4V
a
sV
VOOR DE JEUGD.
VERDIENDE LOON
ZEEUWSCHE KRONIEK.
DAMMEN EN SCHAKEN.
mm m
m m m* m
én* m
m >s
m
HET GEHEIM DER TROMMELTAAL
SCHEEPSKATTEN.
ten tot hem gericht had, maar dat
ze werden afgewezen met het be
scheid, dat de keizer niet aan
iedereen kon geven. Jozef gaf
haar drie dukaten, wendde voor
een bij den keizer in de gunst
staand hoveling te zijn en een
goed woordje voor haar te zullen
doen en zeide haar, dat ze den
volgenden morgen om tien uur
naar het slot moest komen en naar
hem vragen, waarbij hij een ande
ren naam dan den zijne opgaf.
Toen het meisje den volgenden
morgen voor den keizer gevoerd
werd, herkende ze dadelijk haar
beschermer en wierp zich in angst
en verlegenheid voor zijn voeten.
Hij hief haar vriendelijk op,
schonk haar een beurs met 200
dukaten en verzekerde haar moe
der een pensioen. Toen zij hem
verliet sprak hij: De beurs
schenk ik U, omdat gij mij onver
holen de waarheid gezegd hebt;
laat het U een herinnering zijn
dat onder een eenvoudig kleed
een grootmoedig hart klopt.
Van alle landen ter wereld heeft
China de meeste inwoners, name
lijk 414 millioen. Daarop volgen
Britsch-Indië met 352 millioen,
Rusland met 167 millioen en de
Vereenigde Staten met 123 mil
lioen inwoners.
3 MAART 1823.
De stad Middelburg ver
koopt het gebouw De
Waag of Balans voor
1900. Het wordt dade
lijk afgebroken.
Voor een handelsstad in de
Middeleeuwen en ook later, toen
alle in- en uitgevoerde goederen
van stadswege werden gewogen,
ook met het oog op de belasting,
was een waag of balans onmis
baar. Te Middelburg wordt er
eerst in 1376 melding van gemaakt,
al zal zij vóór dien tijd ook reeds
bestaan hebben. Vóór 1495 stond
zij in de Lange Noordstraat, naast
het stadhuis. Later op het be
kende plein tegenover den tegen-
woordigen ingang van de St. Joris
aan de zijde van de Wagenaar-
straat.
Alle lasten boven de 22% pond
moesten op de Balans der stad ge
wogen woeden. Niemand mocht
zelfs hoogere gewichten in huis,
winkel of pakhuis hebben. Aan
het hoofd stond de balansmees-
ter. Zijn helpers hadden den typi-.
schen naam van balanskinderen.
Toen na den Franschen tijd de
balans zoo geen reden van be
staan meer had, omdat de handel
was verloopen, werd het gebouw
door het stadsbestuur voor f 1900
verkocht, om dadelijk te worden
afgebroken.
Men voelde destijds weinig
voor historische gebouwen, al zal
de grootste reden tot afbraak ge
weest zijn, dat het gebouw voor
het verkeer een sta-in-den-weg
was. Bovendien was de architec
tuur er van niet zoo mooi als van
andere stadsgebouwen. Zoo noo-
dig werd het gebouw, staande ach
ter het ijzeren hek aan de Oost
zijde van het plein, als waag ge
bruikt. Later diende het tot huis
vestiging van een deel van het
garnizoen. Toen in Aug. 1894 de
Koningin en Haar Moeder Wal
cheren een bezoek brachten, werd
door de gemeente de fontein in
't midden van het plein voor 't
eerst in werking gesteld.
11 MAART 1254.
Graaf Willem II, Roomsch
Koning, schenkt aan Mid
delburg een privilege, dat
een bevestiging en uit
breiding is van het in
1217 door zijn voorgan
gers verleend.
In 1217 kreeg Middelburg haar
eerste privilege. Zij is dus als stad
720 jaar oud. Het privilege van
1217 is niet meer in 't archief aan
wezig, maar wel dat van 1254. Dit
is de oudste bestaande oorkonde,
dat in het Nederlandsch is gesteld
en bevat 100 artikelen. Zoo is
hierin aldus het bestuur geregeld:
13 schepenen, waaronder 1 of 2
burgemeesters, en poorters, die zij
moeten raadplegen. Deze zijn de
latere 12 raden.
Volgens den gemeentearchivaris
dr. W. S. Unger was de omvang
van de stad toen nog zeer klein,
n.l. de kringvorm binnen de tegen
woordige Noordstraat, Lange
Delft, St. Pieterstraat en Wa-
genaarstraat. In 1254 werd be
gonnen aan de uitbreiding tot den
cirkel, waarvan de tegenwoordige
binnengrachten en aan de Oost
zijde het Spui (thans Spuistraat)
de begrenzing vormden,
13 MAART 1425.
De stad Zierikzee krijgt
van hertog Fillps van
Bourgondië het recht tot
het aanstellen van heem
raden in Schouwen.
Het recht hiertoe kwam echter
hem toe, als zijnde graaf van Zee
land. Hij gaf aan de stad het recht
zeven mannen voor te dragen als
heemraden, die met den regeeren
den burgemeester zouden vormen
het „college van regenten'' van
Schouwen. Hieraan werd opgedra
gen het toezicht over de collegiën
van dijkgraven en gezworenen in
bijna 't geheele eiland. Die toe
zicht was zeer noodig, vooral als
wij weten, dat b.v. de dijkgraaf
schappen doorgaans niet werden
vergeven aan de bekwaamste en
eerlijkste personen, maar verpacht
werden aan de meestbiedenden.
Daarbij deden onderlinge twisten
en naijver het gevaar voor door
braak vermeerderen, omdat er
geen voldoend onderhoud van de
dijken was. De verbetering van het
toezicht deed de rampen echter
niet ophouden.
Evenals eertijds Middelburg
veel macht en invloed had in het
bestuur van den polder Walche
ren, zoo had Zierikzee die ook in
Schouwen. Deze toestand is ge
bleven tot het einde der 18de
eeuw.
13 MAART 1572.
De laatste martelaren om
't geloof op Walcheren
omgebracht.
De eerste Zeeuwsche martela
ren zijn Dirk Arentsz. te
Middelburg enAdriaan
Louwerse te Grijps-
kerke, die in 1530 te Middel
burg voor het stadhuis werden op
gehangen.
In de volgende jaren hebben
nog velen, zoowel mannen als
vrouwen, hun leven voor het ge
loof opgeofferd. Wij zouden meer
dan 20 namen kunnen noemen, al
leen op Walcheren.
De laatste martelaren waren
Mattheeus Maurisz en
zijn vrouw Magdalena
J a n s d., wonende onder Hooge-
lande. De man werd te Middelburg
onthoofd en de vrouw werd gedol
ven tot de dood er op volgde, dus
levend begraven. Daarna werden
hun doode lichamen verbrand.
Daar Vlissingen ruim 3 weken
later (6 April) de Spanjaarden de
stad uitdreef en zich voor den
Prins van Oranje verklaarde,
waarop de belegering van Middel
burg vollgde, en de geestelijken
van het platteland hun heil zoch
ten in laatstgenoemde stad, kwam
op Walcheren geen geloofsvervol-
meer voor.
17 MAART 1658,
De eerste prediking in de
nieuwe Hervormde Kerk
te Nieuwvliet gehouden.
In den grooten St. Annapolder,
in 1640 bedijkt, ontstond het te
genwoordige dorp Nieuwvliet. Het
oude dorp moet gelegen hebben in
den St. Janspolder, thans het ge
hucht St. Piet'er waa£ vóór de
Hervorming een kapel stond. De
volksmond in geheel Zeeuwsch-
Vlaanderen noemt daarom het te
genwoordige dorp „Sinte Pier".
In den nieuwen polder kwamen
naast de Hervormden zich ook
veel Doopsgezinden vestigen, mee-
rendeels vluchtelingen uit Bel
gisch Vlaanderen, waar zij niet ge
duld werden. De laatsten namen
zoo in aantal toe, dat zij in 1647
een zoogen. vermaanhuis sticht
ten, nadat zij te voren op een zol
der hun godsdienstige samenkom
sten hadden gehouden.
Om den aanwas der Doopsge
zinden te stuiten werd in 1658 een
Hervormde gemeente gesticht en
de tegenwoordige kerk gebouwd.
Eerst in de 18de eeuw begon de
Doopsgezinde gemeente te kwij
nen en in 1777 was zij uitgestor
ven.
Het dorp Nieuwvliet heeft veel
van 't zeewater te lijden gehad.
Door den vloed van 1682 werd het
geheel overstroomd. Toen is de
tot Nieuwvliet behoorende Zwar-
tepolder ten gronde gegaan.
R. B, J, d. M,
(Nadruk verboden.)
Er in geloopen.
De rechter: Verdachte u
wordt vrijgesproken van 't u ten
laste gelegde, aangezien het wettig
en overtuigend bewijs, dat u het
horloge gestolen hebt, niet kon
worden geleverd.
De beklaagde zwijgt.
Rechter: Nu, bent u daarover
niet tevreden
Beklaagde: Jawel, Edelacht
bare, heel tevreden. Maar nou zou
ik nog graag willen weten of dat
horloge nou van mij blijft, of dat
ik het terug moet geven.
No. 97.
W. LENTE, Middelburg.
1 2 3 4 5
46 47 48 49 50
Wit speelt en wint.
Van den heer J. Cohen mochten
wij de volgende spelopening ont
vangen. Deze jeugdige damspeler
die reeds het vierde bord bezet in
M. D. C. en gezien de reeks over
winningen in competitiewedstrij
den, blijkt over goede spel-
capiciteiten te beschikken die
voor de oudere damspelers in de
a.s. onderlinge competitie een ge
ducht tegenstander zal blijken te
zijn, demonstreert hier duidelijk
het openingsspel goed te beheer-
schen.
1. 32—28 18—23
2. 33—29 23X37
3. 37X28 19—24
Indien Zwart vervolgt met 19
23 door den afruil 37X19; 18X33;
39X28 bezet Wit met schijf 28 het
centrum. De voorkeur verdient
19—24.
4. 39—33 16—21
5. 31—26
In vorige rubrieken hebben wij
al eens meer op de randschijf op
veld 26 gewezen. Deze zet blijkt
in de spelopening uiterst zwak.
5. 21—27!
6. 41—37
Deze zet, die duidelijk doet uit
komen om schijf 27 te veroveren.
6. 11—16!
Een pracht lokzet
7. 37—31
Op Wit 26—21; 17X26; 37—31;
26X37; 42X22 wint Zwart een
schijf door 1218.
Een goede voorzetting is 3732
Zwart vrijwel gedwongen 1721
of 711 met gelijk spel.
7. 27—22
8. 28X17 12X21
9. 26X17 20—25
10. 31X22 24—30!
11. 35X24 13—18
12. 22X13 8X28
1 2 3 4 5
47 48 49 50
Na dezen grooten. afruil waar
bij het aantal schijven gelijk is, be
haald Zwart schijfwinst als vlogt:
Op 4349 volgt 711 en Zwart
wint schijf 17. Op 4237 volgt
2833 en Zwart wint schijf 29,
terwijl schijf 17 nu ook verloren
is.
Jullie hebben natuurlijk alle
maal wel eens gehoord van de
trommeltaai der negers, maar hoe
dit eigenlijk in zijn werk gaat, zul
len de meesten van jullie wel niet
weten.
Natuurlijk steekt het geheim
niet in de trommel maar in de
trommelslager. Voor het doorge
ven van berichten hebben de in
boorlingen dan ook geen speciale
trommels nodig. Maar zij hebben
van stam tot stam een bijzonder
systeem van trommelen bedacht,
dat men een voorloper van ons
morsestelsel zou kunnen noemen,
terwijl men ook met de trommels
verschillende tonen maken kan.
Over het algemeen kan men het
trommelen in drie delen verdelen.
De eerste afdeling is het gewo
ne trommelen, zoals ook wij dit
kunnen. Ieder opperhoofd en ieder
hoofd heeft zijn eigen trommelge
luid, dat in de omgeving overal
bekend is en waarmede hij, bij het
eerste trommelen, dan ook onmid
dellijk wordt herkend. Als het op
perhoofd meer onderhoofden bij
zich wenst, dan geeft hij zijn wens
eenvoudig aan den dorpstrommel
slager te kennen. Dorpstrommel
slager is een beroep Binnen en
kele ogenblikken heeft de trommel
het bevel van het opperhoofd aan
gekondigd. De trommelslager
trommelt niets anders dan de per
soonlijke klank, dat is dus eigenlijk
een hoorbaar visitekaartje. De
luisterpotsen geven de boodschap
door aan de betrokkenen. Zo kan
men allerlei boodschappen door
geven, bijv. dat het opperhoofd
een vergadering van zijn leiders
wil beleggen, of dat de mannen
zich moeten verzamelen, dat ze
uit moeten rukken, terug moeten
komen enz. De trommel is op ver
re afstand te horen.
Het tweede gedeelte is een ech
te code, die alleen bekend is aan
den beroepstrommelslager en door
de andere beroepstrommelslagers
wordt verstaan. In korte tijd wor
den de moeilijkste boodschappen
op deze manier overgebracht over
zeer verre afstanden.
Het derde gedeelte van het
trommelen is, dat men hele woor
den kan trommelen. Dat is in een
Europese taal nauwelijks denk
baar. Het negeridioom, voorname
lijk in tropisch Afrika, heeft een
eigenaardige toonopvolging, ieder
woord heeft eigenlijk zo'n beetje
zijn eigen toon of noot en zo is het
mogelijk de trommel voor het
weergeven van woorden te ge
bruiken. In de Nupe-taal bete
kent bijv. bè „blazen", be is
„weer" en bé is „komen". Bé be
bè wil aldus zeggen: „Kom en
blaas weer". Als deze drie woor
den in notenschrift worden opge
tekend, zijn het drie verschillende
noten, waarmede de trommelsla
ger geen verdere moeilijkheden
heeft.
Op deze manier is het mogelijk
zeer nauwkeurig boodschappen
door te geven met een snelheid,
die aan onze telegraaf doet den
ken.
Zo vertelde de Afrika-reiziger
Banfield, dat hij op zijn reizen
dwars door het binnenland nooit
bij een dorp kwam, of de inboor
lingen wisten reeds alles van zijn
komst af. Men kende zijn wensen,
men wist precies met hoeveel dra
gers hij kwam en kende het doel
van zijn reis, men wist of hij ver
pleging nodig had en hoe lang hij
zich in het dorp zou ophouden. Al
deze kennis hadden zij door mid
del der trommels gekregen.
Banfield vertelt ook over een
belevenis van een missionaris aan
de Boven Congo, die wel een bij
zonder licht werpt op hetgeen er
met de trommels te bereiken is. De
missionaris en zijn vrouw waren
op 'n buitenpost aan de andere
oever van de Congo, ongeveer
twee km van hun huis verwijderd.
Opeens hoorde hij de sirene van
het stoomschip, dat hij pas twee
dagen later verwacht had en toen
hij naar de rivier liep, zag hij, dat
het regeringsschip reeds voor zijn
huis lag. Het was niet mogelijk zo
snel terug te keren en het schip
nog te bereiken, omdat het opont
houd langs de verschillende pos
ten altijd zeer kort is.
Onmiddellijk liep hij naar de
dorpstrommelaar en droeg hem op
een boodschap door te geven naar
zijn huis. De missionaris zei hem:
„Zeg tegen mijn bediende, dat hij
naar mijn studeerkamer gaat. Op
de schrijftafel liggen verschillende
brieven, sommige mèt, andere zon
der postzegels. Die mèt postzegels
moet hij aan den kapitein van het
schip geven". Dadelijk werd de
boodschap overgetrommeld en
binnen tien minuten kwam 't ant
woord van den trommelslager van
de overkant; de opdracht was
nauwkeurig uitgevoerd.
In Kameroen en aan de Congo
worden de trommels op de volgen
de manier vervaardigd: men hakt
een boom om en kapt de kruin er
af, totdat de stam de gewenste
lengte heeft. Deze lengte wisselt
heel sterk; er zijn trommels van
vier meter lengte, andere kunnen
gewoon onder de arm worden ge
dragen. De dorpstimmerman be
gint nu aan de lengtezijde een
gleuf te maken van driekwart me
ter lengte en vier centimeter
breedte. Hierna komt het eigen
lijke we'rk, dat bestaat uit het
uithollen van de stam, waarvoor
de timmerman een speciaal soort
mes gebruikt. Dit is een bijzonder
geduldwerkje, maar de negers be
schikken over een ontzettend
groot geduld. Er zijn ook trommels
in de vorm van een groot eier
dopje, aan beide kanten met een
huid overtrokken. De riemen,
waarmede de huiden gespannen
worden, zitten om beide uiteinden
en de trommelslager kan de trom
mel hiermede over zijn schouder
hangen; de trommel wordt onder
de arm gedragen en naarmate hij
met zijn arm aan de riem trekt of
de druk vermindert, kan hij hoge
re of diepere tonen te voorschijn
brengen.
Wij liepen laatst langs de kade
van een der grote havens. Een
stoomboot wilde juist vertrekken,
de kabels werden losgemaakt, de
loopplank ingehaald, langzaam
begon de schroef te draaien, het
schip raakte van de kant los. Daar
springt plotseling een kat met een
grote sprong aan boord; niemand
heeft haar zien aankomen, ze was
1. De béneden buurman is ja
loers op de mooie pijp van zijn bo
venbuurman. Hij wil hem een
poèts bakken en als deze weer
eens een praatje met de overbuur
man maakt, giet de benedenbuur
man vlug wat inkt op de tabak.
2. De bovenbuurman ziet eén
trek van verwondering op het ge
zicht van de overbuurman komen,
en opeens bemerkt hij, dat zijn
pijp niet meer trekt. Ja zelfs krijgt
hij iets van het zwarte vocht in
zijn mond.
3. Zonder echter een spier van
zijn gezicht te vertrekken, blaast
hij, terwijl hij de pijpekop een hal
ve slag draait, eens flink in de
steel, met het gevolg, dat de bene
denbuurman de tabak met de inkt
in zijn gezicht krijgt. De overbuur
man lacht hem hartelijk uit.