BUITENLAND,
Wijziging van de dienstplichtwet.
EEN ONDERHOUD MET
DR. COLIJN.
FRANKRIJK.
DUITSCHLAND.
ENGELAND.
Uit de MiddeffcurgscHe Courant
van vóór vijitig jaar.
OOSTENRIJK.
Z. AMERIKA.
VEERE.
zomers zelfs niet geheel bevaarbaar zijn
en wat Friesland betreft, daar zal men
zich aan de tonnetjes moeten houden is
de groote waterwegen, terwijl de rest
een gesloten boek blijft. Het Kagermeer
zal met voorzichtigheid bevaren moe-
ten worden, liefst volgens de vaargeul
en de meeste bij-meren moet men maar
vermijden. Op den Westeinder Plas zal
heel voorzichtig en langzaam varen mo
gelijk zijn, maar de toegangen zullen ge
vaar opleveren. Van Amsterdam uit zal
men slechts met een grooten omweg het
Braassemermeer kunnen bereiken, om
dat de Drecht onbevaarbaar zal zijn.
Naast de Zeeuwsche stroomen zal al
leen het IJsselmeer goed bevaren kun
nen worden.
Wanneer men ons zou willen tegen
werpen, dat het prinselijke jacht ook
Oostzee bestemd is, zooals wij hebben
Oostzee bestemd is. zooals wij hebben
hooren verluiden, dan achten wij juist
den diepgang weer véél te gering en de
snelheid véél te klein, daar iedere
tramp tegenwoordig reeds harder dan
11 knoopen loopt.
Wij meenen, dat men, tot onze groo
te spijt, bij dit jacht te veel gelet heeft
op de eischen en te weinig op de ge
bruiksmogelijkheden.
AANBIEDING VAN GESCHENKEN
AAN HET VORSTELIJK PAAR-
Dondermiddag hebben Prinses Juliana
en Prins Bernhard den Franschen gezant
baron De Vitrolles ten paleize Noordein
de in audiëntie ontvangen ter aanbieding
van het geschenk van de Fransche re
geering, bestaande uit een bijzonder
mooi koffieservies van sèvres-porce-
lein. Het servies is in de moder
nen stijl vervaardigd. De stukken zijn
met beelden uit de Grieksche oudheid
beschilderd: groen op wit. Bovendien
prijken op elk si ik de initialen J en B.
riet servies was verpakt in een kist var.
Nassau-blauw leder. Op het deksel wa
ren in goud de initialen van bruid en
bruidegom en een koningskroon gesla
gen.
Verder hebben Prinses Juliana en
Prins Bernhard Donderdagmiddag ont
vangen de echtgenoote en de dochter
van den Mangkoe Negoro VII, die zelf
door ongesteldheid verhinderd was me
de te komen, ten einde haar in de gele
genheid te stellen het huwelijksgeschenk
der prinselijke familie van het Mang'koe
Negorosche huis aan te bieden.
Dit geschenk bestaat uit een product
van Javaansche kunstnijverheid, een zil
veren bloemenschaal, vervaardigd door
Javaansche zilversmeden naar een ont
werp van den Mangkoe Negoro zelf.
Vervolgens hebben Prinses en Prins
de delegatie van den Soesoehoenan van
Soerakarta ontvangen. Deze delegatie
bood een gouden bloemenvaas aan, ter
wijl bovendien Ratoe Pe.mbajoen, doch
ter van den Soesoehoenan een zilveren
theeservies met blad overhandigde.
Pangeran Ario Soerjohamidjojo en
echtgenoote boden een met zilver door
weven doek aan.
De geschenken van den sultan van
Jogjakarta, die hierna werden overhan
digd, bestonden uit: een kris met goud
en briljanten ingelegd, waarin het sul-
tans-embleem verwerkt is, bestemd voor
den Prins, en een gouden bak van een
sirih-stel, met briljanten bezet, voor de
Prinses.
Voorts bood deze delegatie aan na
mens de Pangerans van den Kraton twee
gouden theelepeltjes en namens de prin
sessen van Jogjakarta een gouden bon
bonmandje.
De vertegenwoordiger van Pakoe Alam
VII, die daarop in audiëntie ontvangen
werd, overhandigde een album met zil
veren band, waarin de portretten van
het geslacht Pakoe Alam verzameld zijn.
Tenslotte werd ontvangen de delega
tie van den sultan van Langkat.
Namens den sultan werd aan het jonge
paar een gouden theeservies op een ivo
ren blad aangeboden met de gouden wa
penschilden van 't bruidspaar en voorts
namens den Jangdipertoean van Koeala-
loe en Ledong twee gouden bonbonbak
jes Al deze voorwerpen waren van In
disch edelsmeedwerk.,
ONZE KAASUITVOER NAAR BELGIë
IN GEVAAR?
In belanghebbende kringen bij den
zuivelexport heerscht groote ongerustheid
over de steeds in ernst toenemende ge
ruchten over plannen, welke bij de Bel
gische regeering zouden bestaan om den
import van kaas welke rond 10 pet.
van onzen totalen uitvoerhandel op Bel
gië uitmaakt op eenigerlei wijze te
bemoeilijken. Hiermede zou moeten wor
den teg'emoet gekomen aan de verlan
gens van den Belgischen Boerenbond om
de inheemsche kaasprocductie in België,
welke van zoo goed als geen beteekenis
is, mogelijk te maken.
Men wijst hierbij op het groote belang,
dat Nederland bij den export van kaas
naar België heeft en het groote aandeel
dat wij steeds in de kaasvoorziening van
dit land hebben gehad.
EEN NATIONAAL LUCHTVAART
LABORATORIUM.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp, dat de bedoeling heeft, den
huidigen rijks- studiedienst voor de
luchtvaart om te zetten in een stichting,
genaamd:
„Nationaal Luchtvaartlaboratorium".
De noodzaak heeft zich namelijk doen
gevoelen, niet alleen liet de^arlepient i
van waterstaat doch ook andere depar
tementen, zoomede de luchtvaartindu
strie en de particuliere gebruikers, recht
streeks bij de leiding van dat apparaa
te betrekken en mede in de kosten te
doen bijdragen.
Het ligt in het voornemen der regee
ring, een commissie in te stellen, welke
met de overheidscontrole op luchtvaart-
materieel zal worden belast in dier voe
ge, dat zij zal hebben te adviseeren, be
treffende elke uitreiking, verlenging enz.
van bewijzen van luchtvaardigheid.
De regeering stelt voor den
oefeningstijd van zeemiliciens
met 6 maanden te verlengen
het aantal herhalmgsoeienin-
gen uit te breiden en de vrij
stellingen wegens broeder-
dienst te beperken.
Bij de Tweede Kamer is ingediend
een wetsontwerp tot wijziging van de
dienstplichtwet. Aan dit voorstel ligt
drieërlei doel ten grondslag nl.:
1. wijziging van den eerste-oefenings-
tijd voor de dienstplichtigen der zee
macht,
2. uitbreiding van het aantal herha
lingsoefeningen,
3. het scheppen van de mogelijkheid
om, ingeval bij een nadere wet wordt
besloten tot verhooging van de lich-
tingstrekte, deze verhooging spoedig te
kunnen invoeren.
De regeering is tot de overtuiging ge
komen, dat het noodig is, de materieel-
reserve van de voor Indië noodig ge
oordeelde maritieme macht althans ten
deele in Nederland beschikbaar te hou
den voor oefeningsdoeleinden. Daarne
vens is het noodzakelijk, met het oog op
de kosten, het beroepspersoneel voor de
zeemacht niet grooter te doen zijn dan
onvermijdelijk is.
In verband met een en ander zal de
maximum sterkte aan in werkelijken
dienst zijnde dienstplichtigen bij de zee
macht ongeveer anderhalf maal zoo
groot moeten worden als zij thans is.
Dit kan worden bereikt, hetzij door
verhooging van het contingent de re
serve der zeemilitie, hetzij dooi ver
lenging van den duur der eerste oefe
ning met 6 maanden, het laatste ver
dient de voorkeur, voornamelijk omdat
bij verhooging van het contingent de
reserve voor oorlogstijd zou worden
vergroot, zonder dat daaraan behoefte
bestaat.
Het getal gegadigden voor den zee
dienst is jaar op'jaar, ook na de op 1
Januari 1936 ingevoerde verlenging van
oefentijd, zoo groot, dat de verwachting
alleszins gewettigd is, dat de thans
voorgestelde verlenging de animo voor
dezen dienst bij de dienstplichtigen niet
zal doen dalen.
Voor de kustwachters wordt een ver
lenging van den bestaanden oefentijd
met 2 maanden raadzaam geacht.
Ten aanzien van de herhalingsoefe
ningen wordt in herinnering gebracht,
dat in 1922 door de invoering van de
dienstplichtwet en het vervallen van de
landweerwet het getal herhalingsoefe
ningen voor dienstplichtigen is vermin
derd van 3 tot 2. Het licht nu in de be
doeling voor het gros der dienstplich
tigen drie herhalingsoefeningen van 13
dagen in te voeren.
Zooals reeds eerder is medegedeeld
maakt de regeering een wetsvoorstel
gereed om eerlang te kunnen geraken
tot verhooging van de lichtingssterkte.
Een verhooging van eenige beteekenis
zal echter niet kunnen worden verkre
gen zonder het getal personen, dat naar
het tegenwoordige stelsel recht op vrij
stelling wegens broederdienst geniet, te
verminderen. Om de belemmeringen
weg te nemen, welke men in verband
met reeds verleende vrijstellingen aan
wezig zou kunnen achten om reeds voor
de lichtingen 1938 en 1939 een noodig
geoordeelde versterking toe te passen,
wordt thans een bepaling voorgesteld,
die beoogt, aan de vrijstellingen wegens
broederdienst, reeds verleend voor de
lichting 1938 en alsnog te verleenen
voor de lichting 1939, in afwachting van
een nadere wettelijke voorziening een
slechts voorloopig karakter te geven. In
dit geval zal er voor den wetgever een
grootere vrijheid bestaan om de vrijge
stelden, voor zooveel noodig, alsnog een
bestemming te geven tot gewoon dienst
plichtige.
DUITSCHE GEPRIKKELDHEID-
Men schrijft ons:
De National Zeitung (Essen) heeft een
artikel gepubliceerd getiteld „Eigenaar
dige Nederlandsche huwelijksgewoonten
Politie en regeering zien bij beschimping
van de hakenkruisvlag lijdelijk toe".
Dit artikel zou, indien het alleen in de
National Zeitung was gepubliceerd, wel
licht niet veel aandacht hebben getrok
ken, maar het Duitsche nieuwsbureau
heeft het verspreid en de bladen voor
zien de weergave van dit bureau met
vette opschriften, gelijk: „Wanklanken
in Den Haag", enz. enz. Verder is het be
richt van het Duitsche Nieuwsbureau ook
door de radio verspreijj en gecommen
tarieerd en aldus heeft* 't artikel 'n bij
zonderen officieusen nadruk gekregen.
Zoo wordt er o.m. kritiek uitgeoefend
op het feit, dat bij de feestelijkheden ter
eere van het Prinselijke bruidspaar in
Nederland, naast de Nederlandsche na
tionale vlag en de kleuren van het Oran
je-huis, alleen de Lippesche kleuren wor
den gezien en niet de Duitsche nationale i
vlag. De haken-kruis-vlag, de Duitsche
nabonale vlag, wordt echter tuer te
lande tegelijk gezien dit is nu eenmaal
ue consequentie van partijdictatuur
als uitdrukking van een bepaalde poli
tieke gezindheid, welke door bijna het
geheele Nederlandsche volk niet wordt
gedee'd. Die vlag geeft dan bij bepaalde
bevolkingsgroepen wel eens aanstoot.
Voor+s is de Prinselijke bruidegom niet
een Prins van Duitschland, doch een
Prins van Lippe-Biesterfeld. Een en an
der moge voldoende verklaring geven,
waarom men zich algemeen toi de lip
pesche kleuren bepaalt en ook de Lip
pesche hymne speelt, gelijk bij de uit
vaarten van Koningin Emma en Prins
Hendrik ook reeds tijdens het nat.
soc. regime in Duitschland ondersch.
^et Wa'deck-Pyrmontsche en het
Mecklenburgsche volkslied ten gehoore
zijn gebracht.
Van een vlag-incident, dat ook maar
eenigszins als ernstig zou kunnen wor
den beschouwd, is hier niets bekend. Wel
s dezer dagen door het Duitsche gezant
schap de aandacht der autoriteiten ge
vestigd op een onaangename bejegening
van de Duitsche vlag, welke in een volks
buurt zou hebben plaatsgevonden, waar.
over van Nederlandsche. zijde, accep-
teerende dat al'es zich als feschetst had
toegedragen, aanstonds leedwezen is uit
gesproken, doch een incident kan dat
niet genoemd worden. Het betrof hier
een kwajongensstreek,
Herstel van vrijer ruilverkeer
noodig. De moeite die het
kóst den gulden niet te doen
stijgen, bewijst op zich zelf dat
depreciatie hier te lande niet
noodig was.
In een onderhoud, dat de correspon
dent van de „Agence économique et fi-
nancière" met dr. Colijn gehad heeft,
heeft onze minister-president gelegen
heid gegeven, kennis te nemen van zijn
zienswijze omtrent eenige belangrijke
problemen, die bij de jaarswisseling de
aandacht trekken.
Ten aanzien van den internationalen
politieken toestand kwam de minister
tot de slotsom, dat het hem, alles bij el
kaar genomen, voorkomt dat men
voorshands voor het uitbreken van een
Europeeschen of wereldoorlog niet be
ducht hoeft te zijn. In verband met het
probleem der Duitsche koloniale verlan
gens merkte dr. Colijn op dat Duitsch
land streeft naar koloniaal bezit om
dat het dan een gedeelte zijner grond
stoffen in eigen valuta betrekken kan
eii zich daarvoor geen vreemde devie
zen hoeft te verschaffèn.
Men begrijpt echter, zoo ging hij
voort, dat ook dat probleem niet zou
bestaan indien de monetaire en handels
politieke omstandigheden gezond wa
ren, zoo als dit het geval was vóór den
wereldoorlog. Zoodoende komt men ook
bij dit probleem weer terug tot de stel
ling dat de groote wrijvingsvlakken in
de wereld slechts zullen verdwijnen bij
een gezond monetair stelsel gepaard
aan een gezonde handelsbeweging.
Het onderwerp monetaire moeilijkhe
den leidde vanzelf tot een beschouwing
in vogelvlucht van wat er zich te dien
aanzien en tevens in oeconomisch op
zicht op 't oogenblik in Duitschland
voordoet. Vermeld zij slechts, dat mi
nister Colijn als zijn overtuiging uit
sprak, dat de zorgen der voormannen in
het Reich thans wel heel groot moeten
zijn, en dat er dan ook heel wat staats-
mansbeleid noodig zal wezen om zon
der gevaarlijke experimenten de oeco-
nomische en financieele moeilijkheden,
die men thans door maakt, te overwin
nen.
Wat in het algemeen de internatio
nale monétaire situatie aangaat, gaf dr.
Colijn te verstaan dat deze tengevolge
van verschillende factoren nog geens
zins een stabiel karakter vertoont. Een
oplossing van de monétaire problemen
is ten slotte alleen op deugdelijke wijze
te bereiken als eindelijk het gezond
verstand in de wereld zal gaan zege
vieren, en men zal overgaan tot herstel
van een vrijer ruilverkeer.
De minister moest echter tevens vast
stellen, dat hèlaas de wereld daarvoor
nog niet rijp schijnt te zijn.
Met betrekking tot den oeconomisch-
financieelen toestand in Nederland
merkte dr. Colijn op, dat de moeite, die
het kost om den gulden niet te doen
stijgen, nog eens duidelijk bewijst, dat,
op zich zelf beschouwd, hier te lande
depreciatie niet noodig was, doch men
moest daartoe onder de bekende om
standigheden wel overgaan, aangezien
men nu eenmaal niet in zijn eentje brid
ge kan spelen.
Ontegenzeglijk valt er ook in Neder
land een opleving waar te nemen, echter
geheel en al los van de depreciatie, want
ook daarvoor kon men dit verschijnsel
reeds vaststellen, wat o.m. uit de werk
loosheidscijfers bleek. Die opleving is
natuurlijk verblijdend, maar zij mag toch
geen aanleiding geven om nu maar op
eens te meenen dat wij er zijn.
Zoo dient men er zich ook rekenschap
van te geven, dat zij ten deele samen
hangt met een zich elders voordoende
credietinflatie.
Voorzichtig financieel beleid, aldus de
slotsom van den minister-president,
blijft dus vereischte.
NIEUWJAARSREDE VAN BLUM.
Ter gelegenheid van de jaarswisseling
heeft ds socialist sche minister-presi
dent Leon Blum een radiorede gehou
den. Hij hoopt, dat het nieuwe jaar een
reeks van vreedzame jaren zal inlei
den. De Fransche regeering doet alles
óm den vr-ede te bestendigen en zij zal
z ch niei laten ontmoedigen.
Verder verklaarde de miriisterf-pre-
sident te hopen, dat het komende jaar
Frankrijk voorspoed zal brengén. Hij
gelooft nie dat het werk, dat de re
geering in de afgeloopen zes maanden
heeft gedaan vruchteloos z,al zijn. Alles
wijst op verbetering, de belasting-inkom-
s en en de inkomsten der spoorwegen
zijn toegenomen, de buitenlandsche han
del is verbeterd en de werkloosheid is
afgenomen. Ieder kan het herstel bij zich
zelf of 'n zijn onmiddellijke omgeving
opmerken, aldus de minister. Frankrijk
is weer verlevendigd, he' bloed stroomt
vlugger door het verjongde lichaam.
Zes maanden geleden zeide ieder: „er
moet verandering komen...." En thans
is reeds iets veranderd. Het land staa
nog aan het begin van de verandering,
doch er is nieuw leven ingeblazen en
het normale leven kan weer beg nnen.
Er zullen zeker nog moeilijkheden ko
men en ieder spreekt over proefnemin
gen. Aan één is de regeering 'hans
doende nl, monetaire aanpassing, tege
lijk met een geheel van soc ale hervor
mingen. De koopkracht moet gehand
haafd blijven en de economische sta
biliteit v,an Frankrijk zal eerst hersteld
zijn op den dag dat de productie gere
geld zal zijn en evenwicht bestaat tus-
schen vraag en aanbod. Dit is onmoge
lijk als men begint met de mogelijkheid
te ontkennen. Het land moet eerst in
zichzelf gelooven. Frankrijk heeft thans
di' geloof in zichzelf herkregen en het
gemeenschappelijk werk kan nog slechts
geschaad worden door onverwachte on
voorzichtigheden of blind egoïsme. Men
moet evenwel niet ongeduldig zijn, rijk
dommen moeten nog geschapen worden.
De minis'er-president zeide verder
dat de sociale ongeregeldheden, welke
van tijd tot tijd voorkomen het herslel
n'et belemmeren.
Spr. verklaarde de spaarders ie waar-
deeren en vroeg, waarom zij en de be
zitters van de groote kapitalen de re
geering hun vertrouwen onthielden, 'er-
wijl de arbeiders dit in zoo ru'me mate
schonken. Toen de regeering van het
Volksfront onder sodalis'xsche le'din<s
zes maanden geleden aan het bewind
kwam vreesde men in zeker burgerlij
ke kringen verspill'ng, doch thans is
toch wel het bewijs van het tegendeel
geleverd.
De huidige regeering heeft- geen an
der doel dan het algemeen welzijn
Evenals zij op het in'ernationaal ge-
b!ed geen andere vijanden kan hébben
dan hen, die den vrede willen versto
ren, kan zij op binnenlandsch terrein
geen andere vijanden hebben dan hen,
die tegenstanders zijn van het algemeen
belang vein Frankrijk. Daarom vraagt de
regeering de medewerking van allen
d'e hun burgerplicht willen vervullen.
OPROEP VAN HITLER
TOT DE PARTIJ.
Ter gelegenheid van de jaarswisse
ling heeft de Fii'hrer een oproep ge
richt tot de NSDAP, waarin hij o.a.
zegt:
„Geeft mij vier jaren tijd, was het
verzoek dat ik op den dag van overne
ming der macht in 1933 tot het Duitsche
volk rientte. Het v'erde jaar is thans
geëindigd. Een ontmoedigd, politiek en
moreel verslagen en econom sch gerui-
neerd volk heeft zich weer verheven.
Dit wonder is het werk van de nat. sac,
partij. Haar komt de verdienste toe de
zen grooten keer der natie te hebben
voorbereid, verwezenlijkt en volbracht.
Duitschland zal steeds meer een bol
werk zijn van de Europeesche bescha
ving tegenover het bolsjewisme, dat de
vijand is van het menschdom. Door het
succes van het groote werk van natio
naal herstel wordt Duitschland tevens
een veilige waarborg voor den Euro
peeschen vrede.
Aan het einde van het vierde jaar
dank ik al degenen, d'e mij door hun
offervaardigheid, gehoorzaamheid en
trouw onontbeerlijk geweest zijn voor
het welslagen van mijn arbeid. Het in
politiek opzicht uit de boeien van het}
verdrag van Versailles verloste volk
zaj in de komende vier jaren ook de
economische boeien losmaken. Aan het
begin van het n'euwe jaar maken wij
't besluit met nog grootere liefde ons
volk voor geen werk, geen offer en
geen moeite terug te schrikken, tenein
de den aardschen gang van dit volk te
behoeden voor nooden en gevaren. Dat
zal ons echter ook 'n den komenden
tijd, evenals voorheen, de zegen van
den Almachtige niet verlaten, een zegen,
waarom wij dankbaar en ootmoedig
smeeken, voor ons Duitsche volk en voor
onzen eigen arbeid."
NIEUWJAARSBOODSCHAP
VAN DEN KONING.
'Koning George VI heeft een Nieuw
jaarsboodschap gericht tot de volkeren
v^m het Brifsche rijk, waarin hi; hen
veel geluk en voorspoed wénschtë en
waarin hij de droeve omstandigheden
herdacht waaronder de regeering van
52e week 1886.
Bij de directie van den stoomtramweg
VtissmgenMiddelburg bestaat het
puin om bij den aanvang van het aan
slaande zomerseizoen, ter bevordering
van een gerégeiden dienst, eene tele-
iüongeleiding langs den weg met ver
schillende tusschenstations aan te bren
gen.
Een gedeelte van het met gras be
groeide exercitieterrein, het Molen
water alhier, wordt door de troepen uit
dit garnizoen ingericht tot zoogenaam
de „baan met hindernissen". Daarop
zullen worden aangebracht kleine oost
weringen, grachten, ijzerdraadversper
ringen enz. Men zal dan de manschap
pen oefenen, om, in weerwil van de
aangebrachte hindernissen in volle wa
penrusting deze baan zoo spoedig moge
lijk af te leggen.
In de laatste dagen was zoo schrijft
men ons het vervoer van postpak
ketten tusschen Engeland en Duitsch
land met de mailbooten der maatschap
pij Z e e 1 a n d zeer druk en wel met
het oog op de Kerstdagen die in beide
landen, vooral in Duitschland, als hooge
jeestdagen gevierd worden. Ook het
passagiersvervoer was een weinig druk
ker dan gewoonlijk in dezen tijd van
het jaar, maar bij verre niet zoo druk,
als men in vroegere jaren gewoon was.
De groote massa sneeuw, die in Midden-
en Zuid-Duitschland gevallen zijn, en
het verkeer op de spoorweglijnen be
lemmeren, zijn zeker daarvan de oor
zaak daar menigeen het ontziet langer
dan gewoonlijk onder weg te zijn.
Naar wij vernemen is door Ged, Sta
ten aan de Koninklijke Mij. D e
S c h e 1 d e te Vlissingen de bouw van
een raderstoomboot, ten behoeve van
den provincialen dienst op de Wester-
Schelde, opgedragen.
Als een nieuw bewijs van den tegen-
woordigen overvloed van onderwijzers
wordt ons gemeld, dat er reeds den ge-
heelen zomer te Yerseke 2 a 3 onder
wijzers, die zonder betrekking zijn,
werkzaam waren bij de oesterteelt.
Het Utr. Dagblad oppert een
goed idee. Het stelt zijn lezers voor,
nu de winter is gekomen, een anti-hoed-
afnemersbond in het leven te roepen,
stilzwijgend, zonder bijeenkomsten en
zonder bestuur, met dit eenig artikel
tot reglement: „dat gedurende het win-
terj'aargetijde, in h'et belang der ge
zondheid, de groet zich bepalen zal tot
eene handwuiving, waarbij het hoofd
bedekt blijft."
den hertog van Windsor werd beëin
digd.
De kaning verklaarde aljes in het
werk 'te zullen stellen, om het weder-
keerig vertrouwen en de genegenheid
te versterken waarop zoo gelukkig de
betrekkingen tusschen den vorst en de
volkeren van het Br'tsche rijk berus
ten, „Mijn echtgenoote en ik, wjij wij
den ons aan uw dienst; dat God ons
geleide en ons de kracht geve den weg
welke voor ons ligt, te volgen."
Dank van den hertog van Windsor.
In verband met de tallooze brieven
uit alle deelen der wereld, welke de
hertog van W'ndsor (ex-koning Ed
ward) ter gelegenheid van het Kerst
feest en het Nieuwjaar op slot Enzes-
feld bij Weenen heeft ontvangen, heeft
hij den correspondent van Reuter de
volgende verklaring overhandigd:
„De hertog van Windsor is zeer ge-
troffeji doörj de talrijke beminnelijke
gedachten aan hem ter gelegenheid
van het Kerstfeest gewijd. Het spijl
hem, dat hij niet in staat is alle brieven
persoonlijk te beantwoorden, doch hij
wil allen danken die hem hebben ge
schreven en wenscht hun het bes ie
voor het nieuwe jaar."
ACTIE TEGEN NAZI'S EN
SOCIALISTEN.
De Weensche politie heeft de laatste
dagen een groot aantal personen gear
resteerd, dat een onwettige politieke
actie voerde. Tevens heeft de politie
een aanzienlijke hoeveelheid propagan
damateriaal in beslag genomen en tal
rijke na! ionaal-socialist'sche en revo
lutionair-socialistische centra ontdekt
en gesloten. Honderd dertig personen,
meerendeels nazi's, zijn aan de justitie
overgeleverd.
Wet tegen het communisme Ln
Argentinië aangenomen.
De Argentijnsche senaat heeft met;
17 tegen 4 stemmen een wet tegen het
communisme aangenomen. De wet be
helst vijf artikelen, waarin iedere actie
tegen de sociale orde wordt verboden.
Abonnementen en Advertenties voor
dit Wad worden aangenomen door
den Agent J. VAN SLOOTEN,
Oudestraat A 199.