Voor kleine tuinen.
ZU1D-BEVELMB.
TH0LEN.
ZEEUWSCH-VLAANDEREN W.B.
ZEEUWSCH-VLAANDEREH O.D.
NATI0NAAL-S0CIALISTISCHE
PROPAGANDA
IN EUPEjN-MALMéDY.
PERSKR0NIEK.
EEN KIJKJE OP DE
WERELDTENTOONSTELLING.
7.50 per jaar bedraagt. Tevens werd
de verzekerde waarde van het brand
spuithuis van 1000 op 1500, ge
bracht.
Besloten werd met C. J. Koppejan te
onderhandelen betreffende het huren
van een gedeelte van zijn perceel grond
gelegen achter het brandspuithuis, ten
einde aldaar slangen te drogen en
brandkranen; te plaatsen. De jaarlijksche
huur zou 10 bedragen. Aan den heer
W. Wisse te Welzinge zal 5 m3 grint
jaarlijks worden beschikbaar gesteld,
onder voorwaarde dat hij het grint van
de Kade te Oost-Souburg afhaalt.
Bij de rondvraag informeerde de heer
D e P a g t e r, of de brandspuit voor-
loopig nog in de schuur van den heer
Tange wordt geplaatst, zooals oorspron
kelijk was besloten. De v o o r z zeide,
dat men eerst de verbouwing van het
brandspuithuis afwachti. welke binnen
enkele weken voltooid zal zijn.
De heer O s t vroeg, of het niet ge-
wenscht is, dat de heeren Bierman en
Visscher eerst eens over de brandweer
organisatie komen spreken.
De v o o r z. antwoordde, dat bij de
proefspuiting men toch hulp van leerlin
gen van de ambachtsschool te Middel
burg heeft, waarna tot definitieve reor
ganisatie van de brandweer kan wor
den overgegaan.
De heer Louwerse informeerde
welke werkzaamheden aan den kerk
toren plaats vinden. De v o o r z. ant
woordde, dat het ijzerwerk van de klok
is doorgeroest en een der binten was
verschoven. De heer Luteijn heeft de
zaak geheel in orde gebracht.
De Commissaris der Koningin be
zoekt Maandag 21 Juni a.s. de gemeen
ten Kattendijke, Wemeldinge, Kapelle,
Baarland en Ovezande.
HANSWEERT. De marechaussee H.
H. van Leeuwen, van de brigade Willem
stad, is met ingang van 14 Juni a s. over
geplaatst naar de brigade alhier.
HANSWEERT. Het Belgische sleep-
schip „Poseidon I" is op het kanaal in
aanvaring gekomen met de spoorbrug
en heeft hierban schade toegebracht.
Nadat tegen den schipper proces ver
baal was opgemaakt en hij zekerheid
had gesteld voor de toegebrachte scha
de heeft het schip de reis naar Antwer
pen voortgezet.
De Duitsche goederenboot „Bade-
nia 18" is tegen de sluisdeur gevaren en
heeft hieraan schade toegebracht. Na
borgstelling kon het schip de reis voort
zetten.
De heer Moelker jubileert.
THOLEN. Heden herdenkt de heer
W. Moelker, lid der Prov. St., wonende
alhier, 't feit dat hij vóór 25 jaar were
benoemd tot lid van het bestuur der
Visscherijen op de Zeeuwsche stroomen.
De adviezen van den heer Moelker, wel
ke als bekend oesterkweeker deskundi
ge is, worden in het bestuur zeer ge
waardeerd. In de afgeloopen 25 jaar
heeft hij veel nuttig werk verricht in het
belang der visscherij.
SLUIS. De opbrengst van den verkoop
van het reclasseeringsbloempje bracht
alhier op de som van 17.
Paard door den bliksem gedood.
Tijdens het hevig onweer, dat bo
ven onze gemeente woedde, werd in de
weide een der beste merries van den
landbouwer C. Maenhoudt door het he
melvuur gedood.
Donderdag werd in het gebouw
„Luctor" een vergadering gehouden van
de afdeeling Sluis van het Groene Kruis,
onder presidium van den voorloopig ge
kozen voorzitter J. de Clerck. Slechts
24 leden waren opgekomen. Thans werd
een definitief bestuur samengesteld uit
de heeren Joh. de Clerck voorzitter; S.
A. van Hal secretaris; J. G. Fremouw
penningmeester; J. C. du Fossé en Adr.
de Bruijne-Verhage leden. Door het
thans gekozen bestuur werd voorgesteld
om eerlang een propaganda-avond te
beleggen, waarop dan een film, betrek
king hebbende op het Groene Kruis, zal
worden vertoond.
Verder werden de statuten van het
huishoudelijk reglement vastgesteld.
Bliksem ingeslagen.
ZUIDDORPE. Gisternacht sloeg de
bliksem in de landbouwschuur van den
heer Henry Coone, wonende Oudenpol
der, gemeente Zuiddorpe. Bij gebrek
aan water werd het gebouw geheel een
prooi der vlammen. Twee varkens wer
den gered en het overig vee liep in
de weide.
j Pt. ,?^enaar was zoodanig van streek,
dat hij bewusteloos viel en geneeskun
dige hulp moest worden ingeroepen.
Oude man vermist.
Sedert Zondag 6 Juni is alhier de
72-jarige AJesoyrens, die 's middags
als gewoonlijk uit wandelen ging, niet
teruggekeerd Men denkt aan een on
geluk. In alle richtingen is tevergeefs
gezocht.
(Va-n onzen correspondent).
Brussel, 9 Juni 1937.
De anti-Belgische propaganda welke
in het gebied Eu^en-Malmédy-St.-Vit-
hus, dat bij den vrede van Versailles door
België werd geannexeerd, van Duitsche
zijde wordt gevoerd is een vraagstuk
dat de Belgische autoriteiten steeds
heeft bezig gehouden en dat nu weer de
aandacht schijnt te moeten vragen.
Duitschland heeft de hoop niet opgeven,
dat dit gebied in een nabije of verwij
derde toekomst bij het Rijk zal terug-
keeren. Men weet dat het probleem in
ternationaal niet is gesteld, alhoewel 't
volgens de Duitsche regeering deel uit
maakt van het vraagstuk der buiten de
rijksgrenzen levende Rijks-Duitschers.
Het komt er voor Berlijn op aan, een
toestand van agitatie te onderhouden in
het gebied, op de bevolking een invloed
uit te oefenen, het onmogelijk te maken
dat een zekere assimilatie plaats heeft.
Aan Vlaamsche zijde staat men zeer ob
jectief tegenover ce nieuwe Belgen van
Eupen-Malmédy, maar hoe men de zaak
ook opvat, het is een feit dat de door
België nagestreefde assimilatie wordt
gediend door de algemeene omstandig
heden. De gebeurtenissen in Duitschland
sedert 1918 hebben aan de bevolking
van het geannexeerde gebied een gevoel
gegeven van veiligheid, dat kan men
best begrijpen. Bovendien is de mate-
rieele welvaart van de districten sterk
vooruit gegaan. De politiek van de Bel
gische regeering is daarop gericht en
onlangs werden nog statistieken gepu
bliceerd van de gelden, die in de spaar
kassen van Eupen-Malmédy-Sti -Vithus
werden gedeponeerd, welke statistieken
zeer kenschetsend zijn. Er gelden in het
gebied geen uitzonderingsmaatregelen
meer sedert vele jaren. Doch de voor
naamste moeilijkheden in verband met
de assimilatie is de taal. In de districten
Eupen en St.-Vithus wordt uitsluitend
Duitsch gesproken. Te Malmédy prent
bijna iedereen Fransch, doch'in de om
liggende gemeenten is het ook Duitsch
dat veelal wordt gesproken. De Vlamin
gen beseffen maar al te wel, wat dit voor
de bevolking beteekent, want de distric
ten behooren administratief tot de
Waalsche provincie Luik en de recht
bank, die de zaken van het geannexeer
de gebied heeft te vonnissen is die van
Verviers. Men heeft door ervaring ge
leerd en er wordt naar gestreefd, de
Duitsch-sprekende Belgen te gemoet te
komen, doch dit is nog niet van dien
aard, dat de bevolking, voor zoover zij
geen Ffansch kent, tevreden kan zijn.
Er verschijnt een dagblad te Eupen, de
„Grenz-Echo", die de Belgische idee
dient, doch daarnaast verschijnen een
heel aantal organen die de gedacht van
heti Duitsche vaderland blijven versprei
den. Voor Hitier aan het bewind kwam
was de Duitsche propaganda zeer fel
Men herinnert zich de opeenvolgende
verkiezingen, die evenwel tot geen sue
cessen voor de Duitschgezinde partij
hebben g'eleid. Het heeft langen tijd ge
duurd vooraleer te Brussel maatrege
len werden beraamd om de propaganda
te bestrijden, Toen het wat al te bont
werd gemaakt heeft het parlement een
wet goedgekeurd waarbij het mogelijk
werd gemaakt dat de Belgische nationa
liteit wordt ontnomen aan personen, van
wie te bewijzen is, dat zij in dienst staan
van de Duitsche agitatie. Enkele proces
sen hebben reeds plaats gehad en de
„gedenationaliseerden" worden dan ver
plicht naar de andere zijde van de grens
te verhuizen. Dat is een radicale oplos
sing. Alles wijst er op, dat vermoedelijk
de wet weldra nog meer toepassing zal
vinden. Men is in de gewesten bijzonder
waakzaam geworden, mede naar aanlei
ding van de opeenvolgende spionnage-
gevallen die zich hebben voorgedaan en
waarin telkens bleek, dat nieuwe Belgen
de hoofdrol speelden. Vóór Hitler was
de Duitsche propaganda eenigszins ge-
camoefleerd in de tien jaar geleden ge
stichte „Heimatbund" die de leiding
had, die kostelooze reizen naar Duitsch
land organiseerde, die de jeugd haar ver
lof niet doorbrengen in Duitschland, die
de cultureele propaganda, welke van de
politieke echter niet is te scheiden, in de
kleinste gemeenten organiseerde. De
leiding van deze propaganda berustte te
Aken en te Keulen. Met de verandering
van regiem in Duitschland hebben ech
ter tal van Duitschers in België hun heil
gevonden, in Eupen-Malmédy Hun
agenten in het g'ebied hebben zich niet
dadelijk aan de nieuwe toestanden over
de grens kunnen aanpassen en er is dan
een zekere rustpoos ingetreden, welke
nu evenwel heeft plaats gemaakt voor
een nieuwe agitatie, volgens nieuwe be
grippen, in den geest van het nationaal-
socialisme.
Er werden enkele clubs voor zeilvlie
gen gesticht, nadien aangevuld door
„Jugend-Wandergruppen" wier bedrij
vigheid op Duitsche propaganda is in
gericht. De gendarmerie deed een inval
in een vergaderlokaal, bij een bijeen
komst en vond er den Duitschen politie-
ken bijbel „Mein Kampf" op tafel lig
gen, die aan de aanwezigen werd ge-
commenteerd. Men ziet af en! toe ook
hakenkruisvlaggen voor den dag komen
en tezelfdertijd worden af en toe ook
Belgische vlaggen afgerukt. De gendar
merie heeft twee zoogenaamde zeilvlie-
gers, die zich aan dit feit hebben schul
dig gemaakt, kunnen arresteeren, Wie
Eupen bezoekt kan af en toe de genoem
de jeugdgroepen door de straten zien
trekken in formaties die op treffende
wijze herinneren aan de Hitier-Jugend
Aan het hoofd wordt een roode vlag ge
dragen, zonder hakenkruis, maar die nog
slechts dat symbool noodig heeft om een
Hitleriaansche vlag te zijn. Men ziet ook
een heel aantal jonge lieden in „feld-
grau", met hooge laarzen, zooals de S.A.
in het Rijk. De Christliche Volkspartei
heeft plats gemaakt voor het Heimat-
treue Front, dat het er op aanlegt toe
stonden te scheppen, die heelemaal be
antwoorden aan die van het Derde Rijk.
Intimidatie is hierbij een welkom middel,
bedreiging van uit de volksgemeenschap
te worden gesloten door stelselmatige
boycot. Ellke vereeniging die is gesticht
tot de kleinste voetbalclub in een dorp
is op deze actie ingesteld. Het voor
naamste middel is een geest van onrust
te onderhouden, van onzekerheid over
de toekomst.
Er gaan stemmen op in de Fransch
schrijvende pers om tegen deze agitatie
op te treden, doch het is te verwachten
dat daar tegen niet veel is te beginnen.
Dit beteekent dat het vraagstuk steeds
een stekelige quaestie blijven zal voor
het land, waarbij vooral deze overweging
oprijst dat België er ongetwijfeld is in
geslaagd een stemming van symphatie
te doen ontstaan ten gevolge van den
welstand die de bevolking heeft ver
kregen. Dat is al niet gering en het dient
gezegd dat in de mate dat de regeeiing
er ook zal in slag'en het gevoel van
bestendigheid wat betreft den toestand
van het geannexeerde gebied vast te
ankeren in het gemoed van de bevol
king ook in die mate de actie van de
Duitsche propagandisten vruchteloos
zal zijn.
DE FEESTEN TE AMSTERDAM EN
DE VERKIEZINGSUITSLAG.
Het Volk (s.-d.) wijst op de har
telijkheid, waarmee de Koningin, de
Prinses en Prins Bernhard te Amster
dam zijn ingehaald.
„Vergeleken bij vorige jaren had de
hartelijkheid dier ontvangst een vorm
en inhoud, die boven plichtmatigheid en
boven de beperking tot de geestdrift
van „oranjeklanten" uitgingen. Wie bij
den intocht in Amsterdam der ko
ninklijke familie zijn oor te luisteren
legde en zijn oogen de kost gaf, hij
ontdekte in de dit keer méér dan plicht
matige hartelijkheid der begroeting een
stemming van bevrijding, een stemming
van vreugde om eindelijk herwonnen
volkseenheid.
Stemmingen laten zich moeilijk we
tenschappelijk determineeren, wel ech
ter laten zij zich met meer dan weten
schappelijke stelligheid aanvoelen. Wie
de stemming tijdens den eersten dag van
de koninklijke aanwezigheid te Amster
dam aanvoelde, ontwaarde daarin een
voortzetting van het blij besef, dat Ne
derland bezielde, toen, de dag na. de
verkiezingen, het resultaat dier volks
uitspraak neer bleek te zijn gekomen
op een beslist uitbannen van on-Neder-
landsch dictatuur-streven), Stemming
van bevrijding maakte zich toen van
ieder meester, die stemming van bevre-
ding herleefde thans.
Tot vreugde over herwonnen volks
eenheid dijt dat gevóél- van bevrijding
uit. Verstomd is voorgoed het gejoel
dergenen, ;die meenden dat huldiging
van het vorstenhuis gepaard diende te
gaan met verdoeming van dat machtig
deel des volks, dat zich trotsch arbei
dersklasse voelt. En op haar beurt voelt
die arbeidersklasse zich steeds minder
geneigd om afzijdig te blijven als 't geldt
om in 't staatshoofd de samenbundelen
de representatie van een democratie te
eeren, die geen harer samenstellende
deelen minder dan de andere acht.
StenRming ivan bevrijding, stemming
van vreugde om eindelijk herwonnen
volkseenheid, zij kenmerkten den
dag der koninklijke ontvangst. De tijd
blijkt gelukkig voorbij, dat wie dan ook
er prijs op zou stellen zoodanige stem
ming te verstoren. Tot definitieve ver
nietiging gedoemd is sinds de 26e Mei
de kleine geroep dergenen, die tegen
volk en arbeidersklasse in, uitsluitend
voor zich het privilege van waar Neder
landerschap hoovaardig meenden te
mogen opeischen. In belachelijkheid on
dergegaan is de dwaze zotternij van
wie, beweerden, dat zij uitverkoren wa
ren om het Huis van Oranje voor ver
beelde aanranders te redden.
Tegenover die hoova^rdij en lach
wekkendheid bleek op de 26e Mei in,
democratisch Nederland in al zijn
geledingen voldoende besjef van
volkseenheid-boven-politieke-verdeeld-
heid aanwezig. Dat besef zocht gisteren
te Amsterdam tijdens de begroeting
vooral van de twee jonge leden van het
vorstenhuis uiting in een spontaan-fees-
telijk gebaar van hoffelijkheid jegens
hooger-geplaatsten.
Nogmaals.' deze dingen laten zich niet
wetenschappelijk determineeren, doch
wel met meer dan alleen maar weten
schappelijke zuiverheid aanvoelen. Wie
gisteren dat laatste deed, hij behield
zich uiteraard met beslistheid zijn poli
tieke, sociale, economische, en in ons
geval: zijn socialistische overtuiging
voor, maar daarnaast en daarboven uit
wist hij zich dankbaar een wijle een met
een volk, dat door zijn kinderen zijn
diepste zielsovertuiging liet uitzingen,
toen over de Dam de oude woorden
klonken:
„O Nederland, let op u saeck
De tyt en stond is daer,
Opdat nu in den hoeck niet raeck,
U vryheit, die voorwaar
U ouders hebben duur gekocht."
Drukke en drukkende dagen.
(Van een b ij zonderen
correspondent).
Parijs, 7 Juni 1937.
Het zijn drukke en drukkende dagen
die P.arijs thans beleeft. Druk vanwege
de wereldtentoonstelling en drukkend
omdat de warmte loodzwaar over de
Fransche hoofdstad hangt. Ondanks
alle onweersvoorspellingen leven we
hier nu. al dagen aaneen onder een
temperatuur van bij de negentig gra
den in de schaduw en zelfs de Par'j-
zenaars, die toch wat gewend zijn en
vooral wat de vrouwen betreft
er den slag van hebben zich naar de
weersgesteldheid te kleeden, wordt dit
een beetje te bar.
Het bezoek aan de wereldtentoon
stelling heeft evenwel n:et onder de
warmte te lijden. Integendeel het be
zoekerstal gaat de laatste dagen met
sprongen omhoog. Gisteren, de tweede
Zondag van de tentoonstelling, was
de toeloop zoo groot, dat in verschei
dene paviljoens maatregelen moesten
worden getroffen om het bezoek in
goede banen te leiden. Meer dan hon
derdduizend menschen op één m'ddag
is geen kleinigheid! Daarom werkt men
ook figuurlijk, onder hoogen druk aan
de toegangspoorten. De thans bestaan
de kunnen al die massa's bezoekers on
mogelijk verzwelgen en men verwacht
de komende dagen nog veel meer pu
bliek,
We hebben den indruk, dat er z.oo
onder de hand goede zaken worden
gedaan. Zeker is zulks het geval met
de exploitanten van verfrisschingsge-
legenheden, met de ijsventers en met
de verkoopers van.... zonnebrillen.
Die laatstgenoemden vallen ietwat uit
het kader der tentoonstelling, die 'm-
mers kunst willen brengen. Nuttig zijn
ze stellig, maar ze staan afschuwelijk
Gemakkelijk is het niet een overzicht
te krijgen van deze wereldtentoonstel
ling. Daar :'s ze ten eenenmale te uit
gebreid voor en nog te weinig af. Men
kan moeilijk een vergelijking bij
voorbeeld met de Brusselsche exposi
tion maken, als van de grootheden
er nog zoovele ontbreken. Ons is bo-
vend en opgevallen, dat de deelnemers
aan de Parijsche tentoonstelling op
verschillend standpunt staan, wat het
doel er van betreft. Er zijn landen, en
daartoe behooren bijna alle kleinere
mogendheden, die zich strikt aan den
oorspronkelijken opzet hebben ge.hou-
den en eenvoudig toonen wat men aan
al wat schoon en nuttig is heeft aan
te b eden. Er zijn andere landen, welke
zich in de eerste plaats geroepen heb
ben gevoeld propaganda te maken voor
een bepaald staatsstelsel. Tot die lan
den behooren zoowel Rusland als
Duitschland en Italië.
Een van de monumentaalste pavil
joens op deze tentoonstelling is het
Russische. Het gebouw wordt be
kroond door een beeldengroep. Een
man en een vrouw, die, den sikkel en
den hamer boven hun hoofd geheven,
naar een nieuwe toekomst opgaan. Deze
vier-, vijfmaal levensgroote beelden,
waarvan ongetwijfeld een zekere sug
gestie uitgaat, zijn al dadelijk als sym
bool bedoeld. En als men het paviljoen
binnengaat is er ook niets, dat niet van
de zegeningen in het nieuwe Russische
rijk getuigt. Kunst en techniek zijn, zoo
niet ondergeschikt, dan toch dienstbaar
gemaakt aan de idee van het communis
me. Reusachtige beelden van Stalin en
Lenin zijn er opgesteld: men vindt er
boeken en brochures in grooten getale,
die den roem van het rijk der Sovjets
verkonden.
Vlak tegenover het Russische pavil
joen is dat van Duitschland gelegen. Dat
moest en zou natuurlijk geen haar min
der zijn. En, het. moet worden erkend,
het bouwwerk van de Duitschers doet
voor dat van de Russen niet onder. Ook
hier marmer en mozaïek, geweldige
ruimten en een hoogte om van te duize
len, Met fier uitgeslagen vleugels staat
op den trans de Duitsche adelaar.
In het Duitsche paviljoen wordt in vele
toonaarden den lof gezongen van het
nationaal-socialisme. Men doet hier min
der aan persoonsvereering, doch zoo
mogelijk nog meer aan de propaganda.
Een goed gekozen vorm daarvoor is de
film. Middag aan middag worden in het
paviljoen van het Derde Rijk films ver
toond, welke voorstellingen voor een
ieder gratis toegankelijk zijn. „Hofkon-
zert", „Der Herrscher" en „Flüchtlinge"
heeft men hier al kunnen zien.
Op die wijze wordt meteen een goede
reclame gemaakt voor de Duitsche film
industrie en het Fransche volk, hoe wei
nig pro-Duitsch ook in het algemeen, is
niet ongevoelig voor de verdiensten van
deze filmkunst.
Der Dritte im Bunde is Italië. Het
Italiaansche gebouw is van buiten min
der sterk opvallend dan de beide eerst
genoemde. Van binnen is het echter nog
imposanter. Alleen reeds de „salie d'hon-
neur", met de bronzen bustes van den
koning en den duce, is voldoende om
een onuitwischbaren indruk te maken.
„La vie politique est completée en Ita
lië par un renouveau de vie intellectu-
elle", leest men op een der wanden van
de hall. En zaal na zaal, vele in Romein-
schen stijl met zuilen en gaanderijen is
gewijd aan de kunst en de techniek van
het Italië onder het fascistisch regiem.
Van de eenigerlei wijze kwetsende voor
stellingen of schimscheuten op landen
met andere regeeringsvormen is geluk
kig geen sprake. Men kan de dingen be-
oordeelen zoo men wil, maar van een
onwaardige critiek in het tentoongestel
de op andere systemen kan men geen
van de drie landen beschuldigen. En tot
dusver is er geen enkele reden om te
vreezen, dat deze zoo dicht bij elkaar
gelegen paviljoens elkander niet zouden
verdragen.
In de uiteraard minder indrukwekken
de paviljoens van de kleinere landen is
weinig nadruk gelegd op het staatsstel
sel en veel meer aandacht gewijd aan
de prestaties van den staat als zoodanig.
België, dat uitstekend voor den dag
komt, is een van de mogendheden, die
een scherpe leiding wenschen te leggen
tusschen de kunst en de techniek en de
politiek. En die opvatting huldigen ook
Noorwegen, Zwitserland, Nederland,
kortom haast alle andere hier vertegen
woordigde kleinere landen.
Ieder land heeft gezocht naar dat
gene, „wat het meest typeerend was. In
België zijn het de Brusselsche en ande
re kanten, de diamanten, de kelken en
kommen van kristal. Noorwegen is het
land van ski's en sneeuwschoenen, Zwit
serland van de uurwerken en de berg-
Isport, Nederland van het verkeer in
vele vormen, van de brugg'en en de be
maling. En de K.L.M. met haar kranige
piloten er zijn in de desbetreffende
afdeeling van ons paviljoen portretten
van Duimelaar. Geijsendorffer, van
Both en Frijns, van Tepas, Sillevis, Baa'k
en Scholte opgehangen kent hier
iedereen. Voor onzen bruggenbouw,
voor de droogmaking van de Zuiderzee,
voor onze scheepvaart, heeft men be
wondering. Het kan geen kwaad, dat de
wereld ook eens weet, dat het kleine
Nederland over een van de meest ge-
perfectionneerde post-, telefoon- en te
legraafdiensten beschikt, goede spoor
wegen bezit en zijn koloniën weet te be-
heeren. We hebben het een dezer dagen
meegemaakt, dat Franschen met verba
zing vroegen of dat het kleine Holland
was. In tegenstelling met Noorwegen en
tal van andere landen, is de kunst
met name de schilderkunst er bij ons
een beetje bekaaid afgekomen. De tech
niek prevaleert wel in bizondere mate.
Misschien zal ook in het land van Rem
brandt voor de kunst het „je maintien-
drai" nog eens gelden.
En zoo leven we hier dan tusschen
congressen en reünies, openingsplechtig
heden van nieuwe paviljoens Portu
gal, Oostenrijk en Egypte zijn deze week
aan de beurt sportevenementen en
officieele bezoeken.
De Fransche hoofdstad heeft gisteren
Prins Willem van Zweden, die het
Zweedsche paviljoen kwam openen,
maar gereed is het nog niet mogen
begroeten; de president van Frankrijk,
Albert Lebrun, zal deze week zijn twee
de officieele bezoek aan de tentoonstel
ling, en in het bijzonder aan de bloe-
menexpositie in het Grand Palais, bren
gen. Men heeft vandaag de schitterende
decoratie van den Pont d'Alexandre in
gewijd, het paviljoen der Fransche po
litie geopend, het park van de attrac
ties, een centrum des modernen ver-
maaks, in gebruik genomen. Kortom de
dagen zijn druk. En dat ze drukkend zijn
nemen de Parijzenaars, met of zonder
de befaamde esprit, op den koop toe.
Hetgeen, daarvan raakt men hier in Pa
rijs steeds meer overtuigd, een goede
methode is om het minste last van de
warmte te hebben.
T. O.
De vijanden onzer tuinen.
Zoodra in het voorjaar de natuur is
ontwaakt zijn ook alras de vijanden van
de planten actief en al spoedig merken
we de gevolgen aan jonge bladeren en
knoppen.
In tal van boomen en heesters, o.a. in
Meidoorns, vogelkers, eiken, sierkersen,
sierappel, ook in diverse fruitboomsoor
ten, zien we nu vaak spinselnesten
waarin jonge rupsjes den nacht door
brengen, en vanwaaruit ze overdag hun
strooptochten doo% !het pas onltlpken
groen ondernemen. Het afknippen en
verbranden dezer nesten is t eerste
werk van den waakzamen tuinier. Dit
moet men des avonds of vroeg in den
ochtend doen om zooveel mogelijk alle
rupsjes te kunnen vernietigen. In rozen,
sneeuwballen, pruimsoorten en tal van
andere heesters, boomen en kruidachti
ge „iplanten ondervinden we jaarlijks
grooten hinder van bladluizen. Door
een bespuiting met een zeep-spiritus
oplossing, waarvoor 2 kg groene zeep
en 1 1. brandspiritus op 100 1. water ge
bruikt wordt, kunnen we deze afdoende
bestrijden. Door toevoeging van 1 ons
salicylzuur aan dit mengsel bestrijden
we tevens het „wit" in de rozen. Een
ander eenvoudig bestrijdingsmiddel te
gen bladluizen is een bespuiting met
een aftreksel van tabak. Ook kan men
tabakstof gebruiken dat over de plan
ten wordt gestrooid. Veel jonge plantjes
worden het slachtoffer van aardvlooien.
Zeer regelmatig sproeien en gieten is