r KUNST EN WETENSCHAP. Yoor kleine luinen. Lang gewenst - Gemakkelijk vervuld BRUNETTA STAÏEN-GENERAAL OM HET UITBREIDINGSPLAN VAN KOUDEKERKE. verax*rtUWBv'Jl ut*fj&J.3-r. T StMMfr. tf~i£X. r" -SBftrayigr.^ w- mUfmit-mnajtfTMfrrrt'r--" 'ft' fff^'r- f4&tóftÊSj&N93H ^a—au—wmm iTirtriiniiiM r m 11 mmn ia— «taan. Hij is van meening, dat de Ko mintern de bolsjewi.,aue vu Ghina u, deiijk zou hebben laten v,allen en in plaats daarvan voornemens zou ziju een gemeenschappen;,*, anu-uapanscn front te vormen tusschen China en Sowjet-Rusland. KERK EN SCHOOL. Ned. Herv. Kerk. C. Metseiaar, cand. en hulpprediker te IJsselmonde heeft bedankt voor het beroep naar Schore en Vlake, Kunstmuseum Middelburg. Tentoonstell ng R. Kimpe. (-§-) De mogelijkheden van artistieke uitdrukking zijn op zichzelf onbeperkt, ook in de schilderkunst. Maar elke kun stenaar, en dus elke schilder, afzonder lijk is daarbij aan min of meer gehe m- zinnige grenzen, welke door de indivi- dua'iteit van zijn nnerlijk wezen worden bepaald, gebonden. Naar het uiterlijk openbaart deze gebondenheid zich wel licht het duidelijkst in de vormgeving; zij valt n et te overschrijden dan op straffe van het leugenachtige. En omge keerd noodzaakt ze den artiest, om zijn individueelen „vorm" tot den hoogsten graad van ontwikkeling te brengen; vooropgesteld dan natuurlijk, dat hij werkelijk iemand is, die wat beteekent. Die eigenaardige strijd van hoop en wanhoop, van zoeken en ploeteren, waarvan men soms in het werk de schrij nende heftigheid kan waarnemen, komt er uit voort. Naar aanleid'ng van de tentoonstel ling, wélke Kimpe het vorig jaar in het kunstmuseum hield, meenden wij te mo gen constateeren, dat hij zijn eigenlijken vorm had gevonden, Deze indruk wordt thans bevestigd. De expositie van nu laat de natuurlijke oritwikkelh g onder kennen 'van dien 'toen geopenbaarden zeer persoonlijken stijl. De grenzen ei- van zijn nauw en scherp, zooals ze, hoe wel in laatste instantie ondefinieerbaar, behooren te zijn. Het strakke en het forsche in hun geslotenheid toch klaar; d.w.z. zonder dat „Germaansche" sentiment, dat de Duitschers met grübe- len aanduiden kunnen er de voor naamste kenmerken van heeten. Met het specifiek Dorische element in de (bouwj-kunst der oude Grieken, is dit werk daarom voor ons g'evoel verwant. Maar in zijn ontwikkeling gaat het zich nu vermengen met uitingen, die de weerspiegel ng zijn van luchtiger aan doeningen. In verscheidene van Kimpe's jongste schilderijen breekt zich dit evi- Een rechtmatige maar moeilijk te beslechten strijd, tusschen algemeen en particulier belang. Het is op dit oogenblik geen pais en vreê in de gemoederen der Kouker- kenaren. Integendeel: men staat er een beetje van twee kanten tegen elkaar, wat men noemt, op z'n achterste beenen! Weliswaar zou het een nog heel wat raarder geval wezen, zoo men op z n voorste beenen stond, maar zoo wil het spraakgebruik 't nu eenmaal en we begrijpen elkaar aldus wel. De winden waaien er niet langs de rotsen, maar om het uitbreidingsplan, en de richtingen waaruit de twee tegen gestelde windstroomen waaien, zijn het gemeentehuis en de fraaie notariswo ning. In het gemeentehuis is men voorals nog en begrijpelijkerwijs bitter slecht te spreken over de behandeling die het uitbreidingsplan in den Raad onder vond: „dit besluit mag wel met roode letters in de notulen opgenomen wor den"; ,,de brokstukken van het kapot geslagen plan" woorden, uit den mond van 's Raads voorzitter opgeteekend, maken die stemming duidelijk. In het notarishuis is men daarentegen voorloopig niet ontevreden over den goeden uitslag van de eerste ronde, na- demaal men aldaar een overwinning op punten heeft mogen boeken; al moet men den dag niet prijzen voor het avond is. In verband met de deining om heel de zaak hebben wij eens in gemeente huis en notarishuis ons licht opgestoken, teneinde in staat te zijn onzen lezers een en ander over het verloop van de zen uitbreidingsplanoorlog mede te dee- len. Zooals een ieder in Koudekerke en menigeen daarbuiten wel weet, is de ge nerale staf van het verzetsleger in het notarishuis gevestigd, van waar uit de belangen van een aantal g^ootere en kleinere grondeigenaren met kracht van redenen en scherpte van betoog verde digd worden. In het regeeringshoofd- kwartier daarentegen stelt men zich uitsluitend op den bodem van wat daar als het algemeene Koukerksche belang gezien wordt; komt dit algemeene be lang in stsijd met de bijzondere belan gen van particulieren, dan dient het eerste boven het tweede te gaan, zoo stelt men daar. Wat, in het algemeen genomen, ook zeker een juist standpunt mag heeten. Nu dicni men, evenwel, en om te be dent baan: de kleurmengeling wordt hier levendiger, bevrijdt zich als het ware van de overheerschmg van het bruin, waar mee Kimpe de strakke geslotenheid soms tot het harde stugge opdreef. Vooral voor de figuren zal dit winst brengen. Het „leven" daarvan kan best eenige schakeering naar den weeken kant velen, zonder dat er eenig gevaar van vervlak king dreigt. Dat gevaar ligt principieel geheel buiten de lijnen der zich manifes- teerende ontwikkeling trouwens. Er zou als het ware een breuk in moeten ont staan, wilde het tot gelding komen. Het f guursthilderten lijikt meer, en meer Kimpe's voornaamste taak te zul- en worden De herschepping van het leven, nauwkeuriger: van den einde- loozen rijkdom zijner vormen, in de gestalte van den mensch, is een van ■jp moeilijkste opdrachten, wellke de beeldende kunstenaar zich kan stellen. Er valt met dit object zoo weinig te transigeeren; de leugen doet z'ch er zOo gauw in herkennen. Kimpe behoeft er echter niet voor terug te schrikken. Zijn kracht is van een kaliber, dat toe staat, hoog te mikken. Eduard en Marinus Flipse in Boedapest. De dirigent van het Rotterdamsch Philharmonisch Orkest, Eduard Flipse, en zijn broer, den bekenden pianist Ma rinus Flipse beiden afkomstig uit Wissenkerke hebben verleden week te Boedapest geconcerteerd. Uit de verschillende critieken in de Boedapester bladen blijkt, dat het op treden van deze twee kunstenaars een groot succes is geweest. Eduard Flipse dirigeerde drie werken van Hollandsche componisten, n.l. van Diepenbrock, Voormolen en Pijper. Algemeen toonde men zich zeer verheugd over deze ken nismaking met de Hollandsche werken. Voor de capaciteiten van den dirigent en den solist Marinus Flipse die Pij- per's moderne pianoconcert speelde toonden de critici groote erkentelijkheid. Zoo schrijft o.a. de „Nemseti Ujsag: „Voornaam publiek was aanwezig op het Donderdagavond-concert van het Budapester-Konzert-Orchester. De gast- dirigent Flipse heeft met het gemak en de zekerheid van den werkelijken kun stenaar het orkest uitstekend gediri geerd; het orkest speelde dan ook voor treffelijk. De werken der Hollandsche compo nisten Diepenbrock, Voormolen en Pij per genoten een indrukwekkende ver tolking. Solist op dit concert was de jongere broeder van den dirigent: Mari nus Flipse, die met virtuositeit van den geroutineerden solist, en met buitenge wone klare techniek Pijpers pianocon cert speelde, een werk, rijk en kleur en harmonie en interessant opgebouwd". ginnen, dunkt ons, nimmer uit het oog te verliezen, dat wij in Nederland ieven in een maatschappij, die vooralsnog op de erkenning van den persoonlijken eigendom gegrondvest is. Men mag dus degene, die, en terecht, als de aanvoer der der bestrijders van het uitbreidings plan in zijn tegenwoordigen vorm, wordt aangezien, allerminst ten kwade hou den, dat hij voor de particuliere belan gen van zijn clienten en/of van zichzelf opkomt. Daarin is niets onrechtmatigs en zelfs niets, dat strijdig zoude zijn met de goede zeden, te zien: zoolang gron den en huizen en.... buitenplaatsen nog niet tot gemeen bezit verklaard zijn, hebben de wettige eigenaren van deze gronden, huizen en wat dies meer zij, het onbetwistbaarste recht, hun parti culiere belangen te dien opzichte tegen over de gemeenschap te handhaven, te verdedigen en te doen verdedigen. Maar: er is een grens te stellen, Die ligt hier: waar de wet en de maatschap pelijke behoorlijkheid eindigen. Zoolang de strijd echter met wettige en behoorlijke wapenen gestreden wordt, dient men voor- en tegenstanders gelijkelijk te respecteeren. Er is h i e r nu eens bepaald geen sprake van een legale partij en een opstandelingenpar tij, zooals in Spanje. Wat nu de al of niet wenschelijkheid of noodzakelijkheid van de vaststelling van een uitbreidingsplan betreft: hier staan wij volkomen aan den kant van B. en W. van Koudekerke. En van alle andere B, en W.'s die, rekening houden de met eischen van redelijkheid, straffe maatregelen willen nemen om de, uit een oogpunt van algemeen belang, krankzinnige, want volstrekt redelooze, bouw-maar-raak methoden van den laatsten tijd paal en perk te stellen. De gemeenschap mag eenvoudig niet lan ger gedoogen, dat veel, heel veel na tuurschoon onherstelbaar wordt ver nield, en dat niet alleen, maar ook, dat gezegde gemeenschap in de toekomst op steeds hopgere kosten wordt ge jaagd door een volkomen onredelijke uitbreiding der bewoonde gebieden langs alles wat maar meent weg te heeten. Voor de post, voor gas, water leiding en electriciteit, voor de tele foon, de rioleering, den politiedienst, voor duizend en nog meer zaken, zoo wel van keihard practischen als van ideeëlen aard, dient aan de voortwoeke rende lintbebouwing in Nederland in den kortst mogelijken tijd op straffe wij ze een onverbiddelijk „halt" toegeroe pen te worden. Omdat het particuliere inzicht en ini tiatief hier uit hun aard tekort moe ten schieten, immers, wijl het ondenk Voorjaarswerk in den tuin. Nog steeds is het koud en guur, maar toch zien we aan de ontwikkeling van hoornen en struiken, dat de lente met rassche schreden nadert. Laat dit voor ons een aansporing zijn, om te zorgen dat we tijdig met versch 1 ende werk zaamheden, als planten, snoeien, spitten en mesten gereed zijn. Nog kunnen we vrijwel alle houtgewassen planten en verplanten, maar voor soorten met een vroege ontwikkeling wordt het toch hoog tijd. Snoei heesters en boomen, die bij het planten al ontluikende knop pen bezitten, fl nk in om een gemakke lijk aanslaan te bevorderen. Waar we nog niet gereed zijn met snoeien, ma ken we ook hiermede voortgang. Tot nog toe snoeiden we de groen-blijvende heesters en coniferen niet. maar in den loop van deze maand krijgen ook deze een beurt en snoeien we ook onze ro zen, Na het snoe'en kunnen we dan ook, waar dit noodig is, een grondbewerking toepassen. Tusschen de houtgewassen spitten we echter niet te dieo, daar an ders de wortels te veel lijden. In de boordbedden snijden we nu het loof van Nepeta of katten kruid, Phlox pan cula- ta of vlambloem, Chrysanthemum en wat er verder aan dood loof aanwezig is af. Tusschen de ruim staande, hooggroeien- de vaste planten wordt de grond nu voorzichtig losgewerkt met een spade; tusschen de kleinere, dichter geplante soorten gebruiken we daarvoor een schrepel. Mocht het noodig blijken, om enkele in den zomer of. herst bloeiende soorten te scheuren, dan doen we dit tevens. Let daarbij vooral op de herfst- asters, waarvan kleine planten vrijwel altijd het mooist bloeien, en ook ge makkelijker zijn aan te binden dan groote. Ook de vroegbloeiende vaste planten als: Primula-soorten, Pholox setacea, mosaohtige Saxifraga e.a. kun nen nu nog wel worden verplant, op voorwaarde, dat dit geschiedt met een flinke kluit, opdat ze ook min mogelijk hebben te lijden. Verder geven we nu het gazon een flinke beurt. Waar we dit in de vorige maand heb ben bemest met korte mest, compost of bagger, daar wordt dit materiaal nu eens flink doorgeslagen met een riek, waar na we met een tusschenruimte van een week de resten wegharken. Vervolgens wordt het gazon gerold met een tuinrol. Kale plekken worden omstreeks begin April ingezaaid nadat deze plekken met een scherpe hark zijn losgemaakt. Het graszaad wordt ondergestrooid met goe de tuinaarde en daarna vastgetrapt of baar is dat alle particulieren, gelijk in een engelengemeenschap, allen er om het hardst op uit zouden zijn, met te loor gaan van mogelijk persoonlijk ge win, der gemeenschap maar het eene geschenk na het andere te doen, ligt hier zonder den minsten twijfel een taak voor de overheid, om regelend, ge- en verbiedend, in te grijpen. Evenwel: ook hier zijn er weer gren zen. Want: we leven, als gezegd, nog niet in bolsjewiekenland, en de eigenaar van gronden hééft nog rechten in Nederland. De aanvoerder der anti-uitbreidings- planners heeft de verdediging dezer rechten op zich genomen. Met kracht van woorden, als daar zijn: „Dit nu is de grootste onmogelijkheid van het heele uitbreidingsplan"; „Overigens is deze nieuwe weg.ook op het punt van verkeer een onding"; „Dit lijkt een volstrekte dwaasheid'; het plan is veel te apodictisch en mist op veel punten de noodige soepelheid" etc. Als de totale schade, welke door aan neming van het plan aan de familie van den steller van het bezwaarschrift wordt geraamd, op een 30.000 50.000 dan is zijnerzijds een verzet tot het uiterste begrijpelijk. Al valt er over die som vermoedelijk nog wel een en ander in het midden te brengen. Hoe moet men nu uit de moeilijkhe den komen? Want wij meenen te mo gen aannemen, dat in Koudekerke B. en W., noch de Raad, noch de notaris iets kwaads tegen elkander in den zin hebben, doch dat zij allen niets liever zouden willen, dan dat men het met el kander eens werd, de pais en vreê, zoo wreed verstoord, zouden terugkeeren. Nu lijkt ons hier evenwel een vol strekte, allen bevredigende oplossing, niet mogelijk. Er is hier strijd tusschen particulier "bjelang en gemeen belang, en deze strijd zal, vreezen wij, uitge vochten moeten worden. Daar is geen bezwaar tegen, dunkt ons, mits natuur lijk, gelijk verwacht mag worden, ge streden worde met rechtschapen wa pens, en niet feller dan noodig is. Om dit laatste te verhoeden, zullen, dunkt ons, in de eerste plaats misver standen uit den weg geruimd dienen te worden. Wij vernamen bv. in het kamp der tegenstanders twee dingen, die wel verzet moesten uitlokken: een voorstel ling van zaken omtrent een ontworpen weg bv., welke er, naar later bleek, naar menschelijke berekening de eerste halve eeuw wel niet zal komen, en met welks aanleg men dus als argument geen rekening mag houden; een ander argument omtrent den bouw bij Der- Weet U wel, dat het tegenwoordig niet meer nodig is, dat Uw haar er glansloos en onverzorgd uitziet? Het komt er maar op aan, om de ouderwetse haar wasmethoden vaarwel te zeggen. Blondona voor blond haar en Brunetta voor donker haar zijn beter dan al wat U heeft gebruikt. Beide zijn vrij van alkali, wat de witte neerslag op het haar voorkomt. Hierdoor wordt elke nabehandeling overbodig en droogt het haar verrassend snel. Alleen Blondona bevat Kamilloflor, het middel voor het wassen van blond haar, terwijl BrunettJ Hequil bevat, dat donker haar een prachtige diepe glans geeft. DONKER HAAR WAARBORGEN VOLMAAKTE HAARVER ZÓ RGING V-H-46- B (Ingez. Med.) gerold. Nieuw te maken gazons kunnen we nu beleggen met onkruidvrije gras zoden ofwel begin April zaaien. BEGROOTING VAN BINNEN- LANDSCHE ZAKEN GOEDGEKEURD. Bij de gister voortgezette behandeling van de begrooting van B nnenlandsche Zaken in de Eerste Kamer heeft de hr. De Marchant et d'Ansembourg (n.s.b.) critiek geoefend op verschi'lende onder deden van het be'eid van den minister in hoofdzaak hierop neerkomend, dat bij allerlei gelegenheid tegen n.s.b.-ers uit zonderingsbepalingen zouden worden toegepast, in het bijzonder in het katho lieke Zu den van ons land De heer De Zeeuw (s.d.) bepleitte een nieuwe regeling van de financieele ver houding tusschen het rijk en de gemeen ten. In zijn antwoord verklaarde de minis ter, na zich te hebben aangesloten bij de hulde aan de jubileerende Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten, dat het niet zoo eenvoudig zou zijn voor het ko mende begrootingsjaar reeds een derge lijke n'euwe regeling te treffen. Spr. bestreed de opvattingen van den heer De Marchant et d'Ansembourg en verklaarde, dat de n.s.b. zichzelf in een uitzonderingspositie plaatste door haar methoden en door haar onna tionale houding. boede een buitenplaats we«:e reeds door den vorigen notaris vier malen achtereen ge- of, zoo men wil; herkocht, is, om haar in ongerepten staat te be waren waarbij met het afstaan van gronden aan de provincie destijds be paaldelijk rekening werd gehouden met de te verwachten opbrengst van een ander, daardoor ingesloten, stuk grond als bouwgrond terwijl een bouwverbod dien grond thans in waarde decimeert. Onze totaal-indruk van dit zeer sa mengestelde geval is: hier moet men, om te beginnen, nog eens met elkaar aan de ronde tafel komen. Het is 't goed recht van den notaris, op te komen voor de particuliere belangen, welke aan hem toevertrouwd zijn. Hel is plicht der gemeentelijke overheid, te doen wat haar hand vindt in het algemeen be lang te doen. Voor deze belangen met elkaar in botsing komen wat wij ten slotte toch onvermijdelijk achten dient er van beide zijden zorg voor ge dragen te worden, dat er althans niet meer wrijvingsvlakken overgebleven zijn, dan onontkoombaar is. En: dan dient men niet te overdrij ven. Niet te werken met min of meer fantastische cijfers zeker: misschien zeer wel te verdedigen, maar dan toch met een knipoogje! dan dient men, na misschien eerst wat met ietwat astronomische getallen gewerkt te heb ben, tenslotte, en liefst zoo gauw mo gelijk, weer op den beganen grond te rug te komen. En dan: moeten uiteindelijk de wegen maör gevolgd worden, welke de wet voorschrijft. Als de Raad een plan op grond der Woningwet, zooals deze in '33 gewijzigd is, vaststelt, en Ged. Sta ten het goedkeuren en de Kroon even- tueele bezwaren voor ongegrond mocht verklaren, dan zal men er zich bij neer te leggen hebben. Misschien kunnen trachten schadevergoeding te krijgen. al hebben wij hooren verluiden, dat de nog jonge jurisprudentie op dit terrein nu niet ai te aanlokkelijkste perspec tieven opent, en al zal een vordering waarschijnlijk, zou zij al kans op succes willen hebben, op werkelijk geleden schade, niet op derving van gehoopte winsten of, zij 't niet zonder grond, ver wachte voordeelige prijzen, moeten rusten. Onze eindgevolgtrekking zij deze: De eigenaardige struktuur der ge meente Koudekerke maakt ook naar onze meening de vaststelling van een uitbreidingsplan dringend noodzakelijk; het beginsel van concentrische bebou wing dorps- of geconcentreerde ne derzettingsvorming zou men het kunnen De klachten van den heer Hermans over een burgemeester weerlegde mi nister De Wilde aan de hand van een verklaring van dezen burgemeester. De rigoureuse houding tegenover so- ciaal-democrat sche candidaten voor 't burgemeesterschap zal de regeering la ten varen, doch zij zal elk g'eval op zich zelf beoordeelen. Tenslotte verdedigde de minister op Irslorische gronden fegenove den hr- De Savornin Lohman het kon. besluit tot vaststelling der nationale k'euren rood- wit-blauw als officieele vlag. In de m'ddagzitting werd na replieken de begrooting zonde:- hoofdelijke stem ming goedgekeurd, met aanteekening van tegen-stemming door de beide n.s.b.- afgevaardigden P.T.T. Bij de daarop volgende behandeling van de begrooting' voor 1937 voor het staatsbedrijf der P.T.T. oefende de heer Polak (soc. dem.) cr'tiek op het intrek ken der zendvergunning van de vrijden kers-radio-omroep en op het werk der radio-contróle-commissie. De minister verdedigde deze besluiten en beantwoordde eenige opmerkingen van de heeren Van Rappard (lib.), Ni- vard (r.k.) en De Zeeuw (s.d.), over de personeelsbezetting en de promotiekan sen van het P.T.T.-personeel, waarna de begrooting zonder hoofdelijke stemming werd aangenomen en de senaat tot Dins dagmiddag naar huis ging. noemen lijkt ons gezond; het tegen gaan van verdere lintbebouwing is, zoo hier als elders, maar hier wel zeer be paald, allernoodzakelijkst. Het verwezenlijken van dit plan zal zeker voor particulieren wel eens scha de, althans (en dat is toch wel wat an ders) derving van gehoopte winsten, te weegbrengen. Dat is een van de ele menten van het grondbezit. al eeuwen lang hebben zulke zaken gegol den en het is dus niets nieuws. De een heeft plotseling het voordeel een vrijwel waardeloos stuk grond door een ont worpen spoorweg, luchthaven, kanaal, of wat dan ook, tot fabelachtigen prijs te zien rijzen; de ander krijgt door de ontwikkeling der dingen een strop. Het dunkt ons echter wel gewenscht, dat partijen ofwel derzelver opperbevel hebbers trachten nader tot elkaar te komen Een goed uitbreidingsplan en behoud van natuurschoon zijn zeer belangrijke zaken; een goede gezindheid ten opzich te van menschen, die zeer groote belan gen in de gemeente hebben, is (zoo zij mogelijk is zonder met belangen van hoogere orde waarvoor alles wijken moet in botsing te komen) ook eisch van goed gemeentelijk beleid. Wij herinneren in dit verband, bij wij ze van instructief voorbeeld, aan twee ons van nabij bekende gevallen. Het eene is van een gemeente in Friesland, waarin behalve een zeer so bere bevolking één zeer rijk man woon de; banden des bloeds verbonden hem aan dit plekje, waar zijn wieg stond. Toen men in den Raad de gemeente lijke belastingen mitsgaders derzelver progressie voortdurend opdreef, liet hij tenslotte weten: schei daar nu eens mee uit. Ik betaal zoo ongeveer 2/„ van de heele gemeentelijke huishouding en als ge daar nu van gaat maken, dan doe ik er niet meer van. De Raad maakte er V van; de ingezetene verkocht zijn huis, ging in het Gooi of daaromtrent wonen en de gemeentenaren betaalden voortaan elk voor zich vele malen zoo veel belasting als ze tot dien gewoon waren. Het andere geval: menige landgenoot kent de schoone bosschen om Clerf of Clervaux wel. De Raad daar deed als in het voorgaande geval: verhoogde steeds de belastingen en de eigenaar., velde tenslotte alle boomen en verkocht den grond voor bouwgrond. Betreurens waardig, Schandelijk.... zal men mis schien zelfs zeggen. Dat zij dan zoo. Maar.... het geschiedde. Hopen wij, dat partijen hier het eens worden, in Koudekerkes belang.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 7