KRONIEK van den DA6.
DE GOUDEN RAT
Hebt Gij Lendenpijn?
AKKERTJES
Jhr. Tjarda aanvaardt het ambt van Gouverneur-
Generaal van Indië.
ïkÊ.
fip-
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.O. DE GOESCHE CRT.) VAN WOENSDAG 16 SEPTEMBER 1936. No. 219.
ÏR.
J,De
fui-g
De gepantserde vuist.
De naaste toekomst ziet er, volgens den afge
treden landvoogd, niet langer hopeloos uit.
De rede van den nieuwen
Landvoogd.
AKKER.CACHETS
INUEHJUIO.
DE ONTVANGST VAN DE
TROONREDE IN INDIë.
Succes voor de rijkszenders.
BEDRIJFSTOESTAND EN
ARBEIDSMARKT.
Nog steeds sombere klanken.
24
[ine
|er-
Z.
1-23,
J 16,
len
an-
lO-
125,
pci«
I1S-
Irie-
Iad.
is»
te
een,
el.,
Te
lel-
luis,
Inde
ten,
/a-
i*a
Leer
jder
Iv.h.
aat,
EN
50
liën
ïbb.
ïen,
ibg
ia<t
ES-
van
op
/al
en
1.50
en-
Het is weer geweldig geweest te Neu
renberg. De nationaal-socialistische
Duitsche natie blijft als geen ander de
kunst van het pompeuze manifesteeren
verstaan. De kosten komen er in 't Der
de Rijk niet op aan, als het om betoogin
gen gaat, welke door haar omvang, door
het met vele nullen geschreven getal en
door de suggestie van de stramme disci
pline en het uniforme indruk moeten
maken; indruk in de eerste plaats op
't binnenland. Zes dagen lang hebben dui
zenden, ja millioenen Duitschers de fas-
cineerende suggestie van den verbeten
wil, welke zoo'n demonstratie in het le
ven roept, ondergaan. Men denke daar
niet te licht over. Op den duur moge de
uitwerking vervlakken, de aardigheid er
als 't ware afgaan, momenteel is daar
nog geen sprake van. Hitier kent de be-
teekenis dezer dingen; hij betoovert de
massa; sleept haar mee, waarheen hij
wil; ze gehoorzaamt hem, zooals een lo
comobiel den druk van den man aan het
stuur gehoorzaamt en wat er in den weg
mocht staan, zal verpletteren, tenzij het
obstakel te groot mocht zijn.
In het buitenland heeft men niet zon
der vrees en beven de gebeurtenissen te
Neurenberg gadegeslagen. De gepantser
de vuist, op dit nat -soc. congres getoond,
zag er tamelijk dreigend uit. Het was 'n
manifestatie van kracht, van gereede
kracht. De gedachte, dat ze zou kunnen
losbarsten, doet den vredelievenden
jn^nsrh tuivwen.
Het lag klaarblijkelijk in de bedoe
ling van de Duitsche regeering het bui
tenland een dergelijke sensatie te bezor
gen. Wie over macht beschikt, geniet nu
eenmaal aanzien in deze wereld; 't doet
er niet toe van welk allooi die macht
is. De mogendheid met de meeste durf
de meeste brutaliteit, brengt het, even
als het individu, dat deze dingen in zijn
mars heeft, het verst. De organisatoren
van het Neurenberger congres kunnen
tevreden zijn. Ze hebben de beduchtheid
voor het Derde Rijk en daarmee Duitsch-
land's aanzien belangrijk vergroot.
De vier of vijf redevoeringen, die Hit
Ier afstak, waren alle philippica's tegen
het bolsjewisme. Het begon reeds in de
openingsproclamatie, welke het bolsje
wisme voor een uitvinding van het in-
-ternationale Jodendom" uitmaakt. Hoe
wel dit bijna onmogelijk scheen, heeft de
Führer daarna eenige keeren kans ge
zien, om nog feller tegen de heeren van
Moskou uit te varen. Het hoogtepunt
van deze prestatie bereikte hij Zater
dag, toen Stalin c.s. voor de voeten werd
geworpen, dat ze niet in staat gebleken
zouden zijn de rijkdommen van den Rus-
sischen bodem aan de gemeenschap
dienstbaar te maken. Deze rede baarde
veel opzien. Hitier leek op een eventueel
Duitsch bezit dezer genoemde rijkdom
men te zinspelen. Als wij het Oeral-ge-
bergte eens bezatenzou hij o.a.
gezegd hebben. Dit wordt thans echter
ontkend. Als het Oeral-gebergte eens in
Duitschland lag, moeten zijn woorden
geweest zijn. Wij gelooven, dat dit wei
nig verschil maakt. Een dreigement te
gen Rusland kunnen wij noch in het een
noch in het ander ontdekken. Veeleer
het tegendeel. Zou Hitier, indien hij in
derdaad op een gewapend conflict met
de Sovjet-Unie aanstuurde, zich in dezen
geest uitgelaten hebben? Anders ge
zegd: zou hij dan een veroveringsoorlog
prediken? Wat voor „ideëele motieven"
heeft Mussolini niet voor den dag ge
haald, om zijn krijg tegen Abessynië te
rechtvaardigen? De winzucht moest daar
achter schuil gaan. Het is niet aan te
nemen, dat Hitier anders zou handelen,
nog wel nu hij een motief bij de hand
heeft, dat in elk geval heel wat meer
naar het Engelsch van
PAUL TRENT.
22),.
Desbrook zag het paneel zich sluiten
en ging naar zijn slaapkamer, nadat hij
de kranen van het bad opengedraaid-
had. Hij dacht diep na, terwijl hij van
kleeding verwisselde, en trachtte Graf
ton's geest te doorgronden. Hij besefte
maar al te goed, dat hij niet met een ge
wonen man te doen had en dat hij op
onverwachte gebeurtenissen bedacht
moest zijn. Waarom had hij hem toege
staan aan wal te gaan? Had Grafton 'n
bepaalde reden om hem dit toe te staan,
of had hij slechts toegegeven aan een
opkomende gril?
De telefoon rinkelde en hij nam den
hoorn van den haak.
„Hallo!" zei hij werktuigelijk.
Een kreet van vreugde begroette
hem.
,,Ben jij het Ralp? Ik belde zoo maar
eens op. Ik kom dadelijk bij je. Wacht
op me."
„Wacht even", riep hij, zich zijn be
lofte aan Grafton herinnerend, maar
blijkbaar had Jane de verbinding reeds
verbroken, want hij kreeg geen ant
woord.
Dus kleedde hij zich zoo snel moge
indruk zou maken dan Mussolini's be
strijding der barbaarschheid: n.l. de'ver
nietiging van 't communisme. Als hij mo
menteel kans zag, Rusland te lijf te gaan,
zou men hem van de minerale rijkdom
men van het Oeral-gebergte, naar onze
meening, niet hebben hooren reppen, t
Is niet verstandig dergelijke materieeie
dingen en geestelijke waarden dooreen
te klutsen.
Gisteren heeft in Indië de bestuurs-
overdracht plaats gehad waarbij de af
getreden gouverneur-generaal jhr. mr.
6. C. de Jonge zijn ambt overdroeg aan
den nieuwen gouverneur generaal jhr.
Tjarda van Starkenborgh Stachouwer.
Bij deze gelegenheid heeft jhr. De Jonge
een groote rede uitgesproken.
Daarin drukte hij allereerst de blijd
schap uit over de verloving van Prin
ses Juliana. Spr. weer er op dat de pas
afgesloten zitting van den Volksraad
'n beeld gegeven heeft van 't resultaat
vande achter hem liggende bestuurs
periode. Men heeft bij deze besprekin
gen een geheele periode overzien, wel
ke, gerekend van den val van het pond
af, de jaren van de ergste depressie
omvat en tevens samenvalt met mijn be
stuursperiode aldus spr. Men heeft als
het ware de rekening opgemaakt, waar
bij debet- en credit-posten in bonte
mengeling naar voren zijn gebracht, en
eindelijk 'n voorloopige balans vastge
steld, met welker uitkomst men ten
slotte maar matig tevreden bleek. Ik
kan dat gevoelen niet onjuist vinden. Er
zijn nog groote moeilijkheden in het
vooruitzicht, er is nog geen reden tot
juichen, maar het zij mij niettemin ver
oorloofd bij dit mijn laatste optreden in
uw midden te waarschuwen tegen ont
moediging en aan te sporen tot volhar
ding.
Een feit is, dat er teekenen van ople
ving zijn en dat de groote teruggang van
's lands ontvangsten is tot staan geko
men. Bovendien staat vast, dat schuld
vermeerdering in de laatste jaren niet
meer heeft plaats gehad, dat dus verso
bering, reorganisatie alsmede de conso
lidatie daarvan weder zichtbaar nuttig
effect kunnen hebben. Op dien grond is
het niet meer een hopeloos maar een
hoopvol ondernemen om- den strijd te
gen de moeilijkheden van dezen tijd aan
te binden en vol te houden.
Door geduld, lijdzaamheid, offervaar
digheid en samenwerking is men door
alle stormen heen staande gebleven.
Niemand zal ontkennen, dat zware of
fers moesten worden gebracht, dat veel
teleurstellingen moesten worden* aan
vaard en schrijnend leed geleden. Ik
ben mij daarvan steeds bewust geweest,
want ik ben er in deze jaren niet in ge
slaagd van mijn hart een woestijn te ma
ken. Wij zijn inderdaad armer, veel ar
mer, geworden in deze jaren, zooals
ieder ander overal elders, maar ik meen
met voldoening te mogen vaststellen,
dat desondanks onze huishouding en on
ze samenleving gezonder zijn geworden.
Op welhaast elk terrein van overheids
zorg is het mogelijk gebleken onze taak
met veel geringere middelen en met
een op veel soberder leest geschoeid ap
paraat goed te blijven vervullen, waar
in een waarborg ligt dat wij daartoe ook
in de toekomst in staat zullen zijn.
De voorloopige balans moge dan onze
armoede aantoonen en deswege niet tot
voldoening stemmen, zij geeft toch ook
het bewijs van innerlijke gezondheid en
van onzen oprechten wil om, getrouw
aan de Nederlandsche wapenspreuk, te
handhaven.
lijk aan en haastte zich naar Grafton,
om hem te vertellen wat er gebeurd
was.
„Het hindert niet. Zij komt toch van
avond ook op de club. Ik had de prin
ses al opdracht gegeven haar mee te
brengen", merkte Grafton losjes op.
„Maar dan raak ik in een heel moei
lijke positie".
„Sla je er maar zoo goed mogelijk
doorheen. Je hebt een helder verstand
en een vaardigen geest".
„Maar ik kan miss Fraser niet iets
voorliegen."
„Men zegt dat zwijgen goud is", zei
Grafton grinnikkend.
„Het zou je verdiende loon zijn ais ik
haar de waarheid vertelde."
„Dat zou je onmogelijk kunnen doen,
daar ken ik je te goed voor. Waarom
zou je haar niet vertellen, dat je voor
mij voor zaken op reis bent en het daar
bij laten? Je bent nog in mijn dienst en
je vertelt dan geen grove leugens. Ik be
grijp niet, wat de moeilijkheid is?"
„Dat is een oplossing", merkte Des
brook nadenkend op.
„Ik zal de bediende waarschuwen,
haar hier heen te brengen, als zij komt.
Wij kunnen dan gezamenlijk naar de
club gaan. Als ik je een goeden raad
mag geven, vermaak je dan zoo goed
mogelijk, vanavond. Maak alle mooie
vrouwen het hof. De mogelijkheid be
staat, dat je er niet gauw weer toe in
de gelegenheid komt"..
Ik kan verklaren, dat ik van»hier ga
met groote dankbaarheid in het hart
voor het feit, dat ik 5 jaren lang werk
heb mogen doen, dat zoo veel omvat
tend, zoo veelzijdig en zoo belangwek
kend was, dat persoonlijke offers vol
komen gecompenseerd werden en per
soonlijk ongemak niet telde. Dankbaar
ben ik voorts voor den steun, dien ik on
dervonden heb, ook waar deze zich hul
de in den vorm van critiek.
Met een enkel woord richtte jhr. De
Jonge zich vervólgens tot zijn ambtsop
volger. Spr. zeiae tot hem, dat het een
voorrecht is op een plaats en in een po
sitie te mogen dienen waar zoo groote
belangen van Nederland en Indië beiden
samentreffen, het is een geluk in een
werkkring te worden geplaatst, welke
den vollen mensch opeischt en waarin
alle gaven van hoofd en hart dienstbaar
gemaakt kunnen worden aan het heil
van het land.
Uit een en ander moet het u duide
lijk zijn gewordeh, dat de moeilijkheden
voor Indië nog niet voorbij zijn. Maar
terecht laat ge U daardoor niet af
schrikken. Dat ge de kracht, bekwaam
lieid en tact zult hebben vertrouwt In
dië op goede gronden, het roept zijn
nieuwen landvoogd dan ook een harte
lijk welkom toe. Persoonlijk moge ik
daaraan de bede toevoegen, dat God U
in Uw werk moge leiden en steunen en
dat hij U de wijsheid geve welke gij
zult behoeven.
Met die bede vraag ik thans het be
stuur van Nederlandsch-Indië aan U
over.
De nieuwe gouverneur-generaal, jhr.
Tjarda van Starkenborgh Stachouwer,
sprak daarop een rede uit waarin hij
allereerst uiting gaf aan zijn diepgevoel
de erkentelijkheid jegens de Koningin
en hare raadslieden voor het in hem ge
stelde vertrouwen.
Met oprechte vreugde herdacht spr
voorts de verloving van Prinses Juliana.
Zich tot jhr. De Jonge wendende zeide
spr., onbeperkt hebt gij van Uwen per
soon gegeven, wat de verzorging van de
U toevertrouwde landsbelangen vragen
mocht, waakzaam en richting-gevend in
het studeervertrek en in de vergader
zaal, steunend op bestuurdersgaven, die
in andere verantwoordelijke functies
reeds op proef waren gesteld. Het ver
heugt mij bij ons korte samentreffen de
boodschapper te zijn geweest van de
koninklijke erkenning, welke uwe
diensten in de benoeming tot grootkruis
in de orde van Oranje-Nassau heeft
gevonden. De beteekenis van een land
voogdelijke periode s+reeft in tijdsduur
die van de ambtsvervulling-zelve ver
voorbij.
Op het veld van werkzaamheid, dat
gij thans verlaten gaat, zullen de in
drukken zichtbaar blijven van de stap
pen door Uw voet gezet. Vele stemmen
zullen nog opgaan om van Uw bewind
te spreken: zij zullen gewagen van wat
het gebracht of niet gebracht, bevor-
Er werd geklopt en de bediende kon
digde aan, dat miss Fraser Captain Des
brook wenschte te spreken.
„Vraag de dame binnen te komen
zei Grafton tot zijn bediende en wend
de zich toen tot Desbrook. „Tusschen
twee haakjes het lijkt mij niet verstan
dig je in deze omstandigheden met miss
Fraser alleen te laten. Ik ben niet bang,
dat je je belofte zou breken, maar het
lijkt mij beter, dat je niet onnoodig in
de verleiding wordt gebracht".
De deur werd geopend en Jane rende
de kamer binnen, sloeg haar armen om
Desbrook's hals en omhelste hem.
„Oh, lieveling, ik ben zoo blij, dat je
weer terug bent. Nu kan alles me niets
meer schelen. Ik heb zoo in angst geze
ten. Eerst over jou en toen over Bill,
Maar jij zult Bill wel gauw vinden", riep
ze verheugd, maar toen viel haar blik
op Grafton, die met een cynischen lach
toekeek. „Ralph, laten we hier vandaan
gaan. Je zult niet langer werken voor
dezen dezen heer zei ze en wierp
Grafton een minachtenden blik toe.
„Ik vrees, dat ik hem zoo maar niet
in den steek kan laten", antwoordde
Desbrook aarzelend.
„Maar je moet. Hij is een verschrik
kelijke man en.
„Desbrook, wees zoo goed miss Fras-
ser mee naar de club te nemen. Als we
nog langer talmen, zullen mijn gasten,
vrees ik, op mij moeten wachten en dat
gaat niet. Ga maar mee", zei Grafton
derd of voorkomen heeft. Bevoegden en
onbevoegden zullen oordeelen over Uw
bestuursbeleid, gelijk over elke open
bare zaak geoordeeld wordt.
Inmiddels hebt gij reeds ervaren, dat
dit vijftal dadenrijke levensjaren U eer
bied, en waardeering in breede kringen
bracht. Wanneer de „Sibajakweg
vaart en de kust van Java voor Uw oog
vervaagt, moge hij bij den terugblik de
voldoening smaken, die in het bewust
zijn van hooge plichtsbetrachting gele
gen is.
Zij, die in deze vergadering of daar
buiten mochten denken thans van mij
een standpunt te vernemen met be
trekking tot de concrete vraagstukken,
welke in de aandacht van de landsregee-
ring staan, zullen teleurgesteld worden.
Voor de eerste maal zet ik voet aan wal
in deze gewesten, rechtstreeksche be
moeiing met de zaken van Ned.-Indië hac
ik tevoren nooit. Ik sta vreemd tot den
taak, die mij is gesteld. Het zou licht
vaardig zijn een uitspraak te doen, waar
onvoldoende kennis der verhoudingen
aanwezig is.
Het zal mijn doel zijn de nauw door
eengeweven belangen te leeren kennen,
en 't leven te begrijpen van de bevol
kingsgroepen van zoo verscheidene ge
aardheid, hetzij inheemsch, danwel van
elders gekomen. Hare behoeften en ver
langens wensch ik te verstaan.
Zoolang de crisis op den zwaarbe
proefden welvaart drukken blijft, zal de
onafwijsbare eisch van handhaving en
bevestiging van het ten koste van be
wonderenswaardige inspanning verkre
gen financieele evenwicht helaas tot een
spaarzaam gebruik der landsmiddelen
dwingen. Intusschen zal al datgene, wat
geldelijk verantwoord tot verhef
fing van het geestelijk en stoffelijk wel
zijn doeltreffend blijken moge, van mijn
warme, daadwerkelijke belangstelling
verzekerd zijn.
Waar de economische achteruitgang
tot nood verergert en voor de bevolking
het onmisbare plaatselijk komt te ont
breken, is vanzelfsprekend ook de
overheid geroepen om behoedend haar
hand naar de bedreigden uit te strek
ken.
Mogen eindelijk tijden van herademing'
komen, waarin nieuwe welvaart de zorg
verdrijven en een wijder vergezicht zich
openen kan.
De vrijheid van meeningsuiting waar
deer ik als een kostbaar goed. Toch er
ken ik, dat de behartiging der belangen
van land en volk onontkoombaar voert
tot de plicht te onderscheiden tusschen,
woorden en gedragingen, die toelaat
baar of niet toelaatbaar zijn.
Gelijk mijn voorgangers, zal ook ik
met gestrengheid handelen jegens hen,
die door de aantasting van gezag en or
de voor de gemeenschap schadelijk zijn.
Met den wensch, dat een heilzaam ge
volg voor deze gewesten het loon van
mijnen arbeid zij, aanvaard ik 't ambt
van gouverneur-generaal van Ned.-In
dië.
t Hel ongemak van velen, die een
SSSSS zittend leven leiden. Verrast
zult Ge zijn na één -of twee
Volgens recept van Apotheker Dumont
(Ingez. Med.)
vriendelijk.
„Kom Jane", fluisterde Desbrook.
„Maar Ralph lieveling, ik heb je zoo
veel te vertellen", protesteerde zij hef
tig.
„Vertel mij het maar gedurende het
diner. Wij moeten nu met mr. Grafton
meegaan."
„Zelfs na wat ik gezegd heb?"
„Zelfs dan, lieveling", antwoordde hij
en terwijl hij zijn arm om haar middel
legde trok hij haar zachtjes mee.
Jane keek hem lang en onderzoekend
aan en toen hij geruststellend glimlach
te, verzette zij zich niet langer.
„Je kunt mij vertrouwen", zei hij
glimlachend.
„Dat doe ik ook volkomen, liefste.
Maar het hoofd loopt me om. Ik wou,
dat inspecteur Graves hier was. Ik moet
hem laten weten, dat je weer terug
bent. Ik zal hem van de club opbellen
opperde zij.
„Neen, lieveling. Vanavond zijn wij
alleen maar voor ons plezier uit. Alle
ernstige gesprekken bewaren we voor
later".
Zij gingen met hun drieen met de lift
naar beneden en liepen naar de club.
Het was half negen en er bevond zich
een groot aantal leden in de lounge. On
der hen bevond zich prinses Nadine, die
geanimeerd stond te praten met sir
Charles Travers, de Hoofdcommissaris
van politie. Grafton liep op hen toe en
de prinses stelde hem aan sir Charles
De troonrede tevens de reportage van
de omroepvereenigingen is in Indië uit
stekend ontvangen.
De particuliere omroepvereenigingen
in Indië hebben op verzoek de uitzen
dingen doorgekregen via de rijks-een zij-
bandzender, terwijl de Nirom eveneens
hoofdzakelijk van dezen zender heeft
gebruik gemaakt.
Evenals de doorzending van de radio
toespraken van de vorstelijke familie op
Woensdag 9 dezer, hebben de rijkstele-
foniezenders ook thans een feillooze
overbrenging naar Insulinde tot stand
gebracht.
Hoezeer onze industrie, in het alge
meen gesproken, een moeilijken tijd
doorleeft, blijkt volgens mededeeling van
het Centraal Bureau voor de Statistiek
wederom duidelijk uit de verkregen rap
porten over het 2e kwartaal. Nog altijd
voerden in de groote meerderheid hier
van mm of meer sombere klanken den
boventoon weg'en onbevredigende af-
zetkansen en (of) het veelal slechts kun
nen verkrijgen van orders tegen lagere
prijzen dan voor een gezonden bedrijfs-
toestand noodig. Met de vooropstelling
hiervan wil echter niet gezegd zijn, dat
de omstandigheden voor alle bedrijfs
takken evenzeer reden tot klagen mo
gen geven. Zelfs gelijksoortige onderne
mingen vertoonen min of meer opval
lende verschillen. De vaak weinig vaste
lijn op zich zelf reeds een den toe
stand typeerend verschijnsel maakt
het uiteraard moeilijk om te generali
seeren. Treden de vele fabrieken waar,
voor zoover dit uit de verkregen rap
porten is na te gaan, de werkgelegen
heid niet noemenswaard verschilde met
een jaar g'eleden of thans ongunstiger
was, bij het overzien van het geheel het
meest op den voorgrond, dit neemt niet
weg, dat de ondernemingen met thans
grootere bedrijvigheid (of dikwijls juis
ter uitgedrukt minder slapte) alle bijeen
toch wel voldoende talrijk waren om er
hier als een eenigermate bemoedigend
teeken de aandacht op te vestigen.
Eenige bedrijfstakken, waar verlevendi
ging zich meer voordeed dan in andere,
boden een in doorsnee beteren aanblik
dan een jaar geleden. Tot eenzelfde
conclusie kan men echter voor vele in
dustrieën nog geenszins komen.
Voor alle industriegroepen bijeen ge
nomen lagen de percentages werkloos-
heidsdagen van het totale man-dag'en,
dat voor de gezamenlijke georganiseerde
arbeiders beschikbaar was nog weer
boven de overeenkomstige van het vo
rige jaar. Het gemiddelde bedroeg thans
33,9, tegen resp. 31.5 en 26,7 in het 2e
kwartaal van 1935 en 1934. De stijging
ten opzichte van het vorige jaar (met
ruim 2 punten) was derhalve kleiner dan
die (nl. met bijna 5 punten), welke in
1935 ten opzichte van 1934 te boeken
viel Bovendien is een kenmerkend ver
schil met verleden jaar, dat terwijl toen
alle bedrijfsgroepen, welke de werkloos-»
heidsstatistiek onderscheidt, in de stij
ging een aandeel hadden, dit thans met
verschillende (w.o. de metaalindustrie
en, voor zoover April en Mei betreft,
ook de textielindustrie) niet het geval
is. Intusschen houde men in het oog dat
wegens verschillende redenen (men
denke b.v. aan den invloed van ra
tionalisatie) tusschen den omvang van
de werkloosheid en de produotTe geen
voor, waarna de beide mannen elkaar
glimlachend begroetten.
„Ik ben blij, dat je gekomen bent. Ik
vreesde al, dat je me zou teleurstellen",
zei de prinses tegen Jane; maar terwijl
zij deze woorden sprak, ruste haar blik
op Desbrook.
„Goeden avond, capitain, ik zie tot
mijn genoegen, dat u veilig terug geko
men bent. Ik hoop, dat u een aangena
me reis gehad heeft", merkte ze luchtig
°P'
„Lang niet oninteressant", antwoord
de hij droogjes.
„U moet mij na het diner maar eens
vertellen wat voor avonturen u alle
maal beleefd heeft. Zij zullen mij zeker
amuseeren."
Grafton had zich even van den com
missaris afgewend, om cocktails te be
stellen.
„Goeden avond, captain Desbrook",
zei sir Charles rustig. „Wij hebben el-
raar al eens eerder ontmoet, meen ik".
„Goeden avond, sir" antwoordde Des
brook en er was een vragende blik in
zijn oogen, toen deze die van den com-
misaris een oogenblik ontmoetten.
„Wij zijn met een oneven aantal.
Komt er nog iemand anders?" vroeg
Grafton aan de prinses.
„Ja. Ik verwacht Peggie Fayrfie'd
nog."
„De actrice?" vroeg sir Charles.
(Wordt vervolgd).