HAAS BOOG-AZIJN „Van Vjuietnde Jjn«££ejt V-hif.'" DE GOUDEN RAT KRONIEK van den DAG. Onze zaakgelastigde heeft Madrid verlaten. ZEELAND. TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 21 SEPTEMBER 1936. N». 223. Geneefsche veinzerij. Omdat de Spaansche po litie de meubels van het Nederlandsche gezant schap wederrechtelijk in beslag heeft genomen. Het tegengaan van oververmoeidheid van chauffeurs ^7OTrmamigwiaa Zaterdag' is te Genève het jaarlijksche Septemberfestijn van den Volkenbond weer begonnen. In een stemming, zooais men die gewoonlijk den dag na een festijn opmerkt, bij deelnemers, die heel veel gedronken en getranspireerd heb ben. De Spaansche burgeroorlog en al lerhande andere dingen drukten op de gezichten der heeren diplomaten 'n som ber uitzicht. Er was overig'ens aan leiding tot eenig feestbetoon. Voor het eerst vergaderde de Raad in het nieuwe Volkenbondspaleis dat bijna voltooid is, Grappenmakers beweren, dat er geen haast met het betrekken van het ge bouw zou zijn gemaakt, indien de poli tieke hemel er minder dreigend had uit gezien. Men wilde er in elk geval een maal in vergaderen, voltooid of niet! Grappenmakers kunnen erg luguber zijn Maar de openingsplechtigheid moest nu plaats vinden in een bijzaaltje, daar aan de groote zaal de laatste hand werd ge legd. Voor de officieele genoodigden (niet Raadsleden) was er niet eens voldoende ruimte en ook de journalisten hadden geen behoorlijke plaatsen, Er stond voor den eersten dag niets bijzonders op de agenda. Na de gewone formaliteiten en nadat een paar rappor ten over de opiumkwestie waren toege licht, werd de bijeenkomst tot een na der te bepalen dag verdaagd. De heeren zijn vervolgens in de be faamde „onderonsjes" druk aan het be raadslagen gegaan. Het voornaamste on derwerp van gesprek vormde de vraag wat er vandaag zou moeten gebeuren met de geloofsbrieven van de Abessijn sche delegatie. Hoewel hij feitelijk geen land meer heeft, meende de Negus een aantal vertegenwoordigers naar de (he den geopende) zitting der Assemblée te moeten zenden. Mussolini gaf geruimen tijd geleden te kennen, dat Italië niet aan het Volkenbondswerk zal deelnemen zoolang men Abessijnen aan de groene tafel toelaat. Avenol, de secretaris-gene raal van den Volkenbond, heeft dezer dagen een reis naar Rome gemaakt, om met den Duce en diens schoonzoon Cia- no, minister van buitenlandsche zaken, over het geval te praten. Het heette aanvankelijk, dat de Duce de schrapping van Abessynië als Volkenbondslid (en dus de officieele erkenning van zijn ver overing) als voorwaarde voor de ophef fing van zijn lijdelijk verzet had geëischt Later verluidde echter, dat hij bereid was genoegen te nemen met een slink- sche maatregel: de Abessijnsche delega tie den toegang tot de Volkenbonds vergadering te beletten. Zulks door haar geloofsbrieven de vereischte goedkeu ring te onthouden. Engeland en Frankrijk moeten veel voor deze idee voelen. De Negus be weert weliswaar aldus de drogreden waarmee de zaak goedgepraat wordt, dat er nog een Abessijnsche regeering te Gore in Westelijk Abessynië bestaat, doch geen mensch kent haar; de Volken bond dus ook niet. Daar de wettelijke regeering, welke de Volkenbond wel kende en welke te Addis Abeba zetelde, zoek is geraakt, kan van een officieele Abessijnsche delegatie geen sprake zijn. Wie bedenkt het sophistischer? En waar om niet liever ronduit erkend, dat het rijk van den Negus is opgelost in Musso lini's imperium? Er schenen Zaterdag heel wat staats lieden niets van de veinzerij te willen weten. De Franschen en de Engelschen hadden het dientengevolge verschrikke lijk druk; met pogingen tot ompraten; en.met het zoeken van iemand, die bereid zou zijn het voorzitterschap van de commissie voor de geloofsbrieven op zich te nemen. Dezen voorz, moest de taak ten deel vallen het voorstel tot niet- goedkeuring der Abessijnsche geloofs brieven toe te lichten. Van verschillen de zijden is den afgevaardigden van Pa rijs en Londen vermoedelijk minzaam gevraagd, waarom zij zelf dat voorzit terschap niet ambieerden. Wij zijn er benieuwd naar, hoe 't zal afloopen. Engeland en Frankrijk beschik ken over een sterke rem en naar alle waarschijnlijkheid gelukt het hun wel, de Assemblée te krijgen, waar ze haar willen hebben. Maar zonder het slikken van bittere pillen lijkt het niet te zullen gaan. Het is althans uiterst onwaarschijn lijk, dat den Abessijnschen afgevaardig den belet kan worden, hun geloofsbrie ven in de eerste vergadering toe te lich ten en daarbij zoo noodig venijnige cri- tiek te laten hooren. je. Dr. Flaes is daarop Donderdagavond vertrokken. aair het Engelach vag 26. Londen lag reeds achter hen, toen Desbrook zich begon te bewegen. Graf ton verwijderde de prop en sprak hem aan. „Ik heb je in je eigen belang gevangen Inoeten nemen. Maak geen herrie, anders moet ik je den mond weer snoe ren", waarschuwde Grafton. „Wie zit er in de auto? Draai het licht aan", riep Desbrook kwaad en trachtte zich los te worstelen. „Denk aan je belofte. Ik heb me aan de afspraak gehouden". „Wat is er met miss Fraser gebeurd? Als haar eenig leed geschied is, zal ik je dooden. „Doe alsjeblieft hiet zoo melodrama tisch. Zij zit tegenover je", „Wat ben je van plan met ons te doen?" „Niet zoo nieuwsgierig, -beste kerel- Je zult mij nog eens dankbaar zijn voor wat ik vanavond voor je gedaan heb. „Weet je zeker, das miss Fraser niets mankeert? Het gas kan haar wel gedood hebben", drong Desbrook aan. Het duurde eenige oogenblikken, voordat Grafton antwoord gaf. <iHaar pols klopt relelmatig. Zij begint Van bevoegde zijde wordt medege deeld, dat dr. R. Flaes, tijdelijk zaakge lastigde te Madrid, in opdracht van de Nederl. regeering Donderdagavond de Spaansche hoofdstad heeft verlaten. Dr. Flaes is te Valencia aan boord ge gaan, met bestemming naar Marseille, De oorzaak van zijn vertrek is de vol gende: In een door de Nederlandsche legatie te Madrid gehuurd appartement voor welk appartement uitdrukkelijk de im muniteit was verkregen bevinden zich sedert 11 September, tegen den zin van de legatie en ondanks herhaalde protes ten, ambtenaren van de veiligheidspoli tie. Deze hebben onlagns meubelen en andere goederen, tot den inboedel van het gehuurde appartement behoorend, geconfiskeerd en weggesleept. Door bemiddeling van het Spaansche ministerie van buitenlandsche zaken heeft de zaakgelastigde daarop een on derhoud gehad met den minister van bin- nenlandsche zaken om een formule te vinden, die binnen de grenzen van het mogelijke den aanslag op de immuniteit zou kunnen herstellen. De minister van binnenlandsche zaken bood dr. Flaes een oplossing aan, welke de laatstgenoemde aanvaardde en welke op het volgende neerkwam: De sleutels van het apparte ment zouden aan de legatie worden af gegeven op j.l. Dinsdagmorgen, waarna restitutie der geconfiskeerde en meege nomen goederen in ieder geval voor Dinsdagavond, zou volgen. Aan deze oplossing is echter geen uitvoering ge geven: de sleutel werd niet afgegeven noch de weggehaalde goederen terugge bracht, Integendeel, de politie-autori- teiten zijn doorgegaan met het weghalen van goederen, van welk feit dr. Flaes schriftelijk mededeeling heeft gedaan aan den minister van binnenlandsche za ken, waarop niet werd gereageerd. Dinsdagavond heeft dr, Flaes den mi nister van buitenlandsche zaken ver zocht hem te mogen bezoeken. Deze mi nister bleek niet aanwezig te zijn. De onderstaatssecretaris liet hem wachten, waarop dr. Flaes een brief heeft afge geven met de mededeeling, dat hij, over eenkomstig de hem verstrekte instruc ties, zou vertrekken. In de gegeven omstandigheden was 'n anger verblijf van den tijdelijken zaak gelastigde te Madrid uitgesloten, al is er geen sprake van een verbreking van de diplomatieke betrekkingen met Span zich te bewegen. U bent volkomen vei- ig, miss Fraser, u hoeft zich nergens over ongerust te maken. Beweeg u alstublieft niet, u zult u pijn doen als u het wel doet", waarschuwde Grafton ïaar, Desbrook kwam tot de erkenning', dat deze raad goed was, want hij bezeerde zich aan de touwen en hij hield op met worstelen. „Grafton, je zult hier voor boeten. Je moet wel gek zijn om dergelijke dingen uit te halen", zei Ralph, vol ingehouden woede. „Ik veronderstel, dat mijn gevoel voor humor mij tot misplaatste grappen ver leidt, Miss Fraser, ik heb u een belofte gedaan omtrent uw broer en ik zal die houden ook". Toen raadde Desbrook wat er ging gebeuren. „Fraser is op het jacht". „Ja. Tenminste, ik hoop, dat hij er al is. En er zal nog een gast aan boord zijn een zeer aanzienlijke gast Mis schien kun je wel raden wie dat is?" vroeg Grafton spottend. „De groothertog?" riep Desbrook. „Wacht maar eens af, vriendlief", klonk het plagend. HOOFDSTUK IX. Fraser had geen moeilijkheden opge leverd want toen hij zijn roes, die hem in „De "Gouden Rat" overvallen had, uitgeslapen had was hij naar de lift ge dragen, die zich in het kleine kantoor-] i De vice-consul Schlosser is belast met de behandeling der zaken van het ge zantschap. Het wetsontwerp, dat te veel wil regelen. Het verbond van Ned. Werkgevers heeft de Eerste Kamer eenige beschou wingen aangeboden over het wetsont werp, houdende bepalingen tot het te gengaan van oververmoeidheid van be stuurders van motorrijtuigen (ontwerp- rijtijdenwet). Voorop gesteld wordt, dat het bestuur sympathiek staat tegenover het voornemen van den wetgever om maatregelen te treffen, die het voorko men van ongelukken ten gevolge van oververmoeidheid van bestuurders van motorrijtuigen beoogen. Dit sympathieke doel mag echter naar de meening van adressant niet doen voorbijzien, dat de regeling, zooa's zij thans is ontworpen, veel verder gaat dan met het oog op dit doel noodig is en voorts in haar uitwerking bezwaarlijk is te aanvaarden. Niet tegen het be ginsel, doch tegen de uitwerking daarvan richten zich derhalve de bezwa ren der leden van het verbond, die in de practijk met de ontworpen wet en haar uitvoeringsmaatregelen te maken zullen krijgen. Het wetsontwerp bepaalt zich niet tot de beveiliging van het verkeer, doch heeft nog een tweetal andere onderwer pen in zijn werkingssfeer betrokken, die daarmede slechts in zijdelings verband staan. Uit de gewisselde stukken en de mondelinge beraadslaging in de Tweede Kamer valt immers af te leiden dat het aanhangige wetsontwerp een drievoudi ge strekking heeft, t.w.: Ie. bevordeing van de veiligheid van het verkeer (tegengaan van ongevallen ten gevolge van oververmoeidheid); 2e. arbeidsbescherming, zulks in na volging van de arbeidswet; 3e. coördinatie van het verkeer. Naar onze wijze van zien, aldus het adres, betreft het hier drieërlei onder werpen van zeer uiteenloopenden aard en beteekenis. Vandaar, dat 't naar on ze meening aanbeveling zou verdienen, voor zoover men beide laatstgenoemde onderwerpen wettelijk zou willen rege len, daarvoor afzonderlijke wetsontwer pen in te dienen. Nu echter deze onderwerpen alle drie in één en dezelfde regeling zijn betrok ken, is deze regeling onoverzichtelijk en in hare consequenties moeilijk te peilen geworden. Wat de wetgever precies be oogt, is immers uit het ontwerp-rijtijden- wet zelf en uit de daarop gegeven toe lichting bezwaarlijk af te leiden. Het be treft hier weder een zeer algemeen ge stelde machtigingswet, waarvan de con- saquenties in de practijk niet zijn te over zien. Hetgeen inmiddels bekend is ge worden omtrent de voornemens tot uit voering van deze machtigingswet doet echter vreezen, dat men in de practijk te maken zal krijgen met uitvoeringsmaat regelen, die tot verwarring en wel haast onoverkomelijke bezwaren aanleiding zullen geven. Dit wordt veroorzaakt door het feit, dat de wetgever naar hun aard heterogene maatregelen in een en de zelfde wet en daarop gebaseerde alge- meene maatregelen van bestuur heeft willen samendringen. Dit is een wijze van wetgeving, die wel tot onbevredi gende consequenties moet leiden. Het college wordt o.m. op dezen grond verzocht, het ontwerp te willen terug wijzen onder aanbeveling aan de regee ring een nieuw ontwerp te willen indie nen, dat zich uitsluitend bepaalt tot het tegengaan van oververmoeidheid van be stuurders van motorrijtuigen ter voorko ming van verkeersongevallen. (Ingez. Med.) je bevond, en daarna door den langen gang naar de geheime schuilplaats van Grafton's bende. Hij bevond z:ch nu in een kleine, gezellig gemeubileerde ka mer, Hij kreunde, want hij had een barsten de hoofdpijn en keek verbaasd om zich heen, „Billy, mijn jongen, het wordt hoog tijd, dat je jezelf eens flink aanpakt, anders kom je nog in moeilijkheden", sprak hij tot zich zelf op treurigen toon. Toen viel het hem op, dat er geen venster in de kamer was, „Waar ben 'k toch", vroeg hij zich zelf hulpeloos af. Na een poosje kon hij zich weer eeni ge gebeurtenissen van den vorigen avoud herinneren. Hij herinnerde zich, dat hij de prinses naar „De Gouden Rat" ge bracht had, waar hij, onder anderen, Jane en Desbrook ontmoet had Hij voelde in zijn zak naar de obligaties en herinnerde zich toen dat hij ze in de safe van prinses Nadine had achterge laten. Maar hoe was hij in deze vreemde ka mer terecht gekomen? Hij liep naar de deur en probeerde deze te openen, „Opgesloten, jongeman", mompelde hij en toen hij om zich heen keek ont dekte hij een bel, waar hij op drukte. Het duurde eenige minuten voordat de deur geopend werd en er een forsch- uitziend man verscheen. „Wat wilt u?" vroeg hij norsch. DE VRAGEN VAN IR.. VAN DIS EN DE MOSSELHANDEL, Men schrijft ons uit Bruinisse: Door het Tweede Kamerlid, ir. Van Dis zijn aan den minister van Landbouw en Visscherij een vijftal vragen gesteld betreffende de*i mosselhandel die blijk- geven dat de vragen niet van volkomen deskundige zijden is ingelicht. Dat de ontevredenheid onder de kwee kers groot is, is zeer juist. Het optre den van het C.V.K. wekt groote onte vredenheid en het is toch wel onge hoord dat de koopers een bepaalde la ding mosselen graag koopen wil, de ver- koopers graag dezelfde lading ver- koopen, doch dat de controleurs van het C. V, K. de transactie verhinderen omdat eenigszins wordt afgeweken van de door de minister voor consumptie mosselen ontworpen bepalingen. Het te late begin van den export naar Parijs eveneens op rekening van het C.V.K. te schuiven lijkt ons echter onjuist. Ook zonder C.V.K. zou er thans geen verzending naar Parijs zijn. De oorzaak hiervan is elders te zoe ken en wel bij de Fransche mossel kweekers. Deze zien met leede oogen ieder jaar de Zeeuwsche mosselen op de Parijsche markt verschijnen en door hun organisatie werd bij de Fransche regee ring aangedrongen op een invoerverbod of contingenteering van buitenlandsche mosselen. Daar beide maatregelen na- deelig zouden zijn en de Fransche mos selcultuur niet van zeer groote beteeke nis is, is door den Bond van-Mosselkwee- kers in Zeeland met medewerking van de regeering en de Nederl. leg'atie te Parijs contact gezocht met de Fransche kweekers en importeurs en is men overeengekomen dat de verzending zou beginnen wanneer de Fransche voorra den grootendeels zouden zijn verkocht. De datum van 15 October is niet de finitief, misschien kan eind September al met den export worden begonnen. Verleden jaar is zooals men misschien nog weet de export stopgezet van half December tot half Januari eveneens om de Fransche kweekers de gelegenheid te geven hun eigen product te verkoo- pen. CHR. BESTURENBONDEN. Zaterdagmiddag vergaderden te Goes, onder voorzitterschap van den heer L. Vermeulen, lid van het Bestuur van het Chr. Nat. Vakverbond, de afgevaardig den van Chr, Besturenbonden in Zeeland met de bestuursleden van aangesloten organisaties. Deze vergadering was druk bezocht en droeg, in tegenstelling met vorige, meer het karakter van een ka dervergadering. De voorzitter wees er in zijn openings-1 rede op, dat het in dezen tijd van woe ling noodig is dat er elan en liefde voor de Chr, vakbeweging blijft. Dezen win- ter moet er hard gewerkt worden, zoo wel door propagandavergaderingen, als lectuurverspreiding en huisbezoek. Spr. deelde mede, dat er bij de 14 Zeeuwsche Chr. Besturenbonden 5820 leden zijn aan gesloten, tegen vorig jaar 5382. De heer H. Amelink, secr. van het C. N.V. en lid der Tweede Kamer, sprak daarna over: „De nood van dezen tijd en de eisch van ons beginsel", Spr. wees er eerst op dat de arbeid der Chr, vakbeweging thans moeilijker I en verantwoordelijker is geworden. Noo- j dig is principieele eenheid, maar ook in nige samenwerking tusschen leden en leiding. Er moet vertrouwen zijn en be reidheid om een offer te brengen voor I het gemeenschappelijk werk. De strijd tegen de Chr. levens- en we- I reldbeschouwing is nu feller dan ooit. Onze bestrijders zijn communisme, socia lisme, nationaal-socialisme en fascisme. Wij stellen ons Tegen al deze vijanden positief te weer. De crisis duurt zoo lang en daarom verwachten sommigen het van den Staat, maar laten we oppassen aanbidders van den afgod Staat te worden. Zou het be ter worden als de Staat het geheele pro ductieproces in handen had zooals in Rusland? Wij moeten niet meedoen aan de negatieve en matelooze critiek op regeering en volksvertegenwoordiging. Niet één regeering kan de moeilijkheden oplossen. Wij willen noch communisme noch fas cisme. Beide brengen de dictatuur, en ontrooven ons onze rechten en vrijhe den. Wij hebben den strijd principieel te voeren en gaan onzen eigen, wel afge- bakenden weg. Wij hebben onze eigen verlangens, ook onze critiek. Zoo wil len wij meer ordening maar van onderen Op en een gaan naar bedrijfsorganisatie. Wat de meer practische punten be treft, betreurt spr. het dat het werkfonds niet vlugger werkt. De vaste lasten moe ten verlaagd. Ook de wijziging van de steunregeling wordt door spr. op enkele punten bestreden. In al deze critiek moe ten we echter opbouwend te werk gaan en ons onze verantwoordelijkheid bewust zijn. Op deze rede volgde een breedvoerige bespreking. Vele vragen werden gesteld, die door den heer Amelink uitvoerig werden beantwoord. CHR. BOEREN- EN TUINDERSBOND. In de vergadering van het Bestuur der afd. Zeeland van den Chr. Boeren- en Tuindersbond werd benoemd tot lid van het bureau voor rationeele veevoe ding de heer W, van Hoeve te Sirjans- land. Medegedeeld werd dat door de geza menlijke landbouworganisaties in Zee land aan de drie centrale landbouwor ganisaties een adres is gezonden, als ge volg waarvan deze er bij den Minister van Landbouw op hebben aangedrongen terug te willen komen op de verlaging van den tarwerichtprijs. Verder gevoelde men de billijkheid dat voor de Zeeuwsche bedrijven die uitsluitend de schapenhouderij uitoefe nen een uitkeering beschikbaar wordt gesteld als voor de schapenhouders op Texel. Besproken werden verder het land- bouwhuishoudonderwijs, het houden van cursussen en het organiseeren van een fruitteeltdag door de gezamenlijke or ganisaties. Uit de discussies bleek dat men op Walcheren sterk tegen een verplichte stierenkeuring is. Ook op Zuid-Beveland is men er in het algemeen niet voor. Het particulier initiatief wordt er door ge dood. Ten slotte werd besloten een commis sie te benoemen die de mogelijkheid heeft te onderzoeken om te komen tot een eigen provinciaal land- en tuin- bouworgaan. „Een cognac met soda-water en een paar vriendelijke woorden Wees alsje-j blieft voorzichtig met dat ding, dat je daar bij je hebt", riep Fraser haastig, toen hij zag, dat zijn bezoeker een auto- matische revolver in de hand had. „Brengt u me ook een paar versche eie ren en een flesch Worcester saus mee. Ik voel me niet al te best". De man wierp hem een boozen blik j toe en ging heen, maar keerde toch na 'n poosje terug met de eieren en den drank. Hij plaatste alles op de tafel, met een stuursch gezicht „Is dat alles wat u noodig heeft?" vroeg hij kortaf. „Ja op het oogenblik wel tenmin-1 ste. Maar als ik hiermee klaar ben, zou ik graag eens met u praten", antwoord- I de Fraser, met een g'oed gespeelde op-1 gewektheid. Nadat hij; zijn eieren verorberd hadl en een half glas brandy gedronken had, I voelde hij zich aanmerkelijk beter enl meer in staat om den toestand, dien hij begon te vreezen dat ernstig was, on der oogen te zien; hij was zonder eeni- gen twijfel een gevangene en er kon slechts één reden voor zijn gevangenschap zijn en dat was een financieele. Plotse ling begon hij zachtjes in zichzelf te lachen, „Hoe lang moet ik hier blijven?" vroeg hij luchtig. „Ik kan u niets vertellen." „En wie is mijn gastheer? Wlaar ben' ik? Ik wou wel, dat je dat pistool weg deed. Je maakt me er zoo zenuwachtig mee. Zou je mijn vragen niet eens be antwoorden?" vroeg Fraser op klagen- den toon. „Wenscht u anders nog iets?"' „Ik zou wel een bad willen nemen en andere kleeren willen hebben". „Ik zal het bad voor u klaar maken en u zult andere kleeren in de badka mer vinden. Ik moet u waarschuwen, dat wij bevel hebben gekregen zonder waar schuwing te schieten als u rare grappen probeert uit te halen. Het zal u aan niets ontbreken, zoolang u zich goed ge draagt. Over een half uur zal uw ont bijt klaar zijn. Kom mee." De man ging hem voor de kamer uit en opende aan zijn linker hand een deur. „Hier is het. Ik zal voor de deur blij ven wachten. Er is geen slot of grendel op de deur, dus u kunt u er niet in op sluiten", zei hij. Fraser ging binnen en na haastig zijn kleeren afgeworpen te hebben, genoot hij van het verfrisschende bad, Onder- kleeren en een tweed pak waren voor hem klaar g'elegd en hij glimlachte toen hij ze aantrok, want zij pasten hem bui tengewoon goed. „Men verwachtte mijblijkbaar", zei hij grinnikend tot zich zelf. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1936 | | pagina 5