RYNO MOST Voorkom GRIEP! meenTn "AKKERTJE" Het helsch complot STATEN-CENERAAL KRONIEK van den DAS. TWEEDE BUD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.U. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 4 FEBRUARI 1937. No. 29. De grondwetsherziening. §*rj| Druiven 75 ets. p. fl. Appel 55 ets. p. fl. MIJ. „D E BETUWE" Tl EL. 1 t, b e e e L- l- l- t' t, n P :s it it e t, L- a n n a r n t t d e r e '1 r i i k r t (Ingez. Mcd.) eventueel behooren bij het stelsel, wil Je regeering behouden en bevestigen. <len moet zijn denkbeelden echter pro- pageeren met wettige middelen en op wettige wijze. Naar spr.'s opvatting valt geen enkele regeeringsdaad buiten de ^riememaire controle. Doch in het parlement behooren alleen zij die con structief werk willen verrichten. Inder daad is er reden voor dit wetsontwerp. Jtellig zijn er leden in de Kamer ge weest, die niet aan dien eisch voldeden doch langs illegalen weg hun doel trachtten te bereiken. Spr. citeerde enkele uitdrukkingen uit de handelingen, van illegale actie getuigend. Er is in de Kamer meer dan eens gezegd, dat men, het betrokken lid in casu, tot zijn doel wil komen ook met onwettige middelen. De overheid en de Kamerleden hebben aan de wet ten de hand te houden. Anders houden ze de gelegenheid achter de hand, om èn de regeering èn het parlement on mogelijk te maken. De pleidooien van de heeren De Visser en Westerman hebben op spr. weinig indruk gemaakt. Zij hebben zich waarlijk niet de ware beschermiers ,van het parlementaire stelsel getoond. De goede kamerleden hebben van de voorstellen geen last. Zij die het wel hebben behooren evenmin in de Kamer als b.v. in de r. katholieke of christ. historische partij. Het is voorgesteld als zou de poort worden opengesteld voor bepaalde in vloeden. ^pr. ontkende dit ten eenen- male. Men heeft zich echter te houden aan den eed van trouw aan den grond wet. Spr. herinnerde er aan, dat er des tijds gelijksoortige actie is gevoerd te gen de zgn. worgwetten van de minis ters Loeff en Kuijper. Wat is er van al die voorspellingen terecht gekomen? De heer DeVisser (omm.): Dat een arbeider niet meer mag staken. De minister zeide dat de feiten het tegendeel leeren. Natuurlijk echter mag iemand in overheidsdienst niet staken. Het is geenszins waar, dat men aan de willekeur van een of andere satraap is overgeleverd. Soortgelijke ervaringen zijn opgedaan met het uniformverbod. Na de stakingswetten is de arbeiders beweging juist in kracht en aanzien ge stegen. Wie toestanden in het buiten land critiseert, vrage zich eens af, of die niet grooten- deels een gevolgzijn van vergiftiging van het par lementaire stelselaldaar, zoodanig, dat 'tniet meer in staat was, zelf dat gif te v e r w ij d e r e n. Daartegenover mag evenmin de poort voor willekeur worden geopend. Van daar de voorzichtige bewoordingen van het regeeringsvoorstel. Daarom is het ook verkeerd, bepaalde partijen te willen uitsluiten. Dit ware al zeer ondemocratisch, hoewel er soc, dem. stemmen in die richting zijn opge gaan. De oppositie ook van den heer Donker was eigenlijk niet tegen de re- geerings-voorstellen gericht. Hij heeft de woorden weggelaten dat het onwet tige streven moet geschieden met: re volutionaire middelen. Maar spr. is het onverschillig of ze dit doen in of bui ten de Kamer. Het feit maakt hen on geschikt als Kamerlid. Naast de strafac tie zijn er middelen noodig, uit de Sta- ten-Generaal, Provinciale Staten en Gemeenteraden te houden degenen, die daar niet thuis behooren. Het statuut van onze samenwerking is: legaliteit. Spr. is overtuigd dat van de voorge stelde bepaling een remmende kracht zal uitgaan. Velen vinden het een bezwaar dat de zetel van een vervallen verklaard lid open blijft. Al kent de wet geen par tijen, de kiezers zijn in groepsverband ondergebracht. De vertegenwoordigers van die groepen mogen niet met de wet in strijd komen. Doen ze dit toch, dan zijn die groepen mede verantwoordelijk, en bestaat de pre sumptie dat de opvolger op de lijst evenmin geschikt is. Verscherping van het reglement van orde dezer Kamer, van de wet in deze richting, ondervindt steeds verzet van soc. dem. zijde, aoch het zijn de soc. democraten ze.ven, ene er mede grootelijks van profiteeren. Ge lukkig is het, dat we uians iu iucU^e sleer kunnen behandelen, wat in bewo gen tijden niet meer mogelijk zou zijn. Het is inderdaad de bedoeling ca' tmand die vervallen wordt verklaard van de Tweede Kamer, ongesemkt zal ijn ook voor Prov. Staten en Gemeen- 4eraad. Wat de heer Goseling heeft gezegd over het verband met het vereemgings- en vergaderingsrecht, is in onderzoek. Wie de vervallenverklaring moet uit spreken, heeft aanleiding gegeven tot veel verschil van meening. De regeering stelt zich op het standpunt, dat de Tweede Kamer het zelf moet uitmaken Ze beslist toch ook over geloofsbrie ven, stelt voordrachten samen enz. Dat het gevaar zou bestaan, dat het voorstel er toe kan leiden, dat een meerderheid een minderheid uit de Kamer werkt, acht spr. overdreven. Met alle verschil van opvatting is er spr. in de Kamer al tijd gebleken van een sterk „esprit de corps". Spr. opperde het denkbeeld, dat de voorzitter van de Tweede Kamer een voordracht tot vervallenverklaring aan den Raad van State zal doen met machtiging van de Tweede Kamer Spreekt de Tweede Kamer zelve de vervallenverklaring niet uit, dan geeft spr. de voorkeur aan den Raad van Sta te boven den Hoogen Raad. Wat de hr Coops hiervoor zeide, was in strijd met het oordeel van Thorbecke. Voor een commissie ad hoe, als de heer De Geer wil, ware misschien ook wat ie zeggen, doch dan een permanent college dat ook beslist inzake Prov. Staten er Ge meenteraad. De heer De Visser (comm.) re pliceerde. De minister heeft zich beroepen op citaten uit de handelingen. Een paar re geltjes uit een recht van jaren. De mi nister gaat uit van het standpunt: geef me een paar woorden schrift, en ik hang u op. Het heet dat er niet opgetreden wordt tegen iemand die zich eens op windt, maar het gevaar is er toch. Het eerste citaat, door den minister gebe zigd, was ook onjuist. Wanneer breede groepen van het volk met het hurgerlijk staatsrecht niet overweg kunnen en het leger opzetten tegen het andere deel van het volk, is het recht en constituti oneele plicht, daartegen op te treden. Hetzelfde is het geval als in Spanje ge neraals hun ambtseed breken en tegen het volk optreden. (Als er verschillen de interrupties klinken, zegt spr,: Ik laat me niet provoceeren). Spr. bestreed verder de citaten van den minister. Voorts waarschuwde spr. er tegen, anderen juist in illegale rich ting te drijven. De argumentatie van den minister is al zeer zwak geweest. Spr. ontkende, dat de S.D.A.P. haar macht aan de stakingswetten te dan ken zou hebben, het stakingsrecht is voor den arbeider, die niets anders heeft dan zijn arbeid om te verkoopen, het hoogste recht. Het overheidsperso neel heeft niet meer de macht, zich te verweren. Spr. wees het terug, dat dit goed beleid zou zijn. Het uniformverbod werd niet toegepast tegen hen, tegen wie het zoo noodig heette, Spr. heeft drie uur gedebatteerd tegen een fas cist in uniform. Maar als op 1 Mei een rood volkje met een roode tulp loopt, dan mag dat niet. Uitsluiting van revolutionairen is naar spr's meening verkeerd en alle groepen der Kamer moeten zich daarte gen in hun eigen belang verzetten. Men vergete ook niet dat, als een persoon een overtreding begaat, zijn richting wordt getroffen. Onze grondwet kent echter geen richtingen, dat erkent ieder, zelfs deze minister. Dit onrecht ver wringt de grondwet tot een product, dat het niet wezen moet. De minister dupliceerde. De heer De Visser tracht nu aan de citaten een onschuldige voorstelling te geven. De heer De Visser heeft door zijn rede voeringen bewezen, dat de voorgestelde Dagelijks wordt ook Gij ermee besmet. Voorkom verdere narigheid. Bestrijdt lelken avond het dreigend gevaar: flngez Med.) maatregel strikt noodzakelijk is. De heer Schouten (a.r.) verde digde een amendement om de verval lenverklaring door den Raad van State te doen geschieden. Spr. achtte het ver keerd dat het vertegenwoordigende li chaam dit zelf zou doen. De staatscom missie heeft hetzelfde advies uitge bracht. De samenstelling van den Raad van State waarborgt zijn geschiktheid voor deze functie. De heer Coops (lib.) bepleitte een amendement om den Hoogen Raad voor de vervallen-verklaring aan te wijzen. Het vertegenwoordigende lichaam zelf behoort het in geen geval te doen. De Raad van State is een adviseerend li chaam van de Kroon, niet het Haagsche lichaam van onafzetbare rechters, bui ten alle politiek om. Er is geen sprake van, de rechterlijke macht te betrekken in de politiek. Spr. erkende inmiddels dat er bezwa ren rijn, en trok daarom zijn amende ment in ten gunste van dat van den heer De Geer. De heer S u r i n g (r.k.) verded'g- de een amendement om het pensioen te doen vervallen gedurende den tijd dei- vervallenverklaring. De beer De Geer (c.h.) bepleit te zijn amendement om de vervallen verklaring te doen uitspreken door een bij de wet in te stellen college. Dit col lege kan klein zijn. De samenstelling is door den wetgever te regelen, met be paling, dat de benoeming geschiedt door de kroon uit een door de Tweede Ka mer op te maken voordracht van drie personen. De heer Goseling (r.k.) ze de dat hierdoor de bezwaren tegen den Hoogen Raad en den Raad van State worden ondervangen. Er blijft nog iets over voor de Tweede Kamer om te doen, nl. het opmaken van een voordracht. De heer Joekes (v.d.) Heeft het principieele bezwaar dat het een of an dere college naar aanleiding van een paar opmerkingen een uitspraak zal kunnen moeten doen. Een u'tspraak door den gewonen rechter ware te ver kiezen. Van de aan de hand gedane oplossingen is die van den heer De Geer nog het meest aannemelijk. Minister De Wilde kon met het amendement-Suring instemmen. Spr, was bereid, het over te nemen. Ind en de Kamer het regeeringsvoorstel niet ge heel wil, geeft spr, aan het amendement- De Geer de voorkeur. De procedure be hoort dan aanhangig te worden ge maakt door den voorzitter der Tweede Kamer, daartoe gemachtigd door de Kamer. De heer Donker (s.d.) vroeg stemming over het amendement-Suring, daar zijn fractie er tegen is, evenals te gen het wetsvoorstel. De minister nam het amende ment-Suring niet over, nu een deel der Kamer er zich tegen verzet. Het amendement-Schouten (uitspre ken der vervallen-verklaring door den Raad van State) werd verworpen met 52 tegen 23 stemmen (vóór de anti-rev. en de chr. hist.) Het amendement-De Geer (de verval len-verklaring wordt uitgesproken door een nieuw te vormen college) werd aan genomen met 54 tegen 21 stemmen (te gen de soc. dem., communisten en Van Dis, staatk. geref.) Het amendement-Suring werd aange nomen met 49 tegen 26 stemmen (tegen de soc. dem., vrijz. dem., liberalen en communisten). De desbetreffende paragrafen t.a.v. Tweede en Eerste Kamer werden z.h. st. aangenomen. Amendementen-Schouten om de nu getroffen regeling ook van toepassing te En wat de dopr den socialist Bodson tot spoken verklaarde gevaren betreft, voegt de Lux. Ztg. er aan toe: „Dich aan onze grenzen vindt men op Belgisch zoowel als op Fransch gebied goea ge organiseerde communistische centra, die over alles hetwelk tot een gewelddadige overrompeling van noode is, de beschik king hebben. De in Luxemburg wonende communisten meest nog buitenlan ders! staan met die lieden in verbin ding. De internationale toestand is vol doende troebel, om te kunnen verwach ten, dat er eens een oogenblik komt, waarop deze lieden zullen meenen hun slag te moeten slaan. Slaat die vlam op Luxemburg over, dan dreigt groot ge vaar, zelfs voor de zelfstandigheid des landsIn de eerste plaats tegen het communistische gevaar gericht, is het wetsontwerp eveneens ingediend om de genen aan banden te leggen, die van de vrijheden welke de democratie biedt, misbruik maken om haar beter te kun nen wurgen teneinde een autoritairen staat te grondvesten. Tegen beide geva ren wil dit wetsontwerp de Luxembur ger democratie beschermen." O.a. worden dan nog Zwitserland en Nederland aangehaald als democra tische landen, die reeds den laster en smaad en de beleediging van groepen der bevolking bij de wet strafbaar stel den. Interpellaties. Bij den aanvang van de Tweede Ka merzitting vroeg gistermiddag de heer v. d. Sluis (s.d.) verlof, den minister var landbouw er visscherij vragen te tsel- Jen over het landbouwcrisis-beleid met betrekking tri den noodtoestand in het pluimveebedrijf. De heer Wendelaar (lib.) vroeg ver lof, den ministers van handel, nijverheid en scheepvaart en van landbouw en vis scherij vragen te stellen betreffende de sluiting in het bakkersbedrijf te Am sterdam en Rotterdam en den wette- lijken grondslag, waarop die sluiting be rust. Over deze verzoeken zal hedenmid dag bij den aanvang der vergadering worden beslist. Vacature rekenkamer. Op de voordracht ter vervulling eener vacature onder de plaatsvervan gende leden der algemeene rekenkamer werden door de Kamer geplaatst de heeren: 1. dr. O. Bakker, te 's Gravenhage, accountant bij het centraal bureau voor de statistiek; 2. W. de Vries Gzn., te Amsterdam, gepensioneerd chef van den accoun tantsdienst in Ned.-Indië; 3. dr. H. H. Schippers te 's-Graven- hage inspecteur der registratie en do meinen. De voordracht zal schriftelijk aan H. M. de Koningin worden aangeboden. Voortgezet werd daarop de behande ling van het wetsontwerp betreffende de mogelijkheid van het weren van re volutionaire elementen uit vertegen woordigende lichamen, als onderdeel der Grondwetsherziening. De minister van binnenlandsche za ken de heer D e W i 1 d e constateerde dat de overgroote meerderheid der Kamer prijs stelt op behoud van het parlementaire stelsel. De vrijheden die eventueel behooren bij het stelsel, wil Je regeering behouden en bevestigen, den moet zijn denkbeelden echter pro- pageeren met wettige middelen en op wettige wijze. Naar spr.'s opvatting valt geen enkele regeeringsdaad buiten de ^nememaire controle. Doch in het parlement behooren alleen zij die con structief werk willen verrichten. Inder daad is er reden voor dit wetsontwerp. Jtellig zijn er leden in de Kamer ge weest, die niet aan dien eisch voldeden doch langs illegalen weg hun doel trachtten te bereiken. Spr. citeerde enkele uitdrukkingen uit de handelingen, van illegale actie getuigend. Er is in de Kamer meer dan eens gezegd, dat men, het betrokken lid in casu, tot zijn doel wil komen ook met onwettige middelen. De overheid en de Kamerleden hebben aan de wet ten de hand te houden. Anders houden ze de gelegenheid achter de hand, om èn de regeering èn het parlement on mogelijk te maken. De pleidooien van de heeren De Visser en Westerman hebben op spr. weinig indruk gemaakt. Zij hebben zich waarlijk niet de ware beschermiers van het parlementaire stelsel getoond. De goede kamerleden hebben van de voorstellen geen last. Zij die het wel hebben behooren evenmin in de Kamer als b.v. in de r. katholieke of christ. historische partij. Het is voorgesteld als zou dë poort worden opengesteld voor bepaalde in vloeden. ^pr. ontkende dit ten eenen- male. Men heeft zich echter te houden aan den eed van trouw aan den grond wet. Spr. herinnerde er aan, dat er des tijds gelijksoortige actie is gevoerd te gen de zgn. worgwetten van de minis ters Loeff en Kuijper. Wat is er van al die voorspellingen terecht gekomen? De heer DeVisser (omm.): Dat een arbeider niet meer mag staken. De minister zeide dat de feiten het tegendeel leeren. Natuurlijk echter mag iemand in overheidsdienst niet staken. Het is geenszins waar, dat men aan de willekeur van een of andere satraap is overgeleverd. Soortgelijke ervaringen zijn opgedaan met het uniformverbod. Na de stakingswetten is de arbeiders beweging juist in kracht en aanzien ge stegen. Wie toestanden in het buiten land critiseert, vrage zich eens af, of die niet grooten- deels een gevolgzijn van vergiftiging van het par lementaire stelselaldaar, zoodanig, dat 'tniet meer in staat was, zelf dat gif te v e r w ij d e r e n. Daartegenover mag evenmin de poort voor willekeur worden geopend. Van daar de voorzichtige bewoordingen van het regeeringsvoorstel. Daarom is het ook verkeerd, bepaalde partijen te willen uitsluiten. Dit ware al zeer ondemocratisch, hoewel er soc, dem. stemmen in die richting zijn opge gaan. De oppositie ook van den heer Donker was eigenlijk niet tegen de re- geerings-voorstellen gericht. Hij heeft de woorden weggelaten dat het onwet tige streven moet geschieden met: re volutionaire middelen. Maar spr. is het onverschillig of ze dit doen in of bui ten de Kamer. Het feit maakt hen on geschikt als Kamerlid. Naast de strafac tie zijn er middelen noodig, uit de Sta- ten-Generaal, Provinciale Staten en Gemeenteraden te houden degenen, die daar niet thuis behooren. Het statuut van onze samenwerking is: legaliteit. Spr. is overtuigd dat van de voorge stelde bepaling een remmende kracht II gg Een muilkorf voor spoken la verband met het wetsontwerp, dat -de mogelijkheid wil openen revolution- naire volksvertegenwoordigers van hun lidmaatschap vervallen te verklaren en dat gisteren en eergisteren m onze Tweede Kamer aan de orde is geweest, zij hier een en ander medegedeeld om trent een bij de Luxemburger Kamer ingediend wetsontwerp van gelijksoor tige, ten deele verder gaande, strekking. Van regeeringszijde stelt men het in Luxemburg voor, en verdedigt men het, als een wetsontwerp tot verdediging van de sociale en politieke orde; van den kant der, enkel soc.-democratische, op positie spreekt men van „de muilkorf- wet". Die dan echter een muilkorf aan spoken zou moeten voorbinden, want de socialistische afgevaardigde Bodson zei de in de Kamer, toen minister Bech de indiening van dit wetsontwerp verdedig de met de verklaring, dat het slechts gericht was tegen de revolutionnaire groepen, die de omverwerping van den tegenwoordigen democratischen staats vorm op het oog hadden: „Gij ziet spoken op klaarlichten dag" Toch lijkt de redeneering der regee ring niet zoo gek. Luxemburg is niet al leen militair, maar ook politiek gelegen als een wrijfhout tusschen wal en schip. Aan den eenen kant België en Frank rijk, het land waar men fabrieken bezet en waar een volksfront regeert, aan den anderen kant het met straffe hand gere geerde, nationaal-socialistische, Duitsch- land, hetwelk Luxemburg natuurlijk evenals Nederland en zoo, bij de „Grenzdeutsche" rekent, waarover het als ongevraagde en wel geweigerde voogd niettemin een wakend oog meent te moeten houden. Het aldus voortdurend tusschen Scyl- la en Charybdis varende huikje des groothertogdoms heeft er wel alle be lang bij, een ordentelijk-democratisch geregeerde staat te blijven: eenerzijds wil het zelf bepaald niet aan den auto ritairen staatsvorm, andererzijds zouden communistische woelingen er wel eens heel vérstrekkende gevolgen kunnen hebben. Het reeds verleden jaar bij de Luxem burger volksvertegenwoordiging inge diende wetsontwerp zal er wel komen. De twee coalitiepartijen (conservatief clericaal en liberaal) die tezamen de meerderheid in de Kamer hebben, zijn er in beginsel beiden voor. Naast het door den Raad van State goedgekeurde wets ontwerp hebben zij echter elk een amen dement ingediend, hetwelk heel 't ont werp een anderen vorm geeft. Aan den tekst van het liberale herziene ontwerp ontleenen wij, dat de bedoeling is te ko men tot: Opheffing van vereenigingen en groe pen die een omverwerping langs on- wettigen weg van het tegenwoordige politieke en sociale regime op het oog hebben, dan wel de beperking of ophef fing van de door de grondwet en de wet ten des lands verzekerde vrijheden van den staatsburger nastreven. Deze pogin gen worden dan nader omschreven als: onwettige samenzwering, vorming van gewapende of paramilitaire organisaties en verder hetgeen in Nederland elders reeds geregeld is beleediging, laster of smaad ten aaneien van al dan niet georganiseerde groepen der bevolking. De ontbinding van zulke vereeniging of organisatie zal, zoo wordt voorgesteld, door den ministerraad geschieden, op advies van den procureur-generaal. Hoo- ger beroep is volgens dit ontwerp mo gelijk, bij den Raad van State afd. ge schillen van bestuur. Het wederoprichten of pogen weder op te richten van volgens deze wet ver boden organisaties is strafbaar; wie ge straft wordt, verliest daarbij voor jaren zijn burgerlijke eererechten. „In het volle bewustzijn onzer ver antwoordelijkheid" aldus de liberale Luxemburger Zeitung „treden wij in het krijt voor de aanvaarding van dit wetsontwerp. Want het is bepaald nood zakelijk voor de orde in onzen staat, voor de veiligheid onzer democratie". door ANNIE S. SWAN 32. „O, ik ben best blij je te zien, Jessie, maar het is niet verstandig me hier op te komen zoeken. Wat wil je?" „Ik wil weten, wanneer je van plan bent met me te trouwen, Pat", zei ze koeltjes. „Ik wacht nu al vijf jaar en thuis worden ze ongeduldig en mijn va der en mijn broer Bob zeggen, dat wan neer het nu niet spoedig gebeurt, ze hun maatregelen zullen nemen. Gisteravond heb ik ze er over hooren praten en het leek me verstandig om even naar je toe te komen en het je te vertellen". „Ik heb geen geld, Jessie", zei hij somber. „Je moet toch wel iets hebben ant woordde zij. „Je zou niets meer noo dig hebben om met mij te trouwen. Je moet nu toch ook miss Macdonald, je huishoudster, betalen. Ik sta niet voor ee» beetje werken." „Maar je begrijpt het niet", zei hij 1 Uw dhiivenkuur thuis T zijn zaken te regelen. „Het zal natuurlijk nog wel even du ren, voordat ik het geld werkelijk in handen heb, maar krijgen doe ik het zeker, daar behoef je niet bang voor te zijn. Dus je wilt me wel belooven, dat je me niet lastig meer zult vallen, hè Jess, want ik heb al genoeg aan mijn hoofd gehad, den laatsten tijd", „O, dat wil ik je graag beloven, zoo lang ik nog maar een paar weken moet wachten en ik zal ze thuis ook wel kalm weten te houden", zei ze goedhar tig. „Je woont hier erg prettig, Pat en ik vind het echt heerlijk om weer in de stad te komen wonen. Corstorphine is ontzettend vervelend vooral in den win ter." Ruthven liet haar maar doorbabbelen en moedigde haar zelfs zoo nu en dan aan, zoodat ze weldra in een opgewekt humeur naar huis terug ging, terwijl zij zichzelf in de nabije toekomst de meesteres van Patrick Ruthven's huis en haard zag. Hetgeen echter in het geheel niet in zijn bedoelingen lag. HOOFDSTUK VX. Het geheime laatje. Toen Ruthven Senior het huis op het George Plein bereikte zag hij, dat de gordijnen naar behooren neergelaten waren, ten teeken dat een van de in woners .heengegaan was. Meikle had zijn gezicht in een gepaste, droevige plooi getrokken en begon zijn hoofd te schudden, zoodra hij de deur geopend had. „Dus is het afgeloopen Meiklezei de advocaat op gedempten toon. „Vroeg of laat treft ons allen hetzelfde lot en miss Dempster heeft een lang leven achter den rug gehad." „Ja, mijnheer, met Pinksteren zou ik twintig jaar in haar dienst geweest zijn", merkte hij op eenigszins sentimenteelen toon op. „Dat is een langen tijd gele den. Ik was toen pas achttien en niet groot voor mijn leeftijd." ,Je bent sindsdien niet veel gegroeid Meikle", kon de advocaat zich niet weerhouden te zeggen, ofschoon hij on middellijk van onderwerp veranderde. „Ik zou miss Harman graag even spre ken, Meikle", zei hij. „Waar is zij?" Meikle schudde zijn hoofd. (Wordt vervolgd). wanhopig. „Een vrouw van een dokter kan toch onmogelijk meidenwerk ver richten, open doen als er gebeld wordt en wat al niet meer." „Ik kan toch binnshuis werken, zon der dat iemand er iets van behoeft te weten", hield zij vol, „En we konden een goedkoop meisje nemen om open te doen. Ik heb alles wel al honderd keer heelemaal uitgedacht en het is hoog tijd, dat het nu toch eens gaat gebeuren, Pat, Dus stel den datum maar vast." Ze sprak met een rustige overtuiging van haar macht, die hem onuitsprekelijk ergerde. Hij durfde niets te zeggen, want hij had zware verplichtingen aan haar en haar vader, die er een schrifte lijk bewijs van had, dat hij hem, toen hij nog op de universiteit was, een paar honderd pond gegeven had, op voor waarde, dat hij met het meisje zou trou wen, zoodra hij gevestigd was. „Ik zou niet graag willen, dat jij zoo hard moest werken, Jess", zei hij vrien delijk. „Heb nog even langer geduld en dan komt er vast wel wat opdagen." „Je komt nooit meer bij ons", zei ze jaloersch. „Ik heb verscheidene dingen van je gehoord. Ik geloof, dat je verliefd bent op dat meisje, dat bij die oude pa tiënte van je is komen wonen." Ruthven bloosde tot onder zijn haar wortels. Hij wist zelfs niet, dat het meisje het bestaan van miss Harman ontdekt had. „Je denkt waarschijnlijk, dat je erg knap bent, Jess, maar dit keer heb je het toch heelemaal bij het verkeerde eind", zei hij koel. „Want zij haat me als de pest en ik haar evenzeer en zoo lang de oude dame ziek was, hebben we elkaar zooveel mogelijk ontloo- pen". „Is ze al weer beter?" vroeg ze ter loops, terwijl ze zichzelf nog een kop thee inschonk. „Ze is gestorven, Jess en als je nu nog maar een paar weken geduld wilt hebben en me niet lastig valt, dan zal waarschijnlijk alles in orde zijn." „Dus je verwacht geld?" Hij knikte. „En heel wat ook, meisje en dat zal al dit lange wachten vergoeden", zei hij vertrouwelijk, bij zichzelf overleggend, dat het zeker het beste zou zijn haar met gunstige berichten naar haar vader terug te sturen, zoodat hij tijd won om

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 5