BINNENLAND. ZEELAND. Prins Bernhard den titel van Prins der Nederlanden verleend. MIDDELBURG. •ridderlijke orden (het DuitscEe Huis Balije van Utrecht, de Joanniters en de Malthesers) in hun veelkleurige unifor men. Aan de zijde van den weg, die de bruidsstoet van de consistor e-kamer naar de plaats der huwelijksvol trekking volgde, werd een andere groep, die zeer de aandacht trok, gevormd door de Indiscüe vorsten, ook bevonden zich aan deze zijde de ministers, leden van het kabinet, en de ministers van staat met hunne echt- genooten en de voorzitters der hooge colleges van staat. Dit gedeelte van de kerk en het daaraan grenzende gedeel te bevatte verder de plaatsen voor de leden van de beide Kamers der Staten- Generaal, voor de commissarissen der Koningin, het college van Ged. Staten van Zuid-Holland, den burgemeester der residentie die intusschen in ver band met zijn gezondheidstoestand den kerkdienst niet bijwoonde met de wethouders en den gemeentesecretaris met hun dames, de burgemeesters van Amsterdam, Rotterdam, .Delft, Elaarn, Soest, Apeldoorn en alle burgemees ters van de provinciale hoofdsteden, en tal van andere civiele en kerkelijke autoriteiten van verschillende gezind ten. Een andere groep werd gevormd door de raadsheeren van den Hoogen Raad. ïn hun nabijheid waren ook ge zeten de secretarissen-generaal en de directeuren-generaal der versqhillende departementen van algemeen bestuur. Duidelijk kenbaar was de groep der di plomaten, bestaande uit de hoofden van missiën met hun echtgenooten. In dit vak waren ook de rechters van het Per manente Hof van internationale Justitie gezeten. De honneurs werden hier waar genomen door den chef van het kabinet van den minister van buitenlandsche za ken, jhr. mr, G. C. J. van Reenen, bij gestaan door de gezantschap-attachés, de heer en dr. Boon en Crommelin. Ver der was in de kerk en op de galerij een zeer groot aantal mannelijke en vrouwelijke leden van het personeel van de koninklijke hofhouding aanwezig, naar wij vernamen een vierhónderdvijf- tigtal, waaronder de groene uniformen van de boschwachters en jachtopzieners van het Loo opvielen. O.m. was ook te genwoordig het geheele gepensionneer- de personeel van wijlen H. M. de Konin gin-Moeder. Ook waren aanwezig ver tegenwoordigers van een aantal ver- eenigingen, waarvan de Prinses be schermvrouwe is, zoomede het geheele dagelijksche bestuur van het Rood® Kruis. De gasten, die niet in den stoet naar het raadhuis aanwezig waren werden in de kerk onder oppertoezicht van den opperceremonie-meester, door den eer sten kamerheer-ceremoniemeester, bij gestaan door kamerheeren ontvangen en naar hun plaatsen geleid. Op een der galerijen was het zangkoor van Excel sior opgesteld. Op de galerij boven het orgel bevond zich een zangkoor van iSem Dresden. De tribune voor de pers boven de consistoriekamer recht tegenover het bruidspaar bood een uitnemend uitzicht over het centrale gedeelte der plechtig heid en tevens over de geheele kerk. Alleen waren niet zichtbaar de onder deze tribune zich bevindende plaatsen, die gereserveerd waren voor de officie ren der cavalerie en verdere in den stoet mederijdende officieren van het militaire huis der Koningin en de offi cieren, die bij het vertrek uit de kerk van het jonggehuwde paar den sabel boog zouden vormen. De kerkdienst. Na het votum, uitgesproken door den hofprediker, prof. dr. Obbink, klonk plechtig de zang der gemeente door het kerkgebouw; „Dank, dank nu allen God". Vervolgens ging de hofprediker voor In gebed en daarna hield prof. Obbink de volgende toespraak: Rede van proi. Obbink. Een onstuimige vreugde brak over ge heel Nederland los bij het vernemen van de zoo geheel onverwachte verloving onzer beminde prinses Juliana. Dagen lang wapperden de vlaggen huis aan huis van den Dollard tot de "Schelde en tot de overzeesche gewesten toe. En die vreugde laaide opnieuw op, toen ons volk gelegenheid kreeg kennis te maken met prins Bernhard van Lippe-Biester feld, toen hij zich aan de zijde onzer Prinses op zoo ongedwongen wijze on der ons bewoog en aanstonds door zijn persoon en optreden aller harten won Met ongetemperde vreugde zijn de prin selijke verloofden door het Nederland- sche volk cjntvangen. Nu bleek weer eens, hoe diep de liefde voor het Oran jehuis in de ziel van ons volk is gewor teld; hoe onverwoestbaar de banden zijn die vorstenhuis en volk aan elkander verbinden. En nu staat gij, prins Bernhard en prinses Juliana, zoo pas in den echt ver bonden, als man en vrouw in ons mie den. Niet alleen de oogen van die hier vergaderd zijn, maar de oogen van ge heel Nederland en van overzee en over het rond der aarde waar Nederlanders wonen, richten zich naar deze plaats en uit duizenden harten stijgen gebeden op naar den troon van God, dat Zijn liefde en zegen U geleiden mogen op al uwe wegen. En in dit oogenblik gevoelen wij ook de geestelijke aanwezigheid van hen die ons reeds zijn voorgegaan en die f Wij thans zoo gaarne in ons midden hadden gezien. O, als al die menschen wier oogen op U zijn gericht in dit plechtig uur, het eens vermochten het levensgeluk dat zij U toewenschen, voor U tot werkelijk heid te maken. Uw beider leven zou één stralende vreugde zijn. Want geheel Ne derland heeft U lief en ziet op U met ontroerde en eerbiedige dankbaarheid aan God, dat Hij het zoo heeft willen maken als het heden is: Gij beiden, le den van ons beminde Koningshuis, door den huwelijksband vereenigd. Maar de tallooze getuigen van dezen dag, door wier liefde gij U omringd en gedragen weet, hebben het niet in de hand Uw huwelijksleven rijk en mooi te maken. Van hen en hun vriendelijke ge zindheid hangt Uw beider levensgeluk niet af, noch van de goede en hartelijk gemeende wenschen waarmede zij U op Uw levensweg vergezellen, doch waar van de vervulling niet in hunne hand ligt. Gij be den weet dat ook zeer wei. Daarom is Uw eers'e daad na Uw offi- cieele echtelijke verbintenis, dat gij lier temidden der Christelijke gemeente U komt stellen voor Gods aangezicht om Zijn zegen af te smeeken over den gesloten huwelijksband. Ik vergeet dus niet, en weet mij daarmee ih overeen stemming met Uw gevoelen, dat deze plechtighe d een zuiver godsdienstig c.arakter draagt en een kerkelijke han deling is, Ik ga dan ook stilzwijgend voorbij allerlei dat bij een gelegenheid als deze zou kunnen worden gezegd of misschien verwacht. Ik sta hier nie't om lij de goede wenschen der duizenden nog mijn wenschen toe te voegen, maar ik ga u t van een woord Gods, dat geen wensch maar een belofte inhoudt, want Hij alleen kan beloven zonder alen. Ik bedoel het woord uit den 32sten Psalm het laatste gedeelte van iet achtste vers: Mijn oog zal op U zijn. En ik leg den nadruk hierop, dat onder de duizenden wier oogen :n dit oogenblik op U zijn gericht, er een is, die meer kan dan toezien en wenschen uitspreken, die wolken, lucht' en w'nden wijst spoor en loop en baan, die ook een weg zal vinden waarlangs Uw voet kan gaan. Hij belooft het: mijn oog zal op U zijn. Dat is een woord vol troost en kracht voor U beiden, nu gij, voortaan samen den levensweg zult gaan. Het zegt U dit: dat God U zal begeleiden op al Uw wegen, dat Hij U zal sterken in den levensstrijd, dat Hij U zorgend en lewakend zal omringen, dat Uw g'ebed niet tegen een gesloten hemel zal stui ten, maar dat Uw Vader in den hemel Uw gebeden hoort en er op antwoordt. Ieder huis heeft zijn kruis, zegt een ^ederlandsch spreekwoord, en ook Uw huis zal zijn "kruis wel hebben. Maar of een kruis zw,aar is of licht, of wij er onder bezwijken of het met vreugde dragen, hangt piet af van de zwaarte van het kruis, maar van de kracht van den dr,ager en de bron van alle ware levenskracht is een leven in Gods ge meenschap. Of ons leven rijk is of arm, hangt niet af van de veelheid van aardsche goe deren noch van het getal der voor- en tegenspoeden, die ons op onzen levens weg ontmoeten, m,aar van de vraag o wij ons leven met zijn blijde en smar telijke ervaringen mogen zien in het licht der eeuwigheid, dat is in het licht van Gods liefde. Of een huwelijk slaagt of mislukt hangt niet af van de vraag of de beide echtgenooten het altijd en in ,alles eens zijn het aan elkander aanpassen van twee karakters heeft zijn moeilijke zij den maar of zij. samen kunnen knie len voor Gods troon met gebed en d,ank- zegging en of hun liefde in Christus ge heiligd is. Soms mislukt een huwelijk van twee goedwillende menschen, wanneer zij trachten buiten God om door eigen kracht en wijsheid er iets van te maken Te mogen gelooven dat God, die twee levens samenbracht, ook die beide le vens samen leiden wil door Zijne liefde, dat Hij hun samen een levenstaak geeft en hun voor die levenstaak zijn Godde lijke hulp toezegt, dat is het geheim van het waarachtig huwelijksgeluk. En waar elk huis het noodig heeft te leven onder open hemel, zal Uw huis dat noodig hebben in dubbele mate: Uw hooge plaats te midden v,an het Ne derlandsche volk. Uw meer dan gewone verantwoordelijkheid tegenover elkan der en tegenover ons vaderland en daar mee tegenover God stelt U tot plicht met groote wijsheid te wandelen in Uw persoonlijk en in Uw openbaar leven. Het Nederl,andsche volk wil hoog tegen U opzien, met eerbiedige liefde, tegen U beiden, zooals wij het tot nu toe de den tegenover onze beminde Prinses, Wij willen in U be'den zien ons voor beeld in trouw, in eenvoud, in plichts betrachting, in Godsvertrouwen. Gij prinses Juliana, hebt reeds over vloedig' getoond en toondet het onver vaard tot in uw bruidsdagen toe, welk een hooge opvatting gij hebt van Uw taak en verantwoordelijkheid en hoe gij medeleeft met de belangen en nooden van ons volk. Tot welk terrein van so cialen en filantropischen arbeid gij Uw belangstelling en onvermoeide werk kracht uitstrekt en welke offers gij U getroost om te helpen en te steunen waar dat noodig is, behoef ik waarlijk niet te zeggen: het ligt voor aller oogen. En gij prins Bernhard, hebt van stonde aan dat gij de Nederlandsche grens over- schreedt, opgemerkt, hoe onze Prinses, thans Uwe gemalin, door ons 'volk op de handen wordt g'edragen niet alleen, maar ook hoe zij die haar toegebrachte ver eering en liefde eerlijk heeft verdiend èn door hare persoonlijkheid èn doör hare volkomen toewijding aan het wel zijn van ons volk. Het moet voor U een heerlijke ge dachte zijn, haar daarbij terzijde te staan om nu samen te doen wat zij tot nu toe alleen deed. En wij, die reeds hebben opgemerkt Uw vitaliteit, Uw breede be langstelling, Uw epen oog, Uw blijmoedig lart, wij zijn overtuigd, dat gij samen de schoone lijn zult doortrekken, die van grootmoeder over vader en moeder heen naar de dochter loopt: de lijn van wer- ien der barmhartigheid en sociale zorg voor hen die lijden of in nood zijn. Er is voor U samen prachtig werk te doen in Nederland, waarvoor het gansche voik U dankbaar zal zijn. En op dezen voor U en voor ons ge liefde vaderland zoo gewichtigen dag, zeg't God U toe dat ook voor het vol brengen van deze taak Zijn oog op U zal zijn en dan houdt dat in, dat gij in uw hoogen staat veel genade Gods behoeft, maar ook dat die genade Gods uw deel zal zijn. U gedragen te weten door de liefde en de gebeden van ons volk moge reeds 'n lichtend spoor zijn op Uw levensweg, maar de zekerheid, dat Uw Vader in den hemel weet wat gij van noode hebt, zelfs eer gij Hem bidt en dat Hij in U ook ons volk wil zegenen zij U een ster kende gedachte. De duizenden getuigen van dit plechtig oogenblik gaan straks huns weeg's en nemen de beste wenschen voor Uw wel zijn mee in hun hart. Maar die eene ge tuige die U belooft, dat Zijn oog op U zal zijn, blijft bij U met zijn Goddelijke hulp en liefde. Zooals een moeder haar kind voortdurend volgt met een oog vol waakzame liefde, zoo is Gods oog op U nu en voortaan. Maar dan ook uw oog op Hem. Om het van Hem te verwachten, zooals Zijn oog op U rust om te geven. Hij zij de derde, neen de eerste in Uw verbond. En Uw weg zal licht en vrede zijn. Hoogvereerde en geliefde Koningin. God geve U de genade lange jaren de blijde getuige te mog'en zijn van het ge luk uwer kinderen, wandelend in den weg des Heeren, waarin gij Uw dochter hebt opgevoed. En gij prinses Armgard, moeder van onzen prins Bernhard, die Uw zoon af staat aan een vreemd volk om onze prinses gelukkig te maken en zelf daar in gelukkig te zijn. houd U overtuigd dat hij reeds nu de liefde van ons volk heeft gewonnen en dat Nederland hem met vreugde ontvangt als de gemaal onzer prinses Juliana. Amen. DE INZEGENING. Ds. Weiter, de oud-hofprediker, stond toen op en nam zijn plaats achter den catheder in. Hij sprak als volgt: „Moge ik U thans eerbiedig verzoe ken, op te staan van Uwe plaatsen, el kander de rechterhand te reikenf U ten volle te doordringen van de heiligheid en heerlijkheid van dit oogenblik en zoo staande, als voor Gods aangezicht, God, die U ziet en hoort, te antwoorden op de vragen, die ik U thans van Zijnentwege ga voorleggen. Bernhard Leopold Frederik Everharc Julius Coert Karei Godfried Pieter van Lippe-Biesterfeld, bekent gij voor Goc en allen die hier zijn vergaderd, dat gij genomen hebt en neemt tot uw wettige vrouw haar, wier hand in de Uwe rust, haar nimmer te zullen verlaten, haar lie te hebben en te eeren gelijk een getrou we en Godvreezende man zijn wettige vrouw schuldig is, dat gij heiliglijk met haar leven wilt naar uitwijzen van het Heilig Evangelie? Wat is daarop uw antwoord? Nadat prins Bernhard deze vragen be vestigend had beantwoord, richtte ds Weiter zich tot prinses Juliana en stel de haar de vragen in gelijken zin. Ook prinses Juliana antwoordde be vestigend. De grijze predikant strekte toen zijn handen zegenend naar het jonge paar uit en sprak: „Mag ik U thans verzoeken, samen neder te knielen tot het ontvangen van den zegen des Heeren?" Prins Bernhard en prinses Juliana knielden op het kussen neer, waarop ds. Weiter hen als volgt toesprak: „De Vader der Barmhartigheid die U tot dezen heiligen staat,des huwelijks geroepen heeft, verbinde U met rechte liefde en trouw en geve U Zijnen zegen. Ja, de Heer zegene en behoede U. De Heer doe Zijn aangezicht over U lichten en zij U genadig. De Heer verheffe Zijn aangezicht over U en geve U vrede, Amen." Ds. Weiter verzocht het paar zijn plaatsen weder in te nemen: „Mag ik U thans verzoeken als Koninklijk echtpaar Uwe plaatsen weder in te nemen?" De trouwringen. Thans trad prof. Obbink wederom naar voren tot het verrichten van de ceremonie van het verwisselen der rin gen. Plechtig klonk zijn stem: „Deze ringen mogen voor u het sym bool zijn van de onkreukbare en onver brekelijke trouw, die gij elkander hebt toegezegd" zegenbede in, welke staande door allen werd medegezongen: U zeegne God; Hij stelle U tot een zegen. Gezegend zij Uw hoofd, Uw hart, [Uw wegen. Uw aardsch, Uw eeuwig lot. O God, verhoor En schenk ons deze bede: Toon hun Uw gunst, doordring hen [van Uw vrede, Licht met Uw licht hen voor. Nadat de laatste orgeltonen verklon ken waren, heeft prof. Obbink aan Prins Bernhard een Bijbel uitgereikt, het geschenk, dat elke man ontvangt bij de kerkelijke inzegening zijns huwelijks. De aangeboden Bijbel is in quarto for maat, gebonden in zwart leder. Prof. Obbink zeide daarbij ongeveer het volgende: „Gij hebt reeds vele geschenken ont vangen. Geen van deze overtreft in in nerlijke waarde het geschenk, dat ik u aanbied namens den kerkeraad der Ne- derduitsch-Hervormde Gemeente van s- Gravenhage: een huwelijksbijbel. De kerkeraad biedt U dezen Bijbel aan in het vertrouwen, dat hij voor U zal zijn een lamp voor Uw voet en een licht op Uw pad. Dat gij veel daarin zult lezen en er kracht uit putten". Daarna ging de predikant voor in dankgebed. De slotzang „Halleluja", eeuwig dank en eere" (enz.) werd nog door de ge meente gezongen, gevolgd door het uit spreken van de zegenbede. Tot slot zong het koor Psalm 138, den lofpsalm, van J. P. Sweelinck, Onder de orgelklanken v,an de Hoch- zeitsmarsch van Mendelssohn schreed de bruidsstoet naar de consistoriekamer. Aldaar werden de gelukwenschen door de vorstelijke personen en gasten aan het bruidspaar aangeboden. TERUG NAAR HET PALEIS. De commando's voor de eerew,achten weerklonken buiten weer en onder luid geju'ch nam het bruidspaar weer plaats in de gouden koets, de Koningin en Prinses Armgard in de glazen koets en langs een grooten omweg begon de tocht terug naar het paleis Noordein de. Het gejubel en de huldebetuigingen van de tineduizenden l,angs den bruids- weg nam schier geen einde. In de Vondelstraat stonden als, eere- wacht o.a. opgesteld de 180 man van de S.D.O.A. uit Middelburg', onder com mando van majoor Berghuijs, die een onderdeel vormden van de militairè af zetting langs de route. MINISTER COLIJN BEVORDERD TO T GROOTKRUIS IN DE ORDE NEDERLANDSCHEN LEEUW, Bij K.B. van 23 December 1936 is bevorderd tot grootkruis in de orde van den Nederlandschen Leeuw: dr. H. Colijn, minister van S jaal', minister van kolon ën, voorzitter van den Raad van ministers. JHR. MR. BEELAERTS VAN BLOKLAND MINISTER VAN STAAT. Bij K.B, van 22 December 1936 is benoemd tot minister van staat: jhr. ajar, F. Beelaerts van Blokland, vice-presi dent v.an den Raad van State. Onderscheiding voor generaad Roëll. H. M. de Koningin heett luitenant- generaal jhr. W. Roëll, commandant van het veldleger, benoemd tot Groot-Kruis in de Huisorde van Oranje. Jhr. Van Karnebeek onderscheiden. H. M. de Koningin heeft benoemd tot Grootkruis in de Huisorde van Oranje: den minister van staat, jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek, commissaris der Konin gin in Zuid-Holland. Een krans gelegd te Delft, Hedenmorgen vroeg heeft de secre taris van prins Bernhard, jhr. ir. W. G. Roëll, een bezoek gebracht aan de Nieuwe Kerk te Delft. Jhr. Roëll arriveerde om half acht. Hij werd ontvangen door den commis saris van den koninklijken grafkelder, den burgemeester van Delft, mr. G. van Baren, die in ambtsgewaad was en den ambtsketen droeg en den heer D. Hout zager. Jhr. Roëll vertoefde eenigen tijd in den grafkelder, waar hij een krans van aronskelken namens het vorstelijk bruidspaar op de kist van wijlen Prins Hendrik legde. Om acht uur vertrok jhr. Roëll naar de residentie terug. GELUKWENSCH VAN RIJKSKANSELIER HITLER. Rijkskanselier Hitier heeft H. M. Ko ningin Wilhelmina telegrafisch gelukge- wenscht ter gelegenheid van het huwe lijk van haar dochter. Tegen 2 uur was de stoet weer in het Noordeinde gearriveerd en trokken het jonggehuwde paar, H. M. de Koningin, Prinses Armgard en de vorstelijke en an dere gasten zich, terwijl de menigte weer het „Wilhelmus" zong, zich in het Paleis terug. Onmiddellijk hierop zette het orgel de S den .Raad van State Prinses Juliana den titel van: prinses van Lippe-Biesterfeld. Prins Bernhard lid van den Raad van State, Heden is verschenen een buitengewo ne Nederlandsche Staatscourant, welke behalve de bekendmaking van het vor stelijk huwelijk, drie Koninklijke beslui ten bevat: I. Wij Wilhelmina, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Gelet op artikel 65 der Grondwet, hebben goedgevonden en verstaan: Na de voltrekking van het huwelijk van onze beminde dochter Prinses Juli ana der Nederlanden met Zijne Door luchtige Hoogheid Prins Bernhard Leo pold Frederik Everhard Julius Coert Karei Godfried Pieter van Lippe-Bies terfeld aan Zijne Doorluchtige Hoogheid te verleenen den titel van Prins der Nederlanden, met het prae- dicaat van Koninklijke Hoogheid. Wij Wilhelmina, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz,, enz., enz., gelet op artikel 65 der Grondwet, gezien het tus- schen Ons en Zijne Doorluchtige Hoog heid den vorst van Lippe gesloten fami lieverdrag, hebben goedgevonden en ver staan: aan onze beminde dochter Prinses Juliana der Nederlanden na de voltrek king van haar huwelijk met Zijne Door luchtige Hoogheid prins Bernhard van Lippe-Biesterfeld te verleenen d,en titel van Prinses van L i p p e-B i ester- f e 1 d, met dien verstande, dat zij dien zal voeren n. a den naam Mecklenburg. Bij Kon. Besluit van 6 Januari 1937, ingaande 7 Januari 1937, heeft het Hare Majesteit behaagd aan Zijne Koninklijke Hoogheid Bernard Leopold Frederik Everhard Julius Coert Karei Godfried Pieter, Prins der Nederlanden, prins van I Lippe-Biesterfeld, zitting te verleenen in /Ion trln f O DE FEESTEN, Buurtkinderfeest. De samenwerkende buurtcommissies van de Lange- en Kortedelft met Bel- linkstraat en de Nieuwstraat hebben gisteren een goed werk gedaan met het organiseeren van een kinderfeest. Bijeengekomen op het Bellinkplein trokken de ruim 100 kinderen allen ge kleed met een Oranjemuts en dragende een Oranje vlaggetje achter het Pijpers korps „Juliana eerst rond den Dam en toen door Korte- en Langedelft, rond de Markt en terug door de Langedelft naar de Nieuwstraat en wel naar het Militair Tehuis. Hier hebben de kinderen volop genooten van echt voor hen bestemde smalfilms, zij hebben hun Oranjeliederen doen weergalmen en zij hebben zich de aangeboden versnaperingen goed doen smaken. Het lag in de bedoeling een kleinen lichtstoet tot slot te formeeren, doch de wind maakte dit onmogelijk, de lampionnetjes waren in een minimum van tijd uit of in brand geraakt. Men is toen toch achter de muziek nog eens naar en rond de Markt gemarcheerd en weer terug naar het Bellinklein. Beide keeren reed in den stoet een keurig versierde bokkenwagen mede. Dit kin derfeest voor het centrum der stad is goed geslaagd. De eerste verlichtingsavond. Was het des middags nog wat droog geworden en hadden de optimisten hoop op een mooien avond. Het is helaas weer gaan regenen en dat steeds har der, terwijl ook de wind zijn kracht nog liet gevoelen, al was zij wel wat inge toomd. Ondanks deze weinige medewerking van moeder natuur hebben reeds zeer velen te voet of wat nu mocht per auto en rijtuig een kijkje genomen en onder hen waren een aantal gasten van de samenwerkende Oranjeverenigin gen, die in een autobus een kijkje kon den nemen. Tweemaal maakte de bus met een 30-tal personen, meestal die minder goed ter been waren, een tocht langs de verlichte straten. Maar zooals bovengezegd, ook velen maakten den rondrit per taxi of andere personen auto. Wij hebben ook zulk een tocht gemaakt. Van de Lange- en Kortedelft met eere poorten en- zuilen schreven wij reeds en kunnen slechts herhalen, dat deze wijze van verlichting van de hoofdstraat ons ook nu uitstekend kon voldoen. Wij reden de St, Pieterstraat in, waar wij niet alleen opnieuw de bij avond keurige verzorging der straat bewonder den, maar ook de verlichting boven de Gistpoort. Rechts namen wij de Gist- straat met de keurige portretten en kwa men toen op den Dam. Hier had men de versiering en ver lichting nog uitgebreid door in de Graan- beurs een plantversiering aan te bren gen en daartusschen op den vloer een aantal vetpotjes te ontsteken. In de boomen van het plantsoen han gen groote Qranjelichtballons, doch het mooiste blijft de verlichting boven het 0

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 3