Voor kleine tuinen. ZU1D-BEVELMB. TH0LEN. ZEEUWSCH-VLAANDEREN W.B. ZEEUWSCH-VLAANDEREH O.D. NATI0NAAL-S0CIALISTISCHE PROPAGANDA IN EUPEjN-MALMéDY. PERSKR0NIEK. EEN KIJKJE OP DE WERELDTENTOONSTELLING. 7.50 per jaar bedraagt. Tevens werd de verzekerde waarde van het brand spuithuis van 1000 op 1500, ge bracht. Besloten werd met C. J. Koppejan te onderhandelen betreffende het huren van een gedeelte van zijn perceel grond gelegen achter het brandspuithuis, ten einde aldaar slangen te drogen en brandkranen; te plaatsen. De jaarlijksche huur zou 10 bedragen. Aan den heer W. Wisse te Welzinge zal 5 m3 grint jaarlijks worden beschikbaar gesteld, onder voorwaarde dat hij het grint van de Kade te Oost-Souburg afhaalt. Bij de rondvraag informeerde de heer D e P a g t e r, of de brandspuit voor- loopig nog in de schuur van den heer Tange wordt geplaatst, zooals oorspron kelijk was besloten. De v o o r z zeide, dat men eerst de verbouwing van het brandspuithuis afwachti. welke binnen enkele weken voltooid zal zijn. De heer O s t vroeg, of het niet ge- wenscht is, dat de heeren Bierman en Visscher eerst eens over de brandweer organisatie komen spreken. De v o o r z. antwoordde, dat bij de proefspuiting men toch hulp van leerlin gen van de ambachtsschool te Middel burg heeft, waarna tot definitieve reor ganisatie van de brandweer kan wor den overgegaan. De heer Louwerse informeerde welke werkzaamheden aan den kerk toren plaats vinden. De v o o r z. ant woordde, dat het ijzerwerk van de klok is doorgeroest en een der binten was verschoven. De heer Luteijn heeft de zaak geheel in orde gebracht. De Commissaris der Koningin be zoekt Maandag 21 Juni a.s. de gemeen ten Kattendijke, Wemeldinge, Kapelle, Baarland en Ovezande. HANSWEERT. De marechaussee H. H. van Leeuwen, van de brigade Willem stad, is met ingang van 14 Juni a s. over geplaatst naar de brigade alhier. HANSWEERT. Het Belgische sleep- schip „Poseidon I" is op het kanaal in aanvaring gekomen met de spoorbrug en heeft hierban schade toegebracht. Nadat tegen den schipper proces ver baal was opgemaakt en hij zekerheid had gesteld voor de toegebrachte scha de heeft het schip de reis naar Antwer pen voortgezet. De Duitsche goederenboot „Bade- nia 18" is tegen de sluisdeur gevaren en heeft hieraan schade toegebracht. Na borgstelling kon het schip de reis voort zetten. De heer Moelker jubileert. THOLEN. Heden herdenkt de heer W. Moelker, lid der Prov. St., wonende alhier, 't feit dat hij vóór 25 jaar were benoemd tot lid van het bestuur der Visscherijen op de Zeeuwsche stroomen. De adviezen van den heer Moelker, wel ke als bekend oesterkweeker deskundi ge is, worden in het bestuur zeer ge waardeerd. In de afgeloopen 25 jaar heeft hij veel nuttig werk verricht in het belang der visscherij. SLUIS. De opbrengst van den verkoop van het reclasseeringsbloempje bracht alhier op de som van 17. Paard door den bliksem gedood. Tijdens het hevig onweer, dat bo ven onze gemeente woedde, werd in de weide een der beste merries van den landbouwer C. Maenhoudt door het he melvuur gedood. Donderdag werd in het gebouw „Luctor" een vergadering gehouden van de afdeeling Sluis van het Groene Kruis, onder presidium van den voorloopig ge kozen voorzitter J. de Clerck. Slechts 24 leden waren opgekomen. Thans werd een definitief bestuur samengesteld uit de heeren Joh. de Clerck voorzitter; S. A. van Hal secretaris; J. G. Fremouw penningmeester; J. C. du Fossé en Adr. de Bruijne-Verhage leden. Door het thans gekozen bestuur werd voorgesteld om eerlang een propaganda-avond te beleggen, waarop dan een film, betrek king hebbende op het Groene Kruis, zal worden vertoond. Verder werden de statuten van het huishoudelijk reglement vastgesteld. Bliksem ingeslagen. ZUIDDORPE. Gisternacht sloeg de bliksem in de landbouwschuur van den heer Henry Coone, wonende Oudenpol der, gemeente Zuiddorpe. Bij gebrek aan water werd het gebouw geheel een prooi der vlammen. Twee varkens wer den gered en het overig vee liep in de weide. j Pt. ,?^enaar was zoodanig van streek, dat hij bewusteloos viel en geneeskun dige hulp moest worden ingeroepen. Oude man vermist. Sedert Zondag 6 Juni is alhier de 72-jarige AJesoyrens, die 's middags als gewoonlijk uit wandelen ging, niet teruggekeerd Men denkt aan een on geluk. In alle richtingen is tevergeefs gezocht. (Va-n onzen correspondent). Brussel, 9 Juni 1937. De anti-Belgische propaganda welke in het gebied Eu^en-Malmédy-St.-Vit- hus, dat bij den vrede van Versailles door België werd geannexeerd, van Duitsche zijde wordt gevoerd is een vraagstuk dat de Belgische autoriteiten steeds heeft bezig gehouden en dat nu weer de aandacht schijnt te moeten vragen. Duitschland heeft de hoop niet opgeven, dat dit gebied in een nabije of verwij derde toekomst bij het Rijk zal terug- keeren. Men weet dat het probleem in ternationaal niet is gesteld, alhoewel 't volgens de Duitsche regeering deel uit maakt van het vraagstuk der buiten de rijksgrenzen levende Rijks-Duitschers. Het komt er voor Berlijn op aan, een toestand van agitatie te onderhouden in het gebied, op de bevolking een invloed uit te oefenen, het onmogelijk te maken dat een zekere assimilatie plaats heeft. Aan Vlaamsche zijde staat men zeer ob jectief tegenover ce nieuwe Belgen van Eupen-Malmédy, maar hoe men de zaak ook opvat, het is een feit dat de door België nagestreefde assimilatie wordt gediend door de algemeene omstandig heden. De gebeurtenissen in Duitschland sedert 1918 hebben aan de bevolking van het geannexeerde gebied een gevoel gegeven van veiligheid, dat kan men best begrijpen. Bovendien is de mate- rieele welvaart van de districten sterk vooruit gegaan. De politiek van de Bel gische regeering is daarop gericht en onlangs werden nog statistieken gepu bliceerd van de gelden, die in de spaar kassen van Eupen-Malmédy-Sti -Vithus werden gedeponeerd, welke statistieken zeer kenschetsend zijn. Er gelden in het gebied geen uitzonderingsmaatregelen meer sedert vele jaren. Doch de voor naamste moeilijkheden in verband met de assimilatie is de taal. In de districten Eupen en St.-Vithus wordt uitsluitend Duitsch gesproken. Te Malmédy prent bijna iedereen Fransch, doch'in de om liggende gemeenten is het ook Duitsch dat veelal wordt gesproken. De Vlamin gen beseffen maar al te wel, wat dit voor de bevolking beteekent, want de distric ten behooren administratief tot de Waalsche provincie Luik en de recht bank, die de zaken van het geannexeer de gebied heeft te vonnissen is die van Verviers. Men heeft door ervaring ge leerd en er wordt naar gestreefd, de Duitsch-sprekende Belgen te gemoet te komen, doch dit is nog niet van dien aard, dat de bevolking, voor zoover zij geen Ffansch kent, tevreden kan zijn. Er verschijnt een dagblad te Eupen, de „Grenz-Echo", die de Belgische idee dient, doch daarnaast verschijnen een heel aantal organen die de gedacht van heti Duitsche vaderland blijven versprei den. Voor Hitier aan het bewind kwam was de Duitsche propaganda zeer fel Men herinnert zich de opeenvolgende verkiezingen, die evenwel tot geen sue cessen voor de Duitschgezinde partij hebben g'eleid. Het heeft langen tijd ge duurd vooraleer te Brussel maatrege len werden beraamd om de propaganda te bestrijden, Toen het wat al te bont werd gemaakt heeft het parlement een wet goedgekeurd waarbij het mogelijk werd gemaakt dat de Belgische nationa liteit wordt ontnomen aan personen, van wie te bewijzen is, dat zij in dienst staan van de Duitsche agitatie. Enkele proces sen hebben reeds plaats gehad en de „gedenationaliseerden" worden dan ver plicht naar de andere zijde van de grens te verhuizen. Dat is een radicale oplos sing. Alles wijst er op, dat vermoedelijk de wet weldra nog meer toepassing zal vinden. Men is in de gewesten bijzonder waakzaam geworden, mede naar aanlei ding van de opeenvolgende spionnage- gevallen die zich hebben voorgedaan en waarin telkens bleek, dat nieuwe Belgen de hoofdrol speelden. Vóór Hitler was de Duitsche propaganda eenigszins ge- camoefleerd in de tien jaar geleden ge stichte „Heimatbund" die de leiding had, die kostelooze reizen naar Duitsch land organiseerde, die de jeugd haar ver lof niet doorbrengen in Duitschland, die de cultureele propaganda, welke van de politieke echter niet is te scheiden, in de kleinste gemeenten organiseerde. De leiding van deze propaganda berustte te Aken en te Keulen. Met de verandering van regiem in Duitschland hebben ech ter tal van Duitschers in België hun heil gevonden, in Eupen-Malmédy Hun agenten in het g'ebied hebben zich niet dadelijk aan de nieuwe toestanden over de grens kunnen aanpassen en er is dan een zekere rustpoos ingetreden, welke nu evenwel heeft plaats gemaakt voor een nieuwe agitatie, volgens nieuwe be grippen, in den geest van het nationaal- socialisme. Er werden enkele clubs voor zeilvlie gen gesticht, nadien aangevuld door „Jugend-Wandergruppen" wier bedrij vigheid op Duitsche propaganda is in gericht. De gendarmerie deed een inval in een vergaderlokaal, bij een bijeen komst en vond er den Duitschen politie- ken bijbel „Mein Kampf" op tafel lig gen, die aan de aanwezigen werd ge- commenteerd. Men ziet af en! toe ook hakenkruisvlaggen voor den dag komen en tezelfdertijd worden af en toe ook Belgische vlaggen afgerukt. De gendar merie heeft twee zoogenaamde zeilvlie- gers, die zich aan dit feit hebben schul dig gemaakt, kunnen arresteeren, Wie Eupen bezoekt kan af en toe de genoem de jeugdgroepen door de straten zien trekken in formaties die op treffende wijze herinneren aan de Hitier-Jugend Aan het hoofd wordt een roode vlag ge dragen, zonder hakenkruis, maar die nog slechts dat symbool noodig heeft om een Hitleriaansche vlag te zijn. Men ziet ook een heel aantal jonge lieden in „feld- grau", met hooge laarzen, zooals de S.A. in het Rijk. De Christliche Volkspartei heeft plats gemaakt voor het Heimat- treue Front, dat het er op aanlegt toe stonden te scheppen, die heelemaal be antwoorden aan die van het Derde Rijk. Intimidatie is hierbij een welkom middel, bedreiging van uit de volksgemeenschap te worden gesloten door stelselmatige boycot. Ellke vereeniging die is gesticht tot de kleinste voetbalclub in een dorp is op deze actie ingesteld. Het voor naamste middel is een geest van onrust te onderhouden, van onzekerheid over de toekomst. Er gaan stemmen op in de Fransch schrijvende pers om tegen deze agitatie op te treden, doch het is te verwachten dat daar tegen niet veel is te beginnen. Dit beteekent dat het vraagstuk steeds een stekelige quaestie blijven zal voor het land, waarbij vooral deze overweging oprijst dat België er ongetwijfeld is in geslaagd een stemming van symphatie te doen ontstaan ten gevolge van den welstand die de bevolking heeft ver kregen. Dat is al niet gering en het dient gezegd dat in de mate dat de regeeiing er ook zal in slag'en het gevoel van bestendigheid wat betreft den toestand van het geannexeerde gebied vast te ankeren in het gemoed van de bevol king ook in die mate de actie van de Duitsche propagandisten vruchteloos zal zijn. DE FEESTEN TE AMSTERDAM EN DE VERKIEZINGSUITSLAG. Het Volk (s.-d.) wijst op de har telijkheid, waarmee de Koningin, de Prinses en Prins Bernhard te Amster dam zijn ingehaald. „Vergeleken bij vorige jaren had de hartelijkheid dier ontvangst een vorm en inhoud, die boven plichtmatigheid en boven de beperking tot de geestdrift van „oranjeklanten" uitgingen. Wie bij den intocht in Amsterdam der ko ninklijke familie zijn oor te luisteren legde en zijn oogen de kost gaf, hij ontdekte in de dit keer méér dan plicht matige hartelijkheid der begroeting een stemming van bevrijding, een stemming van vreugde om eindelijk herwonnen volkseenheid. Stemmingen laten zich moeilijk we tenschappelijk determineeren, wel ech ter laten zij zich met meer dan weten schappelijke stelligheid aanvoelen. Wie de stemming tijdens den eersten dag van de koninklijke aanwezigheid te Amster dam aanvoelde, ontwaarde daarin een voortzetting van het blij besef, dat Ne derland bezielde, toen, de dag na. de verkiezingen, het resultaat dier volks uitspraak neer bleek te zijn gekomen op een beslist uitbannen van on-Neder- landsch dictatuur-streven), Stemming van bevrijding maakte zich toen van ieder meester, die stemming van bevre- ding herleefde thans. Tot vreugde over herwonnen volks eenheid dijt dat gevóél- van bevrijding uit. Verstomd is voorgoed het gejoel dergenen, ;die meenden dat huldiging van het vorstenhuis gepaard diende te gaan met verdoeming van dat machtig deel des volks, dat zich trotsch arbei dersklasse voelt. En op haar beurt voelt die arbeidersklasse zich steeds minder geneigd om afzijdig te blijven als 't geldt om in 't staatshoofd de samenbundelen de representatie van een democratie te eeren, die geen harer samenstellende deelen minder dan de andere acht. StenRming ivan bevrijding, stemming van vreugde om eindelijk herwonnen volkseenheid, zij kenmerkten den dag der koninklijke ontvangst. De tijd blijkt gelukkig voorbij, dat wie dan ook er prijs op zou stellen zoodanige stem ming te verstoren. Tot definitieve ver nietiging gedoemd is sinds de 26e Mei de kleine geroep dergenen, die tegen volk en arbeidersklasse in, uitsluitend voor zich het privilege van waar Neder landerschap hoovaardig meenden te mogen opeischen. In belachelijkheid on dergegaan is de dwaze zotternij van wie, beweerden, dat zij uitverkoren wa ren om het Huis van Oranje voor ver beelde aanranders te redden. Tegenover die hoova^rdij en lach wekkendheid bleek op de 26e Mei in, democratisch Nederland in al zijn geledingen voldoende besjef van volkseenheid-boven-politieke-verdeeld- heid aanwezig. Dat besef zocht gisteren te Amsterdam tijdens de begroeting vooral van de twee jonge leden van het vorstenhuis uiting in een spontaan-fees- telijk gebaar van hoffelijkheid jegens hooger-geplaatsten. Nogmaals.' deze dingen laten zich niet wetenschappelijk determineeren, doch wel met meer dan alleen maar weten schappelijke zuiverheid aanvoelen. Wie gisteren dat laatste deed, hij behield zich uiteraard met beslistheid zijn poli tieke, sociale, economische, en in ons geval: zijn socialistische overtuiging voor, maar daarnaast en daarboven uit wist hij zich dankbaar een wijle een met een volk, dat door zijn kinderen zijn diepste zielsovertuiging liet uitzingen, toen over de Dam de oude woorden klonken: „O Nederland, let op u saeck De tyt en stond is daer, Opdat nu in den hoeck niet raeck, U vryheit, die voorwaar U ouders hebben duur gekocht." Drukke en drukkende dagen. (Van een b ij zonderen correspondent). Parijs, 7 Juni 1937. Het zijn drukke en drukkende dagen die P.arijs thans beleeft. Druk vanwege de wereldtentoonstelling en drukkend omdat de warmte loodzwaar over de Fransche hoofdstad hangt. Ondanks alle onweersvoorspellingen leven we hier nu. al dagen aaneen onder een temperatuur van bij de negentig gra den in de schaduw en zelfs de Par'j- zenaars, die toch wat gewend zijn en vooral wat de vrouwen betreft er den slag van hebben zich naar de weersgesteldheid te kleeden, wordt dit een beetje te bar. Het bezoek aan de wereldtentoon stelling heeft evenwel n:et onder de warmte te lijden. Integendeel het be zoekerstal gaat de laatste dagen met sprongen omhoog. Gisteren, de tweede Zondag van de tentoonstelling, was de toeloop zoo groot, dat in verschei dene paviljoens maatregelen moesten worden getroffen om het bezoek in goede banen te leiden. Meer dan hon derdduizend menschen op één m'ddag is geen kleinigheid! Daarom werkt men ook figuurlijk, onder hoogen druk aan de toegangspoorten. De thans bestaan de kunnen al die massa's bezoekers on mogelijk verzwelgen en men verwacht de komende dagen nog veel meer pu bliek, We hebben den indruk, dat er z.oo onder de hand goede zaken worden gedaan. Zeker is zulks het geval met de exploitanten van verfrisschingsge- legenheden, met de ijsventers en met de verkoopers van.... zonnebrillen. Die laatstgenoemden vallen ietwat uit het kader der tentoonstelling, die 'm- mers kunst willen brengen. Nuttig zijn ze stellig, maar ze staan afschuwelijk Gemakkelijk is het niet een overzicht te krijgen van deze wereldtentoonstel ling. Daar :'s ze ten eenenmale te uit gebreid voor en nog te weinig af. Men kan moeilijk een vergelijking bij voorbeeld met de Brusselsche exposi tion maken, als van de grootheden er nog zoovele ontbreken. Ons is bo- vend en opgevallen, dat de deelnemers aan de Parijsche tentoonstelling op verschillend standpunt staan, wat het doel er van betreft. Er zijn landen, en daartoe behooren bijna alle kleinere mogendheden, die zich strikt aan den oorspronkelijken opzet hebben ge.hou- den en eenvoudig toonen wat men aan al wat schoon en nuttig is heeft aan te b eden. Er zijn andere landen, welke zich in de eerste plaats geroepen heb ben gevoeld propaganda te maken voor een bepaald staatsstelsel. Tot die lan den behooren zoowel Rusland als Duitschland en Italië. Een van de monumentaalste pavil joens op deze tentoonstelling is het Russische. Het gebouw wordt be kroond door een beeldengroep. Een man en een vrouw, die, den sikkel en den hamer boven hun hoofd geheven, naar een nieuwe toekomst opgaan. Deze vier-, vijfmaal levensgroote beelden, waarvan ongetwijfeld een zekere sug gestie uitgaat, zijn al dadelijk als sym bool bedoeld. En als men het paviljoen binnengaat is er ook niets, dat niet van de zegeningen in het nieuwe Russische rijk getuigt. Kunst en techniek zijn, zoo niet ondergeschikt, dan toch dienstbaar gemaakt aan de idee van het communis me. Reusachtige beelden van Stalin en Lenin zijn er opgesteld: men vindt er boeken en brochures in grooten getale, die den roem van het rijk der Sovjets verkonden. Vlak tegenover het Russische pavil joen is dat van Duitschland gelegen. Dat moest en zou natuurlijk geen haar min der zijn. En, het. moet worden erkend, het bouwwerk van de Duitschers doet voor dat van de Russen niet onder. Ook hier marmer en mozaïek, geweldige ruimten en een hoogte om van te duize len, Met fier uitgeslagen vleugels staat op den trans de Duitsche adelaar. In het Duitsche paviljoen wordt in vele toonaarden den lof gezongen van het nationaal-socialisme. Men doet hier min der aan persoonsvereering, doch zoo mogelijk nog meer aan de propaganda. Een goed gekozen vorm daarvoor is de film. Middag aan middag worden in het paviljoen van het Derde Rijk films ver toond, welke voorstellingen voor een ieder gratis toegankelijk zijn. „Hofkon- zert", „Der Herrscher" en „Flüchtlinge" heeft men hier al kunnen zien. Op die wijze wordt meteen een goede reclame gemaakt voor de Duitsche film industrie en het Fransche volk, hoe wei nig pro-Duitsch ook in het algemeen, is niet ongevoelig voor de verdiensten van deze filmkunst. Der Dritte im Bunde is Italië. Het Italiaansche gebouw is van buiten min der sterk opvallend dan de beide eerst genoemde. Van binnen is het echter nog imposanter. Alleen reeds de „salie d'hon- neur", met de bronzen bustes van den koning en den duce, is voldoende om een onuitwischbaren indruk te maken. „La vie politique est completée en Ita lië par un renouveau de vie intellectu- elle", leest men op een der wanden van de hall. En zaal na zaal, vele in Romein- schen stijl met zuilen en gaanderijen is gewijd aan de kunst en de techniek van het Italië onder het fascistisch regiem. Van de eenigerlei wijze kwetsende voor stellingen of schimscheuten op landen met andere regeeringsvormen is geluk kig geen sprake. Men kan de dingen be- oordeelen zoo men wil, maar van een onwaardige critiek in het tentoongestel de op andere systemen kan men geen van de drie landen beschuldigen. En tot dusver is er geen enkele reden om te vreezen, dat deze zoo dicht bij elkaar gelegen paviljoens elkander niet zouden verdragen. In de uiteraard minder indrukwekken de paviljoens van de kleinere landen is weinig nadruk gelegd op het staatsstel sel en veel meer aandacht gewijd aan de prestaties van den staat als zoodanig. België, dat uitstekend voor den dag komt, is een van de mogendheden, die een scherpe leiding wenschen te leggen tusschen de kunst en de techniek en de politiek. En die opvatting huldigen ook Noorwegen, Zwitserland, Nederland, kortom haast alle andere hier vertegen woordigde kleinere landen. Ieder land heeft gezocht naar dat gene, „wat het meest typeerend was. In België zijn het de Brusselsche en ande re kanten, de diamanten, de kelken en kommen van kristal. Noorwegen is het land van ski's en sneeuwschoenen, Zwit serland van de uurwerken en de berg- Isport, Nederland van het verkeer in vele vormen, van de brugg'en en de be maling. En de K.L.M. met haar kranige piloten er zijn in de desbetreffende afdeeling van ons paviljoen portretten van Duimelaar. Geijsendorffer, van Both en Frijns, van Tepas, Sillevis, Baa'k en Scholte opgehangen kent hier iedereen. Voor onzen bruggenbouw, voor de droogmaking van de Zuiderzee, voor onze scheepvaart, heeft men be wondering. Het kan geen kwaad, dat de wereld ook eens weet, dat het kleine Nederland over een van de meest ge- perfectionneerde post-, telefoon- en te legraafdiensten beschikt, goede spoor wegen bezit en zijn koloniën weet te be- heeren. We hebben het een dezer dagen meegemaakt, dat Franschen met verba zing vroegen of dat het kleine Holland was. In tegenstelling met Noorwegen en tal van andere landen, is de kunst met name de schilderkunst er bij ons een beetje bekaaid afgekomen. De tech niek prevaleert wel in bizondere mate. Misschien zal ook in het land van Rem brandt voor de kunst het „je maintien- drai" nog eens gelden. En zoo leven we hier dan tusschen congressen en reünies, openingsplechtig heden van nieuwe paviljoens Portu gal, Oostenrijk en Egypte zijn deze week aan de beurt sportevenementen en officieele bezoeken. De Fransche hoofdstad heeft gisteren Prins Willem van Zweden, die het Zweedsche paviljoen kwam openen, maar gereed is het nog niet mogen begroeten; de president van Frankrijk, Albert Lebrun, zal deze week zijn twee de officieele bezoek aan de tentoonstel ling, en in het bijzonder aan de bloe- menexpositie in het Grand Palais, bren gen. Men heeft vandaag de schitterende decoratie van den Pont d'Alexandre in gewijd, het paviljoen der Fransche po litie geopend, het park van de attrac ties, een centrum des modernen ver- maaks, in gebruik genomen. Kortom de dagen zijn druk. En dat ze drukkend zijn nemen de Parijzenaars, met of zonder de befaamde esprit, op den koop toe. Hetgeen, daarvan raakt men hier in Pa rijs steeds meer overtuigd, een goede methode is om het minste last van de warmte te hebben. T. O. De vijanden onzer tuinen. Zoodra in het voorjaar de natuur is ontwaakt zijn ook alras de vijanden van de planten actief en al spoedig merken we de gevolgen aan jonge bladeren en knoppen. In tal van boomen en heesters, o.a. in Meidoorns, vogelkers, eiken, sierkersen, sierappel, ook in diverse fruitboomsoor ten, zien we nu vaak spinselnesten waarin jonge rupsjes den nacht door brengen, en vanwaaruit ze overdag hun strooptochten doo% !het pas onltlpken groen ondernemen. Het afknippen en verbranden dezer nesten is t eerste werk van den waakzamen tuinier. Dit moet men des avonds of vroeg in den ochtend doen om zooveel mogelijk alle rupsjes te kunnen vernietigen. In rozen, sneeuwballen, pruimsoorten en tal van andere heesters, boomen en kruidachti ge „iplanten ondervinden we jaarlijks grooten hinder van bladluizen. Door een bespuiting met een zeep-spiritus oplossing, waarvoor 2 kg groene zeep en 1 1. brandspiritus op 100 1. water ge bruikt wordt, kunnen we deze afdoende bestrijden. Door toevoeging van 1 ons salicylzuur aan dit mengsel bestrijden we tevens het „wit" in de rozen. Een ander eenvoudig bestrijdingsmiddel te gen bladluizen is een bespuiting met een aftreksel van tabak. Ook kan men tabakstof gebruiken dat over de plan ten wordt gestrooid. Veel jonge plantjes worden het slachtoffer van aardvlooien. Zeer regelmatig sproeien en gieten is

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 7