De zuster van Robespierre SPORT. Voor kleine tuinen. MARKTBERICHTEN. WAAR IS WERK? Verkoopingen - Verpachtingen in Zeeland. ACENDA wij zuchten onder dit fatum en voor ons blijft er dan ook niets anders te doen over, dan nog het beste er van te maken, wat er van te maken is. Deze grondwetsvoorstellen blijven ver beneden datgene, wat de Katholie ke Kamerfractie in 1933, toen zij een grondwetsherziening bepleitte, daarvan had verwacht. En ook van den nieuwen frisschen tijdgeest, zooals wij dien ontmoeten in die heerlijke magna charta van Pius XI en Quadragesimo Anno, waaraan niemanc minder den president Roosevelt nog onlangs hulde bracht en constateerde dat hij deze als richtsnoer h,ad geno men voor zijn ingrijpende economische en financieele hervormingen, is in deze grondwetsherziening niets te vinden. Het blijft klein peuterwerk, als wijzi gingen in grondwettelijke salarissen en pensioenen, wat onbeteekenende admi nistratieve wijzigingen, eenige beper king tegen revolutionaire propaganda en verder een zeer schuchtere poging om de mogelijkheid te openen open bare lichamen met verordende be voegdheid voor beroep en bedrijf in te stellen." DE AFSCHAFFING VAN DEN HUURTOESLAG. Over de voorgenomen afschaffing van den huurtoeslag is het soc.-dem. Volk zeer slecht te spreken. „Wat hier staat te gebeuren is on- geloofijk; wij erkennen, dat wij voor een beleid als dit geen parlementair woord vermogen te vinden. De slappe pogingen van de regeering tot „aanpassing" van de huren van ar beiderswoningen zijn alle mislukt. Van de verlaging der vaste lasten door de regeering zonder geloof voorgesteld en in den loop van de behandeling nog ver zwakt is ten slotte niets terecht ge komen. En nu de aanpassers hun doel niet konden bereiken langs den ko ninklijken weg nu zullen juist de zwakste burgers, de werkloozen, het zaakje mogen opknappen. De strijd tus- schen de regeering, die alle kosten wil doen dalen, en de huiseigenaren, die hun belangen hardnekkig verdedigen deze strijd zal op de ruggen van de wefkloozen worden uitgevochten! Wij zijn na drie jaren Colijn-politiek zoo aan het één en ander gewend geraakt, doch wat de heer Slingenberg thans vertoont, is opnieuw verrassend. De minister begrijpt, dat hij zich niet geheel onbetuigd kan laten; hij zal „meewerken" tot huurverlaging van woningwetwoningen. Zal deze mede werking reeds begin September hebben kunnen leiden tot voldoende daling van de huur van deze huizen? Geloove, wie het wil. Tën aanzien van het tweede middel, dat de minister denkt te gebrui ken den aanbouw van goedkoope woningen behoeft deze vraag niet eens te worden gesteld; voordat de re sultaten daarvan aanwezig zijn, zal de noodige tijd verloopen. En het derde middel, de bevoegdheid der gemeentebesturen om de huur van de werkloozen in te houden voor die eigenaren, die hun huur tot een naar hun oordeel „redelijk bedrag" hebben teruggebrachht? Hier wordt de weg ge opend voor willekeur; de ééne gemeen te zal een geheel anderen maatstaf aan leggen dan de andere. Bovendien zul len vele eigenaren de voorkeur geven aan het opzeggen van de huur. En dan? Moeten de gezinnen van de werkers, die buiten hun schuld zonder arbeid rondloopen, naar de krotten worden te ruggedrongen? Moet het aantal „samen woningen" in koortsachtig tempo toe nemen? Vervalt de huurtoeslag tóch, dan be hoort de regeering wil zij recht doen en algemeene verbittering vermijden nog vóór September andere maatrege len te nemen." Het liberale „Handelsblad" oordeelt daarentegen, dat de regeering de h.i. juiste consequentie uit de verwerping van het wetsvoorstel tot verlaging der vaste lasten heeft getrokken: „Nu rechtstreeksche huurverlaging niet mogelijk bleek, moet men hopen, dat langs dezen weg de aanpassing der huren van arbeiderswoningen zal worden versneld. Wij begrijpen zeer goed, dat in tal van gevallen de huur-aanpassing op deze manier, zoowel voor werkloo zen als huis-eigenaren pijnlijke kanten zal opleveren. Maar als een paal staat boven water, dat door het stelsel der huurbijslagen, de toch zoo noodzakelijke verlaging der woninghuren werd ge remd. Verandering van systeem kon dan ook niet achterwege blijven. De mogelijkheid, dat aan gemeenten zal worden vergund, in geval van reeds tot stand gekomen redelijke huurverlaging een gedeelte van het steunbedrag af te houden en dit rechtstreeks aan den huiseigenaar te doen toekomen, zal waarschijnlijk door de demagogie dank baar worden uitgebuit. Maar als men het apparaat zal vinden om hier wer kelijk redelijkheid te betrachten, kan het voordeel zijn, dat vele huiseigenaren 'reeds te voren tot verlaging zullen overgaan. Want de zekerheid, op een bepaalde, zij het mindere som vast te kunnen rekenen, zal hun dikwijls liever zijn, dan de vage eventualiteit van een hoogere ontvangst, die dikwijls door wanbetalingspraktijken wordt onder mijnd." Historische figuren' Meer dan honderd jaar geleden za gen de bewoners der stille straten in de buurt van den Parijschen Plantentuin dag in dag uit een oud dametje voorbij trippelen, dat aan lang vervlogen dagen herinnerde. Zij was gekleed in een ouderwetsche japon uit den directoire- tijd (het laatst der 18e eeuw): ze keek altijd heel ernstig en had 'n min of meer hooghartigen groet over voor de bak kers, slagers en kruideniers, die bij hun winkeldeur stonden en allen, zonder uitzondering, den hoed voor haar afna men. Zij noemden haar „Mademoiselle de la Roche"; zij wisten, dat zij woonde in het huis van een leerlooier in de Rue de la Fontaine, op no. 3, eerste ver dieping. Zij betaalde altijd prompt, sprak weinig, deed haar eigen inkoopen en schiep om zich heen een sfeer van ongenaakbaarheid door een sterk ge reserveerde houding! Den len Augustus 1834 stierf zij en toen wist de stille wijk, toen wist heel Parijs, toen wisten Frankrijk, Europa en de wereld op eens, wie dat oude da metje eigenlijk was. Want mademoisel le de la Roche heette anders dan zij genoemd werd; ze heette schrik niet Charlotte Robespierre en zij was de bloedeigen zuster van.... vaunu ja, u weet wel, van.hem! In de stille wijk griezelde men er een beetje van, bij wijze van nabetrachting. Zij had vroeg haar ouders verloren; haar eerste jeugd was vrij eenzaam en kleurloos, al waren ze dan ook met hun vieren: Maximiliaan, die twee jaar oudere, Augustin, die drie jaar jonger was, Henriette, het benjaminnetje van 't troepje en zijzelve. Eerst werd zij bij een tante in haar geboorteplaats Arras opgevoed; daarna was zij in een kloosterschool te Doornik, waar zij negen jaar blijft. In 1781 komt zij thuis, woont met de broers samen de kleine Henriette was gestorven en staat aan het hoofd van de heel, heel arme huishouding, die steeds leeft in de hoop, dat de oudste, Maximiliaan, advo caat en reeds eenigszins een man van naam in den geletterden, sentimenteel- poëtischen kring van Arras, de „Rosa- ti", de familie tot rijkdom en waardig heid zal brengen. Dan gaan de jaren traag en in voort- durenden strijd om een karig bestaan voorbij. Het wordt 1789. Frankrijk is ontevreden. Arras is ontevreden. Ma ximiliaan is ontevreden en op een goe den dag verlaat de oudste broer het stadje, uitgeleide gedaan tot aan de huisdeur door zijn zuster in haar zwarte japonnetje en door haar nagestaard tot aan den hoek van de straat, waar de di ligence naar Parijs afrijdt: de man, haar broer, die daar stijfjes en deftig heen gaat, is Maximiliaan Robespierre, nu afgevaardigde van den Derden Stand in de Nationale Vergadering; zij de nog pas dertigjarige, maar reeds een oud dametje met sterk provinciale allure, leeft in hem, hoopt op hem, verwacht alles van hem. Hij zal zijn de bouwer van het huis, van het fortuin, van de glorie der nu zoo armelijk-bescheiden levende Robespierre's,. Wat een man, die broer van haar! Welk een talent! Welk een toekomst! In September 1792, na de bestorming der Tuilerieën en den val van het ko ningschap in Frankrijk, wordt ook Augustin, bestraald door den roem van zijn ouderen broer, naar de Nationale Conventie afgevaardigd. Zij, Charlotte, begeleidt hem, vol vreugde en hoop, naar Parijs. Broer Maximiliaan, „de on omkoopbare", zooals hij genoemd wordt, woont sedert jaar en dag in de rue Saint-Honoré bij de familie Duplay. Bij Duplay, den timmerman? Waar denkt u aan! De man is „ondernemer van timmerwerken", hij voelt zich nog al en heeft zijn dochters een juffersopvoeding laten geven. Zelfs iets heel chics staat in zijn huis, 'n clavecymbaal. Door de vrouwelijke leden wordt „bon ami", zooals Robespierre door hen genoemd wordt, wordt „de goeie vrind" vertroe teld en verwend; nooit ontbreekt op zijn tafel een schaal met sinaasappelen, waarop hij zoo dol is. Ook de mannen in het gezin, Duplay zelf, de zoon Mau- rits, de neef, die sedert den slag bij Valmy*) een houten been heeft, zijn al len gek op hem. Hij, Robespierre, aan vaardt dat alles heel kalm, raakt nooit uit de plooi, misschien, ja, héél mis schien, is hij een beetje, een klein beet je verliefd op de oudste dochter, Eleonore. In dezen kring komt nu eens klaps Charlotte opdagen; zij is Ro bespierre's zuster, laat haar rechten als zoodanig op hem gelden. De Duplay's staan ontzet; ze beschouwen haar als een soort indringster en ofschoon men haar met uiterlijke beleefdheid een ka mer inruimt, bespeurt ze wel, hoe over bodig ze hier is. Maar zij is niet- voor een kleintje ver vaard. Bitse antwoorden heeft ze steeds tot haar beschikking. Ze begrijpt haar broer niet. Deze Duplay's zijn hem Dorp;e in het Marne departement Waar Dumouriez en Kellermann den 20en September 1792 de Pruisen ver sloegen. toch niet waardig! een rijk geworden timmerman, menschen zonder bescha ving en geest ik vraag je! Maar „ci- toyenne", burgeres Duplay, heeft óók haar op de tanden: „wat meent die ver zuurde oude jongejuffrouw wel!" En de scherpe woorden vliegen spoedig over en weer en worden tot ware kibbelpar tijen. Robespierre, de groote, gevreesde Maximilliaan staat daar met een verle gen lachje tusschen in; hij geeft de eene gelijk en de andere geen ongelijk; ook heeft hij wel wat meer te doen dan de ze vrouwenruzies aan te hooren. MaarCharlotte is nu eenmaal zijn zuster: daarom volgt hij haar ten slotte naar eene door haar gehuurde woning van de rue Saint-Florentin; daar zal men nu met Augustin als derde vreedzaam wonen, evenals in den ge noeglijken tijd van Arras Helaas, Maximiliaan wordt ziek. „Dat mensch van een Duplay" zooals Charlote haar noemt snelt toe. „Na tuurlijk", daar had je het al! De zuster had hem slecht verzorgd. En zij dwingt hem met haar wilskracht en persoonlijk overwicht naar de rue Saint-Honoré te rug te keeren, waar zij hem triomfante lijk ontvangt. Charlotte blijft verbitterd met Augustin achter; zij heeft de neder laag geleden; dat is duidelijk. Evenwel beproeft zij een schuchtere poging tot verzoening met den ouderen broer en zendt hem een pot ingemaakte vrtich- ten. Maar het dienstmeisje komt schrei end terug: „Dat wijf van een Duplay heeft het niet willen aannemen! Ze heeft gezegd: „Ik laat me hem niet vergiftigen!" Charlotte snakt naar adem, „Zóó iets.... zóó iets.... neen maar, zóó iets moet haar, haar, zijn zuster, over komen!. Oh, dat canaille, dat canail le....!" Maar de adem keert terug; zij stikt niet. Het lot zorgt er voor. Het lot wil, dat de jongere broer. Augustin, met den afgevaardigde Ricord als commissaris van de Conventie naar het leger in Ita lië wordt gezonden. Ricord neemt zijn jonge vrouw mede. Augustin stelt Char lotte voor hem te begeleiden. In een ruime „berline" vertrekken ze, door 'n bereden escorte begeleid, want „een Volksvertegenwoordiger, belast met een opdracht bij de legers", is een hoo- ge meneer, gespoord en gelaarsd als een generaal, met een vervaar lijke sabel, een driekleurige sjerp om en een blauw-wit-roode veer op den hoed. Niets meer of minder! En te Niz- za flirten aan de mooie boorden van de blauw-groene zee de stafofficieren van de brigade Dumerbion met de dames. Door galante cavaliers omgeven maakt Charlotte grootere en kleinere tochtjes in de kales enzal zij zich later niet steeds jongen kapitein van het vierde regiment artillerie herinneren, die wat nerveus en wat zwaarmoedig is, omdat hij hunkert naar een toekomst en toch daarvan onzeker wasHij noemt zich Buonaparte en heeft een sterk Cor- sicaansch accent Maar ook hier in Nizza heeft Char lotte ergernissen, Iedereen is voorkomend voor haar, maar lang niet in die mate als voor de mooie en coquette madame Ricord. En wat moet zij op een goeden dag zien? Oh, die lichtzinnige vrouw, die madame Ricord, die kijkt met verliefde oogen naar haar broer, naar Augustin! Het schreit ten hemel! Maar Augustin is de laatste om predicaties van zijn zus ter aan te hooren; hij zet haar, na haar een tijd lang aangehoord te hebben, kort en krachtig in een reiswagen: „Vooruit terug naar Parijs!" Daar zit ze weer in haar appartement van de rue Saint-Florentin, wacht Au- gustin's terugkomst. Maar die komt niet meer terug, wèl in Parijs, maar niet bij haar. De schaamtelooze man is afgestapt bij de Ricords. Dat is te veel! Zij maakt hurry, dreigt met nog meer hurryi Maximiliaan is haar door de Duplay's afhandig gemaakt, Augustin zit in de strikken der Ricords neen, neen, dat gaat maar niet zoo. Zij speelt geweldig op. Maar de beide broers hebben er nu ook genoeg van. Beiden zijn ze het eens: zij moet weg. De oudste, die nu de machtigste man in Frankrijk is, beslist, dat zij naar haar geboorteplaats Arras terug moet; daar wonen no'g een paar oude tante, bij wie zij haar intrek kan nemen. Inderdaad rijdt ze per diligence naar het provincie-stedeke. Daar, evenmin als te Parijs, is het be- hagelijk. De guillotine heeft er druk werk en er is niet de nerveuze, drukke begeleiding van de hoofdstad, men leeft er en men wordt er onthoofd in eento nige regelmaat. De lucht is er zwaar, Charlotte houdt het er geen vier weken uit. Zij wil weer naar Parijs, zij wil weer naar haar broers. Maar bij brief van Maximiliaan, die haar bij haar aankomst wordt overhandigd, verneemt zij, dat de broers ten gevolge van haar overdreven zorgen en haar moeilijke natuur haar niet meer als zuster erkennen en haar niet meer willen zien. Het lot is echter nóg wreeder dan haar broers Het lot houdt de broers bij hun woord. Zij zullen haar niet meer zien. omdat zij, de broers, de machtigen, hun oogen voor eeuwig sluiten. Den 9en Thermidor van het jaar 9 (27 Juli 1794) worden beiden onthoofd. Charlotte wordt in de gevangenis geworpen. Doch wanneer men verneemt, dat zij in onmin leefde met de broers, wordt zij vrijge laten en krijgt zij van de overwinnaars een klein pensioentje. Zij is geen helA din, al is haar tong ook scherp. Zij aan* vaardt het en leeft er vantot aan haar dood toe. Zij overleeft de Revolutie, ziet Napoleon's begin, zijn forsche stij ging, zij'n val. Lodewijk XVIII, Karei X en Louis Philippe ziet zij op Frankrijk's troon. Eindelijk sterft zij en in haar graf nam zij het onopgelost geheim mede hoe het mogelijk was, dat haar van 1794 tot 1834 steeds stipt haar kleine pensioentje werd uitbetaald. Misschien heeft zij het zelf ook niet geweten. Maar over haar levensloop en haar pensioentje werd eerst gesproken, toen den len Augustus van het jaar 1834 ten huize van een leer looier in de rue de la Fontaine eene mademoiselle de la Roche gestorven was, die in werkelijkheid heette Char lotte Robespierre en een zuster was van den geweldigen man der Fransche Om wenteling, Maximiliaan Robespierre. A. J. BOTHENIUS BROUWER. VOETBAL. De wedstrijden tusschen België en Nederland. Dé voetbal-landenwedstrijden Neder-. land-België en België-Nederland waren oorspronkelijk op resp. 4 April en 2 Mei 1937 vastgesteld. Naar wij vernemen heeft echter de Kon, Belgische voetbal bond tot den K.N.V.B. het verzoek ge richt, den uit- en thuis- wedstrijd te* verwisselen,! .zoodat BelgiëNederland op 4 April a.s. in Antwerpen zou wor den gespeeld en NederlandBelgië op 2 Mei. Een beslissing hieromtrent zal echter eerst op de a.s. bondsvergadering van den K.N.V.B., op 30 Augustus a.s. genomen worden. Chrysanthemum indicum. Er zijn ook andere soorten van Chry santhemums, als: Chr. Maximum, een thans bloeiende vaste plant met groote, witte bloemen, Chr. frutescens, de be kende margriet, een veel gebruikte pot plant, Chr. segetum, Chr. carninatum en Chr. inoderum drie eenjarige zaaibloe men. Wanneer we echter over Chrysan themums spreken zonder een soortnaam te noemen denkt de liefhebber en vak man aan Chrysanthemum indicum. Dit is een herfstbloem bij uitnemendheid, waarvan vfroege soorten kunnen die nen voor tuinversiering en de latere soorten, mits onder glas gebracht, ons pVachtige, zeer houdbare snijbloemen leveren, We onderscheiden ze in groot- bloemige of eeenkoppers en kleinbloe- mige of troschrysanthen. Van laatstge noemde worden de vroege soorten veel gebruikt voor tuinversiering. Chrysan themums verlangen een zeer voedzamen grond en regelmatig vocht. Ook mesten we ze den geheelen zomer nog bij, waarvoor tot omstreeks half Augustus om de 2 weken een weinig chilisalpeter kan worden toegevoegd. Om vertakte planten te krijgen moeten ze in hunn jeugd flink worden ingenepen; na den langsten dag nijpen we echter niet meer omdat de knopvorming anders te laat plaats vind. Van de grootbloemige of eenknoppers moeten we alle zijscheu tjes uit de oksels der bladeren regelma tig wegbreken. Bij veel variëteiten is de eerste knop zeer slecht ontwikkeld; de bovenste 'zijschëutjes zijn dan zeer krachtig ontwikkeld. We laten dan een hoog geplaatste zijscheut zitten en bre ken de bloemknop weg. Deze zijscheut is dan de verlengenis der stengel en de eindknop hiervan is krachtiger. Chry santhemums hebben tamelijk slappe takken, zoodat het noodig is ze aan te binnen. We doen dit vooral tijdig omdat eenmaal krom gegroeide takken bij het aanbinden gewoonlijk breken. Vooral in dezen tijd van het jaar vragen de Chry santhemums veel arbeid. Ze worden in den vollen grond of anders in potten ge kweekt. In het laatste geval moeten ze vooral regelmatig worden gegoten. Dit is op droge, zonnige dagen minstens 3 maal noodig. Bovendien is 't wenschelijk de bladeren op 't midden van den dag bij warm weer te sproeien om slap worden te voorkomen. In den grond gekweekte Chrysanthemums kan men met een kluit zeer goed verplanten of in een ruime bloempot plaatsen. We houden ze dan een paar dagen flink nat, waarna ze zich geheel hebben hersteld. A. G. ONTVANGEN BOEKEN. Nog een boek over onze am bulance in Ethiopië. Dr. A. W. F. Winckel, de leider van de Nederlandsche ambulance in Abes- synië en dr. A. Colaq:o Belmonte, chi rurg van het basis-hospitaal te Dessié hebben in het boek „Het Nederlandsche Roode Kruis in Ethiopiq, waar onze vlag eens wapperde" het werk der am bulance "beschreven. Over het werk der Nederlandsche doktoren in het Ethiopi sche land vertellen dr. Winckel en dr. Belmonte vele bijzonderheden. Maar dit werk niet .alleen, ook de vele moeilijk heden waarmede men te kampen had, zooals het transport van de materialen, de gewonden etc., het leven in de ten ten, de bomaanvallen, de wederwaar digheden met het inheemsche personeel, het werk in het basishospitaal enz. vindt men hier min of meer uitvoerig vermeld. Evenals dit bij de boeken van Van Schelven en Veeneklaas het geval was, bevat ook deze uitgave vele interessan te en duidelijke foto's van het werk on zer ambulance. Het boek is verschenen bij de uitgevers P, N. van Kampen en Zoon N.V. te Amsterdam, De districts-arbeidsbeurs voor de ge meenten tusschen Ooster- en Wester Schelde, zendt ons de volgende aan vragen: Binnenland. ROTTERDAM: werkmeester, die minstens enkele jaren practijk heeft ge had en volkomen op de hoogte is met de rondstoelen, breimachines en Interlock- machines, liefst Nederlander, loon n.o. t.k. DEN HAAG: een tijdelijk analyst, leeftijd 1925 jaar, genegen buiten de gemeente te werken, opleiding Chemi sche Vereeniging of gelijkwaardig di ploma. TILBURG; bekwaam hoedenmodiste, direct, 20 tot 25 per maand plus kost en inwoning, reiskosten worden bij op roeping vergoed. UTRECHT: een prima damesconfec- tie-etaleur, indiensttreding nader over een te komen, loon 125 tot 140 per maand. GRONINGEN: een neonglasblazer, moet kunnen werken met kanonbrander handbrander en lintbrander, moet ver der letters van alle grootte kunnen bui gen, aanzetten, doorverbinden en elec- troden opzetten, loon o.g, 25 per week, voor onbep. tijd, reiskosten na overeen komst. Aanbiedingen uitsluitend aan de plaat selijke organen der arbeidsbemiddeling. Middelburg, 7 Augs. Op de groentenveiling deden: Doppers 12 c„ Spinazie 1112 c., Postelein 1517 c„ Augurken 212 c., Wagenaarsboonen 36 q., Suikerboonen 6 c., Stamsnijboo- nen 1418 c„ Stamprincesseboonen 10 c„ Roode kool 3—6 c„ Savoye kool 5 6 c„ alles per kg, Kervel 8 c., Pieterse lie 56 c., Zuring 24 g., alles per chip, Peën 5,5-7,5 c., Rapen 2,54 ,5 c„ Kroten 2,53 c., Prei 6,5 c., Uien 1,5 2 c., Selderie 1 a., Rabarber 1,5 c„ Ram menas 1,54 c., alles per bos, Bloem kool 823 c. Andijvie 0,52,5 c„ Krop- 0,51 c., Komkommers 12 g,, alles per stuk, Monbresia 1 c., Distels 1 c„ Gladiool 13 c., Hermonia 1 c., Dhalia's 6 Afrikaners 3 c,, Asters 2 c., Lathy rus 23 c., Anjers 6 c., alles per bos, Ster van Bethlehem 13 c., Géraniums 5 c„ Glorinea 3 913 c., alles per pot. Aug. 12 Ellewoutsdijk, land, Van Dissel. 14 Kloetinge, Oppervruchten, v,. Dissel, 19 Kloetinge, Woonhuis, Kram. 19 Oudelande, Huis, Kram. 19 Vlissingen, Hotel, Bioscoop, enz. Paap. van geadverteerde of te adverteeren vei" gaderingen, voorstellingen, uitvoeringen en andere bijeenkomsten. MIDDELBURG. ZA 8 Aug- Revue „Lachende Komedian ten" met Buziau; Schuttersh. 20 h, ZA 8 Aug. Kermis. ZA 8 Aug. Dansen Happy Band, Bovenz. „De Vergenoeg." ZO 9 Aug MA 10 Aug, Zangk. L. d. H. uit R'dam Waalsche Kerk 19,30 h. GOES. ZA 8 Aug ZO 9 Aug. MA 10 Aug BIOSCOPEN. CITY, Middelburg VR 7—DO 13 Aug.: „De laatste 4 van Santa Cruz" en „De Vogelhandelaar", 20,00 h., ZO matinée 15,00 h. ELECTRO, M'burg VR 7-ZA 8 Aug.: „Modern Times", 19,00 h. en 21 h., ZO 9DO 13 Aug.: „Mannen zonder Naam" en „Anny en Max" 20,00 h„ ZO matinée 15,00 h. ALGEMEEN: ZA 8 Aug. Verkf. Handw. Alg. Ned. Vrouwenver. Tesselschade, afd. Walch. „Britannia" te Vliss. ZA 8 Aug. De Chansonnière Greta Kel ler, „Britannia" te Vliss, ZO 9 Aug. Cone, trio „Justus Jesayes", Strandh Oosterhuis te Vliss. 20 23,30 h. Elec. Drukkerü O. W. den Boer, M'burg»

Krantenbank Zeeland

Middelburgsche Courant | 1936 | | pagina 8