Een prachtig examen
BUITENLAND.
PERSKRONIEK.
AUTOMOBILISTEN, WEEST
RIDDERLIJK!
Het incident in het Verre Oosten.
DUITSCHLAND.
ZWEDEN.
VER. STATEN.
DE VEERTIGURIGE WERKWEEK
IN FRANKRIJK.
■ÜBB9BBS99SBB9SSB
DE AFSCHAFFING VAN HET
DEPARTEMENT VAN LANDBOUW.
En de nieuwe minister van
economische zaken.
In het Officieel Orgaan van den Alge-
meenen Nederlandschen Zuivelbond (F.
N.Z.) zegt de heer Geluk, schrijvende
over de hereeniging van de departemen
ten van Landbouw en Handel tot het de
partement van Economische Zaken, dat
het met het departement van Landbouw
ons land een spelletje van kiekeboe
is, zoo zie je het en zoo is het weer weg.
De schrijver kan niet aannemen dat
overwegingen van lands belang hierbij
een rol van beteekenis spelen; het schijnt
meer van de personen af te hangen, die
voor het beheer der betreffende depar
tementen bij het in elkaar passen eener
regeering in aanmerking komen en hoe
deze over het beheer ervan denken.
„Daaruit zou men moeten afleiden,
dat het zuiver toeval is of er een afzon
derlijk departement van Landbouw is of
niet.
Wij kunnen niet zeggen, dat dit een
erg verheffenden indruk op ons 'maakt
en misschien was het maar het beste,
dat men zich ook in landbouwkringen
maar niet al te druk meer over dit ge
val maakte, want met de argumenten
vóór of tegen een afzonderlijk landbouw-
departement schijnt toch geen rekening
te worden gehouden, als er hoogere poli
tiek in het spel is.
Intusschen kunnen wij één departe
ment van Economische Zaken, waaron
der alle zaken van landbouw, nijverheid
en handel ressorteeren, niet onjuist ach
ten. Wij schreven over de bezwaren der
splitsing ook in het nummer van ons or
gaan van 7 Augustus 1935 en zijn sedert
dien niet van meening veranderd. Na
tuurlijk zien wij ook wel de voordeelen
van een afzonderlijk departement van
Landbouw met een afzonderlijk minister
aan het hoofd vooral voor de binnen-
landsche aangelegenheden maar voor
ons weegt altijd nog zeer zwaar en is na
dien tijd nog zwaarder gaan wegen, het
belang, dat onze landbouw bij het af
sluiten van handelsverdragen e.d. heeft.
Dit belang achten wij beter gediend in
één departement van Economische Za
ken, waarbinnen de landbouw- en in-
dustrieele belangen moeten worden af
gewogen onder één verantwoordelijk mi
nister, dan dat deze belangen door een
industrieel georiënteerd departement
moeten worden behartigd, dat ook de
leiding bij het voeren der onderhande
lingen heeft. Naar onze opvatting is
„landbouw" bij het voeren van onder
handelingen, hetzij als apparaat, hetzij
als vertegenwoordiging, nog steeds niet
overeenkomstig het belang, dat de land
bouw bij deze onderhandelingen heeft,
ingeschakeld. Ook meenen wij dat de di
rectie van den landbouw in één groot
algemeen departement beter tot haar
recht komt dan in een klein landbouw-
departement, waar ten slotte alles via
den minister moet loopen en het dan ge
heel van dezen bewindsman afhangt of
er een evenwichtige toestand tusschen
landbouw- en industrieele zaken verkre
gen zal worden of niet.
Wat de persoon van den nieuwen mi
nister betreft, die de landbouwzaken nu
weer zal gaan behartigen, bestaat na
tuurlijk het bezwaar, dat hij niet land
bouwkundig georiënteerd is. De direc
teur-generaal van den landbouw moet
hier voor de aanvulling zorgen. Overi
gens ligt ons nog in het geheugen dat de
heer Steenberghe ons destijds met de
melksteunbeperking heeft opgeknapt, en
het is de vraag of wij die waren kwijt
geraakt indien hij aan het bewind was
gebleven. Wij hopen, dat hij intusschen
tot het inzicht is gekomen, dat men in
het landbouwbedrijf uiterst voorzichtig
niet beperkingen en dat soort regelin
gen moet zijn, omdat het nu eenmaal
geen industrie is, die men naar behoefte
kan inkrimpen en uitzetten.
Overigens heeft hij zich, vooral na zijn
ministerschap, doen kennen als een groot
voorstander van ordening van het be-
h—aammejh—
0. O. 0. 0. 0> 0B 0a 0. O»
Ongeregelde opstellen over ongewone
onderwerpen, opvallende ontdekkingen oc
opmerkenswaardige onderzoekingen.
HABENT SUA FATA LIBELLI.
Ondanks het schijnbaar geleerde op
schrift boven dit stukje wordt het toch
heelemaal niet van dat soort. Maai
het is zoo'n aardige, zoo'n merkwaar
dige en zoo'n merkwaardig ware. spreuk,
die zegt dat „Boeken zoo hunne eigen
aardige lotgevallen hebben"....
Het boek, eigenlijk boekje, w.aarop
wij thans het oog hebben is in 't mid
den der vorige eeuw te Parijs ver
schenen en heet: „Victor Hugo en Zé-
lande." Het spreekt vanzelf, als je daar
zoo, als schrijver dezes, een jaartje
mee omtobt om het te vertalen, en
allerhande menschen die veel van de
dingen af weten hun best doen om je
te helpen ,allerlei moeilijkhedens op te
lossen, kommentaar te leveren en wat
dies meer zij, dan gaat zoo'n simpel
boekje hoe langer zoo meer je belang
stelling trekken. Misschien gaat het
z'n belangrijkheid in je eigen oogen
ook wel wat te buiten, maar.... dat
zakt later wel weer.
Het exemplaar van dat boekje, het
welk ik ter vertaling geruimen tijd on
der mijn berusting had, was van jhr.
Tj. A, J. W. Schorer te Middelburg,
die het, meen ik, weer van een oom
drijfsleven. In de baksteenindustrie heeft
hij getracht op grond van de Wet op
verbindend en onverbindend verklaren
van ondernemersovereenkomsten een sa
neering in dit bedrijf toe te passen, die
nog al ver moet zijn gegaan. Althans zijn
opvolger Gelissen die toch waar
schijnlijk ook niet afwijzend tegenover
een ordening in het algemeen stond
heeft hij er niet toe kunnen krijgen deze
wet daarop toe te passen. Overigens
meenen wij in hem een overtuigd protec
tionist te moeten zien. Dat dit zeer be
denkelijk voor den landbouw kan- zijn,
behoeven wij niet nader uiteen te zetten.
Intusschen kan men aannemen, dat
iemand als vertegenwoordiger eener in
hoofdzaak voor de binnenlandsche markt
werkende industrie anders over deze
dingen kan denken dan als minister, die
voor het geheele Nederlandsche bedrijfs
leven verantwoordelijk is en wij kennen
minister Steenberghe voldoende om te
weten, dat hij de realiteit der dingen wel
ziet, en ook wel vatbaar voor steekhou
dende argumenten is. Wij willen daar
om niet bij voorbaat bezwaren tegen zijn
beheer der landbouwzaken uitspreken,
al kunnen zijn antecedenten ons op dit
punt niet geheel geruststellen.
Uw voorloopers op de wégen zij
die verheven waren boven den gewo
nen man, die loopen moest waren de
ruiters! Hun manieren waren voorbeel
dig, zoodat „ruiterlijkof „ridderlijk"
langzamerhand een uitdrukking werd
voor „beschaafd"een teeken van
goede manieren, van voornaam gedrag.
U, automobilisten, wilt zeer zeker
niet, dat eens het woord „automobilist"
identiek wordt met „onbeschaafd", dat
men U niet beschouwt als navolgers van
de ridders, maar van de roovers, die
vroeger de wegen onveilig maakten.
Hoeveel is door een ridderlijk optre
den niet te bereiken! Als U een kindje
van drie of vier jaar of 'n oude dame
boven de zeventig hebt aangereden
kunt U dan op Uw borst slaan zeggen
de: „ik ben onschuldig dit kindje, de
ze oude dame, zij hebben niet uitgeke
ken, maar zijn onverwachts den rijweg
overgestoken."
Is het U niet bekend, dat kinderen
zich nu eenmaal niet bewust zijn van de
gevaren van den weg, nog niet bewust
kunnen zijn van dit gevaar, omdat
de bewustwording zich in den mensch
volgens eeuwenoude wetten nu eenmaal
in een langzaam tempo voltrekt?
Weet U niet, dat bejaarde menschen
lijden onder gebreken des ouderdoms
als hardhoorendheid, slecht gezicht, enz.
en dat ook zij, wat snelheid betreft,
vaak niet meer volwaardig kunnen han
delen, ook al zouden zij dit nog zoo vu
rig wenschen?
Wilt U in deze gevallen den schijn
van onschuld aannemen en de anderen,
die Uw offers zijn, de schuld toeschui
ven?
'Neen, een ridderlijk automobilist staat
op het standpunt, dat hij zijn grootere
kracht en snelheid niet zal misbruiken,
maar dat hij steeds zijn wagen zoo in
z'n macht zal hebben, dat hij in staat
is een ongeluk te voorkomen, ook als de
anderen het eens verkeerd doen!
In de straten van Parijs, ziet men
vaak voetgangers tusschen reeksen van
auto's door jongleeren op een ongeloofe-
lijke wijze. Zeer zeker willen wij dit ten
onzent niet als voorbeeld stellen, maar
wel willen wij even gewagen van het
vertrouwen der voetgangers in den
automobilist, dat hij zijn wagen zoo in
z'n macht heeft, dat hij hun geen let
sel zal bezorgen,
Dit vertrouwen in de vaardigheid en
ridderlijkheid van den automobilist
moet ook in Nederland heerschen!
Daarom doen wij in deze veiligheids-
dagen 'n beroep op den autobestuurder,
de capaciteiten van zijn voertuig niet
geërfd had,
In briefwisseling tredende met den
conservator van het Fransche nationa
le Victor Hugo-museum, vernam ik
daar, wat men hier op de provinc'ale
bibliotheek ook al lang wist maar
de mensch zoekt de dingen nu eenmaal
altijd verder van huis dan noodig is
(hetwelk op zichzelven ook al weer
een opmerking niet zonder wijsgeerig
diepen zin is, maar daarvan, en hier,
nu niet) dat de schrijver van dat
destijds anoniem verschenen boekje
Charles Hugo, zoon van den grooten
schrijver en dichter was. Anoniem,
schrijversnaamloos, zeide ik. Maar het
is nog erger: de titel van het boekje
is voluit „Victor Hugo en Zélande",
dus: Victor Hugo in Zeeland." M.aar de
snoode drukker-uitgever, zeker I bij
voorbaat willende bewijzen dat men in
wat dan later den goeden ouden tijd
genoemd zou worden, óók al wel ondeu
gende dingen kon doen, en dééd, heeft
de titelpagina zóó ingedeeld, en zoo
danige verschillende lettersoorten ge
bruikt, dat de argelooze kooper van
het boekje niet anders kon doen dan
in den waan komen, dat V. H. zélf
de schrijver was van een boeksken, tot
eigenlijken titel slechts dragende „En
Zélande".... Zoo slecht is de mensch-
heid nu eenmaal. Altijd geweest ook
al, zelfs in verlichte dagen.."..
Maar ik vernam nóg wat van den
heer Paul Souchon, den conservateur
te misbruiken, maar rekening te houden,
maar steeds rekening te houden met
verkeersfouten van andere chauffeurs,
wielrijders en voetgangers.
Automobilisten, weest ridderlijk!
Het loopt inderdaad met een
sisser af,
Japan en Rusland zijn thans druk aan
het loven en bieden over het incident op
de Amoer. Van Japansche zijde wordt
onmiddellijke terugtrekking der Russi
sche troepen van de beide bezette
eilandjes en van de Russische gewapen
de schepen geëischt.
De Russische regeering is daartoe be
reid, mits dan ook de Japansche troe
pen, welke op den Mantsjoekwoschen
oever tegenover de eilandjes zijn samen
getrokken, worden verwijderd en Japan
belooft de eilandjes niet op zijn beurt
te zullen laten bezetten,
Volgens een nader bericht uit Tokio
schijnen de onderhandelingen reeds tot
een compromis geleid te hebben en zijn
de Sovjettroepen vanochtend begonnen
de eilandjes te ontruimen.
GEESTELIJKE ONDERWIJZERS
MOETEN GELOFTE VAN TROUW
AAN HITLER AFLEGGEN.
Ontslagen.
Uit Stuttgart wordt gemeld: De rijks
minister van opvoeding heeft reeds
geruimen tijd geleden instructie gege
ven, d,at de employees in zijn ressort,
die in openbaren dienst van het rijk
of van de landen zijn, een gelofte van
trouw aan den „Fuhrer" moeten afleg
gen. Aangezien hieronder ook de gees
telijken vallen, die in openbare scho
len onderwijs geven, heeft de Wurtem-
bergsche minister van eeredienst de
evangelische en katholieke geestelijken,
die de gelofte v,an trouw niet hebben
afgelegd of slechts onder voorbehoud
hebben willen afleggen uit het onder
wijs aan openbare scholen gesloten en
voor deze geestelijke de staatssubsi
dies voor hun salarissen opgeheven.
DUITSCHE BELANGSTELLING.
Voor verboden militaire zone.
Het Zweedsche Telegraaf Agentschap
meldt, dat een groot buifenlandsch
watervliegtuig, waarschijnlijk een Duitsch
gisteren boven den archipel van Stock
holm en vandaag boven den archipel
van Gothenburg is waargenomen. Het
vloog tweemaal over de verboden mili
taire zóne.
Het „revolvermeisje" ontsnapt.
Uit de gevangenisboerderij te Bedford
in den staat New York, zijn vier jonge
vrouwen ontsnapt. Zij stonden onder
leiding van Norma Parker, een 21-jarig
meisje, bekend als Broadway's „revol
ver-meisje". Zij moeten over een prik
keldraadheining van ruim twee meter
hoogte zijn geklommen en men begrijpt
niet, hoe zij zulks hebben kunnen vol
brengen, zonder door de wacht te wor
den opgemerkt. De andere drie ontsnap
ten zijn meisjes van nog geen twintig
jaar. Na het avondeten zijn zij de eet
zaal uitgeloopen, op weg naar de slaap
verblijven, doch toen het uur van het
avondappèl sloeg, waren zij gevlogen.
Men heeft dadelijk nog in den nacht de
aangrenzende bosschen afgezocht, doch
geen spoor van de vier meisjes gevon
den. Het zijn alle vier knappe jonge
vrouwen, zoodat zij, mits zij maar kans
hebben gezien om hun gevangenisklee-
ren voor een minder opvallend toilet te
verwisselen, veel kans loopen om voort
geholpen te worden.
De leidster was veroordeeld tot le
venslange gevangenisstraf, na een reeks
van beroovingen in restaurants op
Broadway, waar zij de cassières met een
speelgoedrevolver in bedwang hield.
Haar ware naam is Nellie Gutowski.
(N. R. Crt.)
van het Maison Victor Hugo aan de
Place des Vosges te Parijs. Namelijk
d,at men in dat Fransche nationale Vic
tor Hugo Museum.... niet be
schikte over een exemplaar van dit
aardige boekje! Wel over het manus
cript van Charles Hugo, niet over de
uitgave in druk.
Dat was nu toch wel jammer.
Jammer natuurlijk in de eerste plaats
voor de Fr,ansche en andere vereer
ders van dien schrijver-dichter. Maar
toch al we'nig minder jammer voor
onze provincie, die aldus
op die belangrijke plaats niet verte
genwoordigd was door een meesterlijk
geschreven boekje.
Toen begonnen hier, in 1937, de lot
gevallen van dit u:tgaafje.
Onze thans zeker zoo ongeveer ne
gentigjarige oud-collega, de heer J.
Buyse, thans te Nijmegen woonachtig,
voorheen redacteur van „De Zeeuw"
te Goes, en zelf geboortig uit Zie-
rikzee, schreef ons het vriendelijke
briefje, 't welk onze lezers dezer da
gen in ons blad afgedrukt hebben ge
vonden: dat hij nog wel een exemplaar
van het origineel had, of meende te
hebben, dat hij het zou opzoeken en
dat wij het dan desgewenscht konden
krijgen. Dat was prachtig: dan zouden
wij het naar Parijs door kunnen zen
den en alzoo de lacune in dat museum
kunnen aanvullen!
Maar dit schoone plannetje ging he
laas niet door.
En de toepassing van het hotel-»
café- en restaurantbedrijf.
Sluiting in geheel het land?
De toestand uitermate gespan
nen.
Parijs, 26 Juni.
In Frankrijk bestaat voor vele bedrij
ven de veertigurige werkweek. Zulks be-
teekent, dat de arbeiders vijf werkdagen
maken van elk acht uur en twee dagen
vacantie in de week genieten. Twee da
gen wordt er althans in theorie, niet ge
werkt. Dat niet alle werklieden zich
daaraan houden, is een andere kwestie.
Als sommigen op de een of andere wijze
wel arbeid tegen betaling verrichten, ge
beurt dat niet uit weelde. Maar dit is
een vraagstuk op zichzelf.
Voor het hotel-, café- en restaurant
bedrijf gold tot dusver die veertigurige
werkweek niet. De koks werken 54 uren,
het andere personeel werkt 60 uren en
voor beide categorieën is die werktijd
verdeeld over zes dagen. Dat niet dade
lijk ook voor deze arbeidskrachten de
veertigurige werkweek is ingevoerd,
vond zijn oorzaak in het hevig verzet
der werkgevers. Zij kwamen met cijfers,
toonden aan, dat aan een verzwaring
van lasten want daar zou de invoe
ring per slot van rekening op neerko
men eenvoudig niet te denken viel,
en dreigden met sluiting der bedrijven.
De volksfrontregeering, die een herha
ling van de gebeurtenissen ten vorigen
jare vreesde al was het toen het per
soneel, dat staakte en de bedrijven be
zette heeft de toepassing der decre
ten voor de restauratiebedrijven toen
maar opgeschort. En de patroons hoop
ten, dat op dit uitstel wel afstel zou vol
gen. In die hoop zijn zij echter bedro
gen. De vakbonden bleven op de invoe
ring der veertigurige werkweek, ook voor
de restaurentbedrijven, aandringen. Min
of meer tegen haar zin is de regeering
toen toch met de decreten gekomen. Dat
gebeurde een paar weken geleden. Het
stond bij voorbaat vast, dat er in de Ka
mer daarvoor een meerderheid was. De
Senaat was de onzekere factor.
En de Senaat wilde niet. Hij stemde
tegen de decreten en kwam vervolgens
met een plan, dat zoo ongeveer het mid
den hield tusschen de wenschen der em
ployés vijf werkdagen, voor koks 45
uren en voor het verdere personeel 50
uren en die der patroons. Tezelfder
tijd kwam de kwestie der volmachten, in
den Senaat. Men weet hoe die een nog
slechter onthaal vonden. De klove tus
schen Senaat en Kamer bleek niet te
overbruggen en het kabinet-Blum bleef
niets, over dan zijn ontslag te nemen.
Daarmede waren de moeilijkheden
echter niet van de baan. Er is een nieuw
kabinet van radicaal-socialisten en so
cialisten gevormd onder leiding van Ca-
mille Chautemps. Dat zit thans met de
gebakken peren. De vakbonden zetten
hun eischen nog meer kracht bij en dreig
den met een staking. Die zou vandaag
zijn begonnen. Op hun beurt zeiden de
patroons, dat invoering van de veertig
urige werkweek hen zou nopen hun za
ken te sluiten, desnoods tot het,einde
des jaars.
Een poosje bleef het stil totdat bekend
werd, dat er een decreet zou verschij
nen. Bij dit inmiddels gepubliceerde de
creet wordt bepaald, dat er een over
gangsmaatregel zal worden toegepast,
die tot 31 December 1937 van kracht zal
zijn. Tot dit tijdstip zal de werktijd voor
koks 50 en voor het overige personeel 56
uur bedragen.
Men had dus wate^ bij den wijn ge
daan. De vraag was nu maar hoe na de
publicatie beide categorieën van be
langhebbenden op den maatregel zou
den reageeren. Verwacht werd, dat par
tijen wel met de regeling genoegen zou
den nemen. Van de werknemers stond
zulks wel vast. Maar de houding der
werkgevers was aarzelend. De patroons
zien het er van komen, dat zij meer per
soneel moeten aanstellen. Momenteel
De heer Buyse schreef ons namelijk
uit zijn tegenwoordige ankerplaats
Nijmegen na eerst een hoopvol be
richt te hebben gezonden, tenslotte dat
hij1 ons helaas toch niet aan het boek
je kon helpen: verleden jaar was er
bij het opruimen van oude boeken een
stapel naar een familielid gegaan en
dit familiePd, natuurlijk niet wetende
welke een kostbaar stukje boekdrnk-
kerswerk zij onder handen had, had
er.... het is ongelooflijk maar waar.,
de kachel mee aan gemaakt! Met de
minzame wellevendheid, die des ouder
doms is, maakt de heer Buyse nog zijn
verontschuldigingen voor dit gebeu
ren.... bij voorbaat natuurlijk aan
vaard, schoon werkelijk overbodig: de
goede wil alleen zij reeds geprezen.
„Ik kan u niet zeggen, hoe 't mij spijt,
ook omdat 't goede doel waarvoor ik
't u gaarne zou hebben afgestaan, mij
zoo bijzonder sympathiek was" zoo
schrijft ons de heer Buyse.
Maar inmiddels was er meer gebeurd.
Een andere Middelburger, liever ge
zegd, Middelburgsche, wist nog een
tante op leeftijd te hebben, en die
moest het boekje nog bezitten. Zij be
zat het inderdaad nog, gaf het haar
nicht zelfs ten geschenke, maar
bezwaard met vruchtgebruik of belast
met een servituut of hoe dat dan 'n
de tale des rechts ook moge heeten:
het mocht niet vervreemd worden.
Begrijpelijke reden: een persoonlijke
opdracht, op de titelpagina, van den
doet Ge, als U zich op 't examen aflet
kunt herinneren, wat Ge eens geleerd hebt»
Ge rijt helder en geconcentreerd, rustig
en kalm als Ge zoo'n „AKKERTJE neemt
(Ingez. Med.)
zijn 250.000 personen in de hotels, ca
fé s en restaurants werkzaam. Wanneer
de werkweek van vijf dagen mocht wor
den ingevoerd, zou men, om op den
ouden voet te blijven voortgaan, 60.000
nieuwe werkkrachten moeten aanne
men. Afgezien van het feit, dat er in ge
heel Frankrijk niet meer dan hoogstens
15.000 werklooze koks en kellners zijn,
vraagt men zich af, waar het geld van
daan moet komen om die nieuwe em-
ployé's te betalen. Aldus redeneerde
men van werkgeverszijde.
Zoo was de toestand nog gisteravond.
Vandaag heeft de zaak echter een min
der gunstige wending genomen. Er blijkt
namelijk, dat het decreet een bepaling
bevat, dat voor bedrijven met meer dan
twee employé's in plaatsen van boven
de 80.000 inwoners, het personeel van
hotels, café's en restaurants twee vrije
dagen per week moeten worden gewaar
borgd. Deze concessie aan de werkne
mers in Parijs en alle andere steden van
eenig formaat in Frankrijk, heeft de deur
dicht gedaan. De patroons, die aan de
noodzakelijkheid der aanstelling van
nieuw personeel trachtten te ontkomen,
zien de laatste mogelijkheid thans ver
dwijnen. Hun organisaties, welke in
spoedvergadering bijeen zijn gekomen,
hebben reeds besloten de bedrijven in
geheel het land te zullen sluiten. Men
is al met de voorbereiding begonnen en
als er geen spoedige wijziging komt, zal
de maatregel nog binnen een week in
werking treden.
De werkgevers hebben nog een ander
bezwaar. Zij betwisten de wettigheid
van het decreet, 't welk den datum van
16 Juni draagt en onderteekend is door
Blum, Lebas en Spinasse, ministers uit
het vorige kabinet. Van de huidige re
geering maakt Spinasse geen deel uit,
Van werkgeverszijde wordt betoogd,
dat het decreet slechts wettig zou zijn
indien het in overeenstemming ware met
den wensch van den Senaat, die tegen
de werkweek van vijf dagen overwegen
de bezwaren heeft. Op 11 Juni jongstle
den heeft de Senaat inderdaad een
amendement van Mareel Regnier aan
genomen, waarbij de werkweek op zes
dagen en de arbeidstijd voor koks op 54
en voor het overige personeel op 60
uur werd gestel,d. De regeering-Blum
weigerde echter dit amendement over te
nemen.
Wat den arbeidstijd betreft is in het
decreet eenigermate aan de wenschen
van den Senaat tegemoet gekomen.
Noch van de zijde van den Senaat, noch
van die der werkgevers de werk
nemers gaan er mee accoord en heb
ben bereids besloten om niet te staken
zou daartegen vermoedelijk ernstig
verzet zijn gerezen. De werkweek van
vijf dagen schijnt nu de klip, waarop
het schip zal stranden. Hoe ernstig men
den huidigen toestand hier inziet, kan
blijken uit het feit, dat politieke par
tijen besloten de regeering te interpel-
leeren, terwijl de Kamer onder het nieu
we kabinet nog bijeen moest komen.
Het kan óók blijken uit de omstandig
heid, dat minister-president Chautemps
onmiddellijk met de partijen contact
heeft gezocht en zijn bemiddeling heeft
aangeboden. Of dit een sluiting der
300.000 hotels, café's en restaurants zal
kunnen voorkomen, moet worden afge
wacht. In sommige kringen voorspelt
men, dat in elk geval een modus viven-
di zal worden gevonden. Voor het
prestige van Frankrijk ware het te ho
pen. Momenteel is de toestand echter
wel uitermate gespannen.
T. O.
in het reisverhaal genoemden kapitein
Van Maenen ,aan den oom, uit w:ens
nalatenschap het boekje stamde. Zoo-
dat het tenslotte weer allen schijn
had of Parijs en z'n Hugo-Museum dit
kostbare juweeltje bepaald zouden
moeten blijven missen.
Tot ,als redder uit den nood de heer
J. P. van der Leeuw uit Sint Anna ter
Muyden kwam opdagen. Ook deze be
hoorde tot de weinige ons bekende be
zitters van dit niet veelvuldig voorko
mende boekje. En ziet: hij schreef ons,
van oordeel te zijn, „dat zulke werken
toch op dé eerste plaats daar dienden
te zijn, waar zij voor de gemeenschap
het grootste nut konden afwerpen
hetwelk, in dit gev.al dus, wilde zeg
gen: in het Maison Victor Hugo te
Parijs.
Van deze meening ging het boekje in
natura vergezeld. Wij: hopen het nu
dezer dagen aan zijn bestemming te
doen toekomen. Zoodat dan het aan
vankelijke denkbeeld van den heer
Buyse langs een omweg, maar dan
mede door zijn initiatief, tóch nog ver
wezenlijkt zal zijn.
Men zal nu evenwel willen toege
ven, dat ook van dit boekje gezegd
mocht worden het: habent sua fata li-
belli!
Na velerlei wederwaardigheid komt
het echter te bestemder plaatse.
't Is bijna een film met een blij ein-