KRONIEK van den DAG.
Prinses Zita.
BINNENLAND.
Zoo'n erge Hoofdpijn?
AKKERTJES
ZEELAND.
TWEEDE BLAD VAN DE PROVINCIALE ZEEUWSCHE MIDDELBURGSCHE COURANT (W.0. DE GOESCHE COURANT) VAN VRIJDAG 24 JULI 1936. No. 173.
Waar nog geregeerd wordt.
AKKER-CACHETS
MIDDELBURG.
alles.
seniging
v.m. 10
em n.m.
10, idem
100 kg.
en 26
er krie-
Morel-
-11, per
-18, En-
xton 22
12—17,
6—11,
litschot-
tte bes
per 100
extra 20
21, id.
idem IV
—8, per
—21, 'id.
idem lie
rival pc-
46—51.
5, per
ziken 7,
100 bo».
rvergun-
26 Juli
per kg.
ct. p. p.;
ent (iets
p. pond;
:t. p. st.;
per stuk
am. Mbg.
nleverw.,
en var-
fsgehakt.
ees, con-
5., J. de
M'burg.
ïieren 10
boeren-
len, fijne
Mooie
rdapp. D.
M'burg.
■ERSTR.,
bloedw.
edw.. 15,
i, leverw.
s per half
per pond.
Ires voor
prijs. A.
Brigdam-
gebraden
n gehakt.
cent per
le Pagter,
Middel
cent per
hagtabak,
:iaal siga-
ks 1.50.
ttuinen Q
nen in de
;n, perzi-
id, bij M.
ange Burg
esch. Rib-
5, rollade
akt 30 ct,
ct., lever-
Leijnse,
lef. 515.
IEN He-
im mooie
Flora". C.
iddelburg.
LSTRAAL
om meer
m herstel-
rekent het
srote zaal
mer. Voor
grote za-
1, A. J. F.
raat, Mid-
de collec-
estraalcoll.
:rk belang-
behande-
>n vormen
aot huis.
:he Beker"
te christe-
Sint-Lau-
den Boer!
Het heet wel eens, dat het Groother
togdom Luxemburg erg Fransch gericht
zou zijn. In één opzicht gaat dat dan toch
zeer zeker niet op: wat de vastheid van
zijn regeering betreft. Want het was de
ze week juist tien jaren geleden, dat
de tegenwoordige coalitierejgeering er
aan het bewind kwam!
De partijverhoudingen zijn daar te lan
de ongeveer zoo, dat iets minder dan de
helft van het kiezerskorps op de recht-
sche partij pleegt te stemmen; rechts wil
hier dan zeggen: ClericaalRoomsch-
Katholiek. Men zou voor Nederlandsche
vergelijking kunnen zeggen: R.K. Staats
partij.
Van de overblijvende helft stemt dan
weer iets meer dan een vierde sociaal
democratisch, en het resteerende kwart
wordt gevormd door liberalen en onaf-
hankelijken, die als regel dicht bij die
liberalen staan.
Een regeering der rechtsche partij al
leen zou niet wel mogelijk zijn en
roomsch en rood samen wilde men daar
destijds en nu ook nog niet. Zoo ontstond
een coalitie tusschen de liberalen en de
rechtsche partij, die nu al tien jaren aan
een aan het bewind is. Op een man na is
zelfs het ministerie gelijk gebleven: 16
Juni 1926, toen het voor 't eerst in het
Memorial verscheen, bestond het uit de
heeren Jos. Bech, staatsminister en pre
sident der regeering, Albert Clemang,
directeur-generaal van arbeid, handel en
industrie, Norbert Dumont, directeur-ge
neraal van binnenlandsche zaken en ju
stitie, Pet. Dupong, directeur-generaal
van financiën en sociale zaken.
Slechts tw,ee veranderingen vonden in
die tien jaren plaats: de eerste is, dat
Alb. Clemang 11 April 1932 op zijn post
werd vervangen door Etienne Schmit en
de tweede, dat nu enkele maanden gele
den, de titel directeur-generaal voor de
drie laatstgenoemde leden der regeering
vervangen is door dien van minister
wat ze in feite altijd toch al geweest
waren.
De minister-president dezer uit vier
man bestaande regeering behoort tot de
R. K. Rechtsche Partij, van de andere
drie ministers is er een liberaal en twee
zijn mannen van rechts.
Het spreekt van zelf, dat in een be
trekkelijk klein landje, waar iedereen
familie van iedereen en elk wel eens
zijns naasten buurman was, in volksver
tegenwoordiging en pers vaak felie cri-
tiek wordt uitgeoefend op wat deze of
gene partij doet of niet deed. Zoo fel,
dat men omtrent den waren achtergrond
der dingen wel eens een verkeerden in
druk zou kunnen krijgen. Die achter
grond is echter deze: Dat Luxemburg
een voortreffelijk bestuurd landje is,
waar de vast in den zadel zittende re
geering met vaste hand de teugels houdt.
Het is een zeer bepaald democratisch
land, met een stevige oppositie vanwege
een hechte en goed georganiseerde so
ciaal-democratische partij, welke over
een uitstekend geredigeerd dagblad, ver
schijnende in de groote mijnindustriestad
Esch, beschikt.
Het is zeer gesteld op zijn onafhanke
lijkheid, en "van de nationaal-socialisti
sche propaganda, welke het Derde Rijk
er onder- en bovengronds probeert te
voeren, moet men er niets hebben. Merk
waardigerwijze staat in dezen ook het
S.-D. dagblad voor de regeering op de
bres en de geestige caricaturist Simon,
welke er eiken dag zijn plaatje in tee
kent, beeldt meermalen den rechtschen
minister-president af in situaties waar
hij als beschermer van 's lands onafhan
kelijkheid optreedt voor den Luxembur
ger Leeuw! Waar voor dit geval het
plezierige bijkomt, dat de leeuw in het
Luxemburger wapeneen r o o d e
leeuw is! Den laatsten tijd is er een soor-
door
WILLIAM LE QUEUX.
42).
Hij had toen William geroepen, die
het onmogelijk had geacht dat een
vreemdeling zonder zijn medeweten
was binnengekomen.
De zaak moest nog verder onder
zocht worden. rh,ans woonde hij in een
klein hotel in de buitenwijken van Va-
nina. Hem was gastvrijheid in het pa
leis aangeboden, maar na overleg met
Paul Loven h,ad hij begrepen, dat dit
minder politiek zou zijn.
Hij riep Williams, die weinig tevre
den was in deze omgeving. Hij had, in
een vertrouwelijk oogenblik aan zijn
meester te kennen gegeven dat Slavonië
een heidensch koninkrijk was en Vani-
na een vreeselijk, ongenietbaar gat.
Danecourt keek hem strak aan. De
man had een open gelaat. Zijn houding
w,as die van een eerlijk Engelschman,
een man, die geboren en opgevoed was
in een landelijke omgeving.
i,Herinner jij je een zekeren dag in
Weenen, toen ik thuis kwam en ont
dekte dat mijn sigarettendoos verplaatst
was en vermoedde, dat er iemand 'n
mijn kamers was geweest,"
„Dat herinner ik mij heel goed, mijn
heer".
tement rexistische beweging in opkomst,
onder leiding van den redacteur van een
onafhankelijk dagblad, het „Luxembur
ger Volksblatt". Al scheldt men dezen
heer Leo Muller van bepaalde zijde voor
„Den Kraftmüller" en al beijveren de
bladen der gevestigde politieke partijen
zich om deze zaak als een kleinigheidje
voor te stellen, de beweging schijnt toch
in het landje meer aanhang te hebben
dan laatstgenoemden wel zouden willen.
Maar dat ligt nu eenmaal in den geest
des tijds.
Vast staat in elk geval, dat de tegen
woordige bekwame regeering het groot
hertogdom tot dusverre zeer behoorlijk
oestuurde en dat zij de gevolgen der
wereldcrisis voor dit land met zijn ijzer
en staalindustrie van wereldbeteekenis
dermate heeft weten meester te blijven,
dat ze na tien jaren nog in den zadel zit.
Dat dit voor een aanzienlijk deel te dan
ken is aan de staatsmanskwaliteiten van
den minister-president Jos. Bech, die in
een klein land een staatsman van groot
formaat is, daaraan valt niet te twijfelen.
DE VISSCHERIJ IN 1935.
Verschenen is het verslag over de vis-
scherij gedurende 1935 (verslagen en
mededeelingen van de afdeeling vis-
scherijen no. 27).
Er blijkt, uit, dat de waarde van den
totalen ui.tvoer van visch èn visscherij-
producten, bij 1934 vergeleken, ruim
2 millioen lager was. De in totaal uit
gevoerde hoeveelheid was ruim 23,4
millioen kg (bruto) kleiner.
Met betrekking tot den toestand in 't
oesterbedrijf in Zeeland wordt medege
deeld, dat deze zeer slecht bleef, door
dat de sterfte onder de oesters groot
was, terwijl de oesters die in leven ble
ven moeilijk verkoopbaar waren, daar
de schelpen van deze oesters sterk door
de doornziekte waren aangetast-
Als gevolg van de oprichting van het
centraal verkoopkantoor van mosselen
waren de prijzen in het mosselbedrijf
veel beter dan in het vorige jaar. Thans
gingen de mosselen goed weg en tegen
loonende prijzen.
De vangsten van garnalen waren,
evenals de prijzen, slecht. De handel
werd bemoeilijkt door de conting'entee-
ringsmaatregelen in Frankrijk en België
De ansjovis was nagenoeg onverkoop
baar. De botvisscherij leverde slechte
uitkomsten op. Ook de vangst van kreeft
was lager dan in het vorige jaar, het
geen een gevolg was van de ongunstige
weersgesteldheid.
Aan het einde van 1935 waren voor
de zee- en kustvissccherij 3474 vaartui
gen ingeschreven met een bruto-inhoud
van 297,072 m3 tegen 3364 vaartuigen
met een bruto inhoud van 300,341 m3
aan het einde van 1934,
In 1935 zijn door Nederlandsche vis
schers hier te lande in totaal aangevoerd
rond 190,469,000 kg visch, schaal- en
weekdieren ter waarde van 14,903,400
tegen in 1934 rond 212,319,500 kg' ter
waarde van ruim 16,902,900.
Uitgevoerd werd in 1935 aan visch,
schaal- en weekdieren voor een waarde
van bijna 10,8 millioen tegen voor
bijna 12,8 millioen in 1934.
AGRARISCHE JAARBEURS
TE UTRECHT.
De Raad van Beheer der Koninklijke
Nederlandsche Jaarbeurs te Utrecht
deelt mede, dat aan de van 8 tot en met
17 September a.s. te Utrecht te houden
XXXVe Nederlandsche Jaarbeurs voor
de eerste maal verbonden zal zijn een
agrarische Jaarbeurs.
Dit agrarisch jaarbeursgedeelte, dat
gehuisvest zal zijn in de parterre-zalen
van het tweede en derde jaarbeursge-
Geralds stem werd scherper. Hij be
gon eenige achterdocht te krijgen.
„Houdt jii nog steeds vol, dat voor
zoover je weet niemand in de kamer
kw,am en dat jij de sigarettendoos ver
schoof?"
Het antwoord werd gegeven met een
volmaakt kalme stem, waarin een
zweem van beleedigde onschuld viel te
ontdekken, omdat het woord „volhou
den" werd gebruikt.
„Ik heb niets toe te voegen, mijnheer
aan hetgeen ik gezegd heb. De waar
heid is steeds de waarheid."
Deze woorden werden met kalme
waardigheid geuit. En Gerald, die den
man reeds als jongen had gekend, voel
de zich beschaama, dat hij hem aan dit
onderzoek ha'd onderworpen.
Hij zweeg eenige oogenblikken. „Ik
zal je vertellen waarom ik er weer naar
vr.aag, Williams. Ik heb bewijzen, dat
iemand in miin kamer een brief h-
verborgen, een verdichten brief, die%la
ter werd gevonden en waarin ik valsch
wordt beschuldigd."
Hij hield zijn blik op het gelaat van
den man gericht gedurende dit korte
onderhoud en hij verbeeldde zich dat
er een schaduw op viel.
„Ik hoop, mijnheer Ger.ald, dat het
niets ernstigs is." Hij noemde hem bij
den ouden naam, dien hij gebruikte toen
zij nog jongens waren. „Ik zou het mij
zelf nooit vergeven indien eenige nala
tigheid van mijn kant u op eenige wijze
had geschaad."
aouw en voorts in paviljoens en tenten
op het Vredenburg-terrein, zal omvat
ten:
lo. de producten van den land-, tuin
en boschbouw, van de vee- en pluimvee
teelt en de hierbij rechtstreeks betrok
ken bedrijven van industrie en handel;
2o. de fabrikaten en producten
werktuigen, machinerieën, technische
apparaten, chemische producten, trans
port- en verpakkingsmateriaal, voeder-
stoffen enz. welke in den ruimsten
zin beschouwd kunnen worden als hulp
middelen voor den land-, tuin- en bosch
bouw, de vee- en pluimveeteelt;
3o, de inzendingen van de Rijksdien
sten en semi-officieele organisaties op
het gebied van de voorlichting en con
trole, zoowel wat betreft de bevordering
als dien waarborg van de qualiteit van 't
bodemproduct, bestrijding van ziekte
verschijnselen, onderzoek op verschillend
gebied, enz.
In verschillende kringen van het agra
risch bedrijfsleven is gebleken voor de
vorming eener agrarische jaarbeurs groo
te belangstelling te bestaan. Ook mocht
het jaarbeursbestuur toezegging ontvan
gen betreffende de medewerking van een
aantal Rijks- en semi-officieele voor
lichtingsdiensten, terwijl de samenwer
king van belangrijke organisaties op
agrarisch gebied met groote erkentelijk
heid door het jaarbeursbestuur wordt
vermeld.
HET SURPLUS AAN VROUWEN
IN NEDERLAND.
Over 1935 opnieuw gedaald tot
1008 per 1000 mannen der be
volking. Hoe grooter inwo
nertal, hoe grooter het surplus.
In de gemeenten met 20,000
en minder inwoners een be
langrijk mannenoverschot.
Uit de pas verschenen en door het
centraal bureau voor de statistiek sa
mengestelde gegevens betreffende de
bevolking der Nederlandsche gemeenten
blijkt, d,at het surplus aan vrouwen
over 1935 opnieuw is gedaald (1008
vrouwen per 1000 mannen van de be
volking).
Op 1 Januari 1935 bedroeg het aantal
inwoners des Rijks in totaal 8,392,026
(4,177,256 mannen en 4,214,770 vrou
wen). Het surplus ,aan vrouwen bedroeg
toen dus nog 37,514 of 1009 vrouwen per
1000 mannen. Op 1 Januari 1936 was
het inwonertal gestegen tot 8,474,506
(4,220,674 mannen en 4,253,832 vrouwen)
met een surplus aan vrouwen van 33,158
of 1008 vrouwen per 1000 mannen. De
daling v,an het surplus bedroeg dus 4356.
Deze daling is veroorzaakt door ver
trek, vestiging, geboorte en sterfte. Het
vertrek, dat in totaal grooter was dan
de vestiging, overtrof dit wat de man
nen betreft met een aantal van 7364,
wat de vrouwen betreft met een aantal
van 6921, zoodat hierdoor de mannelijke
bevolking met een aantal van 443 meer
achteruitging dan de vrouwelijke. Door
geboorte overschot nam de mannelijke
bevolking met een aantal van 50,782,
de vrouwelijke met 45,983 toe, zoodat
hierdoor de bevolking met 4799 mannen
meer dan vrouwen toenam. In totaal
leverde dus 1935 voor de bevolkingsver
meerdering 4356 mannen meer op dan
vrouwen.
Op 1 Januari 1830 bedroeg het aan
tal vrouwen per 1000 mannen nog 1045
en sindsdien is het surplus steeds da
lende met uitzondering van een gerin
ge opleving (van 1889 tot 1899 steeg het
van 1024 tot 10251. Sedert 1930 bedroeg
de daling per 1000 ongeveer 1 per jaar.
Gaat dit zoo door, dan zal dus over on
geveer 10 jaar het evenwicht bereikt
zijn. Dit laatste is heel wel mogelijk, ge
zien de regelmaat in de verhoudingen
gedurende de laatste jaren. In de ge
meenten met meer dan 100,000 inwoners
daalde het getal der vrouwen op 1000
mannen van 1202 op 1 Januari 1830
(rijksgemiddelde 1045) tot 1073 op 1
„Waarom spreek je van nalatigheid,
Williams?"
„Alleen dit, mijnheer", en zijn stem
was niet zoo zeker. ,,U heeft het be
wijs, dat iemand de kamer binnenkwam.
Het is mogelijk dat ik niet voldoende
waakz,aam was en eenige oogenblikken
weg ben geweest, toen ik daar had
moeten zijn."
„Met andere woorden, jij verliet je
post, toen ik je mijn rug had toegekeerd;
dat geef je zelf toe", zei Gerald op
koelen toon. „Ik geloof niet dat ik ver
standig deed door destijds vertrouwen
te stellen in je belofte om je te verbe
teren. Wij zullen het hierbij laten. Je
kunt gaan."
Dit korte onderhoud liet een onaan-
genamen indruk bij hem achter. De ver
klaring over heft verschuiven van de
sigarettendoos kon niet geheel door den
beugel, ofschoon men niet kon zeggen,
dat het werkelijk onwaarschijnlijk was.
En toch kon hij niet gelooven dat de
m,an, die hij reeds van jongsaf kende,
die gedurende zulk een langen tijd had
bewezen betroüwbaar te zijn, nu een
laagheid zou hebben begaan door sa
men te spannen met gemeene intrigan
ten om den ondergang van zijn meester
te bewerkstelligen.
Gedurende eenigen tijd kon hij een
onaangenaam gevoel niet van zich af
schuiven, dat hij den man niet langer
vertrouwde. Een of twee malen stond
hij op het punt hem zijn ontslag te ge
ven, doch hij gevoelde dat dit onrede-
Januari 1936 (rijksgemiddelde 1008). In
de gemeenten van 20,001 tot 100,000 in
woners bedroeg over hetzelfde tijdvak
de daling van 1057 tot 1031 en in de
gemeenten met 20,000 en minder inwo
ners v,an 1007 tot 966. Opmerkelijk is
het feit, dat met de stijging van het in
wonertal der gemeente ook het surplus
aan vrouwen stijgt. Zelfs is er in de
gemeenten met 20,000 en minder inw.
een overschot van mannen (omstreeks
1850 was in die gemeenten het even
wicht reeds bereikt, v<Mr 1850 was er
een surplus aan vrouwen, daarna een
surplus aan mannen), In alle gémeente-
groepen gaat de daling met een zekere
regelmaat te werk.
UITREIKING VAN TEELTVERGUN
NINGEN EN UITBETALING VAN
STEUNGELDEN IN CAFé'S.
De regeering is er tegen..
De minister van landbouw en vissche-
rij heeft aan den minister van binnen
landsche bericht, dat uit een ingesteld
onderzoek is gebleken, dat het ten plat-
telande veelal gebruikelijk is in café's
zitdagen te houden teneinde aldaar
teeltvergunningen uit te reiken en-of
steungelden uit te betalen. Deze toe
stand wordt zeer ongewenscht geacht.
In de kleine dorpen zijn de crisis-orga
nisaties echter uit gebrek aan eenige
andere localiteiten van eenigen omvang
op de cafés aangewezen, waarbij nog
komt, dat de café's hun lokalien veelal
gratis afstaan, zoodat het huren van an
dere localiteiten kosten met zich mede
zou brengen. De verschillende veilingen
zijn wel bereid, voor zoover uitbetalin
gen van tuinbouwsteungelden betreft
voor bovengenoemde doeleinden van
tijd tot tijd eenige ruimte af te staan,
maar zijn daartoe in het drukke sei
zoen van 1 April tot 1 September niet
in staat.
In verband hiermede is bij den mi
nister van landbouw en visscherij de
vraag gerezen, in hoeverre de gemeen
tebesturen zouden kunnen medewerken
om aan dezen toestand een eind te ma
ken. Genoemde minister zou gaarne
zien, dat de gemeentebesturen in zoo
verre hun medewerking aan de uitvoe
ring der landbouw-crisiswet 1933 zullen
willen verleenen, dat zij van tijd tot tijd
gratis eenige localiteit aan de verschil
lende crisis-organisaties op hunne aan
vrage afstaan, om deze in staat te stel
len zitdagen tot uitbetaling van steun
gelden, uitreiking van teeltvergunnin
gen of anderzins in de betrokken ge
meenten te houden,
In een circulaire zegt de minister van
binnenlandsche zaken het zeer op prijs
te zullen stellen, indien de gemeentebe
sturen ten deze in voorkomende geval
len de noodige medewerking zouden
willen verleenen.
DE OVERVAL TE ABCOUDE.
En de weerafdeelingen der
N. S. B.
De heer Albarda heeft tot den minis
ter van justitie de volgende vr,agen ge
richt:
Is het den minister bekend, dat in
den nacht van 17 op 18 Juli 11., in de
nabijheid van Abcoude, eenige leden van
de N. S. B. een groep weerlooze anders
denkenden hebben overvallen, dezen
met gummiknuppels en ploertendooders
hebben mishandeld, een der mishandelde
tegenstanders in het water hebben ge
worpen en de vrachtauto, waarvan de
zen zich hadden bediend, hebben be
schadigd en in het water geduwd?
Is het waar, dat die leden van de N
S. B. waren gekleed in de verboden uni
form v,an de weer-afdeeling der N. S,
B., welke weerafdeeling volgens een
verklaring van den heer Mussert opge
heven zou zijn?
Wil de minister bij het onderzoek, dat
ongetwijfeld naar de toedracht van deze
lijk zou zijn. Hij had daarvoor g'een
afdoend bewijs, alleen een bloot ver
moeden.
De zaken in Vanina gaven hem ech
ter niet veel tijd om verder over die
zaak na te denken. Zelfs zijn terugroe
ping uit Weenen raakte op den achter
grond, daar zij geen invloed zou heb
ben op zijn loopbaan.
Hij was hier gelukkiger dan in Wee
nen. De aard van zijn betrekking bracht
hem dagelijks in het gezelschap van zijn
geliefde prinses, die steeds behoefte ge
voelde hem haar dankbaarheid te too-
nen.
Zij werkten allen hard in die inspan
nende dagen. Zelfs de onverschillige ko
ning spande zich in. Hij inspecteerde de
troepen, besprak militaire aangelegen
heden met den oppervelhebber, maakte
zich bemind op audiënties, hield lange
gesprekken met Miranoff en andere
personen die hem hielpen om de drei
gende revolutie den kop in te drukken
en leidde elke belangrrijke vergadering
die in het paleis werd gehouden.
Het was in verband met die vergade
ring, dat een vreeselijke gebeurtenis
plaats vond.
De koning zat aan het hoofd van de
tafel. Aan zijn rechterhand zaten de
prinses en Danecourt, tegenover hem
de gravin Nada. Zij wachtten op de
komst van Miranoff.
De volijverige staatsman stond ge
woonlijk om vijf uur 's morgens op, daar
Binnen een kwartier kunt Ge
die vergelen zijn en U als her
boren voelen door één of twee
Volgent recept van Apotheker Dumont I
(Inz. Med.)
zaak wordt ingesteld, ook laten nagaan,
hoe het mogelijk is, d,at een groep leden
der N. S. B., die in auto's en op motor
rijwielen aanrukte, in den nacht werd.
geformeerd en of hieruit moet worden
afgeleid dat de N. S. B. op een of meer
plaatsen weerkorpsj-afdeelingen gereed
houdt, die in korten tijd kunnen uitruk
ken om geweld te plegen?
Tot welke maatregelen geven de hier
boven vermelde feiten den minister aan
leiding?
In de week van 12 tot en met 18
Juli kwamen in onze provincie 10 geval
len van besmettelijke ziekten voor, nl,
7 gevallen van roodvonk te Poortvliet,
2 gevallen van diphtherie te Hontenisse
en 1 geval van Meningitis cerebrospina-
üs epidemica te Brouwershaven.
BRANDWEEROEFENING IN HET
GROOT.
De bescherming der Abdijge
bouwen en omgeving.
Kort geleden schreven wij, dat op het
Koorkerkhof twee en op den Wal één
bovengrondsche brandkraan waren ge
plaatst en het was, gezien de activi
teit van onze brandweer te begrijpen,
dat men deze nieuwe inrichting wilde
beproeven.
Al ware het ernst gingen gisteren
avond om 7 uur de brandschellen over
en ook de waarschuwing van politie en
andere betrokkenen per telefoon ge
schiedde volledig onder vermelding, dat
een uitslaande brand op het Koorkerk
hof was uitgebroken en even later reed
de magirusspuit het Koorkerkhof op en
werd aangesloten op de bovengrondsche
kraan nabij den ingang van de Koor
kerk.
Men veronderstelde brand in het Ca
fé De Lange Jan, maar spoedig bleek,
ook brand te woeden in de schilders
werkplaats op den hoek van de Nieuwe
Kerkstraat en in de voormalige melk
fabriek op den Wal.
Er kwam dan ook spoedig meer ma
teriaal en wel de brandladder met de
daaraan gekoppelde motorspuit, die
voor het eerst op wielen met luchtban
den werd medegevoerd en ook bij later
vervoer zonder motortrekkracht heel
wat makkelijker te vertrekken was.
Deze spuit kwam te staan naast de
kosterswoning, de burgerijspuit had
voor de bestrijding van den brand op
den wal te zorgen en werd daar op de
bovengrondsche kraan aangesloten.
Hier had men op die bovengrondsche
kraan niet alleen de zuigbuis van de
autospuit aangesloten, doch er ook nog
een koppelstuk op geplaatst zoodat meir
later kon overgaan tot direct op aan
koppelen van een slang zonder den
toevoer ook maar een oogenblik af te
sluiten. Ten slotte werden ook een paar
slangen direct op de ondergrondsc,he
kranen aangesloten en ook de ladder
op de Wal nog in gebruik genomen.
hij overkropt was met werk. Sinds hij
ouder werd kon hij dat niet zonder
moeite volhouden en daarom had hij als
gewoonte aangenomen om 's namiddags
tusschen drie en vier uur te gaan rusten.
Gedurende dien tijd mocht hij niet dan
in hoogst dringende gevallen gestoord-
worden.
Met het oog daarop was de bijeen
komst gesteld op half vijf.
Het was nu kwart over vijf en Mi
ranoff was nog niet verschenen. De ko
ning, die op stiptheid was gesteld, be
gon ongeduldig te worden en trommelde
met zijn vingers op tafel. Het was on
mogelijk om het te behandelen onder
werp af te doen zonder Miranoff's bij
stand.
Ze wachtten nog vijf minuten en Ni-
colaas mopperde boos: „Onbeleefd om
ons te laten wachten". Men zal zich
herinneren dat hij niet veel op had met
zijn geduchten minister en hij gaf daar
van meermalen blijk.
De prinses haaste zich om hem te
kalmeeren: daar kwam bij dat zij veel
gevoelde voor den ouden man die nooit
ruw tegen haar was.
„Arme oude man, hij heeft in den
laatsten tijd zoo hard gewerkt", zei zij
vriendelijk, „veel te hard voor iemand
van zijn leeftijd en al zijn werk doet hij
voor ons. Ik neem aan, dat hij zeer ver
moeid is en dat hij langer rust dan ge
woonlijk".
(Wordt vervolgd.)