INGEZONDEN STUKKEN. ¥an onze Adverteerders. BURGERLIJKEN STAND. iAl&CTIËRIGIITEN. OM ONZE VLAG. DIERENBESCHERMING EN BRIEFGESCHRIEF. Een veldwachter, WAAR IS WERK? Een nieuw Verkade-album. ONTVANGEN BOEKEN. Schiphol uitstappen! Serooskerke (W.) Verkoopingen - Verpachtingen in Zeeland. AGEKDA. MIDDELBURG. ZA 5 Dec. St. Nicol. Veldl. Athl, Ver. „E.M.M"; start en finish, Gem. Sportterr. ZA 5 Dec. St. Nic. bal. Danscl. Zeelan- dia", St. Joris 20,30 h. ZO 6 Dec MA 7 Dec. Verg. Medioburgum afd. Folklore en Dialectzang, De Een dracht 20,15 h. GOES. ZA 5 DecG. ZO 6 Dcc MA 7 Dec BIOSCOPEN. ELECTRO, Midb. VR 4—DO 10 Dec.s CITY, Midb, VR 4DO 10 Dcc.: „De Gevangene van het haaien- eiland" en „Zij kreeg een man", 20,00 h-, ZO 15 h. matinée. W© Cinéac-voorstell, 14,30 h. GRAND THEATER, Goes VR 4—Dl 8 Dec.: „De moord in de Wolken" en „In de Grafkelder der Pharao's", 20,00 h., ZO 15,00 h. matinée. Geachte Heer Hoofdredacteur, Het ligt zeker niet op mijn weg en het is ook niet mijne bedoeling de door mr. Wendelaar, het zij in privé, het zij als Voorzitter van de Liberale Staatspartij „De Vrijheidsbond", schriftelijk of mon deling geuite meeningen te verdedigen of te bestrijden, doch ik begrijp niet, dat, wanneer U zijn aandr'ngen voor een R. W. B. vlag, als officieele vlag, noode- looze drijverij noemt, het geen noode- looze drijverij zoude zijn indien U en meer anderen aandrang uitoefenen om de zgn, „Princevlag" als officieele vlag in te voeren. Mij persoonlijk laat het koud of een vlag rood, groen, paars, geel, blauw of oranje is of welke kleur of combinatie van kleuren ook heeft, doch wel be treur ik het, dat tegenwoordig in Ne derland twee soorten vlaggen als na tionale vlag aftrek vinden. Naar mijne besche'den meening is dit de schuld van de voorstanders van de „Princevlag." Toen toch deze personen enkele jaren geleden tot de meening kwamen, dat de O.W.B, vlag de voor keur verdient, hadden zij zeker het recht propaganda te voeren om deze vlag als officieele vlag ingevoerd te krijgen, doch naar mijne meening hadden zij niet moe'en beg'nnen propaganda te voeren om deze vlag naast de officieele vlag (rood, wit, blauw) te gaan uitste ken, voordat zij door de regeering tot officieele vlag was verklaard. Deze personen hebben dit blijkbaar ook wel gevoeld en zijn toen gaan snuf felen in oude stukken en hebben ner gens een wet of Koninklijk besluit of iets dergelijks kunnen vinden, waarin de Nederlandsche vlag officieel werd vastgesteld. Ik w'l gaarne aannemen dat dit juist is, doch in de practijk was toch sedert tal van jaren de eenig gebruikelijke Nederlandsche vlag: Rood, Wit, Blauw, al dan niet met Oranjewimpel. U schrijft tenslotte, dat zonder verbod om een andere vlag te gebruiken dan de off'cieele, ook nadat de regeeriir' voor R. W. B. heeft beslist velen de O. W. B.. vlag zullen gebruiken. Dit is ongetwijfeld juist, doch ook wanneer O. W. B. offi.c'eele vlag wordt, zullen nog wel meer menschen die nu eenmaal 'n R. W. B. vlag hebben, deze blijven gfe- bruiken, en zeker wel to'dat deze ver sleten is, want men zal niet genegen zijn, in het algemeen, als men nog een bruik bare vlag bezit, kosten te gaan maken om een n:euwe te koopen. Wordt ech ter de 0. W. B. vlag niet tot officieele vlag verklaard, dan verkeeren de te genwoordige gebruikers van deze vlag wel in een zelfde geval, doch voor hen zou het m.i. niet zoo erg zijn als zij voor het aanschaffen van een nieuwe vlag kosten maakten, want zij hadden, voordat er zekerheid was, dat die vlag officieele vlag zoude worden, maar geen vlag afwijkend van de gebruikelijke moe ten aanschaffen. Waarom personen, die de vanouds ge bruikelijke vlag willen blijven gebruiken als onnationaal moeten betiteld is mij geheel onbegrijpelijk. Ik althans gevoel mij bij het gebruiken van een R. W. B. vlag geen baar minder nationaal dan iemand die aan een 0. W. B, vlag de voorkeur geeft. M. de Hoofdredacte.ur, laten wij als goede Nederlanders toch nuchter blijven en een vraag w^'ce vlag moet worden gebruikt niet tot een nationaal strijd vraagstuk opblazen. Het spijt mij, dat ik voor een m.i. zoo onbelangrijke quaestie als het gebruik van een/ vlag zooveel plaatsruimte in uw blad moet vragen, doch ik acht hel wel gewenscht, dat tegenover uwe mee ning ook eens een ander geluid wordt gehoord. Dit is wat mij betreft het laatste woord in deze quaestie. Met dank voor de opname Hoogachtend, H. Doorenbos, [Het laat ons niet, gelijk mr. Dooren bos, „koud of een vlag rood, groen, paars, geel, blauw of oranje is"en, schoon wij volgaarne toegeven dat er tientallen quaesties van véél grooter be lang, bepaaldelijk van grooter materieel ste teleurstelling in menschen en dingen. Weenen laat zij achter zich; op de Mid- dellandsche Zee zal zij tr,achten het ver loren evenwicht van haar ziel te her stellen. Aan alle kusten ziet men haar vaartuig opdoemen en weer verdwijnen. Zij is zoekende, maar vindt niet, en de melancholie blijft in en over b,aar. Alvorens te breken met haar omge ving gaf zij echter blijk van eene krach tige, scherpzinnige intelligentie. De Oostenrijksche dubbel-monarchie door worstelde moeilijke jaren, waarin -het voor velen duidelijk werd, dat achter moeilijkheden in Hongarije, dreigingen in het tot Oostenrijk behoorende Lombar- dije, de allerwege zich openbarende cri ses de eerste aanduidingen verscholen waren van den ondergang vanhet we reldrijk. Die politiek vormt den achter grond, somber en onhe'lspeliend, van Elisabeth's leven. Zij gevoelt de dreiging en zij acht zich geroepen Ie waarschu wen. Voor het volk, in het bizonder voor de Hongaren is zij een geliefde vor- st'n, eene „begrijpende", in wie zij vertrouwen hebben en die in staat is de volksgunst,, welke zich .terugtrekt, weer tot den keizer, tot de regeering belang zijn, toch kunnen wij ook des ge- achten inzenders woorden„een zoo onbelagrijke quaestie als het gebruik van een vlag"niet tot de onze ma ken. De fe ten' van het heden en de his torie bewijzen het tegendeel. Wat deed het Tweede Rijk? Het schafte 't zwart-wit-rood uit Wilhelms dagen af en voerde het zwart-rood- goud als symbool van Weimars grond wet in. De anfi-republike'nen echter hielden het oude zwart-wit-rood in eere. Het Derde Rijk voerde toen de haak- kruis-vlag in; naar luidt der ber'chten heeft Hitier er weken over gepeinsd al vorens deze vlag zoo vast te stellen. Kon hij zijn tijd niet beter besteden? vraagt de al-te-nuchfere Nederlander. Wij vragen echter: hoe werd zekere schildersknecht in enkele jaren de fac to tsaar van Du'tschl.and? Toch zeker niet doordat hij zich met beuzelarijen ophield, maar omdat en doordat hij den dieperen zin en de massa-psychologi sche werking van zulke dingen verstond en ze meesterlijk manipuleerde! Men zie naar Spanje: ook d,aar drukt de verandering in de vlag de verande ring in inzichten u't: vroeger onder het Koningschap geel met twee smalle roo- de strepen, toen, onder de republiek, de driebaans-vlag me't paars erin, en nu komt weer de oude aan bod. Rusland, vroeger: w t-blauw-rood on der den Tsaar, nu; bloed rood met wit ten sikkel en hamer als symbool van het communisme. China: vroeger, onder den keizer, goud met den draak, nu: de vijf- baans republikeinsche vlag. Als reeds meermalen hier betoogd: 'n vlag is een symbool, en als zoodanig veel méér dan een gekleurde lap doek. Nu zij er echter omtrent één ding geen misverstand. Wij zijn op tal van o.i. goede, en te dezer plaatse wel meer uit eengezette, gronden voorstanders van de oranje-wit-blauwe vlag. Dat is geen particulier stokpaardje van schrijver de zes, maar de meening van zeer vele goe de vaderlanders in den lande, ook in onze provincie. Schreef b.v. niet de heer Chr, Hondius te Middelburg ons, n.a.v. het nu gewraakte hoofdartikel, „weer met groote instemming ons pleidooi voor de prinsenvlag" gelezen te hebben? Wij achten het 't goed recht van deze Nederlanders-, voor d't denkbeeld op te komen. Maar wij erkennen daarnaast natuurlijk het precies even goede recht van andere zonder twijfel even goede Nederlanders, het pleit voor 't röod-wit- blauw te voeren! Hoe inzender er toe komt, te onderstellen, dat wij dege nen, die de R. W. B. vlag willen hand haven, als on-nationaal zouden be schouwen, is ons een raadsel: dat heb ben wij, bij ons weten, n'mmer beweerd en het is onze meening ook volstrekt niet. Ons hoofdartikel „Noodelooze drijve rij" was gericht tegen den voorzitter van de liberale Staatspartij De Vrijheidsbond. Wij erkennen het volste recht van den parkculieren persoon mr. Wendelaar om* voor het R. W. B. te zijn; wij achten het echter, waar ook vele liberalen voorstan der van het 0. W. B. zijn een grove tac tische fout van den partijvoor- zitter, als zood,anig in de Tweede Kamer in deze zaak, die met het 1 i- b er ale beginsel geen steek te maken heeft, partij te kie zen. Daartegen, en daartegen alleen ging het ons. En w,at des geachten inzenders overi ge opmerkingen aangaat: we hebben de laatste halve eeuw altijd twee vlag gen gehad; het 0. W. B, is als princevlag toch ,a 1 t ij d, zij het vroeger in ge ring aantal, naast het R. W. B. te zien geweest in vlaggend Nederland. Maar: bet oranje was in vroeger jaren meestal flets-geel en het blauwgrijs grauw- blauwachtig. Dat was bepaald leelijk en krachteloos, slap. Toen kwamen de nieuwe, kleurechte verven, en daarmee het warme oranje en het helder blauw. Dit viel ongeveer samen met de opleving van het natio naal be^f. Het werd ondersteund door steeds meer historische feiten. Het 0. W. B. uit te steken werd een toene mende beweging - niet weerhouden door het bestaan van een officieele vlag, wijl, naar bleek, die nimmer was vast gesteld, en dus niet bestond. terug te brengen. Zij heeft een fijn be snaard gemoed; zij is een goede irfoeder en heeft een open oog voor de schakee ringen in de karakter harer kinderen. Het volk weet dat, gevoelt dat en is haar er dankbaar voor en die dankbaar heid komt den keizer ten goede. En de keizer, zelf een zwakke, aarzelende per soon, luistert soms naar haar. Zij be weegt hem, althans dringt er bij hem op aan, de Itakanen milder te behandelen, den veroordeelden soms genade voor recht te doen wedervaren. In Hongarije weet zij dq stem ming des volks ten goede te doen keeren, toen in 1866 de oorlog van Oos tenrijk met Pruisen tot een smadelijke nederlaag voor de Oostenrijkers werd. Dit een en ander, dat bij welken vorst ook creditposten op zijn levensrekening zouden geweest zijn, hadden haar tot 'n gelukkige keizerin van Oostenrijk en koningin van Hongarije kunnen maken, zoo haar natuur, die eenvoudig was, op recht, romantisch, onafhankelijk, ruim en vrij, niet g'estooten was op de onver schilligheid van en' de verwaarlootzing. te haren opzichte door den keizer en op den onwil der keizerin-moeder om haar eenige medezeggingschap en een eigen Een regeer ng met den vinger op de pols van ons volk had toen naar onze meening moeten doortasten, en zeggen: er is nu zooveel vóór te zeggen, zoo weinig tegen, dat we d i t nu eens en voor al tot Nêerlands vlag ma ken. Zóó zien wij de zaak. Een andere visie s mogelijk. Mr. Doorenbos gaf daarvan in zijn ingezonden stuk blijk: ook de/e tegenovergestelde meening verleenden wij gaarne plaatsruimte. Red.] Als geregelde lezer van het „Briefge- schrief", is mij meermalen opgevallen, dat daarin rake opmerkingen, aangaan de versche'dene, in het dagelijksch le ven voorkomende gebeurtenisen, worden gemaakt. De briefschrijver van ,28 Nov. nu doet zich kennen als een echt dierenvriend en hij laat dan een voorval van een ge constateerd dierenleed de revue passep- ren en dan volgen eenige regels, waar uit blijkt, dat hij een dergelijk dieren leed ten sterkste afkeurt. Vervolgens wordt het vervoer van d'oenders (kippen) en kernienen (konij nen) naar voren gebracht. De brief vervolgt dan: „en ,as de veld wachters 't zie dan bin d'r a vee, die net doe of ze niks z'e, 't bin toch om- mers mè oenders of kernienen, Beesten." Ik kan begrijpen, dat, als men als dierenvriend zoo'n kwellend d'èrenver- voer ziet en als dan daarbij een veld wachter tegenwoordig is, die net doet of hij niets zie+, men zich dan ergert. Maar wanneer de briefschrijver-dieren vriend niet méér heeft gedaan dan thans de veldwachter (en nog wel in het meervoud veldwachters) van dergelijke plichtsverzuimen te beschuldigen, dan had hij toch be+er gedaan om direct de vinger op de wonde te leggen; men mag toch aannemen dat hij getuige is geweest van het kwellend dierenver voer, anders had hij niet kunnen schrij ven dat er „vee veldwachters bin, die doe of ze niks zie." De wijze waarop thans veel veld wachters worden beschuldigd van pl'chtsverzuim (want dat is het toch als men als opsporingsambtenaar een straf baar feit ziet plegen en men doet alsof men niets ziet) is m.i. niet fa'r. Voornamelijk nu het dierenmishande ling betreft, ware het beter geweest om de betreffende niet-plichtsvervullend- veldwachter, direct op zijn tekortkomin gen fe w ij z e n en is men dan niet bevredigd, dan stelle men zijn superieu ren met een en ander in kennis. Het w'l mij voorkomen dat dit meer resultaat zal hebben dan wat hij Jan de briefschrij ver thans gedaan heeft! [Het siert den ge.achten inzender, dat hij den degen voor zijn aldus aangeval len beroepsgenooten opneemt, en wij geven hem derhalve gaarne gelegen heid zijn grief te uiten. Toch is, hetgeen hij schrijft, niet ge heel juist. Als staatsburger en dierenvriend is inderdaad degene, die zulk een feit constateert, verplicht op fe treden zoo als inzender schrijft. M,aar als journalist of vaste journa listieke medewerker aan een dagblad heeft men het recht, desnoods ook zón der zelf in den aangegeven zin op te treden, misstanden in de courant, d.i.: in het openbaar bloot te leggen. Dat is een deel van de functie der pers in een vrij land. Men moet, in zaken als deze, dan journalist dus van den staats burger scheiden. Het spreekt vanzelf, dat men in ge vallen als deze, waar men een beschul diging aan het adres van een bepaalde categorie vier dienst elijke ambtenaren richt, wel heel erg zeker van zijn zaak moet zijn; lichtvaardig beschuldigen is voor den onder bescherming eener re dactie schrijvenden medewerker patuur- lijk een doodzonde. Wij nemen echter aan, dat hetgeen Jan de Smid uit Poel- durp schreef, op voldoend goede gron den berustte En: natuurlijk heeft Jan be doeld: ,.,de goeden niet te na gespro ken!" Red.] oordeel, een eigen begrip toe te ken nen. In voortdurend conflict zien we die natuur met alles, wat haar verbinte nis met den keizer haar opdrong. Ze was in de eerste jaren van haar huwelijk voor haar omgeving niet anders dan de onmondig gehouden voortbrengster van nieuwe loten aan de dynastie; niet zij, de wettige keizerin-koningin, maar de keizerin-moeder, aartshertogin Sophie, had gezag en oefende autoriteit. Deze, die geschilderd wordt als een doordrij vende, hardnekkige, eerzuchtige vrouw, stond vijandig tegenover de fijne, gees telijk nobele natuur der onge keizerin. Aan het hof te Weenen was alles, wat deze deed, reden tot ergernis. Zij las veel, maar noch het lezen, noch de in- tellectueele lectuur, die zij zich koos, vonden genade in de oogen van het hof. Men vergaf haar niet, dat zij, meer dan de oude hofdames gewend waren en noodig vonden, zorg besteedde aan haar lichaam en na de geboorte harer kinde ren trachtte haar slankheid te bewaren; zelfs het feit, dat zij eerst een dochter en pas daarna een zoon ter wereld- had gebracht, werd haar als een grief aan gerekend. En dat zij op Sacramentsdag, welks viering met militaire pracht en De districts-Arbeidsbeurs voor de ge meenten tusschen Ooster- en Wester- Schelde, zendt ons de volgende aan vragen: Binnenland.. NIJMEGEN: zeer bekwaam auto- en motormonteur, zoowel practisch als theoretisch deskundige op dit gebied; moet in het bezit zijn van de desbetref fende diploma's, om aangesteld te wor den als agent van politie, leeftijd 2330 jaar, aanvangsalaris f 1500, in de sollici tatie moet vermeld worden opgaaf van lengte. VENLO: meesterknecht voor matras- senafdeeling' in meubelzaak, moet vol komen met het vak op de hoogte zijn en met de leiding van het binnenbedrijf van bovenmatrassen met veerwerk, alsmede andere vullingen (zeegras, wol, kapok), liefst boven 30 jaar. arbeidstijd volgens arbeidswet, dad. loon n.o.t.k, (naar ge lang van bekwaamheid) bij gebleken ge schiktheid voor vast, opzeggingstermijn 1 maand; alleen sollicitanten komen in aanmerking, die als meesterknecht in 'n dergelijk bedrijf werkzaam zijn geweest. ROTTERDAM: bekwaam glasblazer (Neonwerk); leeftijd ca. 35 jaar; loon n.o.t.k. reiskosten worden bij oproeping voor de helft vergoed, EINDHOVEN: 2 eerste klas verwar- mings-monteurs, dad. 7075 cent per uur, voor vast, prima zelfstandige wer kers, anders onnoodig' te solliciteeren. Aanbiedingen uitsluitend aan de plaat selijke organen der Arbeidsbemiddeling. De Verkade-albums genieten een groo te bekendheid, zoowel door hun rijken 'nhoud als door de fraaie uitvoering van het geheel. Het zoo juist verschenen nieuwe album „Waar wij wonen'"', door dr. J,ac. P, Thijsse, maakt hierop geen uitzondering. Het album bevaf een in teressante verhandeling over het Hol- landsche landschap, z'n ontstaan en ont- wikkel'ng. Dr. Thijsse vrtelt op de hem eigen wijze van het ontstaan der duinen, over plassen en vennen. Telkens brengt hij, een ander deel van het natuurleven binnen onzen gezichtskring en hij geeft voorts een boeiende beschrijving van Zu'd-Limburg. Toch is er een nieuw element in dit album gelegen. En wel het feit dat de bekende kleine plaatjes zijn vervangen door uitsluitend platen van groot for maat; 15 van de 27 zelfs van een heele pag'na. Zoo wordt dus bijna iedere bladzijde als 't ware een prachtige aqua rel van dichtbegroeide duinen, groote rivieren, een eenzame heideplas, hoog- opgaande populieren en zoo meer wat er aan naturschoon in ons land te vin- de is. De schilders J. Voerman Jr., C. Rol en H. Rol hebben .aantrekkelijke aquarels gemaakt. In het bij Scheltens en Giltay te Amsterdam uitgegeven boek „Schip hol uitstappen"! vertelt de K.L.M', ste wardess Hilda Bongertman haar ervarin gen die zij in dit nieuwe beroep als lucht- stewardess heeft opgedaan. De schrijf ster vertelt min of meer uitvoerig welk een opleiding er aan voorafgaat voordat men geschikt wordt geacht tot luchtste- wardess en welke eischen men stelt. Op onderhoudende wijze verhaalt mej. Bongertman wat haar werkzaamheden zijn in de cabine van de Douglas, schil dert het mooie voor oogen van hetgeen uit het vliegtuig te genieten valt en be schrijft tenslotte haar passagiers die zij onder haar hoede krijgt toevertrouwd Het boek is geïllustreerd. Bij den uitgever Jacob Dijkstra te Groningen is de eerste aflevering verschenen van „Geneeskundige hulp" een populair geneeskundig en hygiënisch handboek samengesteld door dr. J. Me- bius. Dit werk dat in 12 afleveringen zal verschijnen bevat in de alfabetische volgorde een beschrijving van vrijwel al le in Nederland en Ned. Indië voorko mende ziekten en aandoeningen en de wijze van behandeling. praal een der mooiste volksschouwspe len te Weenen was, zich onttrok aan het gebed in het publiek, wat haar tegen de borst stuitte, vergaf men haar too oft. Traditie was de groote heerscheres. Zij, de keizerin, aldus was aller oordeel paste niet bij het Oostenrijksche hof en het hof liet geen gelegenheid voorbij gaan om haar dit te toonen. Toen na korte vreugde de keizer elders dan bij haar liefdesgeluk zocht, had zij geen ver dediger en stond zij machtelnos. Mach teloos ook tegenover campagnes van kwaadspreken en laster, die zelfs haar, de eenzame, de verlatene, niet ontzien. Doch de groote, moreele catastrophe komt voor haar bij den dood van haar zoon Rudolf, die met de vrouw, die hij lief had den dood zocht. Ieder kent het einde van dit vorstelijk leven en spreekt van het mysterie dat het omsluiert. Zelfs een film heeft in den loop van dit jaar het drama van Mayerling op "het lin nen venster", dus tot de openbaarheid, gebracht. Die dood van den zoon, slacht* offer van dynastieke traditie, roept haar van haar zwerftochten naar Weenen te rug. De keizer, wiens maatlooze ge strengheid a!an traditie en étiquette vastgeklonken, wellicht mede de s Jongens, en meisjesboeken»' Bij de uitgevers Gebr. Kluitman te Alkmaar verschenen de volgende jongens- en meisjesboeken, „Jongens van de evenaar", jongens boek door Walter Tomson. Geïllustreerd door R. van Looy. „Dolly past zich aan", meisjesboek door A. M. Nachenius-Roegholt. Geïllu streerd door Hans Borrebach, „Marjan wereldkampioene". Ver schenen in de meisjes-roman serie, door Helen de Balbian Verster. Geïllustreerd met foto's van L, Blok. - „Kantjil'het dwerghertje, door S. Franke. Geïllustreerd door H. Verstij- nen. Dit boek is uitgegeven in de serie paedagogische boeken, Kantjil het dwerghertje heeft de eeuwen door de fantasie van de Indische menschen be- zig gehouden. Men ziet hem in het bosch tusschen de andere dieren en in de des- sa als kameraadje van een Javaansch meisje. Men heeft de Indische sfeer in dit boek tot uiting laten komen. Over November Bevallen: E C. de Jonge, geb, Mat- thijsse d.; L. C. de Visser geb. De Pag- ter z. Overleden: J. Wijkhuijs, 80 j. echtgen, van P, E. de Prinse. C. Willeboordse, 75 j. weduwnaar van H. Engelsman. Middelburg, 4 December. Op de groentenveiling deden: Witte kool M, Boerenkool 1,52 c.; Molsla 29 c.; Veldsla 812 c.; Spinazie 823 c.; Br. boonen 814 c.; Savoye kool 1,52,5 c.; Roode kool 1,52 c.; Spruiten 5-- 12 c.; Witlof 1115 c.; Schorseneeren 10 c.; Wijnpeën 1,5 c.; Peën 2 c.; Uien 11,5 c.; Kroten K—1,5 c.; Prei 1,52 c. alles per kg. Pieterselie 39 c.; per chip; Peën 3,5 c.; Rapen 1,52 c.; Kro ten 1,52 c.; Selderie 12,5 c,; Ram menas c. alles per bos; Bloemkool 221 c.; Andijvie Vi1 c'.; Knolselde- ry 2,5 c. alles per stuk. Bloemen: Chrysanten 4,55 c. per bos. Druiven: Black Alicante 16 c. per kg. Dec. 7 Zoutelande, Afbraak, Batten. 10 Middelburg, Huizen, v, d. Harst. 15 Goes, Huizen en erven, Jonkers 15 Biggekerke, Huis en land, Loeff. 's Heer Arendsberke, Hofstede, Caron en Jonkers, van geadverteerde of te adverteeren Ver gaderingen, voorstellingen, uitvoeringen ea andere bijeenkomsten. „Genadebrood" en „Wonderer of the Wasteland". 20,00 h., ZO' 15 h. matinée. draagt van den moord en den zelfmoord in 't kleine vorstelijke jachthuis, heeft haar steun noodig; maar al spoedig moet zij ontdekken, dat de ontroering niet diep gaat en dat weldra „de zaak-Ru- dolf" onherroepelijk afgedaan is, „erle- digt" voor het publiek, „erledïgt" voor het hoofd, doch ook voor het hart van den vader. Wat moest door traditie en étiquette, laat geen hooger beroep toe, ook niet van een vaderhart. Toen verliet keizerin Elisabeth Wee nen voorgoed. Zij spreekt de woorden, die het motto hierboven herhaalt, en de rest van haar leven brengt zij wederom door in reizen en zwerftochten. Haar bestaan is omgeven door een droomen- iloers. Zij zoekt te vergeten en vergeten te worden. Dan komt de hand van een moordenaar, den Italiaan Luccheni, wiens anarchisme meende in haar bet type eener gehate heerschersfiguur te dooden, doch die in werkelijkheid de on gelukkigste aller vorstinnen bevrijdde van het-leven, dat haar tot een drukken- den last was geworden. A. J. BOTHENIUS BROUWER.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1936 | | pagina 8