22* GOESCHE COURANT™ De scheepsramp aan! Java's Noordkust. EIM MASKENBALL IN WIEN ALEX DE HAAS Fantasie en Realisme de Economie. in WEEK EN WIND. KERK ER SCHOOL LEGER EN VLOOT. NUMMER 249. TWEE BLADEN. WOENSDAG 21 OCTOBER 1936. EERSTE BLAD. 179c JAARGANG. Nog verschillende drenkelingen gered. In totaal zijn ruim 30 opvarenden om 't leven gekomen. Hoe de ramp plaats greep. PAVilJOEN WANDEIPIER Wat de schipbreukelingen vertelden. Bericht! MIDDELBURGSCHE COURANT Dagblad Voor Middelburg, Goes en agent- eliap Vlissingen 2.30, elders 2.50 per kwartaal Week-abonn. in Middelburg en Goes 18 ct. p. w. Advertentiën 30 ct. per regel, Ingez. mededeelingen 60 ct. p. r. contr. voor beide veel lager; tar. op aanvr. Uitgeefster Naamlooze Vennootschap „De Middelburgsche Courant"; Bureaux Lange Sint Pieterstraat te Middelburg. Telefoon Redactie 269, Administratie 139 Postrekening no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 17. Aangesloten by het Bureau voor Publiciteitswaarde der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers. Familieberichten en dankbetuiging— 1—5 regels f 2.10, elke r. na. 30 ct. Rsbti^ „Kleine Advert—tiSn", ten hoogste 6 regelt, a 75 ct. bg vooruitbetaling Adv. „Brieven" of „Bevragen bureau dexer 'esv rant" 10 ct. extra Bewysnommers 5 cent Zooals men elders in dit blad vermeld vindt, is gisteravond te Middelburg een vergadering gehouden waarin de presi dent der internationale vereeniging „Bellamy" zijn toehoorders gewezen heeft lings welken weg de menschheid uit de ellende van dezen tijd in een beter tijdperk te lande kan komen. Die weg is volgens den spreker 'n geletterd man, met een jeugdig enthou siasme omgekeerd ^evenredig aan zijta leeftijd te vinden in den utopistischen roman van den schrijver Edward Bella my, waarin een in onderdeelen uitge werkt stelsel v,in broeder schap-in-prak- tijk, door middel van gemeen schap s-productie naar behoef- t e en g e 1 ij k e verdeeling der op brengsten aan alle staatsburgers, wordt aanbevolen. Met een welhaast profetisch geloof, deze goede zaak waardig, heeft de spre ker van den avond dit stelsel als den eenigen uitweg zijnen hoorders voorge houden, Dat wij overtuigd noch zelfs voldaan henengegaan zijn, heeft aan hem niet gelegen. Overtuigd noch voldaan. Het laatste niet, omdat wij tegen de propaganda voor elke utopie dit is: niet te verwezenlijken, zij 't op zichzelf nog zoo schoon, plannetje dit bezwaar hebben, dat het sociale of geestelijke energie absorbeert, welke dan niet meer beschikbaar is voor het werk dat wèl gedaan kan, en noodzakelijk gedaan moet worden. En omdat een *te idealistische, ver wrongen kijk op de werkelijkheid, die ons dus de realiteit niet doet zien zooals zij is, maar zooals wij in onze goede hart eigenlijk wel zouden willen dat zij wa re het groote gevaar medebrengt, dat wij de aanwendbare geneesmidde len voor de werkelijke kwalen niet zien noch toepassen. Voldaan noch overtuigd. Wie zich wel eens in de grondbegin selen der economie of staathuishoudkun de verdiept heeft, en wie met name daarbij niet de eerste grondbegrippen braaf van buiten leerde, maar getracht heeft zich critisch te bezinnen op der- zelver wortels en waren zin, die weet dat er niets zoo gevaarlijk is ,als het lichtvaardig jongleeren met economische begrippen als „winst-systeem"; „af schaffen van het geld"; „instellen van een eenvoudig verreken-systeem"; „pro- ductie-naar-behoefte"; „verhooging van koopkracht", enz. enz. enz. En, hoezeer men ook onder den ban van de met groote en warme overtui ging voorgedragen rede van den zonder twijfel met de nobelste bedoelingen be zielden spreker zou dreigen te geraken, toch is bij eenig nuchter nadenken kwaJ lijk te ontkennen, dat ook deze Bella- myaan wel zeer luchthartig met deze zware economische problemen om sprong. Laat ons, in pla.ats van hier een fun- damenteele bestrijding der Bellamyaan- sche opvattingen op het terrein der eco nomie te leveren dat zou teveel ruim te vergen en vermoedelijk ook nog tot eindelooze discussies voeren! ons bij twee pracfische voorbeelden uit mr. IJs- sel de Scheppers rede bepalen. Met een ondeugend plezier vertelde de spr. dit verhaaltje: „Er was een hotelhouder. Een gast voeg hem, twee bankbiljetten van f 100 7°?r f\em te bewaren. De hotelhouder be aaide hiermee een dokter, waarbij hij in krijt stond en die hem dit geld had zien ontvangen. De dokter betaalde z'n vrouws modiste er mee, en die betaalde er den slager van. De slager voldeed 'n lang uitstaande bakkersrekening ermee; de bakker, die in 't hotel gelogeerd had' voldeed den hotelhouder weer, en toen de gast terugkwam, en de hotelhouder eerlijk vertelde wat er gebeurd was, zei de gast: „goed dat u die briefjes terug hebt gekregen.... want ze waren alle bei valsch!" Natuurlijk werd hier erg om gelachen, en des spr.'s conclusie uit deze anec dote, dat al dat geld dan toch maar la rie was, fictie, papier, zooals oblig,i ties en aandeelen en allesging er als koek in. Ziet, dit nu ligt naar ons gevoelen over de grens. Dit i-s geen grapje meer. Van een ongeletterd, man zou men dit simplistisch kunnen noemen van een gestudeerd man is het onzes bedunkens niet meer toelaatbaar zijn hoorders al dus voor te lichten. Want: dit heele verhaaltje kan im mers precies zoo op zijn eigen Bellami- tisch systeem getransponeerd worden! Bv. aldus. Het begin in des sprekers verhaaltje is: een yervalsching. Daarmee mogen wij dus ook beginnen. Der halve: de gast des hotelhouders beweegt zijn nichtje, die klerke op het Centraal Bellamitisch Girokantoor is, zijn leege postrekening met een (vervalscht) te goed van f 200 te „verrijken.". Nu gireert de gast den hotelhouder f 200 op diens ekening, de hotelhouder g reeri; den dokter, de dokter gireert de modiste zij ner vrouw, de modiste den slager, d den bakker en deze weer den hotelhou der, welke tenslotte de f 200 teruggi- reert aan den gast en omdat de gemeen schap niet bestolen is en de directeur van het C. B. G. het nichtje van den dokter wel aardig vindt.... wordt er zand over het ondeugendheidje ge strooid en ziedaar. Heel dat zgn, fictieve gescharrel met papier dat bij dieper onderzoek nee- lémaal niet fict'ef blijkt te zijn ook nog is nu precies gelijk gegaan. En, werpt men ons tegen, dat hiermede Bellamy's stelsel niet veroordeeld is hetwelk bij voorbaat toegegeven wordt dan mag men evenmin het eerste verhaal'je ge bruiken om ons tegenwoordige economi sche of financieele stelstel in een kwaad daglicht te stellen. Een tweede punt is wederom als voorbeeld, aanmanende tot voorzichtig heid bij de oordeelsvorming en niet ais fundamenteel-principiëeele kritiek be doeld dit: de spreker stelde, dat vol gens Bellamy aan 't einde des jaars alle niet gebruikte giro-tegoed der versch'l- lende rekeningen weer terugvalt aan den staat. Eilieve: zouden er meer dan enkele waarlijk brave en nobele lieden zijn, dié dit werkelijk zouden laten geschieden? Neen immers! De normale zuinige mensch, die zijn giro-tegoed door een eenvoudig leven, of door weinig behoef ten, tegen het einde des jaars nog groot wist, zou dit als regel zonder eenigen twijfel vóór het einde van den fatalen decapitatie-termijn beleggen. „Kan niet", roept de Bellamyaan ui;: „er is lekker geen geld of papieren meer om het in te beleggen-" Welnu: wat zal hem beletten er radio toestellen, fietsen, auto's, benzine, koei en, varkens, diamanten, oleverfschilderij- en of oud-Delftsch voor te koopen? En wat zal hem beletten deze „stored wealth" later om te ruilen voor lande rijen of huizen, ter vermeerdering van bezit? Nu zijn wij er van overtuigd in sterk idealistische bewegingen en stelsels is dat altijd zoo dat men op deze en dui zenderlei andere tegenwerpingen ant woorden heeft die ze alle verpulveren, vernietigen, en e Bellamy als schitte rend overwinnaar uit den strijd te voor schijn zullen doen treden. Althans den schijn wekken daartoe in staat te zijn, Goed, dat zij dan zoo. Dan volge men den weg maar, dien de spreker van gisteravond aangaf, en die van oppersten eenvoud is. Elke po litieke partij zoo zeide de spr. mag ons stelsel gaarne op haar programma nemen. En willen ze het niet, dan mag men ook wel een politieke partij van Bellamyanen oprichten zijnentwege. En als er dan maar genoeg aanhang door ge noeg bezieling komt, welnu, dan heeft men zóó de meerderheid in het paria- ment, en dan is het Bellamitisch stelsel in een of een paar handomdraaien zoo verwezenlijkt, en dan leven we allemaal lang en gelukkig op aarde. Ziedaar. Kan het eenvoudiger? Het ontbreekt ons, oprecht gezegd, niet aan idealisme. Wij willen streven naar een betere, rechtvaardiger maat schappij, van harte gaarne. Maar: met het hart in de wolken doch de béenen op den grond. Aiankweeken van de broederschaps gedachte zien wij, met den spreker, als dwingende noodzaak. Streven naar meer rechtvaardigheid in de samenleving der menschen stellen, wij ons, met hem, ten doel. Maar tot leidsman op economisch terrein nemen wij vooralsnog den heer Bellamy noch zijn profeet mr. IJssel de Schepper. Met nuchterder realisme hetwelk van elk hard en harteloos economisme volkomen vrij kan zijn komen we on zes bedunkens verder dan met het pro- pageeren van wijsgeerige en econom - sche sprookjes. offerde zijn De scheepsramp, die gisteren aan Ja va's Noordkust heeft plaats gehad, blijkt gelukkig minder slachtoffers te hebben geischt dan aanvankelijk werd gevreesd. Aan de lijst van de geredden kan nog worden toegevoegd de hofmeester, de heer J. B. Verhaar, Voorts zijn nog gered de ladingklerk A. Eman, en de proviandklerken W. Tu- rang en G. Kaunang. Van de 59 vermiste leden van de inlandsche bemanning en inlandsche pas sagiers zijn er thans nog 39 in veiligheid gebracht. Men komt zoodoende tot 13 of 14 Europeesche en 20 inlandsche slachtof fers, tezamen 33 a 34 inplaats van 72, zoogls gister gemeld. Behalve mevrouw Wisse, wier stoffe lijk overschot reeds te Soerabaja is aan gebracht, zijn waarschijnlijk verdronken: het echtpaar G. P. Carli, de heer S. Raaff, de heer H. A. Exley, de heer A. Kraanen, de baby van mevrouw Wisse, de heer J. van Egmond, de heer en me vrouw Makatita en 2 kinderen, de mar conist M. J. Uytermerk en 20 inlanders. Waar de ramp heeft plaats gehad, De ramp heeft plaats gehad bij kaap Oedjoeng Pangkah. Deze kamp ligt aan i ifvan westervaarwater en is als het ware de hoek van het uitsteken de deel van Java, dien men om moet slaan als men naar Soerabaja gaat. De ramp is dus geschied vrij dicht bij Soe rabaja en hierdoor verklaart zich ook de tijdige aankomst van de vliegbooten der marine, die nog vele opvarenden hebben kunnen redden. Omtrent de oorzaak van de ramp tast men in het duister. Het zinken van het schip kan niet het gevolg zijn van het werken der lading, daar het stil weer was. De marconist leven. Tot de vermiste personen behoort ook de marconist, de heer M. J. Uytermerk, die zijn leven heeft geofferd om het le ven van bijna 200 anderen te redden. Slechts één noodsein heeft de marconist kunnen uitzenden, echter juist voldoen de om het mogelijk te maken, dat van alle zijden hulp is komen opdagen, waar door zeer velen van den verdrinkings dood gered konden worden. Voor den jongen man was de tijd echter tekort om zich nog uit de radiohut te verwijderen, Het schip was bij het vertrek uit Soe rabaja uitstekend geladen en volstrekt niet rank. Veel zware lading bevond zich in de onderruimen van het schip, alle zoetwater- en ballast-tanks waren vol. De lading heeft niet gewerkt, en het weer was goed. Te 24.00 begaf de gezagvoerder zich ter ruste. Hij had nauwelijks geslapen, toen te 00.45 hij door den stuurman van de wacht werd gewekt met de mededeeling, dat het schip slagzij maakte over stuurboord. De gezagvoerder stond onmiddellijk op, en constateerde, dat de slagzij toenam. Hij wekte hierop den eersten stuurman, wien hij de opdracht gaf te gaan kijken wat de oorzaak kon zijn van het scheeflig- gen van het schip. Intusschen ging het schip geleidelijk aan scheever liggen. Alle stuurlieden kwamen eigener be weging op de brug zich melden teneinde om instructies te vragen. Waar toen geen tijd meer te verliezen was, gaf de gezagvoerder order alle boo ten klaar te maken. Hijzelf gaf op de stoomfluit het signaal voor het verlaten van het schip, waarbij de machine stopte. Tusschen het tijdstip dat de gezag voerder constateerde dat de slagzij ver- ZATERDAGAVOND 24 OCTOBER aanvang 8-30 uur einde 4 uur onder leiding van Cotillons Attracties Fraaie prijzen, Entrée 60 ct, incl, bel. Tafel reserveeren. Telefoon 575. (Ingez. Med) ontrustend werd en een oorzaak van bui ten moest hebben, en het oogenblik, waarop het schip op zijn zij ging liggen en zonk, zijn volgens den gezagvoerder slechts 1 a 2 minuten verloopen. De gezagvoerder is op de brug geble- j ven toen het schip naar de diepte ging, j de gezagvoerder kwam weder boven, om j vervolgens nogmaals onder te gaan en tenslotte ten tweede male boven te ko men, en wel in de nabijheid van een red dingsboei, die hij wist te grijpen. Op het schip was men er slechts in geslaagd om één boot te strijken, alvo rens het schip onderging. Een tweede boot, die men buiten boord wist te krijgen, moet op hetzelfde mo ment dat het schip zonk, doordat deze door een schoorsteen van het schip werd getroffen, zijn omgeslagen. De gezagvoerder kon geen oorzaak voor het ongeluk aangeven, doch hij sprak als zijn vermoeden uit, dat op de een of andere wijze water in het schip was gekomen. De vierde stuurman, de heer J.- F. Stada, brak een been bij het verlaten van het schip. De verhalen, welke verscheiden dren kelingen na hun redding hebben gedaan, geven allen weer, hoe plotseling de ramp gekomen is; absoluut onverwacht, terwijl iedereen sliep. Het schip helde geweldig en het water drong binnen. Niemand kon zich verder staande houden, een ieder gleed in zee. De gezagvoerder, de heer Akkerman, werd tot het laatste toe aan boord ge zien en men kon waarnemen, hoe hij alle krachten inspande, om de sirene te doen loeien. Trouwens, er bestaat on der de geredden slechts één meening: de équipage heeft zich uiterst flink ge houden en deed wat nog mogelijk was. Allerlei voorwerpen zag men op het water drijven, van het schip wegge spoeld: kisten sinaasappelen, stoelen, fauteuils, banken, tafels en wrakhout. Slechts enkele sloepen konden worden gestreken. Hartroerende tooneelen speelden zich af op zee, toen de massa drenkelingen zich trachtte drijvende te houden, zich vastklampend aan alles wat zij maar on der hun bereik konden krijgen. Ooggetuigen verhalen, hoe bijna iedereen gilde in doodsangst. Doch wel dra werd het stiller, en probeerde men zich zoo goed mogelijk op de golven drijvende te houden. De toestand was angstwekkend, totdat in den vroegen ochtend de „Plancius" (eveneens van de K.P.M.) voorbij voer op ongeveer 100 meter van de plaats des onheils, waar de drenkelingen ronddreven. Toen zoo verhalen ooggetuigen begon opnieuw het gegil, opdat men hen op de „Plancius" zou hooren, en men vandaar reddig zou kunnen brengen. Een ontzettende teleurstelling en de grootste wanhoop maakte zich meester van de drenkelingen, toen men bespeur de dat de bemanning van de „Plancius" niets van dit alles had gehoord. Tot geweldige ontzetting van alle schipbreukelingen voer de „Plancius" door in de richting van Soerabaja. Deze ontzetting, toen de redding nabij scheen en men het schip voorbij zag gaan, was wel het vreeselijkste moment in dit verschrikkelijke drama. Verder was ook de doodsangst voor haaien een reden tot ontzetting. Bij het reddingswerk door de Dornier- vliegtuigen, welke van de marine-basis onmiddellijk waren afgezonden, speelden zich ontroerende tooneelen af. Een ze venjarig meisje, het dochtertje van me vrouw Hartman, dat boven op een tafel ronddreef, wilde daar niet vandaan, toen de bemanning van de Dornier haar pro beerde weg te halen. Voortdurend schreeuwde zij „mammie" en toen zij eenmaal gered was en op het Soerabafa- sche vliegveld Morokrembangan was Middelburg, 21-X-'36. Dinsdag hoog ste luchttemperatuur 12.1 °C (54 °F); laagste 8.7 °C (47 °F). Heden 9 h: 12 °C; 12 h: 12.5 °C. 6.4 mm regen of neerslag. Hoogste barometerstand te de zer stede, in het afgeloopen etmaal: 768 mm; laagste 763 mm. Hoogste barometerstand in hét Euro peesche waarnemingsgebied: 772.0 mm te Rochefort; laagste 748.3 mm te Sey- disfjord. Verwachting tot morgenavond: Matige, aanvankelijk tijdelijk afne mende, later weer toenemende N.W. tot Z-W.-wind, zwaar bewolkt tot betrok ken, waarschijnlijk eenige regen, aan vankelijk iets zachter. Zon op: 6 h 37; onder: 16 h 52. Licht op: 17 h 22. Maan op: 12 h 35; onder: 20 h 26. L.K.: 23 October. Hoog- en Wo. 21 Do. 22 Vr. 23 Hoog- en Wo. 21 Do. 22 Vr. 23 Laag water te Vlissingen: October. Hoogwater. Laagwater. 4.18 16.37 10.46 23.00 4.56 17.23 11.27 23.44 5.45 18.23 12.13 Laagwater te Wemeldinge: October. Hoogwater. 6.10 18.23 6.45 19.05 7.29 19.58 Westkapelle is 28 min Laagwater. 11.50 0.06 12.29 0.49 13.14 en Domburg 23 min. vroeger; (S springtij.) Veere 38 min. later, Thans naast goudgele ook witte Purol. Dit wrijft onzichtbaar weg en daarom is Purol (wit) zoo bijzonder aangenaam voor de verzorging van het gelaat. Zelfde prijzen. Doos 30, Tube 45 ct. Bij Apoth. en Drog. (Ingez. Med.) aangebracht, bleef zij doodverschrikt in een hoekje zitten. Mevrouw Wisse werd bij de redding nog levend aangetroffen. Doch te Mo rokrembangan bleek zij reeds te zijn overleden tot ontzettende ontsteltenis van haar echtgenoot, dr. Wisse uit Mod- jokerto, die reeds zeer vroeg gewaar schuwd was en wien men aanvankelijk had medegedeeld dat zijn vrouw nog leefde. De heer Hudson, die gered is, kon niet meer spreken, daar hij door het hevige gegil om hulp zijn stem was kwijtgeraakt. De heer Franken, uit Batavia afkom stig, werd opgenomen in het ziekenhuis Darmo te Soerabaja. Hij was niet ge wond, doch totaal overspannen van ze nuwen. Behalve door de bemanning van de Dorniers, is schitterend reddingswerk verricht door de visschersbevolking van de dessa Brondong, waar vele schipbreu kelingen werden aangebracht. Ook te te Lamonan op Toebang werden dren kelingen aan wal gezet. Het aandeel dat de visschersbevolking in het reddingswerk heeft gehad, mag zonder overdrijving zeer groot genoemd worden. Zonder hun hulp zou het aan tal dooden aanzienlijk grooter geweest zijn. Zes prauwen redden 124 drenke lingen. In opdracht van den minister van Onderwijs heeft de inspecteur van 't la ger onderwijs in de inspectie Middelburg aan alle hoofden van lagere scholen in zijn inspectie laten toekomen een tien tal Fransche assignaten, elk van vijf li- vres. Deze kunnen bij het onderwijs in de Vaderlandsche geschiedenis van dienst zijn, Genoemde assignaten vormden tijdens de Fransche revolutie het papiergeld, waarmee de Franschen, ook in ons land, betalingen deden. Zij bleken echter spoe dig waardeloos te zijn. Bij beschikking van den minister van defensie a.i. is de luiienant ter zee der 2e kl. W, J. Reijnierse met ingang van 24 October geplaatst bij het vlieg kamp „De Kooy."

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1936 | | pagina 1