KRONIEK van den DA6. DE GOUDEN RAT Hebt Gij Lendenpijn? AKKERTJES Jhr. Tjarda aanvaardt het ambt van Gouverneur- Generaal van Indië. ïkÊ. fip- TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 16 SEPTEMBER 1936. No. 219. ÏR. J,De fui-g De gepantserde vuist. De naaste toekomst ziet er, volgens den afge treden landvoogd, niet langer hopeloos uit. De rede van den nieuwen Landvoogd. AKKER.CACHETS INUEHJUIO. DE ONTVANGST VAN DE TROONREDE IN INDIë. Succes voor de rijkszenders. BEDRIJFSTOESTAND EN ARBEIDSMARKT. Nog steeds sombere klanken. 24 [ine |er- Z. 1-23, J 16, len an- lO- 125, pci« I1S- Irie- Iad. is» te een, el., Te lel- luis, Inde ten, /a- i*a Leer jder Iv.h. aat, EN 50 liën ïbb. ïen, ibg ia<t ES- van op /al en 1.50 en- Het is weer geweldig geweest te Neu renberg. De nationaal-socialistische Duitsche natie blijft als geen ander de kunst van het pompeuze manifesteeren verstaan. De kosten komen er in 't Der de Rijk niet op aan, als het om betoogin gen gaat, welke door haar omvang, door het met vele nullen geschreven getal en door de suggestie van de stramme disci pline en het uniforme indruk moeten maken; indruk in de eerste plaats op 't binnenland. Zes dagen lang hebben dui zenden, ja millioenen Duitschers de fas- cineerende suggestie van den verbeten wil, welke zoo'n demonstratie in het le ven roept, ondergaan. Men denke daar niet te licht over. Op den duur moge de uitwerking vervlakken, de aardigheid er als 't ware afgaan, momenteel is daar nog geen sprake van. Hitier kent de be- teekenis dezer dingen; hij betoovert de massa; sleept haar mee, waarheen hij wil; ze gehoorzaamt hem, zooals een lo comobiel den druk van den man aan het stuur gehoorzaamt en wat er in den weg mocht staan, zal verpletteren, tenzij het obstakel te groot mocht zijn. In het buitenland heeft men niet zon der vrees en beven de gebeurtenissen te Neurenberg gadegeslagen. De gepantser de vuist, op dit nat -soc. congres getoond, zag er tamelijk dreigend uit. Het was 'n manifestatie van kracht, van gereede kracht. De gedachte, dat ze zou kunnen losbarsten, doet den vredelievenden jn^nsrh tuivwen. Het lag klaarblijkelijk in de bedoe ling van de Duitsche regeering het bui tenland een dergelijke sensatie te bezor gen. Wie over macht beschikt, geniet nu eenmaal aanzien in deze wereld; 't doet er niet toe van welk allooi die macht is. De mogendheid met de meeste durf de meeste brutaliteit, brengt het, even als het individu, dat deze dingen in zijn mars heeft, het verst. De organisatoren van het Neurenberger congres kunnen tevreden zijn. Ze hebben de beduchtheid voor het Derde Rijk en daarmee Duitsch- land's aanzien belangrijk vergroot. De vier of vijf redevoeringen, die Hit Ier afstak, waren alle philippica's tegen het bolsjewisme. Het begon reeds in de openingsproclamatie, welke het bolsje wisme voor een uitvinding van het in- -ternationale Jodendom" uitmaakt. Hoe wel dit bijna onmogelijk scheen, heeft de Führer daarna eenige keeren kans ge zien, om nog feller tegen de heeren van Moskou uit te varen. Het hoogtepunt van deze prestatie bereikte hij Zater dag, toen Stalin c.s. voor de voeten werd geworpen, dat ze niet in staat gebleken zouden zijn de rijkdommen van den Rus- sischen bodem aan de gemeenschap dienstbaar te maken. Deze rede baarde veel opzien. Hitier leek op een eventueel Duitsch bezit dezer genoemde rijkdom men te zinspelen. Als wij het Oeral-ge- bergte eens bezatenzou hij o.a. gezegd hebben. Dit wordt thans echter ontkend. Als het Oeral-gebergte eens in Duitschland lag, moeten zijn woorden geweest zijn. Wij gelooven, dat dit wei nig verschil maakt. Een dreigement te gen Rusland kunnen wij noch in het een noch in het ander ontdekken. Veeleer het tegendeel. Zou Hitier, indien hij in derdaad op een gewapend conflict met de Sovjet-Unie aanstuurde, zich in dezen geest uitgelaten hebben? Anders ge zegd: zou hij dan een veroveringsoorlog prediken? Wat voor „ideëele motieven" heeft Mussolini niet voor den dag ge haald, om zijn krijg tegen Abessynië te rechtvaardigen? De winzucht moest daar achter schuil gaan. Het is niet aan te nemen, dat Hitier anders zou handelen, nog wel nu hij een motief bij de hand heeft, dat in elk geval heel wat meer naar het Engelsch van PAUL TRENT. 22),. Desbrook zag het paneel zich sluiten en ging naar zijn slaapkamer, nadat hij de kranen van het bad opengedraaid- had. Hij dacht diep na, terwijl hij van kleeding verwisselde, en trachtte Graf ton's geest te doorgronden. Hij besefte maar al te goed, dat hij niet met een ge wonen man te doen had en dat hij op onverwachte gebeurtenissen bedacht moest zijn. Waarom had hij hem toege staan aan wal te gaan? Had Grafton 'n bepaalde reden om hem dit toe te staan, of had hij slechts toegegeven aan een opkomende gril? De telefoon rinkelde en hij nam den hoorn van den haak. „Hallo!" zei hij werktuigelijk. Een kreet van vreugde begroette hem. ,,Ben jij het Ralp? Ik belde zoo maar eens op. Ik kom dadelijk bij je. Wacht op me." „Wacht even", riep hij, zich zijn be lofte aan Grafton herinnerend, maar blijkbaar had Jane de verbinding reeds verbroken, want hij kreeg geen ant woord. Dus kleedde hij zich zoo snel moge indruk zou maken dan Mussolini's be strijding der barbaarschheid: n.l. de'ver nietiging van 't communisme. Als hij mo menteel kans zag, Rusland te lijf te gaan, zou men hem van de minerale rijkdom men van het Oeral-gebergte, naar onze meening, niet hebben hooren reppen, t Is niet verstandig dergelijke materieeie dingen en geestelijke waarden dooreen te klutsen. Gisteren heeft in Indië de bestuurs- overdracht plaats gehad waarbij de af getreden gouverneur-generaal jhr. mr. 6. C. de Jonge zijn ambt overdroeg aan den nieuwen gouverneur generaal jhr. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer. Bij deze gelegenheid heeft jhr. De Jonge een groote rede uitgesproken. Daarin drukte hij allereerst de blijd schap uit over de verloving van Prin ses Juliana. Spr. weer er op dat de pas afgesloten zitting van den Volksraad 'n beeld gegeven heeft van 't resultaat vande achter hem liggende bestuurs periode. Men heeft bij deze besprekin gen een geheele periode overzien, wel ke, gerekend van den val van het pond af, de jaren van de ergste depressie omvat en tevens samenvalt met mijn be stuursperiode aldus spr. Men heeft als het ware de rekening opgemaakt, waar bij debet- en credit-posten in bonte mengeling naar voren zijn gebracht, en eindelijk 'n voorloopige balans vastge steld, met welker uitkomst men ten slotte maar matig tevreden bleek. Ik kan dat gevoelen niet onjuist vinden. Er zijn nog groote moeilijkheden in het vooruitzicht, er is nog geen reden tot juichen, maar het zij mij niettemin ver oorloofd bij dit mijn laatste optreden in uw midden te waarschuwen tegen ont moediging en aan te sporen tot volhar ding. Een feit is, dat er teekenen van ople ving zijn en dat de groote teruggang van 's lands ontvangsten is tot staan geko men. Bovendien staat vast, dat schuld vermeerdering in de laatste jaren niet meer heeft plaats gehad, dat dus verso bering, reorganisatie alsmede de conso lidatie daarvan weder zichtbaar nuttig effect kunnen hebben. Op dien grond is het niet meer een hopeloos maar een hoopvol ondernemen om- den strijd te gen de moeilijkheden van dezen tijd aan te binden en vol te houden. Door geduld, lijdzaamheid, offervaar digheid en samenwerking is men door alle stormen heen staande gebleven. Niemand zal ontkennen, dat zware of fers moesten worden gebracht, dat veel teleurstellingen moesten worden* aan vaard en schrijnend leed geleden. Ik ben mij daarvan steeds bewust geweest, want ik ben er in deze jaren niet in ge slaagd van mijn hart een woestijn te ma ken. Wij zijn inderdaad armer, veel ar mer, geworden in deze jaren, zooals ieder ander overal elders, maar ik meen met voldoening te mogen vaststellen, dat desondanks onze huishouding en on ze samenleving gezonder zijn geworden. Op welhaast elk terrein van overheids zorg is het mogelijk gebleken onze taak met veel geringere middelen en met een op veel soberder leest geschoeid ap paraat goed te blijven vervullen, waar in een waarborg ligt dat wij daartoe ook in de toekomst in staat zullen zijn. De voorloopige balans moge dan onze armoede aantoonen en deswege niet tot voldoening stemmen, zij geeft toch ook het bewijs van innerlijke gezondheid en van onzen oprechten wil om, getrouw aan de Nederlandsche wapenspreuk, te handhaven. lijk aan en haastte zich naar Grafton, om hem te vertellen wat er gebeurd was. „Het hindert niet. Zij komt toch van avond ook op de club. Ik had de prin ses al opdracht gegeven haar mee te brengen", merkte Grafton losjes op. „Maar dan raak ik in een heel moei lijke positie". „Sla je er maar zoo goed mogelijk doorheen. Je hebt een helder verstand en een vaardigen geest". „Maar ik kan miss Fraser niet iets voorliegen." „Men zegt dat zwijgen goud is", zei Grafton grinnikkend. „Het zou je verdiende loon zijn ais ik haar de waarheid vertelde." „Dat zou je onmogelijk kunnen doen, daar ken ik je te goed voor. Waarom zou je haar niet vertellen, dat je voor mij voor zaken op reis bent en het daar bij laten? Je bent nog in mijn dienst en je vertelt dan geen grove leugens. Ik be grijp niet, wat de moeilijkheid is?" „Dat is een oplossing", merkte Des brook nadenkend op. „Ik zal de bediende waarschuwen, haar hier heen te brengen, als zij komt. Wij kunnen dan gezamenlijk naar de club gaan. Als ik je een goeden raad mag geven, vermaak je dan zoo goed mogelijk, vanavond. Maak alle mooie vrouwen het hof. De mogelijkheid be staat, dat je er niet gauw weer toe in de gelegenheid komt".. Ik kan verklaren, dat ik van»hier ga met groote dankbaarheid in het hart voor het feit, dat ik 5 jaren lang werk heb mogen doen, dat zoo veel omvat tend, zoo veelzijdig en zoo belangwek kend was, dat persoonlijke offers vol komen gecompenseerd werden en per soonlijk ongemak niet telde. Dankbaar ben ik voorts voor den steun, dien ik on dervonden heb, ook waar deze zich hul de in den vorm van critiek. Met een enkel woord richtte jhr. De Jonge zich vervólgens tot zijn ambtsop volger. Spr. zeiae tot hem, dat het een voorrecht is op een plaats en in een po sitie te mogen dienen waar zoo groote belangen van Nederland en Indië beiden samentreffen, het is een geluk in een werkkring te worden geplaatst, welke den vollen mensch opeischt en waarin alle gaven van hoofd en hart dienstbaar gemaakt kunnen worden aan het heil van het land. Uit een en ander moet het u duide lijk zijn gewordeh, dat de moeilijkheden voor Indië nog niet voorbij zijn. Maar terecht laat ge U daardoor niet af schrikken. Dat ge de kracht, bekwaam lieid en tact zult hebben vertrouwt In dië op goede gronden, het roept zijn nieuwen landvoogd dan ook een harte lijk welkom toe. Persoonlijk moge ik daaraan de bede toevoegen, dat God U in Uw werk moge leiden en steunen en dat hij U de wijsheid geve welke gij zult behoeven. Met die bede vraag ik thans het be stuur van Nederlandsch-Indië aan U over. De nieuwe gouverneur-generaal, jhr. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer, sprak daarop een rede uit waarin hij allereerst uiting gaf aan zijn diepgevoel de erkentelijkheid jegens de Koningin en hare raadslieden voor het in hem ge stelde vertrouwen. Met oprechte vreugde herdacht spr voorts de verloving van Prinses Juliana. Zich tot jhr. De Jonge wendende zeide spr., onbeperkt hebt gij van Uwen per soon gegeven, wat de verzorging van de U toevertrouwde landsbelangen vragen mocht, waakzaam en richting-gevend in het studeervertrek en in de vergader zaal, steunend op bestuurdersgaven, die in andere verantwoordelijke functies reeds op proef waren gesteld. Het ver heugt mij bij ons korte samentreffen de boodschapper te zijn geweest van de koninklijke erkenning, welke uwe diensten in de benoeming tot grootkruis in de orde van Oranje-Nassau heeft gevonden. De beteekenis van een land voogdelijke periode s+reeft in tijdsduur die van de ambtsvervulling-zelve ver voorbij. Op het veld van werkzaamheid, dat gij thans verlaten gaat, zullen de in drukken zichtbaar blijven van de stap pen door Uw voet gezet. Vele stemmen zullen nog opgaan om van Uw bewind te spreken: zij zullen gewagen van wat het gebracht of niet gebracht, bevor- Er werd geklopt en de bediende kon digde aan, dat miss Fraser Captain Des brook wenschte te spreken. „Vraag de dame binnen te komen zei Grafton tot zijn bediende en wend de zich toen tot Desbrook. „Tusschen twee haakjes het lijkt mij niet verstan dig je in deze omstandigheden met miss Fraser alleen te laten. Ik ben niet bang, dat je je belofte zou breken, maar het lijkt mij beter, dat je niet onnoodig in de verleiding wordt gebracht". De deur werd geopend en Jane rende de kamer binnen, sloeg haar armen om Desbrook's hals en omhelste hem. „Oh, lieveling, ik ben zoo blij, dat je weer terug bent. Nu kan alles me niets meer schelen. Ik heb zoo in angst geze ten. Eerst over jou en toen over Bill, Maar jij zult Bill wel gauw vinden", riep ze verheugd, maar toen viel haar blik op Grafton, die met een cynischen lach toekeek. „Ralph, laten we hier vandaan gaan. Je zult niet langer werken voor dezen dezen heer zei ze en wierp Grafton een minachtenden blik toe. „Ik vrees, dat ik hem zoo maar niet in den steek kan laten", antwoordde Desbrook aarzelend. „Maar je moet. Hij is een verschrik kelijke man en. „Desbrook, wees zoo goed miss Fras- ser mee naar de club te nemen. Als we nog langer talmen, zullen mijn gasten, vrees ik, op mij moeten wachten en dat gaat niet. Ga maar mee", zei Grafton derd of voorkomen heeft. Bevoegden en onbevoegden zullen oordeelen over Uw bestuursbeleid, gelijk over elke open bare zaak geoordeeld wordt. Inmiddels hebt gij reeds ervaren, dat dit vijftal dadenrijke levensjaren U eer bied, en waardeering in breede kringen bracht. Wanneer de „Sibajakweg vaart en de kust van Java voor Uw oog vervaagt, moge hij bij den terugblik de voldoening smaken, die in het bewust zijn van hooge plichtsbetrachting gele gen is. Zij, die in deze vergadering of daar buiten mochten denken thans van mij een standpunt te vernemen met be trekking tot de concrete vraagstukken, welke in de aandacht van de landsregee- ring staan, zullen teleurgesteld worden. Voor de eerste maal zet ik voet aan wal in deze gewesten, rechtstreeksche be moeiing met de zaken van Ned.-Indië hac ik tevoren nooit. Ik sta vreemd tot den taak, die mij is gesteld. Het zou licht vaardig zijn een uitspraak te doen, waar onvoldoende kennis der verhoudingen aanwezig is. Het zal mijn doel zijn de nauw door eengeweven belangen te leeren kennen, en 't leven te begrijpen van de bevol kingsgroepen van zoo verscheidene ge aardheid, hetzij inheemsch, danwel van elders gekomen. Hare behoeften en ver langens wensch ik te verstaan. Zoolang de crisis op den zwaarbe proefden welvaart drukken blijft, zal de onafwijsbare eisch van handhaving en bevestiging van het ten koste van be wonderenswaardige inspanning verkre gen financieele evenwicht helaas tot een spaarzaam gebruik der landsmiddelen dwingen. Intusschen zal al datgene, wat geldelijk verantwoord tot verhef fing van het geestelijk en stoffelijk wel zijn doeltreffend blijken moge, van mijn warme, daadwerkelijke belangstelling verzekerd zijn. Waar de economische achteruitgang tot nood verergert en voor de bevolking het onmisbare plaatselijk komt te ont breken, is vanzelfsprekend ook de overheid geroepen om behoedend haar hand naar de bedreigden uit te strek ken. Mogen eindelijk tijden van herademing' komen, waarin nieuwe welvaart de zorg verdrijven en een wijder vergezicht zich openen kan. De vrijheid van meeningsuiting waar deer ik als een kostbaar goed. Toch er ken ik, dat de behartiging der belangen van land en volk onontkoombaar voert tot de plicht te onderscheiden tusschen, woorden en gedragingen, die toelaat baar of niet toelaatbaar zijn. Gelijk mijn voorgangers, zal ook ik met gestrengheid handelen jegens hen, die door de aantasting van gezag en or de voor de gemeenschap schadelijk zijn. Met den wensch, dat een heilzaam ge volg voor deze gewesten het loon van mijnen arbeid zij, aanvaard ik 't ambt van gouverneur-generaal van Ned.-In dië. t Hel ongemak van velen, die een SSSSS zittend leven leiden. Verrast zult Ge zijn na één -of twee Volgens recept van Apotheker Dumont (Ingez. Med.) vriendelijk. „Kom Jane", fluisterde Desbrook. „Maar Ralph lieveling, ik heb je zoo veel te vertellen", protesteerde zij hef tig. „Vertel mij het maar gedurende het diner. Wij moeten nu met mr. Grafton meegaan." „Zelfs na wat ik gezegd heb?" „Zelfs dan, lieveling", antwoordde hij en terwijl hij zijn arm om haar middel legde trok hij haar zachtjes mee. Jane keek hem lang en onderzoekend aan en toen hij geruststellend glimlach te, verzette zij zich niet langer. „Je kunt mij vertrouwen", zei hij glimlachend. „Dat doe ik ook volkomen, liefste. Maar het hoofd loopt me om. Ik wou, dat inspecteur Graves hier was. Ik moet hem laten weten, dat je weer terug bent. Ik zal hem van de club opbellen opperde zij. „Neen, lieveling. Vanavond zijn wij alleen maar voor ons plezier uit. Alle ernstige gesprekken bewaren we voor later". Zij gingen met hun drieen met de lift naar beneden en liepen naar de club. Het was half negen en er bevond zich een groot aantal leden in de lounge. On der hen bevond zich prinses Nadine, die geanimeerd stond te praten met sir Charles Travers, de Hoofdcommissaris van politie. Grafton liep op hen toe en de prinses stelde hem aan sir Charles De troonrede tevens de reportage van de omroepvereenigingen is in Indië uit stekend ontvangen. De particuliere omroepvereenigingen in Indië hebben op verzoek de uitzen dingen doorgekregen via de rijks-een zij- bandzender, terwijl de Nirom eveneens hoofdzakelijk van dezen zender heeft gebruik gemaakt. Evenals de doorzending van de radio toespraken van de vorstelijke familie op Woensdag 9 dezer, hebben de rijkstele- foniezenders ook thans een feillooze overbrenging naar Insulinde tot stand gebracht. Hoezeer onze industrie, in het alge meen gesproken, een moeilijken tijd doorleeft, blijkt volgens mededeeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek wederom duidelijk uit de verkregen rap porten over het 2e kwartaal. Nog altijd voerden in de groote meerderheid hier van mm of meer sombere klanken den boventoon weg'en onbevredigende af- zetkansen en (of) het veelal slechts kun nen verkrijgen van orders tegen lagere prijzen dan voor een gezonden bedrijfs- toestand noodig. Met de vooropstelling hiervan wil echter niet gezegd zijn, dat de omstandigheden voor alle bedrijfs takken evenzeer reden tot klagen mo gen geven. Zelfs gelijksoortige onderne mingen vertoonen min of meer opval lende verschillen. De vaak weinig vaste lijn op zich zelf reeds een den toe stand typeerend verschijnsel maakt het uiteraard moeilijk om te generali seeren. Treden de vele fabrieken waar, voor zoover dit uit de verkregen rap porten is na te gaan, de werkgelegen heid niet noemenswaard verschilde met een jaar g'eleden of thans ongunstiger was, bij het overzien van het geheel het meest op den voorgrond, dit neemt niet weg, dat de ondernemingen met thans grootere bedrijvigheid (of dikwijls juis ter uitgedrukt minder slapte) alle bijeen toch wel voldoende talrijk waren om er hier als een eenigermate bemoedigend teeken de aandacht op te vestigen. Eenige bedrijfstakken, waar verlevendi ging zich meer voordeed dan in andere, boden een in doorsnee beteren aanblik dan een jaar geleden. Tot eenzelfde conclusie kan men echter voor vele in dustrieën nog geenszins komen. Voor alle industriegroepen bijeen ge nomen lagen de percentages werkloos- heidsdagen van het totale man-dag'en, dat voor de gezamenlijke georganiseerde arbeiders beschikbaar was nog weer boven de overeenkomstige van het vo rige jaar. Het gemiddelde bedroeg thans 33,9, tegen resp. 31.5 en 26,7 in het 2e kwartaal van 1935 en 1934. De stijging ten opzichte van het vorige jaar (met ruim 2 punten) was derhalve kleiner dan die (nl. met bijna 5 punten), welke in 1935 ten opzichte van 1934 te boeken viel Bovendien is een kenmerkend ver schil met verleden jaar, dat terwijl toen alle bedrijfsgroepen, welke de werkloos-» heidsstatistiek onderscheidt, in de stij ging een aandeel hadden, dit thans met verschillende (w.o. de metaalindustrie en, voor zoover April en Mei betreft, ook de textielindustrie) niet het geval is. Intusschen houde men in het oog dat wegens verschillende redenen (men denke b.v. aan den invloed van ra tionalisatie) tusschen den omvang van de werkloosheid en de produotTe geen voor, waarna de beide mannen elkaar glimlachend begroetten. „Ik ben blij, dat je gekomen bent. Ik vreesde al, dat je me zou teleurstellen", zei de prinses tegen Jane; maar terwijl zij deze woorden sprak, ruste haar blik op Desbrook. „Goeden avond, capitain, ik zie tot mijn genoegen, dat u veilig terug geko men bent. Ik hoop, dat u een aangena me reis gehad heeft", merkte ze luchtig °P' „Lang niet oninteressant", antwoord de hij droogjes. „U moet mij na het diner maar eens vertellen wat voor avonturen u alle maal beleefd heeft. Zij zullen mij zeker amuseeren." Grafton had zich even van den com missaris afgewend, om cocktails te be stellen. „Goeden avond, captain Desbrook", zei sir Charles rustig. „Wij hebben el- raar al eens eerder ontmoet, meen ik". „Goeden avond, sir" antwoordde Des brook en er was een vragende blik in zijn oogen, toen deze die van den com- misaris een oogenblik ontmoetten. „Wij zijn met een oneven aantal. Komt er nog iemand anders?" vroeg Grafton aan de prinses. „Ja. Ik verwacht Peggie Fayrfie'd nog." „De actrice?" vroeg sir Charles. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1936 | | pagina 5