S2& GOESGHE COUGANT£!££ IBIS SHAG Dobbefmann lekker... man! WEiESMRiOHT. NUMMER 105. DRIE BLADEN. WOENSDAG 5 MEI 1937. EERSTE BLAD. 180c JAARGANG. INDERDAAD WAAKT! THORBECKE, Pari. Redevoering, 20-XI-'62. ft MIDDELdURqSCHE courant Dagblad Voor Middelburg, Goes en agent schap Vlissingen 2.30, elders 2.50 per kwartaal Week-abonn. in Middelburg en Goes 18 ct. p. w. Advertentiën 30 ct. per regel, Ingez. mededeelingen 60 ct. p. r. Bij contr. voor beide veel lager; tar. op aanvr. Uitgeefster: Naamlooze Vennootschap „De Middelburgsche Courant Bureaux: Lange Sint Pieterstraat te Middelburg. Telefoon: Redactie 269, Administratie 139 Postrekening no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 17. Aangesloten bij het Bureau voor Publiciteitswaarde der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers. Familieberichten en dankbetuigingen I7 j regels 2.10, elke r. m. 30 ct. Rubriek „Kleine Advertentiën", ten hoogste 6 regels, a 75 ct. bij vooruitbetaling Adv. met „Brieven" of „Bevragen bureau dezer cou rant" 10 ct. extra Bewijsnommers 5 cent. Men schrijft ons van andere zijde uit Zeeuwsch-Vlaanderen: Een onlangs in de Middelburgsche Courant opgenomen ingezonden arti kel onder het sensationeele opschrift „Zeeuwsch-Vlaanderen waakt en met een nog meer tendentieuzen inhoud, deed mij een oogenblik opschrikken. Wat zou er dan nu weer aan de hand zijn Gelukkig blijkt het nog al geruststel lend te zijn en is juist het tegendeel van wat die schrijver den lezers wil diets maken, het geval. Er is hier namelijk van de zijde van Gedeputeerde Staten een hoogst ernstig en belangrijk voor stel gedaan in het belang van de streek. Onredelijk is het om dat een aanslag te noemen, waarop dan ook. Men kan verschil van inzicht hebben, maar degenen, die het voorstel hebben ontworpen, zijn zeker met niet minder liefde voor Zeeland en dus voor Zeeuwsch-Vlaanderen, bezield dan de schrijver van dat artikel en hun goede trouw en bedoelen verdacht te maken, is onwaardig. De zaak moet objectief beschouwd worden en er mag niet stemming ge maakt worden tegen iets, dat men zelf nauwelijks bestudeerd, of in zijn gevol gen dóórdacht, heeft. Gevoelsargumenten als de schrijver van het artikel tracht aan te voeren om een poging tot verbetering in het pu blieke beheer eener landstreek te ver ijdelen, zijn hier zeker ontoelaatbaar, waar, consciëntieus en met kalm over leg, wijs beraad noodig is. Zoo poogt ook een ongeteekende cir culaire, aan ingelanden verzonden en uit Yzendijke afkomstig, stemming te maken met allerlei gevoelsargumenten. Alsof de Westelijk Zeeuwsch-Vlaming niet van verre voelt uit welken hoek de wind in dat stuk waait. Inderdaad, Westelijk Zeeuwsch- Vlaanderen moet waakzaam zijn, nu eindelijk de koe eens bij de horens is gepakt en de mogelijkheid tot groote verbetering op allerlei gebied geopend wordt, Het beginsel, dat er op waterschaps- gebied verbeteringen moeten komen, is door de Staten van onderscheidene ge westen al lang aanvaard. Ook in ons ge west. Wij bedoelen nu niet, dat al eeuwen geleden tal van polders in één waterschap zijn gebracht, zoo als Wal cheren en Schouwen of, om ons tot Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen te be palen b. v. Groede-en Baanst, Cadzand, Groot-en-Klein-Baarzande enz., die ook onderscheidene kleine polders bevatten, maar wij hebben het oog op den laat- sten tijd. De Provinciale Staten hebben de wenschelijkheid daarvan erkend, toen zij een bedrag beschikbaar stelden om een hulp aan te stellen bij het voor bereiden hiervan. Herhaaldelijk zijn in de laatste jaren op onderscheidene ver gaderingen, o.a. van den Zeeuwschen Polder- en Waterschapsbond, bespre kingen over vereeniging van polders tot grooter gezagsgebied in één waterschap, gehouden. Natuurlijk beperkt het on derzoek zich niet tot Zeeuwsch-Vlaan deren, al is daar nog kort geleden een uit eenige tientallen van polders be staande waterschap opgericht voor de suatie. Ook Gedeputeerde Staten verstaan blijkbaar hun plicht in dit opzicht uit stekend, want het is toch bekend hoe ook voor andere deelen der provincie vereenigingen in voorbereiding zijn. En de noodzakelijkheid daarvan springt in t oog, nu hoe langer hoe meer door de totaal veranderde eischen, die aan het e eer en de zorg der waterschappen gesteld worden, grootere gemeenschap pen noodig blijken, om den drukkenden last, die op de polders ligt, te verlich ten en toch de zich uitbreidende zorg voor wegen, uitwateringen en dijken te kunnen dragen. Die noodzakelijkheid heeft men ge lukkig ook ingezien in Westeliik Zeeuwsch-Vlaanderen. Het is al weer eenige jaren geleden, dat de vereeni ging van oud-leerlingen van landbouw- cursussen, dit onderwerp voor het eerst behandelde en dat van daaruit de stoot is gegeven tot de instelling van een commissie, uit Westelijk Zeeuwsch- Vlamingen bestaande, om een en an der te onderzoeken. Vele jaren heeft dat onderzoek moe ten duren, omdat eerst leidende kracht ontbrak en het niet gemakkelijk was de noodige gegevens van zooveel pol „Wanneer ik rond zal zeggen, hetgeen ik meen, dan verschil ik vooral hierin van mijn geachten ouden vriend Groen van Prinsterer, dat HIJ Chris tendom uitsluitend beschouwt als iets aparts, als een bijzonder bezit, enkel aan zekere handen wel toevertrouwd, en IK spreek van het Chris tendom als van een algemeen levenselement onzer tegenwoordige maat schappij, gelijk aan de lucht die wij inademen". ders en poldertjes bij elkaar te krijgen, terwijl de commissie toch niet fantas tisch te werk wilde gaan, maar op re- ëelen basis wilde werken. Zoo hebben Verschillende vooraan staande en in ons polderwezen ervaren personen zich reeds lang ingewerkt in de gedachte van noodzakelijkheid van samenvoeging. Ook de drie centrale landbouwmaat- schappijen hébben zich meermalen ge- zamentlijk tot de Regeering gewend, om te trachten betere verdeeling van waterschapslasten en alzoo mogelijk heid van betere vervulling- van de taak der polders en waterschappen te krij gen. Dit heeft geleid tot een uitvoerig onderzoek van Regeeringswege over het geheele land en ook in onze Pro vincie is men daarmede volop bezig; ook hier worden v,an regeeringswege van alle polders uitvoerige gegevens verzameld. De belangen van den landbouw ei schen voor de toekomst, w 1 ons land,1 en zeker ook Zeeland, op peil komen of blijven, voorziening en verbetering op dit gebied. Reeds vóór de Regeering hiernaar vroeg, waren in Zeeland en met name in Westelijk Z. Vlaanderen door eenige leden van de meergenoemde commis sie, in overleg met den Polderbond, de noodige gegevens om te kunnen oordee- len en voorstellen te kunnen doen, ver zameld. Er was dus door een actie, uit Wes telijk Zeeuwsch-Vlaanderen zelf be gonnen, daar reeds geploegd en de ak ker was dus voorbereid, toen de Pro vincie principieel besloot de zaak der waterschappen van deze zijde aan te pakken. W,as dat in een ander deel der Prov ncie geweest, misschien zoude men dan voor dat andere deel eerst voor stellen hebben ontworpen. In ieder geval: voor Westelijk Zeeuwsch Vlaanderen springt het be lang in het oog voor een ieder, die de kaart van het land kent en die onbe vangen en onpartijdig, zonder ook maar in de verste verte persoonlijke belangen er bij te hebben of te laten gelden, de zaak beziet. Het behoeft toch wel geen betoog, dat het oneindig veel beter is voor he den en toekomst een streek van on geveer 25,000 hectaren door een, een eenheid vormend bestuur te laten be- heeren, hoe groot het aantal leden daarvan ook zij, dan door ongeveer tweehonderd personen, die verdeeld zijn in groepjes, die afzonderlijk de zelfde zeggenschap hebben over klei nere, soms zelfs over heel kleine stuk ken grondgebied! D,at moge nu wel, zooals de Yzendijk- sche schrijver in zijn stemming maken de, sent'menteele circulaire de inge landen beduiden wil, „gezellig" zijn, maar een ieder begrijpt toch, dat dit noodlottig kan worden voor een streek die als een eenheid beschouwd dient te worden en waarvan alle onderdee- len, waarin zij nu door den loop dei- omstandigheden gespitst zijn geworden, samenhangen en samen moeten werken, zal zij economisch tot ontwikkeling kunnen komen en in de toekomst niet achter komen bij andere deelen van het vaderland, in grootere gezagsgebie- den ingedeeld. Zijn er voor de gemeenten dikwijls vele redenen, die tegen samenvoeging pleiten, en kunnen deze gemeenten dik wijls hun sociale taak en roeping voor een kleinere gemeenschap ook tame lijk wel vervullen, al zijn zij niet zoo groot, bij de polders is dat geheel an ders. Het is bv. niet waar, wat sommigen beweren, dat de wegen, buiten de pri maire en secundaire, zoo puik zijn. Ze ker zijn de vor'ge eeuw dikwijls, met behulp van rentelooze voorschotten van de Provincie, in de polders vele we gen verbeterd en van slik- en zand- of kleiwegen grind- of steenslagwegen ge maakt. En nog later, toen de bieten cultuur dat noodzakelijk maakte, zijn dan de befaamde keiwegen aangelegd, omdat het belang der ingelanden dat eischte, maar nu worden er aan die wegen 'n het algemeen belang, en ei genlijk toch ook in het belang van inge landen zelf, in toenemende m,ate, geheel andere eischen gesteld! Het motorver- keer neemt hoe langer hoe meer toe, ook op het gebied van het vervoer der landbouwproducten. En hoe langer hoe meer kpmenizij, die de dorpen, de ge huchten, de hofsteden moeten bezoe ken voor hun zaken, de bewoners der steden of grootere centrale plaatsen als Oostburg, IJzendijke, Sluis, Aardenburg e.,a., daar mét auto's. Het is niet voor het pleizier van een personen-autorij der, dat de wegen n breedte en in wegdek verbetering behoeven, maar het is wel degelijk een behoefte voor de zakenlieden en dus is het var. belang voor hen, maar tevens ook voor dege nen, die zij bedienen, voor de landbou wers. Ook bij deze zelf neemt het mo- torverkeer toe en steeds meer gaat het vervoer der landbouwproducten, ook van de massaproducten, als suikerbie ten, per motor. Nu is het onmogelijk voor de kleine polders, zelfs al beslaan zij eenige hon derden hectaren, de wegen daarvoor op pe 1 te brengen en te houden. Dit is wel een der allergrootste voordeelen van een samenvoeging tot een grooter gezagsgebied. Daardoor komt het be heer der wegen, der verkeersaders in een streek, in één hand. Daardoor al leen is fin.antieel afdoende verbetering mogelijk, omdat dan allen een kleinig- he d er in mee betalen en de omslag over zoo'n groot gebied per hectare of gebouwd eigendom voor dit doeleinde zeer weinig behoeft te zijn. Maar bovendien: ook administratief is het alleen op d e wijze mogelijk. Nu kan het voorkomen, dat een niet onbe langrijke verbindingsweg door of soms langs a 5 polders of meer loopt en dat nog yerscheidenen ter van profi teered, zonder ooit een cent er voor te betalen, terwijl de onderhoudsplich tigen er niet tegen op kunnen. De een verbetert en onderhoudt best; de an dere het volgende stuk van den weg slecht en ondoelmatig. In vroegere eeuwen werden de dij ken voor het onderhoud verkaveld, tot men inzag, dat dit dijksonderhoud geen zaak is van partijculier belang, maar van publiek belang en het onderhoud werd gemeen gemaakt en geschiedde door de gemeenschap. Zoo ook is het onderhoud en is de verbetering van de wegen n et iets voor de particuliere polders, maar voor de gemeenschap, voor heel de streek, is het een groot al gemeen belang, terwijl het bijzondere, particuliere belang daardoor gediend wordt als begrepen in het algemeene. Verandert de toestand in Zeeland en met name ook in Westelijk Zeeuwsch- Vlaanderen ten dezen niet, dan blijft de Provincie verre achter bij vele andere provinciën, gelijk zij juist door de ver brokkeling van gezagsgebied d,at eeuw en lang is geweest. Maar nu klemt dat alles veel meer, nu het platteland tot veel meer activiteit en ontwikkeling is gekomen en naar omhoog streeft. De welvaart der streek en de Provincie is hier in 't geding en de Staten, die zoo menigmaal blijk van breeden kijk op de dingen .gaven zullen hopentlijk zich ook nu weder weten te verheffen boven kleingeestige, bijzondere belangenpo- litiek; zij zullen wijder zien, overeen komstig hun eed en plicht. De anonyme schrijver uit Yzendijke is blijkbaar wel heel conservatief en op zoodanigen leeftijd gekomen, dat hij niet goed meer ziet. Tenminste hoe hij kan zeggen, dat de wegen zoo best zijn, zal ieder, die het land kent, een raadsel noemen. Ja zeker, dat zeggen ingelan den van een polder als men om een bijdrage komt ter wegsverbetering. Dan heet het geen landbouwbelang, voor ons boeren goed genoeg. Maar dat is immers niet juist Zoo mag toch een voorganer en leidinggevend persoon niet spreken, als hij zijn verantwoorde lijkheid begrijpt Wij behoeven slechts op een paar wegen te wijzen van Yzendijke naar Biervliet. Is die weg voldoende Van VOOR OE PUP Rookt IBIS bij voorkeur uit een IBIS-pijp. Bij Uw winkelier verkrijgbaar. (Ingez. Med.) Breskens naar Hoofdplaat, is die weg goed Zijn dit geen belangrijke ver bindingen Kunnen die ooit door de onderhoudsplichtigen van het heden fi- nantieel zoo verbeterd en onderhou den worden als noodig zou zijn en in dien al, zpu het dan billijk zijn, dat daarin de grootere streekgemeenschap, die er v,an profiteeren zou, niets be taalde? En zoo zijn er tal van andere voor beelden. Wat ik schrijf zou te lang worden als ik nog een en ander over de uitwate ringen ging schrijven, maar het is toch wel genoegzaam bekend, dat men ook in Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen in toenemende mate met moeilijkheden hier te kampen heeft Ik denk, dat de Provinciale Waterstaat hieromtrent zeer veel te vertellen heeft. En dat komt niet, omdat die polderbesturen niet goed willen, maar evenals bij de wegen, omdat zij niet kunnen. Er zijn verscheidene uitnemende polderbe stuursleden met ruimen blik begaafd en zij kunnen, als er een groot water schap is, daarin natuurlijk een belang rijk besturende plaats innemen en juist tot grooten zegen der streek in zijn ge heel arbeiden. Maar nun ontbreekt de gelegenheid en het vermogen nu, zoo wel financieel als administratief. En wanneer dan, gelijk uit het voor stel van Gedeputeerde Staten blijkt, buiten die groote voordeelen en nog zéér, zéér veel meer, die hier ter wille van het bestek niet uiteengezet kun nen worden, de ingelanden voor verre weg het grootste gedeelte nog aanzien lijk minder belasting zullen moeten be talen, dan is het toch niet redelijk dat men zich verzet ft Zelfs wanneer het noodzakelijk is door de grootere gemeenschap en om vangrijker, intensiever beheer, hoofd- personeel aan te stellen als het voor stel aangeeft, worden de kosten nog minder. Bleven zij gelijk, of werden zij iets meer, dan zou tóch het belang der streek het eischen, omdat het uitein delijk immers grooter persoonlijke en gemeenschapsvoordeelen met zich zou brengen, maar hier wordt het nog min der. Zeker is het waar, dat er ontvangers^, griffiers en andere ambtenaren, voor zoover aanwezig, „op stal zullen wor den gezet", maar zij komen, behoudens toch altoos mogelijke aanstelling bij het nieuwe waterschap, op wachtgeld. Al moge voor een enkele ontvanger griffier het een aardige bijverdienste zijn, de inkomsten van hen ,als zooda nig, zijn vanwege de kleinheid der pol ders en hun administratie zoo gering, dat het toch een bijbetrekking is. En bovendien mag het belang van een enkele n et een hoogst noodige en be langrijke zaak tegenhouden en bij voort- duur de streek gansch onnoodig en on nuttig grootere finantieele offers vra gen d,an anders het geval zal zijn. En waarom zouden niet van de best daarvoor geschikte ontvanger-griffiers gebruikt kunnen worden bij de nieuw opgezette admin:stratie? Daar is toch ook personeel voor noodig, zij het na tuurlijk lang zooveel niet als thans? Wat de polderbestuurders betreft, het is juist een groote aantrekkelijkheid DONDERDAG 6 MEI (Hemelvaartsdag) ZAL ONS BLAD NIET VERSCHNJNEN. Verwachting tot morgenavond; DE BILDT: Meest matige, wellicht toenemende W. tot N. wind, gedeelte lijk bewolkt, weinig of geen regen, iets koeler. UKKEL: Matige winden uit W. tot N.W. richtingen, afwisselend heldere en be wolkte hemel, enkele regenbuien, mis schien plaatselijk onweer, koele tempe ratuur met een nachtelijk minimum van 7 tot 2 graden. Morgen matige winden uit W, tot N.W. richting bewolkte tot heldere hemel, wei nig of geen regen, matige temperatuur. Wo 5 Mei. Zon op: 4 h 24; onder 19 h 31. Licht op: 20 h 01. Maan op: 1 h 49; onder 13 h 07. Do 6 Mei, Zon op: 4 h 22; onder 19 h 32. Licht op: 20 h 02. Maan op: 2 h 08; onder: 14 h 24. N.M.: 10 Mei. Hoog- en Laagwater te Vlissingen; Mei. Hoogwater. Laagwater. Wo. 5 8.28 20.52 2.09 14.48 Do. 6 9.41 22.07 3.34 16.07 Vr. 7 10.41 23.01 4.40 17.02 Hoog- en Laagwater te Wemeldinge; Mei. Hoogwater. Laagwater Wo. 5 9.55 22.24 3.04 15.53 Do. 6 11.08 23.42 4.27 17.12 Vr. 7 12.21 5.35 18.09 v,an het voorstel, dat het mogelijk maakt deze in het groote verband als bestuurders op te nemen. Het bestuur zal immers berusten bij hoofdingelan den. Het college van hoofdingelanden bestuurt en heeft zeer groote bevoegd heden. Men leze daartoe het ontwor pen reglement. Dat bestuur is opzette lijk groot genomen, om u t alle deelen van de streek de noodige menschen te kunnen nemen. Vinden de polders dat er nog meer moeten zijn dan 32 en 32 plaatsvervangers of 64, welnu, dan stel le men voor, het getal bestuurders te verhoogen tot bv. 80. Dan kunnen ze ker alle daarvoor geschikte tegenwoor dige polderbestuurders er in opgenomen worden. Maar dan is dit hef groote verschil, dat zij thans een veelheid vor men en verdeeld zijn over kleine, soms zeer kleine geb eden, dan een eenheid vormen, die met andere samen het ge heel en daarin het onderdeel besturen. Zij kunnen dan toch w,aken voor de bijzondere behoeften en nooden van het onderdeel, m.aar het wordt altijd be schouwd en behartigd in verband met het geheel. En wat de ingelanden be treft, volgens het voorstel is het^stem- recht, de stembevoegdheid, veel alge- meener dan thans, zoodat veel meer personen zullen kunnen medewerken en invloed uitoefenen. Dus geen beknot ting van rechten 'n dit opzicht. Volmaakt is zeker ook het voorstel en het ontwerp-reglement, evenmin als de toelichting, niet, maar, is het geen warme plicht om te erkennen, loyaal te erkennen, dat daarachter een reuzen arbeid zit, met groote toewijding en kennis van zaken verricht? Verdient dit niet allerwege groote waardeering? Critiek is gemakkelijk, maar iets ont werpen en stellen als wat hier geboden wordt, is een machtig werk. Ieder die een beetje thuis is in ons polderrecht en polderwezen zal eerbiedig de pet of hoed hiervoor afnemen! Het werk en bedoelen verdient ernsti ge waardeering en beschouwing en geen sensationeele, geen stemmingmakende geen verdachtmakende bestrijding. Hartstochten opwekken 's geen kunst. Verstandig, vastberaden, door kv/aad en goed gerucht, naar den eisch v,an zijn geweten en met kalm, verstandig over leg het algemeen belang dienend, zijn weg gaan, is hier geboden. En dan wel willende en opbouwende critiek, als men van oordeel is, dat het een of ander be ter anders geregeld zoude zijn, en met goede argumenten. Slechts enkelen zul len na degelijke kennismaking en bestu deering over de ontwerpen kunnen oor- deelen. Zij mogen dat dan ook in het belang van ons gewest doen! Het gaat hier niet om bijzondere, par ticuliere belangen, maar om een instel ling van publiek belané: om het publiek rechtelijk beheer en bestuur van een

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 1