BINNENLAND.
ZEELAND.
Prins Bernhard den titel van
Prins der Nederlanden verleend.
MIDDELBURG.
•ridderlijke orden (het DuitscEe Huis
Balije van Utrecht, de Joanniters en de
Malthesers) in hun veelkleurige unifor
men. Aan de zijde van den weg, die de
bruidsstoet van de consistor e-kamer
naar de plaats der huwelijksvol
trekking volgde, werd een andere
groep, die zeer de aandacht trok,
gevormd door de Indiscüe vorsten,
ook bevonden zich aan deze zijde de
ministers, leden van het kabinet, en de
ministers van staat met hunne echt-
genooten en de voorzitters der hooge
colleges van staat. Dit gedeelte van de
kerk en het daaraan grenzende gedeel
te bevatte verder de plaatsen voor de
leden van de beide Kamers der Staten-
Generaal, voor de commissarissen der
Koningin, het college van Ged. Staten
van Zuid-Holland, den burgemeester
der residentie die intusschen in ver
band met zijn gezondheidstoestand den
kerkdienst niet bijwoonde met de
wethouders en den gemeentesecretaris
met hun dames, de burgemeesters van
Amsterdam, Rotterdam, .Delft, Elaarn,
Soest, Apeldoorn en alle burgemees
ters van de provinciale hoofdsteden, en
tal van andere civiele en kerkelijke
autoriteiten van verschillende gezind
ten. Een andere groep werd gevormd
door de raadsheeren van den Hoogen
Raad. ïn hun nabijheid waren ook ge
zeten de secretarissen-generaal en de
directeuren-generaal der versqhillende
departementen van algemeen bestuur.
Duidelijk kenbaar was de groep der di
plomaten, bestaande uit de hoofden van
missiën met hun echtgenooten. In dit
vak waren ook de rechters van het Per
manente Hof van internationale Justitie
gezeten. De honneurs werden hier waar
genomen door den chef van het kabinet
van den minister van buitenlandsche za
ken, jhr. mr, G. C. J. van Reenen, bij
gestaan door de gezantschap-attachés,
de heer en dr. Boon en Crommelin. Ver
der was in de kerk en op de galerij
een zeer groot aantal mannelijke en
vrouwelijke leden van het personeel van
de koninklijke hofhouding aanwezig,
naar wij vernamen een vierhónderdvijf-
tigtal, waaronder de groene uniformen
van de boschwachters en jachtopzieners
van het Loo opvielen. O.m. was ook te
genwoordig het geheele gepensionneer-
de personeel van wijlen H. M. de Konin
gin-Moeder. Ook waren aanwezig ver
tegenwoordigers van een aantal ver-
eenigingen, waarvan de Prinses be
schermvrouwe is, zoomede het geheele
dagelijksche bestuur van het Rood®
Kruis.
De gasten, die niet in den stoet naar
het raadhuis aanwezig waren werden in
de kerk onder oppertoezicht van den
opperceremonie-meester, door den eer
sten kamerheer-ceremoniemeester, bij
gestaan door kamerheeren ontvangen
en naar hun plaatsen geleid. Op een der
galerijen was het zangkoor van Excel
sior opgesteld. Op de galerij boven het
orgel bevond zich een zangkoor van
iSem Dresden.
De tribune voor de pers boven de
consistoriekamer recht tegenover het
bruidspaar bood een uitnemend uitzicht
over het centrale gedeelte der plechtig
heid en tevens over de geheele kerk.
Alleen waren niet zichtbaar de onder
deze tribune zich bevindende plaatsen,
die gereserveerd waren voor de officie
ren der cavalerie en verdere in den
stoet mederijdende officieren van het
militaire huis der Koningin en de offi
cieren, die bij het vertrek uit de kerk
van het jonggehuwde paar den sabel
boog zouden vormen.
De kerkdienst.
Na het votum, uitgesproken door den
hofprediker, prof. dr. Obbink, klonk
plechtig de zang der gemeente door het
kerkgebouw; „Dank, dank nu allen
God".
Vervolgens ging de hofprediker voor
In gebed en daarna hield prof. Obbink
de volgende toespraak:
Rede van proi. Obbink.
Een onstuimige vreugde brak over ge
heel Nederland los bij het vernemen van
de zoo geheel onverwachte verloving
onzer beminde prinses Juliana. Dagen
lang wapperden de vlaggen huis aan
huis van den Dollard tot de "Schelde en
tot de overzeesche gewesten toe. En die
vreugde laaide opnieuw op, toen ons
volk gelegenheid kreeg kennis te maken
met prins Bernhard van Lippe-Biester
feld, toen hij zich aan de zijde onzer
Prinses op zoo ongedwongen wijze on
der ons bewoog en aanstonds door zijn
persoon en optreden aller harten won
Met ongetemperde vreugde zijn de prin
selijke verloofden door het Nederland-
sche volk cjntvangen. Nu bleek weer
eens, hoe diep de liefde voor het Oran
jehuis in de ziel van ons volk is gewor
teld; hoe onverwoestbaar de banden zijn
die vorstenhuis en volk aan elkander
verbinden.
En nu staat gij, prins Bernhard en
prinses Juliana, zoo pas in den echt ver
bonden, als man en vrouw in ons mie
den. Niet alleen de oogen van die hier
vergaderd zijn, maar de oogen van ge
heel Nederland en van overzee en over
het rond der aarde waar Nederlanders
wonen, richten zich naar deze plaats en
uit duizenden harten stijgen gebeden op
naar den troon van God, dat Zijn liefde
en zegen U geleiden mogen op al uwe
wegen.
En in dit oogenblik gevoelen wij ook
de geestelijke aanwezigheid van hen die
ons reeds zijn voorgegaan en die
f
Wij
thans zoo gaarne in ons midden hadden
gezien.
O, als al die menschen wier oogen op
U zijn gericht in dit plechtig uur, het
eens vermochten het levensgeluk dat zij
U toewenschen, voor U tot werkelijk
heid te maken. Uw beider leven zou één
stralende vreugde zijn. Want geheel Ne
derland heeft U lief en ziet op U met
ontroerde en eerbiedige dankbaarheid
aan God, dat Hij het zoo heeft willen
maken als het heden is: Gij beiden, le
den van ons beminde Koningshuis, door
den huwelijksband vereenigd.
Maar de tallooze getuigen van dezen
dag, door wier liefde gij U omringd en
gedragen weet, hebben het niet in de
hand Uw huwelijksleven rijk en mooi te
maken. Van hen en hun vriendelijke ge
zindheid hangt Uw beider levensgeluk
niet af, noch van de goede en hartelijk
gemeende wenschen waarmede zij U op
Uw levensweg vergezellen, doch waar
van de vervulling niet in hunne hand ligt.
Gij be den weet dat ook zeer wei.
Daarom is Uw eers'e daad na Uw offi-
cieele echtelijke verbintenis, dat gij
lier temidden der Christelijke gemeente
U komt stellen voor Gods aangezicht
om Zijn zegen af te smeeken over den
gesloten huwelijksband. Ik vergeet dus
niet, en weet mij daarmee ih overeen
stemming met Uw gevoelen, dat deze
plechtighe d een zuiver godsdienstig
c.arakter draagt en een kerkelijke han
deling is, Ik ga dan ook stilzwijgend
voorbij allerlei dat bij een gelegenheid
als deze zou kunnen worden gezegd of
misschien verwacht. Ik sta hier nie't om
lij de goede wenschen der duizenden
nog mijn wenschen toe te voegen, maar
ik ga u t van een woord Gods, dat geen
wensch maar een belofte inhoudt,
want Hij alleen kan beloven zonder
alen. Ik bedoel het woord uit den
32sten Psalm het laatste gedeelte van
iet achtste vers:
Mijn oog zal op U zijn. En ik leg den
nadruk hierop, dat onder de duizenden
wier oogen :n dit oogenblik op U zijn
gericht, er een is, die meer kan dan
toezien en wenschen uitspreken,
die wolken, lucht' en w'nden
wijst spoor en loop en baan,
die ook een weg zal vinden
waarlangs Uw voet kan gaan.
Hij belooft het: mijn oog zal op U
zijn. Dat is een woord vol troost en
kracht voor U beiden, nu gij, voortaan
samen den levensweg zult gaan. Het
zegt U dit: dat God U zal begeleiden op
al Uw wegen, dat Hij U zal sterken in
den levensstrijd, dat Hij U zorgend en
lewakend zal omringen, dat Uw g'ebed
niet tegen een gesloten hemel zal stui
ten, maar dat Uw Vader in den hemel
Uw gebeden hoort en er op antwoordt.
Ieder huis heeft zijn kruis, zegt een
^ederlandsch spreekwoord, en ook Uw
huis zal zijn "kruis wel hebben. Maar of
een kruis zw,aar is of licht, of wij er
onder bezwijken of het met vreugde
dragen, hangt piet af van de zwaarte
van het kruis, maar van de kracht van
den dr,ager en de bron van alle ware
levenskracht is een leven in Gods ge
meenschap.
Of ons leven rijk is of arm, hangt niet
af van de veelheid van aardsche goe
deren noch van het getal der voor- en
tegenspoeden, die ons op onzen levens
weg ontmoeten, m,aar van de vraag o
wij ons leven met zijn blijde en smar
telijke ervaringen mogen zien in het
licht der eeuwigheid, dat is in het
licht van Gods liefde.
Of een huwelijk slaagt of mislukt
hangt niet af van de vraag of de beide
echtgenooten het altijd en in ,alles eens
zijn het aan elkander aanpassen van
twee karakters heeft zijn moeilijke zij
den maar of zij. samen kunnen knie
len voor Gods troon met gebed en d,ank-
zegging en of hun liefde in Christus ge
heiligd is.
Soms mislukt een huwelijk van twee
goedwillende menschen, wanneer zij
trachten buiten God om door eigen
kracht en wijsheid er iets van te maken
Te mogen gelooven dat God, die twee
levens samenbracht, ook die beide le
vens samen leiden wil door Zijne liefde,
dat Hij hun samen een levenstaak geeft
en hun voor die levenstaak zijn Godde
lijke hulp toezegt, dat is het geheim
van het waarachtig huwelijksgeluk.
En waar elk huis het noodig heeft te
leven onder open hemel, zal Uw huis
dat noodig hebben in dubbele mate: Uw
hooge plaats te midden v,an het Ne
derlandsche volk. Uw meer dan gewone
verantwoordelijkheid tegenover elkan
der en tegenover ons vaderland en daar
mee tegenover God stelt U tot plicht
met groote wijsheid te wandelen in Uw
persoonlijk en in Uw openbaar leven.
Het Nederl,andsche volk wil hoog tegen
U opzien, met eerbiedige liefde, tegen
U beiden, zooals wij het tot nu toe de
den tegenover onze beminde Prinses,
Wij willen in U be'den zien ons voor
beeld in trouw, in eenvoud, in plichts
betrachting, in Godsvertrouwen.
Gij prinses Juliana, hebt reeds over
vloedig' getoond en toondet het onver
vaard tot in uw bruidsdagen toe, welk
een hooge opvatting gij hebt van Uw
taak en verantwoordelijkheid en hoe gij
medeleeft met de belangen en nooden
van ons volk. Tot welk terrein van so
cialen en filantropischen arbeid gij Uw
belangstelling en onvermoeide werk
kracht uitstrekt en welke offers gij U
getroost om te helpen en te steunen waar
dat noodig is, behoef ik waarlijk niet te
zeggen: het ligt voor aller oogen.
En gij prins Bernhard, hebt van stonde
aan dat gij de Nederlandsche grens over-
schreedt, opgemerkt, hoe onze Prinses,
thans Uwe gemalin, door ons 'volk op de
handen wordt g'edragen niet alleen, maar
ook hoe zij die haar toegebrachte ver
eering en liefde eerlijk heeft verdiend
èn door hare persoonlijkheid èn doör
hare volkomen toewijding aan het wel
zijn van ons volk.
Het moet voor U een heerlijke ge
dachte zijn, haar daarbij terzijde te staan
om nu samen te doen wat zij tot nu toe
alleen deed. En wij, die reeds hebben
opgemerkt Uw vitaliteit, Uw breede be
langstelling, Uw epen oog, Uw blijmoedig
lart, wij zijn overtuigd, dat gij samen de
schoone lijn zult doortrekken, die van
grootmoeder over vader en moeder heen
naar de dochter loopt: de lijn van wer-
ien der barmhartigheid en sociale zorg
voor hen die lijden of in nood zijn. Er
is voor U samen prachtig werk te doen
in Nederland, waarvoor het gansche voik
U dankbaar zal zijn.
En op dezen voor U en voor ons ge
liefde vaderland zoo gewichtigen dag,
zeg't God U toe dat ook voor het vol
brengen van deze taak Zijn oog op U zal
zijn en dan houdt dat in, dat gij in uw
hoogen staat veel genade Gods behoeft,
maar ook dat die genade Gods uw deel
zal zijn.
U gedragen te weten door de liefde en
de gebeden van ons volk moge reeds 'n
lichtend spoor zijn op Uw levensweg,
maar de zekerheid, dat Uw Vader in den
hemel weet wat gij van noode hebt,
zelfs eer gij Hem bidt en dat Hij in U
ook ons volk wil zegenen zij U een ster
kende gedachte.
De duizenden getuigen van dit plechtig
oogenblik gaan straks huns weeg's en
nemen de beste wenschen voor Uw wel
zijn mee in hun hart. Maar die eene ge
tuige die U belooft, dat Zijn oog op U
zal zijn, blijft bij U met zijn Goddelijke
hulp en liefde. Zooals een moeder haar
kind voortdurend volgt met een oog vol
waakzame liefde, zoo is Gods oog op U
nu en voortaan.
Maar dan ook uw oog op Hem. Om
het van Hem te verwachten, zooals Zijn
oog op U rust om te geven. Hij zij de
derde, neen de eerste in Uw verbond.
En Uw weg zal licht en vrede zijn.
Hoogvereerde en geliefde Koningin.
God geve U de genade lange jaren de
blijde getuige te mog'en zijn van het ge
luk uwer kinderen, wandelend in den
weg des Heeren, waarin gij Uw dochter
hebt opgevoed.
En gij prinses Armgard, moeder van
onzen prins Bernhard, die Uw zoon af
staat aan een vreemd volk om onze
prinses gelukkig te maken en zelf daar
in gelukkig te zijn. houd U overtuigd dat
hij reeds nu de liefde van ons volk heeft
gewonnen en dat Nederland hem met
vreugde ontvangt als de gemaal onzer
prinses Juliana. Amen.
DE INZEGENING.
Ds. Weiter, de oud-hofprediker, stond
toen op en nam zijn plaats achter den
catheder in.
Hij sprak als volgt:
„Moge ik U thans eerbiedig verzoe
ken, op te staan van Uwe plaatsen, el
kander de rechterhand te reikenf U ten
volle te doordringen van de heiligheid en
heerlijkheid van dit oogenblik en zoo
staande, als voor Gods aangezicht, God,
die U ziet en hoort, te antwoorden op de
vragen, die ik U thans van Zijnentwege
ga voorleggen.
Bernhard Leopold Frederik Everharc
Julius Coert Karei Godfried Pieter van
Lippe-Biesterfeld, bekent gij voor Goc
en allen die hier zijn vergaderd, dat gij
genomen hebt en neemt tot uw wettige
vrouw haar, wier hand in de Uwe rust,
haar nimmer te zullen verlaten, haar lie
te hebben en te eeren gelijk een getrou
we en Godvreezende man zijn wettige
vrouw schuldig is, dat gij heiliglijk met
haar leven wilt naar uitwijzen van het
Heilig Evangelie? Wat is daarop uw
antwoord?
Nadat prins Bernhard deze vragen be
vestigend had beantwoord, richtte ds
Weiter zich tot prinses Juliana en stel
de haar de vragen in gelijken zin.
Ook prinses Juliana antwoordde be
vestigend.
De grijze predikant strekte toen zijn
handen zegenend naar het jonge paar uit
en sprak:
„Mag ik U thans verzoeken, samen
neder te knielen tot het ontvangen van
den zegen des Heeren?"
Prins Bernhard en prinses Juliana
knielden op het kussen neer, waarop
ds. Weiter hen als volgt toesprak:
„De Vader der Barmhartigheid die U
tot dezen heiligen staat,des huwelijks
geroepen heeft, verbinde U met rechte
liefde en trouw en geve U Zijnen zegen.
Ja, de Heer zegene en behoede U. De
Heer doe Zijn aangezicht over U lichten
en zij U genadig. De Heer verheffe Zijn
aangezicht over U en geve U vrede,
Amen."
Ds. Weiter verzocht het paar zijn
plaatsen weder in te nemen: „Mag ik U
thans verzoeken als Koninklijk echtpaar
Uwe plaatsen weder in te nemen?"
De trouwringen.
Thans trad prof. Obbink wederom
naar voren tot het verrichten van de
ceremonie van het verwisselen der rin
gen.
Plechtig klonk zijn stem:
„Deze ringen mogen voor u het sym
bool zijn van de onkreukbare en onver
brekelijke trouw, die gij elkander hebt
toegezegd"
zegenbede in, welke staande door allen
werd medegezongen:
U zeegne God;
Hij stelle U tot een zegen.
Gezegend zij Uw hoofd, Uw hart,
[Uw wegen.
Uw aardsch, Uw eeuwig lot.
O God, verhoor
En schenk ons deze bede:
Toon hun Uw gunst, doordring hen
[van Uw vrede,
Licht met Uw licht hen voor.
Nadat de laatste orgeltonen verklon
ken waren, heeft prof. Obbink aan
Prins Bernhard een Bijbel uitgereikt,
het geschenk, dat elke man ontvangt bij
de kerkelijke inzegening zijns huwelijks.
De aangeboden Bijbel is in quarto for
maat, gebonden in zwart leder.
Prof. Obbink zeide daarbij ongeveer
het volgende:
„Gij hebt reeds vele geschenken ont
vangen. Geen van deze overtreft in in
nerlijke waarde het geschenk, dat ik u
aanbied namens den kerkeraad der Ne-
derduitsch-Hervormde Gemeente van s-
Gravenhage: een huwelijksbijbel. De
kerkeraad biedt U dezen Bijbel aan in
het vertrouwen, dat hij voor U zal zijn
een lamp voor Uw voet en een licht op
Uw pad. Dat gij veel daarin zult lezen
en er kracht uit putten".
Daarna ging de predikant voor in
dankgebed.
De slotzang „Halleluja", eeuwig dank
en eere" (enz.) werd nog door de ge
meente gezongen, gevolgd door het uit
spreken van de zegenbede.
Tot slot zong het koor Psalm 138, den
lofpsalm, van J. P. Sweelinck,
Onder de orgelklanken v,an de Hoch-
zeitsmarsch van Mendelssohn schreed
de bruidsstoet naar de consistoriekamer.
Aldaar werden de gelukwenschen door
de vorstelijke personen en gasten aan
het bruidspaar aangeboden.
TERUG NAAR HET PALEIS.
De commando's voor de eerew,achten
weerklonken buiten weer en onder luid
geju'ch nam het bruidspaar weer plaats
in de gouden koets, de Koningin en
Prinses Armgard in de glazen koets en
langs een grooten omweg begon de
tocht terug naar het paleis Noordein
de. Het gejubel en de huldebetuigingen
van de tineduizenden l,angs den bruids-
weg nam schier geen einde.
In de Vondelstraat stonden als, eere-
wacht o.a. opgesteld de 180 man van de
S.D.O.A. uit Middelburg', onder com
mando van majoor Berghuijs, die een
onderdeel vormden van de militairè af
zetting langs de route.
MINISTER COLIJN BEVORDERD
TO T GROOTKRUIS IN DE
ORDE NEDERLANDSCHEN LEEUW,
Bij K.B. van 23 December 1936 is
bevorderd tot grootkruis in de orde
van den Nederlandschen Leeuw: dr. H.
Colijn, minister van S jaal', minister van
kolon ën, voorzitter van den Raad van
ministers.
JHR. MR. BEELAERTS VAN
BLOKLAND
MINISTER VAN STAAT.
Bij K.B, van 22 December 1936 is
benoemd tot minister van staat: jhr. ajar,
F. Beelaerts van Blokland, vice-presi
dent v.an den Raad van State.
Onderscheiding voor generaad Roëll.
H. M. de Koningin heett luitenant-
generaal jhr. W. Roëll, commandant van
het veldleger, benoemd tot Groot-Kruis
in de Huisorde van Oranje.
Jhr. Van Karnebeek onderscheiden.
H. M. de Koningin heeft benoemd tot
Grootkruis in de Huisorde van Oranje:
den minister van staat, jhr. mr. dr. H. A.
van Karnebeek, commissaris der Konin
gin in Zuid-Holland.
Een krans gelegd te Delft,
Hedenmorgen vroeg heeft de secre
taris van prins Bernhard, jhr. ir. W. G.
Roëll, een bezoek gebracht aan de
Nieuwe Kerk te Delft.
Jhr. Roëll arriveerde om half acht.
Hij werd ontvangen door den commis
saris van den koninklijken grafkelder,
den burgemeester van Delft, mr. G. van
Baren, die in ambtsgewaad was en den
ambtsketen droeg en den heer D. Hout
zager.
Jhr. Roëll vertoefde eenigen tijd in
den grafkelder, waar hij een krans van
aronskelken namens het vorstelijk
bruidspaar op de kist van wijlen Prins
Hendrik legde.
Om acht uur vertrok jhr. Roëll naar
de residentie terug.
GELUKWENSCH VAN
RIJKSKANSELIER HITLER.
Rijkskanselier Hitier heeft H. M. Ko
ningin Wilhelmina telegrafisch gelukge-
wenscht ter gelegenheid van het huwe
lijk van haar dochter.
Tegen 2 uur was de stoet weer in het
Noordeinde gearriveerd en trokken het
jonggehuwde paar, H. M. de Koningin,
Prinses Armgard en de vorstelijke en an
dere gasten zich, terwijl de menigte
weer het „Wilhelmus" zong, zich in het
Paleis terug.
Onmiddellijk hierop zette het orgel de S den .Raad van State
Prinses Juliana den titel van:
prinses van Lippe-Biesterfeld.
Prins Bernhard lid van
den Raad van State,
Heden is verschenen een buitengewo
ne Nederlandsche Staatscourant, welke
behalve de bekendmaking van het vor
stelijk huwelijk, drie Koninklijke beslui
ten bevat:
I.
Wij Wilhelmina, bij de gratie Gods,
Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Gelet op artikel 65 der Grondwet,
hebben goedgevonden en verstaan:
Na de voltrekking van het huwelijk
van onze beminde dochter Prinses Juli
ana der Nederlanden met Zijne Door
luchtige Hoogheid Prins Bernhard Leo
pold Frederik Everhard Julius Coert
Karei Godfried Pieter van Lippe-Bies
terfeld aan Zijne Doorluchtige Hoogheid
te verleenen den titel van Prins der
Nederlanden, met het prae-
dicaat van Koninklijke
Hoogheid.
Wij Wilhelmina, bij de gratie Gods,
Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz,, enz., enz., gelet op
artikel 65 der Grondwet, gezien het tus-
schen Ons en Zijne Doorluchtige Hoog
heid den vorst van Lippe gesloten fami
lieverdrag, hebben goedgevonden en ver
staan:
aan onze beminde dochter Prinses
Juliana der Nederlanden na de voltrek
king van haar huwelijk met Zijne Door
luchtige Hoogheid prins Bernhard van
Lippe-Biesterfeld te verleenen d,en titel
van Prinses van L i p p e-B i ester-
f e 1 d, met dien verstande,
dat zij dien zal voeren n. a
den naam Mecklenburg.
Bij Kon. Besluit van 6 Januari 1937,
ingaande 7 Januari 1937, heeft het Hare
Majesteit behaagd aan Zijne Koninklijke
Hoogheid Bernard Leopold Frederik
Everhard Julius Coert Karei Godfried
Pieter, Prins der Nederlanden, prins van
I Lippe-Biesterfeld, zitting te verleenen in
/Ion trln f O
DE FEESTEN,
Buurtkinderfeest.
De samenwerkende buurtcommissies
van de Lange- en Kortedelft met Bel-
linkstraat en de Nieuwstraat hebben
gisteren een goed werk gedaan met het
organiseeren van een kinderfeest.
Bijeengekomen op het Bellinkplein
trokken de ruim 100 kinderen allen ge
kleed met een Oranjemuts en dragende
een Oranje vlaggetje achter het Pijpers
korps „Juliana eerst rond den Dam en
toen door Korte- en Langedelft, rond de
Markt en terug door de Langedelft naar
de Nieuwstraat en wel naar het Militair
Tehuis. Hier hebben de kinderen volop
genooten van echt voor hen bestemde
smalfilms, zij hebben hun Oranjeliederen
doen weergalmen en zij hebben zich de
aangeboden versnaperingen goed doen
smaken. Het lag in de bedoeling een
kleinen lichtstoet tot slot te formeeren,
doch de wind maakte dit onmogelijk, de
lampionnetjes waren in een minimum
van tijd uit of in brand geraakt. Men is
toen toch achter de muziek nog eens
naar en rond de Markt gemarcheerd en
weer terug naar het Bellinklein. Beide
keeren reed in den stoet een keurig
versierde bokkenwagen mede. Dit kin
derfeest voor het centrum der stad is
goed geslaagd.
De eerste verlichtingsavond.
Was het des middags nog wat droog
geworden en hadden de optimisten hoop
op een mooien avond. Het is helaas
weer gaan regenen en dat steeds har
der, terwijl ook de wind zijn kracht nog
liet gevoelen, al was zij wel wat inge
toomd.
Ondanks deze weinige medewerking
van moeder natuur hebben reeds
zeer velen te voet of wat nu mocht per
auto en rijtuig een kijkje genomen en
onder hen waren een aantal gasten van
de samenwerkende Oranjeverenigin
gen, die in een autobus een kijkje kon
den nemen. Tweemaal maakte de bus
met een 30-tal personen, meestal die
minder goed ter been waren, een tocht
langs de verlichte straten. Maar zooals
bovengezegd, ook velen maakten den
rondrit per taxi of andere personen
auto.
Wij hebben ook zulk een tocht gemaakt.
Van de Lange- en Kortedelft met eere
poorten en- zuilen schreven wij reeds en
kunnen slechts herhalen, dat deze wijze
van verlichting van de hoofdstraat ons
ook nu uitstekend kon voldoen.
Wij reden de St, Pieterstraat in, waar
wij niet alleen opnieuw de bij avond
keurige verzorging der straat bewonder
den, maar ook de verlichting boven de
Gistpoort. Rechts namen wij de Gist-
straat met de keurige portretten en kwa
men toen op den Dam.
Hier had men de versiering en ver
lichting nog uitgebreid door in de Graan-
beurs een plantversiering aan te bren
gen en daartusschen op den vloer een
aantal vetpotjes te ontsteken.
In de boomen van het plantsoen han
gen groote Qranjelichtballons, doch het
mooiste blijft de verlichting boven het
0