RYNOmo"
BINNENLAND.
ZEELAND.
KRONIEK van dsn DAG.
Hat helsch complot
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 18 MAART 1937. No. 65.
MIDDELBURG.
W&LOÜEREM.
Üw druivenkuur thuis
Druiven 75 ets. p. fl. j
Appel 55 ets., p. fl.
MIJ. „DE BETUWE" Tl EL.
Het succes van de Fransche defensie-
leening en de relletjes te Clichy.
De zwartgalligen zijn in het ongelijk
gesteld: de inschrijving op de eerste bei
de tranches der Fransche defensie-lee
ning (in totaal ad 8 milliard) hebben alle
verwachtingen overtroffen. Het lag aan
vankelijk in de bedoeling van den minis
ter van financiën, Vincent Auriol, met
één tranche van 5 milliard te beginnen
en dan in den loop van dit jaar de in
schrijving op een tweede ad 5J4 milliard
open te stellen (de geheele leening zal,
loopen), De eerste tranche werd echter
zooals men weet ruim 10 milliard be-
met 3 milliard overteekend en dat ge
weldige resultaat deed de regeering be
sluiten er direct maar eentje tot dit be
drag overheen te doen. Wie geeft haar
ongelijk? Men moet het ijzer smeden als
het heet is. Blum c.s. hebben nu op 2
milliard na de geheele som reeds binnen.
De leen.ng is op zichzelf heel aantrek
kelijk. Haar „wisselkoers-garantie" (de
aan de houders gegeven optie, om rente
en aflossing, als ze dat begeeren, in pon
den of dollars te ontvangen) dekt het
risico van een eventueele verdere waar
devermindering van den frank, terwijl
de rentevoet en de koers van uitgifte
voor de beleggers min of meer om van te
watertanden mogen heeten. Echter gaat
het niet aan, aan deze aantrekkelijkheid
van geldelijken aard louter het merk
waardige succes toe te schrijven. Er is
al eens eerder in Frankrijk een leening
met wisselkoers-garantie uitgegeven:
door minister Caillaux in 1925, toen de
Fransche valuta ook op kelderen stond.
Het resultaat dier uitgifte was slecht:
op het totale bedrag van 10 milliard
werd voor slechts 4 milliard ingeschre
ven. Op zich zelf borgt een wisselkoers
garantie dus geenszins het welslagen
eener emissie.
In het onderhavige geval heeft zonder
twijfel het nationale element der vader
landsliefde veel tot het succes bijgedra
gen. Minister-president Blum en de pre
sident der republiek Lebrun hebben de
vorige week een vurig beroep op het
Fransche volk gedaan. Ze wezen er op,
dat de leening moet dienen, om Frank
rijk zijn tempo in den bewapeningswed
loop te kunnen laten volhouden. Dat
beroep is niet zonder uitwerking geble
ven. De vrees, door Duitschland voorbij
geloopen te worden, ging er onder
schuil; en wat zou meer tot het vader-
landsche gemoed van den Franschman
kunnen spreken? Trouwens, hoe poli
tiek verdeeld de Franschen in tijden van
vrede en betrekkelijken vrede mogen
zijn, als er gevaar dreigt, plegen ze over
een merkwaardig nationaal adaptatie
vermogen te beschikken; vergeten ze op
slag hun onderlinge geschillen en voelen
ze zich voor alles „volksgenooten", be
reid om veel voor het vaderland te offe
ren, Misschien verliest men dit vermo
gen wel eens wat te veel uit het oog bij
de beoordeeling van den huidigen poli-
tieken toestand in de Fransch republiek.
Wat de huidige situatie nog meer ken
merkt dan de overteekening van de de
fensie-leening is, dat er heel wat kapi
taal, dat naar het buitenland was „ge
vlucht", nu eindelijk schijnt terug te kee-
ren. Een sterke aanwijzing daaromtrent
bezit men in het verschijnsel, dat op de
beurs te Parijs aanbod ontstond in bui-
tenlandsche fondsen. De kapitaalvlucht
was een uiting van wantrouwen in het
kabinet-Blum. De terugkeer beteekent,
dat de beleggers eenig vertrouwen zijn
gaan koesteren in de beloften, welke de
regeering een dag of tien geleden afleg
de: de tering naar de nering te zullen
zetten en dus te breken met de tot dus
ver gevolgde „Volksfrontpolitiek".
Het lijkt voor dit prille vertrouwen
intusschen broodnoodig, dat zich niet al
te veel herhalingen gaan voordoen van
de toneelen, welke zich eergisteren te
Clichy hebben afgespeeld. Voor zoover-
op het oogenblik valt na te g'aan, had
men hier te doen met een in hoofdzaak
communistisch relletje tegen de fascis
tisch getinte „sociale partij" van kolonel
De la Rocque. Maar over deze partij
heen trof de aanval de regeering. Op 't
stuk van de handhaving der orde (in 't
door
ANNIE S. SWAN
68,.
„O, mijnheer", riep zij uit en hij zou
de diepe wanhoop in haar stem nooit
vergeten, „U weet, wat ze gedaan heb
ben. Wat kunnen we doen om haar
weer vrij te krijgen? U zult er haar van
daag nog uithalen, niet, u helpt toch im
mers iedereen?"
„Mijn lieve meisje, je kunt erop reke
nen, dat we al het mogelijke zullen doen
Ik wist het gisteravond al. Mrs. King is
me alles komen vertellen. Ze waren met
haar op White's Moss, bij haar broer te
gast en ze zijn gisteren allemaal met haar
mee naar Edinburg gekomen".
„Maar het is een leugen, een gemeene
leugen", riep ze uit. „Dat moesten ze
toch direct weten. Ziji miss Dempster
dooden! Zij zou zelfs geen vlieg kwaad
kunnen doen".
„Dat weten we, Christina en we zul
len het beste hopen, We zullen alles
doen om haar onschuld te bewijzen, Mr
bijzonder der sociale orde) bezitten
Bium c.s. niet bepaald een onverdeeld
gunstigen naam. Het g'ng den laatsten
tijd wat beter; en men meende reeds de
periode der bezetting van fabrieken en
werkplaatsen uit het oog te mogen ver
liezen. Gebeurtenissen als te Clichy
echter roepen die periode scherp in het
geheugen terug. De Fransche belegger
moet er danig van geschrokken zijn; op
't moment, dat hij de regeering voor
waardelijk zijn vertrouwen schonk zoo'n
kwaadaardig rumoerBlum c.s.
zullen met deze reactie rekening dienen
te houden. Denkelijk moet men 't geval
beschouwen als 'n uiting van communis
tische „teleurstelling" over den nieuwen
regeeringskoers. Des te meer reden dan
voor het kabinet, om niet langer met
half-zachte middelen op te treden. Of
zou het Blum nu nog niet duidelijk zijn,
dat de betrekking van paladijn van het
communisme voor hem niet deugt?
DE AANHOUDING VAN
NEDERLANDSCHE SCHEPEN IN
SPAANSCHE WATEREN.
„Zeerooverij" zegt de minister
van buiienlandsche zaken.
In de vergadering van de Eerste Ka
mer heeft de minister van buitenland-
sche zaken gistermiddag verklaard, dat
hij de aanhouding van Nederlandsche
schepen in de Spaansche wateren zui
ver een daad van zeerooverij acht. Daar
moest een daad tegenover worden ge
steld en die bestaat in het zenden van
oorlogsschepen.
BETERE VERDEELÏNG VAN DEN
BESCHIKBAREN ARBEID.
Aan de memorie van antwoord inzake
het wetsontwerp houdende tijdelijke be
palingen, strekkende tot het bereiken
van een betere verdeeling van den be
schikbaren arbeid wordt ontleend:
Dat er niet is een constante hoeveel
heid werk, is moeilijk te betwisten. De
achter ons liggende crisisjaren hebben
dit duidelijk genoeg geleerd en de mi
nister hoopt van harte, dat de naaste
toekomst meer voorbeelden van ver
andering in de hoeveelheid werk
maar dan in tegenovergestelden zin
te zien zal geven, Dit tast intusschen
geenszins het beginsel aan, waarvan 't
wetsontwerp is uitgegaan.
Met den beschikbaren arbeid bedoelt
het ontwerp de hoeveelheid werk, die
op eenig willekeurig moment voorhan
den is. Waarom :zou men nu moeten
vreezen, dat de voorgestelde maatrege
len zullen leiden tot verstarring en zelfs
tot vermindering van de hoeveelheid
arbeid? De minister geeft toe, dat hier
groote omzichtigheid geboden is. In tij
den van crisis is het bedrijfsleven zeer
gevoekg. Mlaar de minister zou toch an
derzijds willen waarschuwen voor al te
eenzijdig economisch denken. Niet elke
sociale maatregel is uit den booze om
het enkele feit, dat hij wellicht tot eeni-
ge verhooging van productiekosten aan
leiding zal kunnen geven.
Er zijn andere waarden, welke niet
minder ontzien moeten worden.
Wanneer het waar was, dat alleen
door de harde noodzaak gedwongen
hier en daar werkgevers overgingen tot
vervanging van volwassen mannelijk
personeel door jeugdige personen, ten
einde aldus op de productiekosten te
bezuinigen, dan zou dit ontwerp niet zijn
ingediend.
Dat overigens van de regeling zou
moeten worden afgezien, omdat niet op
groote schaal sprake zou zijn van het
vervangen van volwassen door jong fa-
briekspersoneel, is een meening, welke
de minister evenmin onderschrijven kan.
In elk geval zou dan het bedrijfsleven
weinig vrees voor de gevolgen van dit
wetsvoorstel behoeven te koesteren,
daar slechts in zeldzame gevallen reden
voor ingrijpen aanwezig zou zijn. Maar
hoe dit zij, het g'aat hier minder om het
aantal gevallen, waarin opgetreden zal
moeten worden, dan wel om de betee-
kenis van de feiten, die daartoe de aan-
Marshall King heeft gezegd, dat hij zijn
halve fortuin ervoor over heeft en dat
zij de beste raadgevers en verdedigen
zk\ hebben".
Maar Christina luisterde met duide
lijk ongeduld.
„Maar ze moeten er haar vandaag nog
uitlaten. Het zal haar dooden, als ze in
de gevangenis moet blijven", zei ze, ter
wijl ze haar handen wrong. „Ik weet
hoe het daar is, al ben ik er zelf nooit
in geweest. Wie heeft de beschuldiging
tegen haar ingediend, dr. Guthrie?"
„Mrs, Dalgleish".
„Ja, maar daar zal nog wel iemand
anders achter zitten", merkte Christina
slim op. „Dat durf ik te zweren. Daar
:s ze niet brutaal genoeg' voor. Ik kan u
wel vertellen, wie haar daartoe aange
zet heeft, Maar ik ben hierheen gekomen
om u te vertellen wat ik gezien heb",
voegde zij er met een veelbeteekenend
knikje aan toe. „Ik heb het al dien tijd
verborgen gehouden, waarvoor, weet ik
eigenlijk zelf n;et. Mag ik u' vertellen,
wat ik den nacht, dat ik Dalgleish en
den dokter bespied heb, gezien heb. Het
was de nacht, voordat miss Dempster
stierf",
leiding zullen vormen. Economisch, so
ciaal, moreel en psychologisch kan ook
een klein aantal gevallen veel betee-
kenen.
Ten onrechte is de jeugdwerkloosheid
hier in het ged'ng gebracht. De minis
ter gaat, zooals bekend is, de bestrij
ding van de jeugdwerkloosheid zeer
ter harte, maar hij verïTest daarbij de
juiste proporties niet uit het oog. Hij
w'l niet de jeugd ,aan werk helpen door
mannen in de kracht van hun leven,
vaak jonge huisvaders, werkloos te ma
ken.
Het ontwerp beoogt verder niet be
scherming van de vrouw tegen bepaal
den arbeid, maar veeleer bescherming
van den man tegen gebrek ,aan arbeid
Dat doel wordt op de minst bezwarende
wijze bereikt, wanneer in de eerste
plaats dat soort werk voor mannelijke
arbe'ders gereserveerd wordt, dat voor
de vrouw minder geschikt is. Hoevee'
vrouwen thans zulk werk verrichten,
is zonder uitvoerig onderzoek niet op
te geven.
De minister vertrouwt overigens, dat
over een drietal jaren de economische
toestand van ons land zooveel verbeterd
zal zijn, en de werkloosheid binnen
zoodanige grenzen zal zijn teruggeloopen
dat except'oneele voorzieningen, als
bij het wetsontwerp voorgesteld, ver
der achterwege kunnen blijven. Mocht
onverhoopt de toestand zich niet in
dien gunstigen z'n ontwikkelen, dan
zal de regeering t.z.t. moeten overwe
gen wat haar ten deze te doen staat.
In geen geval heeft de minister met 't
ontwerp een proefneming op het oog.
Mocht blijken, dat ook buiten het ter
rein van den fabrieksarbeid toestanden
ontstaan, waartegen op de gronden, d e
aan dit wetsontwerp het aanschijn ga
ven, opgetreden dient te worden, dan
zal, zoo dit ontwerp kracht van wet
krijgt, te gelegener tijd aanvulling van
de wet in overweging genomen kunnen
worden. Met name zou dat dan ten aan
zien van de aanstelling van conductri
ces op autobussen kunnen geschieden.
Vragen van een Kamerlid over een
bedelbrief.
Het Tweede Khmerlid Faber (s.d.)
heeft aan den minister van binnenland-
sche zaken de volgende vragen gesteld:
1. Is het waar, dat de burgemeester
der gemeente Nijkerk (Veluwe) aan een
vrouw, die voor haar kind dat aan kin
derverlamming lijdende is, op medisch
voorschrift een beugel behoeft, maar
geen geld bezit om dien te betalen, op
haar dringend verzoek om hulp, een
bedelbrief heeft ter hand gesteld van
den volgenden inhoud:
„Door deze verklaar ik, dat het vijf
jarig kind van N. v. d. B. volgens ver
klaring van den behandelenden arts, lij
dende is aan kinderverlamming. Opdat
het linkerbeen, dat thans van de knie
af geheel verlamd is, kan herstellen, is
het noodig, dat daarvoor een beugel
aangeschaft wordt, waarvan de kosten
vijf en dertig gulden bedragen, welke
v. d. B. noch geheel, noch gedeeltelijk
kan betalen.
Hem wordt bij deze toestemming ver
leend om bij ingezetenen door middel
van een mijnentwege verstrekte geslo
ten bus een bijdrage in deze kosten te
vragen.
De burgemeester van Nijkerk."
Zulks nadat de man, die als lid van
een ziekenfonds op een dergelijk instru
ment geen recht kon laten gelden, zich
te vergeefs tot den burgemeester had
gewend om financieele hulp?
2. Indien het voorafgaande beves
tigend wordt beantwoord, is de minister
dan niet van oordeel dat hier het hoofd
eener gemeente te kort is geschoten in
zijn verplichting om volgens het alge
meen aanvaarde beginsel van armen
verzorging, neergelegd in de bestaande
armenwet, eerder dan een behoeftige
uit bedelen te sturen, door middel van
het burgerlijk armbestuur, of wanneer
dit mocht ontbreken door bemoeiing
van het college van B. en W. zelf, de
noodzakelijke hulp te verstrekken of te
doen verstrekken?
De dominéé keek haar doordringend
aan. Hij had veel ondervinding van haar
klasse- en soortgenooten en wist, dat
hun verklaringen niet altijd te vertrou
wen zijn, omdat zij dikwijls geneigd zijn
te overdrijven.
Maar het kon geen kwaad naar haar
verhaal te luisteren. Hij zei haar dus,
dat zij voort kon gaan en zij gaf hem een
kort en bondig' relaas van de gedenk
waardige gebeurtenissen van dien nacht.
De geestelijke luisterde ingespannen,
zonder zijn oogen ook maar een oogen
blik van het gezicht van het meisje af te
wenden.
„Dit is heel belangrijk en waardevol,
Christina", zei hij, toen zij haar verhaal
beëindigd had. „Zoo belangrijk, dat het
waarschijnlijk je meesteres kan redden.
Ben je bereid dit onder eede in het ge
rechtshof te verklaren, wanneer je opge
roepen wordt?"
„Zou ik dat niet willen? Wanneer kan
ik erheen gaan, al gauw, zoodat ze haar
haar vrijlaten?" vroeg ze koortsachtig.
„Nee, nee, in geen weken, zelfs in
geen maanden kunnen wij iets doen, Het
hof houdt op het oogenblik zelfs geen
zitting".
Contribuanten concert.
Zoo,als ieder jaar heeft het Middel-
burgsch Muziekkorps ook nu weer zijn
contribuanten met hun introducée's een
concert aangeboden. Ditmaal in de
Concert- en Gehoorzaal.
Een 300-tal personen was opgeko
men, zeker te weinig als men kijkt
naar het een paar maal grooter aantal
contribuanten. Al deze bezoeksters
en bezoekers hebben volop kunnen ge
nieten v,an hetgeen het korps ook nu
weer presteerde.
Wellington, een marche célèbre van
Zehle, was een goed begin van het
eerste deel van het programma, dat ge
heel uit Fransche composities bestond.
Daaronder was een geheel nieuw
nummer voor het korps, namelijk de
„Marche Indienne" van Henri v. Gael
De tweede helft, die uitsluitend wer
ken van Duitschers bevatte, werd ge
opend met Fackeltanz no 1 van G. Meij
erbeer, welk nummer het korps ook tot
nu toen niet had gespeeld. Dit deel van
het programma bracht verder o.a. Czar
das en Walzertraume, om met de marsch-
Abschied der Gladiatoren, als waardig
slot te eindigen.
De heer Joh. Caro, die als altijd zeer
verdienstelijk leidde, heeft zich tot de
aanwezigen gewend met de mededeeling,
dat van een belangstellende een ver
zoek was ingekomen om twee bepaalde
stukken op het programma te plaatsen.
Zooals reeds langs anderen weg be
kend was gemaakt, ontbrak het eene
nummer aan de bibliotheek van het
korps, het andere kon niet gespeeld
worden om interne redenen. Intusschen
deed de heer Caro een krachtig beroep
op allen, om zich niet te laten .afschrik
ken, maar eventueele verzoeken altijd
bij hem in te dienen, opdat overwogen
kan worden of er aan kan worden vol
daan. Het is in ieder geval een bewijs
van groot medeleven met het korps,
dat bij bestuur, directie en leden zeer
welkom is.
Vereeniging voor beroepskeuze.
De Vereeniging voor Beroepskeuze
hield Woensdagavond in de kleine bo
venzaal van de Vergenoeging haar jaar
vergadering onder voorzitterschap van
den heer G. Wagenvoorde.
De secretaris, de heer J. S. Hoek,
bracht zijn reeds gepubliceerd jaarver
slag uit, dat zonder opmerkingen werd
goedgekeurd, doch dat den voorzitter
aanleiding gaf tot den wensch, dat het
bestuur in de toekomst meer medewer
king moge ondervinden in het bijzonder
van de jongelui, die een beroep moe
ten kiezen.
Ook het verslag van den penning
meester, den heer H. W. Naezer, aan
wijzende een goed slot van 147 en
vermeldende een totaal aantal leden en
begunstigers van 66, werd z.h.s. goed
gekeurd.
De vergadering herkoos als bestuurs
leden mej, G. W. van Kuijk en de hee-
ren J. S. Hoek en J. Lorier en koos mej.
G. T. 't Hart, in plaats van mej. M. Klif
fen, die bedankte wegens vertrek naar
elders.
Bij de rondvraag kwam naar voren,
dat het mogelijk is, dat het bestuur niet
werkt zooals dat van hem wordt ver
wacht en dat er klachten zijn. De voor
zitter drong er met klem op aan, dat in
dien dit het geval is, men daarvan ken
nis zal geven, want het bestuur wil juist
alles doen om het doel der vereeniging
zoo goed mogelijk te behartigen.
De secretaris hoopte, dat men ook nu
weer de jeugdige werkloozen zal na
gaan. De voorzitter zeide en ook de "Van
school komenden.
Hierna volgde een bijeenkomst op de
groote zaal, waar vele genoodigden
door den voorzitter konden worden ver
welkomd.
Henning's Filmcentrale zorgde voor
een viertal rnooie films. Tusschen deze
films in hebben drie sprekers een korte
toespraak tot de aanwezigen gehouden.
Ten eerste de heer J. S. Hoek, die deed
uitkomen, hoe goed het bureau te Mid
delburg kan werken, al is het niet zoo
groot en beschikt men niet over aller
lei toestellen als in grootere plaatsen.
De heer L. J. van 't Westende, de
tweede spreker, had tot onderwerp de
beroepskeuze en het bedrijfsleven en
had gelegenheid er op te wijzen, dat in
de praktijk bij de meeste vakken blijkt,
dat het niet alle koks zijn, die lange
messen dragen. Hij doelde daarmede op
de groote wenschelijkheid, dat men voor
een vak goed onderlegd is, maar daar
naast is lust voor het gekozen vak ook
van zeer groot belang.
De derde spreker was de hr. H. P. Staal,
die het zeer betreurde, dat in 1936 zich
maar 12 jongeren om voorlichting aan
melden. De ouders laten veelal hun
kinderen maar lukraak iets beginnen
met als gevolg veel veranderen. De een
ling is niet voldoende op de hoogte over
de verschillende vakken en hun eischen
en daarom is het zoo noodig met fte ver
eeniging te onderhandelen. Spr. vond
ook gelegenheid op het euvel te wijzen,
dat men met zoovele werkloozen vaak
niet meer kan voldoen aan aanvragen
om geschoolde krachten.
De voorzitter heeft aan het slot dank
gebracht aan de drie sprekers en zich
ook zijnerzijds tot de aanwezigen om
steun voor het werk der vereeniging
gewend en er de aanwezige meisjes en
jongens der m'ddelbare scholen op
gewezen, dat ook voor hen steun bij het
kiezen van een beroep zeer gewenscht
kan zijn.
O. EN W. SOUBURG. De Raad zal
Vrijdagm'ddag in openbare vergadering
bijeenkomen. Op de agenda komen o.
m. voor benoeming van leden voor de
commissie tot wering van schoolver
zuim en van toezicht op het lager on
derwijs en v,an de stembureaux.
Naar aanleiding van een v,nn Ged.
Staten ontvangen schrijven stellen B.
en W, voor het begrafenisrecht voor
kinderen jonger dan 6 jaar nader te
bepalen op f 2, zijnde een vierde ge
deelte van het normale begraafrecht.
En verder om een bepaling op te nemen,
dat voor niet-inwoners der gemeente
Oost en West Souburg de grafrechten
verhoogd met respectievelijk f 10, f 5
en f 2,50 worden.
B, en W. stellen den Raad voor,
overeenkomstig het verzoek van de
betrokken schoolbesturen, de voor
schotten op de gemeentelijke exploita
tievergoeding over 1937 vast te stellen
als volgt:
a. voor de Vereen, voor Chr. Volks
onderwijs (Julianaschool) op 80 pet.
van 188 leerlingen a f 9,79 afgerond
f 1450;
b. voor de Vereen, voor Chr. Volks
onderwijs (Marnixschool) op 80 pet.
van 10314 leerl'ngen a f 9,70 afge
rond f 800;
c. voor de Vereen. „School met den
Bijbel" op 80 pet. van 183% leerlingen
a f 9,70 afgerond f 1420.
In verband met een circulaire van
den minister van binnenlandsche zaken
stellen B. en W. voor een nieuwe ver
ordening samen 'te stellen tot heffing
van een recht, wegens het hebben van
draden voor radio-ontvangst en radio-
d'stributie boven of over den voor den
openbaren dienst bestemden gemeente
grond. Dit recht zal f 0,30 per metei-
draad bedragen. Wat de radio-distribu
tie betreft zal dit een geraamden op
brengst van ongeveer f 750 geven.
B. en W. leggen den Raad voorts
de nieuwe verordeningen op de hef-
„In geen weken of maanden? En moet
zij al dien tijd in de gevangenis blijven?"
„Ik ben bang van wel, tenzij ze haar
tegen borgtocht vrijlaten, maar dat
wordt in een dergelijk ernstig geval
meestal niet gedaan".
„O, het is verschrikkelijk! De wet is
heel, heel hard en onrechtvaardig!" riep
ze in groote verontwaardiging uit,
„Dat vinden wij alleen maar zoo, op
het oogenblik. Tracht kalm te blijven,
meisje. Je bent, geloof ik, heel erg ver
langend haar van dienst te zijn?"
„Ja, ik zou voor haar willen sterven",
zei ze eenvoudig!
„Je kunt je meesteres op het oogen
blik het beste'dienen door stil te zijn.
Vertel aan niemand, totdat het juiste
moment gekomen is, wat je vandaag aan
mij verteld hebt. Je kunt het gerust aan
mij overlaten en er op vertrouwen, dat
je getuigenis op het juitse moment ge
bruikt zal worden. Dus mondje dicht,
Christina, zal je dat niet vergeten?"
Ze knikte en legde haar vinger op
haar lippen.
„Je mag me komen opzoeken zoo dik
wijls je het gevoel hebt, dat je' er met
iemand over moet spreken. Ik beloof je,
.J*
(Ingez. Med.)
dat ik je zal laten weten, wat er ge
beurt en waarschijnlijk zal jij het voor
recht hebben het woord uit te spreken,
waardoor alles voor je meesteres een
gunstige wending' zal nemen, Begrijp je
dat?"
Christina knikte weer en haar gezicht
gloeide.
„Iets heeft me er toe gedwongen,
dien nacht naar beneden te gaan", zei
ze eenvoudig. „Er was iets niet in orde
en ik moest het zien."
„Daar behoeven we ons nu niet in te
verdiepen", zei dr. Guthrie. „Het was
een van die ingevingen, die slechts heel
zelden tot ons komen. Ga nu rustig aan
je werk en denk er aan, dat je meesteres
van je verwacht, dat je trouw zult zijn.
Als het mogelijk is, zal ik zien, of er niet
een kans is, dat je haar eens mag ko
men opzoeken."
Ze bedankte hem heel hartelijk en
verdween. Toen zij weer op het plein
kwam, drong de werkelijkheid van alles
eerst recht tot haar door. Want voor
de deur van numero 84 had zich een
kleine menschenmenigte verzameld en
er stonden twee politie-agenten op de
stoep, (Wordt vervolgd).