HAAS BOOG-AZIJN
„Van Vjuietnde Jjn«££ejt V-hif.'"
DE GOUDEN RAT
KRONIEK van den DAG.
Onze zaakgelastigde heeft
Madrid verlaten.
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBÜRGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN MAANDAG 21 SEPTEMBER 1936. N». 223.
Geneefsche veinzerij.
Omdat de Spaansche po
litie de meubels van het
Nederlandsche gezant
schap wederrechtelijk in
beslag heeft genomen.
Het tegengaan van
oververmoeidheid van chauffeurs
^7OTrmamigwiaa
Zaterdag' is te Genève het jaarlijksche
Septemberfestijn van den Volkenbond
weer begonnen. In een stemming, zooais
men die gewoonlijk den dag na een
festijn opmerkt, bij deelnemers, die heel
veel gedronken en getranspireerd heb
ben. De Spaansche burgeroorlog en al
lerhande andere dingen drukten op de
gezichten der heeren diplomaten 'n som
ber uitzicht. Er was overig'ens aan
leiding tot eenig feestbetoon. Voor het
eerst vergaderde de Raad in het nieuwe
Volkenbondspaleis dat bijna voltooid is,
Grappenmakers beweren, dat er geen
haast met het betrekken van het ge
bouw zou zijn gemaakt, indien de poli
tieke hemel er minder dreigend had uit
gezien. Men wilde er in elk geval een
maal in vergaderen, voltooid of niet!
Grappenmakers kunnen erg luguber zijn
Maar de openingsplechtigheid moest nu
plaats vinden in een bijzaaltje, daar aan
de groote zaal de laatste hand werd ge
legd. Voor de officieele genoodigden (niet
Raadsleden) was er niet eens voldoende
ruimte en ook de journalisten hadden
geen behoorlijke plaatsen,
Er stond voor den eersten dag niets
bijzonders op de agenda. Na de gewone
formaliteiten en nadat een paar rappor
ten over de opiumkwestie waren toege
licht, werd de bijeenkomst tot een na
der te bepalen dag verdaagd.
De heeren zijn vervolgens in de be
faamde „onderonsjes" druk aan het be
raadslagen gegaan. Het voornaamste on
derwerp van gesprek vormde de vraag
wat er vandaag zou moeten gebeuren
met de geloofsbrieven van de Abessijn
sche delegatie. Hoewel hij feitelijk geen
land meer heeft, meende de Negus een
aantal vertegenwoordigers naar de (he
den geopende) zitting der Assemblée te
moeten zenden. Mussolini gaf geruimen
tijd geleden te kennen, dat Italië niet aan
het Volkenbondswerk zal deelnemen
zoolang men Abessijnen aan de groene
tafel toelaat. Avenol, de secretaris-gene
raal van den Volkenbond, heeft dezer
dagen een reis naar Rome gemaakt, om
met den Duce en diens schoonzoon Cia-
no, minister van buitenlandsche zaken,
over het geval te praten. Het heette
aanvankelijk, dat de Duce de schrapping
van Abessynië als Volkenbondslid (en
dus de officieele erkenning van zijn ver
overing) als voorwaarde voor de ophef
fing van zijn lijdelijk verzet had geëischt
Later verluidde echter, dat hij bereid
was genoegen te nemen met een slink-
sche maatregel: de Abessijnsche delega
tie den toegang tot de Volkenbonds
vergadering te beletten. Zulks door haar
geloofsbrieven de vereischte goedkeu
ring te onthouden.
Engeland en Frankrijk moeten veel
voor deze idee voelen. De Negus be
weert weliswaar aldus de drogreden
waarmee de zaak goedgepraat wordt,
dat er nog een Abessijnsche regeering te
Gore in Westelijk Abessynië bestaat,
doch geen mensch kent haar; de Volken
bond dus ook niet. Daar de wettelijke
regeering, welke de Volkenbond wel
kende en welke te Addis Abeba zetelde,
zoek is geraakt, kan van een officieele
Abessijnsche delegatie geen sprake zijn.
Wie bedenkt het sophistischer? En waar
om niet liever ronduit erkend, dat het
rijk van den Negus is opgelost in Musso
lini's imperium?
Er schenen Zaterdag heel wat staats
lieden niets van de veinzerij te willen
weten. De Franschen en de Engelschen
hadden het dientengevolge verschrikke
lijk druk; met pogingen tot ompraten;
en.met het zoeken van iemand, die
bereid zou zijn het voorzitterschap van
de commissie voor de geloofsbrieven op
zich te nemen. Dezen voorz, moest de
taak ten deel vallen het voorstel tot niet-
goedkeuring der Abessijnsche geloofs
brieven toe te lichten. Van verschillen
de zijden is den afgevaardigden van Pa
rijs en Londen vermoedelijk minzaam
gevraagd, waarom zij zelf dat voorzit
terschap niet ambieerden.
Wij zijn er benieuwd naar, hoe 't zal
afloopen. Engeland en Frankrijk beschik
ken over een sterke rem en naar alle
waarschijnlijkheid gelukt het hun wel,
de Assemblée te krijgen, waar ze haar
willen hebben. Maar zonder het slikken
van bittere pillen lijkt het niet te zullen
gaan. Het is althans uiterst onwaarschijn
lijk, dat den Abessijnschen afgevaardig
den belet kan worden, hun geloofsbrie
ven in de eerste vergadering toe te lich
ten en daarbij zoo noodig venijnige cri-
tiek te laten hooren.
je. Dr. Flaes is daarop Donderdagavond
vertrokken.
aair het Engelach vag
26.
Londen lag reeds achter hen, toen
Desbrook zich begon te bewegen. Graf
ton verwijderde de prop en sprak hem
aan.
„Ik heb je in je eigen belang gevangen
Inoeten nemen. Maak geen herrie,
anders moet ik je den mond weer snoe
ren", waarschuwde Grafton.
„Wie zit er in de auto? Draai het licht
aan", riep Desbrook kwaad en trachtte
zich los te worstelen.
„Denk aan je belofte. Ik heb me aan
de afspraak gehouden".
„Wat is er met miss Fraser gebeurd?
Als haar eenig leed geschied is, zal ik je
dooden.
„Doe alsjeblieft hiet zoo melodrama
tisch. Zij zit tegenover je",
„Wat ben je van plan met ons te
doen?"
„Niet zoo nieuwsgierig, -beste kerel-
Je zult mij nog eens dankbaar zijn voor
wat ik vanavond voor je gedaan heb.
„Weet je zeker, das miss Fraser niets
mankeert? Het gas kan haar wel gedood
hebben", drong Desbrook aan.
Het duurde eenige oogenblikken,
voordat Grafton antwoord gaf.
<iHaar pols klopt relelmatig. Zij begint
Van bevoegde zijde wordt medege
deeld, dat dr. R. Flaes, tijdelijk zaakge
lastigde te Madrid, in opdracht van de
Nederl. regeering Donderdagavond
de Spaansche hoofdstad heeft verlaten.
Dr. Flaes is te Valencia aan boord ge
gaan, met bestemming naar Marseille,
De oorzaak van zijn vertrek is de vol
gende:
In een door de Nederlandsche legatie
te Madrid gehuurd appartement voor
welk appartement uitdrukkelijk de im
muniteit was verkregen bevinden zich
sedert 11 September, tegen den zin van
de legatie en ondanks herhaalde protes
ten, ambtenaren van de veiligheidspoli
tie. Deze hebben onlagns meubelen en
andere goederen, tot den inboedel van
het gehuurde appartement behoorend,
geconfiskeerd en weggesleept.
Door bemiddeling van het Spaansche
ministerie van buitenlandsche zaken
heeft de zaakgelastigde daarop een on
derhoud gehad met den minister van bin-
nenlandsche zaken om een formule te
vinden, die binnen de grenzen van het
mogelijke den aanslag op de immuniteit
zou kunnen herstellen. De minister van
binnenlandsche zaken bood dr. Flaes een
oplossing aan, welke de laatstgenoemde
aanvaardde en welke op het volgende
neerkwam: De sleutels van het apparte
ment zouden aan de legatie worden af
gegeven op j.l. Dinsdagmorgen, waarna
restitutie der geconfiskeerde en meege
nomen goederen in ieder geval voor
Dinsdagavond, zou volgen. Aan deze
oplossing is echter geen uitvoering ge
geven: de sleutel werd niet afgegeven
noch de weggehaalde goederen terugge
bracht, Integendeel, de politie-autori-
teiten zijn doorgegaan met het weghalen
van goederen, van welk feit dr. Flaes
schriftelijk mededeeling heeft gedaan
aan den minister van binnenlandsche za
ken, waarop niet werd gereageerd.
Dinsdagavond heeft dr, Flaes den mi
nister van buitenlandsche zaken ver
zocht hem te mogen bezoeken. Deze mi
nister bleek niet aanwezig te zijn. De
onderstaatssecretaris liet hem wachten,
waarop dr. Flaes een brief heeft afge
geven met de mededeeling, dat hij, over
eenkomstig de hem verstrekte instruc
ties, zou vertrekken.
In de gegeven omstandigheden was 'n
anger verblijf van den tijdelijken zaak
gelastigde te Madrid uitgesloten, al is er
geen sprake van een verbreking van
de diplomatieke betrekkingen met Span
zich te bewegen. U bent volkomen vei-
ig, miss Fraser, u hoeft zich nergens
over ongerust te maken. Beweeg u
alstublieft niet, u zult u pijn doen als
u het wel doet", waarschuwde Grafton
ïaar,
Desbrook kwam tot de erkenning', dat
deze raad goed was, want hij bezeerde
zich aan de touwen en hij hield op met
worstelen.
„Grafton, je zult hier voor boeten. Je
moet wel gek zijn om dergelijke dingen
uit te halen", zei Ralph, vol ingehouden
woede.
„Ik veronderstel, dat mijn gevoel voor
humor mij tot misplaatste grappen ver
leidt, Miss Fraser, ik heb u een belofte
gedaan omtrent uw broer en ik zal die
houden ook".
Toen raadde Desbrook wat er ging
gebeuren.
„Fraser is op het jacht".
„Ja. Tenminste, ik hoop, dat hij er al
is. En er zal nog een gast aan boord
zijn een zeer aanzienlijke gast Mis
schien kun je wel raden wie dat is?"
vroeg Grafton spottend.
„De groothertog?" riep Desbrook.
„Wacht maar eens af, vriendlief",
klonk het plagend.
HOOFDSTUK IX.
Fraser had geen moeilijkheden opge
leverd want toen hij zijn roes, die hem
in „De "Gouden Rat" overvallen had,
uitgeslapen had was hij naar de lift ge
dragen, die zich in het kleine kantoor-]
i De vice-consul Schlosser is belast met
de behandeling der zaken van het ge
zantschap.
Het wetsontwerp, dat te
veel wil regelen.
Het verbond van Ned. Werkgevers
heeft de Eerste Kamer eenige beschou
wingen aangeboden over het wetsont
werp, houdende bepalingen tot het te
gengaan van oververmoeidheid van be
stuurders van motorrijtuigen (ontwerp-
rijtijdenwet). Voorop gesteld wordt, dat
het bestuur sympathiek staat tegenover
het voornemen van den wetgever om
maatregelen te treffen, die het voorko
men van ongelukken ten gevolge van
oververmoeidheid van bestuurders van
motorrijtuigen beoogen.
Dit sympathieke doel mag echter naar
de meening van adressant niet doen
voorbijzien, dat de regeling, zooa's zij
thans is ontworpen, veel verder gaat
dan met het oog op dit doel noodig is
en voorts in haar uitwerking bezwaarlijk
is te aanvaarden. Niet tegen het be
ginsel, doch tegen de uitwerking
daarvan richten zich derhalve de bezwa
ren der leden van het verbond, die in de
practijk met de ontworpen wet en haar
uitvoeringsmaatregelen te maken zullen
krijgen.
Het wetsontwerp bepaalt zich niet tot
de beveiliging van het verkeer, doch
heeft nog een tweetal andere onderwer
pen in zijn werkingssfeer betrokken, die
daarmede slechts in zijdelings verband
staan. Uit de gewisselde stukken en de
mondelinge beraadslaging in de Tweede
Kamer valt immers af te leiden dat het
aanhangige wetsontwerp een drievoudi
ge strekking heeft, t.w.:
Ie. bevordeing van de veiligheid van
het verkeer (tegengaan van ongevallen
ten gevolge van oververmoeidheid);
2e. arbeidsbescherming, zulks in na
volging van de arbeidswet;
3e. coördinatie van het verkeer.
Naar onze wijze van zien, aldus het
adres, betreft het hier drieërlei onder
werpen van zeer uiteenloopenden aard
en beteekenis. Vandaar, dat 't naar on
ze meening aanbeveling zou verdienen,
voor zoover men beide laatstgenoemde
onderwerpen wettelijk zou willen rege
len, daarvoor afzonderlijke wetsontwer
pen in te dienen.
Nu echter deze onderwerpen alle drie
in één en dezelfde regeling zijn betrok
ken, is deze regeling onoverzichtelijk en
in hare consequenties moeilijk te peilen
geworden. Wat de wetgever precies be
oogt, is immers uit het ontwerp-rijtijden-
wet zelf en uit de daarop gegeven toe
lichting bezwaarlijk af te leiden. Het be
treft hier weder een zeer algemeen ge
stelde machtigingswet, waarvan de con-
saquenties in de practijk niet zijn te over
zien. Hetgeen inmiddels bekend is ge
worden omtrent de voornemens tot uit
voering van deze machtigingswet doet
echter vreezen, dat men in de practijk te
maken zal krijgen met uitvoeringsmaat
regelen, die tot verwarring en wel haast
onoverkomelijke bezwaren aanleiding
zullen geven. Dit wordt veroorzaakt door
het feit, dat de wetgever naar hun aard
heterogene maatregelen in een en de
zelfde wet en daarop gebaseerde alge-
meene maatregelen van bestuur heeft
willen samendringen. Dit is een wijze
van wetgeving, die wel tot onbevredi
gende consequenties moet leiden.
Het college wordt o.m. op dezen grond
verzocht, het ontwerp te willen terug
wijzen onder aanbeveling aan de regee
ring een nieuw ontwerp te willen indie
nen, dat zich uitsluitend bepaalt tot het
tegengaan van oververmoeidheid van be
stuurders van motorrijtuigen ter voorko
ming van verkeersongevallen.
(Ingez. Med.)
je bevond, en daarna door den langen
gang naar de geheime schuilplaats van
Grafton's bende. Hij bevond z:ch nu in
een kleine, gezellig gemeubileerde ka
mer,
Hij kreunde, want hij had een barsten
de hoofdpijn en keek verbaasd om zich
heen,
„Billy, mijn jongen, het wordt hoog
tijd, dat je jezelf eens flink aanpakt,
anders kom je nog in moeilijkheden",
sprak hij tot zich zelf op treurigen toon.
Toen viel het hem op, dat er geen
venster in de kamer was,
„Waar ben 'k toch", vroeg hij zich
zelf hulpeloos af.
Na een poosje kon hij zich weer eeni
ge gebeurtenissen van den vorigen avoud
herinneren. Hij herinnerde zich, dat hij
de prinses naar „De Gouden Rat" ge
bracht had, waar hij, onder anderen,
Jane en Desbrook ontmoet had Hij
voelde in zijn zak naar de obligaties en
herinnerde zich toen dat hij ze in de
safe van prinses Nadine had achterge
laten.
Maar hoe was hij in deze vreemde ka
mer terecht gekomen? Hij liep naar de
deur en probeerde deze te openen,
„Opgesloten, jongeman", mompelde
hij en toen hij om zich heen keek ont
dekte hij een bel, waar hij op drukte.
Het duurde eenige minuten voordat
de deur geopend werd en er een forsch-
uitziend man verscheen.
„Wat wilt u?" vroeg hij norsch.
DE VRAGEN VAN IR.. VAN DIS EN
DE MOSSELHANDEL,
Men schrijft ons uit Bruinisse:
Door het Tweede Kamerlid, ir. Van
Dis zijn aan den minister van Landbouw
en Visscherij een vijftal vragen gesteld
betreffende de*i mosselhandel die blijk-
geven dat de vragen niet van volkomen
deskundige zijden is ingelicht.
Dat de ontevredenheid onder de kwee
kers groot is, is zeer juist. Het optre
den van het C.V.K. wekt groote onte
vredenheid en het is toch wel onge
hoord dat de koopers een bepaalde la
ding mosselen graag koopen wil, de ver-
koopers graag dezelfde lading ver-
koopen, doch dat de controleurs van
het C. V, K. de transactie verhinderen
omdat eenigszins wordt afgeweken van
de door de minister voor consumptie
mosselen ontworpen bepalingen.
Het te late begin van den export
naar Parijs eveneens op rekening van
het C.V.K. te schuiven lijkt ons echter
onjuist. Ook zonder C.V.K. zou er thans
geen verzending naar Parijs zijn.
De oorzaak hiervan is elders te zoe
ken en wel bij de Fransche mossel
kweekers. Deze zien met leede oogen
ieder jaar de Zeeuwsche mosselen op de
Parijsche markt verschijnen en door hun
organisatie werd bij de Fransche regee
ring aangedrongen op een invoerverbod
of contingenteering van buitenlandsche
mosselen. Daar beide maatregelen na-
deelig zouden zijn en de Fransche mos
selcultuur niet van zeer groote beteeke
nis is, is door den Bond van-Mosselkwee-
kers in Zeeland met medewerking van
de regeering en de Nederl. leg'atie te
Parijs contact gezocht met de Fransche
kweekers en importeurs en is men
overeengekomen dat de verzending zou
beginnen wanneer de Fransche voorra
den grootendeels zouden zijn verkocht.
De datum van 15 October is niet de
finitief, misschien kan eind September
al met den export worden begonnen.
Verleden jaar is zooals men misschien
nog weet de export stopgezet van half
December tot half Januari eveneens om
de Fransche kweekers de gelegenheid
te geven hun eigen product te verkoo-
pen.
CHR. BESTURENBONDEN.
Zaterdagmiddag vergaderden te Goes,
onder voorzitterschap van den heer L.
Vermeulen, lid van het Bestuur van het
Chr. Nat. Vakverbond, de afgevaardig
den van Chr, Besturenbonden in Zeeland
met de bestuursleden van aangesloten
organisaties. Deze vergadering was druk
bezocht en droeg, in tegenstelling met
vorige, meer het karakter van een ka
dervergadering.
De voorzitter wees er in zijn openings-1
rede op, dat het in dezen tijd van woe
ling noodig is dat er elan en liefde voor
de Chr, vakbeweging blijft. Dezen win-
ter moet er hard gewerkt worden, zoo
wel door propagandavergaderingen, als
lectuurverspreiding en huisbezoek. Spr.
deelde mede, dat er bij de 14 Zeeuwsche
Chr. Besturenbonden 5820 leden zijn aan
gesloten, tegen vorig jaar 5382.
De heer H. Amelink, secr. van het C.
N.V. en lid der Tweede Kamer, sprak
daarna over: „De nood van dezen tijd
en de eisch van ons beginsel",
Spr. wees er eerst op dat de arbeid
der Chr, vakbeweging thans moeilijker
I en verantwoordelijker is geworden. Noo-
j dig is principieele eenheid, maar ook in
nige samenwerking tusschen leden en
leiding. Er moet vertrouwen zijn en be
reidheid om een offer te brengen voor
I het gemeenschappelijk werk.
De strijd tegen de Chr. levens- en we-
I reldbeschouwing is nu feller dan ooit.
Onze bestrijders zijn communisme, socia
lisme, nationaal-socialisme en fascisme.
Wij stellen ons Tegen al deze vijanden
positief te weer.
De crisis duurt zoo lang en daarom
verwachten sommigen het van den Staat,
maar laten we oppassen aanbidders van
den afgod Staat te worden. Zou het be
ter worden als de Staat het geheele pro
ductieproces in handen had zooals in
Rusland? Wij moeten niet meedoen aan
de negatieve en matelooze critiek op
regeering en volksvertegenwoordiging.
Niet één regeering kan de moeilijkheden
oplossen.
Wij willen noch communisme noch fas
cisme. Beide brengen de dictatuur, en
ontrooven ons onze rechten en vrijhe
den. Wij hebben den strijd principieel te
voeren en gaan onzen eigen, wel afge-
bakenden weg. Wij hebben onze eigen
verlangens, ook onze critiek. Zoo wil
len wij meer ordening maar van onderen
Op en een gaan naar bedrijfsorganisatie.
Wat de meer practische punten be
treft, betreurt spr. het dat het werkfonds
niet vlugger werkt. De vaste lasten moe
ten verlaagd. Ook de wijziging van de
steunregeling wordt door spr. op enkele
punten bestreden. In al deze critiek moe
ten we echter opbouwend te werk gaan
en ons onze verantwoordelijkheid bewust
zijn.
Op deze rede volgde een breedvoerige
bespreking. Vele vragen werden gesteld,
die door den heer Amelink uitvoerig
werden beantwoord.
CHR. BOEREN- EN TUINDERSBOND.
In de vergadering van het Bestuur
der afd. Zeeland van den Chr. Boeren-
en Tuindersbond werd benoemd tot lid
van het bureau voor rationeele veevoe
ding de heer W, van Hoeve te Sirjans-
land.
Medegedeeld werd dat door de geza
menlijke landbouworganisaties in Zee
land aan de drie centrale landbouwor
ganisaties een adres is gezonden, als ge
volg waarvan deze er bij den Minister
van Landbouw op hebben aangedrongen
terug te willen komen op de verlaging
van den tarwerichtprijs.
Verder gevoelde men de billijkheid
dat voor de Zeeuwsche bedrijven die
uitsluitend de schapenhouderij uitoefe
nen een uitkeering beschikbaar wordt
gesteld als voor de schapenhouders op
Texel.
Besproken werden verder het land-
bouwhuishoudonderwijs, het houden van
cursussen en het organiseeren van een
fruitteeltdag door de gezamenlijke or
ganisaties.
Uit de discussies bleek dat men op
Walcheren sterk tegen een verplichte
stierenkeuring is. Ook op Zuid-Beveland
is men er in het algemeen niet voor. Het
particulier initiatief wordt er door ge
dood.
Ten slotte werd besloten een commis
sie te benoemen die de mogelijkheid
heeft te onderzoeken om te komen tot
een eigen provinciaal land- en tuin-
bouworgaan.
„Een cognac met soda-water en een
paar vriendelijke woorden Wees alsje-j
blieft voorzichtig met dat ding, dat je
daar bij je hebt", riep Fraser haastig,
toen hij zag, dat zijn bezoeker een auto-
matische revolver in de hand had.
„Brengt u me ook een paar versche eie
ren en een flesch Worcester saus mee.
Ik voel me niet al te best".
De man wierp hem een boozen blik j
toe en ging heen, maar keerde toch na
'n poosje terug met de eieren en den
drank. Hij plaatste alles op de tafel, met
een stuursch gezicht
„Is dat alles wat u noodig heeft?"
vroeg hij kortaf.
„Ja op het oogenblik wel tenmin-1
ste. Maar als ik hiermee klaar ben, zou
ik graag eens met u praten", antwoord- I
de Fraser, met een g'oed gespeelde op-1
gewektheid.
Nadat hij; zijn eieren verorberd hadl
en een half glas brandy gedronken had, I
voelde hij zich aanmerkelijk beter enl
meer in staat om den toestand, dien hij
begon te vreezen dat ernstig was, on
der oogen te zien; hij was zonder eeni-
gen twijfel een gevangene en er kon
slechts één reden voor zijn gevangenschap
zijn en dat was een financieele. Plotse
ling begon hij zachtjes in zichzelf te
lachen,
„Hoe lang moet ik hier blijven?"
vroeg hij luchtig.
„Ik kan u niets vertellen."
„En wie is mijn gastheer? Wlaar ben'
ik? Ik wou wel, dat je dat pistool weg
deed. Je maakt me er zoo zenuwachtig
mee. Zou je mijn vragen niet eens be
antwoorden?" vroeg Fraser op klagen-
den toon.
„Wenscht u anders nog iets?"'
„Ik zou wel een bad willen nemen
en andere kleeren willen hebben".
„Ik zal het bad voor u klaar maken
en u zult andere kleeren in de badka
mer vinden. Ik moet u waarschuwen, dat
wij bevel hebben gekregen zonder waar
schuwing te schieten als u rare grappen
probeert uit te halen. Het zal u aan niets
ontbreken, zoolang u zich goed ge
draagt. Over een half uur zal uw ont
bijt klaar zijn. Kom mee."
De man ging hem voor de kamer uit
en opende aan zijn linker hand een
deur.
„Hier is het. Ik zal voor de deur blij
ven wachten. Er is geen slot of grendel
op de deur, dus u kunt u er niet in op
sluiten", zei hij.
Fraser ging binnen en na haastig zijn
kleeren afgeworpen te hebben, genoot
hij van het verfrisschende bad, Onder-
kleeren en een tweed pak waren voor
hem klaar g'elegd en hij glimlachte toen
hij ze aantrok, want zij pasten hem bui
tengewoon goed.
„Men verwachtte mijblijkbaar", zei
hij grinnikend tot zich zelf.
(Wordt vervolgd.)