Een prachtig examen BUITENLAND. PERSKRONIEK. AUTOMOBILISTEN, WEEST RIDDERLIJK! Het incident in het Verre Oosten. DUITSCHLAND. ZWEDEN. VER. STATEN. DE VEERTIGURIGE WERKWEEK IN FRANKRIJK. ■ÜBB9BBS99SBB9SSB DE AFSCHAFFING VAN HET DEPARTEMENT VAN LANDBOUW. En de nieuwe minister van economische zaken. In het Officieel Orgaan van den Alge- meenen Nederlandschen Zuivelbond (F. N.Z.) zegt de heer Geluk, schrijvende over de hereeniging van de departemen ten van Landbouw en Handel tot het de partement van Economische Zaken, dat het met het departement van Landbouw ons land een spelletje van kiekeboe is, zoo zie je het en zoo is het weer weg. De schrijver kan niet aannemen dat overwegingen van lands belang hierbij een rol van beteekenis spelen; het schijnt meer van de personen af te hangen, die voor het beheer der betreffende depar tementen bij het in elkaar passen eener regeering in aanmerking komen en hoe deze over het beheer ervan denken. „Daaruit zou men moeten afleiden, dat het zuiver toeval is of er een afzon derlijk departement van Landbouw is of niet. Wij kunnen niet zeggen, dat dit een erg verheffenden indruk op ons 'maakt en misschien was het maar het beste, dat men zich ook in landbouwkringen maar niet al te druk meer over dit ge val maakte, want met de argumenten vóór of tegen een afzonderlijk landbouw- departement schijnt toch geen rekening te worden gehouden, als er hoogere poli tiek in het spel is. Intusschen kunnen wij één departe ment van Economische Zaken, waaron der alle zaken van landbouw, nijverheid en handel ressorteeren, niet onjuist ach ten. Wij schreven over de bezwaren der splitsing ook in het nummer van ons or gaan van 7 Augustus 1935 en zijn sedert dien niet van meening veranderd. Na tuurlijk zien wij ook wel de voordeelen van een afzonderlijk departement van Landbouw met een afzonderlijk minister aan het hoofd vooral voor de binnen- landsche aangelegenheden maar voor ons weegt altijd nog zeer zwaar en is na dien tijd nog zwaarder gaan wegen, het belang, dat onze landbouw bij het af sluiten van handelsverdragen e.d. heeft. Dit belang achten wij beter gediend in één departement van Economische Za ken, waarbinnen de landbouw- en in- dustrieele belangen moeten worden af gewogen onder één verantwoordelijk mi nister, dan dat deze belangen door een industrieel georiënteerd departement moeten worden behartigd, dat ook de leiding bij het voeren der onderhande lingen heeft. Naar onze opvatting is „landbouw" bij het voeren van onder handelingen, hetzij als apparaat, hetzij als vertegenwoordiging, nog steeds niet overeenkomstig het belang, dat de land bouw bij deze onderhandelingen heeft, ingeschakeld. Ook meenen wij dat de di rectie van den landbouw in één groot algemeen departement beter tot haar recht komt dan in een klein landbouw- departement, waar ten slotte alles via den minister moet loopen en het dan ge heel van dezen bewindsman afhangt of er een evenwichtige toestand tusschen landbouw- en industrieele zaken verkre gen zal worden of niet. Wat de persoon van den nieuwen mi nister betreft, die de landbouwzaken nu weer zal gaan behartigen, bestaat na tuurlijk het bezwaar, dat hij niet land bouwkundig georiënteerd is. De direc teur-generaal van den landbouw moet hier voor de aanvulling zorgen. Overi gens ligt ons nog in het geheugen dat de heer Steenberghe ons destijds met de melksteunbeperking heeft opgeknapt, en het is de vraag of wij die waren kwijt geraakt indien hij aan het bewind was gebleven. Wij hopen, dat hij intusschen tot het inzicht is gekomen, dat men in het landbouwbedrijf uiterst voorzichtig niet beperkingen en dat soort regelin gen moet zijn, omdat het nu eenmaal geen industrie is, die men naar behoefte kan inkrimpen en uitzetten. Overigens heeft hij zich, vooral na zijn ministerschap, doen kennen als een groot voorstander van ordening van het be- h—aammejh— 0. O. 0. 0. 0> 0B 0a 0. O» Ongeregelde opstellen over ongewone onderwerpen, opvallende ontdekkingen oc opmerkenswaardige onderzoekingen. HABENT SUA FATA LIBELLI. Ondanks het schijnbaar geleerde op schrift boven dit stukje wordt het toch heelemaal niet van dat soort. Maai het is zoo'n aardige, zoo'n merkwaar dige en zoo'n merkwaardig ware. spreuk, die zegt dat „Boeken zoo hunne eigen aardige lotgevallen hebben".... Het boek, eigenlijk boekje, w.aarop wij thans het oog hebben is in 't mid den der vorige eeuw te Parijs ver schenen en heet: „Victor Hugo en Zé- lande." Het spreekt vanzelf, als je daar zoo, als schrijver dezes, een jaartje mee omtobt om het te vertalen, en allerhande menschen die veel van de dingen af weten hun best doen om je te helpen ,allerlei moeilijkhedens op te lossen, kommentaar te leveren en wat dies meer zij, dan gaat zoo'n simpel boekje hoe langer zoo meer je belang stelling trekken. Misschien gaat het z'n belangrijkheid in je eigen oogen ook wel wat te buiten, maar.... dat zakt later wel weer. Het exemplaar van dat boekje, het welk ik ter vertaling geruimen tijd on der mijn berusting had, was van jhr. Tj. A, J. W. Schorer te Middelburg, die het, meen ik, weer van een oom drijfsleven. In de baksteenindustrie heeft hij getracht op grond van de Wet op verbindend en onverbindend verklaren van ondernemersovereenkomsten een sa neering in dit bedrijf toe te passen, die nog al ver moet zijn gegaan. Althans zijn opvolger Gelissen die toch waar schijnlijk ook niet afwijzend tegenover een ordening in het algemeen stond heeft hij er niet toe kunnen krijgen deze wet daarop toe te passen. Overigens meenen wij in hem een overtuigd protec tionist te moeten zien. Dat dit zeer be denkelijk voor den landbouw kan- zijn, behoeven wij niet nader uiteen te zetten. Intusschen kan men aannemen, dat iemand als vertegenwoordiger eener in hoofdzaak voor de binnenlandsche markt werkende industrie anders over deze dingen kan denken dan als minister, die voor het geheele Nederlandsche bedrijfs leven verantwoordelijk is en wij kennen minister Steenberghe voldoende om te weten, dat hij de realiteit der dingen wel ziet, en ook wel vatbaar voor steekhou dende argumenten is. Wij willen daar om niet bij voorbaat bezwaren tegen zijn beheer der landbouwzaken uitspreken, al kunnen zijn antecedenten ons op dit punt niet geheel geruststellen. Uw voorloopers op de wégen zij die verheven waren boven den gewo nen man, die loopen moest waren de ruiters! Hun manieren waren voorbeel dig, zoodat „ruiterlijkof „ridderlijk" langzamerhand een uitdrukking werd voor „beschaafd"een teeken van goede manieren, van voornaam gedrag. U, automobilisten, wilt zeer zeker niet, dat eens het woord „automobilist" identiek wordt met „onbeschaafd", dat men U niet beschouwt als navolgers van de ridders, maar van de roovers, die vroeger de wegen onveilig maakten. Hoeveel is door een ridderlijk optre den niet te bereiken! Als U een kindje van drie of vier jaar of 'n oude dame boven de zeventig hebt aangereden kunt U dan op Uw borst slaan zeggen de: „ik ben onschuldig dit kindje, de ze oude dame, zij hebben niet uitgeke ken, maar zijn onverwachts den rijweg overgestoken." Is het U niet bekend, dat kinderen zich nu eenmaal niet bewust zijn van de gevaren van den weg, nog niet bewust kunnen zijn van dit gevaar, omdat de bewustwording zich in den mensch volgens eeuwenoude wetten nu eenmaal in een langzaam tempo voltrekt? Weet U niet, dat bejaarde menschen lijden onder gebreken des ouderdoms als hardhoorendheid, slecht gezicht, enz. en dat ook zij, wat snelheid betreft, vaak niet meer volwaardig kunnen han delen, ook al zouden zij dit nog zoo vu rig wenschen? Wilt U in deze gevallen den schijn van onschuld aannemen en de anderen, die Uw offers zijn, de schuld toeschui ven? 'Neen, een ridderlijk automobilist staat op het standpunt, dat hij zijn grootere kracht en snelheid niet zal misbruiken, maar dat hij steeds zijn wagen zoo in z'n macht zal hebben, dat hij in staat is een ongeluk te voorkomen, ook als de anderen het eens verkeerd doen! In de straten van Parijs, ziet men vaak voetgangers tusschen reeksen van auto's door jongleeren op een ongeloofe- lijke wijze. Zeer zeker willen wij dit ten onzent niet als voorbeeld stellen, maar wel willen wij even gewagen van het vertrouwen der voetgangers in den automobilist, dat hij zijn wagen zoo in z'n macht heeft, dat hij hun geen let sel zal bezorgen, Dit vertrouwen in de vaardigheid en ridderlijkheid van den automobilist moet ook in Nederland heerschen! Daarom doen wij in deze veiligheids- dagen 'n beroep op den autobestuurder, de capaciteiten van zijn voertuig niet geërfd had, In briefwisseling tredende met den conservator van het Fransche nationa le Victor Hugo-museum, vernam ik daar, wat men hier op de provinc'ale bibliotheek ook al lang wist maar de mensch zoekt de dingen nu eenmaal altijd verder van huis dan noodig is (hetwelk op zichzelven ook al weer een opmerking niet zonder wijsgeerig diepen zin is, maar daarvan, en hier, nu niet) dat de schrijver van dat destijds anoniem verschenen boekje Charles Hugo, zoon van den grooten schrijver en dichter was. Anoniem, schrijversnaamloos, zeide ik. Maar het is nog erger: de titel van het boekje is voluit „Victor Hugo en Zélande", dus: Victor Hugo in Zeeland." M.aar de snoode drukker-uitgever, zeker I bij voorbaat willende bewijzen dat men in wat dan later den goeden ouden tijd genoemd zou worden, óók al wel ondeu gende dingen kon doen, en dééd, heeft de titelpagina zóó ingedeeld, en zoo danige verschillende lettersoorten ge bruikt, dat de argelooze kooper van het boekje niet anders kon doen dan in den waan komen, dat V. H. zélf de schrijver was van een boeksken, tot eigenlijken titel slechts dragende „En Zélande".... Zoo slecht is de mensch- heid nu eenmaal. Altijd geweest ook al, zelfs in verlichte dagen..".. Maar ik vernam nóg wat van den heer Paul Souchon, den conservateur te misbruiken, maar rekening te houden, maar steeds rekening te houden met verkeersfouten van andere chauffeurs, wielrijders en voetgangers. Automobilisten, weest ridderlijk! Het loopt inderdaad met een sisser af, Japan en Rusland zijn thans druk aan het loven en bieden over het incident op de Amoer. Van Japansche zijde wordt onmiddellijke terugtrekking der Russi sche troepen van de beide bezette eilandjes en van de Russische gewapen de schepen geëischt. De Russische regeering is daartoe be reid, mits dan ook de Japansche troe pen, welke op den Mantsjoekwoschen oever tegenover de eilandjes zijn samen getrokken, worden verwijderd en Japan belooft de eilandjes niet op zijn beurt te zullen laten bezetten, Volgens een nader bericht uit Tokio schijnen de onderhandelingen reeds tot een compromis geleid te hebben en zijn de Sovjettroepen vanochtend begonnen de eilandjes te ontruimen. GEESTELIJKE ONDERWIJZERS MOETEN GELOFTE VAN TROUW AAN HITLER AFLEGGEN. Ontslagen. Uit Stuttgart wordt gemeld: De rijks minister van opvoeding heeft reeds geruimen tijd geleden instructie gege ven, d,at de employees in zijn ressort, die in openbaren dienst van het rijk of van de landen zijn, een gelofte van trouw aan den „Fuhrer" moeten afleg gen. Aangezien hieronder ook de gees telijken vallen, die in openbare scho len onderwijs geven, heeft de Wurtem- bergsche minister van eeredienst de evangelische en katholieke geestelijken, die de gelofte v,an trouw niet hebben afgelegd of slechts onder voorbehoud hebben willen afleggen uit het onder wijs aan openbare scholen gesloten en voor deze geestelijke de staatssubsi dies voor hun salarissen opgeheven. DUITSCHE BELANGSTELLING. Voor verboden militaire zone. Het Zweedsche Telegraaf Agentschap meldt, dat een groot buifenlandsch watervliegtuig, waarschijnlijk een Duitsch gisteren boven den archipel van Stock holm en vandaag boven den archipel van Gothenburg is waargenomen. Het vloog tweemaal over de verboden mili taire zóne. Het „revolvermeisje" ontsnapt. Uit de gevangenisboerderij te Bedford in den staat New York, zijn vier jonge vrouwen ontsnapt. Zij stonden onder leiding van Norma Parker, een 21-jarig meisje, bekend als Broadway's „revol ver-meisje". Zij moeten over een prik keldraadheining van ruim twee meter hoogte zijn geklommen en men begrijpt niet, hoe zij zulks hebben kunnen vol brengen, zonder door de wacht te wor den opgemerkt. De andere drie ontsnap ten zijn meisjes van nog geen twintig jaar. Na het avondeten zijn zij de eet zaal uitgeloopen, op weg naar de slaap verblijven, doch toen het uur van het avondappèl sloeg, waren zij gevlogen. Men heeft dadelijk nog in den nacht de aangrenzende bosschen afgezocht, doch geen spoor van de vier meisjes gevon den. Het zijn alle vier knappe jonge vrouwen, zoodat zij, mits zij maar kans hebben gezien om hun gevangenisklee- ren voor een minder opvallend toilet te verwisselen, veel kans loopen om voort geholpen te worden. De leidster was veroordeeld tot le venslange gevangenisstraf, na een reeks van beroovingen in restaurants op Broadway, waar zij de cassières met een speelgoedrevolver in bedwang hield. Haar ware naam is Nellie Gutowski. (N. R. Crt.) van het Maison Victor Hugo aan de Place des Vosges te Parijs. Namelijk d,at men in dat Fransche nationale Vic tor Hugo Museum.... niet be schikte over een exemplaar van dit aardige boekje! Wel over het manus cript van Charles Hugo, niet over de uitgave in druk. Dat was nu toch wel jammer. Jammer natuurlijk in de eerste plaats voor de Fr,ansche en andere vereer ders van dien schrijver-dichter. Maar toch al we'nig minder jammer voor onze provincie, die aldus op die belangrijke plaats niet verte genwoordigd was door een meesterlijk geschreven boekje. Toen begonnen hier, in 1937, de lot gevallen van dit u:tgaafje. Onze thans zeker zoo ongeveer ne gentigjarige oud-collega, de heer J. Buyse, thans te Nijmegen woonachtig, voorheen redacteur van „De Zeeuw" te Goes, en zelf geboortig uit Zie- rikzee, schreef ons het vriendelijke briefje, 't welk onze lezers dezer da gen in ons blad afgedrukt hebben ge vonden: dat hij nog wel een exemplaar van het origineel had, of meende te hebben, dat hij het zou opzoeken en dat wij het dan desgewenscht konden krijgen. Dat was prachtig: dan zouden wij het naar Parijs door kunnen zen den en alzoo de lacune in dat museum kunnen aanvullen! Maar dit schoone plannetje ging he laas niet door. En de toepassing van het hotel-» café- en restaurantbedrijf. Sluiting in geheel het land? De toestand uitermate gespan nen. Parijs, 26 Juni. In Frankrijk bestaat voor vele bedrij ven de veertigurige werkweek. Zulks be- teekent, dat de arbeiders vijf werkdagen maken van elk acht uur en twee dagen vacantie in de week genieten. Twee da gen wordt er althans in theorie, niet ge werkt. Dat niet alle werklieden zich daaraan houden, is een andere kwestie. Als sommigen op de een of andere wijze wel arbeid tegen betaling verrichten, ge beurt dat niet uit weelde. Maar dit is een vraagstuk op zichzelf. Voor het hotel-, café- en restaurant bedrijf gold tot dusver die veertigurige werkweek niet. De koks werken 54 uren, het andere personeel werkt 60 uren en voor beide categorieën is die werktijd verdeeld over zes dagen. Dat niet dade lijk ook voor deze arbeidskrachten de veertigurige werkweek is ingevoerd, vond zijn oorzaak in het hevig verzet der werkgevers. Zij kwamen met cijfers, toonden aan, dat aan een verzwaring van lasten want daar zou de invoe ring per slot van rekening op neerko men eenvoudig niet te denken viel, en dreigden met sluiting der bedrijven. De volksfrontregeering, die een herha ling van de gebeurtenissen ten vorigen jare vreesde al was het toen het per soneel, dat staakte en de bedrijven be zette heeft de toepassing der decre ten voor de restauratiebedrijven toen maar opgeschort. En de patroons hoop ten, dat op dit uitstel wel afstel zou vol gen. In die hoop zijn zij echter bedro gen. De vakbonden bleven op de invoe ring der veertigurige werkweek, ook voor de restaurentbedrijven, aandringen. Min of meer tegen haar zin is de regeering toen toch met de decreten gekomen. Dat gebeurde een paar weken geleden. Het stond bij voorbaat vast, dat er in de Ka mer daarvoor een meerderheid was. De Senaat was de onzekere factor. En de Senaat wilde niet. Hij stemde tegen de decreten en kwam vervolgens met een plan, dat zoo ongeveer het mid den hield tusschen de wenschen der em ployés vijf werkdagen, voor koks 45 uren en voor het verdere personeel 50 uren en die der patroons. Tezelfder tijd kwam de kwestie der volmachten, in den Senaat. Men weet hoe die een nog slechter onthaal vonden. De klove tus schen Senaat en Kamer bleek niet te overbruggen en het kabinet-Blum bleef niets, over dan zijn ontslag te nemen. Daarmede waren de moeilijkheden echter niet van de baan. Er is een nieuw kabinet van radicaal-socialisten en so cialisten gevormd onder leiding van Ca- mille Chautemps. Dat zit thans met de gebakken peren. De vakbonden zetten hun eischen nog meer kracht bij en dreig den met een staking. Die zou vandaag zijn begonnen. Op hun beurt zeiden de patroons, dat invoering van de veertig urige werkweek hen zou nopen hun za ken te sluiten, desnoods tot het,einde des jaars. Een poosje bleef het stil totdat bekend werd, dat er een decreet zou verschij nen. Bij dit inmiddels gepubliceerde de creet wordt bepaald, dat er een over gangsmaatregel zal worden toegepast, die tot 31 December 1937 van kracht zal zijn. Tot dit tijdstip zal de werktijd voor koks 50 en voor het overige personeel 56 uur bedragen. Men had dus wate^ bij den wijn ge daan. De vraag was nu maar hoe na de publicatie beide categorieën van be langhebbenden op den maatregel zou den reageeren. Verwacht werd, dat par tijen wel met de regeling genoegen zou den nemen. Van de werknemers stond zulks wel vast. Maar de houding der werkgevers was aarzelend. De patroons zien het er van komen, dat zij meer per soneel moeten aanstellen. Momenteel De heer Buyse schreef ons namelijk uit zijn tegenwoordige ankerplaats Nijmegen na eerst een hoopvol be richt te hebben gezonden, tenslotte dat hij1 ons helaas toch niet aan het boek je kon helpen: verleden jaar was er bij het opruimen van oude boeken een stapel naar een familielid gegaan en dit familiePd, natuurlijk niet wetende welke een kostbaar stukje boekdrnk- kerswerk zij onder handen had, had er.... het is ongelooflijk maar waar., de kachel mee aan gemaakt! Met de minzame wellevendheid, die des ouder doms is, maakt de heer Buyse nog zijn verontschuldigingen voor dit gebeu ren.... bij voorbaat natuurlijk aan vaard, schoon werkelijk overbodig: de goede wil alleen zij reeds geprezen. „Ik kan u niet zeggen, hoe 't mij spijt, ook omdat 't goede doel waarvoor ik 't u gaarne zou hebben afgestaan, mij zoo bijzonder sympathiek was" zoo schrijft ons de heer Buyse. Maar inmiddels was er meer gebeurd. Een andere Middelburger, liever ge zegd, Middelburgsche, wist nog een tante op leeftijd te hebben, en die moest het boekje nog bezitten. Zij be zat het inderdaad nog, gaf het haar nicht zelfs ten geschenke, maar bezwaard met vruchtgebruik of belast met een servituut of hoe dat dan 'n de tale des rechts ook moge heeten: het mocht niet vervreemd worden. Begrijpelijke reden: een persoonlijke opdracht, op de titelpagina, van den doet Ge, als U zich op 't examen aflet kunt herinneren, wat Ge eens geleerd hebt» Ge rijt helder en geconcentreerd, rustig en kalm als Ge zoo'n „AKKERTJE neemt (Ingez. Med.) zijn 250.000 personen in de hotels, ca fé s en restaurants werkzaam. Wanneer de werkweek van vijf dagen mocht wor den ingevoerd, zou men, om op den ouden voet te blijven voortgaan, 60.000 nieuwe werkkrachten moeten aanne men. Afgezien van het feit, dat er in ge heel Frankrijk niet meer dan hoogstens 15.000 werklooze koks en kellners zijn, vraagt men zich af, waar het geld van daan moet komen om die nieuwe em- ployé's te betalen. Aldus redeneerde men van werkgeverszijde. Zoo was de toestand nog gisteravond. Vandaag heeft de zaak echter een min der gunstige wending genomen. Er blijkt namelijk, dat het decreet een bepaling bevat, dat voor bedrijven met meer dan twee employé's in plaatsen van boven de 80.000 inwoners, het personeel van hotels, café's en restaurants twee vrije dagen per week moeten worden gewaar borgd. Deze concessie aan de werkne mers in Parijs en alle andere steden van eenig formaat in Frankrijk, heeft de deur dicht gedaan. De patroons, die aan de noodzakelijkheid der aanstelling van nieuw personeel trachtten te ontkomen, zien de laatste mogelijkheid thans ver dwijnen. Hun organisaties, welke in spoedvergadering bijeen zijn gekomen, hebben reeds besloten de bedrijven in geheel het land te zullen sluiten. Men is al met de voorbereiding begonnen en als er geen spoedige wijziging komt, zal de maatregel nog binnen een week in werking treden. De werkgevers hebben nog een ander bezwaar. Zij betwisten de wettigheid van het decreet, 't welk den datum van 16 Juni draagt en onderteekend is door Blum, Lebas en Spinasse, ministers uit het vorige kabinet. Van de huidige re geering maakt Spinasse geen deel uit, Van werkgeverszijde wordt betoogd, dat het decreet slechts wettig zou zijn indien het in overeenstemming ware met den wensch van den Senaat, die tegen de werkweek van vijf dagen overwegen de bezwaren heeft. Op 11 Juni jongstle den heeft de Senaat inderdaad een amendement van Mareel Regnier aan genomen, waarbij de werkweek op zes dagen en de arbeidstijd voor koks op 54 en voor het overige personeel op 60 uur werd gestel,d. De regeering-Blum weigerde echter dit amendement over te nemen. Wat den arbeidstijd betreft is in het decreet eenigermate aan de wenschen van den Senaat tegemoet gekomen. Noch van de zijde van den Senaat, noch van die der werkgevers de werk nemers gaan er mee accoord en heb ben bereids besloten om niet te staken zou daartegen vermoedelijk ernstig verzet zijn gerezen. De werkweek van vijf dagen schijnt nu de klip, waarop het schip zal stranden. Hoe ernstig men den huidigen toestand hier inziet, kan blijken uit het feit, dat politieke par tijen besloten de regeering te interpel- leeren, terwijl de Kamer onder het nieu we kabinet nog bijeen moest komen. Het kan óók blijken uit de omstandig heid, dat minister-president Chautemps onmiddellijk met de partijen contact heeft gezocht en zijn bemiddeling heeft aangeboden. Of dit een sluiting der 300.000 hotels, café's en restaurants zal kunnen voorkomen, moet worden afge wacht. In sommige kringen voorspelt men, dat in elk geval een modus viven- di zal worden gevonden. Voor het prestige van Frankrijk ware het te ho pen. Momenteel is de toestand echter wel uitermate gespannen. T. O. in het reisverhaal genoemden kapitein Van Maenen ,aan den oom, uit w:ens nalatenschap het boekje stamde. Zoo- dat het tenslotte weer allen schijn had of Parijs en z'n Hugo-Museum dit kostbare juweeltje bepaald zouden moeten blijven missen. Tot ,als redder uit den nood de heer J. P. van der Leeuw uit Sint Anna ter Muyden kwam opdagen. Ook deze be hoorde tot de weinige ons bekende be zitters van dit niet veelvuldig voorko mende boekje. En ziet: hij schreef ons, van oordeel te zijn, „dat zulke werken toch op dé eerste plaats daar dienden te zijn, waar zij voor de gemeenschap het grootste nut konden afwerpen hetwelk, in dit gev.al dus, wilde zeg gen: in het Maison Victor Hugo te Parijs. Van deze meening ging het boekje in natura vergezeld. Wij: hopen het nu dezer dagen aan zijn bestemming te doen toekomen. Zoodat dan het aan vankelijke denkbeeld van den heer Buyse langs een omweg, maar dan mede door zijn initiatief, tóch nog ver wezenlijkt zal zijn. Men zal nu evenwel willen toege ven, dat ook van dit boekje gezegd mocht worden het: habent sua fata li- belli! Na velerlei wederwaardigheid komt het echter te bestemder plaatse. 't Is bijna een film met een blij ein-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 6