Waar Joden wonen en werken. BIOSCOPEN. STATEK-GENERAAL. MIDDELBURG. GOES. Een koekoeksei in de wierin germeer? I. (Van een b ij zonderen medewerker) „Arm land, arm volk, dat zich op deze wijze zijn oude rechten laat ont nemen heeft een nieuw dagblad kort geleden geschreven en het sprak daar bij van een koekoeksei in de Wierin germeer, waar de werkzaamheden voor het in cultuur brengen van het nieuw verworven land voor een deel in han den zijn gegeven van Joodsche vluchte lingen, die er in korten tijd een „eigen vaderland" zouden gesticht hebben. De gastvrijheid, zoo werd gezegd, strekt ons volk tot eer, maar hoe moet men denken over een huisvader, die zijn eigen behoeftige kinderen in de kou zet om vreemde een warm plaatsje bi) den haard te bezorgen. Men heeft hen, die elders niet meer welkom waren, gastvrij ontvangen op een rijk stuk Ne- dqrlandschen bodem,men heeft dit onzen stoeren Nederlandschen zonen onthouden om het in handen van bui- tenlandsche vluchtelingen te leggen. Die kregen voordeden van de overheid waarop onze eigen zonen recht hebben. Jaar op jaar heeft ons volk geofferd om dezen rijken bodem aan de golven te ontworstelen, maar instede van volle dige overgave van dezen zoo duur ge- kochten grond aan eigen zonen, heeft men deze toekomstige volkswelvaart in handen van de buitenlandsche gasten gelegd, terwijl eigen boerenzonen nog tevergeefs wachten op een rijk stukje grond, dat hun door harden arbeid in staat zal stellen, voor zich en de hun nen in het onderhoud te voorzien. „Al te goed is buurman's gek", was het opschrift van dezen alarmkreet en inderdaad, wie het bovenstaande leest, moet wel den indruk krijgen, dat wij hier in Holland bezig zijn ons eigen graf te graven. Daar hebben we nu millioenen en millioenen geofferd om on§ land een twaalfde provincie te verschaffen en de grond is nog niet eens heelemaal droog of we zetten er Joodsche vluchtelingen op, die dadelijk begonnen zijn een „nieuw vaderland" te stichten, een eigen cultuurcentrum te vormen, dat zich misschien als een olievlek zal uit breiden en oorzaak zal worden, dat de Joden het land, dat zij eertijds in Pa lestina verloren hebben, hier zij het dan in bescheiden mate weer in be zit zullen nemen, Eigen boerenzonen worden buitengesloten en zoo krijgt Ne derland binnen afzienbaren tijd een nieuwe provincie, waarin het Joodsche element den boventoon zal voeren. Is dit inderdaad zoo? „Is dit inderdaad zoo?" vroeg ons de redactie van de Middelburgsche Courant. „Het zal wel eenigszins scheef zijn voorgesteld, maar zou het, juist daarom, niet goed zijn, de kwestie eens te onderzoeken en een onpartijdig oordeel te geven? Gijlie den zit daar in het Noorden betrek kelijk dicht bij de'Wieringermeer. Ga zoo mogelijk eens op expeditie en on derzoek uit en zie eens in welke mate en onder welke omstandigheden dit nieuwe gebied door onze regeering in Joodsche handen is gegeven." Hier moest een waarschuwing klin ken en de regeering een halt worden toegeroepen wanneer inderdaad bleek, dat wij hier bezig zijn zaad van vreem den bodem in eigen gebied te strooien, zaad, dat woekerplanten zou voortbren gen, die weldra om zich heen zouden grijpen en onuitroeibaar 'zouden blij ken. En wanneer het anders was, diende een rechtzetting te worden gegeven. Dan diende openlijk vermeld, dat hier mets had plaats gevonden, dat de hou ding onzer regeering afkeurenswaardig zou haken, dan diende vastgesteld te worden, dat hier geen vrees voor een Joodsche invasie behoeft te bestaan. Zoo zijn wij, met het voornemen de kwestie zoo onpartijdig mogelijk te be kijken, op onderzoek getogen. Wij heb- ons in verbinding gesteld met de wienngermeerdirectie als het regee- en ^at dezen adviseerend een ondeTkend S1Ïre'i^, 7 hebbe° ar. Van den IJl T f", schen hoogleeraar diP 4®sterdan?" Joodsche Stichting fs last not least, een tocht naar i ringermeer gemaakt om ons met IT oogen van de juistheid der ons verstJek" te informaties te overtuigen. One I al ?°"fnd is een 8astvrij land, Uns land heeft nu eenmaal den naam gastvrij te zijn en dat is een eigenschap waarover wij ons niet behoeven te scha- men. Hoevele malen is het in de wereldge schiedenis niet vermeld als het land waar miskenden, vervolgden en Ver- Y®nen Cen wbkplaats vonden, hoe dankbaar om ons nu maar niet te ler het verleden te verdiepen is men in Hongarije nog voor de hulp, die T'ul11 wereldoorlog den kinderen nebben geboden, hoe zegenrijk is niet onze spontane actie geweest toen Bel gische vluchtelingen bij duizenden over onze grens zijn gekomen Wij hebben nooit naar ras, godsdienst jf nationaliteit gevraagd, wij hebben rechts in nood verkeerende menschen /erwelkomd en hun de zekerheid gege ten, dat zij mits zich onderwerpen de aan onze wetten en voorschriften aier een toevluchtsoord zouden vin den. Ook Nederland heeft thans de crisis aan den lijve ondervonden, ook onder anze landgenooten zijn er honderddui zenden hulpbehoevenden, |toaar wjan- neer dit thans een reden zou zijn om onze grenzen onverbiddelijk te sluiten, dan zouden wi) daarmede slechts bewij zen, dat onze gastvrijheid in het verle den een onnatuurlijk karakter heeft ge dragen. Want ook de arme ontsluit zijn deur als er in den kouden avond iemand bui ten staat en een beroep doet op zijn menschelijke gevoelens. Het is alleen maar de vraag hoever wij nu met onze hulp aan vreemdelingen kunnen gaan zonder eigen landgenooten daarbij ten achter te stellen. Men overwoog de stichting van een Joodsche kolonie. Toen in 1933 het Hitler-regiem in Duitschland op den voorgrond trad, bleek al spoedig', dat vele Joden, niet wetende wat hun boven het hoofd hing, naar omliggende landen uitweken en dat het voornamelijk voor de jongeren noodzakelijk zou zijn het land te ver laten. De Joden hadden in Duitschland niet veel gelegenheid in den landbouw te worden opgeleid, zij werden voor het grootste deel aangetroffen in de weten schappelijke beroepen en in de kringen van den handel. Wanneer de Joodsche jongeren on voorbereid naar Palestina zouden ver trekken, waar zij in den landbouw of in het handwerk een bestaan moeten vin den, stond het van te voren vast, dat zij er zouden mislukken. Dus werd in Joodsche kringen ook in ons land het vraagstuk der emi gratie bekeken en men begreep, dat er in de rond Duitschland liggende sta ten gelegenheid moest zijn, de jongens en meisjes als het ware om te vormen, hun een zoo kort mogelijke, maar toch practische opleiding te geven, opdat zij in den vreemde in staat zouden zijn hun eigen brood te verdienen. 1 -■ -■ 1 'vOWIMBMl -fc <iv. mÊÉÊ Men had oorspronkelijk de gedachte in elk der aan Duitschland grenzende landen twee opleidingskolonies te stich ten, elk met 500 bewoners en hoopte op deze wijze het vraagstuk der jonge Duitsche Joden te kunnen oplossen. In deze opleidingskolonies zouden de jon gelui worden voorbereid op de emigra tie naar overzeesche gewesten. Het bleek echter al spoedig, dat van hulp in dien omvang geen sprake zou kunnen zijn. In ons land om zich daartoe nu maar te bepalen werd een 500-tal kolonisten al te hoog ge acht en toen prof. Van den Bergh zich einde 1933 tot de Nederlandsche regee ring wendde, bestond het voornemen om, zoo mogelijk, hier een kolonie te stichten, waarin niet meer dan 300 jon ge Joden gelegenheid zouden krijgen zich in den landbouw of in een hand werk te bekwamen. De regeering was tot mede werking bereid. De regeering bleek in principe tot medewerking bereid en toen kwam da delijk de vraag naar voren: wat is de beste plaats in ons land om dezen jon gens en meisjes in zoo kort mogelijken tijd de meest practische opleiding te ge ven? Is het wonder, dat daarbij allereerst aan de Wieringermeer gedacht werd? Waar zou men hen, die later op ont ginning van land zijn aangewezen, waar zou men deze menschen beter kunnen onderbrengen dan 'in den Wieringer- meerpolder, die nog in de sfeer van het onontgonnen gebied lag, waar men op een paar Hectaren land meer of minder niet behoefde te kijken en waar de ko lonie rustig zou kunnen arbeiden zonder in direct contact te komen met bevol kingsgroepen, die door hun sympathie of antipathie de rust van dit werk on- noodig konden verstoren. Inderdaad, wanneer ergens een zoo danige kolonie tot stand zou moeten ko men, dan moest het in onze twaalfde provincie zijn. De regeering verklaarde zich bereid de noodige gronden voor de vestiging van een Joodsche kolonie beschikbaar te stellen, doch alleen onder dezelfde voorwaarden waaronder ook boerde rijen aan particulieren worden ver pacht. Van financieele offers onzer regeering is dus geen sprake én dat men ander zijds heel wat ter tafel zou moeten bren gen, kan blijken uit de algemeene ver<; pachtingsvoorwaarden voor dit gebied; waarbij men voor de bouwbedrijven moet kunnen beschikken over een be drijfskapitaal van ongeveer 300 per Hectare. De voorwaarde tot toelating. Er zijn heel wat meer voorwaarden tot toelating gesteld, waaruit duidelijk kan blijken,, dat het nimmer in de be doeling onzer regeering heeft gelegen de grenzen maar open te zetten en iedereen, die dat verlangt een woning met het benoodigde land uit ons natio naal bezit toe te wijzen. Wanneer er een Joodsche opleidings kolonie werd gesticht, zou deze gebon den zijn aan een reglement, vastgesteld door den minister van Sociale Zaken. Het Departement van Financiën, waaronder de uitgifte van gronden res sorteert, bepaalde, „dat de Stichting bij voorbaat op zich neemt de verplichting om zich te gedragen naar en na te ko men de voorwaarden, welke nog door andere departementen dan dat van Fi nanciën zijn of nog zullen worden ge steld ten aanzien van de personen, die in de kampen op het verpachte gebied zullen worden toegelaten, de producten welke geteeld of geëxploiteerd mogen worden en eventueele andere voor waarden, welke nog gewenscht mochten worden geoordeeld." Het reglement verplicht, dat voor de landbouwopleiding Nederlandsche leer meesters te werk gesteld moeten wor den en het onderzoek welke kolonisten hier worden toegelaten evenals het toezicht op het Joodsche werkdorp is opgedragen aan den Rijksdienst voor Werkloosheidsverzekering en Arbeids bemiddeling, den administrateur van de grensbewaking en den vreemdelingen dienst. De stichting verplicht zich er voor', zorg te dragen, dat de kolonisten, zoodra hun opleiding voltooid is, ons land zullen verlaten. De teelt van tuinbouwproducten is hier aan dezelfde beperkende bepalin gen gebonden als elders in ons land. Wat in de werkafdeelingen gefabri ceerd wordt, mag niet worden verkocht Het mag voor liefdadige doeleinden of voor het vluchtelingencomité ten ge schenke worden gegeven, of naar Pa- CITY. De zanger van Broadway. Broadway is in New York en New York ligt in Amerika. Alles is daar een beetje anders dan hier en de manier waarop men vele zaken daar aanpakt, wijkt wel ver af van de doorsnee-me thoden die elders toegepast worden. Vooral op het gebied van reclame ma ken. Daar zijn de Amerikanen ware bol- leboozen in. Een van de objecten die men daar toe bezigt is de radio. Schoen smeer, auto's en bananen worden mid dels deze techniek in welverzorgde pro gramma's den braven burger aangepre zen. Wat dat met den zanger van Broad way te maken heeft? Wel dit, dat deze film zoo heerlijk den draak steekt met deze overdreven reclame. Bn boven dien nog met een ander dwaas idee: dat iets alleen goed is wanneer het uit den vreemde komt. Wat overigens niet spe cifiek Amerikaansch is. In een aardig verhaal, waarin Dick Powell centraal gesteld is, wordt de geschiedenis vertoond van een taxi chauffeur met een goede stem, die het weet te brengen tot een geliefd radio zanger. Dat succes heeft hij te danken aan de kaas van de firma Flaggenheim. De weduwe die deze zaak drijft is op zoek naar den man die op romantische wijze de kaas kan bezingen voor de microfoon. Die man is Dick de chauf feur, die op een mooie aanbeveling van een paar journalisten de studio U.U.B. betreedt, maar er door de „handige" hulp van z'n beschermer Leonardo de Vinei weldra weer uitvliegt zonder dat hij de kans gekregen heeft zijn stem te laten hooren. Hij maakt evenwel ken nis met Alice de secretaresse en die twee verlieven zich met hindernissen. Dick heeft zijn kans dus gemist, doch De Vinei zal hem roem bezorgen. Hij gaat daartoe met Dick's dollars naar z'n geboorteland Italië. Dick hem achterna, als stow-away, w,ant Alice gaat met de Kaas-weduwe den romantischen zanger in het zon nige land zoeken. En als Dick en De Vinei (wat een prachtig type heeft Menjou daarvan gemaakt) aan 't zingen en gondelen zijn, worden ze „ontdekt" door de twee dames, mee genomen naar Broadway, en na nog 'n paar komieke intermezzi is Dick beroemd, al zingt hij dan ook niet den lof van de kaas. De kwieke Dick Powell is als ge knipt voor zoo iets en hij heeft Joan londell als partner. Daardoor een niet muzikale medewerking van eenige beroemdheden, is de film een geslaagde komedie geworden. M IJzeren Kntdsten. Nu met direct een verhaal uit de Society-wereld. Maar met edelen in houd, zich afspelend tusschen nobele en minder om het geweten gevende man nen van de bergen en de prairie. Het gaat om een ranch, die een jonge en knappe weduwe en haar zoontje toe komt, doch door een slecht individu in gepalmd dreigt te worden. Dat- wordt voorkomen, door het ingrijpen van Ace Andrews, den zingenden cowboy. Dat het daarbij hardhandig toegaat zoodat de vonken er af vliegen, ligt voor de hand, want de wet van de prairie is meedogenloos en hard, Er valt bovendien natuurschoon te waardeeren, waardoor de film nog aan waarde wint. ELECTRO Dancing Pirate. De kleurenfilm weet zich niet zoo spoedig een plaats te veroveren, als men aanvankelijk wel vermoedde. Daarvoor blijven de moeilijkheden, technische zoowel als financieele, nog te groot. Zoo nu en dan echter wordt het wekelijk- sche programma eens afgewisseld met een technicolor", oftewel een ge kleurde film. Eerst waren het bepaalde gedeelten, de hoogtepunten in de amu sementsfilms meestal, die n kleuren op het doek werden gebracht, later werd dit kleurenspel van de eerste tot de laatste meters vertoond. Zoo ook in Dancing Pirate. Men zal bij deze film zien dat er de laatste ja ren eenige vooruitgang valt te bespeu ren. De kleuren zijn over 't algemeen niet zoo hard en fel meer, maar toch blijven nog steeds rood en groen donri- neeren. De costuums en de omgeving, waarin het verhaal zich afspeelt, geven alle gelegenheid van de film een klYi- renspel te maken. Dancing Pirate is een avontuurlijke amusementsfilm of, zoo men wil. een amusante avonturenfilm. Een ontvluchte zeeroover belandt 'n een dorpje, waar men den piraat aan de galg wil op hangen. Doch met de strop rond de hals danst hij zoo formidabel dat de vrou welijke helft der toeschouwers, en in 't bijzonder de dochter van den burge meester van hem dansles willen nemen En aangezien ook hier de vrouwen de meeste stemmen hebben, redt 't step- dansen den zeeroover van de galg. Doch de avonturen zijn daarna nog vele, want in de liefde voor de burgemees tersdochter krijgt de piraat een gevaar lijk concurrent. In de hoofdrollen Steffi Duna, de step- danser Charles Collns en de komiek Fr^nk Morgan. De geheimen van Chinatown, Confucius, de oude Chineesche wijs geer heeft op z'n sterfbed aan ieder van zijn twaalf vrienden een muntstuk ge schonken. Deze twaalf munten tezamen gebracht, kunnen een schat onthullen. Aldus de legende waarnaar deze film heet te zijn gemaakt. Het is dus zaak die twaalf muntstukken bij elkaar te krijgen. De Ch nees Wong is reeds in 't bezit van elf van deze munten, en nu stuurt hij zijn mannetjes er op uit om de twaalfde te bemachtigen. Het gaat er daarbij echt op z'n Chineesch d.w.z. ge heim.z:nnig toe. Sluipmoordenaars, ge heime deuren, donkere gangen, folter- wrktuigen, mysterieuze moorden etc. Bela Lugosi verstaat de kunst geheim zinnig te zijn. GRAND THEATER 30 jaar Wereldgebeuren, Een aaneenschakeling van filmrepor tages uit den wereldoorlog en voor gaande jaren, waarin een groot aantal belangrijke gebeurtenissen aller Euro- peesche landen in herinnering wordt gebracht en doet zien, hoe reeds jaren tevoren alle landen zich bewapenden en zich gereed maakten voor den groot^n oorlog 19141918, De oorlogsverklarin gen der verschillende landen worden gememoreerd en we zien hoe massa's jongeren en ouderen zingende en met bloemen omkransd zich naar de slagvel den begeven waar de werkelijkheid zich zoo geheel anders openbaart dan was gedacht. Het lijden en sterven van dui zenden in den wereldkrijg wordt vaak op een wijze op het doek gebracht, dat men zich onwillekéurig afvraagt, aan welke gevaren ook de menschen d e dit alles hebben vastgelegd, zullen hebben blootgestaan? Gevechten te land, ter zee, in de lucht en onder water, de duikbootenoorlog en 't vernielen van groote aantallen zeeschepen, alles ont rold zich voor ons oog. Een grootere en betere actie voor den zoo zeet ge- wenschten vrede, is niet denkbaar en toch laat de film ons zien, hoe ook thans alle landen weer wedijveren in een machtige bewapenr'ng. Een film die bij velen, die dit machtig en van 't begin tot het einde boeiend filmproduct aanschouwen, de vraag zal doen rijzen: heeft de menschdom nog niet genoeg geleerd en wat zal een toe komstige strijd ons brengen? De Circuskonmg. Het tweede hoofdnummer is van een geheel ander genre en laat ons genieten van het prachtige spel van Barton Mar Lane, June Travia en Warren Huil. Een onverschrokken dierentemmer, die, na een nachtelijk feest, in brooddronken heid tracht een nog ongetemden tijger zijn wil op te dw'ngen, hetgeen hem noodlottig zou geworden zijn wanneer niet zijn trouwe helper hem had gered, doch dit slechts ten koste van diens eigen leven. Zijn achtergebleven doch ter wordt de levensgezellin van den temmer, doch deze vervaTF weer in zijn oude sleur om op de meest ongele<5->- uren te trachten zijn vijand, den tijger, te temmen. In deze film is ook „dfe vriend" weer een ongeluk in het huwe lijksleven. Wanneer de temmer zich be drogen gevoeld, tracht hij zich van zijn besten vriend te ontdoen door hem in de arena te smijten ten prooi voor den tijger. Echter spreekt op het laatst het „hart" en zien wij een strijd tusschen mensch en dier waarbij de temmer het slachtoffer wordt. In het gebruikelijke filmjournaal is thans een spec ale reportage van het Koninklijke Bruidspaar in het schoone Krynica, waar men Prinses en Prins ziet genieten van de schoone wintersport en men tevens wordt geboeid door de prachtig omgev ng waarin het Prinselijk paar een groot gedeelte van de huwe lijksreis heeft doorgebracht. lestina worden gezonden, wat vrijwel op een uitvoerverDou ueerk&iux. Dergelijke bepalingen geven niet den indruk, dat wij hier bezig zijn ons natio naal bezit met milde nana uit re üeeien aan alle mogelijke buitenlanders, die van plan zijn zich hier op goedkoope en gemakkelijke wijze in een tweede" va derland neer te zetten. Hoe de Stichting tot stand kwam, zul len wij in een volgend artikel bespre ken. Alkmaar. Tj, ONTVANGEN BOEKEN. levert Van de N.V. Uitg. Mij. JB. E. Kluwer te Deventer ontvingen wij de tweede uitgave van den jaarlijksch'en Adres- sengids „Wie Levert....?" Dit adres boek brengt de in het vakblad „Vraag en Aanbod" geplaatste advertenties ieder jaar opnieuw onder de aandacht van de abonné's overz chtelijk ingedeeld in rubrieken en in een lijst v,an Han delsmerken, enz. Een „register" op de advertenties dus. BUITENLANDSCHE ZAKEN. Een debat over den Volken bond. Gisteren is de Eerste Kamer gereed gekomen met de behandeling van de be grooting van het departement van so ciale zaken. Ze is daarna begonnen met die van buitenlandsche zaken. Daarbij werden vooral beschouwingen gewijd aan de verhouding van Nederland tot den Volkenbond. De heer DeSavornin L o h - m a n (c.h.) en B r i t (a.r.) vertegen woordigden de zienswijze, welke het nut van den Volkenbond beschouwt als beperkt tot dat van een orgaan van contact en overleg en welke hetgeen aan de collectieve veiligheid ontbreekt, wil zien aangevuld door de traditioneele Nederlandsche zelfstandigheidspolitiek in samenwerking met België,en Scandi navië. Deze afgevaardigden wilden de sanctiebepalingen uit het handvest doen vervallen. Daarentegen voelde de heer Polak (s.d.) meer voor een sterken Volken bond, die de sancties vastberaden toe past en er niet naar streeft alle staten te omvatten. Integendeel, tegenover de bedreigingen der fascistische staten zou de Volkenbond een bond van gewapen de democrat'ën moeten worden. De heer V anLanschot (r,k.) verdedigde een middenstandpunt, dat' meer in de lijn ligt van de bekende mee ning van den minister van buitenland sche zaken. Alomvattend kan de Vol kenbond thans nog niet zijn, men moet het erkennen. Sancties zijn nog een illu sie, doch dat neemt niet weg, dat het ideaal van de toekomst moet gelegen zijn in een Volkenbond, die alle staten, der wereld omvat. Men moet trachten er thans reeds het beste van te maken. De sprekers verwierpen allen het denkbeeld van verdragen met andere mogendheden, voor zoover daarbij van onze onafhankelijkheid sprake zou zijn, Contingenteeringen, Op de agenda der Tweede Kamer stond voor gisteren een reeks contin- genteerings-wetsontwerpen. Aan een debat daarover namen de heeren S c h i 1 t h u i s (v.d.), Vos (lib.), Bakker (c.h.), B i e r e m a (lib.) en Kortenhorst (r.k.) deel. Met uitzondering van laatstgenoemde oefen de men critiek op de voortgezette con- tingenteering, vooral van veekoeken en naadlooze buizen. Van de eerste werd gezegd, dat contingenteering een be scherming beteekende van de Neder landsche olie-industrie ten koste van de veehouderij, terwijl van de naadlooze buizen werd opgemerkt, dat het in Ne derland bestaande en door deze con tingenteering beschermde bedrijf niet in de groote vraag kan voorzien, zoodat de levertijd te lang is en de prijs te hoog wordt. Alleen de heer Korten horst waarschuwde tegen eenzijdige opheffing van contingenteeringen, die wij nog te zeer noodig hebben voor han delspolitieke doeleinden. Minister Gelissen beaamde dit en verklaarde tevens, dat de Neder landsche olie-industrie in moeilijkheden verkeert tengevolge van de bescher mende rechten in het buitenland, waar door de olie-export wordt belemmerd. Een klein offer van de veehouderij was derhalve gewettigd. Het voortbestaan van een industrie voor de vervaardiging van buizen in ons land wettigt ook de hieromtrent voorgestelde contingentee ring. Alle desbetreffende wetsontwer pen werden ten slotte zonder hoofde lijke stemming goedgekeurd. Reorganisatie spoorwegbedrijf. De hoofdschotel van de agenda vorm de het wetsontwerp tot reorganisatie van het spoorwegbedrijf, dat o.a. in houdt de vorming van een 'nieuwe N.V. „De Nederlandsche Spoorwegen De heer Van Braambeek (s.d.) meende, dat de regeering met dit voorstel nog te optimistisch is geweest, dat niet voorzien is in voldoende af schrijving, en voorts, bepleitte hij sa neering van het spoorwegpensioen fonds. De heeren Duymaer van Twist (a.r.), Rutgers vanRo- z e n b u r g (c.h.), Bongaerts (r.k.) en Van D ij k (a.r.) maakten verschil-

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 7