rairmctHfo GOCSCHE COURANT^ Een noenmaal van de Nederlandsche Pers met Prins Bernhard en Jonkhe.er van Karnebeek als Eeregasten. BINNENLAND. goedkoop De kabinetsformatie. WEERBERICHT. NUMMER 142. DRIE BLADEN. ZATERDAG 19 JUNI 1937. EERSTE BLAD. 180e JAARGANG. Het Hoofd van de Zuid-Amerikaansche Handelsmissie houdt een keurige Rede. De Rede van Jonkheer Van Karnebeek. Zullen de pogingen van Colijn mislukken? 9oe' MIDDELBURGSCHE COURANT Dagblad Voor Middelburg, Goes en agent schap Vlissingen 2.30, elders 2.50 per kwartaal -Week-abonn. in Middelburg en Goes 18 ct. p. w. Advertentiën 3 0 ct. per regel, Ingez. mcdedeelingen 60 ct. p. r. Bij contr. voor beide veel lager; tar. op aanvr. Uitgeefster: Naamlooze Vennootschap ..De MitMalHurgsche Courant Bureaux: Lange Sint Pieterstraat te Middelburg. Telefoon: Redactie 269, Administratie 139 Postrekening no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 17. Aangesloten bij bet Bureau voor Publiciteitswaarde der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers. Familieberichten en dankbetuigingen 17 regels f 2.10, elke r. m. 30 ct. Rubriek „Kleine Advertentiën", ten hoogste 6 regels, a 75 ct. bij vooruitbetaling Adv. mei „Brieven" of „Bevragen bureau dezer cou rant" 10 ct. extra Bewijsnommers 5 cent De Nederlandsche Journalis'en Kring organisatie die vrijwel allen omvat welke rechtstreeks,,, zijidelings of op eenigen afstand, wat met de journalist'ek te maken hebben houdt zoo een of twee malen per jaar een noenmaal voor zijn leden, waarbij dan als eeregast een zeer vooraanstaand Nederlander tot aanzitten wordt ge nood, met de stilzwijgende overeen komst dat deze gast als tegenbeleefd- heid zoo tegen het einde van den maal tijd een rede tot de verzamelde (en verzadigde) journalisten zal uitpsreken. Deze sedert enkele jaren bestaande noenmalen plegen altijd een succes te zijn; zij bieden, ook voor en na den maaltijd, de gelegenhe'd tot het over en weer elkaar leeren kennen van „pers en prominenten", zij zullen misschien ook bij laatstgenoemden wel eens wat vage indrukken omtrent eerstgenoem- den kunnen verscherpen, valsche voor stellingen zelfs kunnen vervangen door meer der waarheid getrouwe Tegen den tijd van terugkomst van jonkheer V.an Karnebeek uk Zuid-Ame- rika, waar hij als hoofd eener Neder landsche handelsnrssie de economische belangen van ons land behartigde, heeft de Nederlandsche Journalisten Kring dezen vooraanstaanden Nederlander gevraagd, of hij na zijn thuiskomst de eeregast aan een Krtugmaal wilde zijn. En toen deze toezegging verworven was, heeft het Kringhesluur de voor treffelijke gedachte gehad den Prins der Nederlanden te vragen den N. J. K. de hooge eer aan te doen, ,nan de zen maaltijd mede te w'llen aanzitten, teneinde aldus met de Nederlandsche pers, althans met de leidende figuren in onze perswereld, kennis te maken. Prins Bernhard antwoordde: gaarne. En zoo zijn we dan gisteren met Prins Bernhard wezen eten. Laten we óns niet groot houden, doch er rond voor uitkomen: hoezeer er ook oprechte belangstelling bestond voor jonkheer van Karnebeeks persoon, hoe zeer men mocht verwachten en die verwachting is geheel in vervulling gegaan een meesterlijke voordracht van hem over een belangwekkend en de belangstelling overwaard zijnde on derwerp te zullen hooren, toch w,as de groote aantrekkingskracht, die d'tmaal zoo velen meer dan anders naar dit noenmaal stuwde, natuurlijk de komst van Prins Bernhard, En dan zal men meteen vragen: hoe w,as het nu? Welnu: om half een verzamelde het gezelschap, waaronder ministers en oud-ministers, jhr. Van Karnebeek met alle andere leden der handelsmiss:e, het bestuur der vereeniging van dagblad directeuren met tal v,an directeuren, die óók tot aanzitten waren uitgenoo- digd. zich in hotel De Witte Brug te 's-Gravenhage. Om een uur kwam Prins Bernhard, vergezeld van zijn adjudant jhr. ir. Roëll en zijn secretaris jhr. De- del. Allen werden aan Prins Bernhard voorgesteld: nauwgezet sloeg hij er zelf acht op, dat niemand, ook uit de twee de of derde zij vand en kring, werd overgeslagen; allen kregen een stevi- gen handdruk. En later, na afloop van den maal tijd, was er nog gelegenhe'd wat on gedwongen met den Prins te praten. En hoe was het nu, vraagt ge? Wel aan: de persoonlijke indruk is deze, dat Prins Bernhard een vriendelijke jongeman is. Knapper van uiterlijk, dan de foto's in courant en tijdschrift hem afbeelden. Of het komt doordat foto grafen hem bij voorkeur als hij lacht, afbeelden (zelfs de hoffotograaf Zieg- ler is hij de officieele bruidsfoto in deze fout vervallen) dan wel of de Prins niet fotogénique is wij welen het niet. Maar dit staat wel vast: welk een vriendelijk en aangenaam uiterlijk onze Prins op een plaatje moge heb ben, in werkelijkheid is het| bepaald nog innemender, vooral wapneer hij „gewoon" kijkt. Verder de vrouwen en de dandies zullen het willen weten was Prins Bernhard vlot gekleed: een jaquet met lichtgrijs-flanellen over- elkaar geslagen vest, een groote witte bloem in het knoopsgat. En, dit meer voor de sportieve jongeren; bruin yan de zon. lekker En nu, na deze inleiding, het substanti- eele gedeelte van dit noenmaal. Daar aan vooraf ging een treffende begroe tingsrede van den Kringvoorzitter, de heer Henri Dekking, waarin deze ge waagde van de hooge eer en bijzondere onderscheiding, zijne koninklijke hoog heid den Prins, welkom te mogen hee- ten aan dit noenmaal. Uwe koninklijke hoogheid is zoo welwillend geweest ons mede te deelen dat u met de dragers van de journalistiek in ons land, redac teuren en directeuren, kennis wilde ma ken gelijk uwe koninklijke hoogheid reeds deed met een aantal leiders van cultureele, comjmercieele en industri- eele ondernemingen in ons land. U vindt hier zoo vervolgde de heer Dekking de vertegenwoordigers van bladen van allerlei richting en beginsel bijeen, zeer talrijk samengekomen op deze voor de pers zoo bijzonderen dag. Het koninklijk Huis heeft herhaalde lijk belangstelling in den Nederland- schen Journalisten-kring getoond. Nog onlangs bij het afscheid van den voor zitter Hans, heeft H. M. de Koningin in een zeer gewaardeerd schrijven aan dacht voor den kring bewezen. Prins Hendrik hebben wij eveneens als U koninklijke hoogheid, in ons midden mo gen begroeten als gast. Kennismaking met de pers! Het klinkt eenigszins wonderlijk voor u, die, naar wij weten, de pers al zoo van nabij kent! (gelach). Van den aanvang af, ja reeds voor uw komst in uw nieuwe vaderland, richtte zich een geweldige aandacht van de Ne derlandsche pers op den persoon van U en het was vooral de fleur van ons vak: de verslaggeverij, die u met de grootste belangstelling begroette en omzwermde. Humor en sportiviteit leven onder journalisten genoeg, dat daar vreugd werd gevoeld, toen U, eindelijk uit de openbaarheid willende treden, bij den aanvang van uw huwelijksreis den ver slaggevers geen schijn van kans hebt gegeven, in het ontwijken van reportage heeft U een wereldrecord gevestigd, (vroolijkheid). Koninklijke hoogheid, in de komende jaren zal de pers ongetwijfeld U nog vaak belangstelling wijden, de vrije on afhankelijke pers, die in ons land de stem des volks is. Moge die stem met eerbied, waardeering en erkentelijkheid, omtrent den persoon van den Prins klin ken, tot voldoening ook van U. Zoo straks zal aan dit noenmaal een groot Nederlander het woord voeren. Hem voorzeker, naast den journalisten, geldt uwe belangstelling. Zich vervolgens tot Jonkheer Van Karnebeek richtende, begroette spr. ook dezen in zoo: velerlei kwaliteiten, als burgemeester van Den Haag, als mi nister van buitenlandsche zaken, als commissaris der Koningin heeft uwe excellentie het vaderland groote dien sten bewezen, in dezen Kring weet en waardeert dat iedereen. Toen de glazen w^ren volgeschon ken wendde de heer Dekking zich alvorens met den maaltijd begonnen werd nogmaals tot de aanwezigen, met de woorden: „T afelgenooten. Voor onze maaltijd aanvangt noodig ik U uit een dronk te wijden aan onze Koninklijke familie, aan hare majesteit de Koningin, aan hare koninklijke hoog heid Prinses Juliana, aan zijne ko- ninlijke hoogheid Prins Bernhard. De heilwensch uit ons aller hart gaat thans voorzeker geheel uit naar de jonge vrouw, wier ontroerende innig blijde mededeeling Dinsdagavond door de radio wij allen met aandoening hebben vernomen. Het geluk van ons vorstelijk gezin en van het Nederlandsche Volk ligt thans in Prinses Julinana en hare blijde verwachting. Op de gezondheid, het welzijn, den levensbloei van onze Prinses zij onze vaderlandsche heil wensch, van heeler harte en juichende gewijd". Een strijkje zette het Wilhelmus in, dat door alle aanwezigen staande werd meegezongen en dat gevolgd werd door een driewerf hoera voor Prinses Juliana. Nadat het dessert geserveerd was, kreeg jhr. Van Karnebeek het woordt tot het houden van de aangekondigde causerie. De minister van staat, jhr. mr, dr. H. A. van Karnebeek, commissaris der Ko ningin in de provincie Zuid-Holland en leider van de Nederlandsche handels missie naar Zuid-Amerika, dankte in de eerste plaats het bestuur van den Ne- derlandschen Journalisten-kring voor de uitnoodiging en, zich wendende tot Prins jBernhard dankte hij deze voor diens tegenwoordigheid. De missie heeft gedurende haar reis gemerkt, wat het beteekent, den steun ie hebben van een, goeden persdienst, en de persdienst, waarover men be schikte, was goed. Het werk, dat de missie gedaan heeft, is nog slechts een begin, Sommigen hebben zich weliicht de vraag gesteld, al is deze niet uitgespro ken, welke orders de missie nu eigenlijk geboekt heeft? Een goed koopman zou" echter deze vraag niet stellen, omdat hij weet, dat vooral in een land, dat nog commercieel nauwelijks bewerkt is, er meer dan veertien dagen noodig zijn om orders van beteekenis te boeken. Het doel van de miss e lag hooger dan het boeken van orders en beoogde een poli- tiek-economische verkenning op indu-, strieel, commercieel, landbouwkundig, financieel, en monetair gebied, waarmee men het voorbeeld volgde van andere landen, die het belang van dergelijke economische verkenningen reeds eer hadden ingezien. Als de missie erin geslaagd is, in den korten tijd, die zij ter beschikking had, zeer veel nuttig werk te verzetten, dankt zij dat vooral aan de voorbereiding, die er op bedacht is geweest in alle hoofd plaatsen, waar zij vertoefde, commissies van samenwerking in het leven ta roe pen om de missie contact te verschaffen. Men zal niet van mij verwachten zegt spr. dat ik hier een rapport zal uitbrengen over de werkzaamheden der missie. Dat rapport wordt aan de re geering uitgebracht en is trouwens nog niet gereed. Ik kan u hier slechts eenige indruk ken geven, die in staat stellen een ant woord te geven op de vraag: hoe zijn daar de toestanden en welke mogelijk- heden liggen daar voor ons open? Wij hebben van Zuid-Amerika wel het grootste en belangrijkste gedeelte be zocht, nl. Brazilië, Argentinië Chili en Uruguay. Men houde rekening met den omvang van deze landen, Brazilië is bij- na 4maal zoo groot als Nederlandsch- j Indië, Argentinië 1 maal zoo groot, j Chili nog altijd 20 maal zoo groot als i Nederland! j M'en denke zich een dergelijken om- vang in, de beteekenis ervan wordt nog 1 duidelijker als men zich voorstelt welke j bodemschatten deze landen bevatten en j vooral als men zich een denkbeeld vormt j van de rol, die de productie van Zuid- Amerika op de wereldmarkt inneemt. Spr. trad daarna in een uiteenzetting j van de beteekenis van die productie op j het gebied van delfstoffen en mineralen, j bodemproducten, enz. Nu doet zich de vraag voor: wat zalj onder de geg'even omstandigheden de j gang zijn der economische ontwikkeling j in die landen? Zal het blijven bij export van de pvi- S maire goederen, die zij voortbrengen, of5 kan men een industrieele ontwikkeling tegemoet zien? Men bedenke dat deze landen vrijwel geen steenkool produ- ceeren, 0,15 procent! van de wereldpro ductie, En dat er een tekort is aan werk krachten en menschen om de natuurlijke rijkdommen tot gelding te brengen. Het beeld wordt dan: onmetelijk gebied, weinig steenkolen en een tekort aan nuttige menschen en men vraagt zich dan af of onder zulke omstandigheden er voorloopig wel een andere ontwikkeling mogelijk is dan d;e welke tot aan den oorlog' deze landen heeft gekenmerkt. Toch zien wij dat na den oorlog een in dustrialisatie is opgekomen, die in be teekenis voortdurend toeneemt. Spr. behandelde daarvan de oorzaken, die samenhangen met de zelfvoorziening waartoe in de oorlogsjaren deze landen werden geroepen met een groeiend na tionaal zelfbewustzijn en eeni streven naar een actieve handelsbalans, en gaf daarna de verschillen aan, die er in het industrialisatie proces in de verschillen de landen zijn waar te nemen en de goe deren waarop dit proces betrekking heeft. Na gewezen te hebben op de concur rentie, d:e zich op de markten doet ge voelen, behandelde hij de vraag, in hoe ver er nog plaats is voor Nederland waarvan de industrie vooral op ver- bruiksgoederen is gericht en die de steunpunten mist, die andere landen vinden in ondernemingen, die zij zelf hebben gesticht. Spr. wees er daarna op, dat naar de eenstemmige meening der missie voor Nederland, al komen wij wat laat, nog' de noodige gelegenheid tot afzet openstaat, er voorts op wijzend dat dit alleen zal gelukken, wanneer de markten intensief en op de meest geschikte wijze bewerkt worden. Men zal daarbij echter vooroordeelen moeten laten varen, zich ervan moeten onthouden gevallen, waar in vroeger minder goede ervaring werd opgedaan, te generaliseeren, bereid zijn, zich naar het voorbeeld van andere lan den aan te passen aan de ginds geldende handelsusanties, Daarbij moge worden bedacht, dat Nederland het' voordeel heeft ih Zuid-Amerika. goed aangeschre ven te staan, dat men daar op Neder landers als immigranten gesteld is. Spr. behandelde daarna de ontworpen emigranten-overeenkomst en de voordee- len die uit emigratie en bedachtzaam ka pitaalsinvesteering indirect voor Neder land zouden worden verkregen. Spr. memoreerde daarbij de Nederland sche vestiging* te Tres Arroyos. Hij kwam daarna tot de conclusie, dat het goed was geweest, dat men van Zuid-Amerika werk had gemaakt en daarheen een mis sie had gezonden. Bij de verandering in de economische wereldstructuur is het zaak er op uit te gaan en de blikken te richten op die verre gewesten, die ge acht kunnen worden nieuwe kansen te bieden en hij vroeg zich af, of bet oogen- blik niet gekomen was om in ons eigen economisch spel naast de Aziatische kaart, waarop Indië afgebeeld staat, ,ook nog een Zuid-Amerikaansche kaart op te nemen. Uit een oogpunt van interna tionaal - poliit i'ekle veiligheid en intejrne rust kunnen gindsche staten met voor deel de vergelijking met menig ander werelddeel doorstaan. Trans moet op de gelegde grondslagen worden voortgebouwd van de gekweek te stemming geprofiteerd. Luid applaus volgde op de op pret tige wijze uitgesproken, vlotte en van geest tintelende rede van jhr. Van Karne heek. De kringvoorzitter, de heer Dekking, dankte hem voor de bereidwilligheid waarmee hij het werzoek van den N.JK. had aangenomen en voor de wijze, waar op hij zich van zijn beloften had gekwe ten. Ook tot Prins Bernhard richtte de hr. Dekking nog'maals hartelijke woorden van dank voor diens aanwezigheid. Naar de N. R, C. verneemt heeft de kabinetsformateur dr. Colijn gisteren zijn poging om, voor de portefeu'lles van Waterstaat en Buitenlandsche Za ken in een nieuw kabinet, twee ge gadigden van vrijzinnigen huize te vin den, die de principieele bezwaren van de tegenwoordige vrijzinnige ministers niet zouden deelen en dus als „vak-mi nisters" zouden kunnen worden geën gageerd, voortgezet. De heer Colijn heeft zich daartoe gewend tot de heeren mr. J, A. N. Pa- tijn, H. M.'s gezant te Brussel, die in Den Haag vertoefde, en ir. J. Black- stone, oud-directeur B.O.W, in Ned.- Indië en voorzitter van het bestuur der dezer dagen opgerichte stichting Na tionaal Luchtvaart-laboratorium. Beide heeren hebben echter aan de uitnoodiging van den formateur om hen ter benoeming aan Hare Majesteit te mogen voordragen, geen gevolg gege ven. De indruk in politieke kringen is, dat de poging van dr. Colijn steeds minder kans van slagen biedt en daarmede ook de Rans, dat hij zijn in beraad gehou den opdracht tot vorming van een ka binet niet zal aanvaarden, steeds groo- ter wordt. Ook de heer Patijn zou nog door H.M. de Koningin in gehoor worden ontvangen. (Ingez. Med.) Verwachting tot morgenavond: DE BILDT: Zwakke tot matige wind uit Z. richtingen, half tot zwaar bewolkt, kans op regen- of onweersbuien, iets warmer. UKKEL: Matige of zwakke wind uit verscheidene richtingen, over het alge meen bewolkte hemel en onweerachtig, plaatselijk onweer, bij tusschenpoozen vrij schoon weer, het nachtelijk minimum zal ongeveer 7 graden bedragen. o Za. 19 Juni. Zon op: 4 h 39; onder: 21 h 23. Licht op: 21 h 53. Maan op: 17 h 24; onder: 1 h 4,2 Zo, 20 Juni. Zon op: 4 h 34; onder: 21 h 23. Licht op: 21 h 53. Maan op: 18 h 27; onder: 2 h 08. V.M. 23 Juni. Hoog- en Laagwatei te Vlissingen: Juni. Hoogwater. Laagwater. Za. 19 11.20 23.40 5.10 17.29 Zo. 20 12.15 24.32 6.07 18.27 Ma. 21 13.02 6.59 19.18 Hoog- en Laagwater te Wemeldingef Juni. Hoogwater. Laagwater. Za. 19 12.53 6.05 18.38 Zo. 20 1.18 13.56 7.05 19.36 Ma. 21 2.15 14.48 7.58 20.26 Westkapelle is 28 min. en Domburg 23 min. vroeger; Veere 38 min. later (S springtij). Hofbericht, Het ligt in het voornemen van H. M. de Koningin om a.s. Dinsdag 22 dezer „De Ruigenhoek" te betrekken voor een zomervacantie-verblijf van een zes tal weken. V Koninklijke Nederlandsche Jaarbeurs. Naar aanleiding van het in de pers verschenen bericht, dat er gegronde verwachtingen bestaan om aan te ne men, dat Z. K. H. Prins Bernhard de eerstvolgende Jaarbeurs zal openen, deelt de Raad van Beheer der Ko ninklijke Nederlandsche Jaarbeurs me de, dat het Jaarbeursbestuur dit bericht niet kan bevestigen. Zooals bekend ver ondersteld mag worden, is het de ge woonte om de opening van de Jaarbeur zen zonder eenig ceremonieel te doen plaats vinden en het ligt niet in de be doeling voor de komende najaarsbeurs hierin verandering te brengen. Onderscheiding voor de roos „Prins Bernhard," De firma Van Rossem N.V. te Naar- den ontving van den prefect van de Seine te Parijs bericht, dat aan de roos „Prins Bernhard", welke in de kweekerijen dezer firma te Naarden werd gewonnen, de hoogste onder scheiding nl. de gouden medaille :s ver leend bij het Concours de Bagatelle, dat 16 dezer plaats h,ad. Voor dit concours worden alle be langrijke nieuwe rozen van de gehee- le wereld gedurende twee jaren be oordeeld door een internationale ju ry, waarin bekende rozenkweekers uit alle werelddeelen zitting hebben. De gouden „medaille de Bagatelle" is d,an ook de hoogste internationale onderscheiding, welke aan een nieuwe roos kan verleend worden en is het zeer verheugdend, dat deze eer te beurt is gevallen aan een Nederlandsch product, dat de naam Prins Bernhard draagt.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 1