Dr. COLIJN SPREEKT IN ZEELAND. Deze Courant DE TELEX GEMENGD NIEUWS. \l Men vergelijke 1933 met 1937 „Van. mij is geen andere politiek te verwachten" De wortel der ellende van dezen tijd: we moeten terug naar de gehoorzaamheid aan de God delijke ordinantiën in Staat en Maatschappij. Ruim 3000 toehoorders waren Woens dagmiddag in de groote tent op het Mo lenwater gekomen om te luisteren naar de verkiezingsrede v,an den alom in den lande, ook onder t.al van anders denkenden, populairen voorman der ant-revolutionaire partij, nr. 1 der A.R. lijst: dr. H. Col ij n. Vergaderingsvoorzitter was de hr. J. A. Dominicus uit Wemeldinge, voor zitter van het Provinciale Comité der Anti-Revolut'onaire Partij. Toen dr. Colijn, met d.averend handgeklap uit alle hoeken der geheel gevulde tent begroet., was binnengekomen onmid dellijk daarna zong de breede schare hem toe „Dat 's Heeren zegen op U daal'" verzocht de voorzitter de ver gadering Ps. 89 8 te zingen. Daarna las hij 2 Kon. 6 en ging voor in gebed. Welkomstwoord. De heer J, A, Dominicus sprak vervolgens het welkomstwoord tot de aanwezigen, tot intellectueel en handwerkman, tot vooraanstaanden en eenvoudige arbeiders, tot stedeling en dorpsman, allen nationaal van zin zooals uit de vele nation,ale dracht nog mede viel op te maken, zoo merkte spr., tot zichtbare genoegdoening van dr. Colijn, op Als Nederlanders ko men wij Zeeuwen gansch niet achter aan; zoo vervolgde spr.; hij wees op onze zeehelden, onze letterkundige^ en bovenal: wij Zeeuwen zijn echte Oran jeklanten! Spr. riep in het bijzonder een woord van welokm toe aan jhr. mr. Van Asch van Wijck, a.r. lid der Eerste Kamer, aan den Commissaris der Koningin in Zeeland, burgemeester Fernhout en de garnizoenscommandant overste Ber-g- huys. Hierna was het woord aan dr. H. C o 1 ij n. Rede dr. H, Colijn. Spr, ving .aan met de clementie in te roepen voor zijn wat dof stemgeluid, veroorzaakt door een, op een der Noor delijke tochten, opgedane verkoudheid. Vele lieden, aldus ving spr. toen aan, trekken thans het land door met een doos vol beloften voor de komende vier jaren. Zulk een doos, aldus spr., neem ik niet mee, en het is ook niet noodig, want ik mag U uitnoodigen vier jaren terug te gaan, en den toestand van voor de verkiezingen 1933 eens te ver gelijken met dien van nu. Teveel te beloven is altijd onvoor zichtig, behalve voor wie geen verant- woordelijkhed behoeft te dragen. Hoe was de toestand einde Mei 1933? Had de regeering niet krachtig ingegre pen, wat zou er dan v,an den land bouw in ons land zijn geworden? Zij zorgde voor een prijsniveau waarbij het bestaan juist even mogelijk was - en meer mocht men van haar niet ver wachten: de vroegere welvaart kon zij natuurlijk, niet gar,andeeren, wel den ondergang voorkomen. De regeering, vroeger zich nooit met zulke zaken be moeid hebbende, moest ineens als landbouwer, tuinman, zuivelbereider, textielfabrikant optreden. Slechts wie het beter zou hebben kunnen doen, mag zijn beklag doen. De overigen moesten eer meelij met de regeering hebben, die plotseling als opperboer en opperbollen- kweeker moest optreden. In 1933 was de scheepsbouw tot op 1/7 v,an 1929 ingekrompen: nu wordt weer het hamergeklop op al onze scheepswerven gehoord en men komt er reeds geschoolde handen tekort! Ga eens naar Twenthe, hoe diep was de textielindustrie gevallen en ook daar is opleving, komt men reeds op sommi ge plaatsen handen tekort. Zeker, bij den landbouw is deze op leving nog niet dermate waarneembaar, maar hij is dan toch voor den onder gang behoed, wat anders zeker gebeurd ware. Natuurlijk is ook de verbeterde we reldconjunctuur hier werkzaam geweest: de Nederlandsche regeering kent zich niet méér dan de eere toe, dat h.aar beleid oorzaak was, dat wij thans in de gelegenheid zijn ruimschoots van deze verbetering te profiteeren, in tegenstel ling met eenig ander land. Hoe is bv nu het verloop van zaken in Frankrijk, hetwelk een héél andere politiek volg de; zelfs de eenvoudigste k,an zien, dat net in Nederland dan veel beter is! Er waren in '33 nog andere ernsti ge verschijnselen. Hoe was het met de opvattingen over de autorteit van het gezag, de waardigheid van ons land te genover het buitenland? Spr. herinnert slechts ,aan wat in Curasao gebeurde, aan wat de hoogste gezagdrager zich daar liet welgevallen; aan wat er op de vloot in Indië voorviel. Men nam in ons land genoegen met een verslap ping van de autoriteit van het gezag, zelfs met de onbetrouwbaarheid der gezagsorganen. Rustig maar vast is 'hierin thans diepgaande verandering ge bracht. Kort na het optreden van het kabinet wilde men in Amsterdam probeeren hoe ver men kon gaan. Spr. is toen zelf naar Amsterdam gegaan en al ras bleek, dat men niet ver meer kon gaan! (Applaus). Dat is nu in orde. Ook omd.at de cen trale regeering achter de lagere be stuursorganen staat. Daarbij wil de re geering niet, dat verhinderd zou wor den dat men op Nederlandsch-rond- borstige wijze aan zijn kritische gedach ten uiting zou kunnen geve. Maar: het gezag wordt nu weer behoorlijk geëerbiedigd. 4» Financieel vroeg men zich in '33 af: wat moet daarvan terecht komen? De huishouding van den staat moest inge krompen worden: het tekort was 200 milpoen gulden op de dagelijksche uit gaven. En, we z ij n er nog niet, m,aar de angstige beklemming is weg: de eerste lichtstrepen vertoonen zich ook hier aan den horizont. De regeering kan, met dank aan God, zeggen: de lichtstralen vallen weer door het wolkendek, terwijl er in 1933 niets dan duisternis was. Ik meen dus, dat de regeeringspolitiek 'n groote trekken juist was, en dat men dus den kiezers mag vr,agen dit karakter te willen doen bestendigen. m De kritiek van onverantwoordelijke enkelingen laat spr. koud. Maar anders is het met die van groote partijen als bv., die der soc.-democraten, welke wel eens onder bepaalde politieke verhou dingen tot de verantwoordelijkheid v.an het regeeren zou kunnen worden geroe pen, zij het dan, aldus spr., niet zoolang ik daarop eeni- ge invloed uit kanoef e- n e n. (Applaus). Het is spr. tot op den huidigen dag volmaakt onbegrijpelijk, op welken goe den grond, men van die zijde de aanpas singspolitiek voor ondeugelijk zou kunnen verklaren? We doen het toch allemaal in ons particuliere leven én in ons be drijfsleven: ons aanpassen bij ver anderd e omstandigheden! Waarom zou dat dan in de sfeer van Rijk. provincie en gemeente niet juist zijn? De staat heeft niet maar aan een boom te schudden opdat het geld er uit rolle, neen: de staat zelf is zoo arm als een kgrkrot en hij heeft alleen maar wat, als hijv het eerst uit Uw zakken heeft gehaald. (Gelach). Het volksinkomen daalde met 1/3, dus ook het inkomen van den staat, dus moest de staat daarmee rekening houden en zich aanpassen. Of moeten de „vele rijke menschen" het dan maar opbrengen? Wie dat zegt, heeft geen voorstelling van de verdee ling van het volksinkomen. Van elke 100 belastingbetalers heeft er maar 1 een inkomen f 10,000 en nog geen 5 per 100 een inkomen van f 5000 in Nederland! De aanpassingspolitiek was zegenrijk voor ons land. Fr is voor de crisis ruim 1400.000.000 gulden uitgegeven moeten worden, maar door de bezuiniging is de schuld des Rijks toch slechts met 252 miljoen vermeerderd in dien tijd. Ruim 700 miljoen werd voor den landbouwsteun uitgegeven, 100 miljoen voor de industrie en 600 miljoen werk- loozensteun. Vrijwel alle crisisuitgaven zijn uit de gewone middelen gedekt. Van mij, aldus spr isgeenandererich- t. i n g in de politiek te verwachten. Ik wil zekerheid voor het Nederland sche volk, tot speculatie leent zich geen enkel anti-revolutionair. (Applaus). En hebben we niet genoeg gedaan voor de bestrijding der werkloosheid? Alleen verheffing van het bedrijfsle ven is doelmatige werkloosheidsbestrij ding, alle andere middelen zijn slechts tijdelijke voorzieningen. Het bedrijf absorbeert den werklooze en houdt hem vast: kunstmatige bestrij ding der werkloosheid door publieke werken werkt niet en nimmer afdoende. Ook acht spr. groote leeningen voor du- blieke werken niet toelaatbaar, indien die werken niet economisch nuttig zijn. Z ij n er in Nederland publieke en eco nomische nuttige werken voor 3 x een jaar a f 200.000.000, zooals de soc.-de mocraten wilden? De regeering had dit al veel eerder onderzocht. Maar zoodanige werken zijn er niet. En bovendien wie 600 miljoen gulden leent moet tegelijk 40 miljoen gulden voor rente en aflossing aan be lasting heffen. Spr, meent, dat dit, van zedelijk standpunt niet geoorloofd is: het is als de man die er maar op los leeft en na vier jaren zegt: ik groet U mijne vrienden, er is prettig geleefd en het is nog niet betaald weliswaar, maar die betaling' laat ik maar aan U over! Van een anti-revolutionair, althans van mij, is zooiets nimmer te verwachten, al dus spr. (Applaus). Dr. Colijn bestrijdt dan de zgn. ver- hoogin^ der koopkrachttheorie, die z.i. niets dan een koopkrachtv e r s c h u i- v i n g stheorie is. Er zijn in Nederland 1/4 miljoen be lastingbetalers. Laat elk dooreengeno- men eens f 10 meer belasting opbrengen. Dan heeft de Staat f 15 miljoen meer. De bij het werk betrokkenen hebbende f 15 miljoen inderdaad meer te ontvan gen. Maar de rest van de collectiviteit heeft weer f 15 miljoen minder koop kracht. Mijn eindoordeel is, aldus spr. de ge- zagshandhaving is zeer belangrijk ver beterd, de financieele toestand is van de beklemming ontheven, het bedrijfsle ven staat er heel wat beter voor: tegen over de wanhoop van 1933 staat de ont spanning en de hoop van 1937. Ook in de werkloosheid is eenig licht te zien, De toeneming bedroeg dit jaar in dezen winter slechts 1/5 van vroeger. Met onbetwistbare cijfers kan worden aangetoond, dat de laatste vier jaren 100.000 menschen meer in het arbeids proces werkzaam gekomen zijn; dit is weliswaar niet voldoende, maar toch een niet onbelangrijke verbetering. We ga ven in Januari '37 miljoen minder uit voor steun, in Februari f 1 miljoen en in Maart 134 miljoen gulden minder dan in de overeenkomstige maand van het vo rige jaar. Wat is nu de inzet der A.R. bij de komende verkiezingen? De vier centrale punten van 1933 staan, op één na, nog alle op onzen weg. Voor versterking der gezagshandhaving behoeve we nu niet meer te strijden, al moet tegen verslap ping gewaakt worden. De steun aan het bedrijfsleven zal nog niet geheel overbodig geworden zijn. Maar het dwangbuis waarin het be drijfsleven gekluisterd werd, zal uitge trokken moeten worden. De opheffing der werkloosheid kan in Nederland alleen komen door verheffing van het bedrijfsleven, weshalve de deu ren en vensters op het gebied van het internationale goederenverkeer wijder open gezet moeten worden. Wat de financiën betreft zijn we er nog niet. De defensie zal nog veel eischen, We zijn er daarmee nog lang niet. De ouden van dagen, die nu nog bui ten de wettelijke voorzieningen vallen, zullen toch alsnog geholpen dienen te worden. Voor de eerste maal, zoo vervolgt spr., doet men in 1937 opzettelijk den aanval op den historischen grondslag van ons staatsbestel. Spr. voert daar tegenover het pleit voor een zelfstan- dge volksvertegenwoordiging met een zelfstandige regeering, waartusschen de scheidingslijn zorgvuldig in het oog ge houden wordt. Het fascisme is even revolutionair als de Fransche revolutie zelf. Het is uit gesloten, dat zulk een beweging in ons land ooit zou kunnen slagen, roept spr uit, alleen al niet, omdat w ij er zijn (Applaus). Maar toch hebben we ernstig reke ning met deze beweging te houden: wij moeten ons beginsel er zoo scherp mo gelijk tegenover stellen: wat wij willen is een zelfstandige regeering naast een zelfstandige Staten-Generaal die niet op elkanders terrein komen en met elkan der in harmonie samenwerken. Het werkelijke hoofd van den Staat en van de regeering blijve in Neder land Oranje (aplaus) en het worde nim mer overgedragen aan een der o n- derdanen van Oranje; nergens zijn juist onze volksvrijheden veiliger dan bij Oranje (applaus). Wat die twee M's betreft „van Mos kou en Musert" och, zegt spr., laat U niets wijsmaken. Het is net als met dien man die voor een mooie gekookte visch zat, niet wist of hij met den kop of den staart zou beginnen en zoo van den honger omkwam. Hij vergat dat kop en staart in den vuilnisemmer gaan en dat men met de middenmoot zich nuttig spijzigt! Laat ons met ons stembiljet, zoo be sloot spr., bewijzen dat wij beseffen, dat de wortel der ellende van dezen tijd slechts uitgeroeid kan worden door een terugkeer tot de Goddelijke ordinan tiën in Staat en Maatschappij. Slechts dat besef kan de wereld leiden op den weg naar de rust en de zekerheid die zij behoeft, slechts die kunnen ook de vol keren der aarde behoeden voor de ge weldige rampen die er dreigen. Spr. doet een beroep op ons nationale geweten: ik vraag' het Ned. volk niet om anti-revolutionair te stemmen, maar ik vraag het zijn stem uit te brengen op wie gereed zijn te gehoorzamen aan het Woord van den Almachtige. (Applaus). Met psalmgezang (Ps. 108), een slot woord van den heer D o m i ni c u s en gebed door dr. H. C o 1 ij n werd de vergadering gesloten, doch voor diens vertrek zong de menigte den minister president nog de twee bekende verzen van het Wilhelmus toe. krijgt dag en nacht uit alle oorden der wereld het nieuws toegezonden per vol-automatische verreschrijfmachine Abonneert U op de courant, die U het wereldnieuws snel en accuraat in uw huis brengt. j SPAANSCHE BOMMEN EN NEDERLANDSCHE SCHEPEN. Hoe de „Fauna" en de „Rhea" het te kwaad kregen. Dat het in de Spaansche wateren nog allerminst veilig is voor buitenlandsche schepen, ook al vervoeren die geen con trabande, hebben de telegrammen uit Spanje reeds vaak genoeg gemeld. Ha chelijke avonturen hebben ook meege maakt de twee schepen van de Kon. Ned. Stoomvaart Maatschappij de „Fau na" metend 1254 ton en de „Rhea" welke een inhoud heeft van 1388 ton. De beide schepen zijn thans in de Rot- terdamsche haven gearriveerd, waar wij een kort onderhoud met de opvarenden hadden. De „Fauna". De gezagvoerder van de „Fauna", de heer C. G. Nieman, vertelde, dat het schip op 28 April j.l. van Valencia ver trokken was met bestemming Rotterdam en Amsterdam. Den dag na het vertrek, j 's morgens omstreeks 10.40 uur, toen het schip zich bevond op 37° 17 min. N.B, en 0° 38 min. W.L. naderde uit Noord oostelijke richting 'n vliegtuig, dat grijs zwart gestreept was. Op ongeveer 100 meter boven 't schip cirkelde het vlieg tuig, blijkbaar om de deklast te inspec- teeren. Het vliegtuig vloog recht voor uit, teneinde de beide masten in één lijn te krijgen, hetgeen bij den aanval de meeste zekerheid oplevert om het schip te treffen. Enkele minuten later liet het vliegtuig een bom vallen, die, geluk bij een ongeluk, vlak over het schip scheer de en op ongeveer tien meter achter het achterschip in het water terecht kwam, waar hij ontplofte. De bom was, hetgeen uit de voorbereidingen, getroffen vóór 't werpen daarvan, kennelijk voor het Ne- derlandsch schip bedoeld. Kapitein Niehuis heeft onmiddellijk de machines laten stoppen en het sein gegeven om, wanneer dit noodig mocht blijken, het schip te verlaten. De red dingbooten werden buiten boord ge draaid en de marconist seinde S.O.S. naar de schepen in de buurt. In de buurt van de „Fauna" bevond zich 'n Noorsch schip, dat direct koers veranderde en bijdraaide. De vlieger evenwel, is direct nadat hij zag, dat de bom doel gemist had, weer in N.-O.-richting verdwenen. Toen was het 10.45 uur, zoodat het ge- heele avontuur in vijf minuten tot het verleden behoorde. Het waren evenwel de angstigste minuten van de g'eheele reis. Het Noorsche schip heeft, toen de gezagvoerder zag, dat de „Fauna" weer verder ging, zijn ouden koers weer opge nomen. Het schip heeft daarop rustig zijn reis door de Zuid-Spaansche wateren voortgezet, na aan de andere schepen draadloos bericht te hebben, dat er geen assistentie meer noodig was. De „Fauna" had die andere schepen verzocht Hr. Ms. „Java" van een en ander in kennis te stellen, hetgeen ook geschied was, zoo als men later hoorde, toen de „Fauna" in de Straat van Gibraltar de „Java" ontmoette. Op 't moment van den aan val was de afstand tusschen de „Fauna' en de „Java" evenwel te groot geweest. De „Rhea". Het avontuur van de „Rhea" is moge lijk nog angstiger geweest. Op de thuis reis van Italië naar Rotterdam en Am sterdam zou dit schip, waarvan een der opvarenden ons iets over het gebeurde vertelde, aan Spanje's Oostkust eei. la ding sinaasappelen innemen. Na Oran te zijn binnengeloopen, waar men den wim pel van de internationale controlecommis sie in ontvangst nam, werd koers gezet naar Castillon, een haven op ongeveer 35 mijl ten Noorden van Valencia. In den morgen van 27 April het zal onge veer half zeven geweest zijn lag de „Rhea" voor de haven van Valencia. Op dat moment naderden uit het Zuiden 2 rechtsche kruisers, de „Canarias" en de „Balearen". Hoewel zij met groote snel heid voeren, openden zij onverwacht 't vuur op Valencia, waar men blijkbaar op een en ander niet verdacht geweest was, omdat even te veren een heele zwerm visschersbootjes uitgevaren was, die in alle richtingen verdween. De klei ne bootjes konden de haven niet meer bereiken omdat een van de kruisers de havenmond en de pieren bombardeerde. „Elk schot was raak" voegde onze zegs man er bij. De visschersbootjes gingen om den Noord, maar toen kregen zij weer den vollen laag van de kustbatterij die het vuur op de kruisers opende. Zoo zaten zij tusschen twee vuren. Ook voor de „Rhea" zag het er niet aangenaam uit, want het schip voer geen halven mijl ten Zuiden van het schootsveld van de kruiser-kanonnen en aangezien zij in Noordelijke richting voeren en de „Rhea" in Zuidelijke richting trachtte te ontkomen, kwamen de projectielen steeds dichter bij het Nederlandsche schip. De kustbatterij speelde ook een eerste viool en wanneer de kapitein dan ook gestopt had, dan was de „Rhea" er hoogstwaarschijnlijk niet zoo goed van afgekomen als nu. Met hard bak boordroer-geven is de „Rhea" er van door gegaan en zoo is het schip tenslot te nog ontkomen, terwijl het bombarde ment doorging. j De „Canarias" had veel zwaarder ge schut dan vroeger, vertelde onze zegs man. Op bepaalde oogenblikken schoot men met een snelheid van 22 per minuut. Na eenige uren kwamen ook nog vlieg tuigen den chaos vergrooten, maar hun bommen troffen de kruisers niet. Met de komst van de vliegtuigen was het eind van het bombardement evenwel geko men, want kort daarop zijn de kruisers verdwenen. De „Rhea" vertrouwde het zaakje niet, waarom zij maar zonder de appeltjes van Oranje de vlucht naar de Straat van Gibraltar heeft genomen, al waar Hr. Ms. „Java" hem veilig gecon- voyeerd heeft. Rundveekeuring, KRUININGEN. Woensdagmorgen werd op het erf van den heer Van Hootegem de Provinciale Rundveekeuring gehou den. Aanwezig 40 stuks. Stieren: Gerard, Stierenver. „De Ver wachting" te Kruiningen, 80 punten, le prijs; Titus, Jan Boone, Kruiningen 77 p. le pr. Eerste kalf koeien: Emma, A. Karei- se 78 p.; Greta idem, 77,8 p.; Lina, Jan Boone, 77,5 p.; Maaike, C. Buizer, 76 p.; Lize, idem, 74,5 p.; allen te Krui ningen. Tweede kalfskoe'en: Ada, Jan Boone, Kruiningen, 78 p. Derde kalfskoeien: Bertha, A. Ka- relse, 79 p.; Ida, Jos. Waverijn, 78 p.; Emma, C. Buyzer, 77 p. Vierde kalfskoeien: Elza: B. v. Hoe ve, Vlake 82 p.; Sant,a, A. Karelse, 79 p.; Mina, C. Buizer, 77 p.; Greta, Jan Boone, 76,5 p;„ alien te Kruiningen; Blis, D. Louwerse, Ierseke 76,4 p. Oude koeien: Boerinne, B. v. Hoe ve 84 p.; Rozaline, Ai. Karelse 83,5 p.; Leni, idem, 82 p.; Mina, Jan Boone 78 p.; Mina, D. Louwerse 76,5 p.; Daatje, C. Buizer, 76 p.; Ann,a, C. Buizer 75 p. Kalf vaarzen: D. Louwerse, le prijs. Eenjarige vaarzen: Joost Waverijn, Kruiningen, le prijs; L. J, Rijke, Ierse ke, 2e, 3e en 4e prijs.- Stierkalveren: C. Buizer, le prijs; P. Rentmeester, Ierseke 2e prijs. Vaarskalveren: Johs, Nieuwenhuijze Lz„ Kruiningen, le, 2e, 3e en 4e prijs; C. Buyzer 5e prijs. RILLAND-BATH. Woensdag had al hier de jaarlijksche rundveekeuring plaats op het terrein v,an den heer J, van Damme. Er werd een uitstekende collectie vee aangevoerd, waaronder verscheide ne beste zware diepe melkkoeien en een beste stier van de vereeniging „De Hoop". De leerzame en duidelijke be spreking der verschillende dieren door den heer Zwagerman, werd door de tal rijke aanwezigen met belangstelling ge volgd, en maakte deze keuring weer tot een zeer gewaardeerde practische les in rundveekennis. Er werden toege kend 9 medailles, uitgeloofd door de landbouw Ver. „Reigersbergh", bene vens enkele geldprijzen. Stieren: le prijs: Dirkjes Cesar van de Stieren ver. „De Hoop"", 79,4 p.; verg. zilveren medaille. le kalfskoeien: le prijs: Nelly van Gebr. Nieuwenhuyzen, med., 82,9 p,; 2e or. Mina, W. F. van Gorsel 79 p. 2e Kalfskoeien: le pr.: Ida, W. C. v, d. Werff, med. 79 p. 3e Kalfskoeien: le pr. M.arie van Gebr. Nieuwenhuyzen, med. 79 p.; 2e pr. Dora van J, van Damme, 76 p. Oudere koeien: le pr.: Mina van Geb, Nieuwenhuyzen, med, 84 p.; 2e pr. Jans, Gebrs. Nieuwenhuyzen, med. 82,5 p.; 3e pr. Rebecca, W. C. v. d. Werff, med, 82 p.; 4e pr. Betsy, Gebr. Nieuwenhuy zen, med., 81,5 p.; 5e pr. Lize, W. C. v. d. Werff, med., 81 p.; 6e pr. Blom, J, v, Damme, med'., 80,5 p.; 7e pr. Emma, W. F. van Gorsel 80 p. Kalfv,aarzen no. 1: J. A, Boot le pr. f 1,50; J. v. Damme 2e prijs f 1,50; W. F, van Gorsel 3e pr. f 1. Kalveren no. 1: W. F. v. Gorsel le pr, f 1. Kalveren no. 2: idem. ONT VANGEN BOEKEN. In de serie Dietse letteren verscheen bij den uitgever J. M'. Meulenhoff te Amsterdam: „Woutertje Pieterse". door Multatuli, bewerkt en verkort door W, Polman Tuin Jzn. Voorts verscheen bij genoemden uitgever ook: „Gysbrecht van Amstel", door Joost van den Von del. Uitgegeven en in de tegenwoordige spelling overgebracht door dr. W. H. Staverman. „Levenszekerheid", door prof. dr. A. M Brouwer, Een aantal overdenkin gen, die bedoelen op een voor ieder be grijpelijke wijze duidelijk te maken, waarom in de 20e eeuw iemand die voor wetenschap en natuur en kunst niet ongevoelig is, uit volle overtuiging het christelijk geloof belijdt. Deze bun del verscheen bij de Erven J. Bijleveld, uitgevers te Utrecht. „Geen personeele belasting meer van pleiziervaartuigen". Een pleidooi voor de afschaffing, door mr. G. L. A. van Dijk. Üitgave Nijgh en van Ditmar N.V. te Rotterdam. Bij den uitgever J. M. Meulenhoff te Amsterdam, verscheen in de serie „Les meilleurs auteurs" de volgende nieuwe deeltjes: „Baba D-ène et Morceau-de-Sucre", par Claude Aveline. Avec introduction et annotat'ons de H. de Noo Bzn. „Tovaritch", par Jacques Deval. Het bekende Fransche tooneelstuk, dat onder den titel „Vorstelijke emigranten" hier te lande opgevoerd werd Annotée par J. Ph. M. van 't Sant. „Hier", Récits du temps .passé, een historisch werkje van den bekenden schrijver Gustave Lenötre Annotés par J. C. Versluys.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 7