PRESTO Een beetje Waarschijnlijkheidsrekening. INGEZONDEN STUKKEN. PÊRSKRÖNIEK. LESSEN VAN SPANJE, POLDER WALCHEREN. Het nieuwe gemaal te Ritthem kwam 10 iiovemoer gereed en werd terstond in verband met den regenval, in werking gesteld. Van génoemden d,uturn af heeft het gemaal veel gewerkt en in 1936 nog rond 1.5 m llioen m3 water uitge slagen, welke hoeveelheid overeenkom i met een schijf water ter dikte van 5 cm. Het gemaal verbruikte rond 10,600 kwu. Hoewel de bouw van dit gemaal door verschillende omstandigheden aan zienlijk vertraagd werd, heeft de water stand van het deel, dat er door bema len wordt hieronder gelukkig niet te lijden gehad, daar het 'n werking trad juist voor de hevge najaarsregens. De installatie beantwoordt geheel aan de verwachtingen; gebleken is, dat met de combinatie van gemaal, spuiboezem en sluizen, de waterstand afdoende kan beheerscht worden. Voor verbetering van den wate^iievoer naar dit gemaal werd een gedeelte van den Zuidersluis watergang uitgebaggerd. Daarop is de baggermolen naar de Oostwatering ver voerd en baggert thans den Veerschen watergang uit. Deze watergang is sterk verondiept, waardoor het overtollige water nabij Veere niet spoed'g genoeg naar het gemaal bij Middelburg kan vloeien. VOOR DE SCHOONMAAK Sp&cöaÉs CXcuTJ^ecUngf De aagöche Post" meent dat eT wel let. mg te trekken is uit de moei lijkheden waarmee de gezamenlijke fascisten in 'Spanje te worstelen heb ben en de échecs welke 'ij leiden, 'o,a de nederlaag' der Italiaansche troepen bij Madrid. „Het getal der gevangenen, de om vang van het verloren materiaal en vooral ook het karakter van de paniek onder de Italianen is grooter nog ge weest, dan de eerste berichten deden vermoeden. Zulke dingen kunnen fnui kend zijn voor het gezag van een mo gendheid, die op haar mil tair prestige wil leven. De Duitschers hebbep dat reeds ervaren, naar aanleiding van de teleurstellingen, die zij hebben be leefd met hun nieuw krijgsmateri.aal. De gebreken daarvan zijn, door de lessen in den Spaanschen burgeroorlog opgedaan, 'n de heele wereld bekend geworden. Sedertdien is Berlijn, volko men terecht, voorzichtiger geworden in zijn internationaal optreden. De hooge leiders hadden eerst het volste ver trouwen in de oorlogsmachine, die zij uit den grond hadden gestampt. Zij heb ben de betrekkelijkhe d van de w.aar- de ervan nu juister leeren inzien. Zij weten nu weer, dat ook Duitsche sol daten en Duitsch oorlogsmateriaal met de gewone maten van deze wereld ge meten moeten worden. Tegelijkertijd is de suggestie geweken, die de Duitsche wapening op zeer velen in de bu'ten- wereld uitoefende. Zij meenden, dat In Duitschland Veeds een strategische stoomwals gesmeed was, die, als zij in beweging werd gebracht. Spdere hin- dern's zou verpletteren. Men heeft ge zien, aan de proefneming in Spanje, dat aan die onweerstaanbaarheid nog ,allerlei ontbrak. Nuchterder beschou wingen zijn sedjertdien in zwang ge komen, en daarmede 'n krachtiger po litiek tegenover Duitschland. Men heeft het eerste, belangrijke verschijnsel daarvan reeds gezien, naar aanleiding van het optreden .der Duitschers in Spaansch Marokko. Frankrijk durfde en Berlijn week terug. Wij herinneren ons een andere, voor den vrede nuttige, les, van dien aard. Het was bij gelegenheid van de aanval len der Japanners op Sjangh,ai. Daarbij bleek minder de voortreffelijkheid van de Chineesceh soldaten, dan wel de betrekkelijke waarde van den onzelf standig ageer enden Jap,unschen soldaat in den modernen strijd. Dit echter was niet het belangrijkste, van veel grooter gewicht nog was, dat een zeer groote Japansche vloot, die gedurende weken onder de gunstigste omstandigheden de Chineesche Woesoengforten h,ad be schoten, heel weinig artilleristisch ef fect had bereid. Dit geschiedde, terwijl oorlogsschepen van alle naties, met hun keur van deskundigen aan boord, bij 't schouwspel toezagen, en die deskundi gen na afloop van den strijd, dit .artil leristisch effect rustig ter plaatse had den kunnen keuren. Het heet, dat de milita:re en maritieme attaché's der groote mogendheden vrij opgewonden rapporten hadden geschreven over de lessen van dezen strijd aangaande de schietvaardigheid van de Japansche vloot en het vermogen tot manoeu vreeren van den Jap,anschen soldaat. In het bijzonder moeten de Russen er hun leering uit getrokken hebben. Van dat oogenblik af hebben zij pre cies geweten, hoe de positie in Ooste lijk Siberië te behandelen, Zonder die ervaring, zoowel aan Japanschen als aan anderen kant, hadden wij misschien reeds heel andere dingen in Oost-Az beleefd. Ook bij die gelegenheid was een suggestie verdwenen. Mussolini moet na het gebeurde in Spanje, met hetzelfde gevolg rekening houden. Men bekijkt de hechtheid van zijn militare apparaat nu met heel .andere oogen. Dat is zeer v^l te merken aan de ge ruchten, die nu in omloop zijn. De ijze ren tucht in het fascistische leger, waaraan ieder geloofd heeft, zou vol strekt niet zoo zeker zijn. Ital'aansche soldaten zouden gfeweigerd hebben verder te vechten. Ja, er zou muiterij zijn geweest op schepen, die met Ita- j Haansche" soldaten op weg naar Span je waren. Men ziet, een geloof in de wereld is geschokt, onverschillig of deze geruchten al dan niet ju st zijn." j Jaarverslag 1936 Volgens het jaarverslag van den Pol der Walcheren, daalde in 1936 de schuldenlast van f 1,253,300 tot f 1,226,750. Nad,at Januari van het verslagjaar vrij stormachtig was, kwam er in de eerste helft van het jaar geen storm van beteekenis meer voor. In de twee de helft van het jaar waren de storm perioden talrijker met meestal wind uit West tot Noord Westelijke richting. Vooral de Noordwesterstorm op 1 De cember w.as zeer hev g en ging gepaard met een zeer hoogen vloed en zware golfslag, waardoor aanzienlijke schaden in de steenglooiing aan den Westka- pelschen zeedijk ontstonden, terwijl op enkele plaatsen in het bovendijksbe- loop grond verloren ging. Aan de paal hoofden vóór den zeedijk en aan de staketwerken werd veel schade toege bracht. Eveneens waren de schaden aan de rijshoofden op de stranden aan de Noordwatering zeer belangrijk. Op het Zuiderstrand nam de duinvoet bij na over de geheele lengte af, terwijl de rijspakking tusschen de strandpalen 4 en 6 over de geheele lengte wegsloeg en de daarin staande paalrijen werden beschad gd. De afname van den duin voet af tusschen de strandpalen 517 en 5785. Vooral op dit laatste sirand- vak was de achteruitgang van den duinvoet zeer belangrijk en bedroeg 5 tot 19 m. De kosten van herstel der stormschaden aan de Noordwatering bedroegen f 52.040. Aan de Oostwatering kwam geen noemenswaardige stormschade voor. Ook aan de Zuidw.atering was de stormschade gering en werd door de vaste arbeiders hersteld. In den morgen van 30 Juni is het Nederlandsche mo torschip „Bloemfontein" gestrand doch later vlot gesleept zonder schade van beteekenis te hebben aangericht. Op 21 October dreef het motorschip „Beth" uit Oslo op de bestorting van den zeedijk, de aangerichte sch.ade van f 4986 is vergoed. .De stormschaden aan de Westwate ring waren d't jaar voor deze watering vrij aanzienlijk. De herstelling daarvan is nog niet geheel afgeloopen, cie kos ten zullen vermoedelijk f 2700 bedra gen. De totale regenhoogte heeft bedra gen over het geheele jaar 790,6 mm, tegenover 676.9 mm in 1935 en 558.2 in 1934, zij was dan ook boven het nor male. Het gemaal, dat het ideel van den polder bewesten het kanaal be maalt, dus de Boreel, heeft dit jaar zeer veel gewerkt, vooral in het begin en aa/i het e:nde van het jaar. In dit jaar werd rond 25.9 millioen m3 wa ter uitgeslagen tegenover 8.4 millioen m3 in 1935 en 4.6 millioen in 1934. De uitgeslagen hoeveelheid komt overeen met een schijf water ter dikte van 18.5 cm over de oppervlakte, welke De zaak staat zoo: één van de twee moet een glasharde leugenaar zijn ditmaal. Er is, men heeft er gisteren ook in ons blad iets over kunnen lezen, dezer dagen weer wat deining over de publicatie in ,,De Groene", van een gesprek tusschen zekeren heer A. M. Brouwer en zeke ren heer A. A. Mussert. Wij hebben ons gisteren tot de feiten bepaald. Thans zouden we aan den achtergrond ervan eens een bespiegeling willen wagen. Het ging om een aantal zeer krasse dingen, welke de heer Mussert in een half-particulier gesprek tegen den heer Brouwer gezegd heette te hebben. Din gen van dit kaliber: „prof. Van Asbeck zullen wij wel uitmesten en dat kunt ge hem uit mijn naam zeggen ook"; „prof. an Embden is een landverrader"; van Mevrouw Kluijver, referendaris aan het departement van buitenlandsche zaken: „dat wijf, dat wel eens schrijft, maar nooit goed"; de R.K. geestelijkheid be staat, over het algemeen, uit „volksver- dommers" „die we wel zullen oprui men".... en dergelijke zaken meer Het komt nu, ontdaan van allerhande bijkomstigheden, kort en goed hier op neer: 1. Ir. A. A. Mussert zegt: ik heb nooit of te nimmer deze of zulke dingen tegen den heer Brouwer gezegd. 2. De heer A. M. Brouwer zegt: al les wat ik geschreven heb, is letter voor letter waar. .- Een kind kan nu begrijpen: Eén van tweeën moet hier liegen dat hijzwart ziet. Want het gaat hier niet om nuances, om uitleg of opvatting of woordkeus in de weergave, om overdrijving of tenden tie, neen, Mussert zegt: ik heb niets van dien aard gezegd, Brouwer zegt: hij heeft alles precies zoo ge zegd. Hier liegt een van de twee staal hard tertium non datur, Er doen zich nu de volgende hoofd vragen voor: 1, Is het mogelijk of waarschijnlijk of geheel onwaarschijnlijk dat de heer Mus sert zulke dingen gezegd zou hebben? 2. Is het mogelijk of waarschijnlijk of geheel onwaarschijnlijk dat de een, of dat de ander thans liegt? Wat punt 1 betreft: wij achten het niet volstrekt onmogelijk, en zelfs niet geheel onwaarschijnlijk, dat men in N.S. B.-kringen wanneer men onder elkaar is, althans wanneer men niet spreekt in de wetenschap of de onderstelling, dat hetgeen men zal zeggen aan de open baarheid prijs gegeven zal worden, zich uitlaat in den trant als door den heer Brouwer is geschreven. De geestesge steldheid, zooals die door de Nederna- zische pers tot uitdrukking wordt ge bracht, doet de totale onwaarschijnlijk heid van zulke denkbeelden en zooda nige woordkeuzetoch op z'n minst onwaarschijnlijk lijken. Indien de heer Brouwer een Heilssol daat bijvoorbeeld in privé zou hebben laten rooken, jenever drinken en gods lasterlijke taal uitslaan, dan zou men zeggen: dat is tpch wel erg onwaar schijnlijk; van wat de heer Brouwer den heer Mussert laat zeggen, zal de buiten staander echter alleen denken: als Mus- bemalen wordt. Verbruikt zijn 303,400 kwu, tegenover 111,000 kwu in 1935.. Het plan tot verbetering van den weg van Westkapelle n,aar Domburg kwam in den loop van 1936 tot uitvoer ing; de weg werd echter nog niet door de Provincie 'n beheer en onderhoud overgenomen. Ook de verbetering van den Noord- weg tusschen St. Laurens en Seroosker- ke en de (verbetering van de bocht in dien weg aan de Westzijde van de kom van Serooskerke kwamen tot stand. De verbetering van het nog overblijvende gedeelte van den Noordweg tusschen Oostkapelle en Domburg kon tot dusver bij gebreke aan overeenstemming tus schen Ged. Staten en het Dag. polder bestuur, over de daarvoor opgemaakte plannen, niet ter hand worden genomen. Het dag. bestuur .hoopt, dat het voort gezette overleg in 1937 zoodanig resul- ,aat zal hebben, dat het voorstellen kan doen tot het uitvoeien van de wel zeer urgente verbeteringen aan dit wegsge- deelte. EEN EXTRA DIJKGESCHOT. Het Dag. bestuur van den Polder Walcheren heeft bij de algemeene verga dering een voorstel ingediend om over 1937 een buitengewoon dijkgeschot van de ongebouwde eigendommen te heifer, van f 2 per ha, wat in totaal f 33,840 zal opbrengen. Het D,ag. bestuur wijst er op, dat voor het herstel van stormschade over 1936 reeds f 55,000 is betaald en in beg'n 1937 3000 scheepston zuilenbasalt voor f 30,000 is aangekocht, omdat de voor raad aan de Noordwatering was opge bruikt. Een deel van deze bas,alt zal ge bruikt worden voor het definitieve her stel van de in 1936 :'n de steenglooiing ontstane gaten, zoodat een gedeelte var> het bedrag van f 30,000 ten laste van den dienst 1936 behoort te worden ge bracht. Het bedrag voor 1936 worut dat> f 65,000 terwijl slechts f 30,000 is uitge trokken, zoodat nog f 45,000 moet wor den gedekt. Vermoedelijk zou nog on geveer f 10,000 kunnen worden gedekt uit het overschot van 1936 op andere posten en zou dus een nadeelig slot van ongeveer f 25,000 overgaan naar den denst 1938, In 1938 zal op de posten inkoop van pensioen en aflossing van leeningen s,a- men f 6975 minder worden uitgegeven dan in 1937. Het laatste jaar begon ech ter met f 33,000 voorcleelig saldo 1A35, of f 58,000 gunstiger dan 1938 zou be sert dat zoo gezegd heeft, dan is het toch wel erg onvoorzichtig om zich zoo in de kaart te laten kijken! Omtrent de waarheid is hierme de nog niets gezegd omtrent de waarschijnlijkheid van de mogelijkheid slechts. De tweede vraag is nu die naar de mogelijkheid, waarschijnlijkheid of on mogelijkheid, dat een van tweeën zou liegen. Waarbij men, als gezegd, in het oog dient te houden, dat a priori uitge sloten is, een oplossing te vinden, waar bij deze tegenstellingen verzoend worden: één van de twee moet be wust glashard liegen. Nu zal vermoedelijk voor de partij gangers van den heer Mussert de zaak heel eenvoudig zijn: de onderstelling, dat de bijkans bovenmenschelijk vereer de voorganger een leugenaar zou zijn zelfs een leugenaar-om-bestwil is doodgewoon majesteitschennis, zoo niet erger. The King can do no wrong en de Leider spreekt natuurlijk de waarheid en dus moet die(vul maar in) van „De Groene" liegen, en daarmede uit. Zoo simpel vermogen w ij de zaak echter vooralsnog niet te zien. Ten aanzien van de betrouwbaarheid der beide in het geding zijnde personen beschikken wij niet over meer dan vage aanwijzingen. De heer Mussert is ons altijd als een man-van-eer afgeschilderd, en er is ons niets van het tegendeel be kend; van den heer A. M. Brouwer ver namen wij, dat het een door-en-door fatsoenlijk man is, dien men niet tot het uit z'n duim zuigen van dit interview in staat acht. Dat brengt ons dus ook al niet verder. Laat ons dan nu eens onderzoeken hoe de toestand er voor ligt, A. wanneer Mussert de waarheid in ginnen. Er zal dat jaar dan f 51,000 on gedekt zijn en dit zou leiden tot f 3 per ha verhooging van het dijkgeschot. Daarom geeft het dag. bestuur de voor keur aan zijn voorstel om nu een bui tengewoon geschot van f 2 te heften, waardoor de f 35,000, die boven ge noemd zijn, ongeveer gedekt zijn, EEN GEMAAL TE VEERE. Nu het deel van den polder Walche ren bewesten het kanaal door Walche ren bemalen wordt door het gemaal „Boreel" en het deel ten Oosten van genoemd kanaal en ten zuiden van het kanaal door de Oude Arne bemalen wordt door het gemaal te R tthem, kan alleen in het Noordoostelijke deel van den polder de waterstand nog niet vol doende beheerscht worden. Wel wer den in 1933 eenige werken ter verbete ring van de afwatering v,an dit deel, bestaande in het uitbaggeren van den ArnemuideniVeerschen watergang van de sluis tot den Oranjepolderschen weg en het nieuw maken van 7 du kers in dien watergang uitgevoerd, tengevolge waarvan bij gunstige buitenwaterstan den een grootere hoeveelheid water dan voorheen gespuid kan worden, maai een afdoende oplossing van het vraag stuk der ontwatering werd daarmede niet verkregen. Zooals destijds reeds ge zegd is, waren deze werken niet afdoen de doch zouden ook noodig zijn als tot stichting van een gemaal zou worden overgegaan. De ervaring heeft dit vooral eind 1936 en begin 1937 bewezen. Er kwamen waterstanden voor, die een be hoorlijk gebruik van de gronden vrijwel onmogelijk maakten. Van November 1936 tot en met Maart 1937 werd 5 maal een stand boven 40 plus zomerpeil ge constateerd en een maal van bijna 50 plus, terwijl het pe'l zelden onder zo merpeil daalde. Ook in normale jaren is het behoud van het gewenschte peil op 20 min Z.P. niet zonder bemaling te verzekeren. Terecht vestigden een 50- tal eigenaren en gebruikers van gronden in dat deel van den polder bij een adre; van 17 December 1935 er de aandacht op, dat zij wel meedragen in de lasten van de bemaling der andere deelen, doch daarvan geen genot hebben. Het dag, bestuur heeft toen aan den ingenieur opgedragen een nader onder zoek in te stellen naar de kosten van bemalng van dit deel van den polder. Daarop heeft het d,ag. bestuur bij brie! van 16 Januari 1936 den minister van Landbouw en Visscherij gevraagd, den polder een bijdrage vanwege het rijk te verleenen in de st'chtingskosten van het ontworpen gemaal, dan wel te be vorderen, dat de stichtingskosten door hef werkfonds aan den polder zou wor den voorgeschoten, gedeeltelijk a fonds perdu en gedeeltelijk tegen een geringe rentevegoeding. De Minister heeft tot inwilliging van het eerste deel van d't verzoek geen vrijheid gevonden, doch zich bereid verklaard, de plannen in de aandacht van het Werkfonds aan te be velen, Het gevolg van een en ander is geweest, dat het Werkfonds alleen f 33,000 wil leenen tegen 2 pet. en af lossing in 25 jaar. De raming is intus- schen door de stijging der materiaalprij- zen gestegen tot f 40,700, doch net dag. bestuur vertrouwt dat het Werkfonds ook dit hoogere bedrag zal willen lec nen. Het gemaal is ontworpen deels in den watergang en deels in den zeedijk nabij de Óostersluis O.Z. te Veere. De door het gemaal te bemalen oppervlak te is rond 1110 h,a, waarvan rond 740 behooren tot Walcheren en rond 370 tot verschillende achtergelegen polders. Het dag. bestuur stelt voor tot het st:chten van het gemaal en het aangaan der leening tot een bedrag van f 40,700 te besluiten. dezen spreekt; B. wanneer Brouwer de waarheid in dezen spreekt. A. Heeft Mussert de waarheid ge sproken, dan kan niet anders gezegd worden dan dat de heer Brouwer een doortrapte deugniet is. De publicatie van een gefantaseerd persoonlijk onder hout, hetwelk indien het waar zoude zijn, in hooge mate compromittant voor den betrokkene zoude wezen, is niets minder dan een schurkenstreek waar voor wij de diepste verachting zouden hebben. Brouwers beweeggronden zouden dan slechts politieke drijfveren van het aller laagste allooi geweest kunnen zijn. B. Heeft Brouwer de waarheid gesproken, dan geldt het vorenstaande echter niet in gelijke mate van den heer Mussert. Want dan hééft Mussert inder daad in een onbewaakt oogenblik een onvoldoende wacht voor de omheining zijner tanden gezet, en dingen gezegd, die, toen ze hem zwart op wit tegen- grijnsden, niet alleen voor hemzelf, maar voor zijn geheele beweging, in de hoog ste mate compromittant waren. Naar ons gevoelen althans zou een erkenning zijnerzijds: „dat héb ik zoo gezegd". de persoon van den „Algemeenen Lei der" onmogelijk gemaakt hebben. Hij zou dan van het tooneel moeten verdwij nen, daarmede misschien de geheele be weging, waaraan hij zijn hart natuurlijk verpand zal hebben, wellicht groote, mogelijk zelfs onherstelbare schade toebrengende. En daar stond dan voor hem tegen- oer: een glasharde ontkenning, waarbij een politieke tegenstander, een „volks genoot van den derden rang", een „marxistisch-georiënteerd hulppredikèr- tje" tot leugenaar wordt gemaakt.... Is de „groote zaak" (in Musserts oogen dan) dat niet waard, ja, eischt zij dat (Ingez. Med.) MISLEIDEND. In een strooibiljet der N.S.B., dat zich in de eerste plaats tot het platteland hier in Zeeland wendt, lees ik: „Ondanks alle terreur, ondanks alle laster en smaad door het politieke lijfor gaan der Vrijheidsbonders en Vrijzinnig Democraten in Zeeland over de N.S.B verspreid, zal het Zeeuwsche volk in stinctief gaan beseffen, dat er een nieuwe op christelijken bodem staande samen, leving op komst is, waar de Nationaal Socialistische Beweging onder leiding van Ir. Mussert de wegbereidster is, een samenleving, waarin ook het platteland de plaats zal krijgen, die het toekomt- een eerplaats!!" Dus een „eereplaats" aan de platte landers! En wie onder hen een nieuwe op christelijken bodem staande samenle ving wenscht, stemme opMussert! Hoe misleidend is dit alles! Het komt ons voor, dat de „eereplaats" die hier wordt toegewezen aan de plat telanders, toekomt aan ieder, die nut tigen arbeid verricht en dat de N.S.B. hierover toch eigenlijk ook niet anders denkt. En verder zijn wij van meening, dat de voorstanders van Christelijk onder wijs en Christelijke scholen, van de N.S.B. niets hebben te verwachten en dat Ir. Mussert, die den zeer onchriste- lijken oorlog tegen Abessynië heeft er- dedigd en gebillijkt, moeilijk een „Chris telijk Leider" genoemd kan worden. Moge deze Leider nooit de Leider worden van het geheele Nederlandsche Volk! Moge voor het vrijheidlievende Nederlandsche Volk nooit een tijdperk aanbreken van Nationaal-Soc;alistische dwingelandij! Men richte den blik naar Duitschland en leze het dezer dagen in het geheim verspreide, maar zeer waar dig gestelde manifest der Nieuwe Duit sche Vrijheidspartij! Dit manifest is slechts een symptoom, maar kan tevens een waarschuwing zijn. Laten zij, die met de bestaande toestanden ontevreden zijn, daarom nog niet stemmen op de N.S.B.! Een lezer van Uw dagblad. niet, zelfs al zou het Mussert-privé als man-van-eer pijn doen, dat hij genood zaakt is, om [z.i.] hoogere belangen, de zen leugen te stellen en vol te houden? Samenvattende 1. Met zekerheid valt niet uit te ma ken, wie der twee heeren waarheid, wie onwaarheid sprak. 2. Een der twee moet bepaald onwaar heid gesproken hebben. 3. Het is in zichzelf niet onaannemelijk te achten, dat Mussert zich uitgela ten heeft zooals de heer Brouwer dat stelt. 4. Indien dat het geval zou zijn geweest, dan was cTat hoogst onvoorzichtig van den heer Mussert. 5. Indien de heer Mussert de waar heid sprak en de heer Brouwer dat gesprek dus geheel uit zijn duim ge zogen heeft, dan is de heer Brouwer een doortrapte deugniet. 6. Indien de heer Brouwer de waar heid sprak en de heer Mussert bet hem in den mond gelegde dus wèl gezegd heeft, dan is de ontkenning van dit feit door den heer Mussert „om redenen van partijbelang" zeer aannemelijk te achten. 7. Indien niet op onaantastbare bewijs middelen een oordeel in deze zaak verkregen kan worden, en dus het „ja" van den een tegenover het ,',neen" van den ander blijft staan, dan is voor den buitenstaander de waarschijnlijkheid en aannemelijkheid dat de heer Brouwer de waarheid schreef het grootst. 8. Zonder ander dan het ons thans ten dienste staande materiaal kan de eene of de andere mogelijke waar schijnlijkheid echter niet aan zeker heid komen te grenzen, laat staan tot zekerheid worden.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 7