RYNO MOST
Voorkom GRIEP!
meenTn "AKKERTJE"
Het helsch complot
STATEN-CENERAAL
KRONIEK van den DAS.
TWEEDE BUD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.U. DE GOESCHE CRT.) VAN DONDERDAG 4 FEBRUARI 1937. No. 29.
De grondwetsherziening.
§*rj|
Druiven 75 ets. p. fl.
Appel 55 ets. p. fl.
MIJ. „D E BETUWE" Tl EL.
1
t,
b
e
e
e
L-
l-
l-
t'
t,
n
P
:s
it
it
e
t,
L-
a
n
n
a
r
n
t
t
d
e
r
e
'1
r
i
i
k
r
t
(Ingez. Mcd.)
eventueel behooren bij het stelsel, wil
Je regeering behouden en bevestigen.
<len moet zijn denkbeelden echter pro-
pageeren met wettige middelen en op
wettige wijze. Naar spr.'s opvatting valt
geen enkele regeeringsdaad buiten de
^riememaire controle. Doch in het
parlement behooren alleen zij die con
structief werk willen verrichten. Inder
daad is er reden voor dit wetsontwerp.
Jtellig zijn er leden in de Kamer ge
weest, die niet aan dien eisch voldeden
doch langs illegalen weg hun doel
trachtten te bereiken.
Spr. citeerde enkele uitdrukkingen
uit de handelingen, van illegale actie
getuigend. Er is in de Kamer meer dan
eens gezegd, dat men, het betrokken
lid in casu, tot zijn doel wil komen ook
met onwettige middelen. De overheid
en de Kamerleden hebben aan de wet
ten de hand te houden. Anders houden
ze de gelegenheid achter de hand, om
èn de regeering èn het parlement on
mogelijk te maken. De pleidooien van
de heeren De Visser en Westerman
hebben op spr. weinig indruk gemaakt.
Zij hebben zich waarlijk niet de ware
beschermiers ,van het parlementaire
stelsel getoond. De goede kamerleden
hebben van de voorstellen geen last. Zij
die het wel hebben behooren evenmin
in de Kamer als b.v. in de r. katholieke
of christ. historische partij.
Het is voorgesteld als zou de poort
worden opengesteld voor bepaalde in
vloeden. ^pr. ontkende dit ten eenen-
male. Men heeft zich echter te houden
aan den eed van trouw aan den grond
wet. Spr. herinnerde er aan, dat er des
tijds gelijksoortige actie is gevoerd te
gen de zgn. worgwetten van de minis
ters Loeff en Kuijper. Wat is er van al
die voorspellingen terecht gekomen?
De heer DeVisser (omm.): Dat
een arbeider niet meer mag staken.
De minister zeide dat de feiten het
tegendeel leeren. Natuurlijk echter mag
iemand in overheidsdienst niet staken.
Het is geenszins waar, dat men aan de
willekeur van een of andere satraap is
overgeleverd. Soortgelijke ervaringen
zijn opgedaan met het uniformverbod.
Na de stakingswetten is de arbeiders
beweging juist in kracht en aanzien ge
stegen. Wie toestanden in het buiten
land critiseert, vrage zich eens
af, of die niet grooten-
deels een gevolgzijn van
vergiftiging van het par
lementaire stelselaldaar,
zoodanig, dat 'tniet meer in
staat was, zelf dat gif te
v e r w ij d e r e n.
Daartegenover mag evenmin de poort
voor willekeur worden geopend. Van
daar de voorzichtige bewoordingen van
het regeeringsvoorstel.
Daarom is het ook verkeerd, bepaalde
partijen te willen uitsluiten. Dit ware
al zeer ondemocratisch, hoewel er soc,
dem. stemmen in die richting zijn opge
gaan. De oppositie ook van den heer
Donker was eigenlijk niet tegen de re-
geerings-voorstellen gericht. Hij heeft
de woorden weggelaten dat het onwet
tige streven moet geschieden met: re
volutionaire middelen. Maar spr. is het
onverschillig of ze dit doen in of bui
ten de Kamer. Het feit maakt hen on
geschikt als Kamerlid. Naast de strafac
tie zijn er middelen noodig, uit de Sta-
ten-Generaal, Provinciale Staten en
Gemeenteraden te houden degenen, die
daar niet thuis behooren. Het statuut
van onze samenwerking is: legaliteit.
Spr. is overtuigd dat van de voorge
stelde bepaling een remmende kracht
zal uitgaan.
Velen vinden het een bezwaar dat de
zetel van een vervallen verklaard lid
open blijft. Al kent de wet geen par
tijen, de kiezers zijn in groepsverband
ondergebracht. De vertegenwoordigers
van die groepen mogen niet met de
wet in strijd komen. Doen ze dit
toch, dan zijn die groepen mede
verantwoordelijk, en bestaat de pre
sumptie dat de opvolger op de lijst
evenmin geschikt is. Verscherping van
het reglement van orde dezer Kamer,
van de wet in deze richting, ondervindt
steeds verzet van soc. dem. zijde, aoch
het zijn de soc. democraten ze.ven, ene
er mede grootelijks van profiteeren. Ge
lukkig is het, dat we uians iu iucU^e
sleer kunnen behandelen, wat in bewo
gen tijden niet meer mogelijk zou zijn.
Het is inderdaad de bedoeling ca'
tmand die vervallen wordt verklaard
van de Tweede Kamer, ongesemkt zal
ijn ook voor Prov. Staten en Gemeen-
4eraad.
Wat de heer Goseling heeft gezegd
over het verband met het vereemgings-
en vergaderingsrecht, is in onderzoek.
Wie de vervallenverklaring moet uit
spreken, heeft aanleiding gegeven tot
veel verschil van meening. De regeering
stelt zich op het standpunt, dat de
Tweede Kamer het zelf moet uitmaken
Ze beslist toch ook over geloofsbrie
ven, stelt voordrachten samen enz. Dat
het gevaar zou bestaan, dat het voorstel
er toe kan leiden, dat een meerderheid
een minderheid uit de Kamer werkt,
acht spr. overdreven. Met alle verschil
van opvatting is er spr. in de Kamer al
tijd gebleken van een sterk „esprit de
corps".
Spr. opperde het denkbeeld, dat de
voorzitter van de Tweede Kamer een
voordracht tot vervallenverklaring aan
den Raad van State zal doen met
machtiging van de Tweede Kamer
Spreekt de Tweede Kamer zelve de
vervallenverklaring niet uit, dan geeft
spr. de voorkeur aan den Raad van Sta
te boven den Hoogen Raad. Wat de hr
Coops hiervoor zeide, was in strijd met
het oordeel van Thorbecke. Voor een
commissie ad hoe, als de heer De Geer
wil, ware misschien ook wat ie zeggen,
doch dan een permanent college dat
ook beslist inzake Prov. Staten er Ge
meenteraad.
De heer De Visser (comm.) re
pliceerde.
De minister heeft zich beroepen op
citaten uit de handelingen. Een paar re
geltjes uit een recht van jaren. De mi
nister gaat uit van het standpunt: geef
me een paar woorden schrift, en ik hang
u op. Het heet dat er niet opgetreden
wordt tegen iemand die zich eens op
windt, maar het gevaar is er toch. Het
eerste citaat, door den minister gebe
zigd, was ook onjuist. Wanneer breede
groepen van het volk met het hurgerlijk
staatsrecht niet overweg kunnen en het
leger opzetten tegen het andere deel
van het volk, is het recht en constituti
oneele plicht, daartegen op te treden.
Hetzelfde is het geval als in Spanje ge
neraals hun ambtseed breken en tegen
het volk optreden. (Als er verschillen
de interrupties klinken, zegt spr,: Ik
laat me niet provoceeren).
Spr. bestreed verder de citaten van
den minister. Voorts waarschuwde spr.
er tegen, anderen juist in illegale rich
ting te drijven. De argumentatie van
den minister is al zeer zwak geweest.
Spr. ontkende, dat de S.D.A.P. haar
macht aan de stakingswetten te dan
ken zou hebben, het stakingsrecht is
voor den arbeider, die niets anders
heeft dan zijn arbeid om te verkoopen,
het hoogste recht. Het overheidsperso
neel heeft niet meer de macht, zich te
verweren. Spr. wees het terug, dat dit
goed beleid zou zijn. Het uniformverbod
werd niet toegepast tegen hen, tegen
wie het zoo noodig heette, Spr. heeft
drie uur gedebatteerd tegen een fas
cist in uniform. Maar als op 1 Mei een
rood volkje met een roode tulp loopt,
dan mag dat niet.
Uitsluiting van revolutionairen is
naar spr's meening verkeerd en alle
groepen der Kamer moeten zich daarte
gen in hun eigen belang verzetten. Men
vergete ook niet dat, als een persoon
een overtreding begaat, zijn richting
wordt getroffen. Onze grondwet kent
echter geen richtingen, dat erkent ieder,
zelfs deze minister. Dit onrecht ver
wringt de grondwet tot een product,
dat het niet wezen moet.
De minister dupliceerde. De
heer De Visser tracht nu aan de citaten
een onschuldige voorstelling te geven.
De heer De Visser heeft door zijn rede
voeringen bewezen, dat de voorgestelde
Dagelijks wordt ook Gij ermee besmet.
Voorkom verdere narigheid. Bestrijdt
lelken avond het dreigend gevaar:
flngez Med.)
maatregel strikt noodzakelijk is.
De heer Schouten (a.r.) verde
digde een amendement om de verval
lenverklaring door den Raad van State
te doen geschieden. Spr. achtte het ver
keerd dat het vertegenwoordigende li
chaam dit zelf zou doen. De staatscom
missie heeft hetzelfde advies uitge
bracht. De samenstelling van den Raad
van State waarborgt zijn geschiktheid
voor deze functie.
De heer Coops (lib.) bepleitte een
amendement om den Hoogen Raad voor
de vervallen-verklaring aan te wijzen.
Het vertegenwoordigende lichaam zelf
behoort het in geen geval te doen. De
Raad van State is een adviseerend li
chaam van de Kroon, niet het Haagsche
lichaam van onafzetbare rechters, bui
ten alle politiek om. Er is geen sprake
van, de rechterlijke macht te betrekken
in de politiek.
Spr. erkende inmiddels dat er bezwa
ren rijn, en trok daarom zijn amende
ment in ten gunste van dat van den
heer De Geer.
De heer S u r i n g (r.k.) verded'g-
de een amendement om het pensioen te
doen vervallen gedurende den tijd dei-
vervallenverklaring.
De beer De Geer (c.h.) bepleit
te zijn amendement om de vervallen
verklaring te doen uitspreken door een
bij de wet in te stellen college. Dit col
lege kan klein zijn. De samenstelling is
door den wetgever te regelen, met be
paling, dat de benoeming geschiedt door
de kroon uit een door de Tweede Ka
mer op te maken voordracht van drie
personen.
De heer Goseling (r.k.) ze de
dat hierdoor de bezwaren tegen den
Hoogen Raad en den Raad van State
worden ondervangen. Er blijft nog iets
over voor de Tweede Kamer om te doen,
nl. het opmaken van een voordracht.
De heer Joekes (v.d.) Heeft het
principieele bezwaar dat het een of an
dere college naar aanleiding van een
paar opmerkingen een uitspraak zal
kunnen moeten doen. Een u'tspraak
door den gewonen rechter ware te ver
kiezen. Van de aan de hand gedane
oplossingen is die van den heer De
Geer nog het meest aannemelijk.
Minister De Wilde kon met
het amendement-Suring instemmen. Spr,
was bereid, het over te nemen. Ind en
de Kamer het regeeringsvoorstel niet ge
heel wil, geeft spr, aan het amendement-
De Geer de voorkeur. De procedure be
hoort dan aanhangig te worden ge
maakt door den voorzitter der Tweede
Kamer, daartoe gemachtigd door de
Kamer.
De heer Donker (s.d.) vroeg
stemming over het amendement-Suring,
daar zijn fractie er tegen is, evenals te
gen het wetsvoorstel.
De minister nam het amende
ment-Suring niet over, nu een deel der
Kamer er zich tegen verzet.
Het amendement-Schouten (uitspre
ken der vervallen-verklaring door den
Raad van State) werd verworpen met
52 tegen 23 stemmen (vóór de anti-rev.
en de chr. hist.)
Het amendement-De Geer (de verval
len-verklaring wordt uitgesproken door
een nieuw te vormen college) werd aan
genomen met 54 tegen 21 stemmen (te
gen de soc. dem., communisten en Van
Dis, staatk. geref.)
Het amendement-Suring werd aange
nomen met 49 tegen 26 stemmen (tegen
de soc. dem., vrijz. dem., liberalen en
communisten).
De desbetreffende paragrafen t.a.v.
Tweede en Eerste Kamer werden z.h.
st. aangenomen.
Amendementen-Schouten om de nu
getroffen regeling ook van toepassing te
En wat de dopr den socialist Bodson
tot spoken verklaarde gevaren betreft,
voegt de Lux. Ztg. er aan toe: „Dich
aan onze grenzen vindt men op Belgisch
zoowel als op Fransch gebied goea ge
organiseerde communistische centra, die
over alles hetwelk tot een gewelddadige
overrompeling van noode is, de beschik
king hebben. De in Luxemburg wonende
communisten meest nog buitenlan
ders! staan met die lieden in verbin
ding. De internationale toestand is vol
doende troebel, om te kunnen verwach
ten, dat er eens een oogenblik komt,
waarop deze lieden zullen meenen hun
slag te moeten slaan. Slaat die vlam op
Luxemburg over, dan dreigt groot ge
vaar, zelfs voor de zelfstandigheid des
landsIn de eerste plaats tegen het
communistische gevaar gericht, is het
wetsontwerp eveneens ingediend om de
genen aan banden te leggen, die van de
vrijheden welke de democratie biedt,
misbruik maken om haar beter te kun
nen wurgen teneinde een autoritairen
staat te grondvesten. Tegen beide geva
ren wil dit wetsontwerp de Luxembur
ger democratie beschermen."
O.a. worden dan nog Zwitserland en
Nederland aangehaald als democra
tische landen, die reeds den laster en
smaad en de beleediging van groepen
der bevolking bij de wet strafbaar stel
den.
Interpellaties.
Bij den aanvang van de Tweede Ka
merzitting vroeg gistermiddag de heer
v. d. Sluis (s.d.) verlof, den minister var
landbouw er visscherij vragen te tsel-
Jen over het landbouwcrisis-beleid met
betrekking tri den noodtoestand in het
pluimveebedrijf.
De heer Wendelaar (lib.) vroeg ver
lof, den ministers van handel, nijverheid
en scheepvaart en van landbouw en vis
scherij vragen te stellen betreffende de
sluiting in het bakkersbedrijf te Am
sterdam en Rotterdam en den wette-
lijken grondslag, waarop die sluiting be
rust.
Over deze verzoeken zal hedenmid
dag bij den aanvang der vergadering
worden beslist.
Vacature rekenkamer.
Op de voordracht ter vervulling
eener vacature onder de plaatsvervan
gende leden der algemeene rekenkamer
werden door de Kamer geplaatst de
heeren:
1. dr. O. Bakker, te 's Gravenhage,
accountant bij het centraal bureau voor
de statistiek;
2. W. de Vries Gzn., te Amsterdam,
gepensioneerd chef van den accoun
tantsdienst in Ned.-Indië;
3. dr. H. H. Schippers te 's-Graven-
hage inspecteur der registratie en do
meinen.
De voordracht zal schriftelijk aan H.
M. de Koningin worden aangeboden.
Voortgezet werd daarop de behande
ling van het wetsontwerp betreffende
de mogelijkheid van het weren van re
volutionaire elementen uit vertegen
woordigende lichamen, als onderdeel
der Grondwetsherziening.
De minister van binnenlandsche za
ken de heer D e W i 1 d e constateerde
dat de overgroote meerderheid der
Kamer prijs stelt op behoud van het
parlementaire stelsel. De vrijheden die
eventueel behooren bij het stelsel, wil
Je regeering behouden en bevestigen,
den moet zijn denkbeelden echter pro-
pageeren met wettige middelen en op
wettige wijze. Naar spr.'s opvatting valt
geen enkele regeeringsdaad buiten de
^nememaire controle. Doch in het
parlement behooren alleen zij die con
structief werk willen verrichten. Inder
daad is er reden voor dit wetsontwerp.
Jtellig zijn er leden in de Kamer ge
weest, die niet aan dien eisch voldeden
doch langs illegalen weg hun doel
trachtten te bereiken.
Spr. citeerde enkele uitdrukkingen
uit de handelingen, van illegale actie
getuigend. Er is in de Kamer meer dan
eens gezegd, dat men, het betrokken
lid in casu, tot zijn doel wil komen ook
met onwettige middelen. De overheid
en de Kamerleden hebben aan de wet
ten de hand te houden. Anders houden
ze de gelegenheid achter de hand, om
èn de regeering èn het parlement on
mogelijk te maken. De pleidooien van
de heeren De Visser en Westerman
hebben op spr. weinig indruk gemaakt.
Zij hebben zich waarlijk niet de ware
beschermiers van het parlementaire
stelsel getoond. De goede kamerleden
hebben van de voorstellen geen last. Zij
die het wel hebben behooren evenmin
in de Kamer als b.v. in de r. katholieke
of christ. historische partij.
Het is voorgesteld als zou dë poort
worden opengesteld voor bepaalde in
vloeden. ^pr. ontkende dit ten eenen-
male. Men heeft zich echter te houden
aan den eed van trouw aan den grond
wet. Spr. herinnerde er aan, dat er des
tijds gelijksoortige actie is gevoerd te
gen de zgn. worgwetten van de minis
ters Loeff en Kuijper. Wat is er van al
die voorspellingen terecht gekomen?
De heer DeVisser (omm.): Dat
een arbeider niet meer mag staken.
De minister zeide dat de feiten het
tegendeel leeren. Natuurlijk echter mag
iemand in overheidsdienst niet staken.
Het is geenszins waar, dat men aan de
willekeur van een of andere satraap is
overgeleverd. Soortgelijke ervaringen
zijn opgedaan met het uniformverbod.
Na de stakingswetten is de arbeiders
beweging juist in kracht en aanzien ge
stegen. Wie toestanden in het buiten
land critiseert, vrage zich eens
af, of die niet grooten-
deels een gevolgzijn van
vergiftiging van het par
lementaire stelselaldaar,
zoodanig, dat 'tniet meer in
staat was, zelf dat gif te
v e r w ij d e r e n.
Daartegenover mag evenmin de poort
voor willekeur worden geopend. Van
daar de voorzichtige bewoordingen van
het regeeringsvoorstel.
Daarom is het ook verkeerd, bepaalde
partijen te willen uitsluiten. Dit ware
al zeer ondemocratisch, hoewel er soc,
dem. stemmen in die richting zijn opge
gaan. De oppositie ook van den heer
Donker was eigenlijk niet tegen de re-
geerings-voorstellen gericht. Hij heeft
de woorden weggelaten dat het onwet
tige streven moet geschieden met: re
volutionaire middelen. Maar spr. is het
onverschillig of ze dit doen in of bui
ten de Kamer. Het feit maakt hen on
geschikt als Kamerlid. Naast de strafac
tie zijn er middelen noodig, uit de Sta-
ten-Generaal, Provinciale Staten en
Gemeenteraden te houden degenen, die
daar niet thuis behooren. Het statuut
van onze samenwerking is: legaliteit.
Spr. is overtuigd dat van de voorge
stelde bepaling een remmende kracht
II gg
Een muilkorf voor spoken
la verband met het wetsontwerp, dat
-de mogelijkheid wil openen revolution-
naire volksvertegenwoordigers van hun
lidmaatschap vervallen te verklaren en
dat gisteren en eergisteren m onze
Tweede Kamer aan de orde is geweest,
zij hier een en ander medegedeeld om
trent een bij de Luxemburger Kamer
ingediend wetsontwerp van gelijksoor
tige, ten deele verder gaande, strekking.
Van regeeringszijde stelt men het in
Luxemburg voor, en verdedigt men het,
als een wetsontwerp tot verdediging van
de sociale en politieke orde; van den
kant der, enkel soc.-democratische, op
positie spreekt men van „de muilkorf-
wet". Die dan echter een muilkorf aan
spoken zou moeten voorbinden, want de
socialistische afgevaardigde Bodson zei
de in de Kamer, toen minister Bech de
indiening van dit wetsontwerp verdedig
de met de verklaring, dat het slechts
gericht was tegen de revolutionnaire
groepen, die de omverwerping van den
tegenwoordigen democratischen staats
vorm op het oog hadden: „Gij ziet
spoken op klaarlichten dag"
Toch lijkt de redeneering der regee
ring niet zoo gek. Luxemburg is niet al
leen militair, maar ook politiek gelegen
als een wrijfhout tusschen wal en schip.
Aan den eenen kant België en Frank
rijk, het land waar men fabrieken bezet
en waar een volksfront regeert, aan den
anderen kant het met straffe hand gere
geerde, nationaal-socialistische, Duitsch-
land, hetwelk Luxemburg natuurlijk
evenals Nederland en zoo, bij de
„Grenzdeutsche" rekent, waarover het
als ongevraagde en wel geweigerde
voogd niettemin een wakend oog meent
te moeten houden.
Het aldus voortdurend tusschen Scyl-
la en Charybdis varende huikje des
groothertogdoms heeft er wel alle be
lang bij, een ordentelijk-democratisch
geregeerde staat te blijven: eenerzijds
wil het zelf bepaald niet aan den auto
ritairen staatsvorm, andererzijds zouden
communistische woelingen er wel eens
heel vérstrekkende gevolgen kunnen
hebben.
Het reeds verleden jaar bij de Luxem
burger volksvertegenwoordiging inge
diende wetsontwerp zal er wel komen.
De twee coalitiepartijen (conservatief
clericaal en liberaal) die tezamen de
meerderheid in de Kamer hebben, zijn er
in beginsel beiden voor. Naast het door
den Raad van State goedgekeurde wets
ontwerp hebben zij echter elk een amen
dement ingediend, hetwelk heel 't ont
werp een anderen vorm geeft. Aan den
tekst van het liberale herziene ontwerp
ontleenen wij, dat de bedoeling is te ko
men tot:
Opheffing van vereenigingen en groe
pen die een omverwerping langs on-
wettigen weg van het tegenwoordige
politieke en sociale regime op het oog
hebben, dan wel de beperking of ophef
fing van de door de grondwet en de wet
ten des lands verzekerde vrijheden van
den staatsburger nastreven. Deze pogin
gen worden dan nader omschreven als:
onwettige samenzwering, vorming van
gewapende of paramilitaire organisaties
en verder hetgeen in Nederland elders
reeds geregeld is beleediging, laster
of smaad ten aaneien van al dan niet
georganiseerde groepen der bevolking.
De ontbinding van zulke vereeniging
of organisatie zal, zoo wordt voorgesteld,
door den ministerraad geschieden, op
advies van den procureur-generaal. Hoo-
ger beroep is volgens dit ontwerp mo
gelijk, bij den Raad van State afd. ge
schillen van bestuur.
Het wederoprichten of pogen weder
op te richten van volgens deze wet ver
boden organisaties is strafbaar; wie ge
straft wordt, verliest daarbij voor jaren
zijn burgerlijke eererechten.
„In het volle bewustzijn onzer ver
antwoordelijkheid" aldus de liberale
Luxemburger Zeitung „treden wij in
het krijt voor de aanvaarding van dit
wetsontwerp. Want het is bepaald nood
zakelijk voor de orde in onzen staat,
voor de veiligheid onzer democratie".
door
ANNIE S. SWAN
32.
„O, ik ben best blij je te zien, Jessie,
maar het is niet verstandig me hier op
te komen zoeken. Wat wil je?"
„Ik wil weten, wanneer je van plan
bent met me te trouwen, Pat", zei ze
koeltjes. „Ik wacht nu al vijf jaar en
thuis worden ze ongeduldig en mijn va
der en mijn broer Bob zeggen, dat wan
neer het nu niet spoedig gebeurt, ze hun
maatregelen zullen nemen. Gisteravond
heb ik ze er over hooren praten en het
leek me verstandig om even naar je toe
te komen en het je te vertellen".
„Ik heb geen geld, Jessie", zei hij
somber.
„Je moet toch wel iets hebben ant
woordde zij. „Je zou niets meer noo
dig hebben om met mij te trouwen. Je
moet nu toch ook miss Macdonald, je
huishoudster, betalen. Ik sta niet voor
ee» beetje werken."
„Maar je begrijpt het niet", zei hij 1
Uw dhiivenkuur thuis
T
zijn zaken te regelen.
„Het zal natuurlijk nog wel even du
ren, voordat ik het geld werkelijk in
handen heb, maar krijgen doe ik het
zeker, daar behoef je niet bang voor te
zijn. Dus je wilt me wel belooven, dat
je me niet lastig meer zult vallen, hè
Jess, want ik heb al genoeg aan mijn
hoofd gehad, den laatsten tijd",
„O, dat wil ik je graag beloven, zoo
lang ik nog maar een paar weken moet
wachten en ik zal ze thuis ook wel
kalm weten te houden", zei ze goedhar
tig. „Je woont hier erg prettig, Pat en ik
vind het echt heerlijk om weer in de
stad te komen wonen. Corstorphine is
ontzettend vervelend vooral in den win
ter."
Ruthven liet haar maar doorbabbelen
en moedigde haar zelfs zoo nu en dan
aan, zoodat ze weldra in een opgewekt
humeur naar huis terug ging, terwijl zij
zichzelf in de nabije toekomst de
meesteres van Patrick Ruthven's huis
en haard zag.
Hetgeen echter in het geheel niet in
zijn bedoelingen lag.
HOOFDSTUK VX.
Het geheime laatje.
Toen Ruthven Senior het huis op het
George Plein bereikte zag hij, dat de
gordijnen naar behooren neergelaten
waren, ten teeken dat een van de in
woners .heengegaan was. Meikle had
zijn gezicht in een gepaste, droevige
plooi getrokken en begon zijn hoofd te
schudden, zoodra hij de deur geopend
had.
„Dus is het afgeloopen Meiklezei
de advocaat op gedempten toon. „Vroeg
of laat treft ons allen hetzelfde lot en
miss Dempster heeft een lang leven
achter den rug gehad."
„Ja, mijnheer, met Pinksteren zou ik
twintig jaar in haar dienst geweest zijn",
merkte hij op eenigszins sentimenteelen
toon op. „Dat is een langen tijd gele
den. Ik was toen pas achttien en niet
groot voor mijn leeftijd."
,Je bent sindsdien niet veel gegroeid
Meikle", kon de advocaat zich niet
weerhouden te zeggen, ofschoon hij on
middellijk van onderwerp veranderde.
„Ik zou miss Harman graag even spre
ken, Meikle", zei hij. „Waar is zij?"
Meikle schudde zijn hoofd.
(Wordt vervolgd).
wanhopig. „Een vrouw van een dokter
kan toch onmogelijk meidenwerk ver
richten, open doen als er gebeld wordt
en wat al niet meer."
„Ik kan toch binnshuis werken, zon
der dat iemand er iets van behoeft te
weten", hield zij vol, „En we konden
een goedkoop meisje nemen om open te
doen. Ik heb alles wel al honderd keer
heelemaal uitgedacht en het is hoog tijd,
dat het nu toch eens gaat gebeuren, Pat,
Dus stel den datum maar vast."
Ze sprak met een rustige overtuiging
van haar macht, die hem onuitsprekelijk
ergerde. Hij durfde niets te zeggen,
want hij had zware verplichtingen aan
haar en haar vader, die er een schrifte
lijk bewijs van had, dat hij hem, toen hij
nog op de universiteit was, een paar
honderd pond gegeven had, op voor
waarde, dat hij met het meisje zou trou
wen, zoodra hij gevestigd was.
„Ik zou niet graag willen, dat jij zoo
hard moest werken, Jess", zei hij vrien
delijk. „Heb nog even langer geduld en
dan komt er vast wel wat opdagen."
„Je komt nooit meer bij ons", zei ze
jaloersch. „Ik heb verscheidene dingen
van je gehoord. Ik geloof, dat je verliefd
bent op dat meisje, dat bij die oude pa
tiënte van je is komen wonen."
Ruthven bloosde tot onder zijn haar
wortels. Hij wist zelfs niet, dat het
meisje het bestaan van miss Harman
ontdekt had.
„Je denkt waarschijnlijk, dat je erg
knap bent, Jess, maar dit keer heb je
het toch heelemaal bij het verkeerde
eind", zei hij koel. „Want zij haat me
als de pest en ik haar evenzeer en zoo
lang de oude dame ziek was, hebben
we elkaar zooveel mogelijk ontloo-
pen".
„Is ze al weer beter?" vroeg ze ter
loops, terwijl ze zichzelf nog een kop
thee inschonk.
„Ze is gestorven, Jess en als je nu
nog maar een paar weken geduld wilt
hebben en me niet lastig valt, dan zal
waarschijnlijk alles in orde zijn."
„Dus je verwacht geld?"
Hij knikte.
„En heel wat ook, meisje en dat zal
al dit lange wachten vergoeden", zei hij
vertrouwelijk, bij zichzelf overleggend,
dat het zeker het beste zou zijn haar
met gunstige berichten naar haar vader
terug te sturen, zoodat hij tijd won om