AFLOOP VERK00PING. KUNST EN WETENSCHAP. KERK EN SCHOOL. LANDBOUW. STATEJt-GENERAAL AGENDA. spiegeling moeten zijn van de Staten, die het zijn van het kiezersvolk. Spr. wees er op, dat het wel eigen aardig is, dat slechts één maal <>"- a- tholiek kans heelt gekregen op de grif fie te worden benoem*. >.c- gen op komen dat de N.S.Bers houzee roepen en daarbij hun groep boven het Vaderland en het Oranjehuis stellen. De heer DE PAUW drong er op aan, dat bij den bouw van nieuwe mo torschepen, rekening wordt gehouden met de ervaringen met de huidige sche pen opgedaan. De Prins Hendrik is jam mer genoeg niet in orde. Spr. zet uiteen hoe het stil vallen van electrische hulp motoren het schip niet meer te besturen was, Spr. meent, dat de Schouwen op zijn eind loopt en waarschuwt ongeluk ken te voorkomen. Spr. komt er tegen op, dat naast het spoorlijntje weer concessie wordt ver leend voor een busdienst GoesHoede- kenskerke. De hr. DEKKER zeide dat wat hij op te merken heeft wel geen succes zal hebben, Spr. komt er tegen op, dat N.S.B. niet en S.D.A.P. wel opgenomen is in de Provinciale commissie voor het huwelijksfeest, Spr. is echter niet gerust op deze deelname, zal men het toegestane geld evenals de N.S.B. aan de armen willen geven. Zou het niet goed zijn dat men alleen samenwerkt met hen, die belangloos hun kracht ge ven aan liefdadige instellingen. Niet zooals bij „Vrederust" voorzitter en secretaris bezoldigd zijn. Spr. stelde een motie in die dit af keurt. Het gaat hem niet om personen aan te vallen. Spr. komt op de affaire- Vlissingen, uit de publicatie van de N. S. B. is een en ander naar voren geko men. Dit had ook Ged. Staten bekend moeten zijn. Spr. meent dat de leden van Ged. Staten met 65 jaar moeten af treden. Spr. stelt voor niemand te kun nen herkiezen die zijn 70sten jaar heeft bereikt. De provincie deed niets in de leeniging van den nood. Maar men komt met pensioen voor leden van Ged. Sta ten, maar niet voor de landarbeiders die het eerder toe komt. Niemand had van een ministerie-Co- lijn een uitbreiding van den Zondags dienst verwacht en spr. dient een motie ter zake in. Spr. meent, dat men geen vergadering van de „Dageraad" moet toelaten en dient ook ter dier zake een motie in. Dat men het „Hou zee" bestrijdt is een blijk, dat men niet voelt wat dit zeg gen wil. Geen der moties werd voldoende ondersteund. De lieer VAN 'T HOFF zegt, dat hij wellicht iets goeds zou kunnen zien in de moties. Maar de wijze waarop zij zijn afgerammeld, maakt dat men ze niet kan volgen. Alles staat buiten de begrooting en is niet een bewijs, dat de heer Dekker meer wil dan Eerste Ka merleden kiezen. Spr. protesteerde er met klem tegen dat de Oranjeliefde alleen door de N.S. B) is vergroot en juicht het toe: dat de S.D.A.P. ter zake een keering heeft ge nomen. Het is niet juist dat aan de werkver schaffing niets is gedaan en Duitschland kwam een kijkje nemen hoe men de werkloosheid hier bestrijd. Spr: bracht hulde voor het financieel beheer van Ged. Staten, men moet zor gen voor een goede reserve; te meer waar de devaluatie ons ook nog parten kan spelen. Spr. komt ook tegen uitbreiding van den dienst op de booten op Zondag op. Met den heer Kodde is spr. het eens, dat er nog deelen van het platteland zijn, die electriciteit moeten hebben. Spr. bepleit ook lagere stroomtarie- ven voor het platteland; wat zeker kan nu er reeds zooveel is afgeschreven o.a den goodwill van de tram. De heer DE MILLIANO bespreekt de veel te hooge tarieven voor vee en landbouwproducten. Spr. wijst op de vele verscheidenheid en op de eigenaar dige verschillen, die gemaakt worden, als bijv. voor vrouwelijke en mannelijke paarden. De booten hebben plaats ge noeg. Maar de tarieven moeten er me de in overeenstemming zijn De heer VAN GORSEL wees op de klaagliederen over den land- en tuin bouw in de laatste jaren en dit is door de devaluatie niet verbeterd. Spr. wijst er op, dat dit kan omdat de heeren van het paltteland het minste bang zijn. Wat is er overgebleven van onze vrijheid? Spr. wijst op de crisis ambtenaren en -organisaties die alles regeeren. Hierna werd de vergadering te kwart voor zeven verdaagd tot Woensdag 10 uur. ^"en overstaan van notaris H. van Mazijk werd ten verzoeke voor de er ven van mej. J. Elias in hotel „Valk" te Breskens verkocht: 1. een woonhuis met erf en tuin teBraskens aan de Groote Kade, groot 220 a. Kooper Frans Klaaysen te Breskens voor 5115; 2. Een hofsteedje onder Groede aan den Oostburgschen weg, bestaande uit woonhuis met schuur enz., boomgaard, tuin-, bouw en weiland, samen groot 3.05.60 ha. Kooper P. Hoste te Groede voor 6650. De Abdij. De heer C. Barentsen, districtsbouw- kundige te Middelburg heeft in de Win- terclub te Domburg gesproken over: eenige bijzonderheden omtrent bouw en geschiedenis van de Middelburgsche ab dij. In een inleiding gaf spreker aan, hoe de Middeleeuwsche bouwwerken als de abdij kunstwerken zijn, uit het leven- zelt van het volk voortgekomen. Hier werd een levensmotief tot daad, niet van één mensch, maar van een collecti viteit. De bouwmeesters, „maïtres de Hoeuvre" zijn onbekend, zij kwamen uit de gilden voort en beeldden in steen uit, wat de geheele maatschappij be zielde: het middeleeuwsch-Christelijk ideaal. De grondlijnen der Gothiek zijn van grooten eenvoud, de versiering breekt niet de harmonie dezer hoofdlij nen, ook haar uiterste verfijning is te herleiden tot eenvoudige grondvormen, aan planten- en dierenwereld ontleend, of aan verhoudingen van het mensche- lijk gelaat; zij is vol symboliek en door deze symboliek zijn haar natuurlijke grondvormen vergeestelijkt. Uit technisch oogpunt is deze bouw kunst even bewonderenswaardig. Niet slechts getuigt hiervan de prachtige be werking en de karakteristieke toepas sing van het materiaal (baksteen, na tuursteen), maar ook de wijze waarop steeds in het oog is gehouden de- weer stand dien het bouwwerk moet bieden aan invloeden van het klimaat, regen, vorst, enz. Veel meer adn in het buitenland is de Gothiek in onze streken trouw ge bleven aan den oorspronkelijken een voud, en de machtige werking hiervan kunnen we in de Middelburgsche abdij telkens waarnemen, in de ruimte-ver- houdingen-zelf. De gesloten ruimte kan een kunstwerk zijn, alléén door de wer king van haar verhoudingen: dit bewij zen in de Abdij o.a. de kapittelzaal, de strafkelder onder de statenzaal, het trappenhuis. De alleroudste gedeelten van de abdij dateeren uit de elfde eeuw; het geheele bouwwerk is gegroeid mét den loop der geschiedenis, alle volgende eeuwen brachten het hunne bij tot volmaking van dit bouwwerk en meestal is de aan passing der verschillende bouwstijlen aan het geheel gelukkig te noemen. De bloeitijd van de abdij dateert reeds uit de 13e eeuw. In graaf Willem II, Roomsch-koning (in de abdijkerk be graven) vond de abdij een machtigen beschermer; Floris V schonk haar even eens talrijke giften en privileges; ook onder de Bourgondische vorsten stond zij in hoog aanzien; van groot belang was telkens haar politieke rol. Herhaali|elijk waren vojrsten dezer landen in de abdij te gast; het gedeelte van de abdij, waar thans de commissaris der Koningin zijn woning heeft, was ook in de Middeleeuwen bestemd voor het verblijf der hooge gasten. Reeds van 1277 dateert het kasteel Westhove, het buitenverblijf der abten, waar zij ook menigmaal hun vorstelijke gasten ontvingen. In den zomer van 1517 o.a. vertoefde Karei V geruimen tijd op het kasteel. Ook Munnikenhof bij Grijpskerke was een bezitting der ab ten. De overgang van Middelburg naar den Prins van Oranje in 1574 maakt een eind aan de macht der Middelburg sche abdij en geeft aan de gebouwen een geheel andere bestemming: zij wer den regeeringsgebouwen, gelijk ze thans nog zijn. Herhaaldelijk werden in vroeger en later tijd de abdijgebouwen door brand geteisterd. In 1492 brandde een gedeel te der abdij af, waarbij een groot deel van het archief en van de kostbare bi bliotheek verloren ging. Deze branc teisterde vooral de zijde, waar thans het Hotel de Abdij en het gebouw van den Polder Walcheren liggen. Tot viermaal toe, het laatst in 1720, verbrandde de spits van den abdijtoren, „de Lange Jan". Een merkwaardig voorbeeld hoe goed zich twee stijlen kunnen vereenigen zien we in den bouw van de Renaissance-spits op den Gothi- schen onderbouw van den Abdijtoren. De houten bovenbouw is nog niet zoo lang geleden met koperen platen be kleed, binnenkort zal het houtwerk een giondige reparatie moeten ondergaan. Het deel van de Abdijkerk, dat thans „de nieuwe kerk" heet, werd door een grooten brand geteisterd in 1568. Men herbouwde de kerk in Renaissancestijl. Van de Koorkerk (oorspronkelijk het koor der Abdijkerk) verbrandde in 1868 het dak. Het nieuwe dak is geen fraai voorbeeld van negentiende-eeuwsche restauratie. Nadat de heer Barentsen nog enkele onderdeelen door schetsen verduidelijkt had, gaf hij na de pauze met behulp van een reeks zeer mooie projecties eer. overzicht van de verschillende abdijge bouwen en wees daarbij op vele hoogst belangrijke en karakteristieke bijzon derheden, terwijl hij zijn toehoorders telkens weer onder den indruk bracht van de schoonheid van een opzich-zelf- staand geheel: de poorten, de klooster gang, de bevallige torentjes der slaap zalen (thans rijksarchief), of van (de fijnheid der details, van de verheven symboliek die in een welving, in het be loop der lijnen ligt uitgedrukt. Een laatste reeks projecties bracht een rondgang door het interieur der abdij in beeld. Spreker stond hier o.a sui dij de details der prachtige gobelins, die meestendeels zeer goed op he; scherm uitkwamen. Met groote aandacht volgden de leden van de Winterclub, die in grooten getale waren 'opgekomen de uiteenzet tingen van den spreker, de vragen doo verschillende leden gesteld getuigden evenzeer van bijzondere belangstelling iv],et een hartelijk applaus stemden de aanvfezigen in met de woorden van dank, die de voorzitter, de heer L. J. van Voorthuysen tot den heer Barent sen richtte. VESTIGINGSEISCHEN VOOR KLEINE MIDDEN ST ANDSBEDRIJ VEN. De Tweede Kamer behandelde gister middag het we'sontwerp: „regeling be treffende het vestigen van 'nrichtingen waarin eenige tak van detailhandel, ambacht of kleine nijverheid zal worden ui geoefend.n Het ontwerp voorz et in de mogelijk heid voor het vestigen van nieuwe (kleine) middenstandsbedrijven een stelsel van vergunning in te voeren waardoor een ge zekerheid ontstaat, dat de zaak bonafide wordt opgezet. Deze vestigingseischen zullen niet wor den vastgesteld dan nadat de Midden s'andsraad hieromtrent 's gehoord. Aan de eischen tot vestiging (inzake vakbe kwaamheid, financ'eele middelen etc.) zullen moeten voldoen, degenen die de leiding der inricht'ng zullen hebben, dus ook beheerders, filiaalhouders e.d Men hoopt, op deze manier een zeker gegrasdu'n weg te kunnen werken, wa den geheelen kleinen middenstand ten goede moet komen. De regeering beoogt en en ander goeddeels te laten regelen door de Kamers van Koophandel. De heer S t u m p e 1 (r.k.) wees op het grooVe belang dezer aangele genheid; 20 pet. onzer bevolking is bij den middenstand betrokken. Het wetsontwerp brengt n'et voldoen de, doch door amendeering zal he; te verbeteren zijn. Zal de wet straks re sultaat opleveren, dan moet er krachti ge medewerking zijn van den détail- handel en de kleine nijverheid doch ook van de zijde tjer overheid. De heer IJ z e r m a n (soc. dem.) ach'te ondanks enkele bezwaren, het wetsontwerp een belangrijke hervor- m ng. Het tegenwoordig teveel aan be drijven leidt tot, schromelijke verspil ling van energie. Er zal daarom een vergunningss!'ëlseli worden ingevoerd, waardoor het oprichten van n'euwe win kels minder gemakkelijk zal zijn. Het ontwerp wordtj beveel beschouwd als een ondernemersbelang doch moet zijn een maa'regel in het algemeen belang. Spr. vreest nog voortdurenden groei van de groepen venters en straat- en markthandelaren, De heer Vos (lib.) zeide dat de wet de basis behoort te vormen waar op de m ddenstandsbedrijven zich kun nen vervormen en het bedrijfsleven kan groeien in de eischen die er worden gesteld. Meer dan de inhoud" is dan ook de indiening der wet van belang. De middenstand kan tegenwoordig niet op economische wijze bestaan. Het ware beter geweest, naast de eischen van vakbekwaamheid te stellen de eisch van een betere qualiteit van het pro- duc1, betere inrichting der zaken, als mede om het beroep der venters enz, te regelen. Spr. zou voorts een eisch w llen stellen t.a.v. algemeene handels kennis. Spr. geeft in overweging, het in hef leven roepen van algemeene con tactcommissies bij de uitvoering van de wet. Spr. ziet in dit wetsontwerp een be langrijk initiatief van den minister, a" gaat het spr. niet ver genoeg, Mej. K a t z (c.h.) geloofde dat hier zeer zeker ordening op haar plaats is. Het is maar de vraag, hoe. Spr. juich te de voorz-'chfigheid van den minister toe. Zelf is de middenstand niet vol doende geoutilleerd om tot ordening in staat te zijn. Daarom maakt de overheic het mogelijk, e:schen 'te stellen aan fi- nancieele kracht en vakbekwaamheid, Daardoor zal de geheele middenstanc naar boven worden gebracht. Inschakeling van het behoefte-element zou beteekenen een kunstmatig ingrij pen in het bedrijfsleven, en dat achtte spr, niet gewenscht. Spr. kan zich over het geheel met de strekking van het ontwerp vereenigen. De heer Schilthuis (vrijz dem.) achtte het wetsontwerp nuttig want voor velen die een winkelbedrijf zijn begonnen zonder voldoende cre- detwaardigheid, vakbekwaamheid en handelskennis, is dit op een teleurstel ling uitgeloopen. Ook spn, achtte het juist dat het behoefte-element hier is uitgeschakeld. Spr. ziet in dit wetsont werp mede een consumenten-belang. De heer v. d. Putt (r.k.) hoopte dat de minister deze wet niet op dus danige wijze zal hanteeren dat er maar op ingehakt wordt. Een soepele uit voering der wet is geboden. Spr. vroeg 's ministers standpunt t a. v. het grossiersbedrijf. Om voor het in werking treden der" wet een run voor nog te vestigen zaken te voorko men, wil spr. een bepaalden sper-tijd De heer Westerman (ex-nat herstel) vond dit ontwerp half werk ordening zonder orde. De formuleering is wel uitermate voorzichtig. Niemand kan de regeering van doortastendheid beschuldigen Reeds lang zijn er teveel kleine zaken, teveel winkels, en nu pas wordt er oj. slappe wijze ingegrepen. Spr. vroeg 't ministers standpunt t. a. v. het groot jedrijf. De heer S c h a 1 k e r (comm. ach. te het ontwerp slechts een schuch tere stap op den goeden weg. Voor d kleine winkel ers met name wordt lan. niet genoeg gedaan. De zware lasten zij; tevens oorzaak van den nood van de. middenstand. Velen worejen langzaam maar zeker in de rijen der werkloozei gedreven. De concurrence der waren huizen 's moordend, en deze behoorer aveneens een vestigings-vergunning te hebben. De heer Z ij 1 s t r a (a.r.) was va: oordeel dat niet alles uit het maat schappelijk leven kan worden geregéle bij de wet. De overhe'd kan niet alle gebreken wegnemen. Het gaat hier om de erkenning en hel jestaan v.un den middenstand, terwij de overhe d daarnaast maatregeler, schept om dezen te helpen. Het is dan echter onvermijdelijk, de vrijheid aan janden te leggen. De middens'and moei overigens bedenken, dat hij zichzelven in de eerste plaa's moet n,aar vorer, brengen. Een kracht'ge organisatie is daarbij hef eerst noodige, in overeen stemming met het karakter van de op zijn vrijheid gestelden middenstand. Dat de regeering z'ch bedach'zaamheid heeft opgelegd, prees spr. in dit wets ontwerp. Inlassching van het behoefte element zou de geh.eele zaak op een verkeerd spoor leiden. Inzake de cre- dietwaard'gheid zullen bescheiden ei schen moeten worden gesteld. De minister van handel, nijverheid en scheepvaart, de heer G e 1 i s s e n heeft hooren klagen d,at de regeering e pass'ef is. Dit kan ten aanzien van deze materie niet worden gezegd. Het klinkt zoo mooi: er moeten niet meer winkels zijn dan waaraan behoef' te :'s. Dit past theoretisch in een geor dende maatschappij. Men zou dan ech ter ook moeten voorstellen, hoe groot de winkels zijn. Want het gaat niet om het aantal winkels doch om een bepaal de distributie. En men moet de d en sten die middens'and en arbeid aan de maatschappij bewijzen, gaan vergelij ken. Het publ'ek zou gedwongen wor den, bij een bepaalden winkelier te koo- pen, een soort octrooi-stelsel dus. Men zou meer achteruit dan vooruit komen Deze wet is d't bedenke men geen crisis- doch een gewoon wetsont werp. Het behoefte-element behoort er niet in thuis. Spr. ;s er bepaald tegen, het hier in te voeren. Het kenmerk van het wetsontwerp is ook dat gelijke regelen gelden voor zoo groot mogelijk geb ed; aan de ge meen'en behooren die niet te worden overgelaten. Er is om een spoedige regeling voor het grootbedrijf gevraagd. Spr. ziet geen mogelijkhe'd en behoefte, dit aan banden te leggen. Niettemin is deze quastie in studie. Het wetsontwerp is niet te beschou wen als de hoofdschotel. Er zullen nog andere wetsontwerpen voor den mid denstand volgen. Spr, zou de maatschap pij echter niet zoo aan banden willen leggen als de heer Westerman dat ver langt. Den heer IJzerman merkte spr op dat het oordeel der Kamers van Koophandel objectief genoeg kan zijn Bovendien is er beroep op den rrinis ter. Het wetsontwerp raakt een spe cifiek middenstands-onderwerp en dient om mede te werken aan saneering van het m'ddenstands-bedrijf. Spr. be toogde, dat eischen betreffende de ^in richting der bedrijven niet in het Ka der der wet thuis behooren. De e sch van handelskennis en vakbekwaamheic is noodig en gewenscht. Deze eischen gelden den persoon. Wat onder credietwaardigheid moet worden verstaan, is niet concreet te omschrijven, het z,al veelal van plaasc- lijke omstandigheden afhangen. Amendementen. Bij art. 1 verdedigde de heer Stum- p e 1 (r.k.) een amendement om het woord „inrichting" tjfc veranderen in „onderneming". Men kan ook een detail handel hebben zonder inrichting. Aan genomen. De heer S t u m p e 1 verdedigde voorts een .amendement om den vesti- gingseisch als regel toepasselijk te stellen voor het geheele land. Aangeno men. Vervolgens werd nog een amendement- Stumpel aangenomen om bij vestigings eischen voor het geheele land den m'.d- denstandsraad te hooren. De heer IJ z e r m a n (s.d.) be pleitte bij art. 3 een amendement om ook den bedrijfsraad te hooren, wanneer die in den betrokken bedrijfstak be staat. De minister nam dit amende ment over. Bij art. 10 verdedigde dé heer Stum pel een amendement om ook bij overne ming van zaken aan alle vestigings eischen te laten voldoen Aangenomen Op art. 11 verdedigde de heer Stum pel een amendement om het mogelijk te maken dat de minister bij overbezet ting in een tak van bedrijf de uitreiking van vergunningen kan schorsen. De heeren Z ij 1 s t r a (a.r.) en V o (lib.) bestreden dat amendement, dat niet past in de structuur der wet. De heer T e u 1 i n g s (r.k.) achtte het aanvulling eener leemte in de wet, die geen maatregelen bevat tegen overbe zetting. De minister constateerde dat de Kamer juist het behoefte-element niet wilde. Het kan niet langs een achterdeur worden ingevoerd. Spr. noemde het amendement onaannemelijk. Na repliek werd het ingetrokken. Bij art. 12 werd een amendement- stumpel overgenomen door den minister om de Kamers van koophandel te mach tigen, hare bevoegdheden over te dra gen aaii 'n uit haar midden te benoemen commissie. Het vestigings-wetsontwerp werd thans t'n stemming gebracht en z.h.s. .aangenomen met aanteekening dat de Heer Westerman (ex nat. hers'el) tegen is. De Indische pensioenen. Aan de orde waren daarna verschil lende ontwerpen o.a. dat tot tijdelijke korting der pens'oenen, onders'anden en gagementen van gewezen Indische .andsdienaren, locale ambtenaren en jijzondere krachten. De Voorzitter deelde mede, dat algemeene beschouwingen zullen worden gehouden bij het omvangrijkere wetsontwerp inzake herbereken ng dei- pensioenen, Enkele leden wilden zich nu beperken tot een korte verklaring. De heer Roestam Effendi comm.) motiveerde zijn s'em tegen. N.a de deprec atie van den gulden had de pensioenkorting geheel moeten verval len. De heer J o e k e s (vrijz. dem.) zeide altijd bezwaren tegen de pensi oenkorting te hebben gehad. De heer B i e r e m a (lib.) ver klaarde da' de I ber.alen zich destijds noodgedwongen bij het voorstel hebben neergelegd. Alles kan thans nog niet overzien worden en daarom ging spr. mede met verlenging tot 1 Mei. De heer K. ter Laan (soc. dem.) bleef zich evenals tegen de kor ting verzetten tegen haar verlenging. De heer Sneevl'et (rev. soc.) kon met het wetson werp niet meegaan, evenmin als met de korting zelve. De minister van koloniën, de heer C o 1 ij n, heeft over het mo'iveeren der stemmen geen opmerk ngen te ma ken, Niemand in Kamer of regeering weet thans, welke de invloed zal zijn der muntdepreciatie op de Iindische finan ciën He' wetsontwerp werd aangenomen roet 40 tegen 24 stemmen (tegen de soc. dem. behalve de heer Vliegen, de comm., de heeren Van Koeverden, r.k., Suring, r.k., Sneevliet, rev. soc., IJsselmuiden r.k., Arts, k.d.p., Van Poll, r.k. en de voor'z'tter). De Voorzitter hield de ge bruikelijke rede n.a de beëindiging van het begrootingswerk en vóór het Kerst reces. Het s spr.'s voornemen, de Ka- roer tegen 26 Januari weer bijeen te roepen ter behandeling der grondwets herziening en de Indische begrooting. De vergadering werd ruim zeven uur gesloten. In de plaats van den heer A. Poort vliet, die tegen 1 Januari a.s. ontslag heeft gevraagd is tot diaken in de Ned. Herv. kerk te Souburg benoemd de heer R. Minderhoud. Als kerkvoogden hebben tegen dien zelfden datum bedankt de heeren A. Ovaa en J. Gideonse. Herbenoemd tot ouderling is de heer P. C. Dobbelaar. Tot onderwijzeres aan de o.l. school te 's Gravenp olde r is benoemd mej A. J. J. Kloosterman, thans onder wijzeres aan de o.l. school A te Goes. Voor het examen Staatsinrichting M.O, slaagde te 's Gravenhage de heer A. C. Willemsen te I e r s e k e. BIGGEKERKE. Onder voorzitterschap van den heer L Simonse vergaderde Maandagavond de afdeeling van de Z.L.M. Een tweetal vraagpunten zal door het bestuur in studie worden genomen. De begrooting voor 1937 werd vastge steld; de contributie werd geregeld zooals het vorige jaar. Het aftredend bestuurs lid Abr, Janse en "Je afgevaardigden naar de Kringvergaderingen L. de Pagter en A. de Voogd werden herkozen. Voor een ploegwedstrijd werd f 5 beschikbaar gesteld. De heer M. Kleinepier, secretaris van den kring „Walcheren" besprak ver schillende crisisaangelegenheden, terwijl de heer Philipse mededeelingen deed over de coöperatie „Eiland Walcheren". Besloten werd op 8 Jan. a.s., den dag waarop het huwelijk van de Prinses en den Prins feestelijk zal worden gevierd, aan het défilé deel te nemen op zooda nige wijzé, dat de landbouw in beeld zal worden gebracht, van geadverteerde of te adverteeren ver gaderingen, voorstellingen, uitvoeringen es andere bijeenkomsten. MIDDELBURG. WO 23 Dec- DO 24, VR 25r ZA 26 Dec. Tent. konij nen, pluimvee enz. M.T.V, Stad huishal 1018.00 h. IK) 24 Dec. Kerstn.viering Voc. medew.; Ev, Luth. K. 23,00—24,05 h. GOES. WO 23 Dec. 59e Prakt. ex. boekh. en Hand. corresp. DO 24 Dec. -

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1936 | | pagina 7