AFLOOP VERK00PING.
KUNST EN WETENSCHAP.
KERK EN SCHOOL.
LANDBOUW.
STATEJt-GENERAAL
AGENDA.
spiegeling moeten zijn van de Staten,
die het zijn van het kiezersvolk.
Spr. wees er op, dat het wel eigen
aardig is, dat slechts één maal <>"- a-
tholiek kans heelt gekregen op de grif
fie te worden benoem*. >.c-
gen op komen dat de N.S.Bers houzee
roepen en daarbij hun groep boven het
Vaderland en het Oranjehuis stellen.
De heer DE PAUW drong er op
aan, dat bij den bouw van nieuwe mo
torschepen, rekening wordt gehouden
met de ervaringen met de huidige sche
pen opgedaan. De Prins Hendrik is jam
mer genoeg niet in orde. Spr. zet uiteen
hoe het stil vallen van electrische hulp
motoren het schip niet meer te besturen
was, Spr. meent, dat de Schouwen op
zijn eind loopt en waarschuwt ongeluk
ken te voorkomen.
Spr. komt er tegen op, dat naast het
spoorlijntje weer concessie wordt ver
leend voor een busdienst GoesHoede-
kenskerke.
De hr. DEKKER zeide dat wat hij op
te merken heeft wel geen succes
zal hebben, Spr. komt er tegen op, dat
N.S.B. niet en S.D.A.P. wel opgenomen
is in de Provinciale commissie voor het
huwelijksfeest, Spr. is echter niet
gerust op deze deelname, zal men
het toegestane geld evenals de N.S.B.
aan de armen willen geven. Zou het niet
goed zijn dat men alleen samenwerkt
met hen, die belangloos hun kracht ge
ven aan liefdadige instellingen. Niet
zooals bij „Vrederust" voorzitter en
secretaris bezoldigd zijn.
Spr. stelde een motie in die dit af
keurt. Het gaat hem niet om personen
aan te vallen. Spr. komt op de affaire-
Vlissingen, uit de publicatie van de N.
S. B. is een en ander naar voren geko
men. Dit had ook Ged. Staten bekend
moeten zijn. Spr. meent dat de leden
van Ged. Staten met 65 jaar moeten af
treden. Spr. stelt voor niemand te kun
nen herkiezen die zijn 70sten jaar heeft
bereikt. De provincie deed niets in de
leeniging van den nood. Maar men komt
met pensioen voor leden van Ged. Sta
ten, maar niet voor de landarbeiders die
het eerder toe komt.
Niemand had van een ministerie-Co-
lijn een uitbreiding van den Zondags
dienst verwacht en spr. dient een motie
ter zake in.
Spr. meent, dat men geen vergadering
van de „Dageraad" moet toelaten en
dient ook ter dier zake een motie in.
Dat men het „Hou zee" bestrijdt is
een blijk, dat men niet voelt wat dit zeg
gen wil.
Geen der moties werd voldoende
ondersteund.
De lieer VAN 'T HOFF zegt, dat hij
wellicht iets goeds zou kunnen zien in
de moties. Maar de wijze waarop zij
zijn afgerammeld, maakt dat men ze
niet kan volgen. Alles staat buiten de
begrooting en is niet een bewijs, dat de
heer Dekker meer wil dan Eerste Ka
merleden kiezen.
Spr. protesteerde er met klem tegen
dat de Oranjeliefde alleen door de N.S.
B) is vergroot en juicht het toe: dat de
S.D.A.P. ter zake een keering heeft ge
nomen.
Het is niet juist dat aan de werkver
schaffing niets is gedaan en Duitschland
kwam een kijkje nemen hoe men de
werkloosheid hier bestrijd.
Spr: bracht hulde voor het financieel
beheer van Ged. Staten, men moet zor
gen voor een goede reserve; te meer
waar de devaluatie ons ook nog parten
kan spelen.
Spr. komt ook tegen uitbreiding van
den dienst op de booten op Zondag op.
Met den heer Kodde is spr. het eens,
dat er nog deelen van het platteland
zijn, die electriciteit moeten hebben.
Spr. bepleit ook lagere stroomtarie-
ven voor het platteland; wat zeker kan
nu er reeds zooveel is afgeschreven o.a
den goodwill van de tram.
De heer DE MILLIANO bespreekt de
veel te hooge tarieven voor vee en
landbouwproducten. Spr. wijst op de
vele verscheidenheid en op de eigenaar
dige verschillen, die gemaakt worden,
als bijv. voor vrouwelijke en mannelijke
paarden. De booten hebben plaats ge
noeg. Maar de tarieven moeten er me
de in overeenstemming zijn
De heer VAN GORSEL wees op de
klaagliederen over den land- en tuin
bouw in de laatste jaren en dit is door
de devaluatie niet verbeterd.
Spr. wijst er op, dat dit kan omdat
de heeren van het paltteland het minste
bang zijn. Wat is er overgebleven van
onze vrijheid? Spr. wijst op de crisis
ambtenaren en -organisaties die alles
regeeren.
Hierna werd de vergadering te kwart
voor zeven verdaagd tot Woensdag 10
uur.
^"en overstaan van notaris H. van
Mazijk werd ten verzoeke voor de er
ven van mej. J. Elias in hotel „Valk" te
Breskens verkocht: 1. een woonhuis met
erf en tuin teBraskens aan de
Groote Kade, groot 220 a. Kooper Frans
Klaaysen te Breskens voor 5115; 2.
Een hofsteedje onder Groede aan den
Oostburgschen weg, bestaande uit
woonhuis met schuur enz., boomgaard,
tuin-, bouw en weiland, samen groot
3.05.60 ha. Kooper P. Hoste te Groede
voor 6650.
De Abdij.
De heer C. Barentsen, districtsbouw-
kundige te Middelburg heeft in de Win-
terclub te Domburg gesproken over:
eenige bijzonderheden omtrent bouw en
geschiedenis van de Middelburgsche ab
dij.
In een inleiding gaf spreker aan, hoe
de Middeleeuwsche bouwwerken als de
abdij kunstwerken zijn, uit het leven-
zelt van het volk voortgekomen. Hier
werd een levensmotief tot daad, niet
van één mensch, maar van een collecti
viteit. De bouwmeesters, „maïtres de
Hoeuvre" zijn onbekend, zij kwamen uit
de gilden voort en beeldden in steen
uit, wat de geheele maatschappij be
zielde: het middeleeuwsch-Christelijk
ideaal. De grondlijnen der Gothiek zijn
van grooten eenvoud, de versiering
breekt niet de harmonie dezer hoofdlij
nen, ook haar uiterste verfijning is te
herleiden tot eenvoudige grondvormen,
aan planten- en dierenwereld ontleend,
of aan verhoudingen van het mensche-
lijk gelaat; zij is vol symboliek en door
deze symboliek zijn haar natuurlijke
grondvormen vergeestelijkt.
Uit technisch oogpunt is deze bouw
kunst even bewonderenswaardig. Niet
slechts getuigt hiervan de prachtige be
werking en de karakteristieke toepas
sing van het materiaal (baksteen, na
tuursteen), maar ook de wijze waarop
steeds in het oog is gehouden de- weer
stand dien het bouwwerk moet bieden
aan invloeden van het klimaat, regen,
vorst, enz.
Veel meer adn in het buitenland is
de Gothiek in onze streken trouw ge
bleven aan den oorspronkelijken een
voud, en de machtige werking hiervan
kunnen we in de Middelburgsche abdij
telkens waarnemen, in de ruimte-ver-
houdingen-zelf. De gesloten ruimte kan
een kunstwerk zijn, alléén door de wer
king van haar verhoudingen: dit bewij
zen in de Abdij o.a. de kapittelzaal, de
strafkelder onder de statenzaal, het
trappenhuis.
De alleroudste gedeelten van de abdij
dateeren uit de elfde eeuw; het geheele
bouwwerk is gegroeid mét den loop der
geschiedenis, alle volgende eeuwen
brachten het hunne bij tot volmaking
van dit bouwwerk en meestal is de aan
passing der verschillende bouwstijlen
aan het geheel gelukkig te noemen.
De bloeitijd van de abdij dateert
reeds uit de 13e eeuw. In graaf Willem
II, Roomsch-koning (in de abdijkerk be
graven) vond de abdij een machtigen
beschermer; Floris V schonk haar even
eens talrijke giften en privileges; ook
onder de Bourgondische vorsten stond
zij in hoog aanzien; van groot belang
was telkens haar politieke rol.
Herhaali|elijk waren vojrsten dezer
landen in de abdij te gast; het gedeelte
van de abdij, waar thans de commissaris
der Koningin zijn woning heeft, was ook
in de Middeleeuwen bestemd voor het
verblijf der hooge gasten.
Reeds van 1277 dateert het kasteel
Westhove, het buitenverblijf der abten,
waar zij ook menigmaal hun vorstelijke
gasten ontvingen. In den zomer van
1517 o.a. vertoefde Karei V geruimen
tijd op het kasteel. Ook Munnikenhof bij
Grijpskerke was een bezitting der ab
ten.
De overgang van Middelburg naar
den Prins van Oranje in 1574 maakt
een eind aan de macht der Middelburg
sche abdij en geeft aan de gebouwen
een geheel andere bestemming: zij wer
den regeeringsgebouwen, gelijk ze thans
nog zijn.
Herhaaldelijk werden in vroeger en
later tijd de abdijgebouwen door brand
geteisterd. In 1492 brandde een gedeel
te der abdij af, waarbij een groot deel
van het archief en van de kostbare bi
bliotheek verloren ging. Deze branc
teisterde vooral de zijde, waar thans het
Hotel de Abdij en het gebouw van den
Polder Walcheren liggen.
Tot viermaal toe, het laatst in 1720,
verbrandde de spits van den abdijtoren,
„de Lange Jan". Een merkwaardig
voorbeeld hoe goed zich twee stijlen
kunnen vereenigen zien we in den bouw
van de Renaissance-spits op den Gothi-
schen onderbouw van den Abdijtoren.
De houten bovenbouw is nog niet zoo
lang geleden met koperen platen be
kleed, binnenkort zal het houtwerk een
giondige reparatie moeten ondergaan.
Het deel van de Abdijkerk, dat thans
„de nieuwe kerk" heet, werd door een
grooten brand geteisterd in 1568. Men
herbouwde de kerk in Renaissancestijl.
Van de Koorkerk (oorspronkelijk het
koor der Abdijkerk) verbrandde in 1868
het dak. Het nieuwe dak is geen fraai
voorbeeld van negentiende-eeuwsche
restauratie.
Nadat de heer Barentsen nog enkele
onderdeelen door schetsen verduidelijkt
had, gaf hij na de pauze met behulp van
een reeks zeer mooie projecties eer.
overzicht van de verschillende abdijge
bouwen en wees daarbij op vele hoogst
belangrijke en karakteristieke bijzon
derheden, terwijl hij zijn toehoorders
telkens weer onder den indruk bracht
van de schoonheid van een opzich-zelf-
staand geheel: de poorten, de klooster
gang, de bevallige torentjes der slaap
zalen (thans rijksarchief), of van (de
fijnheid der details, van de verheven
symboliek die in een welving, in het be
loop der lijnen ligt uitgedrukt.
Een laatste reeks projecties bracht
een rondgang door het interieur der
abdij in beeld. Spreker stond hier o.a
sui dij de details der prachtige gobelins,
die meestendeels zeer goed op he;
scherm uitkwamen.
Met groote aandacht volgden de
leden van de Winterclub, die in grooten
getale waren 'opgekomen de uiteenzet
tingen van den spreker, de vragen doo
verschillende leden gesteld getuigden
evenzeer van bijzondere belangstelling
iv],et een hartelijk applaus stemden de
aanvfezigen in met de woorden van
dank, die de voorzitter, de heer L. J.
van Voorthuysen tot den heer Barent
sen richtte.
VESTIGINGSEISCHEN VOOR
KLEINE
MIDDEN ST ANDSBEDRIJ VEN.
De Tweede Kamer behandelde gister
middag het we'sontwerp: „regeling be
treffende het vestigen van 'nrichtingen
waarin eenige tak van detailhandel,
ambacht of kleine nijverheid zal worden
ui geoefend.n
Het ontwerp voorz et in de mogelijk
heid voor het vestigen van nieuwe
(kleine) middenstandsbedrijven een
stelsel van vergunning in te voeren
waardoor een ge zekerheid ontstaat,
dat de zaak bonafide wordt opgezet.
Deze vestigingseischen zullen niet wor
den vastgesteld dan nadat de Midden
s'andsraad hieromtrent 's gehoord. Aan
de eischen tot vestiging (inzake vakbe
kwaamheid, financ'eele middelen etc.)
zullen moeten voldoen, degenen die de
leiding der inricht'ng zullen hebben,
dus ook beheerders, filiaalhouders e.d
Men hoopt, op deze manier een zeker
gegrasdu'n weg te kunnen werken, wa
den geheelen kleinen middenstand ten
goede moet komen. De regeering beoogt
en en ander goeddeels te laten regelen
door de Kamers van Koophandel.
De heer S t u m p e 1 (r.k.) wees
op het grooVe belang dezer aangele
genheid; 20 pet. onzer bevolking is bij
den middenstand betrokken.
Het wetsontwerp brengt n'et voldoen
de, doch door amendeering zal he; te
verbeteren zijn. Zal de wet straks re
sultaat opleveren, dan moet er krachti
ge medewerking zijn van den détail-
handel en de kleine nijverheid doch
ook van de zijde tjer overheid.
De heer IJ z e r m a n (soc. dem.)
ach'te ondanks enkele bezwaren, het
wetsontwerp een belangrijke hervor-
m ng. Het tegenwoordig teveel aan be
drijven leidt tot, schromelijke verspil
ling van energie. Er zal daarom een
vergunningss!'ëlseli worden ingevoerd,
waardoor het oprichten van n'euwe win
kels minder gemakkelijk zal zijn. Het
ontwerp wordtj beveel beschouwd als
een ondernemersbelang doch moet zijn
een maa'regel in het algemeen belang.
Spr. vreest nog voortdurenden groei
van de groepen venters en straat- en
markthandelaren,
De heer Vos (lib.) zeide dat de
wet de basis behoort te vormen waar
op de m ddenstandsbedrijven zich kun
nen vervormen en het bedrijfsleven kan
groeien in de eischen die er worden
gesteld. Meer dan de inhoud" is dan ook
de indiening der wet van belang. De
middenstand kan tegenwoordig niet op
economische wijze bestaan. Het ware
beter geweest, naast de eischen van
vakbekwaamheid te stellen de eisch
van een betere qualiteit van het pro-
duc1, betere inrichting der zaken, als
mede om het beroep der venters enz,
te regelen. Spr. zou voorts een eisch
w llen stellen t.a.v. algemeene handels
kennis. Spr. geeft in overweging, het
in hef leven roepen van algemeene con
tactcommissies bij de uitvoering van
de wet.
Spr. ziet in dit wetsontwerp een be
langrijk initiatief van den minister, a"
gaat het spr. niet ver genoeg,
Mej. K a t z (c.h.) geloofde dat
hier zeer zeker ordening op haar plaats
is. Het is maar de vraag, hoe. Spr. juich
te de voorz-'chfigheid van den minister
toe. Zelf is de middenstand niet vol
doende geoutilleerd om tot ordening in
staat te zijn. Daarom maakt de overheic
het mogelijk, e:schen 'te stellen aan fi-
nancieele kracht en vakbekwaamheid,
Daardoor zal de geheele middenstanc
naar boven worden gebracht.
Inschakeling van het behoefte-element
zou beteekenen een kunstmatig ingrij
pen in het bedrijfsleven, en dat achtte
spr, niet gewenscht. Spr. kan zich over
het geheel met de strekking van het
ontwerp vereenigen.
De heer Schilthuis (vrijz
dem.) achtte het wetsontwerp nuttig
want voor velen die een winkelbedrijf
zijn begonnen zonder voldoende cre-
detwaardigheid, vakbekwaamheid en
handelskennis, is dit op een teleurstel
ling uitgeloopen. Ook spn, achtte het
juist dat het behoefte-element hier is
uitgeschakeld. Spr. ziet in dit wetsont
werp mede een consumenten-belang.
De heer v. d. Putt (r.k.) hoopte
dat de minister deze wet niet op dus
danige wijze zal hanteeren dat er maar
op ingehakt wordt. Een soepele uit
voering der wet is geboden.
Spr. vroeg 's ministers standpunt t
a. v. het grossiersbedrijf. Om voor het
in werking treden der" wet een run
voor nog te vestigen zaken te voorko
men, wil spr. een bepaalden sper-tijd
De heer Westerman (ex-nat
herstel) vond dit ontwerp half werk
ordening zonder orde.
De formuleering is wel uitermate
voorzichtig. Niemand kan de regeering
van doortastendheid beschuldigen
Reeds lang zijn er teveel kleine zaken,
teveel winkels, en nu pas wordt er oj.
slappe wijze ingegrepen. Spr. vroeg 't
ministers standpunt t. a. v. het groot
jedrijf.
De heer S c h a 1 k e r (comm.
ach. te het ontwerp slechts een schuch
tere stap op den goeden weg. Voor d
kleine winkel ers met name wordt lan.
niet genoeg gedaan. De zware lasten zij;
tevens oorzaak van den nood van de.
middenstand. Velen worejen langzaam
maar zeker in de rijen der werkloozei
gedreven. De concurrence der waren
huizen 's moordend, en deze behoorer
aveneens een vestigings-vergunning te
hebben.
De heer Z ij 1 s t r a (a.r.) was va:
oordeel dat niet alles uit het maat
schappelijk leven kan worden geregéle
bij de wet. De overhe'd kan niet alle
gebreken wegnemen.
Het gaat hier om de erkenning en hel
jestaan v.un den middenstand, terwij
de overhe d daarnaast maatregeler,
schept om dezen te helpen. Het is dan
echter onvermijdelijk, de vrijheid aan
janden te leggen. De middens'and moei
overigens bedenken, dat hij zichzelven
in de eerste plaa's moet n,aar vorer,
brengen. Een kracht'ge organisatie is
daarbij hef eerst noodige, in overeen
stemming met het karakter van de op
zijn vrijheid gestelden middenstand.
Dat de regeering z'ch bedach'zaamheid
heeft opgelegd, prees spr. in dit wets
ontwerp. Inlassching van het behoefte
element zou de geh.eele zaak op een
verkeerd spoor leiden. Inzake de cre-
dietwaard'gheid zullen bescheiden ei
schen moeten worden gesteld.
De minister van handel, nijverheid en
scheepvaart, de heer G e 1 i s s e n
heeft hooren klagen d,at de regeering
e pass'ef is. Dit kan ten aanzien van
deze materie niet worden gezegd. Het
klinkt zoo mooi: er moeten niet meer
winkels zijn dan waaraan behoef'
te :'s. Dit past theoretisch in een geor
dende maatschappij. Men zou dan ech
ter ook moeten voorstellen, hoe groot
de winkels zijn. Want het gaat niet om
het aantal winkels doch om een bepaal
de distributie. En men moet de d en
sten die middens'and en arbeid aan de
maatschappij bewijzen, gaan vergelij
ken. Het publ'ek zou gedwongen wor
den, bij een bepaalden winkelier te koo-
pen, een soort octrooi-stelsel dus. Men
zou meer achteruit dan vooruit komen
Deze wet is d't bedenke men
geen crisis- doch een gewoon wetsont
werp. Het behoefte-element behoort er
niet in thuis. Spr. ;s er bepaald tegen,
het hier in te voeren.
Het kenmerk van het wetsontwerp
is ook dat gelijke regelen gelden voor
zoo groot mogelijk geb ed; aan de ge
meen'en behooren die niet te worden
overgelaten.
Er is om een spoedige regeling voor
het grootbedrijf gevraagd. Spr. ziet
geen mogelijkhe'd en behoefte, dit aan
banden te leggen. Niettemin is deze
quastie in studie.
Het wetsontwerp is niet te beschou
wen als de hoofdschotel. Er zullen nog
andere wetsontwerpen voor den mid
denstand volgen. Spr, zou de maatschap
pij echter niet zoo aan banden willen
leggen als de heer Westerman dat ver
langt. Den heer IJzerman merkte spr
op dat het oordeel der Kamers van
Koophandel objectief genoeg kan zijn
Bovendien is er beroep op den rrinis
ter. Het wetsontwerp raakt een spe
cifiek middenstands-onderwerp en
dient om mede te werken aan saneering
van het m'ddenstands-bedrijf. Spr. be
toogde, dat eischen betreffende de ^in
richting der bedrijven niet in het Ka
der der wet thuis behooren. De e sch
van handelskennis en vakbekwaamheic
is noodig en gewenscht. Deze eischen
gelden den persoon.
Wat onder credietwaardigheid moet
worden verstaan, is niet concreet te
omschrijven, het z,al veelal van plaasc-
lijke omstandigheden afhangen.
Amendementen.
Bij art. 1 verdedigde de heer Stum-
p e 1 (r.k.) een amendement om het
woord „inrichting" tjfc veranderen in
„onderneming". Men kan ook een detail
handel hebben zonder inrichting. Aan
genomen.
De heer S t u m p e 1 verdedigde
voorts een .amendement om den vesti-
gingseisch als regel toepasselijk te
stellen voor het geheele land. Aangeno
men.
Vervolgens werd nog een amendement-
Stumpel aangenomen om bij vestigings
eischen voor het geheele land den m'.d-
denstandsraad te hooren.
De heer IJ z e r m a n (s.d.) be
pleitte bij art. 3 een amendement om
ook den bedrijfsraad te hooren, wanneer
die in den betrokken bedrijfstak be
staat.
De minister nam dit amende
ment over.
Bij art. 10 verdedigde dé heer Stum
pel een amendement om ook bij overne
ming van zaken aan alle vestigings
eischen te laten voldoen Aangenomen
Op art. 11 verdedigde de heer Stum
pel een amendement om het mogelijk
te maken dat de minister bij overbezet
ting in een tak van bedrijf de uitreiking
van vergunningen kan schorsen.
De heeren Z ij 1 s t r a (a.r.) en V o
(lib.) bestreden dat amendement, dat
niet past in de structuur der wet.
De heer T e u 1 i n g s (r.k.) achtte het
aanvulling eener leemte in de wet, die
geen maatregelen bevat tegen overbe
zetting.
De minister constateerde dat de
Kamer juist het behoefte-element niet
wilde. Het kan niet langs een achterdeur
worden ingevoerd. Spr. noemde het
amendement onaannemelijk.
Na repliek werd het ingetrokken.
Bij art. 12 werd een amendement-
stumpel overgenomen door den minister
om de Kamers van koophandel te mach
tigen, hare bevoegdheden over te dra
gen aaii 'n uit haar midden te benoemen
commissie.
Het vestigings-wetsontwerp werd
thans t'n stemming gebracht en z.h.s.
.aangenomen met aanteekening dat de
Heer Westerman (ex nat. hers'el) tegen
is.
De Indische pensioenen.
Aan de orde waren daarna verschil
lende ontwerpen o.a. dat tot tijdelijke
korting der pens'oenen, onders'anden
en gagementen van gewezen Indische
.andsdienaren, locale ambtenaren en
jijzondere krachten.
De Voorzitter deelde mede,
dat algemeene beschouwingen zullen
worden gehouden bij het omvangrijkere
wetsontwerp inzake herbereken ng dei-
pensioenen, Enkele leden wilden zich
nu beperken tot een korte verklaring.
De heer Roestam Effendi
comm.) motiveerde zijn s'em tegen. N.a
de deprec atie van den gulden had de
pensioenkorting geheel moeten verval
len.
De heer J o e k e s (vrijz. dem.)
zeide altijd bezwaren tegen de pensi
oenkorting te hebben gehad.
De heer B i e r e m a (lib.) ver
klaarde da' de I ber.alen zich destijds
noodgedwongen bij het voorstel hebben
neergelegd. Alles kan thans nog niet
overzien worden en daarom ging spr.
mede met verlenging tot 1 Mei.
De heer K. ter Laan (soc.
dem.) bleef zich evenals tegen de kor
ting verzetten tegen haar verlenging.
De heer Sneevl'et (rev. soc.)
kon met het wetson werp niet meegaan,
evenmin als met de korting zelve.
De minister van koloniën, de heer
C o 1 ij n, heeft over het mo'iveeren
der stemmen geen opmerk ngen te ma
ken, Niemand in Kamer of regeering
weet thans, welke de invloed zal zijn der
muntdepreciatie op de Iindische finan
ciën
He' wetsontwerp werd aangenomen
roet 40 tegen 24 stemmen (tegen de
soc. dem. behalve de heer Vliegen, de
comm., de heeren Van Koeverden,
r.k., Suring, r.k., Sneevliet, rev. soc.,
IJsselmuiden r.k., Arts, k.d.p., Van Poll,
r.k. en de voor'z'tter).
De Voorzitter hield de ge
bruikelijke rede n.a de beëindiging van
het begrootingswerk en vóór het Kerst
reces. Het s spr.'s voornemen, de Ka-
roer tegen 26 Januari weer bijeen te
roepen ter behandeling der grondwets
herziening en de Indische begrooting.
De vergadering werd ruim zeven uur
gesloten.
In de plaats van den heer A. Poort
vliet, die tegen 1 Januari a.s. ontslag
heeft gevraagd is tot diaken in de Ned.
Herv. kerk te Souburg benoemd de
heer R. Minderhoud.
Als kerkvoogden hebben tegen dien
zelfden datum bedankt de heeren A.
Ovaa en J. Gideonse. Herbenoemd tot
ouderling is de heer P. C. Dobbelaar.
Tot onderwijzeres aan de o.l. school
te 's Gravenp olde r is benoemd
mej A. J. J. Kloosterman, thans onder
wijzeres aan de o.l. school A te Goes.
Voor het examen Staatsinrichting
M.O, slaagde te 's Gravenhage de heer
A. C. Willemsen te I e r s e k e.
BIGGEKERKE. Onder voorzitterschap
van den heer L Simonse vergaderde
Maandagavond de afdeeling van de
Z.L.M. Een tweetal vraagpunten zal door
het bestuur in studie worden genomen.
De begrooting voor 1937 werd vastge
steld; de contributie werd geregeld zooals
het vorige jaar. Het aftredend bestuurs
lid Abr, Janse en "Je afgevaardigden
naar de Kringvergaderingen L. de Pagter
en A. de Voogd werden herkozen. Voor
een ploegwedstrijd werd f 5 beschikbaar
gesteld.
De heer M. Kleinepier, secretaris van
den kring „Walcheren" besprak ver
schillende crisisaangelegenheden, terwijl
de heer Philipse mededeelingen deed
over de coöperatie „Eiland Walcheren".
Besloten werd op 8 Jan. a.s., den dag
waarop het huwelijk van de Prinses en
den Prins feestelijk zal worden gevierd,
aan het défilé deel te nemen op zooda
nige wijzé, dat de landbouw in beeld zal
worden gebracht,
van geadverteerde of te adverteeren ver
gaderingen, voorstellingen, uitvoeringen es
andere bijeenkomsten.
MIDDELBURG.
WO 23 Dec-
DO 24, VR 25r ZA 26 Dec. Tent. konij
nen, pluimvee enz. M.T.V, Stad
huishal 1018.00 h.
IK) 24 Dec. Kerstn.viering Voc. medew.;
Ev, Luth. K. 23,00—24,05 h.
GOES.
WO 23 Dec. 59e Prakt. ex. boekh. en
Hand. corresp.
DO 24 Dec. -