HONIG'S BOUILLONBLOKJES 6 voor lOct.
DE GOUDEN RAT
KRONIEK van den DAG.
NATIONAAL-TARIEF
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN ZATERDAG 5 DECEMBER 1936.
No. 288.
PAUL TRENT,
De vaste gulden. j
LEVENSVERZEKERING-BANK
(Ingez. Med.)
(Ingez. Med.)
Hoe een voorvader van Prins
Bernard Heer van Kloetinge
werd.
1 v"!"
:i ;'l •-•■ i
t;xx
Het constitutioneele conflict in
Engeland.
Het is niet de eerste maal in de ge-
sch edenis der volken en hun koningen
en keizers, dat een kroondragend schep
sel voor een conflict tusschen zijn parti
culiere natuurlijke verlangens en zijn
monarchale verantwoordelijkheden komt
te staan. Wat Edward VIII van Engeland
ihans beleeft is de nieuwste lezing van
een oud verhaal. Dichters hebben de
zaak bezongen, tooneelschrijvers her
schiepen haar tot dramatische verbeel
dingen en historiografen wijidden er
ernstige verhandelingen aan. Ze is zoo
boeiend, deze zaak, omdat er zulke ele
mentaire aandoen'ngen van het men-
schelijk wezen aan ten grondslag liggen.
Geruchten over koning Edward's
moeilijkheden werden weken geleden
reeds openlijk in de Amerikaansche pers
besproken. Men is aan de overzijde van
den oceaan minder terughoudend in
aangelegenheden als deze dan in Euro
pa. Eerst toen het geval te evident werd,
om nog langer ui erst bedenkelijke
praatjes in Engeland zelf den kop ie
kunnen indrukken, gaf men het ook hier
aan de openbaarheid prijs.
De Engelsche regeering is van mee
ning, dat een huwelijk tusschen Edward
VIII en mevr. Simpson onberekenbare
schade aan het koninklijk gezag zou toe
brengen. Die opvatting houdt ongetwij
feld verband met de bijzondere betee-
kenis, welke het koningschap voor het
grooté Brtsche imperium heeft. De
staatkundige banden tusschen Engeland
en de autonome dominions (Canada, Z.
Afrika, Australië etc.) worden door 't
koningschap bepaald. Engeland heeft
zoo goed als geen zeggenschap meer in
deze voormalige koloniën. Maar er
wordt een besef van saamhoorigheid le
vendig gehouden door het feit, dat men
een gemeenschappelijken koning bezit.
De const'tutioneele macht van den vorst
strekt zich over het geheele Britsche
imperium uit.
Het spreekt v,an zelf, dat deze band
van eenigszins broze makelij is. Wan
neer de regeer'ng van een der domini
ons het vandaag of morgen in hag.r
hooiu mocht halen, den Engelschen ko
ning te „onttronen", zou Engeland zich
daarbij waarschijnlijk moeten neerleg
gen; Het is althans vrijwel ondenkbaar,
dat het dan een expeditie zou uitrusten
om het desbetreffende gebied te hero
veren. Voor de Engelsche regeer:ng
moet er uit dezen hoofde alles aan ge
legen zijn, de koninklijke waardigheid
zoo ongerept mogelijk te bewaren. De
glans v.an het koningschap is de koeste
rende zön, welke de eendracht van het
Britsche imperium levend moet hou
den.
Het verzet van de Engel#che regee
ring tegen het huwelijk van koning Ed
ward met mevr. Simpson is hiermede
intusschen niet volkomen verklaard. Wij
leven in een tijd, waarin een echtver
bintenis van een koning met een niet-
adellijke vrouw heel anders wordt be
schouwd dan in een nog tamelijk recent
verleden. Een vorst kan zich tegenwoor
dig ten deze meer veroorloven dan vroe
ger, zonder aan zijn koninklijke waar
digheid tekort te doen. Voorwaarde is
dran echter, dat het voorwerp zijner keu
ze, gemeenzaam gezegd; van on
besproken gedrag is. Hier nu komen
we aan het pijnlijke in de zaak van
kon;ng Edward. Mevr. Simpson voldoet
in de oogen der Engelsche regeering
en van de Engelsche openbare meening
aan deze voorwaarde ten eenenmale
niet. Zij is reeds tweemaal gehuwd ge
weest; haar beide voormal'ge echtge-
nooten zijn nog in leven. De „Times"
het deftige Londensche blad heeft het
gisteren ronduit gezegd: had de koning
zijn zinnen gezet op een jonge vrouw,
op wie niets aan te merken ware ge
weest, hoe eenvoudig overigens, dan
zou het Engelsche volk zich van harte
verheugd hebben over zijn voornemen,
om te huwen. Een vrouw echter die
twee echtscheidingen doormaakte, acht
het Engelsche volk als echtgenoote van
91).
naar h«t Eng.Uch va*
„Hij is dood", fluisterde Bill
„Wat is er met den groothertog?"
vroeg Peggy en ging rechtop zitten.
Jane stond op en ging vlug naar haar
toe,
„Er is slecht nieuws, Peggy. Het is
hem niet gelukt aan land te komen. Hij
is verdronken".
Peggy sprak geen tvoord. Haar gezicht
•verstrakte zich en haar boezem ging snel
op en neer. Al had zij hem nu niet meer
lief, zoo was zij toch jaren lang zijn ge
zellin geweest en hij had haar altijd met
achting behandeld en. zich zeer edel
moedig tegenover haar gedragen. Maar
zij kon geen verdriet veinzen, dat zij
niet gevoelde.
Grafton had blijkbaar verstaan wat er
gezegd was, want hij riep Peggy bij zich,
die eenigszins verbaasd naar hem toe
kwam.
Jem klonk zoo zwak, dat zij
zich over hem heen moest buig< om
zijn woorden op te vangen.
„Ik waardeer uw houding, miss Fayr-
Financieel economisch
weekoverzicht.
Disconio-veiiaging der Ned.
Bank. Naar een verdere ver-
hooging van den rubber-uit
voer? Ongeanimeerde stem
ming op de aandeelenmarkt.
Uit de koersontwikkeling van den
gulden, sinds de deviezenhandel in
eenigszins rustigere banen is komen te
verkeeren, mag wel worden geconclu-
deerd, dat degenen, die een verderen j
val van den gulden voorspeld hadden,
wel buitengewoon voorbarig waren ge
weest. Nog altijd doen zich bijzondere
factoren gevoelen, welke op de koers-
vorming van invloed zijn; deze moeten
eerst uitgewerkt hebben, alvorens met
eenige mate van zekerheid kan worden
gezegd, wat nu eigenlijk het „natuurlijke
niveau" van den gulden is. Het zou ech
ter al heel vreemd moeten loopen, in
dien dit veel lager zou blijken te zijn dan
het peil, waarop het Egalisatie-fonds
den gulden voorloopig gefixeerd schijnt
te hebben. De deviezenmarkt verdiscon
teert dit vooruitzicht door een gestadi
ge daling der termijn-noteeringen voor
buitenlandsche valuta's ten opzichte van
den gulden. Het agio voor één-maands-
ponden is nagenoeg verdwenen; drie
maands-ponden doen nog een agio van
2 a 4 ets, terwijl eenige weken terug,
bij een hoogeren contanten guldens-
koers, het agio nog 15 a 20 ets. be
droeg.
De gunstigere beoordeeling van de
verdere koersontwikkeling van den
gulden leidt er toe, dat vroeger aange
gane internationale baisse-posities
thans geleidelijk worden afgewikkeld.
Zoo langzamerhand dringt de overtui
ging' door, dat 't weinig doel heeft, zul
ke posities langer aan te houden, omdat
er toch geen kans op winst uit hoofde
van een verdere koersdaling van den
gulden bestaat. Deze dekkingsaankoo-
pen vormen een der hierboven bedoelde
bijzondere factoren, welke voor de
vaste stemming van den gulden verant
woordelijk zijn. Tegelijkertijd heeft zich
ook meer vraag naar guldens ontwik
keld van de zijde dergenen, die hun
buitenlandsch tegoed, voortspruitende
uit handelstransacties e.d. tot dusverre
wegens de heerschende onzekerheid
nog hadden aangehouden, maar dit
thans in guldens gaan omzetten.
Ook overigens is er een gestadige te
rugvloeiing van naar het buitenland
overgebracht kapitaal waar te nemen,
al is de omvang hiervan nog niet in
overeenstemming met de geweldige be
dragen, die door ons land op verschil
lende markten, voornamelijk echter in
de Ver. Staten, zijn uitgezet. Van den
totalen kapitaalinvoer in de Ver. Staten
in de eerste negen maanden van dit
jaar ad 2.281 millioen dollar kwam bij
na 195 millioen dollar of 8 uit Neder
land. Deze bedragen werden grooten-
deels in Amerikaansche effecten belegd,
die, zoolang de vooruitzichten in de Ver.
Staten nog gunstig blijven, slechts zeer
aarzelend ten gelde worden gemaakt.
Eerst wanneer de toestand in Amerika
minder bevredigend mocht worden,
resp. wanneer de politieke en economi
sche verhoudingen in Europa optimisti
scher opvattingen wettigen, zal een te
rugvloeiing van in de Ver. Staten uitge
zet kapitaal op groote schaal kunnen
inzetten. Reeds thans is in Amerika de
vraag aan de orde gesteld, welken in-
-v ■■■■■- f
ROTTERDAM
(MET OPVOEOINQSRENTE)
Voor ƒ124,80 's-jaars
verzekert 30-jarige
ƒ6000,— kapitaal plus
ƒ600,— opvoedingsrente
zijn koning onduldbaar, want: in tegen
spraak met de koninklijke waardigheid;
de koninklijke waardigheid, die (gelijk
hierboven uiteengezet) van zoo eigen
aardige beteekenis, is voor het geheele
Britsche imperium.
vloed zoo'n eventueele afvloeiing van
kapitaal, resp. van goud,, op de mone
taire en economische verhoudingen in
de Ver. Staten zal kunnen uitoefenen.
De Nederlandsche Bank, die langen
tijd geaarzeld had, om door een verde
re verlaging harer rente-tarieven deze
aan te passen aan den lagen stand der
geldkoersen op de open markt, is daar
toe thans overgegaan. Een eventueele
daling van den guldenskoers als gevolg
van eenige afvloeiing van geld uit ons
land wegens het lage niveau der geld
koersen zou geen reden tot bezorgdheid
meer behoeven te geven; het streven
van het Egalisatie-fonds, om een stijging
van den gulden tegen te houden, zou er
alleen door kunnen worden vergemak
kelijkt.
Op de fondsenmarkt heeft de verdere
verlaging van het-disconto tot het zeld-
zahm lage niveau van 2 nagenoeg
geen invloed gehad. De stemming was
ongeanimeerd en de koersen liepen over
de geheele linie terug, hoewel het ook
thans nog niet tot omvangrijke verkoo-
pen is gekomen. Op politiek gebied
hebben zich weliswaar geen nieuwe
ernstige verontrustende verschijnselen
voorgedaan, maar een verbetering is
evenmin te constateeren. In verband
hiermede toont zoowel het publiek als
de beroepshandel zich weinig geneigd,
nieuwe engagementen aan te gaan, het
geen tot gevolg heeft, dat zelfs een ge
ring aanbod tot eep koersdaling leidt.
Zelfs rubberaanaolelen ondervonden
hiervan den invloed, ondanks de aan
houdend gunstige stemming op de rub-
bermarkt te Londen en de zeer bevredi
gende ontwikkeling van de statistische
positie van het product. Er is zelfs spra
ke van, dat deze laatste het Rubber
Restrictie-Comité aanleiding zal geven,
om op haar—half December te houden
vergadering terug te komen op het be
sluit waarbij het restrictie-percentage
voor het eerste halfjaar van 1937 op 30
was vastgesteld. De groote vraag
naar rubber en de verdere daling van
de voorraden .schijnen een verhooging
van den rubber-uitvoer uit de productie
gebieden niet alleen wenschelijk, maar
zelfs noodzakelijk te maken, indien men
tenmiste een scherpe prijsstijging wil
voorkomen. Voor een wijziging van het
restrictie-percentage reeds met ingang
van 1 Januari doen zich echter practi-
sche bezwaren voqr, omdat de uitvoer-
licenties voor het nieuwe jaar op 17 De
cember zouden worden uitgereikt en
een verandering der cijfers een onge-
wenschte vertraging zou veroorzaken.
Derhalve meent men in rubberkringen,
dat een eventueele verhooging van het
exportquotum eerst in het tweede
kwartaal zou kunnen ingaan. Voor de
Ned. Indische rubberondernemingen zijn
de vooruitzichten in elk geval gunstig;
öf het uitvoerquotum wordt niet ver
hoogd, en de rubberprijs stijgt verder;
öf de productie mag wel worden ver
groot, en de hierdoor veroorzaakte ver
mindering der productie-kosten per
eenheid vormt een voldoende compen
satie voor een gelijkblijvenden of zelfs
iets lageren verkoopsprijs.
Tabaksaandeelen lagen eveneens ge
drukt in de markt; een interessante be
spreking van de firma Ingwersen Co.,
van het gunstige financieele resultaat
der vier groote Sumatra-tabaksonder-
nemingen heeft op de markt slechts wei
nig weerklank gevonden; blijkbaar acht
te men het voldoende in de koersen
verdisconteerd. Voor de Deli Mij. wordt
de bruto-winst op tabak geraamd op
5.57 millioen tegen 2.96 millioen
vorig jaar, voor de Deli Bat. Mij. op
1.58 tegen 0.27 millioen, voor de
Senembah op 1.84 tegen 1.10 mil
lioen en voor de Arendsburg op 1.77
tegen 0.76 millioen. Hierbij komen
dan nog de winsten op de rubberbelan
gen en de bijcultures, van welke de
palmolie-belangen der Deli Mij. en de
copra-belangen der Senembah vermei
ding verdienen.
De suikerafdeeling werd in haar ge
heel ongunstig beinvloed door een
koersdaling van Koloniale Bank, op ge
ruchten over een binnenkort te verwach
ten financiëele reorganisatie, met af
stempeling der aandeelen tot 50 Of
de reorganisatie, die in elk geval komert
moet, inderdaad zóó ingrijpend zal zijn,
nu de waarde der cultuurbelangën van
de Koloniale Bank door de verbetering
der suikerprijzen gestegen is, moet
worden afgewacht. De directie wensch-
te zich dienaangaande niet te uiten.
Koninklijke Petroleum, die op Parij
sche vraag waren gestegen, zijn later
eveneens teraggeloopen en ook in-
dustriëele waarden waren jneerendeels
aangeboden. Unilever werden ex 214
interim-dividend verhandeld.
Hieronder volgt een overzicht van het
koersverloop:
A'dam-Rubber 27526826914
Deli Bat. Rubb. 166*4—16114—-163
Serbadjadi 1291412614—128
Dpli Bat Mij. 23514—233—235%
Deli Mij. 301—294—298
Senembah 25714 25914 255260
H.V.A. 41814—426—417—419
Javasche Cult. 173 165
Kol. Bank 72—62—70—6614
Kon. Petr. 400—40314—39214—39414
Philips 26714—270—26114—26514
Unilever 1601415414 ex div.
Jhr. J. van Vredenburch, vertegen
woordiger van de K.N.A.C. in de bij be
schikking van den minister van water
staat van 2 Juli 1929, ingestelde com
missie, aan welke is opgedragen te on
derzoeken, welke aan redelijke eischen
beantwoordende verbetering in het ver
keer tusschen de Zeeuwsche eilan
den, Zuid-Holland en Noord-Brabant on
derling behoort te worden aangebracht,
zoowel wat betreft de veerverbindingen
als de daarbij aansluitende hoofdwegen,
is bij beschikking van den minister van
waterstaat, op zijn verzoek van zijn lid
maatschap ontheven en in dezelfde hoe
danigheid is tot lid benoemd ir. Tj.
Houtsma te 's-Gravenhage.
field. De meeste vrouwen zouden in tra
nen uitgebarsten zijn. U bent tenminste
eerlijk. Wij weten natuurlijk allemaal in
welke verhouding u tot hem gestaan
heeft en u had ons aller sympathie. U
was zijn vrouw en toch niet zijn vrouw
en ik feliciteer u met uw herwonnen
vrijheid" en zei hij, met een sardonisch
lachje.
Peggy werd vuurrood, want zij wist
dat deze man, die blijkbaar aan den
rand van het graf stond, de waarheid
sprak. Jane had gehoord wat Grafton
gezegd had en begreep Peggy's gevoe
lens volkomen,
„Let niet op zijn woorden. Hij weet
niet goed meer, wat hij zegt", fluisterde
zij, terwijl zij Grafton een verwijtenden
blik toewierp,
Zij begaf zich naar het venster en
keek naar de langzaam vorderende sloep
van de Shrike. De golven waren niet
meer zoo hoog als zij geweest waren,
maar toch indrukwekkend genoeg. Als
alles goed ging, zouden zij spoedig den
oever bereiken, dus verliet zij de hut,
na bij de deur Grafton nog even toege-
wuift te hebben, en begaf zich naar den
waterkant. Spoedig geraakte de sloep
in de branding. Ralph zat aan het roer
en de mannen klaar om te roeien, wach
ten op zijn bevelen. Toen kwam er een
hooge golf aanrollen en toen deze de
boot genaderd was, trokken de roeiers
uit alle macht aan de riemen. De boot
werd door de golf opgeheven en bereik
te veilig den oever. De mannen sprong
en er snel uit en sleepten haar op de
rotsen.
Desbrook en de dokter stapten er uit
,en Bill nam den dokter onmiddellijk mee
naar de hut.
Ralph nam Jane in zijn armen, maar
het duurde eenig'en tijd voor zij kon
spreken, daar zij in snikken was uitge
barsten. De spanning van de laatste uern
barsten, De spanning van de laatste uren
kracht vond om zich te beheerschen.
Ralph klemde haar vast in zijn armen
en fluisterde haar troostwoordjes in.
Eindelijk was zij in staat om hem te ver
tellen wat er allemaal gebeurd was en
zij liet niet na, Graftons moed hoog te
prijzen. Zij vertelde hem ook, dat de
groothertog verdronken was. Bij deze
mededeeling ontsnapte Ralph een uit
roep van verbazing.
„Wel verduiveld!" zei hij, half luid,
waarna hij hardop tegen Jane zei: „La
ten we nu maar naar de hut gaan. Ik zou
dat nieuws graag naar de Shrike sei
nen".
„Waarom?" vroeg Jane nieuwsgierig.
„Heb je niet gemerkt, dat Carruthers
dolverliefd is op Peggy Fayrfield? Hij is
gek van angst geweest over haar en ik
heb de grootste moeite gehad om hem
tot kalmte te brengen".
„Ik vind het eigenlijk niet noodig om
het hem dadelijk te vertellen. Er is toch
geen haast bij. En ik vind het niet kiesch
dat nu dadelijk te doen, terwijl er zoo
veel andere dingen zijn, die onze aan
dacht opeischen".
„Je hebt gelijk liefste. Maar sedert ik
weet, hoe die geschiedenis in elkaar zit,
sta ik geheel aan de zijde van Carrut
hers, en niet aan die van den groother
tog. Om het maar eens ronduit te zeg
gen, zijn dood is eigenlijk een opluch
ting en daar ik Carruthers' gevoelens
ken, wilde ik het hem natuurlijk zoo
gauw mogelijk laten weten. Maar je hebt
gelijk, wij moeten nu in de eerste plaats
aan Grafton denken. Wat moet er met
hem gebeuren?"
„Daar hoef je je geen zorgen over te
maken, denk ik", antwoordde Jane, op
'ernstigen toon. „Hij heeft niet lang meer
te leven. Hij is ten doode opgeschre
ven".
„Dat spijt mij Ontzettend. Ik ben hem
grooten dank verschuldigd voor wat hij
De heer P. J. van der Feen Jr. te Dom
burg schrijft ons:
De Raad der gemeente Kloetinge be
sprak onlangs hei plan een straat naar
Prins BernRard te noemen. Wie hgt
eerst op dit denkbeeld gekomen is,
heeft een goede ingeving gehad. Kloe-
t'nge heeft meer dan eenige andere
plaats in Zeeland reden 't huis Lippe al
dus te gedenken, wan; van 1686 tot 1701
behoorde de Heerlijkheid Kloetinge aan
het Grafelijk huis van Lippe (dat toen
nog geen Vorstendom was).
Het Ambacht Kloetinge in Zuid-Be
veland kwam oudtijds aan de bekende
familie van Borsselen toe, totdat het
door huwelijk van Margriet van Bors
selen met Walraven van Brederode
(t 1531) op dit niet minder roemruchte
geslacht overging. Onder de goederen
der Brederode's waren de Landen van
Vianen de belangrijkste, mede door de
groote mate van staatkundige onafhan
kelijkheid van dit gebied. Onder hunne
overige goederen was ook Kloetinge,
waarvan hun verreweg de grootste por
tie met den Heerlijken titel toekwam,
van beteekenis. De laatste mannelijke
telg van dit geslacht, Wolferd van Bre
derode, Vianen, Ameide, Kloetinge enz,
overleed in 1679. Eenig erfgenaam zijner
titels, bezittingen en schulden w,as zijne
zuster Hedwig Agnes, het Fraulijn van
Brederode, zooals zij in de stukken van
dien tijd dikwijls genoemd wordt,
Hoe de finantieele toestand van het
Fraulijn, al of niet ten gevolge dezer
erfenis, was, blijkt uit het volgende (ont
leend aan mr. P. van Meurs.) Residee-
rende in haar voorvaderlijk kasteel Ba-
testein te Vianen ontbood Hare Genade
in 1682 overhe'dspersonen dezer stad
bij zich en verzocht hun 12,000 gulden
op het crediet v,an de stad voor haar
te financieren, omdat „sy benodicht was
om geit en geen crediet hadde". Zij
scheen in deze moeilijke omstandighe
den den steun te hebben van een in-
tiemen vriend, een hooggeplaatst amb
tenaar in de Republiek, die reeds tij
dens het leven van haar broer Wolferd
„seer famil'aerlyck den Huyse van Bre
derode hééft gefrequenteert, so in Den
Hage als tot Vianen en elders". Toen
het Fraulijn in 1684 overleden was,
maakte deze vriend aanspraak op een
legaat van 150,000 gulden, benevens
67,000 gulden, die hij haar onder hypo
theek op Vianen zou geleend hebben,
en over hem wordt getuigd: „hij hijft de
Frelle van Brederode uytgemergelt tot
de leste stuyver toe". Haar neef en een g
erfgenaam Karei Aemilius Graaf v.an
Dohna was zoo verstandig de erfenis
slechts onder beneficie van inventaris te
aanvaarden. In de beschrijv'ng van
hare nagelaten roerende goederen, die
in het kasteel te Vianen werden aan
getroffen, vindt men herhaaldelijk Kloe
tinge genoemd, bijvoorbeeld: „In het
torentje op de tafel bevonden: een doos;
met papieren aengaende de heerlicheyt
van Cloetingen"; „in een lanckwerpigej
vuere kist, staende onder den schoor
steen: No. 6 een klein vierkant groen
kisje met eenige verlijen van Cloetingen
en anders."
In 1686, nog vóórdat de ingew kkelde
nalatenschap van het Fraulijn beredderd
was, sneuvelde Karei Aemilius van Doh
na bij de belegering van Boeda-Pest en
twee weken later bij hetzelfde krijgs
bedrijf zijn broeder Diederik, die hem
had moeten opvolgen. In dat zelfde jaar
dus gingen de Nederlandsche bezittingen
Vianen en Kloetinge over op hunne
zuster Aemilia van Dohna, gehuwd met
Simon Hendrik, „regeerenden Grave
van der Lippe" te Detmold. Terloops
zij eraan herinnerd, dat wij hier een der
vele familiebetrekkingen tusschen de
huizen Nassau en Lippe aantreffen, want
Karei Aemilius met zijn broeder en zus
ter stamden af van Jan van Nassau, den
oudsten broeder van Prins Willem I.
Uit het bovenstaande blijkt genoeg
zaam, dat het geen voordeelige erfenis
voor jou gedaan heeft, Jane, maar mis
schien is deze oplossing toch nog wel
de beste, want ik geloof niet dat ik het
over mijn hart zou hebben kunnen ver-
verkrijgen om hem, na alles wat hij ge
daan heeft, nog aan de „Witten' uit te
leveren. Laten we naar de hut gaan en
zien wat de dokter te zeg'gen heeft".
Zij klommen hand in hand naar boven
er werd niet meer gesproken, voor
dat zij de hut bereikten. De dokter bleek
klaar te zijn met zijn onderzoek en Ralph
wenkte hem buiten te komen.
„Een onmiddellijke operatie is het
eenige wat redding zo"u kunnen brengen
en de kans dat hij die goéd doorstaan
zou, is zeer gering. Als hij weet wat hij
wil, zal ik hem een spuitje geven. Hij
moet zelf maar beslissen, vind ik", zei
de dokter.
„Is de kans dat de operatie lukken
zal, maar zoo klein?" vroeg Ralph be
zorgd.
„Zeer klein. Als hij een broer van mij
was zou ik hem onder de morphine hou
den totdat hij stierf. Er bestaat een groo
te kans, als wij de operatie wagen, hij
de narcose niet zal overleven. Zal ik hem
den toestand duidelijk maken?"
(Wordt vervolgd).