INGEZONDEN STUKKEN.
¥an onze Adverteerders.
BURGERLIJKEN STAND.
iAl&CTIËRIGIITEN.
OM ONZE VLAG.
DIERENBESCHERMING EN
BRIEFGESCHRIEF.
Een veldwachter,
WAAR IS WERK?
Een nieuw Verkade-album.
ONTVANGEN BOEKEN.
Schiphol uitstappen!
Serooskerke (W.)
Verkoopingen - Verpachtingen
in Zeeland.
AGEKDA.
MIDDELBURG.
ZA 5 Dec. St. Nicol. Veldl. Athl, Ver.
„E.M.M"; start en finish, Gem.
Sportterr.
ZA 5 Dec. St. Nic. bal. Danscl. Zeelan-
dia", St. Joris 20,30 h.
ZO 6 Dec
MA 7 Dec. Verg. Medioburgum afd.
Folklore en Dialectzang, De Een
dracht 20,15 h.
GOES.
ZA 5 DecG.
ZO 6 Dcc
MA 7 Dec
BIOSCOPEN.
ELECTRO, Midb. VR 4—DO 10 Dec.s
CITY, Midb, VR 4DO 10 Dcc.:
„De Gevangene van het haaien-
eiland" en „Zij kreeg een man",
20,00 h-, ZO 15 h. matinée. W©
Cinéac-voorstell, 14,30 h.
GRAND THEATER, Goes VR 4—Dl 8
Dec.: „De moord in de Wolken"
en „In de Grafkelder der Pharao's",
20,00 h., ZO 15,00 h. matinée.
Geachte Heer Hoofdredacteur,
Het ligt zeker niet op mijn weg en het
is ook niet mijne bedoeling de door mr.
Wendelaar, het zij in privé, het zij als
Voorzitter van de Liberale Staatspartij
„De Vrijheidsbond", schriftelijk of mon
deling geuite meeningen te verdedigen
of te bestrijden, doch ik begrijp niet, dat,
wanneer U zijn aandr'ngen voor een R.
W. B. vlag, als officieele vlag, noode-
looze drijverij noemt, het geen noode-
looze drijverij zoude zijn indien U en
meer anderen aandrang uitoefenen om
de zgn, „Princevlag" als officieele vlag
in te voeren.
Mij persoonlijk laat het koud of een
vlag rood, groen, paars, geel, blauw of
oranje is of welke kleur of combinatie
van kleuren ook heeft, doch wel be
treur ik het, dat tegenwoordig in Ne
derland twee soorten vlaggen als na
tionale vlag aftrek vinden.
Naar mijne besche'den meening is dit
de schuld van de voorstanders van de
„Princevlag." Toen toch deze personen
enkele jaren geleden tot de meening
kwamen, dat de O.W.B, vlag de voor
keur verdient, hadden zij zeker het recht
propaganda te voeren om deze vlag als
officieele vlag ingevoerd te krijgen,
doch naar mijne meening hadden zij
niet moe'en beg'nnen propaganda te
voeren om deze vlag naast de officieele
vlag (rood, wit, blauw) te gaan uitste
ken, voordat zij door de regeering tot
officieele vlag was verklaard.
Deze personen hebben dit blijkbaar
ook wel gevoeld en zijn toen gaan snuf
felen in oude stukken en hebben ner
gens een wet of Koninklijk besluit of
iets dergelijks kunnen vinden, waarin
de Nederlandsche vlag officieel werd
vastgesteld.
Ik w'l gaarne aannemen dat dit juist
is, doch in de practijk was toch sedert
tal van jaren de eenig gebruikelijke
Nederlandsche vlag: Rood, Wit, Blauw,
al dan niet met Oranjewimpel.
U schrijft tenslotte, dat zonder verbod
om een andere vlag te gebruiken dan
de off'cieele, ook nadat de regeeriir'
voor R. W. B. heeft beslist velen de
O. W. B.. vlag zullen gebruiken. Dit is
ongetwijfeld juist, doch ook wanneer O.
W. B. offi.c'eele vlag wordt, zullen nog
wel meer menschen die nu eenmaal 'n
R. W. B. vlag hebben, deze blijven gfe-
bruiken, en zeker wel to'dat deze ver
sleten is, want men zal niet genegen zijn,
in het algemeen, als men nog een bruik
bare vlag bezit, kosten te gaan maken
om een n:euwe te koopen. Wordt ech
ter de 0. W. B. vlag niet tot officieele
vlag verklaard, dan verkeeren de te
genwoordige gebruikers van deze vlag
wel in een zelfde geval, doch voor hen
zou het m.i. niet zoo erg zijn als zij
voor het aanschaffen van een nieuwe
vlag kosten maakten, want zij hadden,
voordat er zekerheid was, dat die vlag
officieele vlag zoude worden, maar geen
vlag afwijkend van de gebruikelijke moe
ten aanschaffen.
Waarom personen, die de vanouds ge
bruikelijke vlag willen blijven gebruiken
als onnationaal moeten betiteld is mij
geheel onbegrijpelijk. Ik althans gevoel
mij bij het gebruiken van een R. W. B.
vlag geen baar minder nationaal dan
iemand die aan een 0. W. B, vlag de
voorkeur geeft.
M. de Hoofdredacte.ur, laten wij als
goede Nederlanders toch nuchter blijven
en een vraag w^'ce vlag moet worden
gebruikt niet tot een nationaal strijd
vraagstuk opblazen.
Het spijt mij, dat ik voor een m.i. zoo
onbelangrijke quaestie als het gebruik
van een/ vlag zooveel plaatsruimte in
uw blad moet vragen, doch ik acht hel
wel gewenscht, dat tegenover uwe mee
ning ook eens een ander geluid wordt
gehoord.
Dit is wat mij betreft het laatste woord
in deze quaestie.
Met dank voor de opname
Hoogachtend,
H. Doorenbos,
[Het laat ons niet, gelijk mr. Dooren
bos, „koud of een vlag rood, groen,
paars, geel, blauw of oranje is"en,
schoon wij volgaarne toegeven dat er
tientallen quaesties van véél grooter be
lang, bepaaldelijk van grooter materieel
ste teleurstelling in menschen en dingen.
Weenen laat zij achter zich; op de Mid-
dellandsche Zee zal zij tr,achten het ver
loren evenwicht van haar ziel te her
stellen. Aan alle kusten ziet men haar
vaartuig opdoemen en weer verdwijnen.
Zij is zoekende, maar vindt niet, en
de melancholie blijft in en over b,aar.
Alvorens te breken met haar omge
ving gaf zij echter blijk van eene krach
tige, scherpzinnige intelligentie. De
Oostenrijksche dubbel-monarchie door
worstelde moeilijke jaren, waarin -het
voor velen duidelijk werd, dat achter
moeilijkheden in Hongarije, dreigingen in
het tot Oostenrijk behoorende Lombar-
dije, de allerwege zich openbarende cri
ses de eerste aanduidingen verscholen
waren van den ondergang vanhet we
reldrijk. Die politiek vormt den achter
grond, somber en onhe'lspeliend, van
Elisabeth's leven. Zij gevoelt de dreiging
en zij acht zich geroepen Ie waarschu
wen. Voor het volk, in het bizonder
voor de Hongaren is zij een geliefde vor-
st'n, eene „begrijpende", in wie zij
vertrouwen hebben en die in staat is
de volksgunst,, welke zich .terugtrekt,
weer tot den keizer, tot de regeering
belang zijn, toch kunnen wij ook des ge-
achten inzenders woorden„een zoo
onbelagrijke quaestie als het gebruik
van een vlag"niet tot de onze ma
ken. De fe ten' van het heden en de his
torie bewijzen het tegendeel.
Wat deed het Tweede Rijk? Het
schafte 't zwart-wit-rood uit Wilhelms
dagen af en voerde het zwart-rood-
goud als symbool van Weimars grond
wet in. De anfi-republike'nen echter
hielden het oude zwart-wit-rood in eere.
Het Derde Rijk voerde toen de haak-
kruis-vlag in; naar luidt der ber'chten
heeft Hitier er weken over gepeinsd al
vorens deze vlag zoo vast te stellen.
Kon hij zijn tijd niet beter besteden?
vraagt de al-te-nuchfere Nederlander.
Wij vragen echter: hoe werd zekere
schildersknecht in enkele jaren de fac
to tsaar van Du'tschl.and? Toch zeker
niet doordat hij zich met beuzelarijen
ophield, maar omdat en doordat hij den
dieperen zin en de massa-psychologi
sche werking van zulke dingen verstond
en ze meesterlijk manipuleerde!
Men zie naar Spanje: ook d,aar drukt
de verandering in de vlag de verande
ring in inzichten u't: vroeger onder het
Koningschap geel met twee smalle roo-
de strepen, toen, onder de republiek,
de driebaans-vlag me't paars erin, en
nu komt weer de oude aan bod.
Rusland, vroeger: w t-blauw-rood on
der den Tsaar, nu; bloed rood met wit
ten sikkel en hamer als symbool van het
communisme. China: vroeger, onder den
keizer, goud met den draak, nu: de vijf-
baans republikeinsche vlag.
Als reeds meermalen hier betoogd: 'n
vlag is een symbool, en als zoodanig
veel méér dan een gekleurde lap doek.
Nu zij er echter omtrent één ding geen
misverstand. Wij zijn op tal van o.i.
goede, en te dezer plaatse wel meer uit
eengezette, gronden voorstanders van
de oranje-wit-blauwe vlag. Dat is geen
particulier stokpaardje van schrijver de
zes, maar de meening van zeer vele goe
de vaderlanders in den lande, ook in
onze provincie. Schreef b.v. niet de heer
Chr, Hondius te Middelburg ons, n.a.v.
het nu gewraakte hoofdartikel, „weer
met groote instemming ons
pleidooi voor de prinsenvlag" gelezen te
hebben?
Wij achten het 't goed recht van deze
Nederlanders-, voor d't denkbeeld op te
komen. Maar wij erkennen daarnaast
natuurlijk het precies even goede recht
van andere zonder twijfel even goede
Nederlanders, het pleit voor 't röod-wit-
blauw te voeren! Hoe inzender er toe
komt, te onderstellen, dat wij dege
nen, die de R. W. B. vlag willen hand
haven, als on-nationaal zouden be
schouwen, is ons een raadsel: dat heb
ben wij, bij ons weten, n'mmer beweerd
en het is onze meening ook volstrekt
niet.
Ons hoofdartikel „Noodelooze drijve
rij" was gericht tegen den voorzitter van
de liberale Staatspartij De Vrijheidsbond.
Wij erkennen het volste recht van den
parkculieren persoon mr. Wendelaar om*
voor het R. W. B. te zijn; wij achten het
echter, waar ook vele liberalen voorstan
der van het 0. W. B. zijn een grove tac
tische fout van den partijvoor-
zitter, als zood,anig in de Tweede
Kamer in deze zaak, die met het 1 i-
b er ale beginsel geen
steek te maken heeft, partij te kie
zen. Daartegen, en daartegen alleen ging
het ons.
En w,at des geachten inzenders overi
ge opmerkingen aangaat: we hebben de
laatste halve eeuw altijd twee vlag
gen gehad; het 0. W. B, is als princevlag
toch ,a 1 t ij d, zij het vroeger in ge
ring aantal, naast het R. W. B. te zien
geweest in vlaggend Nederland. Maar:
bet oranje was in vroeger jaren meestal
flets-geel en het blauwgrijs grauw-
blauwachtig. Dat was bepaald leelijk en
krachteloos, slap.
Toen kwamen de nieuwe, kleurechte
verven, en daarmee het warme oranje
en het helder blauw. Dit viel ongeveer
samen met de opleving van het natio
naal be^f. Het werd ondersteund door
steeds meer historische feiten. Het
0. W. B. uit te steken werd een toene
mende beweging - niet weerhouden
door het bestaan van een officieele vlag,
wijl, naar bleek, die nimmer was vast
gesteld, en dus niet bestond.
terug te brengen. Zij heeft een fijn be
snaard gemoed; zij is een goede irfoeder
en heeft een open oog voor de schakee
ringen in de karakter harer kinderen.
Het volk weet dat, gevoelt dat en is
haar er dankbaar voor en die dankbaar
heid komt den keizer ten goede. En de
keizer, zelf een zwakke, aarzelende per
soon, luistert soms naar haar. Zij be
weegt hem, althans dringt er bij hem op
aan, de Itakanen milder te behandelen,
den veroordeelden soms genade voor
recht te doen wedervaren.
In Hongarije weet zij dq stem
ming des volks ten goede te doen
keeren, toen in 1866 de oorlog van Oos
tenrijk met Pruisen tot een smadelijke
nederlaag voor de Oostenrijkers werd.
Dit een en ander, dat bij welken vorst
ook creditposten op zijn levensrekening
zouden geweest zijn, hadden haar tot 'n
gelukkige keizerin van Oostenrijk en
koningin van Hongarije kunnen maken,
zoo haar natuur, die eenvoudig was, op
recht, romantisch, onafhankelijk, ruim
en vrij, niet g'estooten was op de onver
schilligheid van en' de verwaarlootzing.
te haren opzichte door den keizer en op
den onwil der keizerin-moeder om haar
eenige medezeggingschap en een eigen
Een regeer ng met den vinger op de
pols van ons volk had toen naar
onze meening moeten doortasten, en
zeggen: er is nu zooveel vóór te zeggen,
zoo weinig tegen, dat we d i t nu
eens en voor al tot Nêerlands vlag ma
ken.
Zóó zien wij de zaak. Een andere visie
s mogelijk. Mr. Doorenbos gaf daarvan
in zijn ingezonden stuk blijk: ook de/e
tegenovergestelde meening verleenden
wij gaarne plaatsruimte. Red.]
Als geregelde lezer van het „Briefge-
schrief", is mij meermalen opgevallen,
dat daarin rake opmerkingen, aangaan
de versche'dene, in het dagelijksch le
ven voorkomende gebeurtenisen, worden
gemaakt.
De briefschrijver van ,28 Nov. nu doet
zich kennen als een echt dierenvriend
en hij laat dan een voorval van een ge
constateerd dierenleed de revue passep-
ren en dan volgen eenige regels, waar
uit blijkt, dat hij een dergelijk dieren
leed ten sterkste afkeurt.
Vervolgens wordt het vervoer van
d'oenders (kippen) en kernienen (konij
nen) naar voren gebracht.
De brief vervolgt dan: „en ,as de veld
wachters 't zie dan bin d'r a vee, die
net doe of ze niks z'e, 't bin toch om-
mers mè oenders of kernienen, Beesten."
Ik kan begrijpen, dat, als men als
dierenvriend zoo'n kwellend d'èrenver-
voer ziet en als dan daarbij een veld
wachter tegenwoordig is, die net doet
of hij niets zie+, men zich dan ergert.
Maar wanneer de briefschrijver-dieren
vriend niet méér heeft gedaan dan thans
de veldwachter (en nog wel in het
meervoud veldwachters) van dergelijke
plichtsverzuimen te beschuldigen, dan
had hij toch be+er gedaan om direct de
vinger op de wonde te leggen; men mag
toch aannemen dat hij getuige
is geweest van het kwellend dierenver
voer, anders had hij niet kunnen schrij
ven dat er „vee veldwachters bin, die
doe of ze niks zie."
De wijze waarop thans veel veld
wachters worden beschuldigd van
pl'chtsverzuim (want dat is het toch als
men als opsporingsambtenaar een straf
baar feit ziet plegen en men doet alsof
men niets ziet) is m.i. niet fa'r.
Voornamelijk nu het dierenmishande
ling betreft, ware het beter geweest om
de betreffende niet-plichtsvervullend-
veldwachter, direct op zijn tekortkomin
gen fe w ij z e n en is men dan niet
bevredigd, dan stelle men zijn superieu
ren met een en ander in kennis. Het w'l
mij voorkomen dat dit meer resultaat zal
hebben dan wat hij Jan de briefschrij
ver thans gedaan heeft!
[Het siert den ge.achten inzender, dat
hij den degen voor zijn aldus aangeval
len beroepsgenooten opneemt, en wij
geven hem derhalve gaarne gelegen
heid zijn grief te uiten.
Toch is, hetgeen hij schrijft, niet ge
heel juist. Als staatsburger en
dierenvriend is inderdaad degene, die
zulk een feit constateert, verplicht op
fe treden zoo als inzender schrijft. M,aar
als journalist of vaste journa
listieke medewerker aan een dagblad
heeft men het recht, desnoods ook zón
der zelf in den aangegeven zin op te
treden, misstanden in de courant, d.i.:
in het openbaar bloot te leggen. Dat is
een deel van de functie der pers in een
vrij land.
Men moet, in zaken als deze, dan
journalist dus van den staats
burger scheiden.
Het spreekt vanzelf, dat men in ge
vallen als deze, waar men een beschul
diging aan het adres van een bepaalde
categorie vier dienst elijke ambtenaren
richt, wel heel erg zeker van zijn zaak
moet zijn; lichtvaardig beschuldigen is
voor den onder bescherming eener re
dactie schrijvenden medewerker patuur-
lijk een doodzonde. Wij nemen echter
aan, dat hetgeen Jan de Smid uit Poel-
durp schreef, op voldoend goede gron
den berustte En: natuurlijk heeft Jan be
doeld: ,.,de goeden niet te na gespro
ken!" Red.]
oordeel, een eigen begrip toe te ken
nen. In voortdurend conflict zien we
die natuur met alles, wat haar verbinte
nis met den keizer haar opdrong. Ze was
in de eerste jaren van haar huwelijk
voor haar omgeving niet anders dan de
onmondig gehouden voortbrengster van
nieuwe loten aan de dynastie; niet zij,
de wettige keizerin-koningin, maar de
keizerin-moeder, aartshertogin Sophie,
had gezag en oefende autoriteit. Deze,
die geschilderd wordt als een doordrij
vende, hardnekkige, eerzuchtige vrouw,
stond vijandig tegenover de fijne, gees
telijk nobele natuur der onge keizerin.
Aan het hof te Weenen was alles, wat
deze deed, reden tot ergernis. Zij las
veel, maar noch het lezen, noch de in-
tellectueele lectuur, die zij zich koos,
vonden genade in de oogen van het hof.
Men vergaf haar niet, dat zij, meer dan
de oude hofdames gewend waren en
noodig vonden, zorg besteedde aan haar
lichaam en na de geboorte harer kinde
ren trachtte haar slankheid te bewaren;
zelfs het feit, dat zij eerst een dochter
en pas daarna een zoon ter wereld- had
gebracht, werd haar als een grief aan
gerekend. En dat zij op Sacramentsdag,
welks viering met militaire pracht en
De districts-Arbeidsbeurs voor de ge
meenten tusschen Ooster- en Wester-
Schelde, zendt ons de volgende aan
vragen:
Binnenland..
NIJMEGEN: zeer bekwaam auto- en
motormonteur, zoowel practisch als
theoretisch deskundige op dit gebied;
moet in het bezit zijn van de desbetref
fende diploma's, om aangesteld te wor
den als agent van politie, leeftijd 2330
jaar, aanvangsalaris f 1500, in de sollici
tatie moet vermeld worden opgaaf van
lengte.
VENLO: meesterknecht voor matras-
senafdeeling' in meubelzaak, moet vol
komen met het vak op de hoogte zijn en
met de leiding van het binnenbedrijf van
bovenmatrassen met veerwerk, alsmede
andere vullingen (zeegras, wol, kapok),
liefst boven 30 jaar. arbeidstijd volgens
arbeidswet, dad. loon n.o.t.k, (naar ge
lang van bekwaamheid) bij gebleken ge
schiktheid voor vast, opzeggingstermijn
1 maand; alleen sollicitanten komen in
aanmerking, die als meesterknecht in 'n
dergelijk bedrijf werkzaam zijn geweest.
ROTTERDAM: bekwaam glasblazer
(Neonwerk); leeftijd ca. 35 jaar; loon
n.o.t.k. reiskosten worden bij oproeping
voor de helft vergoed,
EINDHOVEN: 2 eerste klas verwar-
mings-monteurs, dad. 7075 cent per
uur, voor vast, prima zelfstandige wer
kers, anders onnoodig' te solliciteeren.
Aanbiedingen uitsluitend aan de plaat
selijke organen der Arbeidsbemiddeling.
De Verkade-albums genieten een groo
te bekendheid, zoowel door hun rijken
'nhoud als door de fraaie uitvoering van
het geheel. Het zoo juist verschenen
nieuwe album „Waar wij wonen'"', door
dr. J,ac. P, Thijsse, maakt hierop geen
uitzondering. Het album bevaf een in
teressante verhandeling over het Hol-
landsche landschap, z'n ontstaan en ont-
wikkel'ng. Dr. Thijsse vrtelt op de hem
eigen wijze van het ontstaan der duinen,
over plassen en vennen. Telkens brengt
hij, een ander deel van het natuurleven
binnen onzen gezichtskring en hij geeft
voorts een boeiende beschrijving van
Zu'd-Limburg.
Toch is er een nieuw element in dit
album gelegen. En wel het feit dat de
bekende kleine plaatjes zijn vervangen
door uitsluitend platen van groot for
maat; 15 van de 27 zelfs van een heele
pag'na. Zoo wordt dus bijna iedere
bladzijde als 't ware een prachtige aqua
rel van dichtbegroeide duinen, groote
rivieren, een eenzame heideplas, hoog-
opgaande populieren en zoo meer wat
er aan naturschoon in ons land te vin-
de is. De schilders J. Voerman Jr., C.
Rol en H. Rol hebben .aantrekkelijke
aquarels gemaakt.
In het bij Scheltens en Giltay te
Amsterdam uitgegeven boek „Schip
hol uitstappen"! vertelt de K.L.M', ste
wardess Hilda Bongertman haar ervarin
gen die zij in dit nieuwe beroep als lucht-
stewardess heeft opgedaan. De schrijf
ster vertelt min of meer uitvoerig welk
een opleiding er aan voorafgaat voordat
men geschikt wordt geacht tot luchtste-
wardess en welke eischen men stelt.
Op onderhoudende wijze verhaalt mej.
Bongertman wat haar werkzaamheden
zijn in de cabine van de Douglas, schil
dert het mooie voor oogen van hetgeen
uit het vliegtuig te genieten valt en be
schrijft tenslotte haar passagiers die zij
onder haar hoede krijgt toevertrouwd
Het boek is geïllustreerd.
Bij den uitgever Jacob Dijkstra te
Groningen is de eerste aflevering
verschenen van „Geneeskundige hulp"
een populair geneeskundig en hygiënisch
handboek samengesteld door dr. J. Me-
bius. Dit werk dat in 12 afleveringen zal
verschijnen bevat in de alfabetische
volgorde een beschrijving van vrijwel al
le in Nederland en Ned. Indië voorko
mende ziekten en aandoeningen en de
wijze van behandeling.
praal een der mooiste volksschouwspe
len te Weenen was, zich onttrok aan het
gebed in het publiek, wat haar tegen de
borst stuitte, vergaf men haar too oft.
Traditie was de groote heerscheres. Zij,
de keizerin, aldus was aller oordeel
paste niet bij het Oostenrijksche hof
en het hof liet geen gelegenheid voorbij
gaan om haar dit te toonen. Toen na
korte vreugde de keizer elders dan bij
haar liefdesgeluk zocht, had zij geen ver
dediger en stond zij machtelnos. Mach
teloos ook tegenover campagnes van
kwaadspreken en laster, die zelfs haar,
de eenzame, de verlatene, niet ontzien.
Doch de groote, moreele catastrophe
komt voor haar bij den dood van haar
zoon Rudolf, die met de vrouw, die hij
lief had den dood zocht. Ieder kent het
einde van dit vorstelijk leven en spreekt
van het mysterie dat het omsluiert. Zelfs
een film heeft in den loop van dit jaar
het drama van Mayerling op "het lin
nen venster", dus tot de openbaarheid,
gebracht. Die dood van den zoon, slacht*
offer van dynastieke traditie, roept haar
van haar zwerftochten naar Weenen te
rug. De keizer, wiens maatlooze ge
strengheid a!an traditie en étiquette
vastgeklonken, wellicht mede de s
Jongens, en meisjesboeken»'
Bij de uitgevers Gebr. Kluitman te
Alkmaar verschenen de volgende
jongens- en meisjesboeken,
„Jongens van de evenaar", jongens
boek door Walter Tomson. Geïllustreerd
door R. van Looy.
„Dolly past zich aan", meisjesboek
door A. M. Nachenius-Roegholt. Geïllu
streerd door Hans Borrebach,
„Marjan wereldkampioene". Ver
schenen in de meisjes-roman serie, door
Helen de Balbian Verster. Geïllustreerd
met foto's van L, Blok.
- „Kantjil'het dwerghertje, door S.
Franke. Geïllustreerd door H. Verstij-
nen. Dit boek is uitgegeven in de serie
paedagogische boeken, Kantjil het
dwerghertje heeft de eeuwen door de
fantasie van de Indische menschen be-
zig gehouden. Men ziet hem in het bosch
tusschen de andere dieren en in de des-
sa als kameraadje van een Javaansch
meisje. Men heeft de Indische sfeer in
dit boek tot uiting laten komen.
Over November
Bevallen: E C. de Jonge, geb, Mat-
thijsse d.; L. C. de Visser geb. De Pag-
ter z.
Overleden: J. Wijkhuijs, 80 j. echtgen,
van P, E. de Prinse. C. Willeboordse,
75 j. weduwnaar van H. Engelsman.
Middelburg, 4 December. Op de
groentenveiling deden: Witte kool M,
Boerenkool 1,52 c.; Molsla 29 c.;
Veldsla 812 c.; Spinazie 823 c.; Br.
boonen 814 c.; Savoye kool 1,52,5
c.; Roode kool 1,52 c.; Spruiten 5--
12 c.; Witlof 1115 c.; Schorseneeren
10 c.; Wijnpeën 1,5 c.; Peën 2 c.; Uien
11,5 c.; Kroten K—1,5 c.; Prei 1,52
c. alles per kg. Pieterselie 39 c.; per
chip; Peën 3,5 c.; Rapen 1,52 c.; Kro
ten 1,52 c.; Selderie 12,5 c,; Ram
menas c. alles per bos; Bloemkool
221 c.; Andijvie Vi1 c'.; Knolselde-
ry 2,5 c. alles per stuk.
Bloemen: Chrysanten 4,55 c. per
bos.
Druiven: Black Alicante 16 c. per kg.
Dec.
7 Zoutelande, Afbraak, Batten.
10 Middelburg, Huizen, v, d. Harst.
15 Goes, Huizen en erven, Jonkers
15 Biggekerke, Huis en land, Loeff.
's Heer Arendsberke, Hofstede,
Caron en Jonkers,
van geadverteerde of te adverteeren Ver
gaderingen, voorstellingen, uitvoeringen ea
andere bijeenkomsten.
„Genadebrood" en „Wonderer of
the Wasteland". 20,00 h., ZO'
15 h. matinée.
draagt van den moord en den zelfmoord
in 't kleine vorstelijke jachthuis, heeft
haar steun noodig; maar al spoedig moet
zij ontdekken, dat de ontroering niet
diep gaat en dat weldra „de zaak-Ru-
dolf" onherroepelijk afgedaan is, „erle-
digt" voor het publiek, „erledïgt" voor
het hoofd, doch ook voor het hart van
den vader. Wat moest door traditie en
étiquette, laat geen hooger beroep toe,
ook niet van een vaderhart.
Toen verliet keizerin Elisabeth Wee
nen voorgoed. Zij spreekt de woorden,
die het motto hierboven herhaalt, en de
rest van haar leven brengt zij wederom
door in reizen en zwerftochten. Haar
bestaan is omgeven door een droomen-
iloers. Zij zoekt te vergeten en vergeten
te worden. Dan komt de hand van een
moordenaar, den Italiaan Luccheni,
wiens anarchisme meende in haar bet
type eener gehate heerschersfiguur te
dooden, doch die in werkelijkheid de on
gelukkigste aller vorstinnen bevrijdde
van het-leven, dat haar tot een drukken-
den last was geworden.
A. J. BOTHENIUS BROUWER.