BUITENLAND, Wijziging van de dienstplichtwet. EEN ONDERHOUD MET DR. COLIJN. FRANKRIJK. DUITSCHLAND. ENGELAND. Uit de MiddeffcurgscHe Courant van vóór vijitig jaar. OOSTENRIJK. Z. AMERIKA. VEERE. zomers zelfs niet geheel bevaarbaar zijn en wat Friesland betreft, daar zal men zich aan de tonnetjes moeten houden is de groote waterwegen, terwijl de rest een gesloten boek blijft. Het Kagermeer zal met voorzichtigheid bevaren moe- ten worden, liefst volgens de vaargeul en de meeste bij-meren moet men maar vermijden. Op den Westeinder Plas zal heel voorzichtig en langzaam varen mo gelijk zijn, maar de toegangen zullen ge vaar opleveren. Van Amsterdam uit zal men slechts met een grooten omweg het Braassemermeer kunnen bereiken, om dat de Drecht onbevaarbaar zal zijn. Naast de Zeeuwsche stroomen zal al leen het IJsselmeer goed bevaren kun nen worden. Wanneer men ons zou willen tegen werpen, dat het prinselijke jacht ook Oostzee bestemd is, zooals wij hebben Oostzee bestemd is. zooals wij hebben hooren verluiden, dan achten wij juist den diepgang weer véél te gering en de snelheid véél te klein, daar iedere tramp tegenwoordig reeds harder dan 11 knoopen loopt. Wij meenen, dat men, tot onze groo te spijt, bij dit jacht te veel gelet heeft op de eischen en te weinig op de ge bruiksmogelijkheden. AANBIEDING VAN GESCHENKEN AAN HET VORSTELIJK PAAR- Dondermiddag hebben Prinses Juliana en Prins Bernhard den Franschen gezant baron De Vitrolles ten paleize Noordein de in audiëntie ontvangen ter aanbieding van het geschenk van de Fransche re geering, bestaande uit een bijzonder mooi koffieservies van sèvres-porce- lein. Het servies is in de moder nen stijl vervaardigd. De stukken zijn met beelden uit de Grieksche oudheid beschilderd: groen op wit. Bovendien prijken op elk si ik de initialen J en B. riet servies was verpakt in een kist var. Nassau-blauw leder. Op het deksel wa ren in goud de initialen van bruid en bruidegom en een koningskroon gesla gen. Verder hebben Prinses Juliana en Prins Bernhard Donderdagmiddag ont vangen de echtgenoote en de dochter van den Mangkoe Negoro VII, die zelf door ongesteldheid verhinderd was me de te komen, ten einde haar in de gele genheid te stellen het huwelijksgeschenk der prinselijke familie van het Mang'koe Negorosche huis aan te bieden. Dit geschenk bestaat uit een product van Javaansche kunstnijverheid, een zil veren bloemenschaal, vervaardigd door Javaansche zilversmeden naar een ont werp van den Mangkoe Negoro zelf. Vervolgens hebben Prinses en Prins de delegatie van den Soesoehoenan van Soerakarta ontvangen. Deze delegatie bood een gouden bloemenvaas aan, ter wijl bovendien Ratoe Pe.mbajoen, doch ter van den Soesoehoenan een zilveren theeservies met blad overhandigde. Pangeran Ario Soerjohamidjojo en echtgenoote boden een met zilver door weven doek aan. De geschenken van den sultan van Jogjakarta, die hierna werden overhan digd, bestonden uit: een kris met goud en briljanten ingelegd, waarin het sul- tans-embleem verwerkt is, bestemd voor den Prins, en een gouden bak van een sirih-stel, met briljanten bezet, voor de Prinses. Voorts bood deze delegatie aan na mens de Pangerans van den Kraton twee gouden theelepeltjes en namens de prin sessen van Jogjakarta een gouden bon bonmandje. De vertegenwoordiger van Pakoe Alam VII, die daarop in audiëntie ontvangen werd, overhandigde een album met zil veren band, waarin de portretten van het geslacht Pakoe Alam verzameld zijn. Tenslotte werd ontvangen de delega tie van den sultan van Langkat. Namens den sultan werd aan het jonge paar een gouden theeservies op een ivo ren blad aangeboden met de gouden wa penschilden van 't bruidspaar en voorts namens den Jangdipertoean van Koeala- loe en Ledong twee gouden bonbonbak jes Al deze voorwerpen waren van In disch edelsmeedwerk., ONZE KAASUITVOER NAAR BELGIë IN GEVAAR? In belanghebbende kringen bij den zuivelexport heerscht groote ongerustheid over de steeds in ernst toenemende ge ruchten over plannen, welke bij de Bel gische regeering zouden bestaan om den import van kaas welke rond 10 pet. van onzen totalen uitvoerhandel op Bel gië uitmaakt op eenigerlei wijze te bemoeilijken. Hiermede zou moeten wor den teg'emoet gekomen aan de verlan gens van den Belgischen Boerenbond om de inheemsche kaasprocductie in België, welke van zoo goed als geen beteekenis is, mogelijk te maken. Men wijst hierbij op het groote belang, dat Nederland bij den export van kaas naar België heeft en het groote aandeel dat wij steeds in de kaasvoorziening van dit land hebben gehad. EEN NATIONAAL LUCHTVAART LABORATORIUM. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp, dat de bedoeling heeft, den huidigen rijks- studiedienst voor de luchtvaart om te zetten in een stichting, genaamd: „Nationaal Luchtvaartlaboratorium". De noodzaak heeft zich namelijk doen gevoelen, niet alleen liet de^arlepient i van waterstaat doch ook andere depar tementen, zoomede de luchtvaartindu strie en de particuliere gebruikers, recht streeks bij de leiding van dat apparaa te betrekken en mede in de kosten te doen bijdragen. Het ligt in het voornemen der regee ring, een commissie in te stellen, welke met de overheidscontrole op luchtvaart- materieel zal worden belast in dier voe ge, dat zij zal hebben te adviseeren, be treffende elke uitreiking, verlenging enz. van bewijzen van luchtvaardigheid. De regeering stelt voor den oefeningstijd van zeemiliciens met 6 maanden te verlengen het aantal herhalmgsoeienin- gen uit te breiden en de vrij stellingen wegens broeder- dienst te beperken. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp tot wijziging van de dienstplichtwet. Aan dit voorstel ligt drieërlei doel ten grondslag nl.: 1. wijziging van den eerste-oefenings- tijd voor de dienstplichtigen der zee macht, 2. uitbreiding van het aantal herha lingsoefeningen, 3. het scheppen van de mogelijkheid om, ingeval bij een nadere wet wordt besloten tot verhooging van de lich- tingstrekte, deze verhooging spoedig te kunnen invoeren. De regeering is tot de overtuiging ge komen, dat het noodig is, de materieel- reserve van de voor Indië noodig ge oordeelde maritieme macht althans ten deele in Nederland beschikbaar te hou den voor oefeningsdoeleinden. Daarne vens is het noodzakelijk, met het oog op de kosten, het beroepspersoneel voor de zeemacht niet grooter te doen zijn dan onvermijdelijk is. In verband met een en ander zal de maximum sterkte aan in werkelijken dienst zijnde dienstplichtigen bij de zee macht ongeveer anderhalf maal zoo groot moeten worden als zij thans is. Dit kan worden bereikt, hetzij door verhooging van het contingent de re serve der zeemilitie, hetzij dooi ver lenging van den duur der eerste oefe ning met 6 maanden, het laatste ver dient de voorkeur, voornamelijk omdat bij verhooging van het contingent de reserve voor oorlogstijd zou worden vergroot, zonder dat daaraan behoefte bestaat. Het getal gegadigden voor den zee dienst is jaar op'jaar, ook na de op 1 Januari 1936 ingevoerde verlenging van oefentijd, zoo groot, dat de verwachting alleszins gewettigd is, dat de thans voorgestelde verlenging de animo voor dezen dienst bij de dienstplichtigen niet zal doen dalen. Voor de kustwachters wordt een ver lenging van den bestaanden oefentijd met 2 maanden raadzaam geacht. Ten aanzien van de herhalingsoefe ningen wordt in herinnering gebracht, dat in 1922 door de invoering van de dienstplichtwet en het vervallen van de landweerwet het getal herhalingsoefe ningen voor dienstplichtigen is vermin derd van 3 tot 2. Het licht nu in de be doeling voor het gros der dienstplich tigen drie herhalingsoefeningen van 13 dagen in te voeren. Zooals reeds eerder is medegedeeld maakt de regeering een wetsvoorstel gereed om eerlang te kunnen geraken tot verhooging van de lichtingssterkte. Een verhooging van eenige beteekenis zal echter niet kunnen worden verkre gen zonder het getal personen, dat naar het tegenwoordige stelsel recht op vrij stelling wegens broederdienst geniet, te verminderen. Om de belemmeringen weg te nemen, welke men in verband met reeds verleende vrijstellingen aan wezig zou kunnen achten om reeds voor de lichtingen 1938 en 1939 een noodig geoordeelde versterking toe te passen, wordt thans een bepaling voorgesteld, die beoogt, aan de vrijstellingen wegens broederdienst, reeds verleend voor de lichting 1938 en alsnog te verleenen voor de lichting 1939, in afwachting van een nadere wettelijke voorziening een slechts voorloopig karakter te geven. In dit geval zal er voor den wetgever een grootere vrijheid bestaan om de vrijge stelden, voor zooveel noodig, alsnog een bestemming te geven tot gewoon dienst plichtige. DUITSCHE GEPRIKKELDHEID- Men schrijft ons: De National Zeitung (Essen) heeft een artikel gepubliceerd getiteld „Eigenaar dige Nederlandsche huwelijksgewoonten Politie en regeering zien bij beschimping van de hakenkruisvlag lijdelijk toe". Dit artikel zou, indien het alleen in de National Zeitung was gepubliceerd, wel licht niet veel aandacht hebben getrok ken, maar het Duitsche nieuwsbureau heeft het verspreid en de bladen voor zien de weergave van dit bureau met vette opschriften, gelijk: „Wanklanken in Den Haag", enz. enz. Verder is het be richt van het Duitsche Nieuwsbureau ook door de radio verspreijj en gecommen tarieerd en aldus heeft* 't artikel 'n bij zonderen officieusen nadruk gekregen. Zoo wordt er o.m. kritiek uitgeoefend op het feit, dat bij de feestelijkheden ter eere van het Prinselijke bruidspaar in Nederland, naast de Nederlandsche na tionale vlag en de kleuren van het Oran je-huis, alleen de Lippesche kleuren wor den gezien en niet de Duitsche nationale i vlag. De haken-kruis-vlag, de Duitsche nabonale vlag, wordt echter tuer te lande tegelijk gezien dit is nu eenmaal ue consequentie van partijdictatuur als uitdrukking van een bepaalde poli tieke gezindheid, welke door bijna het geheele Nederlandsche volk niet wordt gedee'd. Die vlag geeft dan bij bepaalde bevolkingsgroepen wel eens aanstoot. Voor+s is de Prinselijke bruidegom niet een Prins van Duitschland, doch een Prins van Lippe-Biesterfeld. Een en an der moge voldoende verklaring geven, waarom men zich algemeen toi de lip pesche kleuren bepaalt en ook de Lip pesche hymne speelt, gelijk bij de uit vaarten van Koningin Emma en Prins Hendrik ook reeds tijdens het nat. soc. regime in Duitschland ondersch. ^et Wa'deck-Pyrmontsche en het Mecklenburgsche volkslied ten gehoore zijn gebracht. Van een vlag-incident, dat ook maar eenigszins als ernstig zou kunnen wor den beschouwd, is hier niets bekend. Wel s dezer dagen door het Duitsche gezant schap de aandacht der autoriteiten ge vestigd op een onaangename bejegening van de Duitsche vlag, welke in een volks buurt zou hebben plaatsgevonden, waar. over van Nederlandsche. zijde, accep- teerende dat al'es zich als feschetst had toegedragen, aanstonds leedwezen is uit gesproken, doch een incident kan dat niet genoemd worden. Het betrof hier een kwajongensstreek, Herstel van vrijer ruilverkeer noodig. De moeite die het kóst den gulden niet te doen stijgen, bewijst op zich zelf dat depreciatie hier te lande niet noodig was. In een onderhoud, dat de correspon dent van de „Agence économique et fi- nancière" met dr. Colijn gehad heeft, heeft onze minister-president gelegen heid gegeven, kennis te nemen van zijn zienswijze omtrent eenige belangrijke problemen, die bij de jaarswisseling de aandacht trekken. Ten aanzien van den internationalen politieken toestand kwam de minister tot de slotsom, dat het hem, alles bij el kaar genomen, voorkomt dat men voorshands voor het uitbreken van een Europeeschen of wereldoorlog niet be ducht hoeft te zijn. In verband met het probleem der Duitsche koloniale verlan gens merkte dr. Colijn op dat Duitsch land streeft naar koloniaal bezit om dat het dan een gedeelte zijner grond stoffen in eigen valuta betrekken kan eii zich daarvoor geen vreemde devie zen hoeft te verschaffèn. Men begrijpt echter, zoo ging hij voort, dat ook dat probleem niet zou bestaan indien de monetaire en handels politieke omstandigheden gezond wa ren, zoo als dit het geval was vóór den wereldoorlog. Zoodoende komt men ook bij dit probleem weer terug tot de stel ling dat de groote wrijvingsvlakken in de wereld slechts zullen verdwijnen bij een gezond monetair stelsel gepaard aan een gezonde handelsbeweging. Het onderwerp monetaire moeilijkhe den leidde vanzelf tot een beschouwing in vogelvlucht van wat er zich te dien aanzien en tevens in oeconomisch op zicht op 't oogenblik in Duitschland voordoet. Vermeld zij slechts, dat mi nister Colijn als zijn overtuiging uit sprak, dat de zorgen der voormannen in het Reich thans wel heel groot moeten zijn, en dat er dan ook heel wat staats- mansbeleid noodig zal wezen om zon der gevaarlijke experimenten de oeco- nomische en financieele moeilijkheden, die men thans door maakt, te overwin nen. Wat in het algemeen de internatio nale monétaire situatie aangaat, gaf dr. Colijn te verstaan dat deze tengevolge van verschillende factoren nog geens zins een stabiel karakter vertoont. Een oplossing van de monétaire problemen is ten slotte alleen op deugdelijke wijze te bereiken als eindelijk het gezond verstand in de wereld zal gaan zege vieren, en men zal overgaan tot herstel van een vrijer ruilverkeer. De minister moest echter tevens vast stellen, dat hèlaas de wereld daarvoor nog niet rijp schijnt te zijn. Met betrekking tot den oeconomisch- financieelen toestand in Nederland merkte dr. Colijn op, dat de moeite, die het kost om den gulden niet te doen stijgen, nog eens duidelijk bewijst, dat, op zich zelf beschouwd, hier te lande depreciatie niet noodig was, doch men moest daartoe onder de bekende om standigheden wel overgaan, aangezien men nu eenmaal niet in zijn eentje brid ge kan spelen. Ontegenzeglijk valt er ook in Neder land een opleving waar te nemen, echter geheel en al los van de depreciatie, want ook daarvoor kon men dit verschijnsel reeds vaststellen, wat o.m. uit de werk loosheidscijfers bleek. Die opleving is natuurlijk verblijdend, maar zij mag toch geen aanleiding geven om nu maar op eens te meenen dat wij er zijn. Zoo dient men er zich ook rekenschap van te geven, dat zij ten deele samen hangt met een zich elders voordoende credietinflatie. Voorzichtig financieel beleid, aldus de slotsom van den minister-president, blijft dus vereischte. NIEUWJAARSREDE VAN BLUM. Ter gelegenheid van de jaarswisseling heeft ds socialist sche minister-presi dent Leon Blum een radiorede gehou den. Hij hoopt, dat het nieuwe jaar een reeks van vreedzame jaren zal inlei den. De Fransche regeering doet alles óm den vr-ede te bestendigen en zij zal z ch niei laten ontmoedigen. Verder verklaarde de miriisterf-pre- sident te hopen, dat het komende jaar Frankrijk voorspoed zal brengén. Hij gelooft nie dat het werk, dat de re geering in de afgeloopen zes maanden heeft gedaan vruchteloos z,al zijn. Alles wijst op verbetering, de belasting-inkom- s en en de inkomsten der spoorwegen zijn toegenomen, de buitenlandsche han del is verbeterd en de werkloosheid is afgenomen. Ieder kan het herstel bij zich zelf of 'n zijn onmiddellijke omgeving opmerken, aldus de minister. Frankrijk is weer verlevendigd, he' bloed stroomt vlugger door het verjongde lichaam. Zes maanden geleden zeide ieder: „er moet verandering komen...." En thans is reeds iets veranderd. Het land staa nog aan het begin van de verandering, doch er is nieuw leven ingeblazen en het normale leven kan weer beg nnen. Er zullen zeker nog moeilijkheden ko men en ieder spreekt over proefnemin gen. Aan één is de regeering 'hans doende nl, monetaire aanpassing, tege lijk met een geheel van soc ale hervor mingen. De koopkracht moet gehand haafd blijven en de economische sta biliteit v,an Frankrijk zal eerst hersteld zijn op den dag dat de productie gere geld zal zijn en evenwicht bestaat tus- schen vraag en aanbod. Dit is onmoge lijk als men begint met de mogelijkheid te ontkennen. Het land moet eerst in zichzelf gelooven. Frankrijk heeft thans di' geloof in zichzelf herkregen en het gemeenschappelijk werk kan nog slechts geschaad worden door onverwachte on voorzichtigheden of blind egoïsme. Men moet evenwel niet ongeduldig zijn, rijk dommen moeten nog geschapen worden. De minis'er-president zeide verder dat de sociale ongeregeldheden, welke van tijd tot tijd voorkomen het herslel n'et belemmeren. Spr. verklaarde de spaarders ie waar- deeren en vroeg, waarom zij en de be zitters van de groote kapitalen de re geering hun vertrouwen onthielden, 'er- wijl de arbeiders dit in zoo ru'me mate schonken. Toen de regeering van het Volksfront onder sodalis'xsche le'din<s zes maanden geleden aan het bewind kwam vreesde men in zeker burgerlij ke kringen verspill'ng, doch thans is toch wel het bewijs van het tegendeel geleverd. De huidige regeering heeft- geen an der doel dan het algemeen welzijn Evenals zij op het in'ernationaal ge- b!ed geen andere vijanden kan hébben dan hen, die den vrede willen versto ren, kan zij op binnenlandsch terrein geen andere vijanden hebben dan hen, die tegenstanders zijn van het algemeen belang vein Frankrijk. Daarom vraagt de regeering de medewerking van allen d'e hun burgerplicht willen vervullen. OPROEP VAN HITLER TOT DE PARTIJ. Ter gelegenheid van de jaarswisse ling heeft de Fii'hrer een oproep ge richt tot de NSDAP, waarin hij o.a. zegt: „Geeft mij vier jaren tijd, was het verzoek dat ik op den dag van overne ming der macht in 1933 tot het Duitsche volk rientte. Het v'erde jaar is thans geëindigd. Een ontmoedigd, politiek en moreel verslagen en econom sch gerui- neerd volk heeft zich weer verheven. Dit wonder is het werk van de nat. sac, partij. Haar komt de verdienste toe de zen grooten keer der natie te hebben voorbereid, verwezenlijkt en volbracht. Duitschland zal steeds meer een bol werk zijn van de Europeesche bescha ving tegenover het bolsjewisme, dat de vijand is van het menschdom. Door het succes van het groote werk van natio naal herstel wordt Duitschland tevens een veilige waarborg voor den Euro peeschen vrede. Aan het einde van het vierde jaar dank ik al degenen, d'e mij door hun offervaardigheid, gehoorzaamheid en trouw onontbeerlijk geweest zijn voor het welslagen van mijn arbeid. Het in politiek opzicht uit de boeien van het} verdrag van Versailles verloste volk zaj in de komende vier jaren ook de economische boeien losmaken. Aan het begin van het n'euwe jaar maken wij 't besluit met nog grootere liefde ons volk voor geen werk, geen offer en geen moeite terug te schrikken, tenein de den aardschen gang van dit volk te behoeden voor nooden en gevaren. Dat zal ons echter ook 'n den komenden tijd, evenals voorheen, de zegen van den Almachtige niet verlaten, een zegen, waarom wij dankbaar en ootmoedig smeeken, voor ons Duitsche volk en voor onzen eigen arbeid." NIEUWJAARSBOODSCHAP VAN DEN KONING. 'Koning George VI heeft een Nieuw jaarsboodschap gericht tot de volkeren v^m het Brifsche rijk, waarin hi; hen veel geluk en voorspoed wénschtë en waarin hij de droeve omstandigheden herdacht waaronder de regeering van 52e week 1886. Bij de directie van den stoomtramweg VtissmgenMiddelburg bestaat het puin om bij den aanvang van het aan slaande zomerseizoen, ter bevordering van een gerégeiden dienst, eene tele- iüongeleiding langs den weg met ver schillende tusschenstations aan te bren gen. Een gedeelte van het met gras be groeide exercitieterrein, het Molen water alhier, wordt door de troepen uit dit garnizoen ingericht tot zoogenaam de „baan met hindernissen". Daarop zullen worden aangebracht kleine oost weringen, grachten, ijzerdraadversper ringen enz. Men zal dan de manschap pen oefenen, om, in weerwil van de aangebrachte hindernissen in volle wa penrusting deze baan zoo spoedig moge lijk af te leggen. In de laatste dagen was zoo schrijft men ons het vervoer van postpak ketten tusschen Engeland en Duitsch land met de mailbooten der maatschap pij Z e e 1 a n d zeer druk en wel met het oog op de Kerstdagen die in beide landen, vooral in Duitschland, als hooge jeestdagen gevierd worden. Ook het passagiersvervoer was een weinig druk ker dan gewoonlijk in dezen tijd van het jaar, maar bij verre niet zoo druk, als men in vroegere jaren gewoon was. De groote massa sneeuw, die in Midden- en Zuid-Duitschland gevallen zijn, en het verkeer op de spoorweglijnen be lemmeren, zijn zeker daarvan de oor zaak daar menigeen het ontziet langer dan gewoonlijk onder weg te zijn. Naar wij vernemen is door Ged, Sta ten aan de Koninklijke Mij. D e S c h e 1 d e te Vlissingen de bouw van een raderstoomboot, ten behoeve van den provincialen dienst op de Wester- Schelde, opgedragen. Als een nieuw bewijs van den tegen- woordigen overvloed van onderwijzers wordt ons gemeld, dat er reeds den ge- heelen zomer te Yerseke 2 a 3 onder wijzers, die zonder betrekking zijn, werkzaam waren bij de oesterteelt. Het Utr. Dagblad oppert een goed idee. Het stelt zijn lezers voor, nu de winter is gekomen, een anti-hoed- afnemersbond in het leven te roepen, stilzwijgend, zonder bijeenkomsten en zonder bestuur, met dit eenig artikel tot reglement: „dat gedurende het win- terj'aargetijde, in h'et belang der ge zondheid, de groet zich bepalen zal tot eene handwuiving, waarbij het hoofd bedekt blijft." den hertog van Windsor werd beëin digd. De kaning verklaarde aljes in het werk 'te zullen stellen, om het weder- keerig vertrouwen en de genegenheid te versterken waarop zoo gelukkig de betrekkingen tusschen den vorst en de volkeren van het Br'tsche rijk berus ten, „Mijn echtgenoote en ik, wjij wij den ons aan uw dienst; dat God ons geleide en ons de kracht geve den weg welke voor ons ligt, te volgen." Dank van den hertog van Windsor. In verband met de tallooze brieven uit alle deelen der wereld, welke de hertog van W'ndsor (ex-koning Ed ward) ter gelegenheid van het Kerst feest en het Nieuwjaar op slot Enzes- feld bij Weenen heeft ontvangen, heeft hij den correspondent van Reuter de volgende verklaring overhandigd: „De hertog van Windsor is zeer ge- troffeji doörj de talrijke beminnelijke gedachten aan hem ter gelegenheid van het Kerstfeest gewijd. Het spijl hem, dat hij niet in staat is alle brieven persoonlijk te beantwoorden, doch hij wil allen danken die hem hebben ge schreven en wenscht hun het bes ie voor het nieuwe jaar." ACTIE TEGEN NAZI'S EN SOCIALISTEN. De Weensche politie heeft de laatste dagen een groot aantal personen gear resteerd, dat een onwettige politieke actie voerde. Tevens heeft de politie een aanzienlijke hoeveelheid propagan damateriaal in beslag genomen en tal rijke na! ionaal-socialist'sche en revo lutionair-socialistische centra ontdekt en gesloten. Honderd dertig personen, meerendeels nazi's, zijn aan de justitie overgeleverd. Wet tegen het communisme Ln Argentinië aangenomen. De Argentijnsche senaat heeft met; 17 tegen 4 stemmen een wet tegen het communisme aangenomen. De wet be helst vijf artikelen, waarin iedere actie tegen de sociale orde wordt verboden. Abonnementen en Advertenties voor dit Wad worden aangenomen door den Agent J. VAN SLOOTEN, Oudestraat A 199.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1937 | | pagina 6