m ZUID-BEVELAHD. ZEEUWSCH-VLAANDEREN 0.D, Samenvoeging van polders W est-Zeeu wsch-Vlaanderen. GRATIS) HZ bijQ pakken HZ De Broedval van de Zeeuwsche oester. Een adres van de Slagerspairoonsver- eeniging „Kring Walcheren" houdende het verzoek om pogingen in het werk te stellen om te komen tot één kring op Walcheren in verband met de zeer on billijke invoerkeurloonen te Middelburg werd eveneens in handen gesteld van B. en W. De heer Brand wees naar aan- leiding hiervan op den onhoudbaren toe stand voor de slagers. Op voorstel van B. en W. werd beslo ten nog een brandkraan in de Dorp straat ter hoogte van den molen te doen aanbrengen en 100 meter slang aan te koopen. In de algemeene politieverordening werd de bepaling geschrapt, dat diverse leden van een gezin vrij zijn van den dienst bij de brandweer. Tevens werd een verbod opgenomen tot het hebben of aanbrengen van recla me binnen de bebouwde kom, zonder toestemming van B. en W. Aan den gemeenteontvanger zal een vergoeding worden uitgekeerd van twee en een halve cent per persoonskaart wegens het vervaardigen van de per soonskaarten na de invoering daarvan. Daarna volgde de behandeling van het uitbreidingsplan, met de daarbij be- hoorende voorschriften en wijziging in de bouwverordening, alsmede de daar tegen ingekomen bezwaarschriften. De voo r z. zette eerst het verloop nog eens uiteen, Op 5 Juni 1936 \werd vanwege G. S een uitnoodiging ontvangen tot wijziging van de bouwverordening ingevolge art. 12 sub. 8 van de woningwet. Deze wijzi gingen waren zoo ingrijpend, dat buiten de bebouwde kom, practisch niet meer gebouwd kon worden. Op 24 Juni 1936 weigerde de Raad met algemeene stem men om hieraan gevolg te geven, doch hij besloot een uitbreidingsplan te ma ken voor een klein gedeelte der ge meente, grenzend aan de gemeente Domburg. Ged. St. handhaafden echter hunne uitnoodiging. Tenslotte werd een oplossing gevonden tusschen G. S., den inspecteur en het gemeentebestuur, na melijk dat genoegen zou worden ge nomen met de vaststelling van een uitbreidingsplan. Op 9 September 1936 besloot de Raad met algemee ne stemmen, dat een ontwerp van uit breiding zou worden opgesteld. Op 24 Februari 1937 werd door den burgemeester 't ontwerp ter inzage ge legd. Ingebracht werden daar tegen 'n 10 tal bezwaarschriften. Het plan bepaalt in groote trekken dat langs alle wegen buiten de kom de afstanden tusschen de zijgevels der woningen 150 meter moet bedragen (uitgezonderd de Zuidzijde Domburgsche weg, waar 300 meter, en het Noordwestelijk gedeelte van den Duinweg waar 70 meter wordt voorge schreven). Rondom de kom en ten Noordoosten van den duinweg zijn wegen geprojec teerd voor gesloten, half open en open bebouwing. Als eerste bezwaarschrift werd be handeld dat van den heer W. van Wa- veren, als gemachtigde van den heer Somerhoff te New-York, eigenaar «van het landgoed „Hoogduin" en van de N.V. „Eigen Huis en Tuin" te Haarlem, die het recht heeft verkregen over te gaan tot exploitatie van een gedeelte van dat landgoed. Zij wenschen meer bouwgele- genheid, zoowel langs den Domburg- schen weg als ook langs de wegen loo- pende van den Domburgschen weg tot aan Woestduin-en die loopende tusschen Westhove en Hoogduin, De v o o r z. achtte uitbreiding van de gemeente zoover uit de buurt van de kom ongewenscht, tevens vergt het na tuurschoon, dat langs den Domburgschen weg slechts met zeer ruime tusschen- afstanden wordt gebouwd. Thans kun nen aan den Domburgschen weg op het landgoed ongeveer 8 huizen worden ge bouwd. Het request werd afgewezen met 6 tegen 1 stem, die van den heer Zwemer. Een bezwaarschrift van K. Francke om een geprojecteerden weg Noordelij ker te projecteeren en hem den bouw van nog enkele arbeiderswoningen toe te staan, werd met alg. stemmen inge willigd, zoo ook een bezwaarschrift van de Geref. gemeente om nog gelegenheid voor plaatsing van een pastorie.' Een bezwaarschrift van den Staat der Nederlanden tegen' de bepaling, dat voortaan het plaatsen van strandtenten onderworpen zal zijn aan de goedkeu ring van B. en W-, op grond van het feit, dat deze dat wel eens geheel zou den kunnen verbieden en den Staat daardoor finantieel schade zou lijden, werd met algemeene stemmen verwor pen. Een bezwaarschrift van de N.V. Cul tuur Mij, „Loverendale" te Serooskerke om alsnog de plaatsing van een 10-tal woningen op een perceel grond, gelegen voor het kasteel „Westhove" toe te staan, werd afgewezen met 5 tegen 2 stemmen (Brand en Zwemer). Inzake een schrijven van S. Louwerse werd besloten in den Duinbeekschen weg de gelegenheid te scheppen tot plaatsing van nog één landhuis, zulks met 6 tegen 1 stem (Zwemer). Met al gemeene stemmen werd aan denzelfde toegestaan om op het perceel langs den Domburgschen weg, waar thans reeds vele huisjes zijn verrezen en waar nog 37 meter onbebouwd is, nog 2 huizen te zetten. Op zijn verzoek om de afstanden tus schen de zijgevels op 30 meter te stellen voor zijn perceelen, werd afwijzend be schikt met 5 tegen 2 stemmen (Brand en Zwemer). Een idem van C. Brand om de "afstan den te stellen op 75 meter tusschen iederen zijgevel inplaats van 150 meter tusschen één der zijgevels, werd, mede in verband met de opneming van een dispensatiemogelijkheid, in bijzondere gevallen van den 150 meter af te wijken. j afgewezen mét 5 tegen 2 stemmen (Brand en Zwemer). j Een idem van J. en A. de Visser om alsnog bebouwing mogelijk te maken van hunne perceelen langs den Dom burgschen weg en een van K. Francke om nog 3 huizen te mogen bouwen aan het zoogenaamde Groene wegje, werden ook afgewezen met 5 tegen 2 stemmen (Brand en Zwemer). Een schrijven van den heer Van Dein- se om op het perceel grond, gelegen naast zijn woning het „Haentje" in het landgoed „Hoogduin" alsnog 4 woningen te mogen bouwen, werd, hoewel het te laat werd ingediend, in behandeling ge nomen. Adressant werd toegestaan op dat perceel nog een landhuis te bouwen, zonder dat daardoor op het landgoed „Hoogduin" minder woningen mogen worden gebouwd. Aangenomen met 6 te gen 1 stem (Zwemer). Thans volgde de behandeling van het ontwerp uitbreidingsplan met de daarbij behoorende bebouwingsvoorschriften en wijzigingen in de bouwverordening zoo als die gedurende 4 weken ter inzage hebben gelegen. De heer Brand ver klaarde zich tegen het plan, omdat hij de afstanden te groot vindt. Ook de heer Zwemer zag in het plan een be lemmering van het bouwen en benadee ling van de eigenaren. Na eenige dis cussie werd het plan met 5 tegen 2 stem men vastgesteld. (Tegen de heeren Brand en Zwemer). Tenslotte werd met algemeene stem men aan B. en W. dispensatie verleend uitmeten enz. in het belang van een be- om bij de uitvoering van het plan bij het hoorlijke bebouwing, indien noodzake lijk, eenigszins af te wijken. RITTHEM, Woensdagavond hield de afdeeling Ritthem van de Vereeniging tot Chr. verzorging van krankzinnigen in Zeeland haar jaarvergadering. De rekening en verantwoording werd goedgekeurd. De aftredende bestuurs leden ds. G. de Ru en A. Tange werden herkozen. In de plaats van den heer H. M. van de Putte werd gekozen de heer F. de Groot. Tot vice-voorzitter werd benoemd de heer K. Louwerse. Als afgevaardigden naar de a.s. al gemeene vergadering te Bergen op Zoom werden benoemd de heeren L. Breel en H. M. van de Putte en de hee ren K. de Visser en A. Tange als secun di. Den heer H. M. van de Putte werd dank gebracht voor 't geen hij in de 17 jaren als bestuurslid voor de afdeeling heeft gedaan. Op Zondag 8 Augustus hoopt ds. W. F. M. Lindeboom van Serooskerke in de kerk een spreekbeurt in 't belang der stichting „Vrederust" te vervullen. KRUININGEN. Maandagavond komt de Raad dezer gemeente in openbare vergadering bijeen. Woensdagavond geraakte een auto op den Rijksweg in brand. Door den wagen bij een woning te rijden, kon deze gebluscht worden en is de reis herv.at, Materieele schade was er aan den wagen nauwelijks. Een nieuw record. KRUININGEN. De heer C, Geluk wist een sigaar uit te rooken waaraan 8 y, cm asch was. Dit geschiedde onder getuigen. Het nationale record bedroeg tot dusver 8 cm, SCHORE, Benoemd tot brandmees ter, de heer J. van Koeveringe Hz. 1 De alhier gehouden collecte voor den gewapenden dienst heeft opge bracht, de som van f 4, Confrontatie aan de grens De justitie uit Middelburg vertoefde gisteren te Clinge, alwaar ,aan de Ne- dërlandsch Belg;sche grens een con frontatie plaats had, in verband met den laatsten tijd gepleegde diefstallen van rijwielen en heling daarv.an. Zekere S. koopman te Terneuzen, thans in voorarrest te Middelburg, werd daartoe door de Rijksveldwacht naar de plaats van verhoor, welke geschied de op de grensscheiding, overgebracht. V,an Belgische zijde was aanwezig de procureur des Konings uit Dendermon- de, terwijl oen tweetal aldaar gedeti neerden, als verdacht van diefstal van rijwielen ter plaatse werden voorge leid. Verschillende verhooren, die gerui- men tijd in beslagnamen, werden af genomen. Aangezien deze plaats von den aan den straatweg, trok een en ander bijzonder de aandacht van het publiek. TERNEUZEN. Bij beschikking van den minister van financiën is de inspec teur der directe belastngen, enz, J., Hogenesch verplaatst van de sub-in spectie der invoerrechten en accijrijen alhier naar Amsterdam en toegevoegd aan het hoofd van de inspectie der in voerrechten en accijnzen aldaar. Men schrijft ons uit het Land v,an Cadzand: Het was te denken, dat de ontvangst der stukken bevattende het „booze" voornemen van Gedeputeerde Staten om al de polders en poldertjes in 't Land van Cadzand in „een bosje samen te binden" dezelfde uitwerking zou hebben, als een knuppel, die n 't kippenhok geworpen wordt. Omdat ik er zelf ook een ben, kan ik het zoo gemakkelijk en zonder af keurende bedoeling zeggen, dat de Cadzantenaars zoo graag hun zaken zelf doen; al maakt men fouten, al kost dat geld, we betalen het toch zelf! Wat heeft een ander daarmede te maken? O, w.at kinderlijk, o, die polderauto- nomie, o, wat een heilige huisjes! O, die zelfwaan! Wat getuigt dat allemaal van gebrek aan zelfkennis. Waarom sluit men zich toch zoo gaarne op of omgeeft zich met toren- hooge muren, om voor zich te verber gen, wat rondom ons gebeurt, soms zoo geheel nabij; waarom is men hier toch zoo zelfgenoegzaam, wat zoo ge makkelijk overslaat naar eigenwaan en waarom zijn wij er zoo vaak de schuld van, dat niet geprofiteerd wordt van zooveel nieuwe gedachten, nieuwe rege lingen, nieuwe zaken en werktuigen en hulpmiddelen die elders, al lang ingang' hebben gevonden of in gebruik zijn ge komen, alvorens men die hier in 't Land je als het ware schoorvoeténd hun intre de ziet doen. Toch zou ik het niet kunnen dulden, dat men dit zou verklaren met het spreekwoord „Het hinkende paard komt achterna", want invalide zijn de bewoners van „Landje" niet, ook niet figuurlijk in hun denken. Wat het nu wel is? Niets .anders dan een gevolg van de afzondering, waarin de bevolking eeuw na eeuw geleefd heeft, nadat de meesten vaak uit verre landen waren gevlucht om dat ze vervolgd werden. Zij vonden hier een veilige woonplaats, die hun met b.ard werken gaf wat ze noodig hadden om voorzichzelf en hun gezin rustig te kunnen voortleven, doch waarbij alle weelde vreemd was. Ver stoken als de bevolking lang was van alle hulp van buiten, was ieder op zich zelf aangewezen, dat kweekte een be volking vol zelfvertrouwen, die ge leerd h.ad in de school des levens dat: wie wil kan, vreemde inmenging was haar een ondenkbaar iets. Niet vergeten mag ook worden, dat dit land gedurende zijn geschiedenis die nu in hoofdzaak ruim drie eeuwen telt ook telkens onaangenaamheden beleefde als er vreemdën kwamen, want d,an was het gewoonlijk om oor log te voeren en op een wijze, waarbij zij daadwerkelijk moest medehelpen om met een handvol soldaten den in dringer te bekampen of om strooptoch ten te houden, waarbij de bevolking werd uitgeplunderd. Het kan toch niet anders, dat zoo'n opvoeding na eenige eeuwen, waarbij begrippen van geslacht op geslacht werden overgedragen, hare diepe spo ren in het karakter der bewoners heeft gegroefd, zooals de ploegschaar in hun vette kleilanden, De Cadzandsche landbouwer is wat eenkennig, doet liefst zijn zaken zelf en st.aat wantrouwig tegenover :nmen- ging van buiten. Op zijn hofstede voelt de boer zich koning. De geschiedenis van land en volk is hier zeldzaam sterk ineengevlochten; fn het leven van den Cadzandschen landbouwer bekleedt de polder een zeer voorname plaats, vraagt men hem naar de woonplaats van een anderen landbouwer, dan hoort met schering en inslag; hij woont in den Beukelspol- der, in den Prins Willem in den Savoy- aard (Angelina Polder), in den Zwin, de Bewester Ee enz. enz. Geen wonder eigenlijk, want met de bedijking van de tientallen polders groeide ook het inwonertal. En hoe belangrijk zijn hun polder vergaderingen; d.aar voelen zij zich meer tehuis, dan in de gemeenteraden. Ook dat is te begrijpen, de polderbe- langen en hun landbouwbelangen zijn veelal dezelfde; dat is in de gemeente raden veel minder het geval. En dan op hun poldervergadering zijn het zoo goed ,als allen medelandbouwers of gewezen landbouwers en ook het be stuur is bijna zonder uitzondering uit hun kring gekozen. Of men zich daar thuis voelt!! Alleen de Ontvanger-Grif fier is meestal een „meneer", iemand van administratie. Op deze poldervergaderingen g'ng het soms aller hartelijkst toe, men verbond er een diner aan en w,as vaak rijk besproeid. Zoo'n Meijvergaderng was vaak een feestdag. De verleden-tijd vorm van dezen laatsten zin is opzet. Het was zoo, maar is nu meestal niet meer zoo; de tijden werden slechter, de verdiensten gingen achteruit, het geschot werd met meer moeite opgebracht, de klad kw,am er in, op de begrootingen werd beknibbeld; de Meivergaderingen wer den meer zuiver zakelijk; het diner werd afgeschaft of vervangen door een bescheiden koffiemaaltijd. Maar toch bleven de polderverga deringen belangrijk in het leven van den Zeeuwsch Vlaamschen landbou wer; belangrijke onderwerpen werden daar behandeld, denk maar aan de polderwegen en de afwateringswerken, GEEN BETER ZELFWERKEND WASCHMIDDEL PAN J HZ J9-A I (Ingez. Med.) hun directe belangen, en bij de zee polders de werken aan oever en dijk. En stel je nu toch eens voor, dat daar zoo heelemaal plotseling, ,als een donderslag u t helderen hemel een maatregel dreigt getroffen te worden, waardoor al die tjientallen poldertjes tote een grooten polder vereenigd zul len worden! Een maatregel die zoo maar van boven afkomt, waaraan zij zelf niet hebben meegewerkt en waar bij de polderbesturen eenvoudig op- houdem te bestaan en hunne leden als het ware worden onttroond een maat regel van „vreemden". Ziedaar de vergissing; geen maatre gelen van „vreeimden" heeren Land bouwers, maar een maatregel voorbe reid door een College v,an Gedeputeer de Staten enz., daaronder werkzame ambtenaren van den Waterstaat en Griffie die het allemaal zoo goed met jullie meenen; die heelemaal niet vreemd in 't Landje zijn, maar waar van sommigen vele jaren met jullie hebben medegeleefd, die de behoeften van dat Land uit practische ervaring door en door kennen en d'e liefde voe len voor dien uithoek v,an Nederland, waar toch een tintelend leven heerscht van op zich zelf aangewezenen, naar wie werkelijk toch soms zoo weinig wordt omgekeken door overig Ne derland. Het lijkt zoo, dat die belangstelling U zóó vreemd aandoet, dat U dat niet geheel en .al vertrouwt. En toch staat het voor mij onomstootelijk vast, dat deze belangs.tellijng hartelijk gemeend is en voor de volle 100 pet. in Uw belang. De stukken, die ik nauwlettend heb bestudeerd, getuigen van een goeden wil, waaraan niet valt te twijfelen, eerbied dwingt het af, als men ziet met hoeveel zorg en moeite het over stelpend, uiteenloopende cijfermateri aal van die tientallen polders en wa terschappen is omgewerkt tot een voorstel, voor U allen zóó aanlokkelijk, dat men verbaasd staat met hoeveel roekeloosheid en onverantwoordelijk heid daarover door eenigen in schrift uur daarover een minachtend en ver- oordeelend vonnis werd uitgesproken. Dat in de ontworpen regeling wel verkeerdheden voorkomen, behoeft niet te verwonderen, beschouwt die maar als het kenmerk v.an alle men- schenwerk; zij zijn er om zoo gauw mo gelijk verbeterd te worden, misschien nu nog wel bij de oprichting, als Pro vinciale Staten die maar op tijd weten. D,at is dan niet „gevaarlijk" zegt men hier in 't Landje. Maar wat wel gevaarlijk, dat is bovenbedoeld onver antwoordelijk geschrijf, dat terstond na de ontvangst der stukken tegen de samenvoeging verschenen is, het eer ste ,als laster circulaire, het tweede als artikel in de Middelburgsche Cou rant en ten slotte een brochure, niet van sarcasme vrij te pleiten, waaraan verzocht werd adhaesie te verleenen. Voor den argeloozen lezer, zou men kunnen vreezen, dat hij zich daardoor ongunstig zou laten beïnvloeden. Maar laat dezen den raad geven, leest die stukken nu eens goed en zie wat er n staat, niets dat als argument zou dienen tegen de samenvoeging; ik mag in deze stukken niet anders zien dan een soort stemmingmakerij, nergens wordt daarin aangetoond, dat er fou ten in den opzet van Gedeputeerde Staten voorkomen. Laat 'eder zich raden, als hij bezwa ren ziet, daarover inlichtingen te vra gen bij de ambtenaren, die daarvoor aangewezen zijn, dan zal zonder twij fel blijken d,at zijn bezwaren op mis verstand berusten; gij vormt U dan een eigen oordeel en helpt voorkomen dat wederom dit spreekwoord zou be waarheid worden, dat het toch zoo vaak noodig is, de menschen tegen zichzelf te beschermen. Toch is het te hopen, dat Provincia le Staten niet zullen twijfelen om dit te doen door een besluit tot oprich ting van het groote waterschap, ook al zouden de meeste polders dom ge noeg zijn tegen te stemmen. DOODENDAGBOEK VAN HET VERKEER. Haarlem: 1 doode. Gistermiddag is de 17-jarige leeri ng van de M. T. S. te Haarlem, F. J. van K„ wonende te Heemstede, die met zijn rijwiel op den Wagenweg te Haar lem reed, op het oogenblik, d,at een groote vrachtauto met aanhangwagen hem passeerde, de macht over zijn stuur kwijt geraakt. Hij botste tegen een naas.t hem rijdenden wielrijder en viel daarna voor de achterw'elen v.an de vrachtauto, welke hem over het lichaam gingen. De ongelukkige was op slag dood. Een betere periode in zicht. Men schrijft ons uit Yerseke: Menig vreemdeling, die dezer dagen een bezoek aan Yerseke bracht, heeft zich verwonderd .afgevraagd waarvoor de millioenen wit-gëkalkte dakpannen bestemd waren, die men daar allerwe- ge langs de steigers aantrof. En wan neer men niet bekend is met den groei en voortplanting van de Zeeuwsche oester, dan is deze vr.aag ook volko men begrijpelijk. Deze dakpannen zijn bestemd om straks in de Schelde te worden uitge legd en dan dienst te doen als collec teurs voor het oesterbroed. Deze manier is reeds jaren oud en is ook versch'llende jaren niet toege past. In het begin der oestercultuur, omstreeks 1870 bepaalde men zich uit sluitend tot het opvangen v,an broed, waarvoor men behalve andere voor werpen, takkebossen, gekalkte dak pannen, gekalkte melkvaten e.d. ge bruikte. in het eerste jaar werden on geveer 20,000 dakpannen uitgelegd. Toen deze het beste bleken te voldoen, breidde het gebruik daarvan zich zeer snel uit, in '71 bracht men reeds een half millioen, in 1872 anderhalf milli- oen van zulke gekalkte dakpannen in zee. Hiermede werden de eerste kwee- kelingen verkregen; hun ,aantal werd in 1870 op slechts 3 per pan (gemid deld) geschat, in 1872 op 10 per pan gemiddeld, ofschoon er enkele pannen voorkwamen met een veel grooter aantal. In 1873 plaatste een enkele firma reeds 500,000 gekalkte dakpannen op haar perceelen en verkreeg zij op elk gemiddeld 25 oesters als aanslag. In de daarop volgende jaren breidde het gebru k 'van dakpannen zich steeds meer uit en het is eigenlijk tot 1885 toe voortdurend toegenomen, het .aan tal was toen gestegen tot 30 millioen. Toen is het snel en sterk afgenomen, in 1900 werden slechts 218,000 stuks uitgelegd. Een tijdlang 's het leggen van pan nen en het handeldrijven in aangesla gen pannen een industrie op zich zelf geweest. Toen scheen er een splitsing in het oesterbedrijf te zullen komen, waarbij de kleinere m,an het opvangen van broed voor zijn rekening zou ne men, de grootere, d.i. de met groo.ter kapitaal werkende, ondernemer zich in het bijzonder op het opkweeken en vet maken en vervolgens op den ver koop van oesters zou gaan toeleggen. Een opeenvolgende reeks van rijke broedjaren heeft echter den prijs van het jonge goed sterk doen afnemen en de pannen-industrie als zoodanig eigen lijk geheel doen verloopen. Men is hierna begonnen met het uit zaaien van kokhanen-schelpen als col lecteurs van het oesterbroed, wat ook in den beginne heel goed heeft gewerkt. In 18001883 zijn verschillende onderzoe kingen verricht, die op de physische ge steldheid van de Oosterscbelde betrek king hadden, en die zich in de eerste plaats bezig hielden met de temperatuur van het water, voornamelijk met het doel den invloed dier temperatuur op 't rijp worden en de teelt der oesters, vast te stellen. Het voorname resultaat van dit deel dier onderzoekingen was, dat de oesters eerst bij een hoogere tempera tuur van het water rijp worden en dat er eerst broed valt bij een temperatuur van 18.5 graden C. Ook deze onderzoe kingen zijn thans weer van groot belang en de kweekers kunnen hier ongetwij feld hun voordeel mee doen. Men moet bij het leggen van pannen met de tem peratuur rekening houden en met het uitbrengen der pannen wachten, tot de temperatuur den broedval mogelijk maakt Want brengt men de pannen te vroeg op de perceelen, dan raakt het gekalkte oppervlak licht met een sliblaagje be dekt, voor de broedjes vallen en kunnen deze zich dientengevolge niet goed aan het oppervlak hechten. Een lange aanhoudende periode van warmte in het begin van den zomer (Juni-Juli) doet een groot percentage van de oesters vroeg rijp worden en aan de teelt deelnemen. Dit komt het broed sel ten goede, dat dan gelegenheid heeft voor de koude komt, tot zekeren was dom te geraken, doch is eveneens in het voordeel van de moeroesters, daar deze nu in staat zijn, na vlug de voortplan- tingsperiode te hebben doorloopen, in de daarvoor bij uitstek geschikte weken van den nazomer en den herfst te her stellen wat door die voortplanting ver loren is gegaan en de voor den handel gewenschte vetheid te verkrijgen Volgens verschillende proefnemingen

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 7