bodem der de
mocratie, welke van de politiek over
het geheele sociale en econmische le
ven uitgebreid dient te worden.
De volksfrontgedachte naar Fransch
model wijst de Luxemburger sociaal-de
mocratie als niet passend op de binnen-
landsche toestanden, van de hand zij
het dan met een hoffelijk gebaar in de
richting van de voormalige regeering-
Blum.
Maar als de eventueele nieuwe regee
ring een sociale regeering zal zijn,
dan is de soc.-dem. partij, nadat zij bij
het referendum „neen" gezegd heeft, nu
ook, zich harer verantwoordelijkheid
bewust, bereid „ja" te zeggen.
Niet onaardig, in verband met heel
deze zaak, is het volgende:
Onder de tegenwoordige regeering zijn
destijds twee communistisch gezinde
leeraren, Kill en Urbany geheeten, van
hoogerhand ontslagen. Enkele professo
ren, advocaten, Kamerleden en andere
intellectueelen, hebben thans in een open
brief eerherstel voor deze twee leeraren
geëischt, op grond van het feit, dat in
de dossiers tegen hun geen enkele be
schuldiging inzake hun bekwaamheid of
door
DOROTHEA GERARD.
7).
Het daglicht had nu de laatste scha
duwen van den nacht verjaagd, doch
geen zonnestraaltje viel op de eindeloo-
ze vlakte der steppe. Boven hen welfde
zich een egaal grijs wolkendek, rechts
en links van den breeden weg strekten
zich van horizon tot horizon eindelooz'e
grasvelden uit, thans in het voorjaar
nog licht van tint, doch tengevolge van
den nachtelijken regen tegen den grond
geslagen. Op een oogenblik stokte veler
adem. Want in de verte was een troep
ruiters zichtbaar geworden. „De ko
zakken! was onvermijdelijk de eerste
gedachte, en na een haastige blik. om
zich heen ten einde evenwel tot de er
kentenis te komen, dat er geen spoor
van eenige dekking was te bekomen,
greep ieder naar zijn wapen.
Doch gelukkig duurde de ongerustheid
niet lang. Weldra hadden de hoofddek
sels alles duidelijk gemaakt. Kozakken
dragen geen stroohoeden zoomin als vil
ten mutsen. Het was ongetwijfeld een
troep boeren te paard, op weg naar ver
afgelegen akkers
„Maak de vlag klaar". bevH Stas,
ier.wijl hij intusschen zijn keel schraapte
voor ziin te verwachten toespraak.
Toen de beide groepen elkaar onL 1
DE POSTCHèQUE. EN GIRODIENST.
De 30o7o90ste.
De postcheque- en girodienst heeft
gister de 300.000ste postrekening ge
opend.
Hoewel de dienst nog geen volle
twintig jaren geleden werd geopend,
staat Nederland in vergelijking met het
buitenland met 35 rekeningen op de dui
zend inwoners of één rekening op elke
5 a 6 gezinnen op de tweede plaats. Be-
hoorende tot de landen, welke het laatst
tot de instelling van het postgiroverkeer
zijn overgegaan, heeft ons land deson
danks in relatieven zin bijna al zijn
voorgangers, waaronder Duitschland,
Zwitserland en Oostenrijk de baker
mat van dit verkeer verre voorbijge
streefd.
Dagelijks worden 300 a 400 duizend
betalingen door middel van postreke
ningen verricht,
ONZE HANDELSBETREKKINGEN
MET BELC-Ië EN LUXEMBURG,
De regeeringspersdienst deelt mede:
Dezer dagen is te Brussel een nieuwe
contingenteeringsovereenkomst tusschen
Nederland en de Belgisch-Luxemburgsch
economische unie onderteekend. Deze
overeenkomst komt in de plaats van de
op 30 April jl. afg'e'oopen overeenkomst
van 6 Mei 1936. De nieuwe overeenkomst
komt in groote trekken met de oude
overeen. Wijzigingen van ingrijpende
beteekenis zijn er niet in aangebracht.
In overeenstemming met den huldigen
gang van zaken is, daar waar zulks ver
antwoord was, over en weer een aantal
contingenten verhoogd, teneinde de
handelsbeweging te verruimen. De be
staande bepalingen over de wederzijd-
sche steenkolen-invoeren werden aan de
sindsdien gewijzigde maikt-situatie aan
gepast.
Teneinde mogelijke te piotseling'e
prijsstoringen voor enkele tuinbouwar-
tikelen op de Belgische markt te voor
komen, is men overeengekomen, een ge
mengde commissie in te stellen, die tot
taak zal hebben de belangen van de
beide landen op dit speciale gebied te
gen elkander af te wegen en met elkan
der in overeenstemming te brengen. De
nieuwe overeenkomst geldt tot 1 Mei
1938.
INTERNATIONAAL CONGRES VAN
LANDBOUWINDUSTRÏEëN.
Reeds meer dan duizend deel
nemers.
Voor het vijfde internationale tech
nische en chemische congres van land
bouwindustrieën, dat de volgende week
in Scheveningen wordt gehouden, heeft
zich gister de duizendste deelnemer la
ten inschrijven. Aangezien in de komen
de dagen nog tal van inschrijvingen ver
wacht kunnen worden zal het aantal
deelnemers derhalve aanzienlijk boven
de duizend komen.
Het congres wordt Maandag 12 Juli
a.s. des morgens te half elf in de Kurzaal
te Scheveningen door den minister van
economische zaken, mr. M. P. L. Steen-
berghe, geopend.
hun moraliteit voorkomt, zoodat hun
ontslag enkele op politieke gronden ver
leend is. En de uitspraak van 6 Juni in
zake de wet op de politieke orde en het
verbod van de communistische partij in
Luxemburg heeft, aldus adressanten, dui
delijk genoeg bewezen dat men daar te
lande van zulk een uitzonderingswet niet
gediend is.
Inmiddels heeft de gemeenteraad van
de plaats, waar een dezer leeraren ont
slagen was, geweigerd diens plaats va
cant te verklaren, integendeel den niet-
ontslagene herbenoemd!
moeiten, wapperde de witte adelaar
weer in den wind. Zelfs zonder het be
velende gebaar van Stas, zou het ge
ychl er van de boeren er toe gebracht
hebben in hun verbaz.ug hun paarden
in te houden.
Kioeders", ge moet niet verder gaan
alvorens het „Gulden Nieuws" gehoord
te hebben, dat wij ine' gevaar voor ons
lever, tot u willen brengen".
Reeds bij de eerste woorden gevoelde
Stas, hoe een grijsharige boer, die tot de
voorste ruiters behoorde, zijn scherp
zinnige oogen in een aandachtig luiste
ren op hem vestigde. Het waren zulke
verstandige oogen, dat hij bij zijn ver
dere rede voortging alsof hij alleen tot
hem sprak, en hij gaf daarom van grooter
geestdrift en warmte blijk dan tevoren.
Het waren betere, gloedvoller woorden
dan hij op het marktplein had gesproken
en ditmaal werden de in spanning af-
wachtenden voor hun moeite beloond.
Op de oudere gezichten begon zooiets
van ontroering te komen, terwijl de
oogen onder de borstelige wenkbrauwen
en tusschen de door wind en weer ver
bleekte oogwimpers nu eens naar den
een dan weer naar den anderen jongen
man keken,
„Ge zijt een nobele jonge kerel", zeide
de schrander uitziende boer, die het
eerst Stas' aandacht had getrokken,
„doch veroorloof mij een enkele vraag:
hebt ge een vader?"
„Mijn vader werd drie weken geleden
begraven op het slagveld bij M.", zeide
INZAKE; BE VRIJZINNIG
DEMOCRATEN,
„De geestelijke ondergrond
der dingen."
In het vervolg op zijn antwoord aan
„De Avondpost" inzake de door dat
blad evenals door ons voorgeslagen her-
eeniging van de twee „liberale" par
tijen 'n ons land, schrijft mr. P. J. Oud
in „De vrijzinnig-Democraat" over „den
diepen geestelijken ondergrond" der
dingen.
„Ik ben van oordeel .aldus
mr. Oud dat men in vrijzinnige krin
gen dikwijls veel te huiverig is geweest
om over den geestelijken ondergrond
der dingen te spreken. In de redevoe
ring, die ik in het najaar van 1935 voor
onze Haagsche afdeeling heb gehouden
over „De vrijzinnig-democratie in ver
leden, heden en toekomst", heb ik om
trent de verhouding tusschen gods
dienst en politiek het volgende gezegd:
„Waarom is onze democratie vrijzin
nig? Ik raak hier aan het moeilijke
vraagstuk der verhouding tusschen
godsdienst en politiek, een vraagstuk,
waarover, om de teerheid van het on
derwerp, friet groote voorzichtigheid
moet worden gesproken. De grondleg
gers onzer richting hebben, met uit te
spreken, dat wij vrijzinnig zijn, onge
twijfeld te kennen willen geven, dat
godsdienst en politiek gesche'den za
ken dienen te zijn. Vrijzinnig-democra
tie zij, zoo hebben zij het ons geleerd,
ondogmatisch. Noch het godsdienstige,
noch het economische dogma mag haar
beïnvloeden. Wanneer wij die verhou
ding tusschen godsdienst en politiek
wat nader bezien, dan bemerken wij
echter, dat deze zaak n et zoo eenvou
dig is, als vroeger, ook in onzen kring,
wel is geleerd. Natuurlijk is die schei
ding tusschen godsd enst en politiek
juist, voor zoover men er mede be
doelt, dat men geen kerkelijke inmen
ging wenscht in Staatszaken, evenmin
als de Staat zich moet bemoeien met
de inwend ge aangelegenheden der
Kerk.
Deze opvatting is echter volstrek!
niet het monopolie der vrijzinnge par
tijen, Zij is bij de toonaangevende par
tijen in Nederland gemeen goed. De
vrije Kerk 'n den Vrijen Staat is een
beginsel, dat in ons land het overheer-
schende is, al moeten wij er tegen wa
ken, dat het niet door de opkomst van
richtingen, die de Staatsalmacht procla-
meeren, in gevaar wordt gebracht. Met
het uitspreken van d't beginsel zijn wij
er echter niet. Wij zijn in onzen kring
toch wel eens verder g'egaan. Wij heb
ben ook wel verkondigd, dat gods
dienstige begrippen er eigenlijk voor
de staatkunde n ets toe doen, dat men
den godsdienst, als zaak van het ge
moed, terzijde zou moeten stellen als
het over de politieke vragen gaat. Be
kend is de formule, dat als godsdienst
en politiek zich vermengen, beide be
derven. Zoo scherp kan men het ech
ter n et stellen. De staatkundige be
grippen van den mensch moeten wel
in sterke mate worden beïnvloed door
zijn godsdienstige overtuiging. Onze le
vensbeschouwing bepaalt mede ons po
litiek nzicht. Het is eigenlijk zoo, dat
godsdienstige en staatkundige overtui
ging twee verschillende facetten zijn
van eenzelfde levensbeschouwing. Wij,
vrijz nnig-democraten, zien het nu zoo.
dat men op verschillende wijze kan
komen tot het besef, dat onze staat
kundige beginselen de juiste zijn. Er
zijn er velen in onze rijen, die juist op
grond van hun godsdienstige begr'ppen
er toe gekomen zijn ons staatkundig be
ginsel te aanvaarden. Wij vragen daar
naar niet. Omdat onze partij vrijzin
nig is, is het haar voldoende, dat men
haar beg'nselen aanvaardt en er zich
naar wenscht te gedragen. Hoe hij tot
die beginselen heeft meenen te moeten
komen make ieder voor zichzelf uit.
Stas trots, „en mij zou niets liever zijn
dan wanneer mij eenmaal een dergelijk
levenseinde werd beschoren".
„Maar moet dat dan reeds zoo vroeg
plaats vinden?" De oude man zuchtte
en wees daarop naar „de boterhem", die
in gespannen aandacht over den rand
van den wagen keek,
„Hoe oud is hij nu? Niet ouder dan
mijn Wasyl, zou ik denken".
„Hij is oud g'enoeg om, als het noodig
is, voor zijn land te sneven!" riep Stas
uit, tot groote voldoening van „de Bo
terham", die had gegruwd, toen er met
minachting over zijn jeugd werd gespro
ken.
„Ge zijt dappere jonge edellieden",
zeide de boer zacht.
„De rechtvaardigheid van onze taak
maakt ons dapper. Mocht ge daaraan nog
twijfelen, dan vindt ge dit hierin nader
uiteengezet". Hij haalde nog een exem
plaar van het „Gulden Nieuws" voor den
dag. „Ik weet, dat uw harten zich aar.
onze zijde zullen scharen. Is dat niet
reeds nu het geval?"
„Onze harten zijn aan uw zijde, broe
ders!" werd in koor geantwoord, en niet
alleen de verstandige oogen van den
man, die had gesproken waren vochtig.
In werkelijkheid hadden zij niet veel
meer van het „Gulden Nieuws" begre
pen dan de inwoners van D. Maar velen
hunner waren vaders, terwijl ook andere
bijzonderheden hen hadden getroffen.
Na herhaalde verzekering van broeder
lijke gevoelens en vurige aanroepingen
Daarom is er bij ons plaats voor ieder,
tne onze beginselen onderschrijft, wat
ook zijn godsd'enstige ^rertuiging moge
Het staat voor mij vast, dat onze
democr.atie moet wortelen in een gees
telijken ondergrond. Ik ben er stellig
van overtuigd, dat dit bij alle vrijzin
nig-democraten het geval is, ook al is
niet ieder zich daarvan in dezelfde mate
bewust. Ik heb dan ook nimmer ge
schroomd daarvan rekenschap te geven,
ja, ik heb het noodig geacht daarop
in dezen moeilijken tijd nu zooveel
dat vast verzekerd scheen slaat te
wankelen meer dan vroleger den
nadruk te leggen. Maar dit beteekent
niet, dat wij daarom allen over deze
geestelijke vragen gelijk behoeven te
denken. Wij vinden dan ook in onze
gelederen personen van zeer verscha
lende godsdienstige opvattingen die al
len even overtuigde vrijzinnig-democra
ten zijn.
Kan het verschil in godsd enstige
overtuiging dus leiden tot de slotsom,
dat eenzelfde staatkundige gedragslijn
kan worden gevolgd, het omgekeerde
kan zich evenzeer voordoen De redac
tie van „De Avondpost" herinnert aan
de woorden, die door mij zijn gespro
ken op den avond van het jubileum
van den Vrijzinnig-Protestantschen Ra
dio-Omroep. Ik heb daar gesproken
over de groote egensteilingen in dezë
wereld. Over den geweldigen vooruit
gang van de techniek, over de verbe
ter ng der productie-methoden. Ik wees
er op, hoe alle voorwaarden voor het
geluk en de welvaa-t van den mensch
schijnen verwezenlijkt. Daarop moest
ik echter terstond de tegenstelling la-
;en volgen. Hoe velen er gebrek iii-
den in deze wereld met haar overvloed.
Hoe velen graag aan het werk zou
den gaan en geen werk kunnen vinden.
Hoe de techniek het verkeer tusschen
de volken heeft vergemakkelijkt, en
hoe ondanks dat de slagbocmen Lus-
s-Sen die volken met den dag in aan
tal schijnen toe te nemen. Hoe de vraag
bij ons opkomt, of de mensch niet te
veel op zich zelf heeft vertrouwd. Ik
heb daaraan een oproep verbonden om
ons d eper te bezinnen dp den onder
grond der dingen, om ons leven te doen
leiden door een hongeren geest, opdat
wij ons vertrouwen niet verliezen,
daarbij verwijzend naar het oude woord
uit het Nieuwe Testament, dat het ge
loof is de vaste grondslag der dingen,
men hoopt en een bewijs der d:n-
gen, die men niet ziet.
Het is deze overtuiging men mag
dl,o dogmatisch of ondogmatisch zoo
inkleeden als men wil die wij behoe
ven om ook in de staatkunde onze
taak, onzen strijd voor een betere we
reld te kunnen vervullen. Maar, dit
bedenke men goed, allen, die deze over
tuiging ten volle belijden, behoeven-
volstrekt niet te komen tot dezelfde
opvattingen op het terrein der staat
kunde. Men k.an de juistheid van dit
alles erkennende, de meening zijn toe
gedaan, dat de verbetering moet komen
langs omen weg der vrijz nnige demo
cratie, maar men kan ook even eerlijk
en oprecht kiezen voor iets anders:
voor terugdringing van den volksin
vloed, voor de socialistische produc-
t'ewijze of voor wat niet ,al. Ligt het
dus naar mijn meening zeker op den
weg van hem, die leiding wil geven in
het staatkundige leven, het volle li-lit
op de geestelijke vragen te doen val
len, hij vermijde daarbij ieder exclu
sivisme. Hij begrijpe, dat het aan ons
menschen niet gegeven is de waarheid
te vinden. Hij begrijpe ook, dat een
gelijk inzicht in de groote geestelijke
vr,agen, niet waarborgt een gelijke hou
ding in de problemen van staatkundi
gen aard. Het verband tusschen gees
telijke en staatkundige vragen is onmis
kenbaar, doch niet ieder legt dit ver
band op dezelfde wijze.
van de Voorzienigheid om de avonturiers
te beschermen, gingen de beide groe
pen uiteen.
„Zeide ik niet, dat zij niet allen var;
hetzelfde maaksel konden zijn?" zeiden
de jongelui tot elkaar, terwijl nieuwe
moed hen allen vervulde. Het was een
lichtstraal op hun pad, de eenige dien
zij zouden ontmoeten",
Er, met frissche moed hobbeMen de
verloren schapen" weer verder.
Zij hadden dien moed wel van noode.
Met b'iksemsnelheid had zich de tijding
van hun tocht en het doel er van ave
de steppe verspreid. Bij eik dorp, dat
zij b i nenreae.i, konden zij bemerken,
dat hun komst verwacht werd doch c-
s ook gevreeio. ITet was inderdaad
niet moeielijk om de menschen bij elkaar
te krijgen, nieuwskierigheid vervulde
daarbij een belangrijke rol, maar zij be
leefden geen enkele maal een oogenblik
als zij op den weg hadden meegemaakt.
Zoo zij al niet stieten op botte onver
schilligheid, gevoelden zij op tegenstand
te stuiten, een tegenstand, waaraan de
politie zoowel als de pope schuld droeg.
Soms werd een hand uitgestoken om het
„Gulden Nieuws" in orvfvangst te nemen,
doch vaker liet men het blad papier weg-
fladderen in de modder.
Tegen dat de avond viel, gevoelde
menigeen zich ontmoedigd. Vele dezer
knapen hadden gedurende de laatste
twee nachten niet geslapen, en geen
hunner had sinds den vorigen dag vol
doende voedsel genoten; want men had,
Alleen wanneer wij dit niet u*t het
oog verliezen, blijven wij er voor be
waard bijeen te brengen, wat niet bij
een behoort. Ook wie uitgaat van het
zelfde geestelijk beginsel kan tot een
zeer verschillend resultaat komen."
Purol reinigt en zuivert de huid.
(Ingez. Med.)
VEREENIGING TOT CHRISTELIJKE
VERZORGING VAN KRANKZINNIGEN
Maandag hield de Vereeniging tot
Christelijke verzorging van krankzinni
gen in Zeeland haar zeer druk bezochte
33ste jaarvergadering in het kerkge
bouw van de Stichting „Vrederust" te
Bergen op Zoom. De aan de vergadering
voorafgaande bidstond werd geleid door
ds. W. F. M. Lindeboom van Seroosker-
ke (W.J, die sprak naar aanleiding van
Romeinen 12 8, de laatste woorden.
De jaarvergadering stond onder lei
ding van den voorzitter minister J. J. C,
van Dijk. Vertegenwoordigd waren 52
afdeelingen en 27 corporatiën.
Uit de door secretaris en penning
meester uitgebrachte jaarverslagen ver
melden wij, dat aan het einde van het
verslagjaar de vereeniging 68 afdeelin
gen en 41 corporatiën telde, benevens
een aantal afzonderlijke leden, in totaal
3686 leden. Aan het eind van het ver
slagjaar werden in de Stichting „Vrede
rust" met inbegrip van de gezinsver
pleging, verpleegd 868 patiënten, waar
van 300 in de „open" afdeeling, 548 in
de gestichtsafdeeling en 20 in géz nnen.
Het verpleegpersoneel bestond uit 68
verplegers en 127 verpleegsters. In den
loop van het jaar werden als hersteld
ontslagen uit de „open" afdeeling 17 pa
tiënten, uit de gestichtsafdeeling 28 pa
tiënten; als niet hersteld, doch verbe
terd, uit de „open' afdeeling 13 patiën
ten en uit de gestichtsafdeeling 10 pa
tiënten. De buitendienst met de provin
cie Zeeland, omvattende zoowel voor
als nazorg, bleef zich gestadig ontwik
kelen; in de consuliatiebureaux hadden
54 consulten plaats, terwijl ten behoeve
van de nazorg 99 personen en ten be
hoeve van de voorzorg 48 personen wer
den bezocht. De centrale keuken werd
verbouwd en vergroot, de keukeninstal
latie werd voor een groot dejel ver
nieuwd. De inwendige verbetering van
één der paviljoenen kwam gereed, aan
een ander paviljoen werd met net het
zelfde werk een aanvang gemaakt.
Hoewel met ingang van 1 Juli 1936
het verpleeggeld weder werd verlaagd
(met ingang van 1 April 1937 werd tot
nog verdere verlaging besloten ondanks
de prijsstijging voor verschillende onder
deden) kon de exploitatie der stichting
sluitend worden gemaakt, zoodat een
batig saldo werd verkregen van 357.
Gelet op het feit, dat de onderhouds
werken, mede in verband met de
verbouwing van de centrale keuken
maa? /wast
nooit
(Ingez. Med.)
vervuld van patriottische gevoelens,
slechts bescheiden gezorgd voor de ma-
terieele eischen van de expeditie. Het
lag voor de hand, dat het lichaam zon
der versterking niet ver meer mee kon.
Maar toch bleek die onderstelling on
juist te zijn. Want bij het vallen van den
nacht werd het, toen twee der paarden
kreupel bleken, terwijl een der wagens
een wiel had verloren bij het passeeren
van een sloot, duidelijk, dat de meer
derheid van de troep van de beenen ge
bruik z'ou moeten maken om verder te
gaan. Toch werd er geen stem gehoord
om de ondankbare taak maar op te ge
ven, In de verte zag men de lichten van
een dorp schijnen en dat leek niet te ver
weg' om te voet bereikt te worden.
En dus strompelden de „verloren
schapen weer verder.
Wanneer zij geweten hadden, welk
dorp, daar in de verte lag, zouden zij,
hoe vermoeid zii ook waren, zeker een
grooten omweg hebben gemaakt om het
te vermijden. Want S. had een slechten
naam in de streek, daar het was bewoond
door de nakomelingen van bandieten,
welke in vroegere eeuwen het doortrek
ken van de steppen oneindig veel ge
vaarlijker hadden doen zijn dan een zee
reis. Het beste wat er nu van kon ge
zegd worden was, dat het een dievennest
was.
T' (Wordt vervolgd)