S. WIENER Co. Mantels Japonnen Bontmantels Voorwaarden voor een blijvende grootere welvaart van den boerenstand. WEER m WIND. BINNENLAND. NUMMER 251. TWEE BLADEN. VRIJDAG 23 OCTOBER 1936. EERSTE BLAD. 179e JAARGANG. De rechte man op de rechte plaats Nieuwe collectie Aparte modellen Lage prijzen MIDDELBURG. Een merkwaardige rede van prof. Minderhoud. DE RAADHUISQUAESTIE TE GROEDE. Heel het Haagsche zedenschandaal een justitieele dwaling? tfrwincttif* MIDDELBURGSCHE COURANT Dagblad Voor Middelburg, Goes en agent schap Vlissingen 2.30, elders 2.50 per kwartaal Week-abonn. in Middelburg en Goes 18 ct. p. w. Advertentiën 30 ct. per regel, Ingez, mededeeiingen 60 ct. p. r. contr. voor beide reel lagerj tar. op aacvr. 22ists GOESCHE COURANT» Uitgeefster Naamlooze Vennootschap „De Middelburgsche Courant"; Bureaux Lange Sint Pieterstraat te Middelburg. Telefoon Redactie 269, Administratie 139 Postrekening no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 17. Aangesloten by het Bureau voor Publiciteitswaarde der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers. Familieberichten en dankbetuigingen 1— 1 regels 2.10, elke r. u. 30 ct. Rafcrt-.t AdrertentiSa", ten hoogste 6 regs'e, ft 75 ct. bij vooruitbetaling Adv. nf"-i „Brieven" of „Bevrag-n burean dezer rant" 10 ct. extra Bewgsnommera 5 essf. De burgemeester eener gemeente pleegt men wel eens met den naam van „eersten burger" aan te duiden. Dit is een eerenaam, die symboliseert, welke de plaats eens burgemeesters temid den zijner gemeentenaren behoort te zijn: die van een primus inter pares. Zoo is het goed in ons Nederland. Natuurlijk zal dit niet altijd en over al letterlijk op te vatten zijn: het hout, waaruit burgemeesters gesneden wor den, is ook maar gewoon menschen- hout. Evenwel: alle hout is toch geen tim merhout en sommig hout is bepaaldelijk volslagen ongeschikt om er burgemees ters uit te creëer en! In Nederland nu worden de burge meesters door de Kroon benoemd. Men zou hier van een volkomen vrije be noeming kunnen spreken: elke Neder lander die den leeftijd heeft en be kwaam geacht wordt, kan zonder eenig examen, diploma, zonder eenig votum van eenig politiek of vertegenwoordi gend lichaam, doo^ de Kroon tot burge meester van elke gemeente in den lande benoemd worden. Natuurlijk wil hiermede niet gezegd zijn, dat zulks naar willekeur kan of zal geschieden er ligt een lange weg tusschen vacature en benoeming /Wel echter, dat naarvrijekeuze benoemd kan worden, wat iets anders is. In sommige landen is dat niet zoo. Daar spreekt de politiek recht s t r e e k s mee, daar worden bv. wel burgemeesters verkozen ongeveer zoo als bij ons de wethouders, uit en door den Raad. In beginsel gevoelen wij alles voor het Nederlandsche systeem, het welk, mits goed toegepast, juist zijn on politieke karakter voor beeft. Of, iets minder stellig geformuleerd: hetwelk de mogelijkheid biedt de partij-politieke factoren minder sterk te laten spreken. Bij het Nederlandsche stelsel is het, zoo 't ideaal zou werken, een ideaal systeem om altijd den besten man op de zijn aanwezigheid vereischende en hem toekomende plaats te krijgen. Bekwaamheid en standing, twee voorname magistraatsvereischten, zijn niet immer met diploma's en examens af te meten of te garandeeren. Nu weten wij' allen wel, dat de wer king van het, ideëel beschouwd, ideale stelsel in de praktijk niet immer vol maakt is. Er komen zelfs bepaalde mis standen bij ons voor. Wij noemen bv. het systeem om te evacueeren politieke (ex-) grootheden met een behoorlijk comfortabele burge meesterszetel de laan uit te zenden, zelfs wanneer de qualiteiten van den op deze wijze benoemde allerminst wetti gen hem nog aldus iets boven z'n pen sioen te laten verdienen, en zelfs wan neer er nog tientallen andere en bete re geschikten naar dezen zetel zouden snakken. Wij wijzen verder bv. op de niet im mer afwezige vriendjes-politiek om po litieke vriendjes aldus in den zadel te helpen. Nu moet men hier echter wèl onder scheiden. Ge wordt slechts burgemeester met een kruiwagen, heet het wel eens. oommigen, die geen kruiwagen hebben, noch er een kunnen krijgen, vinden dat wel hard. Toch is dit niet immer zoo on rechtvaardig of onrechtmatig als men wel eens meent! Het komt er maar op aan: w i e d e man is die per kruiwagen ergens aan komt. Anders gezegd: wanneer een goede kruiwagen op een behoor- 1 ij k e manier den goeden man op de juiste plaats brengt, dan is daar niets op tegen en zelfs een en ander voor te zeggen. Vooral in vertrouwenszaken is hef heusch wel wat waard, waneer een, zich zijner verant woordelijkheid bewust, man tot een, de groote verantwoordelijkheid der benoe ming dragende, autoriteit zegt: „ik kan U dien man oprecht aanbevelen, dat is 'n prima kerel!" In dezen, hoogen en pijnlijk nauwge zet opgevatten, zin :s er naar onze over tuiging, heelemaal niets op tegen wan neer men in bepaalde omstandigheden en met inachtname van zekere behoor- lijkheidsgrenzen van een kruiwagen ge bruik maakt, noch zich tot kruiwagen leent. Lieve help: als de eene „mevrouw" de andere „mevrouw" een dienstbode of een beste huisnaaister aanbeveelt, als een zakenman een bevriende collega op belt en hem 1 eerlijk zegt: „dien man kunt u best als jongsten bediende of als procuratiehouder nemen", dan is dat toch in wezen precies hetzelfde! Maar: het systeem mag niet ont aarden. Nu kan er, dunkt ons, momenteel in Nederland nog niet van een ont aarding van het heele stelsel gesproken worden, maar toch moet ge zegd worden, dat er wel ge vaar dreigt. Ronduit gezegd: wij heben niet de overtuiging, dat van de groote vrijheid, die het Nederlandsche stelsel van bur gemeestersbenoeming biedt, altijd en uitsluitend gebruik gemaakt wordt om steeds den besten man voor deze of gene plaats uit te kiezen. Wij hebben inte gendeel het gevoel dat, naar veler oor deel, meer dan eens andere dan deze invloeden dij burgemeestersbenoeming m werkzaam zijn en den doorslag geven. Nu laten wij nog terzijde het o.i. wel eens niet altijd wat starre werken van de formule der rechtsche-of-link- sche meerderheid met dan als te benoe men richting de grootste fractie uit de meerderheid. Wij bedoelen nu meer bepaald: de politieke vriendjesbenoemingen, ook wanneer er misschien onderscheidene veel betere candidaten zijn. Niemand die de kaart van het land kent, zal durven ontkennen dat er be noemingen plaats vinden waarbij de po- (Ingez. Med.) litieke richting en/of de genealogie of de politieke loopbaan van den benoemde of van diens vader, broer, oom of neef, een onevenredig gewicht in de schaal gelegd heeft. Ten aanzien daarvan mag het Neder landsche volk kort en goed e i s c h e n: dat moet uit zijn. Ook op dit punt kome voortaan zon der omzien naar rechts of naar links en zonder aanzien des persoons: d e rechte m,an op de rechte plaats! Heden is de 26ste algemeene verga dering begonnen van het Kon. Ned. Landbouw-comité in het gebouw van de Eerste Kamer te Den Haag, onder voor zitterschap van den heer J. L. Nysingh. Na een uitvoerige openingsrede en de afdoening van enkele gewone zaken heeft prof. dr. G. Minderhoud een in leiding gehouden over: „de voorwaar den voor een blijvende grootere wel vaart van den boerenstand". Spr. bracht in herinnering, dat hij na 1930 vele malen een kunstmatige ver hooging van de prijzen van land- en tuinbouwproducten heeft verdedigd. Regeeringshulp was de eenige mogelijk heid daartoe en deze was volkomen rechtvaardig. Zonder deze zou het ge- heele platteland economisch vernietigd zijn geworden. De vraag blijft echter bestaan, of kunstmatig verhoogde en daarna con stant blijvende prijzen van land- en tuinbouwproducten in staat zijn, dege nen, die van de opbrengst van den bo dem moeten leven, blijvend een hooger welvaartspeil te verzekeren. Klaarheid op dit stuk is dringend noo- dig, vooral ook om te voorkomen, dat bij jeugdige personen overdreven ver wachtingen aangaande de bestaansmo gelijkheden in den landbouw worden gewekt. Spr. betoogde, dat een hoo ger levenspeil voor boeren, tuinders en landarbeiders, zooal bereikbaar, toch zeker niet op eenvoudige wijze kan worden verkregen. De voornaamste oorzaak ligt in de snel aangroeiende bevolking, die in de eerste plaats op het platteland in het leven wordt geroepen. Boeren, tuinders en landarbeiders brengen een bevol kingstoeneming tot stand, die zeker vijfmaal zoo groot is, als het aantal, dat vermeerdering van cultuurgrond jaarlijks in land- en tuinbouw zijn brood zal kunnen verdienen. Daarbij komt, dat onze plattelandsbevolking zeer gehecht is aan het vaderlijke bedrijf, zoodat als men deze bevolking haar gang laat gaan, in onderlinge concurrentie de koopprijzen van den grond en de pach ten zoo hoog worden opgevoerd, dat de bedrijfsuitkomsten onvoldoende moeten worden voor een levenspeil, dat aan merkelijk hooger ligt dan het huidige. Het zal, wil men het beoogde doel bereiken, derhalve noodzakelijk zijn den eigenaren van den grond, onver schillig of deze den landbouw al of niet zelf uitoefenen, te dwingen, dè huidige koop- en pachtprijzen niet te verhoogen, terwijl ook bij boedelscheidingen de grond aan de toekomstige gebruikers niet boven den eenmaal vastgestelden prijs in rekening gebracht zal mogen worden. De thans bij de Tweede Kamer in behandeling zijnde pachtwet is voor de zaak, welke spr. thans behandelt van weinig beteekenis. Maatregelen tegen een te ver gaande bezwaring van den grond met schulden, zullen dan niet achterwegë kunnen blij ven. terwijl daarenboven de zittende ge bruikers na een periode van 25 a 30 jaar hun plaats aan jongeren zullen moeten afstaan, als men al te grooten aandrang tot verkrijging van boerderijen wil weren. Het aanwijzen van degenen, die in aanmerking komen om een bedrijf te verkrijgen, zal moeten geschieden overeenkomstig regels, welke door de wet zullen moeten worden gesteld. Voor de verkrijging van een bedrijf zal in het algemeen uit elk gezin van boer, tuinder of landarbeider maar één zoon in aanmerking moeten kunnen ko men, terwijl een beperkt aantal plaat sen voor zoons van buiten den land bouw staanden beschikbaar gesteld zal moeten worden. Is er in een boerenge zin meer dan één zoon, dan zullen de anderen op jeugdige leeftijd een ander beroep moeten kiezen. Wenscht men deze diep ingrijpende maatregelen niet, of slaagt men er niet in deze te ver krijgen, dan is een blijvende verhooging van het levenspeil niet mogelijk. Voor het doen uitvloeien van een deel der plattelandsbevolking, zal de steun van de overheid, om de opleiding tot an dere beroepen mogelijk te maken, zeker voorloopig niet kunnen worden gemist. Ook uit dit oogpunt is het derhalve van belang, dat alle beroepen zooveel mo gelijk voor allen „open" blijven. Ge sloten bedrijven verminderen de be staansmogelijkheden van het bevol kingsoverschot, dat het platteland op levert. Het is uit meer dan een oogpunt voor land- en tuinbouw van belang, dat in die andere beroepen behoorlijk wordt verdiend. In de eerste plaats zkl daar door de zoo noodzakelijke afvloeiing van overtollige personen uit land- en tuinbouw bevorderd worden, doch en dit is niet minder belangrijk vele takken van land- en tuinbouw hebben groot belang bij een ruime koopkracht van het publiek. Dit feit, erkennen, be- teekent geenszins, dat spr. de koop krachttheorie, zooals deze b.v. ontwik keld is in het plan van den arbeid, ge heel onderschrijft. Wel zit er meer waarheid in dan velen willen toegeven. (Van onzen bouwkundigen medewerker.) Met pijnlijke verbazing zullen velen, vooral in bouwkundige vakkringen, de vernietiging door de Kroon van het be sluit van Ged, Staten van Zeeland (om goedkeuring te onthouden aan de voor genomen Raadhuisbouw te Groede door een Belgischen architect) hebben ver nomen. In korten tijd was het geval-Groede al de tweede overheidsopdracht in Zee land, waarvoor geen Nederland sche architect in aanmerking kon ko men, Verheugend was daarom het nationaal geluid, dat Gedeputeerde Staten van Zeeland in hun beslissing deden hooren. Nochtans meenden die Groedenaren welke voor hun Raadhuisbouw naar België lonkten, op instigatie van hun leiders in dezen, zich bij deze beslissing van Ged. Staten welke toch een zoo krachtig beroep deed op wat meer va derlandslievende expressie in hun daden ter zake niet te moeten neerleggen, en beriepen zij zich bij de uitreiking van hun testimonium van onbekwaam heid aan de Nederlandsche architecten, op de Kroon. En de Kroon geeft, met feitelijke er kenning van de juistheid der door G. S. aangevoerde motieven, nochtans Groe de gelijk! De Kroon overwoog namelijk, dat in het algemeen de suggestie van Ged. Staten van Zeeland wel j u i st was, en dat de keuze van Nederlandsche on derdanen voor zulk werk dient te wor den bevorderd, inzonderheid waar het overheidsopdrachten geldt, doch dat er in dit geval.... mirabile dictu, geen voldoende redenen waren om de vrijheid van keuze van den gemeenteraad ten deze te bekorten. Waar blijft die bevordering dan in dit geval? Dient de Kroon ons daarin, wanneer concrete gevallen haar belreiken, dan niet allereerst voor te gaan? En wel in 't bijzonder, wanneer het, zooals hier, een overheidsopdracht geldt? Inderdaad is, zooals ook reeds van andere zijde in 't kort in dit blad werd opgemerkt, deze beslissing wel merk waardig. Immers, door Groede vrij te la ten, bereikt de Kroon, dat niet geschiedt, wat zij bijzonder aanbevelenswaardig acht! En dat alles vanwege de „vrijheid" der gemeente. Wij vragen ons af, waarom de Kroon niet, door het trekken der consequen ties ui$ eigen feitelijke veroordeeling, een naar 't ons voorkomt onnoodig en ongepast gebruik van de vrijheid der gemeente heeft voorkomen! Met recht kan worden gevraagd of de uitingen der Nederlandsche architectuur, welke in de laatste tientallen jaren tot ver over onze grenzen een uitstekende reputatie genieten, aan Groede geen waarborgen voor het tot stand komen van een behoorlijk gemeentehuisje via een Nederlandscher. architect konden geven? Voorts, of het bouwen in eigen lande lijke sfeer niet beter aan een deskundige van eigen „bodem" ware toevertrouwd geweest? Immers, zelfs in de zg, inter nationale architectuur treedt altijd nog het „eigen-aardige" van elk land naar voren, en zoo ook is bv. de „Neue Sachligkeit" van onze Oosterburen een andere dan de „moderne logique" der Zuidelijken. Tenslotte: ook den Nederlandschen ar chitecten ontbreekt het in deze tijden aan voldoende opdrachten. In vele, ons bekende, gevallen, kan hier van een noodtoestand worden gesproken. Vele Nederlanders met Nederlandsche harten beijveren zich op velerlei terrein om eigen volksgenooten staande te hou den, De regeering werkt daaraan mede o.m. door toezicht bij de bestemming der werkfondsgelden, en via de actieve be moeiingen van de Rijkscommissie voor werkverruiming, waar blijkbaar (geluk kig!) heel vaak een ander „vrijheids"- begrip domineert dan in het onderhavige geval. Daaraan getoetst, is de beslissing der Kroon ons onbegrijpelijk; naar onze mee ning mag het vrijheidsgebruik der Groe denaren die hun nieuwe Raadhuis door een buitenlandschen architect willen bouwen o.i. erecht als o n g e- p a s t, dat is als misbruik, wor den gekwalificeerd Wat meer besef van nationale waardig- digheid is dringend geboden! Middelburg, 23-X-'36. Donderdag hoog- ste temperatuur 14 °C; (57 °F); laagste 12.2 °C (54 °F). Heden 9 h: 12.7 °C; 12 h: 14 °C. 0,3 mm regen of neerslag Hogste barometerstand te dezer stede, in het afgeloopen etmaal; 768 mm; laag ste 766 mm. Hoogste barometerstand in het Euro- peesche waarnemingsgebied: 768.8 mm ie Mümchen; laagste 736.3 mm te Isaf- jord. Verwachting tot morgenavond! Zwakke tot matige Z, tot Z.W, wind, nevelig tot zwaar of half bewolkt, wei nig of geen regen, weinig verandering in temperatuur. e Zon op: 6 h 41; onder: 16 h 48. Licht op: 17 h 18. Maan op: 13 h 38; onder: 22 h 49. E.K. 23 Oct. Hoog- en Laagwater te Vlissingen! October. Hoogwater. Laagwater, Vr. 23 5.45 18.23 12.13 Za. 24 6.50 19.41 0.40 13.19 Zo. 25 8.16 21.18 2.03,14.51 Hoog- en Laagwater te Wemeldingei October. - Hoogwater. Laagwater. Vr. 23 7.29 19.58 0.49 13.14 Za. 24 8.27 21.10 1.43 14.17 Zo. 25 9.47 22.42 3.05 15.45 Westkapelle is 28 min. en Domburg 2j3 min. vroeger; Veere 38 min. later, (S springtij.) Binnenkort verschijnt, zoo lezen wij in „Almelo's Dagblad", een brochure van het bekende soc.-dem. Kamerlid ds. v. d. Heide, getiteld: „De zaak tegen mr. L. A. Ries, thesaurier-generaal bij 't department van financiën, eenige be schouwingen en kritische op.merkingen Deze brochure is een felle aanklacht „tegen al degenen die door ernstige fou ten en schromelijke tekortkomingen oor zaak zijn geweest dat de goede naam van een hoogstaand ambtenaar door 't slijk is gesleurd." Het „Alm. Dbl." heeft de drukproeven dezer brochure gezien en ontleent er aan, dat de eenige getuige tegen mr. Ries zou zijn een gevaarlijke fan tast:.... „Hij g,af zich uit voor journa list, drs. in de letteren, secretaris-ge neraal van het Zweedsche gezantschap etc. In al die kwaliteiten pleegde hij di verse oplichterijen en maakte bovendien anderen verdacht." „Er is genoeg materiaal gegeven, zoo vervolgt ds. v. d. Heide de uitvoerige uiteenzettingen over X.'s fantastische oplichterijen, voor de stelling, dat X. een jongeman is zonder waarheids- en ver antwoordelijkheidsbesef; iemand die 't een kleinigheid acht anderen van mis drijven te beschuldigen, die door hem gefantaseerd zijn; iemand die bedriegt en oplicht; een opschepper en grootdoe ner, die van zichzelf en van zijn vader, van zijn kennen en kunnen, zijn positie, rijkdom, relaties en prestaties voorstel lingen geeft, die hem doen kennen^als jongeman van gewicht en aanzien, van geld en invloed, van talent en bekwaam heid. Een hoogst gevaarlijk jongmensch. En nu de waarheid en niets dan de waarheid. Op de verklaringen van dezen fantast en daarop alleen zijn politie en officier van just:tie afge gaan, is mr. Ries gearresteerd, vervolgd en in het Hu:s van Bewaring ingesloten, waardoor hij als thesaurier-generaal werd geschorst, waardoor zijn eer en goeden naam door het vuil werden ge sleurd. Met voorkennis van twee minis ters." Uitvoerig behandelt ds. Van der Heide het verdere verloop van het geval, ci teert dr. Colijns zeer waardeerend oor deel over mr. Ries, critiseert scherp de gebeele behandeling der zaak voor en na de arrestatie, bij de veHiooren etc. en stelt politie en justitie in gebreke wijl zij naliet deugdelijk te onderzoeken of dé verklaringen van den reeds slecht bij de politie bekend staanden ge'uige- fantast wel de waarde hadden, die zij er klaarblijkelijk aan toekende.

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1936 | | pagina 1