'tyVerkeershoekje.
KERK EN SCHOOL
Zeeuwsche
werkverschaffingsobjecten.
SP9RT.
Het minste tandbederf,
XXIII.
Ook in de bepalingen betreffende het
zg. zware verkeer zijn n.et onbelangrijke
wijzigingen gekomen. In dit en de vol
gende „verkeershoekjes" zullen daarom
trent mededeeiin'gen worden gedaan.
Daar deze bepalingen in hoofdzaak auto
bussen en vrachtautomobielen betreffen,
Boen houders daarvan goed van deze
mededeelingen wel goede not,a te nemen.
De bepaling dat de wegen worden 'n-
gedeeld in klasse I, II of III is vervallen.
Thans worden de wegen ingdeeld in
klasse A of B.
Wegen die niet als zoodanig worden
ingedeeld zullen worden beschouwd als
te zijn A wegen. Alleen de B-wegen zul
len kenbaar worden gemaakt en wel
door borden van het volgende mod(V
Een rond wit bord met rooden rand mei
in het witte vlak de zwarte letter B en
daaronder de woorden en cijfers „Wiel-
druk 2400 kg en breedte 2.10 m, hier
onder de bekende afbeelding van een
auto. Het einde van een B weg wordt
aangeduid door een blauw bord waarop
in witte letters „einde B weg."
Uit bovenbedoelde aandu'ding is op te
maken dat deze B wegen zijn verboden
voor motorrijtuigen met grooter 'wiel-
druk dan 2400 kg en voor motorrijtuigen
die breeder zijn dan 2,10 meter.
Alle wegen welke dus niet door een
bord als bovenbedoeld zijn aangeduid
zijn A wegen. De wegen die thans nog
in klasse lil zijn ingedeeld en zijn aan
geduid door de bekende blauwe borden
of banden op muren, palen of boomen,
zijn B wegen.
B wegen zijn dus thans alle straten in
Middelburg, den weg tusschen Sluiskil-
Axel-Kijkuit en den weg Hoek-Terneu-
zen. Alle andere wegen in deze provin
cie zijn thans nog A wegen.
Zendingsconferentie.
Zaterdagmiddag werd in de Bo
gaardzaal te Middelburg een goed
bezochte zendingsconferentie gehouden,
uitgaande van den Zendingsraad in de
classis te Middelburg.
Spreker voor deze samenkomst was
ds. D. Crommelin, zendingsdirector te
Oegstgeest. Hij werd ingeleid door ds.
L. C. Spijkerboer van Oost- en West-
Souburg.
De spreker had als onderwerp: De
Oude en de Nieuwe tijd in de Zending.
In Nederland, zoo concludeerde spr.
moet niet meer de oude weg bewandeld
worden van piëteit, romantiek of parti-
Wat voor cultuurtechnische
verbeteringen door werkloo
zen kunnen worden uitge
voerd.
door
ir. F. P. MESU
Directeur van den cultuurtechnisch en
dienst te Utrecht.*)
Hoewel in mindere mate dan in som
mige andere deelen van ons land breidt
het kwaad van de werkloosheid ook op
het platteland van Zeeland zich steeds
verder uit.
Als oorzaken kunnen worden ge
noemd:
le. Door de lagere productenprijzen
rationaliseert de landbouwer zooveel hij
kan en probeert door meerdere mecha
nisatie van het bedrijf en meer meewer
ken van hemzelf en zijn gezinsleden de
post arbeidsloonen zooveel mogelijk te
drukken.
2e. Door verschillende crisismaatrege
len wordt de teelt van diverse arbeids
intensieve gewassen beperkt of minder
voordeelig gemaakt.
3e. De natuurlijke afvloeiing van het
geboorte-overschot van het platteland
naar de industrie- en havensteden of
door emigratie is tengevolge van de
sterk doorgevoerde rationalisatie in de
industrie ook reeds vóór de crisis sterk
verminderd. De jongelui blijven derhalve
m hun dorpen hangen, zonder eenige
kans ui het productieproces te worden
opgenomen.
ctart keie-rle£e, ze^standigen op z.g.
„etagebedrijfjes kunnen wegens de la
gere productenprijzen of teeltbeperkin
gen van hun bedrijfje niet meer bestaan
en probeeren m loonarbeid bij grootere
boeren wat bij te verdienen. Zij wor
den dus werknemer en vergrooten daar
door het aantal geheele of gedeeltelijke
werkloozen.
Het gevolg van een en ander is dat
ongeveer half October van dit jaar, dus
in een periode waarin vroeger in Zeeland
eer een tekort dan een overschot aan ar
beidskrachten in den landbouw aanwe
zig was, ongeveer 2150 arbeiders in de
„steun" of werkverschaffing waren ge
plaatst, waarvan ongeveer 600 woonach
tig in de zuivere plattelandsgemeenten.
Het spreekt vanzelf dat dit aantal in de
stille perioden op het platteland met een
veelvoud stijgt.
Tekst van de redevoering, welke ir.
Mesu hedenmiddag in de vergadering
van het hoofdbestuur der Z, L. M. te
Goes, voornemens was te houden.
culiere vereenigingen, maar de geheele
Kerk als zoodanig dient haar roeping te
vervullen door ten volle achter de Zen
ding te staan. Dan alleen zal zij gehoor
zaam zijn aan het zendingsbevel van
den Heiland.
Te 's Gravenhage slaagde voor het
notarieel examen, deel III de heer P
W. M. Stieger te G o e s.
Geslaagd voor het examen van
ijker de hr A. van Male te Oostburg.
KRUININGEN. Zaterdagmiddag ver
gaderde de kring Oostelijk Zuid Beve
land der Z. L. M. in café „De Uitkijk
voorzitter de heer Scheele-de Putter
v,an Biezelinge.
Na behandeling der huishoudelijke za
ken hield ir, v, d. Ban uit Wageningen
een lezing over Landbouwwerktuigen.
Spr. besprak op zeer prettige wijze zoo
ongeveer al de landbouwwerktuigen, die
op een normaal bedrijf in gebruik zijn.
Ook wees spr, er op, dat elke streek
zijn eigen soorten werktuigen heeft, die
niet alle evengoed voldoen. Hierna wer
den door enkele aanwezigen vragen over
het gesprokene gesteld, die door den
heer v. d. Ban werden beantwoord.
Ongeveer 60 personen waren aanwe
zig.
VOETBAL.
MIDDELBURG—DE ZEEUWEN 7—0.
Kostbare fouten.
Onwillekeurig kwamen ons gistermid
dag de promotiewedstrijden van De
Zeeuwen, waardoor zij het tweede klas
seschap veroverden, voor den geest.
Deze waren gemiddeld heel wat beter
dan de ontmoeting tegen Middelburg.
De Vlissingers stelden danig teleur. Het
eenige dat te waardeeren viel was dat
zij pittig speelden, goed op den bal za
ten en in 't geheel niet ontmoedigd
raakten. Maar technisch en tactisch wa
ren zij verre de mindere van Middel
burg. Haar voorhoede heeft het niet
verder gebracht dan de Middelburg
backs. Een enkel ver schot kreeg
Moens die een betrouwbaren indruk
maakte te verwerken, maar voor de
rest hadden de groen-witte backs geen
moeite met de doorzichtige aanvallen
van De Zeeuwen. Van midvoor Pieters
ging totaal geen leiding uit. De binnen-
Opmerkelijk is nu dat in Zeeland in
vergelijking met sommige andere provin
ciën het percentage der tewerkgestelden
bijzonder laag is en zelfs ongunstiger
wordt. Ondanks stijgende werkloosheid
was het aantal manweken dat in werk
verschaffing werd gewerkt:
over 1932-'33 38700 manweken
1933-'34 30600
1934-'35 28000 en
1935-'36 20000
In de jaarverslagen van den heer Ste
vens, vroeger Rijksinspecteur voor de
werkverschaffing in Zeeland, wordt
meermalen de klacht geuit, dat wegens
het gebrek aan werkobjecten het per
centage werkloozen dat in eene werk
verschaffing kon worden geplaatst,
steeds kleiner werd.
Half October van dit jaar waren van
de 2150 werkloozen slechts ongeveer 25
in de werkverschaffing en 75 in de
„steun". Op dienzelfden datum waren
in Drenthe van de ongeveer 7000 werk
loozen meer dan 5000 in de werkver
schaffing of ongeveer 70 Vanwaar dit
verschil?
Hebben de gemeenten, polders of wa
terschappen en de boeren hier alles zoo
piekfijn in orde dat er niets meer te ver
beteren valt?
Ofschoon Zeeland geen heidevelden
heeft, die ontgonnen, of uitgestrekte
moerassen die drooggelegd kunnen wor
den, weet toch ieder, die eenigszins in
Zeeland bekend is, dat er te kust en te
keur werkobjecten zijn, geschikt voor
werkverschaffing; men behoeft in Zee
land nog niet zijn toevlucht te nemen tot
aanleg van zwembassins, sportparken,
plantsoenen en andere dergelijke nood-
objecten, welker onderhoud en exploita
tie in de toekomst meestal geld kosten.
Er zijn nog genoeg objecten met groote
economische waarde, die ook in de toe
komst eene blijvende werkverruiming
verschaffen. Welke zijn dit?
le. Verbetering van de afwatering.
In de eerste plaats wil ik de aan
dacht vestigen op de verbetering van de
afwatering; in zeer veel polders is de
slootwaterstand te hoog, of hebben de
slooten te geringe capaciteit om het wa
ter in natte tijden voldoende snel af te
voeren. Het verruimen en verdiepen van
Poldersloten zijn uitnemende werkver
schaffingsobjecten. Machines zijn hierbij
niet te gebruiken, zoodat uitvoering uit
de hand niet „een stap terug" beteekent.
De verhouding tusschen loon en „andere
kosten" is over het algemeen gunstig.
Vooral door samenwerking van aangren
zende polders of samenvoeging van pol
ders zou op dit gebied veel te bereiken
zijn,
2e. Verbetering van gemeente- en pol
derwegen. Hoewel op dit gebied veel
gedaan is en wordt, blijft toch nog zeer
veel te doen; onverharde wegen kunnen
spelers wareii eveneens onvoldoende.
Rechtsbinnen De Jonge die als de beste
schutter van De Zeeuwen geldt, heeft
geen enkel lastig schot gelost. Er werd
opmerkelijk veel over links gespeeld,
doch linksbuiten Donze beging dezelf
de fout als de overige voorwaartsen door
telkens te trachten een tegenstander te
passeeren. Dit kostte hen bijna altijd
den bal. Het opbouwen van den aanval
vorderde dan ook steeds te veel tijd.
De middenlinie was nog 't minst slech
te deel.
Alhoewel vooral spil Frits dezen
keer tegenviel. De backs v. d. Berge en
De Voogd hadden veel hulp noodig van
de middenlinie om de Middelburg voor
hoede in bedwang te houden. Men ging
vaak onbeheerscht te werk en tal van
feuten waren er 't gevolg van.
Nog zelden hebben we een keeper
zoo onbenullig zijn doel zien verdedigen
als Strijers deed. Dat kon waarlijk moei
lijk slechter. De fouten die hij maakte
waren voor zijn club dan ook kostbaar.
Het eerste doelpunt na 20 min. spelen
na aangeven van Merk door Vogel ge
maakt was lastig te houden, doch de
daaropvolgende drie waren te voorko
men geweest. Bij het intrappen van den
bal schoot hij tegen zijn eigen backs op.
Vogel was er direct bij speelde zich
handig van de drie tegenstanders vrij en
het was 20. Vervolgens was het Merk
die een fout van de verdediging af
strafte (30) terwijl kort daarop, toen
Strijers een gemakkelijke bal liet glip
pen, de toegesnelde Vogel maar voor
het inschieten had (40). Met dezen
stand kwam de rust. Nu moet men niet
denken dat het in het veld een spel van
kat en muis was of werd. Integendeel
De Zeeuwen bleven goed, pittig partij
geven, en waren zelfs bij oogenblikken
in 't veld in de meerderheid, doch de
productiviteit was nihil. Wellicht zal
men zeggen, dat zij wel een paar pun
tjes verdiend hadden. Maar was derge
lijk improductief voorhoedespel wel een
doelpunt waard? Als ze er een verdiend
hebben dan is het uitsluitend voor hun
moedig volhouden.
Middelburg had een invaller voor
Dirkse. Ingelse stond nu rechts- en Le-
fèvre linksbinnen. Deze plaatsen waren
zwak bezet, al kwam op 't laatst Lefè-
vre er beter in. Het vijfde doelpunt bv.
was hoofdzakelijk zijn werk. Na goed
doorzetten gaf hij op 't juiste oogenblik
over naar Ingelse die in het leege doel
kon plaatsen. Maar toch moest het in
de voorhoede voornamelijk komen van
Vogel, Merk en Loman. Vogel vooral
had een groot aandeel in den puntenre-
gen. Zoo'n verdediging als die der
Zeeuwen was een kolfje naar zijn hand.
aanmerkelijk worden verbeterd door ze
eens flink diep té spittèfr, van een zand-
kist te voorzien en voldoende afwate
rend te leggen; de toestand van de berm-
slooten laat vaak te wenschen over. Het
aanbrengen van een eenvoudige verhar
ding is van zeer veel belang voor aan-
en afvoer van landbouwproducten. Het
spreekt vanzelf dat bij verharding de
verhouding tusschen arbeidsloon en „an
dere kosten" direct heel wat ongunsti
ger wordt.
3e. Inpoldering en bevordering van
aanwassen. Ook op dit gebied wordt in
werkverschaffing in de laatste jaren in
Zeeland reeds gearbeid, Ik noem slechts
de inpoldering van het waterschap Ru-
moirt op Sint-Philipsland en de begrep-
peling van schorren en slikken in het
Sloe. In verschillende deelen van Zee
land is nog veel nuttig werk te doen. In
Groningen worden ter bevordering van
de aanslibbing zeer groote werken uit
gevoerd.
4e. Duinbebosschingen. Ieder die de
Domburgsche manteling kent, weet wat
duinbebossching voor natuurschoon en
voor recreatiedoeleinden kan beteeke-
nen. Vooral op Walcheren en Schouwen
kan veel worden gedaan. Wat zou het
b.v. voor Zoutelande als recreatieoord
niet van beteekenis zijn, indien de bin-
nenhelling der duinen en het vroon be-
boscht zouden zijn. Plaatsen als Dom
burg, Bergen en Schoorl hebben hieraan
voor een groot deel haar opkomst te
danken.
5e. Rioleeringen en drinkwaterleidin
gen. Hoewel niet zoozeer liggend op cul
tuurtechnisch gebied, wil ik toch de aan
dacht vestigen op de mogelijkheid van
uitvoering in werkverschaffing van het
grondwerk voor rioleeringen en drink
waterleidingen. Hoe ontwikkelder eene
bevolking, hoe meer de „waterbescha
ving" door dringt, des te meer behoefte
ontstaat ook op het platteland aan een
goede drinkwaterleiding en aan riolee-
ring van de dorpen. De kosten hiervan
kunnen in belangrijke mate worden ge
drukt, indien de grondwerken in werk
verschaffing worden uitgevoerd.
De bewoonbaarheid van het platteland
wordt door aanleg van electriciteit, wa
terleiding en rioleering veel grooter,
waardoor de „kapitaalvlucht" van het
land naar de stad wordt tegengegaan.
De hiervorengenoemde cultuurtechni
sche werken kunnen in het algemeen
slechts tot stand komen door of met me
dewerking van publiekrechtelijke licha
men als gemeenten, polders en water
schappen of domeinbestuur. Bij de hier-
volgende berust de beslissing meer
rechtstreeks bij de eigenaren of boeren
zelf.
6e. Ruilverkaveling. Bij bestudeering j
der kadastrale plans van de oude kernen
der Zeeuwsche eilanden Jmidden-Wal-
Een mooi doelpunt van hem was het
zesde. Een voorzet van Merk schoot hi
hard tegen den binnenkant van den paal
waarna de bal in 't doel verdweei.
(60). De middenlinie was slordig in het
aangeven der ballen. Vooral in het begiii
was het plaatsen slecht. Later ging het
beter. Trouwens op het aangeven van
den bal viel bij tal van spelers veel aan
te merken. Verhulst speelde een goede
spilpartij. Zelfs maakte hij nog het laat
ste punt; het was echter meer een blun
der van den keeper. Deze liet den ba
van zijn handen in doel rollen. Tevorer.
was hem dit ook al tweemaal overko
men, doch toen kon hij het leder nog
van de lijn weggrabbelen.
De verdediging van Middelburg ten
slotte speelde een uitstekende partij. Zij
had de De Zeeuwenvoorhoede totaal in
haar macht. Dat was soliede werk van
Leijnse en Geelhoed.
Scheidrechter Colen, die een kwartier
op zich liet wachten, floot wel wat te
veel.
VLISSINGEN—GOES 1—1.
Een weinig interessante wedstrijd,
met een uitslag, waarmede beide partij
en best tevreden kunnen zijn,
In den beginne leek het of Vlissingen,
die Vader moest missen en daarvoor
Verhulst had opgesteld, een gemakke
lijke overwinning' zou behalen. Het vlot
te best en aanval na aanval volgden el
kaar op, zonder dat Goes er aan te pas
kwam. Dit duurde echter niet lang. Goes
zag in dat het bij Vlissingen, vooral in
de verdediging, waar Butz herhaaldelijk
miste, ook niet zoo gesmeerd ging, en
zij kwam allengs meer in den aanval.
Toch leek het of Vlissingen het eerst
succes zou hebben, want bij een ver
schot van Van Peenen, kon Bruel slecüts
op het laatste nippertje den bal in zijn
bezit krijgen. Op tamelijk gelukkige wij
ze kwam Goes daarop in het bezit van
een goal. Bij een corner werkte Verhulst
den bal weg, juist voor de voeten van
Blokpoel. Deze zette voor, Boogaard
ving den bal, doch raakte hem *weer
kwijt en in de daarop volgende scrim
mage legde Ploegaert de laatste hand
aan het doelpunt (0-1). Er was toen 20
minuten gespeeld. Vlissingen bleef er
danig op los knoeien, maar kreeg toch
nog enkele mooie kansen resp, door
Reinders en Kasteelen. Beide malen
wist Goes op het nippertje te redden.
Bij de hervatting was Vlissingen direct
sterk aanvallend, Goes trok haar mid
dellinie terug. Schoten van Reinders en
Mos leverden niets op. Leynse, aan de
overzijde doorgebroken, schoot in moei
lijke positie voor langs. Er was echter
niemand om deze kans te benutten. Een
hard schot vaft Kasteelen kon Bruel nog
indien U poetst met wat goeds, dus met
Tube 60 en 40 ct. Doos 20 et. IVOROL
(Ingez. Med.)
cheren, de Poel, Ierseke, Moer, Midden-
Schouwen enz.) valt onmiddellijk op de
zeer grillige vorm der perceelen en het
veelvuldig elkaar overweg moeten ver-
leenen. Door ruilverkaveling gecombi
neerd met aanleg of verbetering van en
kele wegen en waterlossingen is op be
trekkelijk eenvoudige wijze een veel be
tere toestand te verkrijgen, alle percee
len komen daarbij aan een weg en wa
terlossing te liggen en krijgen zoo eenigs
zins mogelijk een regelmatigen vorm,
zoodat zij gemakkelijk te exploiteeren
zijn. Nu de Regeering bereid is in de kos
ten van ruilverkavelingen subsidie te
verleenen, indien de grondwerken in
werkverschaffing worden uitgevoerd,
kunnen de kosten geen overwegend be
zwaar meer vormen. Bovendien worden
deze kosten door de Regeering voorge
schoten en behoeven eerst in dertig jaar
te worden afbetaald.
In de laatste jaren wordt gemiddeld
meer dan 1000 ha per jaar op deze wijze
verkaveld.
7e. Draineering. Indien in een aantal
polders de waterstand werd verlaagd,
zouden honderden hectaren die zich nu
nog met open greppels moeten behelpen,
kunnen worden gedraineerd. De Regee
ring geeft gaarne subsidie voor drainee
ring van gronden in werkverschaffing,
omdat het een uitnemend werkverschaf-
fingso'bject is en het fabriceeren der bui
zen een groot aantal handen werk geeft.
In de Wieringermeer worden 2000 a 3000
ha per jaar hoofdzakelijk in werkver
schaffing gedraineerd; alleen hierdoor
worden ongeveer 20 draineerbuizenfa-
brieken in bedrijf gehouden; ook het
transport der buizen geeft aap vele han
den werk.
Ik behoef hier geen pleidooi te hou
den over het nut van draineeren; (ega
ler gewassen; gemakkelijker bewerking
der perceelen; geen kweekplaatsen van
onkruid, plantenziekten en ongedierte;
landwinst 8 a 10% door het vervallen
der greppels met greppelkanten).
8e, Woelen en egaliseeren. In de oude
kernen der Zeeuwsche eilanden zijn hon
derden hectaren vrijwel ongeschikt voor
akkerbouw wegens het voorkomen van
spier of hobbelig oppervlak. Ook in het
Noorden van ons land komen dergelijke
gronden veelvuldig voor.
Zoo worden in Groningen en Friesland
proeven genomen met het woelen van
knikgronden, dit zijn gronden waar de
kalk naar de benedenlagen is uitgespoeld
en daardoor eene ongunstige structuur
hebben verkregen, overeenkomende met
de Zeeuwsche spierklei. Men tracht nu
door het naar boven brengen van de on
derliggende kalkrijke lagen deze gron
den te verbeteren; wegens de groote
daaraan verbonden kosten zulks in werk
verschaffing met 80 a 100 subsidie in
de arbeidsloonen. Ook in Westkapelle
juist vallende weg stompen. Mooi werk!
Goes trok ook de binnenspelers nog te
rug, de Vlissingen backs drongen op,
waarvan Leynse kon profiteeren door
opeens over rechts door te breken. Zijn
schot ging echter wederom voor langs
In deze periode nam midvoor Rein
ders van links enkele mooie corners,
welke veel gevaar opleverden. Het ge
lukte Bruel echter nog steeds zijn heilig
dom voor doorboring te behoeden, Vlis
singen ging nu volledig op winst spelen
en veranderde de opstelling. Verhulst
ging midvoor spelen, Kodde linksback,
Oreel rechtsbuiten, Kasteelen rechtsbin
nen en Reinders linksbinnen en zij had
hiermede direct succes. Van de verdedi
ging uit werd een mooie aanval opge
bouwd. De bal ging van Burgerhof naar
Oreel, deze zette voor en Verhulst kop
te fraai in (1-1). In de resteerende 10
min. werd van beide zijden hard voor
de winnende goal gewerkt, met Vlissin
gen sterk in de meerderheid. De stand
bleef echter gelijk.
T.S.C.—ZEELANDIA 4—4.
Gelijk opgaand spel.
Zeelandia heeft in Óosterhout tegen
T.S.C. een verdiend gelijk spel behaald.
De eerste helft begon met een klein
overwicht van T.S.C. Toch duurde het
nog ruim een kwartier voordat Keule-
mans een voorzet in een doelpunt kon
omzetten. Lang plezier hadden de T.S.
C.-ers echter niet van hun voorsprong.
Janisse, die ditmaal goed op schot was,
maakte reeds eenige minuten daarna ge
lijk (11). Na eenige vergeefsche over
vallen nam daarop T.S.C. weer door
Keulemans de leiding. (21). Zeelandia
streed geestdriftig verder. En met suc
ces, want nog voor de rust intrad, had
Janisse de partijen weer gelijk gebracht.
(2-2.)
De tweede helft week niet veel af van
de eerste helft. Zelfs de volgorde van 't
aantal doelpunten was gelijk. Want na
dat Ernst na 10 min. T.S.C. de leiding
had gegeven, was het weer Janisse die
den gelijkmaker in 't T.S.C,-doel schoot.
Er werd hard om de leiding gestreden.
Uit een strafschop scoorde Sestig met
een goed gericht schot het vierde doel
punt voor de Oosterhouters. Maar op
nieuw maakte Zeelandia gelijk. Thans
was het Philipse, die een voorzet van
Huvers benutte en den eindstand op 44
bracht.
is het woelen van gronden van oudsher
inheemsch.
De hobbelige weilanden, welke ont
staan zijn door het graven van derrie
voor zoutbranden in de Middeleeuwen
of van klei voor steenbakkerijen, kunnen
nadat de afwatering in orde gebracht is,
door egaliseeren in hooge mate worden
verbeterd. Indien dit egaliseeren' met
zorg geschiedt, zoodat de goede grond
boven blijft, kunnen deze gronden tot
goede kwaliteit bouw- of grasland wor
den omgewerkt.
De heer Markvoort, opvolger van ir.
Stevens als Rijksinspecteur voor de
Werkverschaffing in Zeeland, is er in
geslaagd dat in de gemeenten Middel
burg, Vlissingen en Arnemuiden enkele
dergelijke complexen op deze wijze zul
len worden verbeterd.
Hier ligt een ruim en dankbaar ar
beidsveld voor honderden werkloozen.
Wegens de haast spreekwoordelijke be
dachtzaamheid der Zeeuwen en het wan
trouwen dat bestaat ten aanzien van het
werken in dergelijke gronden, is het niet
te verwachten dat voldoende aanvragen
zullen binnenkomen voor verbetering
van dergelijke complexen in werkver
schaffing. Zij zullen de risico daarvoor
te groot achten.
Ontginningsmaatschappijen,
Blijkt dit inderdaad het geval te zijn,
dan verdient het overweging ook in Zee
land over te gaan tot de oprichting van
een stichting of ontginningsmaaischappij,
die ten doel heeft dergelijke gronden aan
te koopen of te onteigenen om ze in
werkverschaffing te verbeteren. In de
meeste provincies is reeds eene derge
lijke maatschappij werkzaam. In de vier
Noordelijke provincies zijn op deze wijze
reeds meer dan 12000 ha aangekocht of
onteigend en daarna ontgonnen of ver
beterd. In Zuidholland heeft de gemeen
te Dordrecht een dergelijk lichaam ge
sticht voor inpoldering en ontginning van
ongeveer 1000 hectaren van den Zuid-
hollandschen Biesbosch.
Oprichters of aandeelhouders zijn
meestal de Provincie, gemeenten, water
schappen en landbouworganisaties. Het
doel is uitsluitend verhooging van de
productiviteit van den bodem.
Aanvankelijk werkten deze instellin
gen veelal voor risico van de oprichters
of aandeelhouders met subsidie in de ar
beidsloonen van den Staat.
Het is echter de bedoeling dat in de
toekomst deze ontginningsmaatschappij
en meer optreden al werklichaam, ter
wijl de aankoop en verbetering der gron
den geschiedt voor rekening en risico
van den Staat. In dit geval behoeft
slechts een gering stichtings- of aandee
lenkapitaal te worden bijeengebracht.
Ongetwijfeld zal een dergelijk werk
lichaam ook in Zeeland zeer nuttig werk
kunnen doen.