DE TROONREDE.
PIÖI3
De opening der Staten-Generaal.
W.9dc
Teleurstellend.
KERK EN SCHOOL
WEER EN WIND.
NUMMER 218.
TWEE BLADEN.
DINSDAG
15 SEPTEMBER 1936.
EERSTE BLAD.
179e JAARGANG.
tovwcinu
elduqgsche courant
Dagblad Voor Middelburg, Goes en agent-
ichap Vlistingen 2.30, elders 2.50 per
kwartaal Week-abonn. in Middelburg en
Goes 18 ct. p. w. Advertentiën 30 ct. per
regel, Ingez. mededeelingen 60 ct. p. r.
Bi) contr. voor beide veel lager; tar. op aanvr.
goische c0ubant4
Uitgeefster Naamlooze Vennootschap „De Middelburgsche Courant"; Bureaux Lange Sint Pieterstraat te Middelburg.
Telefoon Redactie 269, Administratie 139 Postrekeni ng no. 43255 Kantoor te GOES: Turfkade, telefoon 17.
Aangesloten bij het Bureau voor Publiciteitswaar de der Vereeniging de Nederlandsche Dagbladpers.
Familieberichten en dankbetuigiagasi 1-V!
regels 2.10,' elke r. as. 30 et. Rubriek
„Kleine Advertentiën", ten hoogste 6 regels,
a 75 ct. bjj vooruitbetaling Adv. met
„Brieven" of „Bevragen bureau dezer cow»
rant" 10 ct. extra Bewjjsnommers 5
ïSI
(-§-) C'est le ton, qui fait la musique.
Een troonrede behoeft o.i. niet vol be
loften en aangekondigde wetsontwerpen
te zitten; als ze maar een krachtigen, op
den nationalen zin van ons volk afg'e-
stemden toon laat hooren. In het bijzon
der in donkere tijden. Het volk moet uit
de troonrede duidelijk den indruk krij
gen, dat de regeering weet, wat ze wil,
dat er een krachtig en doelbewust gou
vernement gevoerd zal worden. Niets is
tegenwoordig nuttiger dan het aankwee-
ken van vertrouwen. Indien men weet,
dat het gezag in handen berust van ener
gieke menschen die met open oogen de
belangen van de gemeenschap wenschen
te bevorderen, en die met vaste hand
het roer van staat weten te houden, zal
er veerkracht in het volk ontstaan, zal
het zonder zich in nutteloos gemor te
verliezen, de tanden op elkaar klemmen
en de regeering bij haar zware taak naar
vermogen ondersteunen.
Er was ditmaal bovendien een goede
gelegenheid om den tekst der troonrede
als 't ware in een aantrekkelijken, natio
nalen oranje-getinten lijst te vatten. Het
Nederlandsche volk heeft in de afgeloo-
pen week onmiskenbaar bewezen, dat
zijn gezonde nationale zin nog levens
krachtig is. De verloving onzer Kroon
prinses leidde tot manifestaties, welke
hen, die meenen, dat ons volk tot in
merg en nieren minderwaardig zou zijn
geworden, tot nadenken moeten stem
men. Het is gisteren reeds gezegd; een
natie, welke zich met zooveel spontaneï
teit met zooveel liefde en trouw om
haar vorstenhuis weet te vereenigen,
kan niet anders dan innerlijk gezond
zijn.
Wij moeten tot onzen spijt constateeren,
dat de troonrede, met 't voorlezen waar
van heden de nieuwe zitting der beide Ka
mers is geopend, niet aan de geschetste
eischen voldoet. Haar toon is droog; er
zit weinig spanning in; men zoekt tever
geefs naar bezielende woorden en zins
wendingen. Met den besten wil ter we
reld kunnen wij ons niet aangegrepen
voelen door dit staatsstuk. Alleen de
voorlezing van H.M, heeft ons wat ge
daan, doch zulks dan: den inhoud ten
spijt. Wie den tekst herleest zal tot zijn
teleurstelling moeten constateeren, dat
vrijwel alles :n het werk gesteld schijnt,
om het Nederlandsche volk datgene,
wat zijn ziel kan beroeren, zijn nationaal
saamhorigheidsbestei kan aanwakkeren,
te onthouden. In een naburig land pleegt
men precies andersom te doen. Daar
wordt het volk opgezweept; daar wordt
bijna dag aan dag een intens beroep op
zijn nationalen zin gedaan. Deze metho
de lijkt ons bedenkelijk: Ze leidt tot het
aankweeken van een gevaarlijk chau
vinisme. Maar er zit toch wel iets in, wat
onze regeering ten voorbeeld zou kun-
neen strekken Tusschen nuchtere,
droge mededeeling en demagogie ligt een
breed veld, waarvan het betreden geen
enkele regeering zich zou behoeven te
schamen. Wat kan er tegen zijn bij een
nationale gebeurtenis als de opening der
Staten-Generaal het nationaal gevoel,
dat in eiken gezonden Nederlander aan
wezig is, met gepaste middelen te prik
kelen? De regeering vergist zich, als zij
meent, ten deze g'een belangrijke taak
te hebben. Het zou wel eens zoo kunnen
zijn, dat in de tegenwoordige omstandig
heden, haar belangrijkste taak juist hier
ligt. Wie het vertrouwen van het volk
wil hebben, doe een beroep op datgene,
wat zijn eendracht en zijn saamhorig
heidsbesef kan sterken.
Evang'. Luth, Kerk.
Op het drietal te WinschotenSap-
pemeer komt voor mej. L. C. Dufour te
Groede,
Geslaagd te Batavia voor lsten
stuurman A. Kooijman oud-leerling van
de „De. Ruyterschool" te V 1 i s s i n -
gen.
Te Utrecht-slaagde voor het exa
men vrije en orde-oefeningen der gym
nastiek de heer J. A. Vertregt, te Sche-
veningen, vroeger te Middelburg.
Te Amsterdam slaagde voor het
diploma Ned, Politie Bond, met aantee-
kening, de heer I. J. E. van Dullemen,
marechaussee te Beverwijk, vroeger te
Goes.
H. M. de Koningin heeft hedenmiddag
de nieuwe zitting der Staten-Generaal
met het uitspreken der volgende Troon
rede, geopend:
Leden der Staten-Generaal,
Mij wederom in Uw midden bevin
dend, gevoel ik allereerst behoefte
uiting te geven aan Mijn innige vreug
de over het voorgenomen huwelijk
Mijner Dochter.
De in verband daarmee noodzake
lijke ontwerpen van wet zullen U bin
nenkort worden voorgelegd. De over
stelpende bewijzen van belangstelling
bij deze verloving door het gansche
volk aan den dag gelegd hebben Mij
met warme erkentelijkheid vervuld.
Nog altijd levend in een zorgelijken
tijd, erken Ik met dankbaarheid, dat
Mijn Volk gedurende het afgeloopen
jaar zijn geestkracht heeft weten te
behouden en is blijven worstelen om de
moeilijkheden, waaronder wij gebukt
gaan, te overwinnen.
Gelukkig kan worden getuigd, dat
de betoonde inspanning niet zonder
vrucht is gebleven.
In sommige takken van nijverheid
heeft het streven naar aanpassing bij
de sterk gewijzigde omstandigheden
tot resultaten geleid, die de hoop wet
tigen, dat, bij verdere doorwerking,
de ondervonden druk allengs zal af
nemen.
Zoolang de economische omstandig
heden, ook in het buitenland, daartoe
noodzaken, zal intusschen de bemoeie
nis der Overheid met het economisch
leven in haar tegenwoordigen vorm en
het verleenen van steun op menig ge
bied nog niet kunnen worden gemist.
Wel zal worden zorg gedragen, dat in
het bedrijfsleven onnoodig knellende
banden zullen worden verwijderd.
De toestand der openbare geldmid
delen is nog altijd zorgelijk. Zoowel
voor het Rijk als voor de gemeenten
moet daarom de grootste voorzichtig
heid het financieele beleid blijven be-
heerschen. Aan de verdere doorwer
king van de aanpassing en een daaruit
voortvloeiende opleving van het be
drijfsleven mag de hoop verbonden
worden, dat zij ook een gunstigen in
vloed op den stand der openbare geld
middelen zal gaan oefenen, zoodat de
financieele vooruitzichten langzamer
hand minder donker zullen worden.
Ook in het komende zittingjaar zal
de bestrijding van de werkloosheid eu
van haar gevolgen de volle aandacht
vragen. Op een zoo rechtvaardig en
doelmatig mogelijke aanwending van
de daarvoor bestemde geldmiddelen
zal het streven der Regeering gericht
blijven. De bestrijding van de werk
loosheid onder de jeugd zal met on
verminderde kracht worden voort
gezet.
De betrekkingen met andere Mo
gendheden zijn vriendschappelijk.
Waar nu hier dan daar de internatio
nale verhoudingen onder zoo zwaren
druk zijn gesteld, stemt zulks tot bij
zondere voldoening. Aan de gedrags
lijn, die de Regeering bij het bestuur
der buitenlandsche betrekkingen pleegt
te volgen, zal onveranderd worden
vastgehouden.
Naast de behandeling van de reeds
aanhangige ontwerpen van wet zal
Uwe medewerking worden gevraagd
voor de totstandkoming van wetten
strekkende tot het openen van de mo
gelijkheid tot het verbindend en onver
bindend verklaren van bepalingen uit
collectieve arbeidsovereenkomsten, tot
herziening van het burgerlijk kinder
recht en tot het geven van eenige voor
schriften omtrent stichtingen. Voorts
zullen U worden voorgelegd ontwer
pen tot wijziging van eenige bepalin
gen van de Lager Onderwijswet 1920
en van de Dienstplichtwet, tot bestrij
ding van de lintbebouwing, tot verbe
tering der tertiaire wegen, tot overne
ming van een bedrag van 25 millioen
aan Nederlandsch-Indische schuld,
zoomede een ontwerp inzake de elec-
triciteitsvoorziening.
Met uitzondering van Curasao, waar
de toestand bevredigend is te achten,
vordert de economische en financieele
toestand in de overzeesche gewesten
nog de voortdurende zorg der Regee
ring. Bij sommige Europeesche bedrij
ven in Nederlandsch-Indië valt eenige
verbetering in den toestand waar te
nemen, doch onder de inheemsche be
volking van Java zijn, ondanks alle
inspanning der Indische Regeering, de
omstandigheden nog onbevredigend.
Onafgebroken wordt gezocht naar
bruikbare middelen om de economi
sche samenwerking tusschen de ver
schillende deelen van het Koninkrijk
te bevorderen.
De begrootingstoestand in Neder
landsch-Indië geeft hoop, dat ook voor
liet jaar 1937 vermeerdering van
schuld zal kunnen worden voorkomen.
Met erkentelijkheid maak Ik gewag
van de toewijding waarmede Leger en
Vloot zoomede de ambtenaren in bur
gerlijken dienst van elke geleding in
het geheele Koninkrijk hun taak blij- r
ven vervullen.
Het komende zittingsjaar zal ook
thans weer veel van de krachten van
Kamers en Regeering vergen. Al is ei
veel, dat ernstige zorg blijft baren,
een hartelijke samenwerking tusschen
Volksvertegenwoordiging en Regee
ring, steunend op ejen eensgezinden
volksgeest, zal ons, onder de hulpe
van den Almachtigen God, Die ons
sterkte en wijsheid moge schenken,
het volbrengen der taak, die voor ons
ligt, mogelijk maken.
En hiermede verklaar Ik de gewone
zitting der Staten-Generaal geopend.
DEN HAAG. Is de dag, waarop de Ko
ningin met den traditioneelen luister de
nieuwe gewone zitting van de Staten-
Generaal komt openen, in de aloude*
Ridderzaal steeds een echt nationale
feestdag, ditmaal stond deze feestdag
niet op zichzelf, maar vormde als het
ware een nieuwen schakel in het blijde
gebeuren van de laatste dagen. De ver
loving van Prinses Juliana, die weder
met de Koningin zich heden naar het
Binnenhof begaf, verleende een nieu
wen, ongekenden glans aan de op zich
zelf toch steeds aantrekkelijke plechtig
heid en heeft de altijd sterke belang
stelling van Fiagenaars en niet-Hage-
naars in het aanschouwen van den kleur
rijken stoet en hun begeerte om de ge
liefde vorstinnen, al is het ook maar een
oogenblik, te aanschouwen en haar toe
te jubelen, ditmaal vertienvoudigd.
Vandaar, dat het heden in de residen
tie, waar sinds de vorige week zulk een
vroolijke drukte heerscht, drukker was
dan ooit tevoren. Uit alle oorden des
lands stroomden reeds in den vroegen
ochtend de feestgangers binnen, zoodat
lang voor het oogenblik van het vertrek
van den koninklijken stoet van het Pa
leis aan het Noordeinde, de straten van
de binnenstad een buitengewoon leven-
digen aanblik boden. Dat schier huis aan
huis gevlagd werd, dat het geliefde oran
je op ieders borst prijkte, behoeft niet
gezegd. In dat opzicht onderscheidde de
dag van heden zich niet van de dagen
die vooraf gingen.
Ook de dichte menigte die in het
Noordeinde, vooral in de onmiddelijke
omgeving van het Paleis, samendromde,
en daar reeds uren voor het wegrijden
van den stoet geduldig stond te wach
ten, v/as niets ongewoons meer. Zij was
daar reeds een week lang tot laat in den
avond te aanschouwen. Ditmaal was de
stemming onder het overtalrijk publiek,
dat ook langs den weg, dien de stoet zou
volgen, lang te voren in dichte rijen
stond te wachten en onder de talrijke
toeschouwers achter de ruiten van de
gebouwen langs dien weg, opgewekter
dan ooit. Het wachten viel zoodoence
veel korter dan anders.
Voor hen die bij het Paleis een plaats
je hadden ingenomen werd dit wachten
bovendien vergoed door den aanblik
van de toebereidselen voor de samen
stelling en het vertrek van den stoet.
Men zag daar in de eerste plaats de
eerewacht aanrukken, die voor het Pa
leis werd opgesteld, en die dit jaar be
stond uit een compagnie van het regi
ment grenadiers, sterk honderd man,
onder bevel van een kapitein met het
regimentsvaandel. De koninklijke mili
taire kapel met de beschikbare tam
boers van het regiment grenadiers,
maakte deel uit van deze eerewacht,
welke zich opstelde ter weerszijden van
het voorplein, tegen de beide zuilengan
gen van het Paleis, om vandaar de Ko
ningin de militaire eerbewijzen te bren
gen bij haar vertrek. Bij deze eerewacht
bevond zich de commandant van het re
giment grenadiers, luit. kolonel J. A. G.
van Andel, met zijn adjudant.
Voorts zag men, ongeveeer een half
uur voor het vertrek van den stoet, de
detachementen cavalerie naderen, die
als eere-escorte den stoet zouden ope
nen en sluiten en vervolgens de officie
ren der landmacht van 't militaire huis
der Koningin, allen te paard, wien on
middellijk achter het koninklijk staatsie
rijtuig een plaats in den stoet was aan
gewezen.
Het vertrek van den stoet.
Ter opening van den stoet, die onder
de algemeene leiding stond van den
eerste-stalmeester van de Koningin, rit
meester jhr, C. E. J. M. Verheyen, was
een detachement aangewezen van het
2e regiment huzaren, sterk 90 ruiters,
onder bevel van een ritmeester, met den
regimentsstandaard, en het muziekkorps
der huzaren, dat gedurende den tocht
marschmuziek speelde. Met dit detache
ment reden de regimentscommandant,
kolonel Diemont, en diens adjudant me
de.
Onmiddellijk daarop volgden in gala
livrei een rijknecht-majoor en twee rij
knechts te paard. Daarachter kwam de
eerste met twee paarden bespannen ga-
ia-koetsen, waarin de eerste-kamerheer-
ceremoniemeester der Koningin, gene-
raal-majoor b. d. jhr. A. G. Sickinghe,
gezeten was. Naast elk portier ging eén
lakei. Hierop volgden twee galakoetsen,
wederom met een lakei naast elk por
tier, waarin 8 kamerheeren volgens den
rang gezeten waren. In de eerste dezer
koetsen, de tweede in den stoet, waren
gezeten de kamerheeren in buitengewo
nen dienst, mr. J. F. baron van Haersol-
te en J, M. H. F. J. baron Weichs de
Wenne, de kamerheer in gewonen
dienst jhr. mr. C. Dedel en de kamerheer
in buitengewonen dienst jhr, mr. L. H.
van Lennep.
In de volgende, derde, galakoets, had
den plaats genomen de kamerheeren in
buitengewonen dienst F. M. L. baron
van Geen, jhr. H. J. Repelaer van Driel,
thesaurier van de Koningin en intendant
van de koninklijke paleizen, C. S. Sixma
baron van Heemstra, particulier secre
taris van de Koningin en mr. J. C. baron
Baud, ter beschikking van H. K, H. Prin
ses Juliana.
In 2 galakoetsen volgden de groot
officieren volgens rang van benoeming.
Het eerste daarvan, het vierde gala-
rijtuig in den stoet, bood plaats aan de
groot-officieren R. F. C. baron Bentinck,
Middelburg, 15-IX-'36. Maandag hoog*
ste luchttemperatuur 2I.T °C (70 °F};
laagste 13.2 °C (55 °F). Heden 9 h: 13.7
°C; 12 h: 18 °C. Geen regen of neerslag.
Hoogste barometerstand te dezer stede,
in het afgeloopen etmaal: 768 mm; laag
ste 766 mm.
Hoogste barometerstand in het Euro
peesche waarnemingsgebied: 773.2 mm
te Ona; laagste 753.0 mm te Isafjord.
Verwachting tot morgenavond;
Meest zwakke veranderlijke wind, ge
deeltelijk bewolkt met kans op oenige
regenbuitjes in het Westen, weinig of
geen regen in het Oosten, weinig veran
dering in temperatuur,
n
Zon op: 6 h 35; onder: 19 h 14. Licht
op: 19 h 44. Maan op: 6 h 24; onder: 18
h 35. N.M.: 15 September.
Di. 15
Wo. 16
Do. 17
Hoog- en
Di. 15
Wo. 16
Do. 17
September.
Hoogwater.
2.06 14.12
2.37 14.43
3.06 15.13
Laagwater te
September.
Hoogwater.
3.55 16.09
4.30 16.44
5.02 17.15
Laagwater.
8.23 20.50
8.54 21.24
9.22 21.54
Wemeldinge;
Laagwater,
9.32 21.46
10.02 22.16
10.26 22.46
Hoog- en Laagwater te Vlissingen*
Westkapeile is 28 min. en Domburg
23 min. vroeger; Veere 38 min. later,
(S springtij.)
opperstalmeester van de Koningin, mr.
W. J. baron van Lynden, opperkamer
heer van de Koningin en aan den dienst
doend grootmeester van Prinses Juliana,
E. H. Juckema van Burmania baron Reu-
gers van Warmenhuizen.
In de volgende, vijfde, gala-koets, wa
ren gezeten de groot-officieren G. Ch.
baron Snouckaert van Schauburg, jhr. C,
L. van Suchtelen van de Haare, luite
nant-generaal tit. b. d. en jhr. V, E. A.
Boreel van Oldenaller, opperhofmaar
schalk.
De zesde gala-koets verleende plaats
aan de grootmeesteres mevrouw de dou-
arière G. C. gravin van Lynden van San-
denburg, geb. baronesse van Nagell van
Ampsen, en de dienstdoende dame du
palais, mevrouw H. Snouck Hurgronje,
geb. jkvr. van Tets.
In de zevende gala-koets volgde de
opperceremoniemeester, luit.-generaal b.
d. J. H. F. graaf du Monceau.
Naast elk portier van deze vier 'gala*
koetsen gingen 2 lakeien.
Nadat de zeven gala-koetsen waren
weggereden reed de gouden koets, met
8 paarden bespannen, voor en verlieten
de Koningin en de Prinses het paleis.
Op datzelfde oogenblik werd, door 't
uitsteken van vaantjes, het sein doorge
geven voor het lossen van het eerste der
minuutschoten, welke, bij het verlaten
van het paleis door de Koningin, tot haar
terugkeer aldaar, werden afgegeven uit
de op het Malieveld opgestelde batterij
der eerste artillerie-brigade, bestaande
uit vier vuurmonden.
Onder het dreunen van het eerste
schot presenteerde de eerewacht het ge
weer en zette de koninklijke militaire
kapel het „Wilhelmus" in, terwijl de Ko
ningin en de Prinses, getooid met het
breede lint van het grootkruis der orde
van den Nederlandschen Leeuw, in de
gouden koets stapten, welke zich ver
volgens, onder het gejubel van de menig
te, in beweging zette.
Naast elk van de acht paarden, waar
mede deze statiekoets bespannen was,
ging een koetsier. Aan elke zijde van de
koets liepen vier lakeien. Ter rechter
zijde reed te paard de chef van het mili
taire huis van de Koningin, de vice-ad-
miraal b. d. F. Bauduin, ter linkerzijde
de gouverneur der koninklijke residentie,
luit.-generaal jhr. W. Roëll, commandant
van het veldleger.
Achter de gouden koets reden te
paard twee aan twee de officieren der
landmacht van het militaire huis der Ko
ningin, te weten de adjudanten in bui
tengewonen dienst luit.-generaal b. d.
jhr. E. J. M. Wittert, luit.-generaal b, d.
H. C. J. ter Beek, generaal-majoor J. J.
G. baron van Voorst tot Voorst, reserve
kolonel b. d. W. Froger, reserve-kolonel
W. G. van Hoogenhuyze, kolonel.-tit. b.
d. jhr. W. Laman Trip, kolonel A. R. van
der Bent, luit.-kolonel b. d. A. R. W.
Geij van Pittius, de adjudanten generaal-
majoor tit. D, Q, C. F. de Jonge van der
Halen, luit.-kolonel jhr. W. C. M. de
Jonge van Ellemeet, kapitein H. J. Phaff