Het helsch complot f t» „»v KüONItK van den DAG. .7 et» daatU.de ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE «OESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 30 DECEMBER 1936. No. 306. ANNIE S. SWAN BIMENLAND. i» woïdl VCI doot *ef- op\e' at ft*000810060,, vet^etUt ttfii btóve° V*t#eïl „„ootste ■de» ook HET HUWELIJKSGESCHENK VAN DEN B. V. L. HET HAAGSCHE „ZEDEN- SCHANDAAL <g!D9EL8URG. HET ZESTIG JARIG BESTAAN VAN DE RIJKSKWEEKSCHOOL. Zoo vader, zoo zoon. Luxemburg is beducht voor z'n veiligheid Zoolang Duitschland nog een leger macht ontbeerde, die een bedreiging voor West-Europa mocht heeten, en zoolang de soldaten die Duitschland had, nog achter een gedemilitairiseerde Rijnzöne gelegerd waren, voelde men zich in het Groothertogdom Luxemburg vrij veilig. Schoon niet zóó rustig als bijvoorbeeld Nederland: daarvoor heb ben de Luxemburgers de daadwerke lijke ellende van den wereldoorlog te- zeer aan den lijve gevoeld. Maar toen het Derde Rijk de volledi ge soevereiniteitsrechten over zijn ge- hcele grondgebied hernam, en de Duitsche garnizoenen bij Trier onder de Luxemburgsche grens kwamen te lig gen, toen werd men in het neutrale en v'an oorlogsgerucht wel uiterst atkee- rige groothertogdom toch zeer onge rust. Luxemburg ligt dan ook wel erg in de verdrukking. Aan zijn Oostgrens ligt het open voor Duitschland, nu als in 1914, en men is er nog niet vergeten hoe de Duitschers toen met volkomen ont kenning, niet alleen van Luxemburgs neu traliteit, maar zelfs van zijn geheele be staan, het groothertogdom bezetten. Toen als nu had Luxemburg geen leger macht noch eenige materieele verdedi ging tegen het geweld; toen als nu was zijn eenige garantie tegen overweldiging het Recht; vóór 1914 gegarandeerd door de mogendheden inclusief Nederland, maar daar praat men hier en daar liefst niet over! na het verdrag van Ver sailles door den Volkenbond. Dit laatste nu is, naar de sterk anti- Derde Rijksche s. d. pers in Luxemburg niettemin wel met eenigen grond op merkt, een zwak punt. Want de onlangs vertrokken Duitsche gezant bij het Luxemburgsche hof, graaf Von Podewils, heeft bij zijn heengaan wel een erg vriendelijke toespraak ge houden, waarin hij zoo ongeveer zeide: „Weest Gij brave Luxemburgers maar onbevreesd, want Duitschland heeft te Uwen opzichte niet de minste booze be doelingen maar we weten ook wel zoo redeneert men daar te lande •Jat zulk een hoffelijk woord eens schei denden gezanten, als de nood aan den man komt, niet al te zwaar weegt. En het gevaar is, zoo meent men daar te lande, hierin gelegen: dat het Derde Rijk bij monde van zijn Kanselier en Lei der herhaaldelijk verklaard heeft: wij aanvaarden alleen de verplichtingen, opgelegd door vr ij willig aanvaar de verdragen; wat ons opgedron gen is, gelijk hét verdrag van Ver sailles, dat lappen we aan onzen laars. En.... zoo merkt men er dan, en we derom niet geheel ten onrechte, op: de nieuwe internationale status van Lu xemburg is, voorzoover het zijn losma ken uit den Duitschen tolbond betreft (en de overdracht van de exploitatie van net spoorwegnet van Duitschland aan Frankrijk) juist geregeld bij dat door Duitschland herhaaldelijk als een vodje papier bestempelde verdrag van Ver sailles! Zal Duitschland, als de „Krieg- kennt-kein-Gebots"-nood aan den man komt, dan de tolunie van Luxemburg met België, de exploitatie van het Lu xemburger groote spoorwegnet door Frankrijk, wèl blijven aanvaarden? Er zit iets in deze redeneering, al dient men niet uit het oog te verliezen dat, slechts de volslagen verblinde de Luxemburgers tot de Rijksduitschen zal durven te rekenen; de nuchteren weten in Beilijn heel goed, dat Luxemburg al van eeuwen her een eigen soeverein staatje geweest is, hetwelk op niets zoozeer prijs stelt als op zijn onafhanke lijkheid. De algemeene oorlogsdreiging in West-Europa heeft de Luxemburger landsregeering echter terdege doen be seffen hoe gevaarlijk Luxemburg wel uit strategisch oogpunt ligt. Want staat het naar 't Oosten voor een mogelijken 3). door „Je bent precies je moeder", zei miss Dempster op zachten toon, „alleen waren haar oogen donker." „Mijn vader had grijze oogen; en wat hield ik van hem!" riep ze uit, niet langer bij machte haar gevoelens in be dwang te houden, „Hij heeft mij en de mijnen kwaad gedaan", zei de oude vrouw met afge wende oogen, „maar voor jou is hi misschien heel goed geweest." De spann'ng werd verbroken, door dat er hard aan de voordeur gebeld werd en bijna onmiddellijk daarna kon digde Meikle op deftigen foon mr Ruthven aan. Een bejaarde heer, glad geschoren een paar bakkebaarden na, die intelligent, scherp gezicht een zacht moediger uitdrukking verleenden, kwam monter de kamer binnen. Alice draaide zich onmiddellijk om en wilde weggaan, maar haar tante hield haar tegen en stel de haar aan mr. Ruthven voor, die ze een tikje schertsend beschreef als haar op zijn Duitschen invaller volkomen open, naar het Zuiden is diens doortocht naar Frankrijk slechts tot op zeer geringe diepte open. Immers, zoodra eventueele Duitsche troepen in de richting Thion- vilie de Luxemburger grens overschre den zouden hebben, loopen zij daar te gen de uitloopers der Maginotlinie op! En in het Westen heeft België, uiter^ aard bedacht op eigen veiligheid, op Belgisch grondgebied, ook al zijn krijgs kundige maatregelen genomen om een uit het Oosten komenden vijand tegen te houden. Zoodat, eigenlijk gezegd het groothertogdom er strategisch als een ideaal open slagveld voor beide partijen ligt! Om deze redenen is de volijverige Luxemburger ministerpresi dent Jos. Bech, die gaarne geziene gast aan de kanselarijen van Brussel, Parijs en Londen is, er den Iaatsten tijd dan ook herhaaldelijk op uit geweest om de belangen van zijn landje te bepleiten, zoo mogelijk verzekeringen van hulp en bijstand in geval van nood te erlangen. En hij vond ook ditmaal, naar luid der berichten, overal een willig oor. Het welk geen wonder is, want het krijgs kundige luchtledig 't welk 't groothertog dom tusschen Frankrijk, België en Duitschland vormt, is niet alleen voor het land zelf, maar ook voor de buren gevaarlijk! HULÜEBETOOGING AAN H. M. DE KONINGIN EN HET PRINSELIJK PAAR. Défilé langs de door de residents opgestelde vereenigingen. Duizenden en nog eens duizenden stonden gisteren langs de Haagsche stra ten geschaard, waarlangs de kon nklijke stoet zou rijden om de hulde te aan vaarden, door ongeveer 38,000 leden van vereenigingen aan onze Landsvrou we en het prinselijk paar te brengen. Reeds bij het paleis op het Noordeinde was het lang voor het uur waarop de stoet zou verfrekken een enorme druk te, die allengs aanzwol zoodat de poli- Fe handen vol had om het publiek ach ter de afzeFing te houden. Tegen twee uur arriveerden de ko ninklijke rijtuigen en stelden zich voor het paleis op. Precies om twee uur kwam er beweg'ng in de glazen deuren van het paleis en verschenen Prinses Juliana en Prins Bernhard op he1 bor des. Zij stapten in een blauwe calèche, welke a la deaumont bespannen w,as. In de volgende calèche, eveneens a la deaumont bespannen, nam H. M. de Ko ningin plaats. Naast haar was Pr'ns Aschwin gezeten. Aan den kop van den stoe* reden achter den hoofdcommissaris van poli tie, een:ge leden van het Haagsche co mité voor de luisterlijke viering van 't Prinselijk huwelijk. In het eers'e hofrij- tuig, dat daarop volgde waren gezeten baron Baud en graaf Van Zuylen van Nijevelt. Vervolgens kwam de calèche, waar'n Prinses Juliana en Prins Bern hard gezeten waren, welke geëscorteerd werd door den adjudant van H.M., ma joor Phaff en den ordonnans-officier, Ie luPenant jhr. Van Lawick van Pabst. In de volgende calèche reden H. M de Koningin met Prins Aschw'n, geëscor teerd door kolonel jhr. de Jonge van Ellemeet eu den ordonnans-officieile luitenant jhr. Van Kinschot. In he daar op volgende hofrijtuig waren gezegen mr. J. W. baron van Lynden, opperka merheer van H. M. en gravin van Lyn den van Sandenburg geb. baronesse Na- gell van Ahipsen, grootmeesteressc var H, M de Koningin. In het vijfde hofrijtuig zaten freule van Heemstra, Juckema van Burmania baron Rengers van Warmenhuizen, d.d. grootmeester van Prinses Jul'ana, in het zesde freule De Braauw en ritmeester jhr. Verheyen, eerste stalmeester van H. M. de Koningin. De stoet werd gesloten en begeleid door de motorbrigade van de Haagsche politie. Luide toegejuicht door het publiek beste vriend en rechtskundig adviseur. „Aangenaam met u kennis te maken, mijn lieve jonge damen", zei hij, over dreven druk. „Een lange reis voor zoo'n jong en aantrekkelijk meisje, niet? Maar de tijden zijn veranderd. De jonge dames van tegenwoordig zijn zoo Tcnap en zelfstandig, dat ze niet maar als een rijpe pruim in de armen van den eer sten den besten avonturier vallen, ha! ha! ha!" „Doe niet zoo dwaas, Patrick", zei de oude vrouw op buitengewoon scher pen toon. „Mijn nichtje is aan dérge- lijike kletspraatjes niet gewend. Bel tweemaal, Alice, dan komt mijn kame- niet Dalgle'sh." Dalgleish kwam zoo vlug op het bel len, dat Ruthven toi de conclusie kwam, dat ze niet ver van de deur verwijderd geweest kon zijn. Het was een groote vrouw van zeven en vijftig, met zwart haar en een stug, weinig innemend ge zicht. Ze stond het meisje woedend aan te staren, terwijl ze luisterde naar de bevelen, die haar meesteres haar be treffende Alice's kamer gaf. AFce daar entegen keek de vrouw nauwelijks aan. Even later liep ze achter de hoekige ge stalte van Dalgleish twee lange trap pen op naar een verdieping, waar, zoo (Ingez. Med.) verdween de kleurige stoei langzaam langs de vaandels van de op het Noord- einde opgestelde vereenig ngen in de richting van de Zeestraat. Het geschenk, dat de Bijzondere Vrij willige Landstorm aan Prinses Juliana en Prins Bernhard ter gelegenheid van hun huwèlijk zullen Aanbieden, is te Den Haag op eenigszins plechtige wijze door de speciale commissie aan de na tionale landstormcommissie, die het ge schenk zal aanbieden, overgedragen. Het geschenk bestaat uit een fraai schilderij, geschilderd door Willy Sluiter, voorstellende het défilé voor H. M. de Koningin tijdens den landdag van den B.V.L, te Barneveld op 7 Juli 1935. Op het schilderij, dat ongeveer 2 H bij 3K meter groot is, ziet men de figuren o.m. van H. M. de Koningin, den heer Sanders, organisator van den landdag, generaal Duymaer van Twist, generaal Röell, minister De Wilde, generaal De Iongh, minister Deckers en vele andere militaire autoriteiten. Prinses Kira van Rusland in Den Haag. Prinses Kira Kirilowa van Rusland, een der bruidsmeisjes bij het a s. prin selijk huwelijk, is gisteravond met den Parijschen trein in de residentie aange komen. W ijziging crisishypo t heekaf lossings wet Bij k. b. is bepaald dat de wet tot wijziging err aanvulling van de crisishy- potheekaflossingswet 1936 in werking treedt op 1 Januari a.s. Bij Kon. Besluit, is op grond van arti kel 98, eerste lid, letter g en artikel 98, tweede lid, van het algemeen rijksamb tenarenreglement, aan Mr. L. A. Ries, thesaurier- generaal bij het departement van financiën, wegens ongeschiktheid voor het door hem bekleede ambt, an ders dan op grond van ziels, of lichaams gebreken, eervol ontslag uit 's Rijks dienst verleend; is op grond van artikel 98, le lid, letter g, en artikel 98, 2e lid, van het algemeen rijksambtenarenregle ment aan mr. W. F. Fruin, raad-adviseur in algemeenen dienst bij het departement van justitie, wegens ongeschiktheid voor het door hem bekleede ambt anders dan op grond van ziels- of lichaamsgebreken, eervol ontslag uit 's Rijks dienst ver leend. Belastnigbetale» op de postkantoren op 31 December, Op 31 December worden op de post kantoren na 15 uur geen betalingen voor belasting meer aangenomen. De heer Joh. H. Caro alhier mocht van den dd. Kamerheer van Prinses Ju liana bericht ontvangen, dat H.K.H. en Prins Bernhard met erkentelijkheid zijn toonzetting van het verleden week door ons geplaatste vers „Neerlands Jubel" aanvaard hebben. Bij Kon besluit is benoemd tot no taris te Leiden (vacature-M. G. Bon): J. Fuhri Snethlage, candidaat-notaris te Naarden, vroeger alhier. In verband met het a.s. huwelijk van Prinses Juliana, had gisteravond een bal in de ambtswoning van den Commis saris der Koningin plaats. Ook voor de buitenstaanders heeft deze avond echter een bijzonder karakter gehad. De groote en bijzoiider goed geslaagde verlichting van de woning was ontstoken en vorm de aldus een uitstekende inleiding van wat Middelburg de volgende week op dit gebied zal kunnen aanschouwen, De Oranje-tentoonstelling in de Provinciale Bibliotheek, ter eere waar van gedurende de openstelling in de avonduren de electrische kaarsen die voor alle ramen zijn geplaatst, branden, is heden voor het laatst des avonds ge opend. Verder zal zij alleen weer in de middaguren te bezichtigen zijn. De ver lichting wordt volgende week ook weer ontstoken. De gevangenwagen, welke tientallen jaren dienst heeft gedaan voor het vervoeren van delinquenten van het station naar de gevangenis vice versa, is met ingang van heden afgeschaft. Het contract met de Gebr. Wielemaker liep af. Het is vervangen door een ander, waarbij bepaald wordt, dat het vervoer der gevangenen voortaan met gesloten auto's zal plaats vinden. Dinsdagmiddag had in het Schuttershof de herdenking plaats van het 60-jarig bestaan van de Rijkskweekschool te Mid delburg. De directeur van de school, de heer K Dekker, heeft als voorzitter van het Comité van Voorbereiding, allen wel kom geheeten en wel in het bijzonder den inspecteur van de onderwijzersop leiding, den heer J. J. 't Hart, vertegen woordiger van den minister van .O. K. en W., den griifier der Prov. Staten, dr. B. D. H. Tellegen, vertegenwoordi ger van het Prov. Bestuur, den wethou der van onderwijs eri waarnemenden burgemeester den heer M. H. Boasson, die met den waarnemenden secretaris, den heer J. Ph. Koene, het gemeentebe stuur vertegenwoordigde; de inspec teurs van het L. O. te Middelburg en Goes, de heer C. Wit en B. J. A. Stoop man. Verder allen, die voor heen aan de school of de leerschool verbonden wa ren, of dit nu zijn en de vertegenwoor digers van andere inrichtingen- van on derwijs. Verschillende telegrammen en andere schriftelijke bewijzen van gelukwensch waren ingekomen, o.a. van een oud leerling uit Pretoria, die schreef dat als het jubileum in het zomerverlof was ge vallen, hij zeker zou zijn overgekomen. Ook de Commissaris der Koningin gaf schriftelijk blijk van belangstelling. Vervolgens werden twee coupletten van het Wilhelmus staande gezongen, zulks in verband met het a.s. huwelijk van Prinses Juliana. Hierna gaf de heer Dekker een over zicht over" de laatste 10 jaar van de ge schiedenis der school. Spr. herinnerde aan de personeelswijzigingen en bracht hulde aan zijn voorganger, den heer A. Zuiderveld, die mede aanwezig was Het belangrijkste feit uit deze jaren is wel de verandering' van een 4-jarigen in een 3-jarigen cursus, men kwam daardoor tot een kleiner aantal leerkrachten en tot een andere indeeling van de leerstof. De wijziging heeft vooral de practische opleiding getroffen. Vooral ook de klei ne kans om een betrekking te krijgen is de oorzaak van het achteruitgang van het leerlingenaantal en de school thans als ze later ontdekte, de vertrekken der bedienden z ch bevonden en hier werd haar een klein, kaal kamertje, zonder het minste comfort, als Tiet hare toegewezen. „Je kunt gaan", zei ze uit de hoogte tegen de kamenier, van wier vijande lijkheid zij zich plotseling bewust werd. Dalgleish draaide zich om en ging weg en Alice sloot haar deur. HOOFDSTUK II. Toen de advocaat het huis ongeveer een uur later verliet, liep hij Jnngzaam met zijn hoofd gebogen, blijkbaar diep in gedachten verzonken. Zijn onderhoud met miss Dempster was niet naar ge noegen verloopen en het zien van een geestelijke, die het huis verliet, toen hij er binnen kwam had hem ernstig onge rust gemaakt. Het had hem des te meer geërgerd, daar hij in den man, die zoo gelukkig geweest was om toegelaten ie worden, een van de grootste predikers en philantropen van zijn tijd herkend had. Ook was de komst van Alice Har man een doorn in zijn vleesch. Hei was beslist nadeelig voor zijn belangen, dat er een vreemde in het huis was en het was aan zijn schanderen blik niet ont gaan, dat de nieuw aangekomene v/aar schijnlijk geen slappeling was, maar een vrouw, die in staat was voor zichzelf de dingen waar te nemen en te beoor- deelen. Toen hij de George IV-brug bereikt had, scheen hem plotseling iets in te vallen, want hij draaide zich op zijn hielen om, stak het plein schuin over en liep over de Zuiderbrug naar de Ni- colsonstraat, waar in een bescheiden, doch niet onaanzienlijke benedenver dieping zijn eenige zoon het beroep van geneesheer en chirurg uitoefende. Op Ruthven's luid bellen verscheen de jon- ge dokter zelf aan de deur, die zèer verbaasd was een bezoek van zijn va der gedurende diens eigen werkuren te ontvangen. Ruthven's zoon was een groote, slap gebouwde jonge man, met eenigszins afzakkende schouders. Hij droeg een bril voor zijn lichtblauwe oogen en er lag een geleerde uitdruk king op zijn gezicht, die echter meer aangenomen dan oprecht was, want "op de universiteit had hij bekend gestaan als de eeuwige student, die dertien jaar lang tevergeefs getracht had de nóoaige examens te doen. Het heette zelfs, dat de examinatoren hem er op het laatst maar doorgelaten hadden, om van hem af te komen. Hij was onmiddellijk een eigen prac- tijk begonnen. Hij was de eenige zoon uit een laat huwelijk en zijn moeder was bij zijn geboorte gestorven. Daar door was hij altijd eenzaam geweest en had niemand zich om hem bekommerd of hem het rechte pad gewezen. Er be stond een soort ruwe vriendschap tus schen hem en zijn vader, maar Ru'hven Senior had in zijn hart minachting voor den jongen, die volgens hem geen her sens had. Tot dusverre had Patrick Ruthven slechts twee patiënten miss Demp ster, de oude cliënte van zijn vader en een oude gedienstige, die verwachtte voor niets behandeld te worden. Zoo regelmatig als hij m,aar durfde, legde hij zijn bezoeken af bij miss Dempster, d e niets ernstigs op hem tegen had, maar zich met zijn beroepspogingen scheen te vermaken. Toch ontving ze hem slechts, wanneer zij daartoe in de stem ming was en zijn drankies gooide ze door den gootsteen, terwijl ze in het ge heim haat zocht bij de kruiden, die ze bij een veel verachten kwakzalver in de Causewayside kocht. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1936 | | pagina 5