m
ZUID-BEVELAHD.
ZEEUWSCH-VLAANDEREN 0.D,
Samenvoeging van polders
W est-Zeeu wsch-Vlaanderen.
GRATIS)
HZ
bijQ pakken HZ
De Broedval van de
Zeeuwsche oester.
Een adres van de Slagerspairoonsver-
eeniging „Kring Walcheren" houdende
het verzoek om pogingen in het werk te
stellen om te komen tot één kring op
Walcheren in verband met de zeer on
billijke invoerkeurloonen te Middelburg
werd eveneens in handen gesteld van B.
en W. De heer Brand wees naar aan-
leiding hiervan op den onhoudbaren toe
stand voor de slagers.
Op voorstel van B. en W. werd beslo
ten nog een brandkraan in de Dorp
straat ter hoogte van den molen te
doen aanbrengen en 100 meter slang
aan te koopen.
In de algemeene politieverordening
werd de bepaling geschrapt, dat diverse
leden van een gezin vrij zijn van den
dienst bij de brandweer.
Tevens werd een verbod opgenomen
tot het hebben of aanbrengen van recla
me binnen de bebouwde kom, zonder
toestemming van B. en W.
Aan den gemeenteontvanger zal een
vergoeding worden uitgekeerd van twee
en een halve cent per persoonskaart
wegens het vervaardigen van de per
soonskaarten na de invoering daarvan.
Daarna volgde de behandeling van
het uitbreidingsplan, met de daarbij be-
hoorende voorschriften en wijziging in
de bouwverordening, alsmede de daar
tegen ingekomen bezwaarschriften.
De voo r z. zette eerst het verloop
nog eens uiteen,
Op 5 Juni 1936 \werd vanwege G. S
een uitnoodiging ontvangen tot wijziging
van de bouwverordening ingevolge art.
12 sub. 8 van de woningwet. Deze wijzi
gingen waren zoo ingrijpend, dat buiten
de bebouwde kom, practisch niet meer
gebouwd kon worden. Op 24 Juni 1936
weigerde de Raad met algemeene stem
men om hieraan gevolg te geven, doch
hij besloot een uitbreidingsplan te ma
ken voor een klein gedeelte der ge
meente, grenzend aan de gemeente
Domburg. Ged. St. handhaafden echter
hunne uitnoodiging. Tenslotte werd een
oplossing gevonden tusschen G. S., den
inspecteur en het gemeentebestuur, na
melijk dat genoegen zou worden ge
nomen met de vaststelling van een
uitbreidingsplan. Op 9 September
1936 besloot de Raad met algemee
ne stemmen, dat een ontwerp van uit
breiding zou worden opgesteld.
Op 24 Februari 1937 werd door den
burgemeester 't ontwerp ter inzage ge
legd. Ingebracht werden daar tegen 'n 10
tal bezwaarschriften. Het plan bepaalt
in groote trekken dat langs alle wegen
buiten de kom de afstanden tusschen de
zijgevels der woningen 150 meter moet
bedragen (uitgezonderd de Zuidzijde
Domburgsche weg, waar 300 meter, en
het Noordwestelijk gedeelte van den
Duinweg waar 70 meter wordt voorge
schreven).
Rondom de kom en ten Noordoosten
van den duinweg zijn wegen geprojec
teerd voor gesloten, half open en open
bebouwing.
Als eerste bezwaarschrift werd be
handeld dat van den heer W. van Wa-
veren, als gemachtigde van den heer
Somerhoff te New-York, eigenaar «van
het landgoed „Hoogduin" en van de N.V.
„Eigen Huis en Tuin" te Haarlem, die
het recht heeft verkregen over te gaan
tot exploitatie van een gedeelte van dat
landgoed. Zij wenschen meer bouwgele-
genheid, zoowel langs den Domburg-
schen weg als ook langs de wegen loo-
pende van den Domburgschen weg tot
aan Woestduin-en die loopende tusschen
Westhove en Hoogduin,
De v o o r z. achtte uitbreiding van de
gemeente zoover uit de buurt van de
kom ongewenscht, tevens vergt het na
tuurschoon, dat langs den Domburgschen
weg slechts met zeer ruime tusschen-
afstanden wordt gebouwd. Thans kun
nen aan den Domburgschen weg op het
landgoed ongeveer 8 huizen worden ge
bouwd. Het request werd afgewezen
met 6 tegen 1 stem, die van den heer
Zwemer.
Een bezwaarschrift van K. Francke
om een geprojecteerden weg Noordelij
ker te projecteeren en hem den bouw
van nog enkele arbeiderswoningen toe
te staan, werd met alg. stemmen inge
willigd, zoo ook een bezwaarschrift van
de Geref. gemeente om nog gelegenheid
voor plaatsing van een pastorie.'
Een bezwaarschrift van den Staat der
Nederlanden tegen' de bepaling, dat
voortaan het plaatsen van strandtenten
onderworpen zal zijn aan de goedkeu
ring van B. en W-, op grond van het
feit, dat deze dat wel eens geheel zou
den kunnen verbieden en den Staat
daardoor finantieel schade zou lijden,
werd met algemeene stemmen verwor
pen.
Een bezwaarschrift van de N.V. Cul
tuur Mij, „Loverendale" te Serooskerke
om alsnog de plaatsing van een 10-tal
woningen op een perceel grond, gelegen
voor het kasteel „Westhove" toe te
staan, werd afgewezen met 5 tegen 2
stemmen (Brand en Zwemer).
Inzake een schrijven van S. Louwerse
werd besloten in den Duinbeekschen
weg de gelegenheid te scheppen tot
plaatsing van nog één landhuis, zulks
met 6 tegen 1 stem (Zwemer). Met al
gemeene stemmen werd aan denzelfde
toegestaan om op het perceel langs den
Domburgschen weg, waar thans reeds
vele huisjes zijn verrezen en waar nog
37 meter onbebouwd is, nog 2 huizen
te zetten.
Op zijn verzoek om de afstanden tus
schen de zijgevels op 30 meter te stellen
voor zijn perceelen, werd afwijzend be
schikt met 5 tegen 2 stemmen (Brand en
Zwemer).
Een idem van C. Brand om de "afstan
den te stellen op 75 meter tusschen
iederen zijgevel inplaats van 150 meter
tusschen één der zijgevels, werd, mede
in verband met de opneming van een
dispensatiemogelijkheid, in bijzondere
gevallen van den 150 meter af te wijken. j
afgewezen mét 5 tegen 2 stemmen (Brand
en Zwemer). j
Een idem van J. en A. de Visser om
alsnog bebouwing mogelijk te maken
van hunne perceelen langs den Dom
burgschen weg en een van K. Francke
om nog 3 huizen te mogen bouwen aan
het zoogenaamde Groene wegje, werden
ook afgewezen met 5 tegen 2 stemmen
(Brand en Zwemer).
Een schrijven van den heer Van Dein-
se om op het perceel grond, gelegen
naast zijn woning het „Haentje" in het
landgoed „Hoogduin" alsnog 4 woningen
te mogen bouwen, werd, hoewel het te
laat werd ingediend, in behandeling ge
nomen. Adressant werd toegestaan op
dat perceel nog een landhuis te bouwen,
zonder dat daardoor op het landgoed
„Hoogduin" minder woningen mogen
worden gebouwd. Aangenomen met 6 te
gen 1 stem (Zwemer).
Thans volgde de behandeling van het
ontwerp uitbreidingsplan met de daarbij
behoorende bebouwingsvoorschriften en
wijzigingen in de bouwverordening zoo
als die gedurende 4 weken ter inzage
hebben gelegen. De heer Brand ver
klaarde zich tegen het plan, omdat hij
de afstanden te groot vindt. Ook de
heer Zwemer zag in het plan een be
lemmering van het bouwen en benadee
ling van de eigenaren. Na eenige dis
cussie werd het plan met 5 tegen 2 stem
men vastgesteld. (Tegen de heeren Brand
en Zwemer).
Tenslotte werd met algemeene stem
men aan B. en W. dispensatie verleend
uitmeten enz. in het belang van een be-
om bij de uitvoering van het plan bij het
hoorlijke bebouwing, indien noodzake
lijk, eenigszins af te wijken.
RITTHEM, Woensdagavond hield de
afdeeling Ritthem van de Vereeniging
tot Chr. verzorging van krankzinnigen in
Zeeland haar jaarvergadering.
De rekening en verantwoording werd
goedgekeurd. De aftredende bestuurs
leden ds. G. de Ru en A. Tange werden
herkozen. In de plaats van den heer H.
M. van de Putte werd gekozen de heer
F. de Groot. Tot vice-voorzitter werd
benoemd de heer K. Louwerse.
Als afgevaardigden naar de a.s. al
gemeene vergadering te Bergen op
Zoom werden benoemd de heeren L.
Breel en H. M. van de Putte en de hee
ren K. de Visser en A. Tange als secun
di.
Den heer H. M. van de Putte werd
dank gebracht voor 't geen hij in de 17
jaren als bestuurslid voor de afdeeling
heeft gedaan.
Op Zondag 8 Augustus hoopt ds. W.
F. M. Lindeboom van Serooskerke in de
kerk een spreekbeurt in 't belang der
stichting „Vrederust" te vervullen.
KRUININGEN. Maandagavond komt
de Raad dezer gemeente in openbare
vergadering bijeen.
Woensdagavond geraakte een
auto op den Rijksweg in brand. Door
den wagen bij een woning te rijden, kon
deze gebluscht worden en is de reis
herv.at, Materieele schade was er aan
den wagen nauwelijks.
Een nieuw record.
KRUININGEN. De heer C, Geluk
wist een sigaar uit te rooken waaraan
8 y, cm asch was. Dit geschiedde onder
getuigen. Het nationale record bedroeg
tot dusver 8 cm,
SCHORE, Benoemd tot brandmees
ter, de heer J. van Koeveringe Hz.
1 De alhier gehouden collecte voor
den gewapenden dienst heeft opge
bracht, de som van f 4,
Confrontatie aan de grens
De justitie uit Middelburg vertoefde
gisteren te Clinge, alwaar ,aan de Ne-
dërlandsch Belg;sche grens een con
frontatie plaats had, in verband met
den laatsten tijd gepleegde diefstallen
van rijwielen en heling daarv.an.
Zekere S. koopman te Terneuzen,
thans in voorarrest te Middelburg, werd
daartoe door de Rijksveldwacht naar
de plaats van verhoor, welke geschied
de op de grensscheiding, overgebracht.
V,an Belgische zijde was aanwezig de
procureur des Konings uit Dendermon-
de, terwijl oen tweetal aldaar gedeti
neerden, als verdacht van diefstal van
rijwielen ter plaatse werden voorge
leid.
Verschillende verhooren, die gerui-
men tijd in beslagnamen, werden af
genomen. Aangezien deze plaats von
den aan den straatweg, trok een en
ander bijzonder de aandacht van het
publiek.
TERNEUZEN. Bij beschikking van
den minister van financiën is de inspec
teur der directe belastngen, enz, J.,
Hogenesch verplaatst van de sub-in
spectie der invoerrechten en accijrijen
alhier naar Amsterdam en toegevoegd
aan het hoofd van de inspectie der in
voerrechten en accijnzen aldaar.
Men schrijft ons uit het Land v,an
Cadzand:
Het was te denken, dat de ontvangst
der stukken bevattende het „booze"
voornemen van Gedeputeerde Staten
om al de polders en poldertjes in 't
Land van Cadzand in „een bosje samen
te binden" dezelfde uitwerking zou
hebben, als een knuppel, die n 't
kippenhok geworpen wordt.
Omdat ik er zelf ook een ben, kan
ik het zoo gemakkelijk en zonder af
keurende bedoeling zeggen, dat de
Cadzantenaars zoo graag hun zaken
zelf doen; al maakt men fouten, al
kost dat geld, we betalen het toch
zelf! Wat heeft een ander daarmede
te maken?
O, w.at kinderlijk, o, die polderauto-
nomie, o, wat een heilige huisjes! O, die
zelfwaan! Wat getuigt dat allemaal van
gebrek aan zelfkennis.
Waarom sluit men zich toch zoo
gaarne op of omgeeft zich met toren-
hooge muren, om voor zich te verber
gen, wat rondom ons gebeurt, soms
zoo geheel nabij; waarom is men hier
toch zoo zelfgenoegzaam, wat zoo ge
makkelijk overslaat naar eigenwaan en
waarom zijn wij er zoo vaak de schuld
van, dat niet geprofiteerd wordt van
zooveel nieuwe gedachten, nieuwe rege
lingen, nieuwe zaken en werktuigen en
hulpmiddelen die elders, al lang ingang'
hebben gevonden of in gebruik zijn ge
komen, alvorens men die hier in 't Land
je als het ware schoorvoeténd hun intre
de ziet doen.
Toch zou ik het niet kunnen dulden,
dat men dit zou verklaren met het
spreekwoord „Het hinkende paard
komt achterna", want invalide zijn
de bewoners van „Landje" niet, ook
niet figuurlijk in hun denken.
Wat het nu wel is? Niets .anders
dan een gevolg van de afzondering,
waarin de bevolking eeuw na eeuw
geleefd heeft, nadat de meesten vaak
uit verre landen waren gevlucht om
dat ze vervolgd werden. Zij vonden
hier een veilige woonplaats, die hun
met b.ard werken gaf wat ze noodig
hadden om voorzichzelf en hun gezin
rustig te kunnen voortleven, doch
waarbij alle weelde vreemd was. Ver
stoken als de bevolking lang was van
alle hulp van buiten, was ieder op zich
zelf aangewezen, dat kweekte een be
volking vol zelfvertrouwen, die ge
leerd h.ad in de school des levens dat:
wie wil kan, vreemde inmenging was
haar een ondenkbaar iets.
Niet vergeten mag ook worden, dat
dit land gedurende zijn geschiedenis
die nu in hoofdzaak ruim drie eeuwen
telt ook telkens onaangenaamheden
beleefde als er vreemdën kwamen,
want d,an was het gewoonlijk om oor
log te voeren en op een wijze, waarbij
zij daadwerkelijk moest medehelpen
om met een handvol soldaten den in
dringer te bekampen of om strooptoch
ten te houden, waarbij de bevolking
werd uitgeplunderd.
Het kan toch niet anders, dat zoo'n
opvoeding na eenige eeuwen, waarbij
begrippen van geslacht op geslacht
werden overgedragen, hare diepe spo
ren in het karakter der bewoners heeft
gegroefd, zooals de ploegschaar in hun
vette kleilanden,
De Cadzandsche landbouwer is wat
eenkennig, doet liefst zijn zaken zelf
en st.aat wantrouwig tegenover :nmen-
ging van buiten. Op zijn hofstede
voelt de boer zich koning.
De geschiedenis van land en volk
is hier zeldzaam sterk ineengevlochten;
fn het leven van den Cadzandschen
landbouwer bekleedt de polder een
zeer voorname plaats, vraagt men hem
naar de woonplaats van een anderen
landbouwer, dan hoort met schering
en inslag; hij woont in den Beukelspol-
der, in den Prins Willem in den Savoy-
aard (Angelina Polder), in den Zwin,
de Bewester Ee enz. enz.
Geen wonder eigenlijk, want met de
bedijking van de tientallen polders
groeide ook het inwonertal.
En hoe belangrijk zijn hun polder
vergaderingen; d.aar voelen zij zich
meer tehuis, dan in de gemeenteraden.
Ook dat is te begrijpen, de polderbe-
langen en hun landbouwbelangen zijn
veelal dezelfde; dat is in de gemeente
raden veel minder het geval. En dan
op hun poldervergadering zijn het zoo
goed ,als allen medelandbouwers of
gewezen landbouwers en ook het be
stuur is bijna zonder uitzondering uit
hun kring gekozen. Of men zich daar
thuis voelt!! Alleen de Ontvanger-Grif
fier is meestal een „meneer", iemand
van administratie.
Op deze poldervergaderingen g'ng
het soms aller hartelijkst toe, men
verbond er een diner aan en w,as vaak
rijk besproeid. Zoo'n Meijvergaderng
was vaak een feestdag.
De verleden-tijd vorm van dezen
laatsten zin is opzet. Het was zoo,
maar is nu meestal niet meer zoo; de
tijden werden slechter, de verdiensten
gingen achteruit, het geschot werd
met meer moeite opgebracht, de klad
kw,am er in, op de begrootingen werd
beknibbeld; de Meivergaderingen wer
den meer zuiver zakelijk; het diner
werd afgeschaft of vervangen door een
bescheiden koffiemaaltijd.
Maar toch bleven de polderverga
deringen belangrijk in het leven van
den Zeeuwsch Vlaamschen landbou
wer; belangrijke onderwerpen werden
daar behandeld, denk maar aan de
polderwegen en de afwateringswerken,
GEEN BETER ZELFWERKEND WASCHMIDDEL PAN
J HZ J9-A I
(Ingez. Med.)
hun directe belangen, en bij de zee
polders de werken aan oever en dijk.
En stel je nu toch eens voor, dat
daar zoo heelemaal plotseling, ,als een
donderslag u t helderen hemel een
maatregel dreigt getroffen te worden,
waardoor al die tjientallen poldertjes
tote een grooten polder vereenigd zul
len worden! Een maatregel die zoo
maar van boven afkomt, waaraan zij
zelf niet hebben meegewerkt en waar
bij de polderbesturen eenvoudig op-
houdem te bestaan en hunne leden als
het ware worden onttroond een maat
regel van „vreemden".
Ziedaar de vergissing; geen maatre
gelen van „vreeimden" heeren Land
bouwers, maar een maatregel voorbe
reid door een College v,an Gedeputeer
de Staten enz., daaronder werkzame
ambtenaren van den Waterstaat en
Griffie die het allemaal zoo goed met
jullie meenen; die heelemaal niet
vreemd in 't Landje zijn, maar waar
van sommigen vele jaren met jullie
hebben medegeleefd, die de behoeften
van dat Land uit practische ervaring
door en door kennen en d'e liefde voe
len voor dien uithoek v,an Nederland,
waar toch een tintelend leven heerscht
van op zich zelf aangewezenen, naar
wie werkelijk toch soms zoo weinig
wordt omgekeken door overig Ne
derland.
Het lijkt zoo, dat die belangstelling
U zóó vreemd aandoet, dat U dat niet
geheel en .al vertrouwt. En toch staat
het voor mij onomstootelijk vast, dat
deze belangs.tellijng hartelijk gemeend
is en voor de volle 100 pet. in Uw
belang.
De stukken, die ik nauwlettend heb
bestudeerd, getuigen van een goeden
wil, waaraan niet valt te twijfelen,
eerbied dwingt het af, als men ziet
met hoeveel zorg en moeite het over
stelpend, uiteenloopende cijfermateri
aal van die tientallen polders en wa
terschappen is omgewerkt tot een
voorstel, voor U allen zóó aanlokkelijk,
dat men verbaasd staat met hoeveel
roekeloosheid en onverantwoordelijk
heid daarover door eenigen in schrift
uur daarover een minachtend en ver-
oordeelend vonnis werd uitgesproken.
Dat in de ontworpen regeling wel
verkeerdheden voorkomen, behoeft
niet te verwonderen, beschouwt die
maar als het kenmerk v.an alle men-
schenwerk; zij zijn er om zoo gauw mo
gelijk verbeterd te worden, misschien
nu nog wel bij de oprichting, als Pro
vinciale Staten die maar op tijd weten.
D,at is dan niet „gevaarlijk" zegt
men hier in 't Landje. Maar wat wel
gevaarlijk, dat is bovenbedoeld onver
antwoordelijk geschrijf, dat terstond
na de ontvangst der stukken tegen de
samenvoeging verschenen is, het eer
ste ,als laster circulaire, het tweede
als artikel in de Middelburgsche Cou
rant en ten slotte een brochure, niet
van sarcasme vrij te pleiten, waaraan
verzocht werd adhaesie te verleenen.
Voor den argeloozen lezer, zou men
kunnen vreezen, dat hij zich daardoor
ongunstig zou laten beïnvloeden. Maar
laat dezen den raad geven, leest die
stukken nu eens goed en zie wat er
n staat, niets dat als argument zou
dienen tegen de samenvoeging; ik mag
in deze stukken niet anders zien dan
een soort stemmingmakerij, nergens
wordt daarin aangetoond, dat er fou
ten in den opzet van Gedeputeerde
Staten voorkomen.
Laat 'eder zich raden, als hij bezwa
ren ziet, daarover inlichtingen te vra
gen bij de ambtenaren, die daarvoor
aangewezen zijn, dan zal zonder twij
fel blijken d,at zijn bezwaren op mis
verstand berusten; gij vormt U dan
een eigen oordeel en helpt voorkomen
dat wederom dit spreekwoord zou be
waarheid worden, dat het toch zoo
vaak noodig is, de menschen tegen
zichzelf te beschermen.
Toch is het te hopen, dat Provincia
le Staten niet zullen twijfelen om dit
te doen door een besluit tot oprich
ting van het groote waterschap, ook
al zouden de meeste polders dom ge
noeg zijn tegen te stemmen.
DOODENDAGBOEK VAN HET
VERKEER.
Haarlem: 1 doode.
Gistermiddag is de 17-jarige leeri ng
van de M. T. S. te Haarlem, F. J. van
K„ wonende te Heemstede, die met
zijn rijwiel op den Wagenweg te Haar
lem reed, op het oogenblik, d,at een
groote vrachtauto met aanhangwagen
hem passeerde, de macht over zijn
stuur kwijt geraakt. Hij botste tegen
een naas.t hem rijdenden wielrijder en
viel daarna voor de achterw'elen v.an
de vrachtauto, welke hem over het
lichaam gingen. De ongelukkige was op
slag dood.
Een betere periode in zicht.
Men schrijft ons uit Yerseke:
Menig vreemdeling, die dezer dagen
een bezoek aan Yerseke bracht, heeft
zich verwonderd .afgevraagd waarvoor
de millioenen wit-gëkalkte dakpannen
bestemd waren, die men daar allerwe-
ge langs de steigers aantrof. En wan
neer men niet bekend is met den groei
en voortplanting van de Zeeuwsche
oester, dan is deze vr.aag ook volko
men begrijpelijk.
Deze dakpannen zijn bestemd om
straks in de Schelde te worden uitge
legd en dan dienst te doen als collec
teurs voor het oesterbroed.
Deze manier is reeds jaren oud en
is ook versch'llende jaren niet toege
past. In het begin der oestercultuur,
omstreeks 1870 bepaalde men zich uit
sluitend tot het opvangen v,an broed,
waarvoor men behalve andere voor
werpen, takkebossen, gekalkte dak
pannen, gekalkte melkvaten e.d. ge
bruikte. in het eerste jaar werden on
geveer 20,000 dakpannen uitgelegd.
Toen deze het beste bleken te voldoen,
breidde het gebruik daarvan zich zeer
snel uit, in '71 bracht men reeds een
half millioen, in 1872 anderhalf milli-
oen van zulke gekalkte dakpannen in
zee. Hiermede werden de eerste kwee-
kelingen verkregen; hun ,aantal werd
in 1870 op slechts 3 per pan (gemid
deld) geschat, in 1872 op 10 per pan
gemiddeld, ofschoon er enkele pannen
voorkwamen met een veel grooter
aantal.
In 1873 plaatste een enkele firma
reeds 500,000 gekalkte dakpannen op
haar perceelen en verkreeg zij op elk
gemiddeld 25 oesters als aanslag. In
de daarop volgende jaren breidde het
gebru k 'van dakpannen zich steeds
meer uit en het is eigenlijk tot 1885
toe voortdurend toegenomen, het .aan
tal was toen gestegen tot 30 millioen.
Toen is het snel en sterk afgenomen,
in 1900 werden slechts 218,000 stuks
uitgelegd.
Een tijdlang 's het leggen van pan
nen en het handeldrijven in aangesla
gen pannen een industrie op zich zelf
geweest. Toen scheen er een splitsing
in het oesterbedrijf te zullen komen,
waarbij de kleinere m,an het opvangen
van broed voor zijn rekening zou ne
men, de grootere, d.i. de met groo.ter
kapitaal werkende, ondernemer zich
in het bijzonder op het opkweeken en
vet maken en vervolgens op den ver
koop van oesters zou gaan toeleggen.
Een opeenvolgende reeks van rijke
broedjaren heeft echter den prijs van
het jonge goed sterk doen afnemen en
de pannen-industrie als zoodanig eigen
lijk geheel doen verloopen.
Men is hierna begonnen met het uit
zaaien van kokhanen-schelpen als col
lecteurs van het oesterbroed, wat ook in
den beginne heel goed heeft gewerkt. In
18001883 zijn verschillende onderzoe
kingen verricht, die op de physische ge
steldheid van de Oosterscbelde betrek
king hadden, en die zich in de eerste
plaats bezig hielden met de temperatuur
van het water, voornamelijk met het
doel den invloed dier temperatuur op 't
rijp worden en de teelt der oesters, vast
te stellen. Het voorname resultaat van
dit deel dier onderzoekingen was, dat de
oesters eerst bij een hoogere tempera
tuur van het water rijp worden en dat
er eerst broed valt bij een temperatuur
van 18.5 graden C. Ook deze onderzoe
kingen zijn thans weer van groot belang
en de kweekers kunnen hier ongetwij
feld hun voordeel mee doen. Men moet
bij het leggen van pannen met de tem
peratuur rekening houden en met het
uitbrengen der pannen wachten, tot de
temperatuur den broedval mogelijk maakt
Want brengt men de pannen te vroeg
op de perceelen, dan raakt het gekalkte
oppervlak licht met een sliblaagje be
dekt, voor de broedjes vallen en kunnen
deze zich dientengevolge niet goed aan
het oppervlak hechten.
Een lange aanhoudende periode van
warmte in het begin van den zomer
(Juni-Juli) doet een groot percentage
van de oesters vroeg rijp worden en aan
de teelt deelnemen. Dit komt het broed
sel ten goede, dat dan gelegenheid heeft
voor de koude komt, tot zekeren was
dom te geraken, doch is eveneens in het
voordeel van de moeroesters, daar deze
nu in staat zijn, na vlug de voortplan-
tingsperiode te hebben doorloopen, in
de daarvoor bij uitstek geschikte weken
van den nazomer en den herfst te her
stellen wat door die voortplanting ver
loren is gegaan en de voor den handel
gewenschte vetheid te verkrijgen
Volgens verschillende proefnemingen