Dr. COLIJN SPREEKT IN ZEELAND.
Deze Courant
DE TELEX
GEMENGD NIEUWS.
\l
Men vergelijke 1933 met 1937
„Van. mij is geen andere
politiek te verwachten" De
wortel der ellende van dezen
tijd: we moeten terug naar de
gehoorzaamheid aan de God
delijke ordinantiën in Staat en
Maatschappij.
Ruim 3000 toehoorders waren Woens
dagmiddag in de groote tent op het Mo
lenwater gekomen om te luisteren naar
de verkiezingsrede v,an den alom in
den lande, ook onder t.al van anders
denkenden, populairen voorman der
ant-revolutionaire partij, nr. 1 der A.R.
lijst: dr. H. Col ij n.
Vergaderingsvoorzitter was de hr. J.
A. Dominicus uit Wemeldinge, voor
zitter van het Provinciale Comité der
Anti-Revolut'onaire Partij. Toen dr.
Colijn, met d.averend handgeklap uit
alle hoeken der geheel gevulde tent
begroet., was binnengekomen onmid
dellijk daarna zong de breede schare
hem toe „Dat 's Heeren zegen op U
daal'" verzocht de voorzitter de ver
gadering Ps. 89 8 te zingen. Daarna las
hij 2 Kon. 6 en ging voor in gebed.
Welkomstwoord.
De heer J, A, Dominicus
sprak vervolgens het welkomstwoord
tot de aanwezigen, tot intellectueel en
handwerkman, tot vooraanstaanden en
eenvoudige arbeiders, tot stedeling en
dorpsman, allen nationaal van zin
zooals uit de vele nation,ale dracht nog
mede viel op te maken, zoo merkte
spr., tot zichtbare genoegdoening van
dr. Colijn, op Als Nederlanders ko
men wij Zeeuwen gansch niet achter
aan; zoo vervolgde spr.; hij wees op
onze zeehelden, onze letterkundige^ en
bovenal: wij Zeeuwen zijn echte Oran
jeklanten!
Spr. riep in het bijzonder een woord
van welokm toe aan jhr. mr. Van Asch
van Wijck, a.r. lid der Eerste Kamer,
aan den Commissaris der Koningin in
Zeeland, burgemeester Fernhout en de
garnizoenscommandant overste Ber-g-
huys.
Hierna was het woord aan dr. H.
C o 1 ij n.
Rede dr. H, Colijn.
Spr, ving .aan met de clementie in te
roepen voor zijn wat dof stemgeluid,
veroorzaakt door een, op een der Noor
delijke tochten, opgedane verkoudheid.
Vele lieden, aldus ving spr. toen aan,
trekken thans het land door met een
doos vol beloften voor de komende
vier jaren. Zulk een doos, aldus spr.,
neem ik niet mee, en het is ook niet
noodig, want ik mag U uitnoodigen vier
jaren terug te gaan, en den toestand van
voor de verkiezingen 1933 eens te ver
gelijken met dien van nu.
Teveel te beloven is altijd onvoor
zichtig, behalve voor wie geen verant-
woordelijkhed behoeft te dragen.
Hoe was de toestand einde Mei 1933?
Had de regeering niet krachtig ingegre
pen, wat zou er dan v,an den land
bouw in ons land zijn geworden? Zij
zorgde voor een prijsniveau waarbij
het bestaan juist even mogelijk was -
en meer mocht men van haar niet ver
wachten: de vroegere welvaart kon zij
natuurlijk, niet gar,andeeren, wel den
ondergang voorkomen. De regeering,
vroeger zich nooit met zulke zaken be
moeid hebbende, moest ineens als
landbouwer, tuinman, zuivelbereider,
textielfabrikant optreden. Slechts wie
het beter zou hebben kunnen doen, mag
zijn beklag doen. De overigen moesten
eer meelij met de regeering hebben, die
plotseling als opperboer en opperbollen-
kweeker moest optreden.
In 1933 was de scheepsbouw tot op
1/7 v,an 1929 ingekrompen: nu wordt
weer het hamergeklop op al onze
scheepswerven gehoord en men komt
er reeds geschoolde handen tekort! Ga
eens naar Twenthe, hoe diep was de
textielindustrie gevallen en ook daar
is opleving, komt men reeds op sommi
ge plaatsen handen tekort.
Zeker, bij den landbouw is deze op
leving nog niet dermate waarneembaar,
maar hij is dan toch voor den onder
gang behoed, wat anders zeker gebeurd
ware.
Natuurlijk is ook de verbeterde we
reldconjunctuur hier werkzaam geweest:
de Nederlandsche regeering kent zich
niet méér dan de eere toe, dat h.aar
beleid oorzaak was, dat wij thans in de
gelegenheid zijn ruimschoots van deze
verbetering te profiteeren, in tegenstel
ling met eenig ander land. Hoe is bv
nu het verloop van zaken in Frankrijk,
hetwelk een héél andere politiek volg
de; zelfs de eenvoudigste k,an zien, dat
net in Nederland dan veel beter is!
Er waren in '33 nog andere ernsti
ge verschijnselen. Hoe was het met de
opvattingen over de autorteit van het
gezag, de waardigheid van ons land te
genover het buitenland? Spr. herinnert
slechts ,aan wat in Curasao gebeurde,
aan wat de hoogste gezagdrager zich
daar liet welgevallen; aan wat er op
de vloot in Indië voorviel. Men nam
in ons land genoegen met een verslap
ping van de autoriteit van het gezag,
zelfs met de onbetrouwbaarheid der
gezagsorganen. Rustig maar vast is
'hierin thans diepgaande verandering ge
bracht.
Kort na het optreden van het kabinet
wilde men in Amsterdam probeeren
hoe ver men kon gaan. Spr. is toen
zelf naar Amsterdam gegaan en al ras
bleek, dat men niet ver meer
kon gaan! (Applaus).
Dat is nu in orde. Ook omd.at de cen
trale regeering achter de lagere be
stuursorganen staat. Daarbij wil de re
geering niet, dat verhinderd zou wor
den dat men op Nederlandsch-rond-
borstige wijze aan zijn kritische gedach
ten uiting zou kunnen geve. Maar: het
gezag wordt nu weer behoorlijk
geëerbiedigd.
4»
Financieel vroeg men zich in '33 af:
wat moet daarvan terecht komen? De
huishouding van den staat moest inge
krompen worden: het tekort was 200
milpoen gulden op de dagelijksche uit
gaven. En, we z ij n er nog niet,
m,aar de angstige beklemming is weg:
de eerste lichtstrepen vertoonen zich
ook hier aan den horizont.
De regeering kan, met dank aan God,
zeggen: de lichtstralen vallen weer
door het wolkendek, terwijl er in 1933
niets dan duisternis was. Ik meen dus,
dat de regeeringspolitiek 'n groote
trekken juist was, en dat men dus den
kiezers mag vr,agen dit karakter te
willen doen bestendigen.
m
De kritiek van onverantwoordelijke
enkelingen laat spr. koud. Maar anders
is het met die van groote partijen als
bv., die der soc.-democraten, welke wel
eens onder bepaalde politieke verhou
dingen tot de verantwoordelijkheid v.an
het regeeren zou kunnen worden geroe
pen, zij het dan, aldus spr., niet
zoolang ik daarop eeni-
ge invloed uit kanoef e-
n e n. (Applaus).
Het is spr. tot op den huidigen dag
volmaakt onbegrijpelijk, op welken goe
den grond, men van die zijde de aanpas
singspolitiek voor ondeugelijk zou kunnen
verklaren? We doen het toch allemaal
in ons particuliere leven én in ons be
drijfsleven: ons aanpassen bij ver
anderd e omstandigheden!
Waarom zou dat dan in de sfeer van
Rijk. provincie en gemeente niet juist
zijn? De staat heeft niet maar aan een
boom te schudden opdat het geld er uit
rolle, neen: de staat zelf is zoo arm als
een kgrkrot en hij heeft alleen maar wat,
als hijv het eerst uit Uw zakken heeft
gehaald. (Gelach).
Het volksinkomen daalde met 1/3, dus
ook het inkomen van den staat, dus
moest de staat daarmee rekening houden
en zich aanpassen.
Of moeten de „vele rijke menschen"
het dan maar opbrengen? Wie dat zegt,
heeft geen voorstelling van de verdee
ling van het volksinkomen. Van elke
100 belastingbetalers heeft er maar 1 een
inkomen f 10,000 en nog geen 5 per 100
een inkomen van f 5000 in Nederland!
De aanpassingspolitiek was zegenrijk
voor ons land. Fr is voor de crisis ruim
1400.000.000 gulden uitgegeven moeten
worden, maar door de bezuiniging is de
schuld des Rijks toch slechts met 252
miljoen vermeerderd in dien tijd.
Ruim 700 miljoen werd voor den
landbouwsteun uitgegeven, 100 miljoen
voor de industrie en 600 miljoen werk-
loozensteun. Vrijwel alle crisisuitgaven
zijn uit de gewone middelen gedekt. Van
mij, aldus spr isgeenandererich-
t. i n g in de politiek te verwachten. Ik
wil zekerheid voor het Nederland
sche volk, tot speculatie leent zich geen
enkel anti-revolutionair. (Applaus).
En hebben we niet genoeg gedaan
voor de bestrijding der werkloosheid?
Alleen verheffing van het bedrijfsle
ven is doelmatige werkloosheidsbestrij
ding, alle andere middelen zijn slechts
tijdelijke voorzieningen.
Het bedrijf absorbeert den werklooze
en houdt hem vast: kunstmatige bestrij
ding der werkloosheid door publieke
werken werkt niet en nimmer afdoende.
Ook acht spr. groote leeningen voor du-
blieke werken niet toelaatbaar, indien
die werken niet economisch nuttig zijn.
Z ij n er in Nederland publieke en eco
nomische nuttige werken voor 3 x een
jaar a f 200.000.000, zooals de soc.-de
mocraten wilden?
De regeering had dit al veel eerder
onderzocht. Maar zoodanige werken zijn
er niet. En bovendien wie 600 miljoen
gulden leent moet tegelijk 40 miljoen
gulden voor rente en aflossing aan be
lasting heffen. Spr, meent, dat dit, van
zedelijk standpunt niet geoorloofd is:
het is als de man die er maar op los
leeft en na vier jaren zegt: ik groet U
mijne vrienden, er is prettig geleefd en
het is nog niet betaald weliswaar, maar
die betaling' laat ik maar aan U over!
Van een anti-revolutionair, althans van
mij, is zooiets nimmer te verwachten, al
dus spr. (Applaus).
Dr. Colijn bestrijdt dan de zgn. ver-
hoogin^ der koopkrachttheorie, die z.i.
niets dan een koopkrachtv e r s c h u i-
v i n g stheorie is.
Er zijn in Nederland 1/4 miljoen be
lastingbetalers. Laat elk dooreengeno-
men eens f 10 meer belasting opbrengen.
Dan heeft de Staat f 15 miljoen meer.
De bij het werk betrokkenen hebbende
f 15 miljoen inderdaad meer te ontvan
gen. Maar de rest van de collectiviteit
heeft weer f 15 miljoen minder koop
kracht.
Mijn eindoordeel is, aldus spr. de ge-
zagshandhaving is zeer belangrijk ver
beterd, de financieele toestand is van
de beklemming ontheven, het bedrijfsle
ven staat er heel wat beter voor: tegen
over de wanhoop van 1933 staat de ont
spanning en de hoop van 1937. Ook in
de werkloosheid is eenig licht te zien,
De toeneming bedroeg dit jaar in
dezen winter slechts 1/5 van vroeger.
Met onbetwistbare cijfers kan worden
aangetoond, dat de laatste vier jaren
100.000 menschen meer in het arbeids
proces werkzaam gekomen zijn; dit is
weliswaar niet voldoende, maar toch een
niet onbelangrijke verbetering. We ga
ven in Januari '37 miljoen minder uit
voor steun, in Februari f 1 miljoen en in
Maart 134 miljoen gulden minder dan in
de overeenkomstige maand van het vo
rige jaar.
Wat is nu de inzet der A.R. bij de
komende verkiezingen? De vier centrale
punten van 1933 staan, op één na, nog
alle op onzen weg. Voor versterking der
gezagshandhaving behoeve we nu niet
meer te strijden, al moet tegen verslap
ping gewaakt worden.
De steun aan het bedrijfsleven zal
nog niet geheel overbodig geworden
zijn. Maar het dwangbuis waarin het be
drijfsleven gekluisterd werd, zal uitge
trokken moeten worden.
De opheffing der werkloosheid kan in
Nederland alleen komen door verheffing
van het bedrijfsleven, weshalve de deu
ren en vensters op het gebied van het
internationale goederenverkeer wijder
open gezet moeten worden.
Wat de financiën betreft zijn we er
nog niet. De defensie zal nog veel
eischen, We zijn er daarmee nog lang
niet.
De ouden van dagen, die nu nog bui
ten de wettelijke voorzieningen vallen,
zullen toch alsnog geholpen dienen te
worden.
Voor de eerste maal, zoo vervolgt
spr., doet men in 1937 opzettelijk den
aanval op den historischen grondslag
van ons staatsbestel. Spr. voert daar
tegenover het pleit voor een zelfstan-
dge volksvertegenwoordiging met een
zelfstandige regeering, waartusschen de
scheidingslijn zorgvuldig in het oog ge
houden wordt.
Het fascisme is even revolutionair als
de Fransche revolutie zelf. Het is uit
gesloten, dat zulk een beweging in ons
land ooit zou kunnen slagen, roept spr
uit, alleen al niet, omdat w ij er zijn
(Applaus).
Maar toch hebben we ernstig reke
ning met deze beweging te houden: wij
moeten ons beginsel er zoo scherp mo
gelijk tegenover stellen: wat wij willen
is een zelfstandige regeering naast een
zelfstandige Staten-Generaal die niet op
elkanders terrein komen en met elkan
der in harmonie samenwerken.
Het werkelijke hoofd van den Staat
en van de regeering blijve in Neder
land Oranje (aplaus) en het worde nim
mer overgedragen aan een der o n-
derdanen van Oranje; nergens zijn
juist onze volksvrijheden veiliger dan bij
Oranje (applaus).
Wat die twee M's betreft „van Mos
kou en Musert" och, zegt spr., laat U
niets wijsmaken. Het is net als met dien
man die voor een mooie gekookte visch
zat, niet wist of hij met den kop of den
staart zou beginnen en zoo van den
honger omkwam. Hij vergat dat kop en
staart in den vuilnisemmer gaan en dat
men met de middenmoot zich nuttig
spijzigt!
Laat ons met ons stembiljet, zoo be
sloot spr., bewijzen dat wij beseffen, dat
de wortel der ellende van dezen tijd
slechts uitgeroeid kan worden door een
terugkeer tot de Goddelijke ordinan
tiën in Staat en Maatschappij. Slechts
dat besef kan de wereld leiden op den
weg naar de rust en de zekerheid die zij
behoeft, slechts die kunnen ook de vol
keren der aarde behoeden voor de ge
weldige rampen die er dreigen.
Spr. doet een beroep op ons nationale
geweten: ik vraag' het Ned. volk niet
om anti-revolutionair te stemmen, maar
ik vraag het zijn stem uit te brengen op
wie gereed zijn te gehoorzamen aan het
Woord van den Almachtige. (Applaus).
Met psalmgezang (Ps. 108), een slot
woord van den heer D o m i ni c u s
en gebed door dr. H. C o 1 ij n werd de
vergadering gesloten, doch voor diens
vertrek zong de menigte den minister
president nog de twee bekende verzen
van het Wilhelmus toe.
krijgt dag en nacht uit alle
oorden der wereld het nieuws
toegezonden per
vol-automatische
verreschrijfmachine
Abonneert U op de courant, die U
het wereldnieuws snel en accuraat
in uw huis brengt.
j SPAANSCHE BOMMEN EN
NEDERLANDSCHE SCHEPEN.
Hoe de „Fauna" en de „Rhea"
het te kwaad kregen.
Dat het in de Spaansche wateren nog
allerminst veilig is voor buitenlandsche
schepen, ook al vervoeren die geen con
trabande, hebben de telegrammen uit
Spanje reeds vaak genoeg gemeld. Ha
chelijke avonturen hebben ook meege
maakt de twee schepen van de Kon.
Ned. Stoomvaart Maatschappij de „Fau
na" metend 1254 ton en de „Rhea"
welke een inhoud heeft van 1388 ton.
De beide schepen zijn thans in de Rot-
terdamsche haven gearriveerd, waar wij
een kort onderhoud met de opvarenden
hadden.
De „Fauna".
De gezagvoerder van de „Fauna", de
heer C. G. Nieman, vertelde, dat het
schip op 28 April j.l. van Valencia ver
trokken was met bestemming Rotterdam
en Amsterdam. Den dag na het vertrek,
j 's morgens omstreeks 10.40 uur, toen het
schip zich bevond op 37° 17 min. N.B,
en 0° 38 min. W.L. naderde uit Noord
oostelijke richting 'n vliegtuig, dat grijs
zwart gestreept was. Op ongeveer 100
meter boven 't schip cirkelde het vlieg
tuig, blijkbaar om de deklast te inspec-
teeren. Het vliegtuig vloog recht voor
uit, teneinde de beide masten in één lijn
te krijgen, hetgeen bij den aanval de
meeste zekerheid oplevert om het schip
te treffen. Enkele minuten later liet het
vliegtuig een bom vallen, die, geluk bij
een ongeluk, vlak over het schip scheer
de en op ongeveer tien meter achter het
achterschip in het water terecht kwam,
waar hij ontplofte. De bom was, hetgeen
uit de voorbereidingen, getroffen vóór 't
werpen daarvan, kennelijk voor het Ne-
derlandsch schip bedoeld.
Kapitein Niehuis heeft onmiddellijk
de machines laten stoppen en het sein
gegeven om, wanneer dit noodig mocht
blijken, het schip te verlaten. De red
dingbooten werden buiten boord ge
draaid en de marconist seinde S.O.S.
naar de schepen in de buurt. In de buurt
van de „Fauna" bevond zich 'n Noorsch
schip, dat direct koers veranderde en
bijdraaide. De vlieger evenwel, is direct
nadat hij zag, dat de bom doel gemist
had, weer in N.-O.-richting verdwenen.
Toen was het 10.45 uur, zoodat het ge-
heele avontuur in vijf minuten tot het
verleden behoorde. Het waren evenwel
de angstigste minuten van de g'eheele
reis. Het Noorsche schip heeft, toen de
gezagvoerder zag, dat de „Fauna" weer
verder ging, zijn ouden koers weer opge
nomen. Het schip heeft daarop rustig zijn
reis door de Zuid-Spaansche wateren
voortgezet, na aan de andere schepen
draadloos bericht te hebben, dat er geen
assistentie meer noodig was. De „Fauna"
had die andere schepen verzocht Hr. Ms.
„Java" van een en ander in kennis te
stellen, hetgeen ook geschied was, zoo
als men later hoorde, toen de „Fauna"
in de Straat van Gibraltar de „Java"
ontmoette. Op 't moment van den aan
val was de afstand tusschen de „Fauna'
en de „Java" evenwel te groot geweest.
De „Rhea".
Het avontuur van de „Rhea" is moge
lijk nog angstiger geweest. Op de thuis
reis van Italië naar Rotterdam en Am
sterdam zou dit schip, waarvan een der
opvarenden ons iets over het gebeurde
vertelde, aan Spanje's Oostkust eei. la
ding sinaasappelen innemen. Na Oran te
zijn binnengeloopen, waar men den wim
pel van de internationale controlecommis
sie in ontvangst nam, werd koers gezet
naar Castillon, een haven op ongeveer
35 mijl ten Noorden van Valencia. In den
morgen van 27 April het zal onge
veer half zeven geweest zijn lag de
„Rhea" voor de haven van Valencia. Op
dat moment naderden uit het Zuiden 2
rechtsche kruisers, de „Canarias" en de
„Balearen". Hoewel zij met groote snel
heid voeren, openden zij onverwacht 't
vuur op Valencia, waar men blijkbaar
op een en ander niet verdacht geweest
was, omdat even te veren een heele
zwerm visschersbootjes uitgevaren was,
die in alle richtingen verdween. De klei
ne bootjes konden de haven niet meer
bereiken omdat een van de kruisers de
havenmond en de pieren bombardeerde.
„Elk schot was raak" voegde onze zegs
man er bij. De visschersbootjes gingen
om den Noord, maar toen kregen zij
weer den vollen laag van de kustbatterij
die het vuur op de kruisers opende. Zoo
zaten zij tusschen twee vuren. Ook voor
de „Rhea" zag het er niet aangenaam
uit, want het schip voer geen halven mijl
ten Zuiden van het schootsveld van de
kruiser-kanonnen en aangezien zij in
Noordelijke richting voeren en de
„Rhea" in Zuidelijke richting trachtte te
ontkomen, kwamen de projectielen
steeds dichter bij het Nederlandsche
schip. De kustbatterij speelde ook een
eerste viool en wanneer de kapitein dan
ook gestopt had, dan was de „Rhea"
er hoogstwaarschijnlijk niet zoo goed
van afgekomen als nu. Met hard bak
boordroer-geven is de „Rhea" er van
door gegaan en zoo is het schip tenslot
te nog ontkomen, terwijl het bombarde
ment doorging. j
De „Canarias" had veel zwaarder ge
schut dan vroeger, vertelde onze zegs
man. Op bepaalde oogenblikken schoot
men met een snelheid van 22 per minuut.
Na eenige uren kwamen ook nog vlieg
tuigen den chaos vergrooten, maar hun
bommen troffen de kruisers niet. Met
de komst van de vliegtuigen was het eind
van het bombardement evenwel geko
men, want kort daarop zijn de kruisers
verdwenen. De „Rhea" vertrouwde het
zaakje niet, waarom zij maar zonder de
appeltjes van Oranje de vlucht naar de
Straat van Gibraltar heeft genomen, al
waar Hr. Ms. „Java" hem veilig gecon-
voyeerd heeft.
Rundveekeuring,
KRUININGEN. Woensdagmorgen werd
op het erf van den heer Van Hootegem
de Provinciale Rundveekeuring gehou
den. Aanwezig 40 stuks.
Stieren: Gerard, Stierenver. „De Ver
wachting" te Kruiningen, 80 punten, le
prijs; Titus, Jan Boone, Kruiningen 77
p. le pr.
Eerste kalf koeien: Emma, A. Karei-
se 78 p.; Greta idem, 77,8 p.; Lina, Jan
Boone, 77,5 p.; Maaike, C. Buizer, 76
p.; Lize, idem, 74,5 p.; allen te Krui
ningen.
Tweede kalfskoe'en: Ada, Jan Boone,
Kruiningen, 78 p.
Derde kalfskoeien: Bertha, A. Ka-
relse, 79 p.; Ida, Jos. Waverijn, 78 p.;
Emma, C. Buyzer, 77 p.
Vierde kalfskoeien: Elza: B. v. Hoe
ve, Vlake 82 p.; Sant,a, A. Karelse, 79
p.; Mina, C. Buizer, 77 p.; Greta, Jan
Boone, 76,5 p;„ alien te Kruiningen;
Blis, D. Louwerse, Ierseke 76,4 p.
Oude koeien: Boerinne, B. v. Hoe
ve 84 p.; Rozaline, Ai. Karelse 83,5 p.;
Leni, idem, 82 p.; Mina, Jan Boone 78
p.; Mina, D. Louwerse 76,5 p.; Daatje,
C. Buizer, 76 p.; Ann,a, C. Buizer 75 p.
Kalf vaarzen: D. Louwerse, le prijs.
Eenjarige vaarzen: Joost Waverijn,
Kruiningen, le prijs; L. J, Rijke, Ierse
ke, 2e, 3e en 4e prijs.-
Stierkalveren: C. Buizer, le prijs; P.
Rentmeester, Ierseke 2e prijs.
Vaarskalveren: Johs, Nieuwenhuijze
Lz„ Kruiningen, le, 2e, 3e en 4e prijs;
C. Buyzer 5e prijs.
RILLAND-BATH. Woensdag had al
hier de jaarlijksche rundveekeuring
plaats op het terrein v,an den heer J,
van Damme.
Er werd een uitstekende collectie
vee aangevoerd, waaronder verscheide
ne beste zware diepe melkkoeien en
een beste stier van de vereeniging „De
Hoop". De leerzame en duidelijke be
spreking der verschillende dieren door
den heer Zwagerman, werd door de tal
rijke aanwezigen met belangstelling ge
volgd, en maakte deze keuring weer tot
een zeer gewaardeerde practische les
in rundveekennis. Er werden toege
kend 9 medailles, uitgeloofd door de
landbouw Ver. „Reigersbergh", bene
vens enkele geldprijzen.
Stieren: le prijs: Dirkjes Cesar van
de Stieren ver. „De Hoop"", 79,4 p.;
verg. zilveren medaille.
le kalfskoeien: le prijs: Nelly van
Gebr. Nieuwenhuyzen, med., 82,9 p,;
2e or. Mina, W. F. van Gorsel 79 p.
2e Kalfskoeien: le pr.: Ida, W. C. v,
d. Werff, med. 79 p.
3e Kalfskoeien: le pr. M.arie van
Gebr. Nieuwenhuyzen, med. 79 p.; 2e
pr. Dora van J, van Damme, 76 p.
Oudere koeien: le pr.: Mina van Geb,
Nieuwenhuyzen, med, 84 p.; 2e pr. Jans,
Gebrs. Nieuwenhuyzen, med. 82,5 p.;
3e pr. Rebecca, W. C. v. d. Werff, med,
82 p.; 4e pr. Betsy, Gebr. Nieuwenhuy
zen, med., 81,5 p.; 5e pr. Lize, W. C.
v. d. Werff, med., 81 p.; 6e pr. Blom, J,
v, Damme, med'., 80,5 p.; 7e pr. Emma,
W. F. van Gorsel 80 p.
Kalfv,aarzen no. 1: J. A, Boot le pr.
f 1,50; J. v. Damme 2e prijs f 1,50; W.
F, van Gorsel 3e pr. f 1.
Kalveren no. 1: W. F. v. Gorsel le pr,
f 1.
Kalveren no. 2: idem.
ONT VANGEN BOEKEN.
In de serie Dietse letteren verscheen
bij den uitgever J. M'. Meulenhoff te
Amsterdam: „Woutertje Pieterse".
door Multatuli, bewerkt en verkort door
W, Polman Tuin Jzn. Voorts verscheen
bij genoemden uitgever ook: „Gysbrecht
van Amstel", door Joost van den Von
del. Uitgegeven en in de tegenwoordige
spelling overgebracht door dr. W. H.
Staverman.
„Levenszekerheid", door prof. dr.
A. M Brouwer, Een aantal overdenkin
gen, die bedoelen op een voor ieder be
grijpelijke wijze duidelijk te maken,
waarom in de 20e eeuw iemand
die voor wetenschap en natuur en kunst
niet ongevoelig is, uit volle overtuiging
het christelijk geloof belijdt. Deze bun
del verscheen bij de Erven J. Bijleveld,
uitgevers te Utrecht.
„Geen personeele belasting meer
van pleiziervaartuigen". Een pleidooi
voor de afschaffing, door mr. G. L. A.
van Dijk. Üitgave Nijgh en van Ditmar
N.V. te Rotterdam.
Bij den uitgever J. M. Meulenhoff
te Amsterdam, verscheen in de serie
„Les meilleurs auteurs" de volgende
nieuwe deeltjes:
„Baba D-ène et Morceau-de-Sucre",
par Claude Aveline. Avec introduction
et annotat'ons de H. de Noo Bzn.
„Tovaritch", par Jacques Deval.
Het bekende Fransche tooneelstuk, dat
onder den titel „Vorstelijke emigranten"
hier te lande opgevoerd werd Annotée
par J. Ph. M. van 't Sant.
„Hier", Récits du temps .passé, een
historisch werkje van den bekenden
schrijver Gustave Lenötre Annotés par
J. C. Versluys.