HONIG'S BOUILLONBLOKJES 6 voor lOct. DE GOUDEN RAT KRONIEK van den DAG. NATIONAAL-TARIEF TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 5 DECEMBER 1936. No. 288. PAUL TRENT, De vaste gulden. j LEVENSVERZEKERING-BANK (Ingez. Med.) (Ingez. Med.) Hoe een voorvader van Prins Bernard Heer van Kloetinge werd. 1 v"!" :i ;'l •-•■ i t;xx Het constitutioneele conflict in Engeland. Het is niet de eerste maal in de ge- sch edenis der volken en hun koningen en keizers, dat een kroondragend schep sel voor een conflict tusschen zijn parti culiere natuurlijke verlangens en zijn monarchale verantwoordelijkheden komt te staan. Wat Edward VIII van Engeland ihans beleeft is de nieuwste lezing van een oud verhaal. Dichters hebben de zaak bezongen, tooneelschrijvers her schiepen haar tot dramatische verbeel dingen en historiografen wijidden er ernstige verhandelingen aan. Ze is zoo boeiend, deze zaak, omdat er zulke ele mentaire aandoen'ngen van het men- schelijk wezen aan ten grondslag liggen. Geruchten over koning Edward's moeilijkheden werden weken geleden reeds openlijk in de Amerikaansche pers besproken. Men is aan de overzijde van den oceaan minder terughoudend in aangelegenheden als deze dan in Euro pa. Eerst toen het geval te evident werd, om nog langer ui erst bedenkelijke praatjes in Engeland zelf den kop ie kunnen indrukken, gaf men het ook hier aan de openbaarheid prijs. De Engelsche regeering is van mee ning, dat een huwelijk tusschen Edward VIII en mevr. Simpson onberekenbare schade aan het koninklijk gezag zou toe brengen. Die opvatting houdt ongetwij feld verband met de bijzondere betee- kenis, welke het koningschap voor het grooté Brtsche imperium heeft. De staatkundige banden tusschen Engeland en de autonome dominions (Canada, Z. Afrika, Australië etc.) worden door 't koningschap bepaald. Engeland heeft zoo goed als geen zeggenschap meer in deze voormalige koloniën. Maar er wordt een besef van saamhoorigheid le vendig gehouden door het feit, dat men een gemeenschappelijken koning bezit. De const'tutioneele macht van den vorst strekt zich over het geheele Britsche imperium uit. Het spreekt v,an zelf, dat deze band van eenigszins broze makelij is. Wan neer de regeer'ng van een der domini ons het vandaag of morgen in hag.r hooiu mocht halen, den Engelschen ko ning te „onttronen", zou Engeland zich daarbij waarschijnlijk moeten neerleg gen; Het is althans vrijwel ondenkbaar, dat het dan een expeditie zou uitrusten om het desbetreffende gebied te hero veren. Voor de Engelsche regeer:ng moet er uit dezen hoofde alles aan ge legen zijn, de koninklijke waardigheid zoo ongerept mogelijk te bewaren. De glans v.an het koningschap is de koeste rende zön, welke de eendracht van het Britsche imperium levend moet hou den. Het verzet van de Engel#che regee ring tegen het huwelijk van koning Ed ward met mevr. Simpson is hiermede intusschen niet volkomen verklaard. Wij leven in een tijd, waarin een echtver bintenis van een koning met een niet- adellijke vrouw heel anders wordt be schouwd dan in een nog tamelijk recent verleden. Een vorst kan zich tegenwoor dig ten deze meer veroorloven dan vroe ger, zonder aan zijn koninklijke waar digheid tekort te doen. Voorwaarde is dran echter, dat het voorwerp zijner keu ze, gemeenzaam gezegd; van on besproken gedrag is. Hier nu komen we aan het pijnlijke in de zaak van kon;ng Edward. Mevr. Simpson voldoet in de oogen der Engelsche regeering en van de Engelsche openbare meening aan deze voorwaarde ten eenenmale niet. Zij is reeds tweemaal gehuwd ge weest; haar beide voormal'ge echtge- nooten zijn nog in leven. De „Times" het deftige Londensche blad heeft het gisteren ronduit gezegd: had de koning zijn zinnen gezet op een jonge vrouw, op wie niets aan te merken ware ge weest, hoe eenvoudig overigens, dan zou het Engelsche volk zich van harte verheugd hebben over zijn voornemen, om te huwen. Een vrouw echter die twee echtscheidingen doormaakte, acht het Engelsche volk als echtgenoote van 91). naar h«t Eng.Uch va* „Hij is dood", fluisterde Bill „Wat is er met den groothertog?" vroeg Peggy en ging rechtop zitten. Jane stond op en ging vlug naar haar toe, „Er is slecht nieuws, Peggy. Het is hem niet gelukt aan land te komen. Hij is verdronken". Peggy sprak geen tvoord. Haar gezicht •verstrakte zich en haar boezem ging snel op en neer. Al had zij hem nu niet meer lief, zoo was zij toch jaren lang zijn ge zellin geweest en hij had haar altijd met achting behandeld en. zich zeer edel moedig tegenover haar gedragen. Maar zij kon geen verdriet veinzen, dat zij niet gevoelde. Grafton had blijkbaar verstaan wat er gezegd was, want hij riep Peggy bij zich, die eenigszins verbaasd naar hem toe kwam. Jem klonk zoo zwak, dat zij zich over hem heen moest buig< om zijn woorden op te vangen. „Ik waardeer uw houding, miss Fayr- Financieel economisch weekoverzicht. Disconio-veiiaging der Ned. Bank. Naar een verdere ver- hooging van den rubber-uit voer? Ongeanimeerde stem ming op de aandeelenmarkt. Uit de koersontwikkeling van den gulden, sinds de deviezenhandel in eenigszins rustigere banen is komen te verkeeren, mag wel worden geconclu- deerd, dat degenen, die een verderen j val van den gulden voorspeld hadden, wel buitengewoon voorbarig waren ge weest. Nog altijd doen zich bijzondere factoren gevoelen, welke op de koers- vorming van invloed zijn; deze moeten eerst uitgewerkt hebben, alvorens met eenige mate van zekerheid kan worden gezegd, wat nu eigenlijk het „natuurlijke niveau" van den gulden is. Het zou ech ter al heel vreemd moeten loopen, in dien dit veel lager zou blijken te zijn dan het peil, waarop het Egalisatie-fonds den gulden voorloopig gefixeerd schijnt te hebben. De deviezenmarkt verdiscon teert dit vooruitzicht door een gestadi ge daling der termijn-noteeringen voor buitenlandsche valuta's ten opzichte van den gulden. Het agio voor één-maands- ponden is nagenoeg verdwenen; drie maands-ponden doen nog een agio van 2 a 4 ets, terwijl eenige weken terug, bij een hoogeren contanten guldens- koers, het agio nog 15 a 20 ets. be droeg. De gunstigere beoordeeling van de verdere koersontwikkeling van den gulden leidt er toe, dat vroeger aange gane internationale baisse-posities thans geleidelijk worden afgewikkeld. Zoo langzamerhand dringt de overtui ging' door, dat 't weinig doel heeft, zul ke posities langer aan te houden, omdat er toch geen kans op winst uit hoofde van een verdere koersdaling van den gulden bestaat. Deze dekkingsaankoo- pen vormen een der hierboven bedoelde bijzondere factoren, welke voor de vaste stemming van den gulden verant woordelijk zijn. Tegelijkertijd heeft zich ook meer vraag naar guldens ontwik keld van de zijde dergenen, die hun buitenlandsch tegoed, voortspruitende uit handelstransacties e.d. tot dusverre wegens de heerschende onzekerheid nog hadden aangehouden, maar dit thans in guldens gaan omzetten. Ook overigens is er een gestadige te rugvloeiing van naar het buitenland overgebracht kapitaal waar te nemen, al is de omvang hiervan nog niet in overeenstemming met de geweldige be dragen, die door ons land op verschil lende markten, voornamelijk echter in de Ver. Staten, zijn uitgezet. Van den totalen kapitaalinvoer in de Ver. Staten in de eerste negen maanden van dit jaar ad 2.281 millioen dollar kwam bij na 195 millioen dollar of 8 uit Neder land. Deze bedragen werden grooten- deels in Amerikaansche effecten belegd, die, zoolang de vooruitzichten in de Ver. Staten nog gunstig blijven, slechts zeer aarzelend ten gelde worden gemaakt. Eerst wanneer de toestand in Amerika minder bevredigend mocht worden, resp. wanneer de politieke en economi sche verhoudingen in Europa optimisti scher opvattingen wettigen, zal een te rugvloeiing van in de Ver. Staten uitge zet kapitaal op groote schaal kunnen inzetten. Reeds thans is in Amerika de vraag aan de orde gesteld, welken in- -v ■■■■■- f ROTTERDAM (MET OPVOEOINQSRENTE) Voor ƒ124,80 's-jaars verzekert 30-jarige ƒ6000,— kapitaal plus ƒ600,— opvoedingsrente zijn koning onduldbaar, want: in tegen spraak met de koninklijke waardigheid; de koninklijke waardigheid, die (gelijk hierboven uiteengezet) van zoo eigen aardige beteekenis, is voor het geheele Britsche imperium. vloed zoo'n eventueele afvloeiing van kapitaal, resp. van goud,, op de mone taire en economische verhoudingen in de Ver. Staten zal kunnen uitoefenen. De Nederlandsche Bank, die langen tijd geaarzeld had, om door een verde re verlaging harer rente-tarieven deze aan te passen aan den lagen stand der geldkoersen op de open markt, is daar toe thans overgegaan. Een eventueele daling van den guldenskoers als gevolg van eenige afvloeiing van geld uit ons land wegens het lage niveau der geld koersen zou geen reden tot bezorgdheid meer behoeven te geven; het streven van het Egalisatie-fonds, om een stijging van den gulden tegen te houden, zou er alleen door kunnen worden vergemak kelijkt. Op de fondsenmarkt heeft de verdere verlaging van het-disconto tot het zeld- zahm lage niveau van 2 nagenoeg geen invloed gehad. De stemming was ongeanimeerd en de koersen liepen over de geheele linie terug, hoewel het ook thans nog niet tot omvangrijke verkoo- pen is gekomen. Op politiek gebied hebben zich weliswaar geen nieuwe ernstige verontrustende verschijnselen voorgedaan, maar een verbetering is evenmin te constateeren. In verband hiermede toont zoowel het publiek als de beroepshandel zich weinig geneigd, nieuwe engagementen aan te gaan, het geen tot gevolg heeft, dat zelfs een ge ring aanbod tot eep koersdaling leidt. Zelfs rubberaanaolelen ondervonden hiervan den invloed, ondanks de aan houdend gunstige stemming op de rub- bermarkt te Londen en de zeer bevredi gende ontwikkeling van de statistische positie van het product. Er is zelfs spra ke van, dat deze laatste het Rubber Restrictie-Comité aanleiding zal geven, om op haar—half December te houden vergadering terug te komen op het be sluit waarbij het restrictie-percentage voor het eerste halfjaar van 1937 op 30 was vastgesteld. De groote vraag naar rubber en de verdere daling van de voorraden .schijnen een verhooging van den rubber-uitvoer uit de productie gebieden niet alleen wenschelijk, maar zelfs noodzakelijk te maken, indien men tenmiste een scherpe prijsstijging wil voorkomen. Voor een wijziging van het restrictie-percentage reeds met ingang van 1 Januari doen zich echter practi- sche bezwaren voqr, omdat de uitvoer- licenties voor het nieuwe jaar op 17 De cember zouden worden uitgereikt en een verandering der cijfers een onge- wenschte vertraging zou veroorzaken. Derhalve meent men in rubberkringen, dat een eventueele verhooging van het exportquotum eerst in het tweede kwartaal zou kunnen ingaan. Voor de Ned. Indische rubberondernemingen zijn de vooruitzichten in elk geval gunstig; öf het uitvoerquotum wordt niet ver hoogd, en de rubberprijs stijgt verder; öf de productie mag wel worden ver groot, en de hierdoor veroorzaakte ver mindering der productie-kosten per eenheid vormt een voldoende compen satie voor een gelijkblijvenden of zelfs iets lageren verkoopsprijs. Tabaksaandeelen lagen eveneens ge drukt in de markt; een interessante be spreking van de firma Ingwersen Co., van het gunstige financieele resultaat der vier groote Sumatra-tabaksonder- nemingen heeft op de markt slechts wei nig weerklank gevonden; blijkbaar acht te men het voldoende in de koersen verdisconteerd. Voor de Deli Mij. wordt de bruto-winst op tabak geraamd op 5.57 millioen tegen 2.96 millioen vorig jaar, voor de Deli Bat. Mij. op 1.58 tegen 0.27 millioen, voor de Senembah op 1.84 tegen 1.10 mil lioen en voor de Arendsburg op 1.77 tegen 0.76 millioen. Hierbij komen dan nog de winsten op de rubberbelan gen en de bijcultures, van welke de palmolie-belangen der Deli Mij. en de copra-belangen der Senembah vermei ding verdienen. De suikerafdeeling werd in haar ge heel ongunstig beinvloed door een koersdaling van Koloniale Bank, op ge ruchten over een binnenkort te verwach ten financiëele reorganisatie, met af stempeling der aandeelen tot 50 Of de reorganisatie, die in elk geval komert moet, inderdaad zóó ingrijpend zal zijn, nu de waarde der cultuurbelangën van de Koloniale Bank door de verbetering der suikerprijzen gestegen is, moet worden afgewacht. De directie wensch- te zich dienaangaande niet te uiten. Koninklijke Petroleum, die op Parij sche vraag waren gestegen, zijn later eveneens teraggeloopen en ook in- dustriëele waarden waren jneerendeels aangeboden. Unilever werden ex 214 interim-dividend verhandeld. Hieronder volgt een overzicht van het koersverloop: A'dam-Rubber 27526826914 Deli Bat. Rubb. 166*4—16114—-163 Serbadjadi 1291412614—128 Dpli Bat Mij. 23514—233—235% Deli Mij. 301—294—298 Senembah 25714 25914 255260 H.V.A. 41814—426—417—419 Javasche Cult. 173 165 Kol. Bank 72—62—70—6614 Kon. Petr. 400—40314—39214—39414 Philips 26714—270—26114—26514 Unilever 1601415414 ex div. Jhr. J. van Vredenburch, vertegen woordiger van de K.N.A.C. in de bij be schikking van den minister van water staat van 2 Juli 1929, ingestelde com missie, aan welke is opgedragen te on derzoeken, welke aan redelijke eischen beantwoordende verbetering in het ver keer tusschen de Zeeuwsche eilan den, Zuid-Holland en Noord-Brabant on derling behoort te worden aangebracht, zoowel wat betreft de veerverbindingen als de daarbij aansluitende hoofdwegen, is bij beschikking van den minister van waterstaat, op zijn verzoek van zijn lid maatschap ontheven en in dezelfde hoe danigheid is tot lid benoemd ir. Tj. Houtsma te 's-Gravenhage. field. De meeste vrouwen zouden in tra nen uitgebarsten zijn. U bent tenminste eerlijk. Wij weten natuurlijk allemaal in welke verhouding u tot hem gestaan heeft en u had ons aller sympathie. U was zijn vrouw en toch niet zijn vrouw en ik feliciteer u met uw herwonnen vrijheid" en zei hij, met een sardonisch lachje. Peggy werd vuurrood, want zij wist dat deze man, die blijkbaar aan den rand van het graf stond, de waarheid sprak. Jane had gehoord wat Grafton gezegd had en begreep Peggy's gevoe lens volkomen, „Let niet op zijn woorden. Hij weet niet goed meer, wat hij zegt", fluisterde zij, terwijl zij Grafton een verwijtenden blik toewierp, Zij begaf zich naar het venster en keek naar de langzaam vorderende sloep van de Shrike. De golven waren niet meer zoo hoog als zij geweest waren, maar toch indrukwekkend genoeg. Als alles goed ging, zouden zij spoedig den oever bereiken, dus verliet zij de hut, na bij de deur Grafton nog even toege- wuift te hebben, en begaf zich naar den waterkant. Spoedig geraakte de sloep in de branding. Ralph zat aan het roer en de mannen klaar om te roeien, wach ten op zijn bevelen. Toen kwam er een hooge golf aanrollen en toen deze de boot genaderd was, trokken de roeiers uit alle macht aan de riemen. De boot werd door de golf opgeheven en bereik te veilig den oever. De mannen sprong en er snel uit en sleepten haar op de rotsen. Desbrook en de dokter stapten er uit ,en Bill nam den dokter onmiddellijk mee naar de hut. Ralph nam Jane in zijn armen, maar het duurde eenig'en tijd voor zij kon spreken, daar zij in snikken was uitge barsten. De spanning van de laatste uern barsten, De spanning van de laatste uren kracht vond om zich te beheerschen. Ralph klemde haar vast in zijn armen en fluisterde haar troostwoordjes in. Eindelijk was zij in staat om hem te ver tellen wat er allemaal gebeurd was en zij liet niet na, Graftons moed hoog te prijzen. Zij vertelde hem ook, dat de groothertog verdronken was. Bij deze mededeeling ontsnapte Ralph een uit roep van verbazing. „Wel verduiveld!" zei hij, half luid, waarna hij hardop tegen Jane zei: „La ten we nu maar naar de hut gaan. Ik zou dat nieuws graag naar de Shrike sei nen". „Waarom?" vroeg Jane nieuwsgierig. „Heb je niet gemerkt, dat Carruthers dolverliefd is op Peggy Fayrfield? Hij is gek van angst geweest over haar en ik heb de grootste moeite gehad om hem tot kalmte te brengen". „Ik vind het eigenlijk niet noodig om het hem dadelijk te vertellen. Er is toch geen haast bij. En ik vind het niet kiesch dat nu dadelijk te doen, terwijl er zoo veel andere dingen zijn, die onze aan dacht opeischen". „Je hebt gelijk liefste. Maar sedert ik weet, hoe die geschiedenis in elkaar zit, sta ik geheel aan de zijde van Carrut hers, en niet aan die van den groother tog. Om het maar eens ronduit te zeg gen, zijn dood is eigenlijk een opluch ting en daar ik Carruthers' gevoelens ken, wilde ik het hem natuurlijk zoo gauw mogelijk laten weten. Maar je hebt gelijk, wij moeten nu in de eerste plaats aan Grafton denken. Wat moet er met hem gebeuren?" „Daar hoef je je geen zorgen over te maken, denk ik", antwoordde Jane, op 'ernstigen toon. „Hij heeft niet lang meer te leven. Hij is ten doode opgeschre ven". „Dat spijt mij Ontzettend. Ik ben hem grooten dank verschuldigd voor wat hij De heer P. J. van der Feen Jr. te Dom burg schrijft ons: De Raad der gemeente Kloetinge be sprak onlangs hei plan een straat naar Prins BernRard te noemen. Wie hgt eerst op dit denkbeeld gekomen is, heeft een goede ingeving gehad. Kloe- t'nge heeft meer dan eenige andere plaats in Zeeland reden 't huis Lippe al dus te gedenken, wan; van 1686 tot 1701 behoorde de Heerlijkheid Kloetinge aan het Grafelijk huis van Lippe (dat toen nog geen Vorstendom was). Het Ambacht Kloetinge in Zuid-Be veland kwam oudtijds aan de bekende familie van Borsselen toe, totdat het door huwelijk van Margriet van Bors selen met Walraven van Brederode (t 1531) op dit niet minder roemruchte geslacht overging. Onder de goederen der Brederode's waren de Landen van Vianen de belangrijkste, mede door de groote mate van staatkundige onafhan kelijkheid van dit gebied. Onder hunne overige goederen was ook Kloetinge, waarvan hun verreweg de grootste por tie met den Heerlijken titel toekwam, van beteekenis. De laatste mannelijke telg van dit geslacht, Wolferd van Bre derode, Vianen, Ameide, Kloetinge enz, overleed in 1679. Eenig erfgenaam zijner titels, bezittingen en schulden w,as zijne zuster Hedwig Agnes, het Fraulijn van Brederode, zooals zij in de stukken van dien tijd dikwijls genoemd wordt, Hoe de finantieele toestand van het Fraulijn, al of niet ten gevolge dezer erfenis, was, blijkt uit het volgende (ont leend aan mr. P. van Meurs.) Residee- rende in haar voorvaderlijk kasteel Ba- testein te Vianen ontbood Hare Genade in 1682 overhe'dspersonen dezer stad bij zich en verzocht hun 12,000 gulden op het crediet v,an de stad voor haar te financieren, omdat „sy benodicht was om geit en geen crediet hadde". Zij scheen in deze moeilijke omstandighe den den steun te hebben van een in- tiemen vriend, een hooggeplaatst amb tenaar in de Republiek, die reeds tij dens het leven van haar broer Wolferd „seer famil'aerlyck den Huyse van Bre derode hééft gefrequenteert, so in Den Hage als tot Vianen en elders". Toen het Fraulijn in 1684 overleden was, maakte deze vriend aanspraak op een legaat van 150,000 gulden, benevens 67,000 gulden, die hij haar onder hypo theek op Vianen zou geleend hebben, en over hem wordt getuigd: „hij hijft de Frelle van Brederode uytgemergelt tot de leste stuyver toe". Haar neef en een g erfgenaam Karei Aemilius Graaf v.an Dohna was zoo verstandig de erfenis slechts onder beneficie van inventaris te aanvaarden. In de beschrijv'ng van hare nagelaten roerende goederen, die in het kasteel te Vianen werden aan getroffen, vindt men herhaaldelijk Kloe tinge genoemd, bijvoorbeeld: „In het torentje op de tafel bevonden: een doos; met papieren aengaende de heerlicheyt van Cloetingen"; „in een lanckwerpigej vuere kist, staende onder den schoor steen: No. 6 een klein vierkant groen kisje met eenige verlijen van Cloetingen en anders." In 1686, nog vóórdat de ingew kkelde nalatenschap van het Fraulijn beredderd was, sneuvelde Karei Aemilius van Doh na bij de belegering van Boeda-Pest en twee weken later bij hetzelfde krijgs bedrijf zijn broeder Diederik, die hem had moeten opvolgen. In dat zelfde jaar dus gingen de Nederlandsche bezittingen Vianen en Kloetinge over op hunne zuster Aemilia van Dohna, gehuwd met Simon Hendrik, „regeerenden Grave van der Lippe" te Detmold. Terloops zij eraan herinnerd, dat wij hier een der vele familiebetrekkingen tusschen de huizen Nassau en Lippe aantreffen, want Karei Aemilius met zijn broeder en zus ter stamden af van Jan van Nassau, den oudsten broeder van Prins Willem I. Uit het bovenstaande blijkt genoeg zaam, dat het geen voordeelige erfenis voor jou gedaan heeft, Jane, maar mis schien is deze oplossing toch nog wel de beste, want ik geloof niet dat ik het over mijn hart zou hebben kunnen ver- verkrijgen om hem, na alles wat hij ge daan heeft, nog aan de „Witten' uit te leveren. Laten we naar de hut gaan en zien wat de dokter te zeg'gen heeft". Zij klommen hand in hand naar boven er werd niet meer gesproken, voor dat zij de hut bereikten. De dokter bleek klaar te zijn met zijn onderzoek en Ralph wenkte hem buiten te komen. „Een onmiddellijke operatie is het eenige wat redding zo"u kunnen brengen en de kans dat hij die goéd doorstaan zou, is zeer gering. Als hij weet wat hij wil, zal ik hem een spuitje geven. Hij moet zelf maar beslissen, vind ik", zei de dokter. „Is de kans dat de operatie lukken zal, maar zoo klein?" vroeg Ralph be zorgd. „Zeer klein. Als hij een broer van mij was zou ik hem onder de morphine hou den totdat hij stierf. Er bestaat een groo te kans, als wij de operatie wagen, hij de narcose niet zal overleven. Zal ik hem den toestand duidelijk maken?" (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1936 | | pagina 5