rcirmcfeiU
GOESCHE COURANT^
Nieuwe kwartaalabonné's
Groote bezorgdheid te Londen»
NUMMER 146.
TWEE BLADEN.
DONDERDAG
24 JUNI 1937.
EERSTE BLAD.
180e JAARGANG.
Bij het Nieuwe Kabinet.
Over het herhaalde uittreden
van Duitschland en Italië uit
het controle-stelsel.
De nieuwste officieels foto van H. M, de Koningin geno
men tijdens het jongste koninklijk bezoek aan Amsterdam.
Weer geruchten over 'taliaan-
sche troepen-verschepingen.
BINNENLAND.
H. M. ds Koningin ontvangt de
nieuwe ministers.
ELBURGSCHE COURANT
Jagblad Voor Middelburg, Goes en agent-
schap VKssingen 2.30, elders 2.50 per
kwartaal Week-abonn. in Middelburg en
Goes 18 ct. p. w. Advertentiën 30 ct. per
regel, Ingez. mededeelingen 60 ct. p. r.
:3ij contr. voor beide veel lager; tar. op aanvr.
■m
Uitgeefster: Naamlooze Vennootschap „De Middolhurgsche Courant Bureaux: Lange Sint Pieterstraat te Middelburg
Telefoon: Redactie 269, Administratie 139 Postrekening no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 1/
Aangesloten bij bet Bureau voor Publiciteitswaarde der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers.
Familieberichten r?n dankbetuigingen 17i
regels 2.10, elke r. m. ?Q ct. Rubriek
„Kleine Advertentiën", ten hoogste 6 regels,
h 75 ct. bij vooruitbetaling Adv. :uet
„Brieven" of „Bevragen bureau dezer eau.
rant" 10 ct. extra Bewijsnommers 5 cent.
Nu wij dit schrijven is nog niet precies
bekend, hoe de vork toch eigenlijk in
de steel zit, met die niet-opname van
enkele linksche ministers in het vierde
kabinet-Colijn. En zoolang geen nauw
keurige berichten daarover ter tafel
zijn, zullen we ons van verdere be
schouwing over de oorzaken daarvan
dan ook voorloopig maar onthouden.
Onze teleurstelling over het niet tot
stand komen van een nationaal kabinet
op breedere basis, d.w.z. met ook een
of meer steunpunten aan de linkerzijde
der voormalige scheidslijn rechts-links,
willen we niet verbloemen; toch moet
men dit ook weer niet al te tragisch op
vatten! Tenslotte hebben we meer
rechtsche coalitieregeeringen gehad in
Nederland, en al kunnen wij nu over het
laatste stuk-of-wat dier rechtsche coali
tiekabinetten niet al te zeer roemen
we leven niettemin nog, en naar de wet
ten der politieke dynamika zou het zelfs
voor de partijen, die nu, parlementair
gesproken, in de oppositie zijn gedre
ven, wel een^ een gezonde stimulans
kunnen zijn ook nog.
Het is wel eens meer opgemerkt; fei
telijk is een rechtsche coalitie een on
mogelijk ding. Want zij baseert zich op
een fictie, een overeenstemming die, po
litiek gesproken, in wezen niet bestaat.
Die fictie is namelijk: een onderstelde
overeenstemming inzake „positief
Christelijke beginselen". Hiermede
wor.dt de oude scheidslijn weelr her
steld tusschen de paganisten, materialis
ten en humanistische rationalisten te
eener zijde en de christenen, de geloo-
vigen, de anti-materialisten, de idealis
tische ir-rationalisten, of hoe men het
met stadhuiswoorden maar meer noe
men wil, te anderer zijde; in 't kort ech
ter tusschen diegenen, die meenen dat
de mensch alleen de maat aller dingen
is, en dat er geen boven dien mensch
uitgaande, dus hoogere geestelijke en
zedelijke waarden zouden bestaan, en
de anderen, die meenen dat deze hoo
gere waarden een zeer wezenlijk, ja al-
lesbeheerschend en allesoverheer-
schend bestaan hebben.
Dit is dan de oude scheidslijn rechts-
links, die, al is zij theoretisch immer
foutief geweest, niettemin wij erken
nen het wegens den vroeger al te
sterk rationalistischen inslag van het
geestesleven aan wat dan tot de linker
zijde gerekend werd, practisch inder
daad toen eenige reden van bestaan ge
had heeft. Maar zij heeft dit nu toch be
paald niet meer; wie niet verblind is,
wie Zien wil en dan voldoende op de
hoogte is van het geestesleven in de
kringen die links van de vroegere
scheidslijn liggen, die zal eenvoudig niet
meer kunnen ontkennen, dat het trek
ken van deze scheidslijn, nu, in 1937,
dwaasheid is niet alleen, maar onrecht
vaardig tegenover die „linksche" staats
burgers is ook.
Men mag dan wel de o.i. heel lee-
lijke formuleering van het „positie
ve" Christendom gevonden hebben,
(leelijk gevonden, naar ons gevoelen,
omdat het gebruik van 't woord „posi
tief" min of meer insinueerend doet on
derstellen, dat degenen die zich niet on
der deze vaan scharen, bij wijze van te
genstelling dan wel aanhangers van een
„negatief" Christendom zullen zijn), on
rechtvaardig tegenover de, op hun wijze
oprecht, zij het dan niet rechtzinnig, ge-
loovige linksche Christenen, is heel dit
rechtsche coalitie-gedoe zeker,
Het is ook al meer gezegd: de fout
waaraan het Nederlandsche politieke
leven lijdt is, dat wij godsdienst en poli
tiek feitelijk niet van elkaar kunnen on
derscheiden. Let wel: wij zeggen niet,
dat wij ze moeten scheiden, slechts:
onderscheiden. In naam doen
we dit nog wel (een beetje tenminste,
ook niet overal) maar in feite kunnen
we het toch niet.
Een rechts coalitie-kabinet beteekent
in wezen: een regeering van orthodoxe
en ethisch-orthodoxe protestanten en
gereformeerden samen met roomsch-
katholieken, onder uitsluiting van det
evenzeer positief christelijke, doch vrij
zinnige protestanten, de wijsgeerig anti-
materialistische, dus idealistische Ne
derlanders die. in algemeenen zin, en
naar hun levensopvatting, zeker ook
nog tot de „christelijke" vaderlanders
gerekend kunnen worden, en dan ten
slotte nog de, steeds in aantal afnemen
de, materialisten van vroeger.
Daar loopt nu de scheidingslijn tus
schen rechts en links, tusschen rechtzin
nig en vrijzinnig, tusschen orthodox en
(geestelijk) liberaal.
Maar; een politieke schei
dingslijn is dit toch niet, en in elk geval
is het geen zuivere politieke schei
dingslijn. Want de politieke onderschei
dingen: communisme, socialisme, (poli-
tiek-economisch) liberalisme, conserva
tisme en fascisme, loopen bijna overal
dwars door deze godsdienstig-wijsgee-
rige scheidslijnen henen, steeds weer an
dere permutaties en combinaties vor
mende
Maar: het schijnt in Nederland nu
eenmaal niet anders te kunnen. En zoo
als de anti-revolutionairen en roomsch-
katholieken vroeger langen tijd in een
hoekje hebben gezeten, waar ze niet
mee telden, ja dikwerf het zij tot
schande der toen machtige linkerzijde
gezegd niet voor vol werden aange
zien, zoo schijnt het thans een beetje
met links, met name met het niet-soci-
alistische deel van de politieke vrijzin
nigheid te zullen gaan.
Of we dat prettig vinden?
Voorzeker niet!
Of we dat maar goedschiks aanvaar
den zullen?
Voorzeker niet!
De algemeen liberaal-vrijzinnige op
vattingen op politiek terrein en op het
gebied des geesteslevens zullen wij met
de kracht onzer oprechte overtuiging
blijven verdedigen, wijl wij ondanks
den tegenstroom dezer dagen in dat be
ginsel oprecht blijven gelooven.
Niets is dikwerf zoo zwaar te dra
gen als een medelijdende glimlach.
Maar wij geven daarbij de voorkeur
aan realiteitspoiitiek boven die des
struisvogels.
Als in den aanvang gezegd: we zul
len het niet al te tragisch opnemen.
Naar 't getal bekeken, hebben de niet-
socialistische vrijzinnigen-liberalen in
het parlement thans geen grooten in
vloed, en dus kunnen en mogen zij geen
al te grooten mond opzetten. Zij zullen
zich tevreden hebben te stellen met.
positief-christelijke kritiek en oppositie,
opdat een goede controle worde uitge
oefend op de regeering, zoo als dit de
taak eener parlementaire oppositie is.
Gelukkig leven we nog in een vrij en
democratisch land waar zoodanige kri
tiek geoorloofd is.
En voor 't overige: we hebben een
normaal-parlementaire regeering met
een behoorlijke Kamermeerderheid ach
ter zich; deze regeering, door onze Ko
ningin naar constitutioneel gebruik be
noemd, belichaamt het Gezag en zij
heeft uit dien hoofde volledig recht op
dien eerbied, waarop alle wettig gezag
in zijn bediening aanspraak kan en moet
maken.
Al houdt dat niet in, dat de oppositie
waartoe wij ons thans, op grond on
zer politieke opvattingen, ook moeten
achten te behooren haar recht van
spreken, haar recht van kritiek, zoude
moeten opgeven!
De Spaansehe burgeroorlog.
Zooals we gisteren onder de „laatste
berichten" hebben gemeld, zijn Duitsch
land en Italië voor de tweede maal uit
het controle-stelsel inzake de niet-in-
menging getreden naar aanleiding van
het eigenaardige incident met de „Leip
zig". In de Kroniek v. d, dag wordt
uiteengezet, w.aarom dit nieuwe con
flict iusschen Duitschland-Italië eener
en Engeland-Frankrijk anderzijds veel
moeilijker op te lossen zal zijn dan het
vorige, dat ontstond door het bombar
dement van de „Deutschland". Hoe
zeer men dit ook te Londen voelt,
blijkt uit een brief van de Londen-
sche correspondent der N. R. C. aan
zijn blad. Wïj ontleenen daar het vol
gende aan:
Het besluit van Duitschland en Ita
lië om hun deelneming aan het inter
nationale controlestelsel op te zeggen is
te Londen met vrij doorzichtige berus
ting ontvangen. Ongetwijfeld met het
doel de internationale spanning niet te
verhoogen, trachten officïeele kringen
aan deze nieuwe ontwikkeling een zoo
gunstig mogelijken uitleg te geven. Men
wijst erop, dat Duitschland en Italië
alleen tot dezen stap zijn overgegaan,
omdat zij hun oorlogsschepen niet lan
ger aan het gevaar van incidenten wil
len blootstellen en men spreekt er zijn
verheuging over uit, dat hun uittreding
uit het controlestelsel geen opzegging
van de niet-inmengings-overeenkomst
beteekent. Du:tschland en Italië zoo
zegt men hier achten verdere mede
werking ,aan de internationale contro
le te gevaarlijk, en hebben er zich daar
uit teruggetrokken. Overigens blijft de
toestand ongewijzigd en de met-inmen-
gings-overeenkomst blijft bestaan, om
dat alle daarbij vertegenwoordigde
mogendheden, waaronder ook Duitsch
land en Italië, door hun woord gehou
den blijven geen oorlogsmateriaal of
vrijwilligers naar Spanje te sturen.
Aan het internationale streven naar
een isolatie van het Spaansehe con
flict is derhalve door de handelwijze
van Rome qn Berlijn tot nu toe niets
veranderd. Om in den door Duitsch
land en It.alië geschapen toestand te
voorzien is het alleen noodig den bres
in de internationale controle, die door
hun uittreding werd geschapen, weer
op te vullen. Dit zou kunnen geschieden
door andere leden van de n'et-inmen-
gingscommissie te verzoeken de leegge
komen plaatsen te bezetten of door de
controle van alle Spaansehe kusten aan
Engeland en Frankrijk op te dragen.
Het is aan de niet-inmengingscommissie
om voor dit vraagstuk een bevredigen
de oplossing te vinden.
Onder deze oogenschijnlijk zoo rusti
ge houding is echter een ernstige be-
zordheid duidelijk merkbaar, want dat
men te Londen het hoofd koel houdt,
beteekent geenszins, dat men den ernst
van den toestand niet onder de oogen
ziet. Het bedenkelijkst is, dat men niet
schijnt te weten van welken kant het
gevaar dreigt. Hoewel veronderstellin
gen en hypotheses over mogelijke ver
wikkelingen door officïeele krjrigen
niet worden aangemoedigd, krijg ik
toch sterk den indruk, dat men in deze
kr'ngen met tal van gevaarlijke compli
caties rekening houdt, niet alleen in
Spanje, doch ook in andere deelen van
Europa.
De vooruitzichten worden nog drei
gender, wanneer men zich afvraagt, ot
de Duitsch-It,alaansche uittreding uil
de internationale controle nu ook be-
teekent, dat deze twee mogendheden de
logische consequentie van haar handel
wijze zullen trekken, door het handha
ven van de niet-inmengings-overeen
komst, waaraan zij blijven vasthouden,
voortaan ,aan anderen over te laten.
Het schijnt nauwelijks denkbaar, dat zij
hiertoe bere'd zullen zijn. Waren zij
het wel, dan zouden zij als allereerste
stap haar oorlogsbodems, wier veilig
heid immers als motief voor de uittre
ding ut de internationale controle
wordt opgegeven, uit de Sp.aansche wa
teren terugtrekken, en niets heeft er
nog op gewezen, dat dit in haar bedoe
ling ligt. Laten zij haar schepen echter
in de Spaansehe wateren, dan is daar
mede de motiveering van haar laatste
st,ap meteen ontzenuwd en rijst boven
dien de vraag, wat de niet meer tot de
controle behoorende vaartuigen nog bij
Spanje te maken hebben. Het meest
voor de hand liggende antwoord zou
natuurlijk zijn, dat zij op hun eigen
houtje controle zoo niet meer dan
controle zullen blijven uitoefenen,
want, zooals gezegd, is het nauwelijks
te gelooven, dat Rome en Berlijn van
nu af aan plotseling op het eerewoord
van Frankrijk, Rusland en Engeland
zouden vertrouwen voor de naleving
van de niet-inmenging op dat deel van
de Spaansehe kust, dat voorheen door
henzelf werd gecontroleerd. Maar als
zij dit vertrouwen niet bezitten en zij
zich ook niet tot het zeer gevaarlijke
experiment van op eigen houtje een
ongeautoriseerde controle blijven uit
oefenen, zouden laten verle den, dan
rijst de vraag, of het hun ernst kan zijn
met de verklaring, dat zij ,aan de niet-
inmen^ipgsovereenkomst blijven vast
houden. En als het dus geen ernst is
en zij hetzij de overeenkomst opzeg
gen, hetzij haar op grooie schaal reben
den, ontstaat een situatie, wier uiterst
gevaarlijke 'mplicaties niet uiteen be
hoeven te worden gezet.
Te Londen zijn gisteravond tele
grammen uit Gibraltar ontv.angen, vol
gens welke te Melilla, in Spaansch-
Marokko, gisterochtend 7000 man Itali-
aansche troepen geland zijn.
Te Gibraltar zijn voorts' berichten u t
Malaga ontvangen, volgens welke aan
het eind der vorige week 10,000 Itali-
aansche soldaten te Malaga zijn ont
scheept.
Verder weten verschillende buiten -
landsche bladen te melden dat uit de
Italiaansche haven Civita Vecchi 50
duizend Italiaansche vrijwilligers naar
Spanje zijn vertrokken. Te Rome zijn
al deze ber chten met beslistheid tegen
gesproken, Men weet van niets.
Duitsche oorlogsbodems naar
de Middellandsche Zee,
Gistermiddag zijn de volgende oor
logsbodems' der Duitsche vloot van de
monding der Taag i(Portugal) naar de
Middellandsche Zee vertrokken: het
slagschep „Admiral Scheer", de kruiser
„Nülrnberg" en „Karlsruhe", drie tor
pedojagers en een transportschip. Het
pantserschip „Admiral Graf Spree" is
gisteravond, n.aar D.N.B. meldt, ter
bescherming van de Duitsche belangen,
uit Du'tschland naar Spanje vertrokken.
Zij, die zich met ingang van 1 Juli
a.s. op ons blad abonneeren, ont
vangen de tot dien datum ver
schijnende nummers
GRATIS
Beëediging ten paleize Huis
ten Bosch,
Hedenmorgen te 10 uur zijn de nieu
we ministers in het gisteren door dr.
H. Colijn gevormde kabinet ten palei
ze „Huis ten Bosch" te Den Haag door
H. M. de Koningin ontvangen en be-
eedigd.
Reeds tegen half tien bleek, d,at er
ook van de zijde van het publiek be
langstelling voor deze gebeurtenis be
stond, want enkele honderden wande
laars hadden zich nabij het Huis ten
Bosch verz.ameld en werden door eeni
ge politie-agenten onder leiding van 'n
inspecteur op een afstand gehouden.
Tegen kwart voor t en arriveerden
de nieuwe ministers, die allen gekleed
waren in donker jacquet en een hoogen
hoed droegen. Het laatst arriveerde de
nieuwe minister van econom sche za
ken, mr. M. P. L. Steenberghe, die zelf
zijn grijzen wagen, welke nog het Bra-
bantsche nummerbord droeg, bestuurde.
Inmiddels was de koninklijke stand
aard op het paleis geheschen en enke
le minuten voor tien arr veerde per
auto van het landhuis „De Ruigenhoek"
waar H, M. momenteel vertoeft, de Ko
ningin, die vergezeld was van een hof
dame.
Reeds te kwart over tien verlieten de
ministers het paleis weer. De minister
van binnenlandsche zaken, de heer V,m
Boeijen, zette zich in de auto van den
minister van defensie, den heer Van
Dijk, de heeren Welter en Van Buuren
vertrokken eveneens gezamenlijk, ter
wijl de ministers Goseling en Romme
n de auto van hun ambtgenoot Steen
berghe plaats namen.
Te vijf minuten voor half elf reed de
auto met den koninklijken standaard
weer voor en keerde de Koningin terug
naar „De Ruigenhoek".
Mr. Goseling.
Bij de korte levensbeschrijvingen der
nieuwe minsters in ons nummer van
gisteren, ontbrak mr. Goseling. Wij la
ten zijn „r.taat van dienst" hier thans
volgen: