r
KUNST EN WETENSCHAP.
Yoor kleine luinen.
Lang gewenst - Gemakkelijk vervuld
BRUNETTA
STAÏEN-GENERAAL
OM HET UITBREIDINGSPLAN
VAN KOUDEKERKE.
verax*rtUWBv'Jl ut*fj&J.3-r. T StMMfr. tf~i£X.
r" -SBftrayigr.^ w- mUfmit-mnajtfTMfrrrt'r--" 'ft' fff^'r- f4&tóftÊSj&N93H
^a—au—wmm iTirtriiniiiM r m 11 mmn ia—
«taan. Hij is van meening, dat de Ko
mintern de bolsjewi.,aue vu Ghina u,
deiijk zou hebben laten v,allen en in
plaats daarvan voornemens zou ziju
een gemeenschappen;,*, anu-uapanscn
front te vormen tusschen China en
Sowjet-Rusland.
KERK EN SCHOOL.
Ned. Herv. Kerk.
C. Metseiaar, cand. en hulpprediker
te IJsselmonde heeft bedankt voor het
beroep naar Schore en Vlake,
Kunstmuseum Middelburg.
Tentoonstell ng R. Kimpe.
(-§-) De mogelijkheden van artistieke
uitdrukking zijn op zichzelf onbeperkt,
ook in de schilderkunst. Maar elke kun
stenaar, en dus elke schilder, afzonder
lijk is daarbij aan min of meer gehe m-
zinnige grenzen, welke door de indivi-
dua'iteit van zijn nnerlijk wezen worden
bepaald, gebonden. Naar het uiterlijk
openbaart deze gebondenheid zich wel
licht het duidelijkst in de vormgeving;
zij valt n et te overschrijden dan op
straffe van het leugenachtige. En omge
keerd noodzaakt ze den artiest, om zijn
individueelen „vorm" tot den hoogsten
graad van ontwikkeling te brengen;
vooropgesteld dan natuurlijk, dat hij
werkelijk iemand is, die wat beteekent.
Die eigenaardige strijd van hoop en
wanhoop, van zoeken en ploeteren,
waarvan men soms in het werk de schrij
nende heftigheid kan waarnemen, komt
er uit voort.
Naar aanleid'ng van de tentoonstel
ling, wélke Kimpe het vorig jaar in het
kunstmuseum hield, meenden wij te mo
gen constateeren, dat hij zijn eigenlijken
vorm had gevonden, Deze indruk wordt
thans bevestigd. De expositie van nu
laat de natuurlijke oritwikkelh g onder
kennen 'van dien 'toen geopenbaarden
zeer persoonlijken stijl. De grenzen ei-
van zijn nauw en scherp, zooals ze, hoe
wel in laatste instantie ondefinieerbaar,
behooren te zijn. Het strakke en het
forsche in hun geslotenheid toch
klaar; d.w.z. zonder dat „Germaansche"
sentiment, dat de Duitschers met grübe-
len aanduiden kunnen er de voor
naamste kenmerken van heeten. Met het
specifiek Dorische element in de
(bouwj-kunst der oude Grieken, is dit
werk daarom voor ons g'evoel verwant.
Maar in zijn ontwikkeling gaat het zich
nu vermengen met uitingen, die de
weerspiegel ng zijn van luchtiger aan
doeningen. In verscheidene van Kimpe's
jongste schilderijen breekt zich dit evi-
Een rechtmatige maar moeilijk
te beslechten strijd, tusschen
algemeen en particulier belang.
Het is op dit oogenblik geen pais en
vreê in de gemoederen der Kouker-
kenaren. Integendeel: men staat er een
beetje van twee kanten tegen elkaar,
wat men noemt, op z'n achterste beenen!
Weliswaar zou het een nog heel wat
raarder geval wezen, zoo men op z n
voorste beenen stond, maar zoo wil het
spraakgebruik 't nu eenmaal en we
begrijpen elkaar aldus wel.
De winden waaien er niet langs de
rotsen, maar om het uitbreidingsplan,
en de richtingen waaruit de twee tegen
gestelde windstroomen waaien, zijn het
gemeentehuis en de fraaie notariswo
ning.
In het gemeentehuis is men voorals
nog en begrijpelijkerwijs bitter slecht te
spreken over de behandeling die het
uitbreidingsplan in den Raad onder
vond: „dit besluit mag wel met roode
letters in de notulen opgenomen wor
den"; ,,de brokstukken van het kapot
geslagen plan" woorden, uit den mond
van 's Raads voorzitter opgeteekend,
maken die stemming duidelijk.
In het notarishuis is men daarentegen
voorloopig niet ontevreden over den
goeden uitslag van de eerste ronde, na-
demaal men aldaar een overwinning op
punten heeft mogen boeken; al moet
men den dag niet prijzen voor het avond
is.
In verband met de deining om heel
de zaak hebben wij eens in gemeente
huis en notarishuis ons licht opgestoken,
teneinde in staat te zijn onzen lezers
een en ander over het verloop van de
zen uitbreidingsplanoorlog mede te dee-
len.
Zooals een ieder in Koudekerke en
menigeen daarbuiten wel weet, is de ge
nerale staf van het verzetsleger in het
notarishuis gevestigd, van waar uit de
belangen van een aantal g^ootere en
kleinere grondeigenaren met kracht van
redenen en scherpte van betoog verde
digd worden. In het regeeringshoofd-
kwartier daarentegen stelt men zich
uitsluitend op den bodem van wat daar
als het algemeene Koukerksche belang
gezien wordt; komt dit algemeene be
lang in stsijd met de bijzondere belan
gen van particulieren, dan dient het
eerste boven het tweede te gaan, zoo
stelt men daar. Wat, in het algemeen
genomen, ook zeker een juist standpunt
mag heeten.
Nu dicni men, evenwel, en om te be
dent baan: de kleurmengeling wordt hier
levendiger, bevrijdt zich als het ware van
de overheerschmg van het bruin, waar
mee Kimpe de strakke geslotenheid soms
tot het harde stugge opdreef. Vooral
voor de figuren zal dit winst brengen.
Het „leven" daarvan kan best eenige
schakeering naar den weeken kant velen,
zonder dat er eenig gevaar van vervlak
king dreigt. Dat gevaar ligt principieel
geheel buiten de lijnen der zich manifes-
teerende ontwikkeling trouwens. Er zou
als het ware een breuk in moeten ont
staan, wilde het tot gelding komen.
Het f guursthilderten lijikt meer, en
meer Kimpe's voornaamste taak te zul-
en worden De herschepping van het
leven, nauwkeuriger: van den einde-
loozen rijkdom zijner vormen, in de
gestalte van den mensch, is een van
■jp moeilijkste opdrachten, wellke de
beeldende kunstenaar zich kan stellen.
Er valt met dit object zoo weinig te
transigeeren; de leugen doet z'ch er zOo
gauw in herkennen. Kimpe behoeft er
echter niet voor terug te schrikken.
Zijn kracht is van een kaliber, dat toe
staat, hoog te mikken.
Eduard en Marinus Flipse in Boedapest.
De dirigent van het Rotterdamsch
Philharmonisch Orkest, Eduard Flipse,
en zijn broer, den bekenden pianist Ma
rinus Flipse beiden afkomstig uit
Wissenkerke hebben verleden week
te Boedapest geconcerteerd.
Uit de verschillende critieken in de
Boedapester bladen blijkt, dat het op
treden van deze twee kunstenaars een
groot succes is geweest. Eduard Flipse
dirigeerde drie werken van Hollandsche
componisten, n.l. van Diepenbrock,
Voormolen en Pijper. Algemeen toonde
men zich zeer verheugd over deze ken
nismaking met de Hollandsche werken.
Voor de capaciteiten van den dirigent
en den solist Marinus Flipse die Pij-
per's moderne pianoconcert speelde
toonden de critici groote erkentelijkheid.
Zoo schrijft o.a. de „Nemseti Ujsag:
„Voornaam publiek was aanwezig op
het Donderdagavond-concert van het
Budapester-Konzert-Orchester. De gast-
dirigent Flipse heeft met het gemak en
de zekerheid van den werkelijken kun
stenaar het orkest uitstekend gediri
geerd; het orkest speelde dan ook voor
treffelijk.
De werken der Hollandsche compo
nisten Diepenbrock, Voormolen en Pij
per genoten een indrukwekkende ver
tolking. Solist op dit concert was de
jongere broeder van den dirigent: Mari
nus Flipse, die met virtuositeit van den
geroutineerden solist, en met buitenge
wone klare techniek Pijpers pianocon
cert speelde, een werk, rijk en kleur en
harmonie en interessant opgebouwd".
ginnen, dunkt ons, nimmer uit het oog
te verliezen, dat wij in Nederland ieven
in een maatschappij, die vooralsnog op
de erkenning van den persoonlijken
eigendom gegrondvest is. Men mag dus
degene, die, en terecht, als de aanvoer
der der bestrijders van het uitbreidings
plan in zijn tegenwoordigen vorm, wordt
aangezien, allerminst ten kwade hou
den, dat hij voor de particuliere belan
gen van zijn clienten en/of van zichzelf
opkomt. Daarin is niets onrechtmatigs
en zelfs niets, dat strijdig zoude zijn met
de goede zeden, te zien: zoolang gron
den en huizen en.... buitenplaatsen
nog niet tot gemeen bezit verklaard zijn,
hebben de wettige eigenaren van deze
gronden, huizen en wat dies meer zij,
het onbetwistbaarste recht, hun parti
culiere belangen te dien opzichte tegen
over de gemeenschap te handhaven, te
verdedigen en te doen verdedigen.
Maar: er is een grens te stellen, Die
ligt hier: waar de wet en de maatschap
pelijke behoorlijkheid eindigen.
Zoolang de strijd echter met wettige
en behoorlijke wapenen gestreden
wordt, dient men voor- en tegenstanders
gelijkelijk te respecteeren. Er is h i e r
nu eens bepaald geen sprake van een
legale partij en een opstandelingenpar
tij, zooals in Spanje.
Wat nu de al of niet wenschelijkheid
of noodzakelijkheid van de vaststelling
van een uitbreidingsplan betreft: hier
staan wij volkomen aan den kant van B.
en W. van Koudekerke. En van alle
andere B, en W.'s die, rekening houden
de met eischen van redelijkheid, straffe
maatregelen willen nemen om de, uit
een oogpunt van algemeen belang,
krankzinnige, want volstrekt redelooze,
bouw-maar-raak methoden van den
laatsten tijd paal en perk te stellen. De
gemeenschap mag eenvoudig niet lan
ger gedoogen, dat veel, heel veel na
tuurschoon onherstelbaar wordt ver
nield, en dat niet alleen, maar ook, dat
gezegde gemeenschap in de toekomst
op steeds hopgere kosten wordt ge
jaagd door een volkomen onredelijke
uitbreiding der bewoonde gebieden
langs alles wat maar meent weg te
heeten. Voor de post, voor gas, water
leiding en electriciteit, voor de tele
foon, de rioleering, den politiedienst,
voor duizend en nog meer zaken, zoo
wel van keihard practischen als van
ideeëlen aard, dient aan de voortwoeke
rende lintbebouwing in Nederland in
den kortst mogelijken tijd op straffe wij
ze een onverbiddelijk „halt" toegeroe
pen te worden.
Omdat het particuliere inzicht en ini
tiatief hier uit hun aard tekort moe
ten schieten, immers, wijl het ondenk
Voorjaarswerk in den tuin.
Nog steeds is het koud en guur, maar
toch zien we aan de ontwikkeling van
hoornen en struiken, dat de lente met
rassche schreden nadert. Laat dit voor
ons een aansporing zijn, om te zorgen
dat we tijdig met versch 1 ende werk
zaamheden, als planten, snoeien, spitten
en mesten gereed zijn. Nog kunnen we
vrijwel alle houtgewassen planten en
verplanten, maar voor soorten met een
vroege ontwikkeling wordt het toch
hoog tijd. Snoei heesters en boomen,
die bij het planten al ontluikende knop
pen bezitten, fl nk in om een gemakke
lijk aanslaan te bevorderen. Waar we
nog niet gereed zijn met snoeien, ma
ken we ook hiermede voortgang. Tot
nog toe snoeiden we de groen-blijvende
heesters en coniferen niet. maar in den
loop van deze maand krijgen ook deze
een beurt en snoeien we ook onze ro
zen, Na het snoe'en kunnen we dan ook,
waar dit noodig is, een grondbewerking
toepassen. Tusschen de houtgewassen
spitten we echter niet te dieo, daar an
ders de wortels te veel lijden. In de
boordbedden snijden we nu het loof van
Nepeta of katten kruid, Phlox pan cula-
ta of vlambloem, Chrysanthemum en wat
er verder aan dood loof aanwezig is af.
Tusschen de ruim staande, hooggroeien-
de vaste planten wordt de grond nu
voorzichtig losgewerkt met een spade;
tusschen de kleinere, dichter geplante
soorten gebruiken we daarvoor een
schrepel. Mocht het noodig blijken, om
enkele in den zomer of. herst bloeiende
soorten te scheuren, dan doen we dit
tevens. Let daarbij vooral op de herfst-
asters, waarvan kleine planten vrijwel
altijd het mooist bloeien, en ook ge
makkelijker zijn aan te binden dan
groote. Ook de vroegbloeiende vaste
planten als: Primula-soorten, Pholox
setacea, mosaohtige Saxifraga e.a. kun
nen nu nog wel worden verplant, op
voorwaarde, dat dit geschiedt met een
flinke kluit, opdat ze ook min mogelijk
hebben te lijden. Verder geven we nu
het gazon een flinke beurt.
Waar we dit in de vorige maand heb
ben bemest met korte mest, compost of
bagger, daar wordt dit materiaal nu eens
flink doorgeslagen met een riek, waar
na we met een tusschenruimte van een
week de resten wegharken. Vervolgens
wordt het gazon gerold met een tuinrol.
Kale plekken worden omstreeks begin
April ingezaaid nadat deze plekken met
een scherpe hark zijn losgemaakt. Het
graszaad wordt ondergestrooid met goe
de tuinaarde en daarna vastgetrapt of
baar is dat alle particulieren, gelijk in
een engelengemeenschap, allen er om
het hardst op uit zouden zijn, met te
loor gaan van mogelijk persoonlijk ge
win, der gemeenschap maar het eene
geschenk na het andere te doen, ligt
hier zonder den minsten twijfel een taak
voor de overheid, om regelend, ge- en
verbiedend, in te grijpen.
Evenwel: ook hier zijn er weer gren
zen. Want: we leven, als gezegd,
nog niet in bolsjewiekenland, en de
eigenaar van gronden hééft nog rechten
in Nederland.
De aanvoerder der anti-uitbreidings-
planners heeft de verdediging dezer
rechten op zich genomen. Met kracht
van woorden, als daar zijn: „Dit nu is
de grootste onmogelijkheid van het
heele uitbreidingsplan"; „Overigens is
deze nieuwe weg.ook op het punt
van verkeer een onding"; „Dit lijkt een
volstrekte dwaasheid'; het plan is veel
te apodictisch en mist op veel punten
de noodige soepelheid" etc.
Als de totale schade, welke door aan
neming van het plan aan de familie van
den steller van het bezwaarschrift
wordt geraamd, op een 30.000
50.000 dan is zijnerzijds een verzet
tot het uiterste begrijpelijk. Al valt er
over die som vermoedelijk nog wel een
en ander in het midden te brengen.
Hoe moet men nu uit de moeilijkhe
den komen? Want wij meenen te mo
gen aannemen, dat in Koudekerke B.
en W., noch de Raad, noch de notaris
iets kwaads tegen elkander in den zin
hebben, doch dat zij allen niets liever
zouden willen, dan dat men het met el
kander eens werd, de pais en vreê, zoo
wreed verstoord, zouden terugkeeren.
Nu lijkt ons hier evenwel een vol
strekte, allen bevredigende oplossing,
niet mogelijk. Er is hier strijd tusschen
particulier "bjelang en gemeen belang,
en deze strijd zal, vreezen wij, uitge
vochten moeten worden. Daar is geen
bezwaar tegen, dunkt ons, mits natuur
lijk, gelijk verwacht mag worden, ge
streden worde met rechtschapen wa
pens, en niet feller dan noodig is.
Om dit laatste te verhoeden, zullen,
dunkt ons, in de eerste plaats misver
standen uit den weg geruimd dienen te
worden. Wij vernamen bv. in het kamp
der tegenstanders twee dingen, die wel
verzet moesten uitlokken: een voorstel
ling van zaken omtrent een ontworpen
weg bv., welke er, naar later bleek,
naar menschelijke berekening de eerste
halve eeuw wel niet zal komen, en met
welks aanleg men dus als argument
geen rekening mag houden; een ander
argument omtrent den bouw bij Der-
Weet U wel, dat het tegenwoordig niet meer nodig
is, dat Uw haar er glansloos en onverzorgd uitziet?
Het komt er maar op aan, om de ouderwetse haar
wasmethoden vaarwel te zeggen. Blondona voor
blond haar en Brunetta voor donker haar zijn beter
dan al wat U heeft gebruikt. Beide zijn vrij van
alkali, wat de witte neerslag op het haar voorkomt.
Hierdoor wordt elke nabehandeling overbodig en
droogt het haar verrassend snel. Alleen Blondona
bevat Kamilloflor, het middel voor het wassen
van blond haar, terwijl BrunettJ Hequil bevat,
dat donker haar een prachtige diepe glans geeft.
DONKER HAAR
WAARBORGEN VOLMAAKTE HAARVER ZÓ RGING
V-H-46- B
(Ingez. Med.)
gerold. Nieuw te maken gazons kunnen
we nu beleggen met onkruidvrije gras
zoden ofwel begin April zaaien.
BEGROOTING VAN BINNEN-
LANDSCHE ZAKEN GOEDGEKEURD.
Bij de gister voortgezette behandeling
van de begrooting van B nnenlandsche
Zaken in de Eerste Kamer heeft de hr.
De Marchant et d'Ansembourg (n.s.b.)
critiek geoefend op verschi'lende onder
deden van het be'eid van den minister
in hoofdzaak hierop neerkomend, dat bij
allerlei gelegenheid tegen n.s.b.-ers uit
zonderingsbepalingen zouden worden
toegepast, in het bijzonder in het katho
lieke Zu den van ons land
De heer De Zeeuw (s.d.) bepleitte een
nieuwe regeling van de financieele ver
houding tusschen het rijk en de gemeen
ten.
In zijn antwoord verklaarde de minis
ter, na zich te hebben aangesloten bij de
hulde aan de jubileerende Vereeniging
van Nederlandsche Gemeenten, dat het
niet zoo eenvoudig zou zijn voor het ko
mende begrootingsjaar reeds een derge
lijke n'euwe regeling te treffen.
Spr. bestreed de opvattingen van den
heer De Marchant et d'Ansembourg en
verklaarde, dat de n.s.b. zichzelf in een
uitzonderingspositie plaatste door haar
methoden en door haar onna
tionale houding.
boede een buitenplaats we«:e reeds
door den vorigen notaris vier malen
achtereen ge- of, zoo men wil; herkocht,
is, om haar in ongerepten staat te be
waren waarbij met het afstaan van
gronden aan de provincie destijds be
paaldelijk rekening werd gehouden met
de te verwachten opbrengst van een
ander, daardoor ingesloten, stuk grond
als bouwgrond terwijl een bouwverbod
dien grond thans in waarde decimeert.
Onze totaal-indruk van dit zeer sa
mengestelde geval is: hier moet men,
om te beginnen, nog eens met elkaar
aan de ronde tafel komen. Het is 't goed
recht van den notaris, op te komen voor
de particuliere belangen, welke aan
hem toevertrouwd zijn. Hel is plicht der
gemeentelijke overheid, te doen wat
haar hand vindt in het algemeen be
lang te doen. Voor deze belangen met
elkaar in botsing komen wat wij ten
slotte toch onvermijdelijk achten
dient er van beide zijden zorg voor ge
dragen te worden, dat er althans niet
meer wrijvingsvlakken overgebleven
zijn, dan onontkoombaar is.
En: dan dient men niet te overdrij
ven. Niet te werken met min of meer
fantastische cijfers zeker: misschien
zeer wel te verdedigen, maar dan toch
met een knipoogje! dan dient men,
na misschien eerst wat met ietwat
astronomische getallen gewerkt te heb
ben, tenslotte, en liefst zoo gauw mo
gelijk, weer op den beganen grond te
rug te komen.
En dan: moeten uiteindelijk de wegen
maör gevolgd worden, welke de wet
voorschrijft. Als de Raad een plan op
grond der Woningwet, zooals deze in
'33 gewijzigd is, vaststelt, en Ged. Sta
ten het goedkeuren en de Kroon even-
tueele bezwaren voor ongegrond mocht
verklaren, dan zal men er zich bij neer
te leggen hebben. Misschien kunnen
trachten schadevergoeding te krijgen.
al hebben wij hooren verluiden, dat de
nog jonge jurisprudentie op dit terrein
nu niet ai te aanlokkelijkste perspec
tieven opent, en al zal een vordering
waarschijnlijk, zou zij al kans op succes
willen hebben, op werkelijk geleden
schade, niet op derving van gehoopte
winsten of, zij 't niet zonder grond, ver
wachte voordeelige prijzen, moeten
rusten.
Onze eindgevolgtrekking zij deze:
De eigenaardige struktuur der ge
meente Koudekerke maakt ook naar
onze meening de vaststelling van een
uitbreidingsplan dringend noodzakelijk;
het beginsel van concentrische bebou
wing dorps- of geconcentreerde ne
derzettingsvorming zou men het kunnen
De klachten van den heer Hermans
over een burgemeester weerlegde mi
nister De Wilde aan de hand van een
verklaring van dezen burgemeester.
De rigoureuse houding tegenover so-
ciaal-democrat sche candidaten voor 't
burgemeesterschap zal de regeering la
ten varen, doch zij zal elk g'eval op zich
zelf beoordeelen.
Tenslotte verdedigde de minister op
Irslorische gronden fegenove den hr-
De Savornin Lohman het kon. besluit tot
vaststelling der nationale k'euren rood-
wit-blauw als officieele vlag.
In de m'ddagzitting werd na replieken
de begrooting zonde:- hoofdelijke stem
ming goedgekeurd, met aanteekening
van tegen-stemming door de beide n.s.b.-
afgevaardigden
P.T.T.
Bij de daarop volgende behandeling
van de begrooting' voor 1937 voor het
staatsbedrijf der P.T.T. oefende de heer
Polak (soc. dem.) cr'tiek op het intrek
ken der zendvergunning van de vrijden
kers-radio-omroep en op het werk der
radio-contróle-commissie.
De minister verdedigde deze besluiten
en beantwoordde eenige opmerkingen
van de heeren Van Rappard (lib.), Ni-
vard (r.k.) en De Zeeuw (s.d.), over de
personeelsbezetting en de promotiekan
sen van het P.T.T.-personeel, waarna de
begrooting zonder hoofdelijke stemming
werd aangenomen en de senaat tot Dins
dagmiddag naar huis ging.
noemen lijkt ons gezond; het tegen
gaan van verdere lintbebouwing is, zoo
hier als elders, maar hier wel zeer be
paald, allernoodzakelijkst.
Het verwezenlijken van dit plan zal
zeker voor particulieren wel eens scha
de, althans (en dat is toch wel wat an
ders) derving van gehoopte winsten, te
weegbrengen. Dat is een van de ele
menten van het grondbezit. al
eeuwen lang hebben zulke zaken gegol
den en het is dus niets nieuws. De een
heeft plotseling het voordeel een vrijwel
waardeloos stuk grond door een ont
worpen spoorweg, luchthaven, kanaal,
of wat dan ook, tot fabelachtigen prijs
te zien rijzen; de ander krijgt door de
ontwikkeling der dingen een strop.
Het dunkt ons echter wel gewenscht,
dat partijen ofwel derzelver opperbevel
hebbers trachten nader tot elkaar te
komen
Een goed uitbreidingsplan en behoud
van natuurschoon zijn zeer belangrijke
zaken; een goede gezindheid ten opzich
te van menschen, die zeer groote belan
gen in de gemeente hebben, is (zoo zij
mogelijk is zonder met belangen van
hoogere orde waarvoor alles wijken
moet in botsing te komen) ook
eisch van goed gemeentelijk beleid.
Wij herinneren in dit verband, bij wij
ze van instructief voorbeeld, aan twee
ons van nabij bekende gevallen.
Het eene is van een gemeente in
Friesland, waarin behalve een zeer so
bere bevolking één zeer rijk man woon
de; banden des bloeds verbonden hem
aan dit plekje, waar zijn wieg stond.
Toen men in den Raad de gemeente
lijke belastingen mitsgaders derzelver
progressie voortdurend opdreef, liet hij
tenslotte weten: schei daar nu eens mee
uit. Ik betaal zoo ongeveer 2/„ van de
heele gemeentelijke huishouding en als
ge daar nu van gaat maken, dan doe
ik er niet meer van. De Raad maakte er
V van; de ingezetene verkocht zijn huis,
ging in het Gooi of daaromtrent wonen
en de gemeentenaren betaalden
voortaan elk voor zich vele malen zoo
veel belasting als ze tot dien gewoon
waren.
Het andere geval: menige landgenoot
kent de schoone bosschen om Clerf of
Clervaux wel. De Raad daar deed als
in het voorgaande geval: verhoogde
steeds de belastingen en de eigenaar.,
velde tenslotte alle boomen en verkocht
den grond voor bouwgrond. Betreurens
waardig, Schandelijk.... zal men mis
schien zelfs zeggen. Dat zij dan zoo.
Maar.... het geschiedde.
Hopen wij, dat partijen hier het eens
worden, in Koudekerkes belang.