Waar Joden wonen en
werken.
BIOSCOPEN.
STATEK-GENERAAL.
MIDDELBURG.
GOES.
Een koekoeksei in de wierin
germeer?
I.
(Van een b ij zonderen
medewerker)
„Arm land, arm volk, dat zich op
deze wijze zijn oude rechten laat ont
nemen heeft een nieuw dagblad kort
geleden geschreven en het sprak daar
bij van een koekoeksei in de Wierin
germeer, waar de werkzaamheden voor
het in cultuur brengen van het nieuw
verworven land voor een deel in han
den zijn gegeven van Joodsche vluchte
lingen, die er in korten tijd een „eigen
vaderland" zouden gesticht hebben.
De gastvrijheid, zoo werd gezegd,
strekt ons volk tot eer, maar hoe moet
men denken over een huisvader, die zijn
eigen behoeftige kinderen in de kou
zet om vreemde een warm plaatsje bi)
den haard te bezorgen. Men heeft hen,
die elders niet meer welkom waren,
gastvrij ontvangen op een rijk stuk Ne-
dqrlandschen bodem,men heeft dit
onzen stoeren Nederlandschen zonen
onthouden om het in handen van bui-
tenlandsche vluchtelingen te leggen. Die
kregen voordeden van de overheid
waarop onze eigen zonen recht hebben.
Jaar op jaar heeft ons volk geofferd om
dezen rijken bodem aan de golven te
ontworstelen, maar instede van volle
dige overgave van dezen zoo duur ge-
kochten grond aan eigen zonen, heeft
men deze toekomstige volkswelvaart in
handen van de buitenlandsche gasten
gelegd, terwijl eigen boerenzonen nog
tevergeefs wachten op een rijk stukje
grond, dat hun door harden arbeid in
staat zal stellen, voor zich en de hun
nen in het onderhoud te voorzien.
„Al te goed is buurman's gek", was
het opschrift van dezen alarmkreet en
inderdaad, wie het bovenstaande leest,
moet wel den indruk krijgen, dat wij
hier in Holland bezig zijn ons eigen graf
te graven.
Daar hebben we nu millioenen en
millioenen geofferd om on§ land een
twaalfde provincie te verschaffen en de
grond is nog niet eens heelemaal droog
of we zetten er Joodsche vluchtelingen
op, die dadelijk begonnen zijn een
„nieuw vaderland" te stichten, een
eigen cultuurcentrum te vormen, dat
zich misschien als een olievlek zal uit
breiden en oorzaak zal worden, dat de
Joden het land, dat zij eertijds in Pa
lestina verloren hebben, hier zij het
dan in bescheiden mate weer in be
zit zullen nemen, Eigen boerenzonen
worden buitengesloten en zoo krijgt Ne
derland binnen afzienbaren tijd een
nieuwe provincie, waarin het Joodsche
element den boventoon zal voeren.
Is dit inderdaad zoo?
„Is dit inderdaad zoo?" vroeg ons
de redactie van de Middelburgsche
Courant. „Het zal wel eenigszins
scheef zijn voorgesteld, maar zou het,
juist daarom, niet goed zijn, de
kwestie eens te onderzoeken en een
onpartijdig oordeel te geven? Gijlie
den zit daar in het Noorden betrek
kelijk dicht bij de'Wieringermeer. Ga
zoo mogelijk eens op expeditie en on
derzoek uit en zie eens in welke mate
en onder welke omstandigheden dit
nieuwe gebied door onze regeering
in Joodsche handen is gegeven."
Hier moest een waarschuwing klin
ken en de regeering een halt worden
toegeroepen wanneer inderdaad bleek,
dat wij hier bezig zijn zaad van vreem
den bodem in eigen gebied te strooien,
zaad, dat woekerplanten zou voortbren
gen, die weldra om zich heen zouden
grijpen en onuitroeibaar 'zouden blij
ken.
En wanneer het anders was, diende
een rechtzetting te worden gegeven.
Dan diende openlijk vermeld, dat hier
mets had plaats gevonden, dat de hou
ding onzer regeering afkeurenswaardig
zou haken, dan diende vastgesteld te
worden, dat hier geen vrees voor een
Joodsche invasie behoeft te bestaan.
Zoo zijn wij, met het voornemen de
kwestie zoo onpartijdig mogelijk te be
kijken, op onderzoek getogen. Wij heb-
ons in verbinding gesteld met de
wienngermeerdirectie als het regee-
en ^at dezen adviseerend
een ondeTkend S1Ïre'i^, 7 hebbe°
ar. Van den IJl T f",
schen hoogleeraar diP 4®sterdan?"
Joodsche Stichting fs
last not least, een tocht naar i
ringermeer gemaakt om ons met IT
oogen van de juistheid der ons verstJek"
te informaties te overtuigen.
One I al ?°"fnd is een 8astvrij land,
Uns land heeft nu eenmaal den naam
gastvrij te zijn en dat is een eigenschap
waarover wij ons niet behoeven te scha-
men.
Hoevele malen is het in de wereldge
schiedenis niet vermeld als het land
waar miskenden, vervolgden en Ver-
Y®nen Cen wbkplaats vonden, hoe
dankbaar om ons nu maar niet te
ler het verleden te verdiepen is
men in Hongarije nog voor de hulp, die
T'ul11 wereldoorlog den kinderen
nebben geboden, hoe zegenrijk is niet
onze spontane actie geweest toen Bel
gische vluchtelingen bij duizenden over
onze grens zijn gekomen
Wij hebben nooit naar ras, godsdienst
jf nationaliteit gevraagd, wij hebben
rechts in nood verkeerende menschen
/erwelkomd en hun de zekerheid gege
ten, dat zij mits zich onderwerpen
de aan onze wetten en voorschriften
aier een toevluchtsoord zouden vin
den.
Ook Nederland heeft thans de crisis
aan den lijve ondervonden, ook onder
anze landgenooten zijn er honderddui
zenden hulpbehoevenden, |toaar wjan-
neer dit thans een reden zou zijn om
onze grenzen onverbiddelijk te sluiten,
dan zouden wi) daarmede slechts bewij
zen, dat onze gastvrijheid in het verle
den een onnatuurlijk karakter heeft ge
dragen.
Want ook de arme ontsluit zijn deur
als er in den kouden avond iemand bui
ten staat en een beroep doet op zijn
menschelijke gevoelens.
Het is alleen maar de vraag hoever
wij nu met onze hulp aan vreemdelingen
kunnen gaan zonder eigen landgenooten
daarbij ten achter te stellen.
Men overwoog de stichting van
een Joodsche kolonie.
Toen in 1933 het Hitler-regiem in
Duitschland op den voorgrond trad,
bleek al spoedig', dat vele Joden, niet
wetende wat hun boven het hoofd hing,
naar omliggende landen uitweken en
dat het voornamelijk voor de jongeren
noodzakelijk zou zijn het land te ver
laten.
De Joden hadden in Duitschland niet
veel gelegenheid in den landbouw te
worden opgeleid, zij werden voor het
grootste deel aangetroffen in de weten
schappelijke beroepen en in de kringen
van den handel.
Wanneer de Joodsche jongeren on
voorbereid naar Palestina zouden ver
trekken, waar zij in den landbouw of in
het handwerk een bestaan moeten vin
den, stond het van te voren vast, dat zij
er zouden mislukken.
Dus werd in Joodsche kringen ook
in ons land het vraagstuk der emi
gratie bekeken en men begreep, dat
er in de rond Duitschland liggende sta
ten gelegenheid moest zijn, de jongens
en meisjes als het ware om te vormen,
hun een zoo kort mogelijke, maar toch
practische opleiding te geven, opdat zij
in den vreemde in staat zouden zijn hun
eigen brood te verdienen.
1 -■ -■ 1 'vOWIMBMl
-fc <iv.
mÊÉÊ
Men had oorspronkelijk de gedachte
in elk der aan Duitschland grenzende
landen twee opleidingskolonies te stich
ten, elk met 500 bewoners en hoopte
op deze wijze het vraagstuk der jonge
Duitsche Joden te kunnen oplossen. In
deze opleidingskolonies zouden de jon
gelui worden voorbereid op de emigra
tie naar overzeesche gewesten.
Het bleek echter al spoedig, dat van
hulp in dien omvang geen sprake zou
kunnen zijn. In ons land om zich
daartoe nu maar te bepalen werd
een 500-tal kolonisten al te hoog ge
acht en toen prof. Van den Bergh zich
einde 1933 tot de Nederlandsche regee
ring wendde, bestond het voornemen
om, zoo mogelijk, hier een kolonie te
stichten, waarin niet meer dan 300 jon
ge Joden gelegenheid zouden krijgen
zich in den landbouw of in een hand
werk te bekwamen.
De regeering was tot mede
werking bereid.
De regeering bleek in principe tot
medewerking bereid en toen kwam da
delijk de vraag naar voren: wat is de
beste plaats in ons land om dezen jon
gens en meisjes in zoo kort mogelijken
tijd de meest practische opleiding te ge
ven?
Is het wonder, dat daarbij allereerst
aan de Wieringermeer gedacht werd?
Waar zou men hen, die later op ont
ginning van land zijn aangewezen, waar
zou men deze menschen beter kunnen
onderbrengen dan 'in den Wieringer-
meerpolder, die nog in de sfeer van het
onontgonnen gebied lag, waar men op
een paar Hectaren land meer of minder
niet behoefde te kijken en waar de ko
lonie rustig zou kunnen arbeiden zonder
in direct contact te komen met bevol
kingsgroepen, die door hun sympathie
of antipathie de rust van dit werk on-
noodig konden verstoren.
Inderdaad, wanneer ergens een zoo
danige kolonie tot stand zou moeten ko
men, dan moest het in onze twaalfde
provincie zijn.
De regeering verklaarde zich bereid
de noodige gronden voor de vestiging
van een Joodsche kolonie beschikbaar
te stellen, doch alleen onder dezelfde
voorwaarden waaronder ook boerde
rijen aan particulieren worden ver
pacht.
Van financieele offers onzer regeering
is dus geen sprake én dat men ander
zijds heel wat ter tafel zou moeten bren
gen, kan blijken uit de algemeene ver<;
pachtingsvoorwaarden voor dit gebied;
waarbij men voor de bouwbedrijven
moet kunnen beschikken over een be
drijfskapitaal van ongeveer 300 per
Hectare.
De voorwaarde tot toelating.
Er zijn heel wat meer voorwaarden
tot toelating gesteld, waaruit duidelijk
kan blijken,, dat het nimmer in de be
doeling onzer regeering heeft gelegen
de grenzen maar open te zetten en
iedereen, die dat verlangt een woning
met het benoodigde land uit ons natio
naal bezit toe te wijzen.
Wanneer er een Joodsche opleidings
kolonie werd gesticht, zou deze gebon
den zijn aan een reglement, vastgesteld
door den minister van Sociale Zaken.
Het Departement van Financiën,
waaronder de uitgifte van gronden res
sorteert, bepaalde, „dat de Stichting bij
voorbaat op zich neemt de verplichting
om zich te gedragen naar en na te ko
men de voorwaarden, welke nog door
andere departementen dan dat van Fi
nanciën zijn of nog zullen worden ge
steld ten aanzien van de personen, die
in de kampen op het verpachte gebied
zullen worden toegelaten, de producten
welke geteeld of geëxploiteerd mogen
worden en eventueele andere voor
waarden, welke nog gewenscht mochten
worden geoordeeld."
Het reglement verplicht, dat voor de
landbouwopleiding Nederlandsche leer
meesters te werk gesteld moeten wor
den en het onderzoek welke kolonisten
hier worden toegelaten evenals het
toezicht op het Joodsche werkdorp
is opgedragen aan den Rijksdienst voor
Werkloosheidsverzekering en Arbeids
bemiddeling, den administrateur van de
grensbewaking en den vreemdelingen
dienst. De stichting verplicht zich er
voor', zorg te dragen, dat de kolonisten,
zoodra hun opleiding voltooid is, ons
land zullen verlaten.
De teelt van tuinbouwproducten is
hier aan dezelfde beperkende bepalin
gen gebonden als elders in ons land.
Wat in de werkafdeelingen gefabri
ceerd wordt, mag niet worden verkocht
Het mag voor liefdadige doeleinden of
voor het vluchtelingencomité ten ge
schenke worden gegeven, of naar Pa-
CITY.
De zanger van Broadway.
Broadway is in New York en New
York ligt in Amerika. Alles is daar een
beetje anders dan hier en de manier
waarop men vele zaken daar aanpakt,
wijkt wel ver af van de doorsnee-me
thoden die elders toegepast worden.
Vooral op het gebied van reclame ma
ken. Daar zijn de Amerikanen ware bol-
leboozen in. Een van de objecten die men
daar toe bezigt is de radio. Schoen
smeer, auto's en bananen worden mid
dels deze techniek in welverzorgde pro
gramma's den braven burger aangepre
zen.
Wat dat met den zanger van Broad
way te maken heeft? Wel dit, dat deze
film zoo heerlijk den draak steekt met
deze overdreven reclame. Bn boven
dien nog met een ander dwaas idee: dat
iets alleen goed is wanneer het uit den
vreemde komt. Wat overigens niet spe
cifiek Amerikaansch is.
In een aardig verhaal, waarin Dick
Powell centraal gesteld is, wordt de
geschiedenis vertoond van een taxi
chauffeur met een goede stem, die het
weet te brengen tot een geliefd radio
zanger. Dat succes heeft hij te danken
aan de kaas van de firma Flaggenheim.
De weduwe die deze zaak drijft is op
zoek naar den man die op romantische
wijze de kaas kan bezingen voor de
microfoon. Die man is Dick de chauf
feur, die op een mooie aanbeveling van
een paar journalisten de studio U.U.B.
betreedt, maar er door de „handige"
hulp van z'n beschermer Leonardo de
Vinei weldra weer uitvliegt zonder dat
hij de kans gekregen heeft zijn stem te
laten hooren. Hij maakt evenwel ken
nis met Alice de secretaresse en die
twee verlieven zich met hindernissen.
Dick heeft zijn kans dus gemist, doch
De Vinei zal hem roem bezorgen. Hij
gaat daartoe met Dick's dollars
naar z'n geboorteland Italië. Dick hem
achterna, als stow-away, w,ant Alice
gaat met de Kaas-weduwe den
romantischen zanger in het zon
nige land zoeken. En als Dick
en De Vinei (wat een prachtig
type heeft Menjou daarvan gemaakt)
aan 't zingen en gondelen zijn, worden
ze „ontdekt" door de twee dames, mee
genomen naar Broadway, en na nog 'n
paar komieke intermezzi is Dick
beroemd, al zingt hij dan ook niet den
lof van de kaas.
De kwieke Dick Powell is als ge
knipt voor zoo iets en hij heeft Joan
londell als partner. Daardoor een
niet muzikale medewerking van eenige
beroemdheden, is de film een geslaagde
komedie geworden.
M IJzeren Kntdsten.
Nu met direct een verhaal uit de
Society-wereld. Maar met edelen in
houd, zich afspelend tusschen nobele en
minder om het geweten gevende man
nen van de bergen en de prairie. Het
gaat om een ranch, die een jonge en
knappe weduwe en haar zoontje toe
komt, doch door een slecht individu in
gepalmd dreigt te worden. Dat- wordt
voorkomen, door het ingrijpen van Ace
Andrews, den zingenden cowboy. Dat
het daarbij hardhandig toegaat zoodat
de vonken er af vliegen, ligt voor de
hand, want de wet van de prairie is
meedogenloos en hard,
Er valt bovendien natuurschoon te
waardeeren, waardoor de film nog aan
waarde wint.
ELECTRO
Dancing Pirate.
De kleurenfilm weet zich niet zoo
spoedig een plaats te veroveren, als men
aanvankelijk wel vermoedde. Daarvoor
blijven de moeilijkheden, technische
zoowel als financieele, nog te groot. Zoo
nu en dan echter wordt het wekelijk-
sche programma eens afgewisseld met
een technicolor", oftewel een ge
kleurde film. Eerst waren het bepaalde
gedeelten, de hoogtepunten in de amu
sementsfilms meestal, die n kleuren op
het doek werden gebracht, later werd
dit kleurenspel van de eerste tot de
laatste meters vertoond.
Zoo ook in Dancing Pirate. Men zal
bij deze film zien dat er de laatste ja
ren eenige vooruitgang valt te bespeu
ren. De kleuren zijn over 't algemeen
niet zoo hard en fel meer, maar toch
blijven nog steeds rood en groen donri-
neeren. De costuums en de omgeving,
waarin het verhaal zich afspeelt, geven
alle gelegenheid van de film een klYi-
renspel te maken.
Dancing Pirate is een avontuurlijke
amusementsfilm of, zoo men wil. een
amusante avonturenfilm. Een ontvluchte
zeeroover belandt 'n een dorpje, waar
men den piraat aan de galg wil op
hangen. Doch met de strop rond de hals
danst hij zoo formidabel dat de vrou
welijke helft der toeschouwers, en in
't bijzonder de dochter van den burge
meester van hem dansles willen nemen
En aangezien ook hier de vrouwen de
meeste stemmen hebben, redt 't step-
dansen den zeeroover van de galg. Doch
de avonturen zijn daarna nog vele,
want in de liefde voor de burgemees
tersdochter krijgt de piraat een gevaar
lijk concurrent.
In de hoofdrollen Steffi Duna, de step-
danser Charles Collns en de komiek
Fr^nk Morgan.
De geheimen van Chinatown,
Confucius, de oude Chineesche wijs
geer heeft op z'n sterfbed aan ieder van
zijn twaalf vrienden een muntstuk ge
schonken. Deze twaalf munten tezamen
gebracht, kunnen een schat onthullen.
Aldus de legende waarnaar deze film
heet te zijn gemaakt. Het is dus zaak
die twaalf muntstukken bij elkaar te
krijgen. De Ch nees Wong is reeds in 't
bezit van elf van deze munten, en nu
stuurt hij zijn mannetjes er op uit om
de twaalfde te bemachtigen. Het gaat er
daarbij echt op z'n Chineesch d.w.z. ge
heim.z:nnig toe. Sluipmoordenaars, ge
heime deuren, donkere gangen, folter-
wrktuigen, mysterieuze moorden etc.
Bela Lugosi verstaat de kunst geheim
zinnig te zijn.
GRAND THEATER
30 jaar Wereldgebeuren,
Een aaneenschakeling van filmrepor
tages uit den wereldoorlog en voor
gaande jaren, waarin een groot aantal
belangrijke gebeurtenissen aller Euro-
peesche landen in herinnering wordt
gebracht en doet zien, hoe reeds jaren
tevoren alle landen zich bewapenden en
zich gereed maakten voor den groot^n
oorlog 19141918, De oorlogsverklarin
gen der verschillende landen worden
gememoreerd en we zien hoe massa's
jongeren en ouderen zingende en met
bloemen omkransd zich naar de slagvel
den begeven waar de werkelijkheid zich
zoo geheel anders openbaart dan was
gedacht. Het lijden en sterven van dui
zenden in den wereldkrijg wordt vaak
op een wijze op het doek gebracht, dat
men zich onwillekéurig afvraagt, aan
welke gevaren ook de menschen d e dit
alles hebben vastgelegd, zullen hebben
blootgestaan? Gevechten te land, ter
zee, in de lucht en onder water, de
duikbootenoorlog en 't vernielen van
groote aantallen zeeschepen, alles ont
rold zich voor ons oog. Een grootere en
betere actie voor den zoo zeet ge-
wenschten vrede, is niet denkbaar en
toch laat de film ons zien, hoe ook thans
alle landen weer wedijveren in een
machtige bewapenr'ng.
Een film die bij velen, die dit machtig
en van 't begin tot het einde boeiend
filmproduct aanschouwen, de vraag zal
doen rijzen: heeft de menschdom nog
niet genoeg geleerd en wat zal een toe
komstige strijd ons brengen?
De Circuskonmg.
Het tweede hoofdnummer is van een
geheel ander genre en laat ons genieten
van het prachtige spel van Barton Mar
Lane, June Travia en Warren Huil. Een
onverschrokken dierentemmer, die, na
een nachtelijk feest, in brooddronken
heid tracht een nog ongetemden tijger
zijn wil op te dw'ngen, hetgeen hem
noodlottig zou geworden zijn wanneer
niet zijn trouwe helper hem had gered,
doch dit slechts ten koste van diens
eigen leven. Zijn achtergebleven doch
ter wordt de levensgezellin van den
temmer, doch deze vervaTF weer in zijn
oude sleur om op de meest ongele<5->-
uren te trachten zijn vijand, den tijger,
te temmen. In deze film is ook „dfe
vriend" weer een ongeluk in het huwe
lijksleven. Wanneer de temmer zich be
drogen gevoeld, tracht hij zich van zijn
besten vriend te ontdoen door hem in
de arena te smijten ten prooi voor den
tijger. Echter spreekt op het laatst het
„hart" en zien wij een strijd tusschen
mensch en dier waarbij de temmer het
slachtoffer wordt.
In het gebruikelijke filmjournaal is
thans een spec ale reportage van het
Koninklijke Bruidspaar in het schoone
Krynica, waar men Prinses en Prins ziet
genieten van de schoone wintersport en
men tevens wordt geboeid door de
prachtig omgev ng waarin het Prinselijk
paar een groot gedeelte van de huwe
lijksreis heeft doorgebracht.
lestina worden gezonden, wat vrijwel op
een uitvoerverDou ueerk&iux.
Dergelijke bepalingen geven niet den
indruk, dat wij hier bezig zijn ons natio
naal bezit met milde nana uit re üeeien
aan alle mogelijke buitenlanders, die
van plan zijn zich hier op goedkoope en
gemakkelijke wijze in een tweede" va
derland neer te zetten.
Hoe de Stichting tot stand kwam, zul
len wij in een volgend artikel bespre
ken.
Alkmaar. Tj,
ONTVANGEN BOEKEN.
levert
Van de N.V. Uitg. Mij. JB. E. Kluwer
te Deventer ontvingen wij de tweede
uitgave van den jaarlijksch'en Adres-
sengids „Wie Levert....?" Dit adres
boek brengt de in het vakblad „Vraag
en Aanbod" geplaatste advertenties
ieder jaar opnieuw onder de aandacht
van de abonné's overz chtelijk ingedeeld
in rubrieken en in een lijst v,an Han
delsmerken, enz. Een „register" op de
advertenties dus.
BUITENLANDSCHE ZAKEN.
Een debat over den Volken
bond.
Gisteren is de Eerste Kamer gereed
gekomen met de behandeling van de be
grooting van het departement van so
ciale zaken. Ze is daarna begonnen met
die van buitenlandsche zaken. Daarbij
werden vooral beschouwingen gewijd
aan de verhouding van Nederland tot
den Volkenbond.
De heer DeSavornin L o h -
m a n (c.h.) en B r i t (a.r.) vertegen
woordigden de zienswijze, welke het
nut van den Volkenbond beschouwt als
beperkt tot dat van een orgaan van
contact en overleg en welke hetgeen
aan de collectieve veiligheid ontbreekt,
wil zien aangevuld door de traditioneele
Nederlandsche zelfstandigheidspolitiek
in samenwerking met België,en Scandi
navië. Deze afgevaardigden wilden de
sanctiebepalingen uit het handvest doen
vervallen.
Daarentegen voelde de heer Polak
(s.d.) meer voor een sterken Volken
bond, die de sancties vastberaden toe
past en er niet naar streeft alle staten
te omvatten. Integendeel, tegenover de
bedreigingen der fascistische staten zou
de Volkenbond een bond van gewapen
de democrat'ën moeten worden.
De heer V anLanschot (r,k.)
verdedigde een middenstandpunt, dat'
meer in de lijn ligt van de bekende mee
ning van den minister van buitenland
sche zaken. Alomvattend kan de Vol
kenbond thans nog niet zijn, men moet
het erkennen. Sancties zijn nog een illu
sie, doch dat neemt niet weg, dat het
ideaal van de toekomst moet gelegen
zijn in een Volkenbond, die alle staten,
der wereld omvat. Men moet trachten
er thans reeds het beste van te maken.
De sprekers verwierpen allen het
denkbeeld van verdragen met andere
mogendheden, voor zoover daarbij van
onze onafhankelijkheid sprake zou zijn,
Contingenteeringen,
Op de agenda der Tweede Kamer
stond voor gisteren een reeks contin-
genteerings-wetsontwerpen. Aan een
debat daarover namen de heeren
S c h i 1 t h u i s (v.d.), Vos (lib.),
Bakker (c.h.), B i e r e m a (lib.)
en Kortenhorst (r.k.) deel. Met
uitzondering van laatstgenoemde oefen
de men critiek op de voortgezette con-
tingenteering, vooral van veekoeken en
naadlooze buizen. Van de eerste werd
gezegd, dat contingenteering een be
scherming beteekende van de Neder
landsche olie-industrie ten koste van de
veehouderij, terwijl van de naadlooze
buizen werd opgemerkt, dat het in Ne
derland bestaande en door deze con
tingenteering beschermde bedrijf niet
in de groote vraag kan voorzien, zoodat
de levertijd te lang is en de prijs te
hoog wordt. Alleen de heer Korten
horst waarschuwde tegen eenzijdige
opheffing van contingenteeringen, die
wij nog te zeer noodig hebben voor han
delspolitieke doeleinden.
Minister Gelissen beaamde dit
en verklaarde tevens, dat de Neder
landsche olie-industrie in moeilijkheden
verkeert tengevolge van de bescher
mende rechten in het buitenland, waar
door de olie-export wordt belemmerd.
Een klein offer van de veehouderij was
derhalve gewettigd. Het voortbestaan
van een industrie voor de vervaardiging
van buizen in ons land wettigt ook de
hieromtrent voorgestelde contingentee
ring. Alle desbetreffende wetsontwer
pen werden ten slotte zonder hoofde
lijke stemming goedgekeurd.
Reorganisatie spoorwegbedrijf.
De hoofdschotel van de agenda vorm
de het wetsontwerp tot reorganisatie
van het spoorwegbedrijf, dat o.a. in
houdt de vorming van een 'nieuwe N.V.
„De Nederlandsche Spoorwegen
De heer Van Braambeek
(s.d.) meende, dat de regeering met dit
voorstel nog te optimistisch is geweest,
dat niet voorzien is in voldoende af
schrijving, en voorts, bepleitte hij sa
neering van het spoorwegpensioen
fonds.
De heeren Duymaer van
Twist (a.r.), Rutgers vanRo-
z e n b u r g (c.h.), Bongaerts (r.k.)
en Van D ij k (a.r.) maakten verschil-